Buitealandsch Overzicht. diers, zooals de kronende granaat aanwees; de andere opgedragen aan de jagers, gelijk de hoorn, die de wapengroep dekte, aanwees. In het ontspanningslokaal sprak de kolonel de feestgenooten toe. Hij bracht in herinnering de op richting van het regiment Grenadiers en Jagers in 1829 door Koning Willem I, met de bepaling, dat alleen daarbij mochten dienen zij, die zich deze eer door verschillende eigenschappen hadden waardig ge maakt, zoodat ook heden ten dage nog een plaatsing bij het keurcorps als een voorrecht mag worden aan gemerkt. Daarna wees hij op de belangstelling en het goede hart, door Z. M. Koning Willem III het corps toegedragen; en wijdde ten slotte in het bijzonder een woord aan de onderofficieren, aan wier nauwge zette plichtsbetrachting hij hulde bracht. De onder officieren beantwoordden deze voor hen vereerende hulde met een driewerf: Leve de kolonel. Het verdere gedeelte van den feestavond werd af wisselend onder dans en toespraken doorgebracht. Omtrent de poging tot diefstal iu den nacht van Donderdag op Vrijdag ten huize van den heer B. te Bloemendaal, verneemt het H. D. nader dat de inbreker te ongeveer 1 uur door een raam is bin nengekomen en licht in de kamer ontstoken heeft. Hij had er echter niet op gerekend dat de heer des huizes en diens zoon welke laatste dien avond laat vau eeue reis was gokomen nog op waren. Toen de heeren geruoht in do aangrenzende kamer hoorden, opende een hunner, de zoon, do deur. Mogelijk zou nog eeno worstoling ontstaan zijn, to meer daar de inbreker eene geladen revol ver by zich had, maar de heer B. Senior snelde mede toe en zoo werd men den inbreker meester. Daarop werd de klok of bel, die op het huis staat, geluid, waarop de politie toesnelde. Waarschijnlijk is hiermede een sluw en gevaarlijk persoon gevat, die anders nog heel wat had kunnen misdoen. Voor het uiterlijk was hy een eenvoudig maar net gokleed hoertje, zonder bijzondere kente-ikenen. Iii een taschje' dat hij aan een riem om don hals droeg, bevonden zich een diamant om glas te snijden en andore «benoodigd heden" om ruiten te breken, liefst zonder geraas, alsmede do reeds genoemde revolver. Bij een bezoek aan een groote fabriek te Apel doorn, in de maand Februari, bij vriezend weer, vernam de geneeskundige inspocteur, dat een 30—tal jeugdige arbeidsters uit Epe en Heerde gedurende eeno week te Apeldoorn verbleven, en bleek hem dat zy den nacht doorbrachten in een nabijgelegen schuur met aangrenzend kamertje. Na afloop van den arbeid, van 's morgens 7 tot 'a avonds 7l/a uur, met twee uur tusschenruimte, worden zij daarin afgezonderd. Uit een zedelijk oogpunt, omdat daar ook jongens werkten, passeerden zij den nacht met vieren in één z.g. legerstede, geplaatst in de schuur, in welke legerstede zich bevond los stroo, dat slechts om de zes maanden was vernieuwd, met een zeer schrale dekking. Voor dit logies betaalden zij 10 centen 's weeks aan een opzichter dier fabriek, die dit voor eigen rekening exploiteerde. De zindelijkheid liet daarin te wer.schen over. Ofschoon de directeur, opmerkzaam gemaakt op de onvol doende ligging dier kinderen, antwoordde dat het aan hem niet was, voor 't logies te zorgen, achtte de inspecteur het toch wenschelijk, hem daarop uit een humanitair oogpunt schriftelijk te wijzen Wy hebben gezegd dat de posten onder aan eene hoogte stonden; het touw was iets lager gespannen, aan den voet van dien natuurlijken trap. De twee mannen liepen dicht naast elkander, de helling af, en verhaastten daarbij onwillekeurig hunne schreden, en struikelden toen over het touw. De eene viel plat op den grond, en dacht misschien dat een boom wortel daarvan de oorzaak was; de andere viel op zijne handen, maar 't gelukte hem niet om weer overeind te komeu; want, terwijl drie bersaglieri zich op den gevallenen wierpen, bracht de luitenant den anderon zulk een slag toe, dat hij ter zijde van den weg rolde. Stil, of ge' sterft! hoorden de ongelukkigen zich in 'toor fluisteren. De eene hield zich stil, maar de andere begon te schreeuwen; nauwelijks had hij echter een paar syllabes geuit of een slag met dé kolf van 't geweer op zijn rug, benam hem den adem, en het duurde eenigen tijd eer hij weder tot bezinning kwam. Ook deze roovers werden, geboeid als de vorige, naar den kapitein gebracht. Toen alles stil geworden was hoorde men een venster open doen, daarop een ander, en twee vrou wen keken er uit, en begonnen te praten. De sol daten konden er niets van verstaan, daar zij zich van de landstaal bedienden, maar het was gemakke lijk te begrijpen, dat zy het schreeuwen van den roover gehoord hadden, en niet wisten wat er gebeurd was en wat de oorzaak was van het rumoer, dat en te trachten Jdaarin verbetering te krijgen, door betere dokking, door meerdere vornieuwing van het stroo, en niet meer dan twee kinderen in een legerstede bij elkander te laten slapen. Op dit schrijven werd geen antwoord ontvangen. Gelijk uit de medegedeelde verslagen van de zittingen der Prov. Staten is gebleken, heeft het bestuur van het Nederlandsch Landbou w-comité zich tot de staten van enkele provinciën gewend met het verzoek om deelneming in een waarborgfonds ter bestrijdiug der eventuecle kosten, wegens inzending van Nederlandsch vee op de in April 1890 te Buenos- Ayres te houden landbouwtentoonstelling. Te dien aanzien kunnen wij melden, dat het plan van het bestuur is voor dit doel aan te koopen 50 stuks rundvee, op 400, 12 paarden, op ƒ900, en 8 stuks wol vee, op 100 per stuk berekend; te zamen dus ƒ31,600. Verder wordt gerekend noodig te zijn voor kosten van: voeding en oppassing aan boord, transport, visitatie, legalisatie enz. a 265 per stuk 18,550, assurantie (10 pCt.) 3160, voeding en oppassing te Buenos-Ayres gedurende 60 dagen a f 2.50 per stuk per dag 10,500, onvoorziene uit gaven 1890, tentoonstelling met waarschijnlijke stichting van een paviljoen 10,000. Te zamen dus 75,000. Dit bedrag wenscht het bestuur te vinden als volgtKrediet, voor eventueel verlies, te verlee- nen door de Regeering 25,000, waarborgstelling van de provinciën 20,000, id. van de maatschap pijen, enz." 20,000, id. van particulieren ƒ10,000. Over het waarborgfonds zal niet worden beschikt, dan voor zoover er na verbruik van het rijks-krediet nog een tekort mocht zijn en dan nog slechts ponds pondsgewijze. De Ned. (Jonsul in de Argentijnsche republiek, thans tijdelijk in Nederland, heeft zijne voorlich ting en hulp beschikbaar gesteld ook te Buenos- Ayres, om een gewenschten afloop te verzekeren. Volgens nadere berichten aangaande het spoorweg ongeluk bij München, bestond de sneltrein uit 2 lo comotieven en 24 wagens. Ten gevolge van een verkeerden wisselstand liep de trein op een dood spoor, waarop 3 wagens stonden. De beide locomo tieven vielen omver en liggen nog in het zand. De beambten, die uit den trein sprongen, bleven onge deerd.1 Achter den voorsten goederenwagen volgde een personenrijtuig en daarna een goederenwagen, welke laatste opgeheven werd en daarna over de geheele lengte in den personenwagen drong. Deze werd geheel verniel^ en van de. 19 reizigers, die zich daarin bevonden werden 8 dadelijk gedood, en stierf een ander nog denzelfden dag aan de bekomen wonden, terwijl men vreest dat een tiönde eveneens zal bezwijken. Verscheidene der in 't gasthuis te München verpleegde gewonden toouen kenteekenen van ruggemerg8chudding. Behalve deze voorste personenwagen bleven alle andere tengevolge van de voortreffelijke werking der remtoestellen in het spoor en onbeschadigd. Men kan zich eenigszins voorstellen, schrijft eon correspondent, welk een verschrikkelijke uitwerking de botsing had, als men bedenkt, dat het geheele bovengedeelte van den personenwagen vernield werd. In een ruimte van enkele knb. meters werden de bestanddeelcn van den wagen: plankeu en stukken hout, alsmede de ongelukkige slachtoffers als 't ware samengeperst. Twee mannen stonden borst aan borst haar had doen wakker schrikken. Zij bleven eeni gen tijd praten, en toen zij niets gewaar werden, deden zij de vensters dicht. Intusschen begon de dag aan te breken. Daar de kapitein de anderen niet zag terugkomen, ver moedde hij, dat die van de bende, welke te San Martino woondon, iets gemerkt hadden, en dat er dus waarschijnlijk niemand van buitenaf de posten zou naderen; de kapitein gaf diensvolgens zijne bevelen. Do soldaten bleven geduldig wachton wat er vol gen zou, toen een andere roover stootte op de hin derlaag waarover de fourier het bevel voerde; een slag met een geweer op zijn hals, deed hem vallen, hij riep luide om hulp. Uit een naburig huis kwam iemand met een geweer met dubbelen loop, maar zoodra hij de pluimon der bersaglieri zag keerde hij terug; daarna zag men geen enkelen gewapende meer. Toen het helder dag geworden was, beval de ka pitein de boeien van den ouden man te slaken, die verzocht had om gebonden te worden, opdat niemand zou denken, dat hij vrijwillig voor spion gediend had; de man ging naar den luitenant om hem de broodzakken terug te brengen waarin hij zijne voeten had gewikkeld, en deze schonk hem een piaster. De i man kreeg echter bevel om de streek niet te verlaten. Vervolgens kwamen er, eerst vrouwen, en toen mannen, die naar het veld wilden gaan. Allen wer- I den terug gezonden. Twee posten bleven om de wegen te bezetten, zij bestonden ieder uit vier bersa- glieri en een korporaal; de overige soldaten verza- 1 gedrukt; eene vrouw kon eerst na twee uren uit de puinhoopen worden bevrijd, doch inmiddels was zij overleden. De uitslag van het onderzoek is nog on bekend, maar wel weet men, dat de voorgeschreven controle van den wisselstand niet door den aange wezen beambte geschied was. De wisselwachter heeft de vlucht genomen. Onder een plasregen stopt een New-Yorker tram even ten einde een lief gekleed dametje op te nemen. Ongelukkig zijn binnen alle plaatsen bezet; maar een der heeren schikt zoover op, dat de jonge schoone, half op zijn knie zittende, nog een plaatsje krijgt. De hoffelijke reiziger tracht zich daarenboven zoo aangenaam mogelijk voor te doen. Bij het binnentreden van den conducteur verzocht de jonge dame even te stoppen Wrightstreet 7. Hé, roept de ridderlijke heer Wrightstreet 7, daar woon ik! Aangenaam kennis te maken herneemt de jonge dame ik ben de nieuwe keukenmeid. En dan durven wij nog klagen over de kleeding onzer dienstboden! Het Paleia van Justitie bevat het volgende verslag van de zitting van het hof van assises in Corsica, van 1215 Juni jl. Men pleegt vaak te spreken van het «vuur" der verkiezingen. Ook in ons dierbaar Nederland. Ge lukkig voor ons, is in ons kalm vaderland dat vuur zoo erg brandend niet. Een buitengewone ontplooi ing van wel- (soms ook van onwei-)sprekendheid in kies vergaderingen, dagbladartikelen, aanplak-, strooi biljetten e. d. ra. daartoe bepaalt zich hier het op vlammend vuurtje, dat geregeld weer uitgaat als een stroovuurtje. Neeu, als men dan van «vuur" der verkiezingen in letterlijken zin spreken wil, dan moet men in Corsica zijn, in de vurige bakermat der Bonapartes. Een sprekend staaltje daarvan geeft het thans voor bovengemeld hof behandelde proces, dat overigens inderdaad zijn zeor tragische zijde heeft. Eerste aanleiding tot de feiten, die thans drie beschuldigden voor de jury hebbeu gebracht, moet een soort van ambtelijken familie-naijvcr ge- woest zijn. In de kleine gemeente Saint-André-do-Tollano berustte, tot voor 1870, het ambt en gezag van burgemeester jaren lang in handen dor familie Ortoli. In 1870 echter moest het hoofd der familie, de notaris Ortoli, dat gozag zien overgaan aan den heer Charles Martinetti, die het achttien jaren achtereen in handen hield. Daar naderden de verkiezingen van 1888. Zy zouden, naar de hoop der familie Orloli, voor haar de «revanche" zijn. Charles Martinetti moest, tot eiken prijs, van den Burgomeesterlyken zetel worden geworpen, en deze weer in de macht der Ortoli'» komen. Aan het hoofd van den hevigen verkiezingstrijd had zich gesteld Paul Francois Ortoli, een zoon van bovengenoemden notaris. Reeds eenige maanden te voren werden door hem en do zijnen de kiezer» «bewerkt". Dat bewerken ging zelfs zoo ver, dat toen een kiezer, zekere Quillichini, onverholen zyn sympathie voor burgemeester Martinetti had aan den dag gelegd, een aantal Ortolisten hun best deden, dien gevaarlijken kiezer van de stembus verwijderd te houden, door hem goed- of kwaad- melden zich achter de kerk, welke plaats het best geschikt was om de gevangenen te bewaken. De wapenen der roovers werden bijoen gezet, nadat de slaghoedjes van de geweren en pistolen waren afge nomen daarna gingen de officieren, van eenige ber saglieri vergezeld naar den syndicus. Een uur later ging de omroeper door het dorp rond, en riep: Aan alle verlofgangers in de gemeente wordt bevolen om dadelijk voor den kapitein te verschijnen, ten huize van den syndicus, zij die niet verschijnen zullen met geweld worden gearresteerd, on als deser teurs behandeld. Do kapitein beveelt verder, dat, tot nader order, niemand het dorp verlaten mag. Het duurde wel een uur eer (le eerste zich aan meldde; hij werd good behandeld, en nadat zijn naam was opgeteekend, kreeg hij een uur vrijaf om van zijne familie afscheid te nemen. Eenige minuten later kwamen er wederom drie, die eveneens werden behandeld, dit werkte uitstekend; om zeven uur waren er al een-en-twintig gekomen van de twee-en- twintig, die er in de gemeente waren; één scheen afwezig te zijn. Terwijl de soldaten met de verlofgangers bezig waren, beproefden vier van de vyf roovers, die op het dorp waren, om het huis uit te komen; zij wer den echter ontdekt, en aangewezen door een spion, die zich onder do soldaten bevond; op een teeken van den kapitein worden zij gearresteerd. Wordt vervolgd.) scbiks van het eene dorp naar het andere te doen rondgaan. Eindelyk was, den 6 Mei 1888, de verkiezingsdag daar. Het verkiezingsbureau, onder voorzitting van burgemeester Martinetti, nam zitting in het school lokaal, gelegen in het benedengedeelte van het huis, welks bovenverdiepingen door de familie Mar tinetti bewoond worden. Tegen 10 uur kwam zekere Quilichini een andere en andersgozinde dan de bovenbedoeld anti- Ortolistische Quilichini ten bureele, en wilde ziju stembiljet in de bus steken. Maar de burgemeester, zich vergewist hebbende, dat Quilichini niet op dé kiezerslijst voorkwam, liet hem niet tot de stembus toe. Quilichini voerde daartegen aan, dat de ver- kiezings-commissie alsnog ziju inschrijving op de lijst bevolen had, doch daar ook deze opmerking hem niet baatte, verwijderde hij zich uit hetiokaaf. Tegen 12 uur echter kwam Quilichini terug, thans vergezeld door Antoine Maïsetti, Gaëlan Panzani en Paul Fra^ais Ortoli. Intusschen was de burgemeester naar boven, naar zijne woning, gegaan en had bet voorzitterschap aan oen zijner bijzitters overgedragen. Quilichini drong weer op toegang tot de stembus aan. Wederom werd dil hem geweigerd. Daarop volgde een hevige woordenwisseling, te midden waarvan men Paul Ortoli op geweldigen toon en met een vloekwoord hoorde roepen«Toch zal hij stemmen!" en: «Hier is geen recht meer! bier geldt alleen de ruwe kracht Middolerwijl wilde Panzani zich van de stembus meester maken. Dit ziende,. nam een neef van den burgemeester, Antoine Peretti genaamd de bus weg en hield ze stevig onder den arm. Op het oogenblik dat het rumoer ten top ge stegen was, hoorde men eensklaps daarbuiten ge weerschoten. Victorine Peretti, eed nicht van den burgemees ter, was, terwijl zij boven aan het venster stond, door een geweerschot zoo deerlyk getroffen, dat zij terstond dood neerviel. Haar broeder, Jeau Peretti, die naast haar stond, was mede zwaar gewond, zoodat ook hij weldra bezweek. Eindelijk had Angèle Marie Martinetti, de vrouw des burgemeesters, terwijl zij na hot eersto schot naar binnen vloog, toch nog een schietwonde be komen, die na slechts weinige dagen ook haar dood' ten gevolge bad. Het gerechtelyk onderzoek leidde tot de ont dekking van de bedrijvers dezer schandelijke mis daden. Er bleek namelijk, dat, oven vóór bovengemeld tumult in het kieslokaal, do jougdige Ortoli zich naar buiten had begeven en, bij de deur zekeren Susino Chiavarini ontmoetende, tot dezen gezegd had: «Daar zy Quilichini niet willen laten stemmen nu maar naar buiten!" Terstond daarop waren verscheidene personen naar buiten en te wapen gesneld. Vier hunner, namelyk Susino Chiavarini, Michel Olivier Maïsetti, Susino Panzani cn Jaques Marie Campodonico, hadden zich in oen paar be- lendondo tuinen geposteerd, hun geweren op de woning ran burgemeester Martinetti gericht hou dende. Uit die richting nu zjjn de geweerschoten ge lost, en uit de instrnctio is gebleken, dat de tier genoemde personen die schoton gelost hebben, als mede dat de jougdige Ortoli de aanvoerder i's ge weest van het complot, dat tot het vorlies van drie menschonslevens geleid heeft. Zelfs moet hij hébben'1"1"8""' h<>t doodGnd wsPon '«schaft Maïsetii werd- nog denzelfden dag in hechtenis genomen. Panzani, Campodonico en Cbiavartni namen de vlucht. De laatstgenoemde echter, zoon tan een voormalig gendarme, kwam later, op aan draag zijns vaders, zich in handen van het gerecht stellen. Wat de betde anderen betreft: Campodonico heeft, na sluiting der instructie, in een ontmoeting met de gendarmes den dood gevonden; Penzani neen zich neg steeds aan de nasporingen der jus- titie weten te onttrokken. Wat eindelijk den hoofdpersoon, Paul Ortoli «gaat, deze was, door den invloed van zijn' «Ier gesteund, bijna aan do justitio ontsnapt. Toen ,3a?t.'.<l \n voorloopigo hechtenis was genomen einsde hg door typheuze koorts aangetast te zijn, het gasthuis overgebracht. Daar ver teeg hg hetzij door toegeeflijkheid of door om koping der ondergesohikte beambten, zooveel vrij- dé li i J 'Lna"r, verlarb?(lo: hg wandelde door rich j f a"° openbare plaatsen, vertoonde ach m den schouwburg, de koffiehuizen, ja zelfs ifim, Sera°ht8gebouw, zonder echter ooit door dsT liT. f .WOrden' Eindelijk, in October jl., Zennrn»? krachtig optreden van den prooureur- Li. Wj besloten, hem weer van het gast- Oruu éar gevangenis over te brengen. Zoodra daarvan de lucht kreeg, ontvluchtte hg, dooh nimf IT u g6n terw«l h'i jui" op het punt moet hebben gestaan, zich naar Amerika in te schepen - voorgoed in hechtenis genomen Alzoo staan thans terecht de drie beschuldigden Ortoli, oud 31 Maïsetti, 27, en Chiavarini 20 jaar. Do twee laatstgenoemden vortoonen in voorkomen en.hleedmg geheel het type van gegoede Corsicaan- scne boeren. Ortoli daarentegen hangt geheel den «beer» uit. Hij verschijnt in gekleede jas, met losse das, keurige handschoenen en hoogen hoed. Bg zgn verhoor doet hij zich zeer deftig en gedis tingeerd voor, en poseert, wel is waar ietwat nederiger dan gedurende de instructie, als politiek man en partgaan voerder. Overigens trachtte alle drie be schuldigden de schuld van zich af te werpen en op hun twee medephcntigen te doen neerkomen, van wolke de eene dood, en de andere op de vlucht is Ben zeventigtal getuigen worden gehoord. Daar onder de bloedverwanten der drie slachtoffers, welke getuigen, wel tegen de Corsicaanscho gewoonten zeer kort, zakelijk en gematigd in hun verklarin gen zijn. wat des te sterker indruk maakt. Ver schillende getuigonissen zijn voor de beschuldigden in do hoogste mate bezwarend. De jury verklaart alle drie beschuldigden schul dig, zonder voorbedachten rade, maar ook zonder de door de verdediging aangevoerde verschooning wegens provocatie, en met aanneming van ver- zachtende omstandigheden. Ingevolge dit verdict, veroordeelt het hof Ortoli tot vijftien, Maïsetti tot twaalf, on Chiavarini tot tien jaren dwangarbeid. Tot de vele „vermakelijkheden," die men te Parijs ter gelegenheid van do tentoonstelling het publiek heeft willen aanbieden, behooren ook de stierenge vechten, waarvan het schouwspel, voor wien het lust, genoten kan worden op hot Zwaneneiland (la Crenelle). De regeering had er vergunning toe ge geven, op voorwaarde dat zij niet het barbaarsche karakter van de Spaansche stierengevechlen hebben en dat er geen stier gedood zal worden. Aan dit beding heeft zich echter de Spaansche torero, met name Lagartija, niet gehouden. Was de gewoonte of de lust hem te machtig? Een slier, een vreed zaam dier, dat ondanks de tergerij niet de minste neiging toonde om tegen den torero in de rennen ontving, toen het in het strijdperk geloten was een degenstoot van den torero. De stier, slechts gewond, zocht een heenkomen buiten het strgdperk, in dé gang die het publiek van de afschutting écheidt. Eene deur van de afschutting werd nu geopend en daardoor kwam de stier weer in het strgdperk waar de torero hem met twee degenstooten doodde. Een deel van het publiek gaf luide zijne afkeuring, te kennen, maar een ander deol juichte den torero dapper toe, en wierp, ter belooning voor zijne echt Spaansoho daad, sigaren in het strijdperk. Zelfs waaiers werden hem toegeworpen, die natuurlijk van vrouwen afkomstig moeten zijn geweest. Lagartija, hiervoor dankbaar, groette beleefd mot den bebloedeu degen in de hand. De politie heeft intusschen proces-verbaal opge maakt, en de ondernemer van de „edele„ stierenge vechten heeft van den prefect van politie aanzegging gekregen, dat hij zich te houden had aan do gestelde voorwaarden, en zoo het geval zich herhaalde, zou geen voorstelling meer van hem geduld worden. Inmiddels heeft zich de vereeniging tot dierenbe scherming tot den Minister van binnenlandsche zaken gewend en hem gewezen op de voorwaarden, welke aan den Spaanschen directeur gesteld zijn. Thans zgn op last van den prefect van politie de stieren gevechten verboden. Door dit verbod behoeft intus schen het Parijsche publiek niet van stierengevechten verstoken te bljjven. Op den Quai do Billy en in de Rue Pergolèse zijn, ook ter gelegenheid van de tentoonstelling, twee ronperken voor stierengevechten ingericht. Aan het mail-overzicht van de Jambode is het volgende ontleend Het belangrijkste nieuws van de laatste veertien dagen is zeker wol de beschikking door den gouverneur-gene raal genomen op een deel van de verzoeken om gratie door de ter dood veroordeelde muiters ingediend. Van de 42 rekesten, die reeds behandeld werden, is op 37 gunstig beschikt, terwijl slechts aan B der misdadigers gratie is geweigerd. Onder die laatsten bevindt zich niet njai Kamsidah, de vrouw van een der hoofd- muiters hadji Iskak, die het grootste deel zou hebben gehad in den moord op den vrouw van den assis tent-resident Gubbels gepleegd, en wier terechtstel ling ook door velen wenschelijk werd geacht, die anders volstrekt geen slachting van al de 100 ter dood veroordeelden verlangden. Hare straf en die der meeste anderen is veranderd in 20 jaren, die van de overigen in 15 jaren dwangarbeid in den ketting. De gouverneur-generaal heeft door zjjne beslissing, ook door den vrij algemeenen regel te volgen van geen doodvonnis te laten voltrekken aan eene vrouw fL J on8 met hebb<m te schamen voor onze eigen natie en voor andere beschaafde volken hetgeen zeker Wel het geval zou zijn, indien de 100 Behal B 1 l°"nlS8en alle werden ten uitvoer gelegd. Behalve de advwzen van den omgaanden rechter, fan den procureur-generaa! en van het hooggerechtshof, vnofé 1 <l° W6f woFden gevorderd, heeft de land voogd n deze zaak ook het oordeel gevraagd van den Zr ïlVan|, lntam ,ei1 Van den rasd v!>" '"die, en t S°. J L ls de »ratie de doodstraf, ook f mtgodrukto verlangen van den minister van kolomen om daarmee zoo ruim mogelijk te zgn, aan minder veroordeelden geweigerd dan in die adviezen werden aangegeven. Ondertussehen gaat de regeering voort met de resi dentie Bantam te zuiveren van de invloedrijko elemen ten, die het oproer mede hebben beraamd en het verder zouden hebben verspreid, wanneer het niet in den beginne was onderdrukt; weder zijn zes kiais verbannen, en zelfs zgn de priesters bij de landraden te Serang en te Tjilegon ontslagen. De Fransche Kamer, eindelijk gereed gekomen met de begroeting, is overgegaan tot de behan- fé!Tg 1 GcliJk men weet, werd de wet reeds door Kamer en Senaat aangenomen, maar de herstelde de vrijstelling van geestelijken, welke do Kamer niet wilde toestaan. Aldus moest handel,! ma'e iD de Kamer worden "*>- De radicalen, die van geen vrijstelling wilden weten, hebben nu toch moeten toegeven, wilden zij althans den driejarigen diensttijd redden. Gis teren is reeds do beslissing gevallen, daar alleen de gewijzigde artikelen behandeld behoofden te worden en de republikeinen waarlijk geen rede de z,ttin= der Kamer langer te rekken. Met 386 tegen 170 stemmen ia de wet in haar geheel aangenomen. De Senaat is intusschen onmiddellijk met de bogrootmg begonnen, zoodat de zitting van beide lichamen nog in deze week kan worden »e- slolon. De Zwitsersehe Bondsraad betoogt in zijn ant woord op ile laatste nota der Duitsche regeering, dat Zwitserland steeds getracht heeft art. 2 van het tractaat betreffende de vestiging van vreemde- lingen eerljjk en oprecht na te komen. Hij komt dus nadrukkelijk op tegen de bewering van Duitsch- laud op dat punt. De bondsraad heeft verder besloten, de eischen van Duitschland en de daarop gegeven antwoorden in twee talen te doen drukken en uitgoven. 1 De „Gazette de Lausanne" merkt naar aanleiding van Bismarcks nota's over het geschil mot Zwitser land op, dat krachtens artikel 6 van het tractaat van 1876 den in Zwitserland gevestigden Duilschers een behandeling is gewaarborgd op den voet van die der meest begunstigde natie. Nu wordt in het tractaat van Frankrjjk van 1882 voor in Zwitserland gevestigde Franschen alleen een bewijs van herkomst en geenszins een getuigschrift van goed zedelijk gedrag als vereischte gesteld, zoodat, zegt het blad, sedert dat jaar de Zwitsersehe overheden niet eens meer het recht hebben om bedoeld getuigschrift van Duitschors te eischen en de Duitsche Regeering er !°°,!ekor" ia een voorrocht t9 besttjjden, dat zij in 1876 zelf voor hare onderdanen bedongen heeft. Van alle verkiezingen in do verschillende land dagen der Oostennjksche monarchie zijn het de Boheemsche, die de meeste belangstellino- wekken Voor zoover de uitslag tot heden bekend is, con stateert men een sterken vooruitgang van het radicale- Panslavistische element, want de jong-Czechen die wemig geteld werden door de regeering, hebben een glansrijke overwinning behaald op de oud- Czechen, de steunpilaren van het rainisterio Taaffe. Onder de oud-Czechen heerscht over dit resultaat diepe verslagenheid. En hiertoe bestaat reden. Nauwelijks is hun leider Rieger ontsnapt aan het gevaar in het stof te moeten bijten. Met slechts enkele stemmen meerderheid werd hij in zijn °-e- boorteplaats Semil verkozen. Is de verslagenheid onder de oud Czechen groot, in de regeeringskringen is men verbluft en ontsteld over dezen even onverwachten als ongewenschten afloop der verkiezingen. De overwinning dorjong- Gzeehen toch zal graaf Taaffe verplichten heen te gaan of, nu het getjj is verloopen, zgn bakens te verzetten. De nederlaag der regeering bewijst geljjk het jong-Czechische orgaan Narodni Listy het uitdrukt dat de „broodkruimels-concessies" niet de Czechische quaestio uit den weg ruimen. Het is weder de oude geschiedenis dor schipper-politiok. Gelijk men weet verlangen de jong-Czechen, evenals de oud-Czeohon, een onafhankelijk koninkrijk Bo- heme binnen de grenzen der Oostenrgksoh-Hongaar- sche monarchie, dooh terwijl de laatsten met graaf Taaffe de verwezenlijking van hun programma op do

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2