Battenlandsch Overzicht.
beweging onvermijdelijk hersenziekten moet kweeken
en aanleiding aal geven tot een bijzondere soort van
delirium furiosum" zooals men ziet, de ziekte lag
al klaar, met bet etiquette er op.
„Willen de reizigers dit gevaar trotseeren, het zij
zoo, maar dan moet de regeeriug zorgen, dat zij hun
jjdel en lichtzinnig spel niet bedrijven voordeoogen
van het publiek. Immers, een spoortrein in zjjn vaart
voorbjj te zien snellen geelt aanleiding tot dezelfde
hersenziekten. Daarom zal men weldoen de spoor
wegen met schuttingen te omgeven van 5 ellen hoogte.
Maar het beste zal wezen het sporen, kort en goed,
geheel en al te beletten.»
Aan den brief van den heer S. van Milligen in
Caecilia ontleenen wij het volgende
Parijs, 27 Juni 1889.
Mijnheer de Redacteur
Door mijn tijdelijk verblijf in het Vaderland heb
ik u in lang niets van hier kunnen melden. Ik
moet mij weder zooveel mogelijk trachten te beper
ken, waut alles iu bijzonderheden te beschrijven,
hoe zou dat mogelijk zijn
En dit te meer, nu de concerten, dank zij de
Tentoonstelling, elkander even druk opvolgen als
dezen winter, thans echter allen in de zaal var. het
Trocadéro-gobouw.
Een ideaal gebouw voor een impresario, want
naar mijne schatting kan de zaal 5 a 6000 toehoor
ders bevatten (en reeds tweemaal zag ik 'die stamp
vol) doch voor den kunstliefhebber is do slechte
acoustiek een groote teleurstelling. Doch eerst een
enkel woord over Massenet's „Esciarmonde", waar
van ik dezer dagen eene voorstelling bijwoonde. Er
zit fcveel handeling in het stuk, en de geschiedenis
van Roland en Esciarmonde is zeer boeiend. Alleen
zou men zich kunnen afvragen, hoe R. reeds zoo
bekoord was door eene Vrouw, die hij niet anders
zag dan door een sluier, zóó dik, dat hij hare ge
laatstrekken volstrekt niet kon onderscheiden. De
ovortuiging echter, dat liefde toch blind is, heldert
dit op en alles eindigtpour le mieux dans le meil-
leur des nwndes.
Met veel belangstelling heb ik dit werk gehoord,
en voor zoover ik er na deze auditie over kan oor-
- deelen, vind ik het zeer belangrijk, terwijl aan de
uitvoering onder toezicht van den componist groote
zorg was bestoed, zoodat die niets te wenschen
overliet j ook is het stuk prachtig gemonteerd. De
critieken er over loopen echter zeer uiteen, doch ik
schaar mij gaarne aan de zijde van de lofredenaars.
Massenet heeft hierin qan het «Leitmotiv» eene be
langrijkere plaats gegeven dan in zijne vroegere
werken, en ook aan de deolamatie meer zorg besteed.
De opera begint met een proloog op het tooneel,
zonder voorspel of ouverture van het orkest. Een
nieuw theatereffect is hierbij aangewend. Als name
lijk do orkestmeester, na de oorverdoovende slagen
op het tooneol (die zoowel hier als bij ons te lande
den orkestmeester waarschuwen, dat hij kan begin
nen), 'zijn dirigeerstok opheft, gaat plotseling al het
licht uit. In egyptischeduisternis hoort men twee
malen het accoord' van C door trompetten en ba
zuinen, en dan wordt eensklaps alles licht en aan
schouwt men het prachtige eerste tooneel.
Groot applaus, vooral van de hoogere rangen.
Daarna het orgel op het tooneel, wat van groot
effect is, en Phorcas' toespraak tot de Dignitarissen
van het Byzantijnsche Hof.
De opera stelt aan uitvoerders, zoowel zangers als
orkest, zeer hooge eischenniet het minst aan Es
ciarmonde, die door mile Sanderson wordt vertolkt
en voor wie deze partij dan ook geschreven is. Deze
loopt tot 3-gestreept g (la note Eiffel, zooals men
hier zegt). Mile S. bezit die hoogte met zekere
gemakkelijkheidzooals het echter met die stemmen
meer gaat, is het medium uiterst zwak en dit komt
vooral in de ensembles uit.
De Groote Opera geeft hedenavond voor het eerst
Le tempete', ballet met zang van Ambroise Thomas.
Volgens de traditie is de naam van den componist
niet op het programma vermeld, doch deze wordt
op den a rond van de eerste voorstelling aan het
publiek medegedeeld, wanneer de schrijver geroepen
wordt. Bij Thomas, Massenet en, anderen is dit
natuurlijk niet meer noodigvoor jonge componisten
is het echter veel waard, dat bij een fiasco de naam
niet bekend wordt.
Dit is, zoolang ik te Parijs woon, de eerste novi
teit in de Groote-Opera. De directie is verplicht
althans één opera per jaar als noviteit te geven,
enzij houdt zich aan deze verplichting I
Men kan dus licht begrijpen, dat de heer Massenet
er do voorkeur aan gegeven heeft zijn werk aan de
Opéra-Comique toe te vertrouwen. Men heeft er
zelfs aan gedacht eene concurreerende opera te stich
ten voor de uitvoering van groote opera's, ten einde
der fransche kunst beter te kunnen dienen. Met
verschillende solisten was men reeds in besprek, o. a.
mme. Garon, de heoren Vergnet, Auguez en Bouhy
Dupont en Lapissida uit Brussel zouden directeuren
worden. Er is echter niets van gekomen.
Na mijn vorig verslag heb ik npg melding te
maken van een belangrijk concert in het gebouw
van het Couservatorium. Uitgevoerd werden Beet
hoven's Mis in D en Saint-Saëns' derde Symphonie.
Vooral belangrijk is do inrichting van het koor en
de goede stijl, waarin de Mis werd uitgevoerd.
Geen enkel vibrato bij de zangers, geen enkele wei
feling of onzuiverheid ^in do intonatie en het en
semble daarbij bleef het koor tot het laatst toe
frisch en' overwon met groot gemak de moeilijkhoden,
die ieder bekend zijn.
De bezetting van het koor was r.iet meer dan
16 sopranen en evenzooveel alten, tenoren en bassen.
Dit koor bestaat échter uitsluitend uit zeer ge
oefende zangeressen en zangers,
In Parijs is het natuurlijk mogelijk koren ge
heel uit zangers van professie samen te stellen,
doch ik heb mij dikwijls afgevraagd, of het niet
mogelijk zou zijn in onze groote steden by iedere
partij 4 of 6 gesalarieerde zangeressen of zangers te
plaatsen, om zoodoende eene kern te vormen, waarop
men rekenen kan. Ieder directeur toch weet, hoe
af hanklijk men is van de krachten, die op een oogen-
blik beschikbaar zjjn, en met toepassing van het
door mij aangegeven middel zou, dunkt mij, de
onderlinge verhouding der stemmen beter worden.
Wat in geen 16 jaren gebeurd is, geschiedt thans
met de Tentoonstelling. Het orkest van het Con
servatoire heeft een concert in het Trocadóro ge
geven. Het publiek stroomde er dan ook in zoo
grooten getale heen, dat er plaats tekort kwam.
Kr werden alleen fransche compositiën uitgevoerd,
zelfs alleen van Menthres de l'Imtitut. Saint-8aëns
3de Symphonie, stukken van Rober, Reyer, Thomas,
Dólibes en tot slot verscheidene fragmenten uit
Gounod's Mors et vita. Hoe voortreffelijk de orkes
ten van Lamoureui en Colonne ook zijh, ik blijf dit
orkest van het Conservatoire als het schoonste be
schouwen.
Bq allen drie der genoemde orkesten treft den
kenner bet klank-gehalto van het strijkkwartet. De
oorzaak daarvan is hierin te vinden, dat men de
artisten, die geplaatst wenschen te worden, niet
alleen onderwerpt aan een gestreng onderzoek naar
hunne bekwaamheid, maar ook do instrumenten
worden gekeurd, iets dat wel overal diende te ge
schieden en waaraan door zoo weinigen wordt ge
dacht.
De Blechte acoustiek van het Trocadèro kwam
echter den klank natuurlijk niet ten goede. Gounod's
Mors et vita had groot succes en klonk zeer fraai
maar als men de oogen sloot, zou men denken in
de Opera te zitten en zolfs van tijd tot tijd de
3de acte Faust te hooren, tot opeens het orgel weer
invalt, alsof de componist wilde zeggen daar zou
ik haast vergeten, dat wjj in de kerk zijn en niet
in de Opera. Zelfs meende ik een oogenblik te
zullen hoorenLaisse-moi contempler ton visage. Het
kwam wel niet, maar leek er toch veel op. Als
muziek genoot ik er zeer van, alleen religieuze mu
ziek was het niet.
Aan muziekinstrumenten is op de Tentoonstelling
eone groote plaats ingeruimd. Het is misschien
niet onbelangrijk te vermelden, dat de heeren Gand
en Bernadel (de voornaamsto instrumentmakers) eene
contrabas hebben geëxposeerd met 6 snaren. De 5de
snaar is contra-C. Dit idee is nu wel is waar niet
nieuw, want in vele duftsche orkesten vindt men
die en reeds vroeger werden in Italië dergelijke
instrumenten vervaardigdde heeren G. en B. hebben
echter een nieuw soort omwoelde snaren uitgovon-
den, die gemakkelijker aanspreken en meer gelijkheid
van toon geven. De heeren contrabassisten kunnen,
beter dan ik, booordeelen, of dit eene aanwinst is
of niet. Verder exposeert een Engelschman op de
Tentoonstelling violen, die volgens zijne bewering
met de Straduarius-violen kunnen wedijveren, daar
het hem gelukt is hetzelfde vernis, sis voor die
violen gebruikt werd, te vinden. De instrument
makers alhier, waarmede ik er over sprak, lioten
er zioh echter zeer afkeurend over uit, en daar do
violen niet mogen bespeeld worden, kan men er
niet over oordeelen eer men zoo'n viool koopt voor
660 francs, wat voor eene echt-nagemaakte Stradua-
rins niet duur zou zjjn.
Andere zaken, die ik voornemens was te schrijven,
moet ik tot later uitstellen, daar mijn brief alweer
veel te lang wordt. Het zij mij echter vergund,
vóór ik besluit, mjjn harjelijksten dank uit te spre
ken voor de welwillende ontvangst en de belang
stelling, die aan mijne opera „Brinio" bij do uit
voeringen te Amsterdam zijn ten deel gevallen. De
aanmoediging en de opmerkingen, van groote be
langstelling getuigende, stel ik op hoogen prijs, en
in de eerste plaats deed het mjj goed zoovelon
mjjner kunstbroeders bij de uitvoering van de Ne-
landsche Toonkanstenaars-Vereeniging tegenwoordig
te zien, terwijl de toewjjding, die de dames en heeren
van het Hollandsche Opera-gezelschap bij het instu-
deeren en de uitvoeringen getoond hebben, mjj niet
licht uit hel geheugen zullen gaan. Het was mjj
een waar genot onder zoovele Nedetlaudsche kunst
broeders te verkeeren en weer getuige te zjjn van
het degelijk streven der Nederlandsche toonkunste
harmonie in alle trekken, die het hart tot vrede
stemt.
De oude heer had haar blos opgemerkt, en wendde
zich tot haar.
«Wat scheelt er aan, Camilla?"
„Och niets!" antwoordde zij; en'toen, alsof zij er
berouw over gevoelde: /«Mjj dacht dat daar,
onder die boomon maar neen, er is niemand."
„Waar? welke boomen? zeide de oude man
rondziende.
„Ja, oen paar schreden verder, papadaar, achter
die hoogte, waar het houten kruis staat
„Ja, ja; ik zie het" hernam de vader met een ge
voel van ontevredenheid, dat hjj trachtto te over
winnen „ik zie het: met mijn zestig jaren heb ik
toch nog geen bril noodig; die drie mooie eiken
zullen zou oud zjjn als ik, maar op onzen heuvel
van Sopraselva, dat zult gij wel weten Camilla, zijn
er nog oudere on mooiere. Mjjn vader heeft
mij gezegd, dat hij die heeft doen planten, toen
hij, na met uwe grootmoeder getrouwd te zjjn, het
eerste jaar van zijn huwelijk op zijn landgoed door
bracht en toen was het, dat hij, zooals ik u
verteld heb, zich bezig heeft gehouden met het her
stellen van al wat in verval was geraakt, en het
kasteel zoo goed mogelijk te verfraaien, ons schoon
kasteel, dat na dien tijd lang een van de meest
bewonderde landgoederen van Brianza gebleven is
Maar, in dien tijd, had men nog een denkbeeld
van grootheid, en onze voorvaderen nadden smaak
voor het deftige en stevige, geheel anders dan in
onze dagen.
„Mij is alles, wat mij aan mijne grootouders her
innert, dierbaarder dan al die verfraaiingen; al die
oude vertrekken en behangsels boezemen mij alleen
belangstelling in, omdat zy mjj van hen spreken, en
van hunne genegenheid voor mij.»
En terwijl zij zoo met haar vader praatte, bleef
Camilla in gedachte naar die boomen kijken, wier
bladeren door een onverwacht koeltje werden bewo
gen; zij wendde zich om, ten einde beter te zien,
zonder, zooals haar vader, te denken aan den schoonen
bladerdos, en den hoogen ouderdom van die trotsche
stammen. Toen zweeg zij, en wikkelde zich opnieuw
in haar sjaal.
Maar na oen poosje zeide de oude heer: „Gij
hadt gelijk het was beter om te voet den heuvel
op te gaan; die lomperd van een postiljon, die ge
woon is om alleen in de vlakte te rijden laat ons
een slakkengang gaan, en zij, die nog kort geleden,
achter ons aankwamen, zijn ons nu allen vooruit, ik
heb het nooit zoo gezien; als wjj terug komen, dan
zullen wij maar zeggen, dat het rijtuig ons beneden
wachten moet, vindt gq niet?"
„Zoo als u wilt, papa."
Toen zag men de kerk van de Madonna en de
breede trappen, en de grasperken, die zich aan beide
zijden uitstrekten.
„Beltramolo 1" riep de oude heer.
„Eccellenza
En de jeugdige postiljon, dio niet gehoord had,
met welke benaming zijn heer hem zoo even had
vereerd, wendde zich in den zadel om.
„Let op, en doe wat ik u zeg. Wjj houden hier
stil, en gij moet, met het rijtuig aan den anderen
kant den heuvel afrijdon, waar een langere, doch
gemakkelijker weg is; en gij moet binnen een uur
daar ginder bij de melkerij zijn, waar de weg van
Merate eene bocht maakt en samenloopt met dezen,
dien wij ten onrechte gekozen hebben om hier te
komen hebt gij mij begrepen, Beltramolo?"
„Jawel Eccellenza; binnen een uur zal ik daar
zijn, zooals Eccellenza beveelt."
De heer stond op en steeg uit de koets; het
meisje, dat bevallig den sleep van haar licht kleedje
opnam, sprong er uit, vóór haar vader haar de hand
kon toesteken, en hare nette, vlugge voetjes raakten
nauwelijks het gras aan. De bediende zette den
gogalonneerden hoed, dien hjj eerbiedig had afgeno-
nomen, toen hij naar de bevelen van zijn meester
luisterde, woer op; klapte met de zweep langs de
ooren van zijne Zwitser, en reed den kant op, die
hem was aangewezen.
De zon begon onder te gaan, en al de heerlijkheid
van hare stralen verspreidde zich over de heuvelen,
en wierp afwisselend licht en schaduw over het
vroolijke tooneel, dat deze, anders eenzame plaats
vertoonde, die nu zoo vol beweging en leven was.
(Wordt vervolgd.)
Met de beste wenschen voor den bloei van onze
rationale kunst besluit ik.
8. va» MILLIGEN.
Den uitslag van de ter gelegenheid der kermis
te Leeuwarden gehouden harddraverij, was, tenge
volge van den hevigen strijd tusschrn twee Friesche
paarden en een Hollandsch paard, zeer belangwek
kend. Wij ontleenen daaromtrent aan de „Leeuw.
Ct.» het volgende
Er waren drie paarden op de baan, die elkander
in snelheid weinig toegaven. Het waren twee Erie
sche, nl. de bruine ruin „Priso» van jhr. V. L.
Vegelin van Claerbergen uit de Joure, benevens zijn
evenbeeld „Dibbes," eigendom v. K. Bierma van
Oudebiltzijl, en het Hollandsche paard „Koningin"
van D. J. Florijn uit Rotterdam. Toen eindeljjk de
strijd zoover beslist was dat „Friso' met „Koningin"
moest rjjden, beloofde de strjjd heet te worden, en
de verwachting die men van dezen rit had werd be-
waardheid. Na eenige vergeefsche pogingen om
tegelijk den paal te passeeren, gingen zy beiden
mooi af. „Friso" was eerst iets voor, maar weldra
had „Koningin" hem ingehaald. Lang bleef hét
echter onzeker wie overwinnaar zou zijn, doch „Ko
ningin" droeg haar naam met eere, want zij toch
maakte voor het eerst deu kortsten tijd die heden
gereden was, nl. 25"/, s. over de baan van 300 M.
Het neusje van den zalm moesten wjj echter toen
nog krijgenhet was de rit tusschen „Koningin"
en „Dibbels". „Koningin", die heden wederom
getoond had tot de beste van Neerlands dravers op
de korte baau te bebooren, en „Dibbels," het paard
dat zoo geheel zijn naam met eere draagt. Wederom
reden zij telkens niet geljjk over de streep en ver
kondigde de hoorn het belangstellende publiek, dat
de strjjd op nieuw moest aanvangen. Doch ziet,
eindelijk schieten zij geljjk langs do paalhet pu
bliek is één spanningde keurmeesters vatten vlak
voor de palen post, want de uitslag zal zeer twijfel
achtig zijn. Een strijd nek aan nek volgtvoorbij
de tribune was er geen centimeter verschil tusschrn
de twee strjjdende paarden. Daar komt „Koningin"
iets voor. Zou de Fries geslagen worden op zjjn
eigen bodem? Noen, dat mooht niet. „Dibbels"
haalt weer iets op, hij komt met „Koningin" ge
ljjk, maar verder kon hjj het niot brengen. Juist
op hetzelfde oogenblik vliegon de paarden, waut
loopen was het niet, weer over de eindstreep, on
wederom wees bet sporthorloge 25"/, s. Harder
kon het dus niet, en „Koningin", hoewel later bloek
dat zjj niet de koningin der harddrarerjj werd, heeft
de eer de twee snelste ritten gedaan te hebben. Voor
do tweede maal kwam eebter „Dibbels" het eerst
aan, zoodat hij den prjjs wonby dezen laatsten
rit was de tijd 26"/, s. De eerste maal dat „Ko
ningin" met „Dibbels" reed, gebruikte „Dibbels"
26"/, e. om de baan af te leggen.
Hoe snel deze ritten waren bijjkt hieruit, dat de
preraiewinnaar („Prinses», van Oneides te Bolsward)
in haar hevigen strjjd met den „Prins", van Anema
te Bied, resp. 30'/, s. en 26% 8. gebruikte.
De TranBvaalscho Volksraad heeft, gelijk men reeds
weet, besloten eene hoogeschool te stichten. De
Volksstem geeft van de zitting van den Volksraad
van den 12 Juni het volgende verslag.
„Aan de orde is nu uitv. raadsbesluit art. 311
dd. 1 Juni 1889, inhoudende missive vandeuwaar-
nemenden superintendent van onderwijs, bevattende
voorstel van het bestuur van de opleidingsschool tot
bet oprichten van eene universiteit cn het benoemen
van één of meer professoren. De uitv. raad stelt voor,
dit voorstel aan te nemen en over te gaan tot bet
oprichten van eene universiteit en daarvoor 20,000
p. st. op de begrooting uit te trekken.
„ZHEd. Staatspresident. En zjjn nog wel niet veel,
maar toch enkele kinderen naar Europa vertrokken
om hunne opleiding te krijgen, en die zouden tal
rijker geweest zjjn, als er meer loeraren waren of
als hier eene hoogeschool was daarom vertrouw ik,
dat do Baad zal instemmen met dit voorstel der
regeering.
„De Comm.-Generaal. Ik kan maar weinig
zeggen over deze zaak, nu ZHEd. Staatspresident ge
sproken heeft. Ik heb het besluit met blijmoedig
heid gezien, omdat hot voor ons nu de juiste tjjd is
om dit te beginnen. De geleordhoid neemt de voor
vaderlijke zeden en gewoonten weg, en daarom ben
ik er te meer voor, dat onze kindoren niet naar
Europa behoeven te gaan om hunne opleiding te
ontvangon. Als onze hoogeschool opgericht wordt
volgens het voorschrift van Gods woord, dan zal er
ook do zegen dos Allerhoogsten op ruston. Hier
leoren zjj niet alleen wetenschap, doch zjj krjjgen
geen vreemde ideeën, die zij in het land zullen wil
len invoeren. Daarom was de Uitv. Raad verblijd
dit voorstel aan te nemen. Ik geloof, dat de Rand
goedgunstig dit besluit zal goodkeuren.
„De voorzitter. Ik gevoel dankbuarhoid, dat dit
voorstel wordt ingediend. Nu kunnen onze kinderen
hier geleerd worden en daarom ben ik voor dit
voorstel.
„Na nog eenige discussie wordt dit voorstel bij
acclamatie aangenomen".
Wjj hebben reeds iets medegedeeld omtrent de
vergadering, die Woensdag door den geneeskundigen
raad van Z.-Holland gehouden is.
Op dezelfde vergadering zijn ter sprake gebracht
de vergiftigingsverschijnselen, die zich op twee ver
schillende tijdstippen hadden voorgedaan bij sommige
militairen, die verduurzaamde levenmiddelen uit bus
sen hadden gebruikt. De minister van oorlog had
den wensch uitgedrukt, dat het Geneesk. Staatstoe
zicht zijn aandacht zou vestigen op de verduurzaamde
levensmiddelen in het algemeen en verzocht de hier
te lande in den handel zijnde verduurzaamde levens
middelen in bussen tot een punt van onderzoek te
maken bij de geneeskundige raden.
De Minister was van meer dan eene zijde gewezen
op de groote bezwaren, of liever de onmogelijkheid
en de ondoelmatigheid van een dergelijk buitenge
woon omvangrijk onderzoek. De zaak was daarop
aangehouden, terwijl twee bussen door den Minister
toegezonden, door den inspecteur werden in handen
gesteld van de heeren Gantvoort en Legebeke, en
van den heer dr. Dupont, zoo microscopisch onder
zoek noodig is.
Laatstgenoemde heer deed thans uitkomen dat een
onderzoek zooals de Minister verlangde zeer kost
baar niet alleen zou zijn, maar het een reuzenarbeid
mocht heeten de verduurzaamde levensmiddelen in
ons vaderland te onderzoeken.
Deze opmerking werd door den voorzitter beaamd,
die verklaarde deq minister medegedeeld te hebben,
dat dit werk zoo veelomvattend zou zijn, dat de
onderzoekers in elk geval recht zouden hebben op
vergoeding voor hunne bemoeiingen.
Tot dusver is van de zaak ntets verder vernomen;
de brief van den inspecteur was naar de inspecteurs-
vergadering verzonden die den Minister zal moeten
adviseeren. Hoe omvangrijk zulk onderzoek zou zijn,
kan hieruit blijken, dat te 's Gravenhage alleen in
een winkel 86 busjes van verschillende soorten van
verduurzaamde levensmiddelen waren gevonden (sausen
eu vruchtensappen daaronder niet begrepen;) de aan
koop daarvan alleen zou een/37 kosten. Er zal thans
in elk geval moeten afgewacht worden wat de mi
nister zal antwoorden.
Tot de betreurenswaardige voorvallen, die de feest
viering op 14 Juli te Parijs kenmerkten, behoort
ook da verwoesting van een koffiehuis in de Rue
Rugate.
Omstreeks 9 uur in den avond zaten eenige gasten
op het trottoir. Een troep feestgangers ging voorbij
en stiet een tafeltje om. Er ontstond een woorden
wisseling en spoedig riep een uit het volkEr hangt
geen vlag uit.» Dit was ook inderdaad het geval,
omdat er geen gelegenheid was een vlag uit te steken,
maar daarentegen had de heer Imoda, de eigenaar
van het koffiehuis, zjjn woning met gaspitjes verlicht.
Ten einde echter de menigte tevreden te stellen, werd
in een der huizen een vlag geleend en ontplooid,
maar o wee! het toeval wilde, dat het een Italiaan-
8che vlag was.
Nu was er geen houden meer aan. Weg met
Crispil weg met Bismarck! riep het volk, stormde
op het terras en sloeg de tafeltjes en de ruiten stuk.
Twee kellners, die het eigendom van hun patroon
trachtten te verdedigen, werden gewond. Weldra
kwam een afdeeling politie-agenten, die het volk
uiteendreef en erger schandalen belette.
De eigenaar van het koffiehuis is geen Italiaan,
noch een Pruis, maar een Luxemburger, die reeds
jaren te Parjjs woont, geneutraliseerd is en met een
Fransche vrouw is gehuwd. Den volgenden ochtend
opende hij het koffiehuis weer, maar moest dit spoe
dig weer sluiten, wegens de dreigende houding, welke
het volk tegen hem aannam.
Hoe de keuken van een Amerikaanschen spoor
wegkoning er uit ziet, verhaalt een correspondent
van de „Philadelphia Press".
De heer Vanderbilt bezoldigt zijn keukenprinses
met 24.000 gulden 'sjaars.
De vloer van haar laboratorium is van marmer,
de kaston, tafels en andere voorwerpen, die zelden
behoeven te worden weggenomen, eveneens. Room
kleurige geëmailleerde tegels versieren do muren, en
geelkoperen pilaren steunen do hoekpunten der zol
dering, die met witte tegels bedekt is. In een hoek
is een groote blaasbalg, die met fraai bewerkte stan
gen iu beweging wordt gebracht en een zoo sterken
luchtstroom levert, dat een courant er u mede uit
do hand geslagen wordt. De kookgereedschappen
zjjn van koper met zilveren randen en handvatsels,
dikwjjls versierd of vervaardigd naar het model van
voorwerpen uit museums te New-York en elders.
Onder de keuken bevindt zioh een reeks van ge
welven voor ijs, vleesch en andere voedingsmiddelen,
die frisch gehouden moeten worden.
Een heer van 14 jaar te Berljjn was meteen 12-
jarige jongedame aan 't vrijen geraakt Woensdag gaf
het dametje al haar schoolboeken aan haar kame
raadjes present. Toen men haar vroeg waarom zjj
dit deed, gaf zij ten antwoord dat zij met haar „ver
loofde» het land ging verlaten. Sedert Donderdag
worden nu dit meisje en haar jeugdige aanbidder
vermist. Het laatst werd het paar aan een der spoor
wegstations gezien. Het noodige reisgeld hebben de
„minnendeu" aan hun vaders ontstolen. De veelbe
lovende jongelui worden door de politie gezocht, maar
zijn nog niet gevonden.
Aan een van haar vriendinnetjes had juffer Helena
geschreven: „Lieve Anna. Het nuchtere naar school
gaan stuit mij geweldig tegen de borst; ik haak
naar liefde, naar een eigen huishouding; mijn Euge-
nius zal mij dat alles schenken. Vaarwel. Uwe
Helena."
De kellners ter Parijsche tentoonstelling dreigen
met een werkstaking. Zij zijn in dienst genomen tegen
een klein salaris, daar de opbrengst der fooien hun
voldoende winst zou opleveren, maar de fooien vallen
niet mee en daarom verlangen zij verhooging van
loon. Een deputatie der kellners deelde dat aan de
patroons mede en bracht het tevens ter kennis van
den heer Berger, den directeur der tentoonstelling.
Een verschrikkelijk ongeluk gebeurde Woensdag
jl. te Manchester. Sedert eenigen tijd geeft eene
dame, juffrouw De Voy, in Engeland voorstellingen
met een valscherm, waarmede zij van een aanzienlijke
hoogte uit een luchtflüllon daalt. Te Manchester
zou nu deze dame tegelijk met den Lichtkunstenaar
Higgins opstijgen en met hem dalen, doch dit kon
niet gebeuren, omdat de ballon hen beiden niet kon
dragen.
Aldus steeg Higgins alleen op met zijn assistent
Lennox, die in het schuitje was, torwijl hij zelf op
de gewone wijze op een trapeze zat. Toen hij tot
een aanzienlijke hoogte was opgestegen, durfde Hig
gins niet dalen en werd toen over de geheele stad
naar het Alexandrapark gedreven. Daar liet hij zich
vallen. Het valscherm ontplooide spoedig en behou
den kwam de luchtreiziger in een vijver terecht. De
man was ongedeerd, maar verzekerde dat hij zich
nog nooit van zulk een hoogte had laten vallen, want
de daling duurde 6 minuten.
Met Lennox liep het echter ongelukkig af. Toen
Higgins zich had laten vallen, dreef de ballon weg,
maar scheen spoedig in elkaar te zakken. Ten minste
met groote snelheid daalde de ballon en kwam te
Bnrnage, een Voorstad van Manchester, neer. Lennox
werd door den schok geheel verpletterd, zoodat hij
bijna niet meer te herkennen was.
De akte van beschuldiging tegen generaal Boulanger
maakt, wat het politieke gedeelte betreft, weinig
indruk. De beschuldigingen betreffende de samen
zweringen tegen de veiligheid van den Staat zijn
zeer raag, maar des to duidolijker blijkt uit het
stuk, dat generaal Boulanger tydens zijn minister
schap zeer vreemd met de geheime fondsen heeft
omgesprongen, terwijl het tovens is gebleken, dat
Boulanger geen middel ontzag dat kon dienen om.
zyn populariteit te vermeerderen en zich daartoe
zelfs in betrokking stelde tot personen, die alles
behalve gunstig bekend stonden.
De republikein8che bladen verwachten dan ook,
dat dit gedeelte der aanklacht vooral in de provincie
grooten invloed zal oefenen en het Boulangisme
een zwaren slag zal toebrengen. De organen der
monarchisten en Bonapartisten hechten echter geen
waarde aan dergelijke beschuldigingen, welke door
de vijanden van den generaal alleen worden gezocht
om hem te benadeelen.
De acte van beschuldiging begint met het nauw
keurig signalement der drie beschuldigden en geeft
eene volledige levenschets van generaal Boulanger.
Vervolgens wordt aangetoond, dat Boulanger reeds
terstond na zijn optreden aJs Minister ran Oorlog
begonnen is met het behartigen van zyn eigen be
langen, en dat liy de daarvoor benoodigde geldmid
delen bestreden heeft uit geheime fondsen, welke
hy nooit heeft verantwoord. Alleen aan de kranten,
die voor hem reclames maakten, betaalde Boulanger
gedurende de 17 maanden van zijn ministerschap
242.693 francs. Dit is gebleken uit de boeken van
den generaal, welke men in beslag heeft genomen.
Bovendien heeft elke Minister van Oorlog een reserve
kas van 600.000 frs., welke alleen in buitengewone
gevallen mag worden aangesproken. Boulanger was
de eerste Minister van Oorlog, die dit derd. Hy
nam 279.000 frs. uit deze kas, en wel 140.000 frs.
voor aandeelen in de ffCercle militairo", welke hij