Battenlandsch Overzicht. beweging onvermijdelijk hersenziekten moet kweeken en aanleiding aal geven tot een bijzondere soort van delirium furiosum" zooals men ziet, de ziekte lag al klaar, met bet etiquette er op. „Willen de reizigers dit gevaar trotseeren, het zij zoo, maar dan moet de regeeriug zorgen, dat zij hun jjdel en lichtzinnig spel niet bedrijven voordeoogen van het publiek. Immers, een spoortrein in zjjn vaart voorbjj te zien snellen geelt aanleiding tot dezelfde hersenziekten. Daarom zal men weldoen de spoor wegen met schuttingen te omgeven van 5 ellen hoogte. Maar het beste zal wezen het sporen, kort en goed, geheel en al te beletten.» Aan den brief van den heer S. van Milligen in Caecilia ontleenen wij het volgende Parijs, 27 Juni 1889. Mijnheer de Redacteur Door mijn tijdelijk verblijf in het Vaderland heb ik u in lang niets van hier kunnen melden. Ik moet mij weder zooveel mogelijk trachten te beper ken, waut alles iu bijzonderheden te beschrijven, hoe zou dat mogelijk zijn En dit te meer, nu de concerten, dank zij de Tentoonstelling, elkander even druk opvolgen als dezen winter, thans echter allen in de zaal var. het Trocadéro-gobouw. Een ideaal gebouw voor een impresario, want naar mijne schatting kan de zaal 5 a 6000 toehoor ders bevatten (en reeds tweemaal zag ik 'die stamp vol) doch voor den kunstliefhebber is do slechte acoustiek een groote teleurstelling. Doch eerst een enkel woord over Massenet's „Esciarmonde", waar van ik dezer dagen eene voorstelling bijwoonde. Er zit fcveel handeling in het stuk, en de geschiedenis van Roland en Esciarmonde is zeer boeiend. Alleen zou men zich kunnen afvragen, hoe R. reeds zoo bekoord was door eene Vrouw, die hij niet anders zag dan door een sluier, zóó dik, dat hij hare ge laatstrekken volstrekt niet kon onderscheiden. De ovortuiging echter, dat liefde toch blind is, heldert dit op en alles eindigtpour le mieux dans le meil- leur des nwndes. Met veel belangstelling heb ik dit werk gehoord, en voor zoover ik er na deze auditie over kan oor- - deelen, vind ik het zeer belangrijk, terwijl aan de uitvoering onder toezicht van den componist groote zorg was bestoed, zoodat die niets te wenschen overliet j ook is het stuk prachtig gemonteerd. De critieken er over loopen echter zeer uiteen, doch ik schaar mij gaarne aan de zijde van de lofredenaars. Massenet heeft hierin qan het «Leitmotiv» eene be langrijkere plaats gegeven dan in zijne vroegere werken, en ook aan de deolamatie meer zorg besteed. De opera begint met een proloog op het tooneel, zonder voorspel of ouverture van het orkest. Een nieuw theatereffect is hierbij aangewend. Als name lijk do orkestmeester, na de oorverdoovende slagen op het tooneol (die zoowel hier als bij ons te lande den orkestmeester waarschuwen, dat hij kan begin nen), 'zijn dirigeerstok opheft, gaat plotseling al het licht uit. In egyptischeduisternis hoort men twee malen het accoord' van C door trompetten en ba zuinen, en dan wordt eensklaps alles licht en aan schouwt men het prachtige eerste tooneel. Groot applaus, vooral van de hoogere rangen. Daarna het orgel op het tooneel, wat van groot effect is, en Phorcas' toespraak tot de Dignitarissen van het Byzantijnsche Hof. De opera stelt aan uitvoerders, zoowel zangers als orkest, zeer hooge eischenniet het minst aan Es ciarmonde, die door mile Sanderson wordt vertolkt en voor wie deze partij dan ook geschreven is. Deze loopt tot 3-gestreept g (la note Eiffel, zooals men hier zegt). Mile S. bezit die hoogte met zekere gemakkelijkheidzooals het echter met die stemmen meer gaat, is het medium uiterst zwak en dit komt vooral in de ensembles uit. De Groote Opera geeft hedenavond voor het eerst Le tempete', ballet met zang van Ambroise Thomas. Volgens de traditie is de naam van den componist niet op het programma vermeld, doch deze wordt op den a rond van de eerste voorstelling aan het publiek medegedeeld, wanneer de schrijver geroepen wordt. Bij Thomas, Massenet en, anderen is dit natuurlijk niet meer noodigvoor jonge componisten is het echter veel waard, dat bij een fiasco de naam niet bekend wordt. Dit is, zoolang ik te Parijs woon, de eerste novi teit in de Groote-Opera. De directie is verplicht althans één opera per jaar als noviteit te geven, enzij houdt zich aan deze verplichting I Men kan dus licht begrijpen, dat de heer Massenet er do voorkeur aan gegeven heeft zijn werk aan de Opéra-Comique toe te vertrouwen. Men heeft er zelfs aan gedacht eene concurreerende opera te stich ten voor de uitvoering van groote opera's, ten einde der fransche kunst beter te kunnen dienen. Met verschillende solisten was men reeds in besprek, o. a. mme. Garon, de heoren Vergnet, Auguez en Bouhy Dupont en Lapissida uit Brussel zouden directeuren worden. Er is echter niets van gekomen. Na mijn vorig verslag heb ik npg melding te maken van een belangrijk concert in het gebouw van het Couservatorium. Uitgevoerd werden Beet hoven's Mis in D en Saint-Saëns' derde Symphonie. Vooral belangrijk is do inrichting van het koor en de goede stijl, waarin de Mis werd uitgevoerd. Geen enkel vibrato bij de zangers, geen enkele wei feling of onzuiverheid ^in do intonatie en het en semble daarbij bleef het koor tot het laatst toe frisch en' overwon met groot gemak de moeilijkhoden, die ieder bekend zijn. De bezetting van het koor was r.iet meer dan 16 sopranen en evenzooveel alten, tenoren en bassen. Dit koor bestaat échter uitsluitend uit zeer ge oefende zangeressen en zangers, In Parijs is het natuurlijk mogelijk koren ge heel uit zangers van professie samen te stellen, doch ik heb mij dikwijls afgevraagd, of het niet mogelijk zou zijn in onze groote steden by iedere partij 4 of 6 gesalarieerde zangeressen of zangers te plaatsen, om zoodoende eene kern te vormen, waarop men rekenen kan. Ieder directeur toch weet, hoe af hanklijk men is van de krachten, die op een oogen- blik beschikbaar zjjn, en met toepassing van het door mij aangegeven middel zou, dunkt mij, de onderlinge verhouding der stemmen beter worden. Wat in geen 16 jaren gebeurd is, geschiedt thans met de Tentoonstelling. Het orkest van het Con servatoire heeft een concert in het Trocadóro ge geven. Het publiek stroomde er dan ook in zoo grooten getale heen, dat er plaats tekort kwam. Kr werden alleen fransche compositiën uitgevoerd, zelfs alleen van Menthres de l'Imtitut. Saint-8aëns 3de Symphonie, stukken van Rober, Reyer, Thomas, Dólibes en tot slot verscheidene fragmenten uit Gounod's Mors et vita. Hoe voortreffelijk de orkes ten van Lamoureui en Colonne ook zijh, ik blijf dit orkest van het Conservatoire als het schoonste be schouwen. Bq allen drie der genoemde orkesten treft den kenner bet klank-gehalto van het strijkkwartet. De oorzaak daarvan is hierin te vinden, dat men de artisten, die geplaatst wenschen te worden, niet alleen onderwerpt aan een gestreng onderzoek naar hunne bekwaamheid, maar ook do instrumenten worden gekeurd, iets dat wel overal diende te ge schieden en waaraan door zoo weinigen wordt ge dacht. De Blechte acoustiek van het Trocadèro kwam echter den klank natuurlijk niet ten goede. Gounod's Mors et vita had groot succes en klonk zeer fraai maar als men de oogen sloot, zou men denken in de Opera te zitten en zolfs van tijd tot tijd de 3de acte Faust te hooren, tot opeens het orgel weer invalt, alsof de componist wilde zeggen daar zou ik haast vergeten, dat wjj in de kerk zijn en niet in de Opera. Zelfs meende ik een oogenblik te zullen hoorenLaisse-moi contempler ton visage. Het kwam wel niet, maar leek er toch veel op. Als muziek genoot ik er zeer van, alleen religieuze mu ziek was het niet. Aan muziekinstrumenten is op de Tentoonstelling eone groote plaats ingeruimd. Het is misschien niet onbelangrijk te vermelden, dat de heeren Gand en Bernadel (de voornaamsto instrumentmakers) eene contrabas hebben geëxposeerd met 6 snaren. De 5de snaar is contra-C. Dit idee is nu wel is waar niet nieuw, want in vele duftsche orkesten vindt men die en reeds vroeger werden in Italië dergelijke instrumenten vervaardigdde heeren G. en B. hebben echter een nieuw soort omwoelde snaren uitgovon- den, die gemakkelijker aanspreken en meer gelijkheid van toon geven. De heeren contrabassisten kunnen, beter dan ik, booordeelen, of dit eene aanwinst is of niet. Verder exposeert een Engelschman op de Tentoonstelling violen, die volgens zijne bewering met de Straduarius-violen kunnen wedijveren, daar het hem gelukt is hetzelfde vernis, sis voor die violen gebruikt werd, te vinden. De instrument makers alhier, waarmede ik er over sprak, lioten er zioh echter zeer afkeurend over uit, en daar do violen niet mogen bespeeld worden, kan men er niet over oordeelen eer men zoo'n viool koopt voor 660 francs, wat voor eene echt-nagemaakte Stradua- rins niet duur zou zjjn. Andere zaken, die ik voornemens was te schrijven, moet ik tot later uitstellen, daar mijn brief alweer veel te lang wordt. Het zij mij echter vergund, vóór ik besluit, mjjn harjelijksten dank uit te spre ken voor de welwillende ontvangst en de belang stelling, die aan mijne opera „Brinio" bij do uit voeringen te Amsterdam zijn ten deel gevallen. De aanmoediging en de opmerkingen, van groote be langstelling getuigende, stel ik op hoogen prijs, en in de eerste plaats deed het mjj goed zoovelon mjjner kunstbroeders bij de uitvoering van de Ne- landsche Toonkanstenaars-Vereeniging tegenwoordig te zien, terwijl de toewjjding, die de dames en heeren van het Hollandsche Opera-gezelschap bij het instu- deeren en de uitvoeringen getoond hebben, mjj niet licht uit hel geheugen zullen gaan. Het was mjj een waar genot onder zoovele Nedetlaudsche kunst broeders te verkeeren en weer getuige te zjjn van het degelijk streven der Nederlandsche toonkunste harmonie in alle trekken, die het hart tot vrede stemt. De oude heer had haar blos opgemerkt, en wendde zich tot haar. «Wat scheelt er aan, Camilla?" „Och niets!" antwoordde zij; en'toen, alsof zij er berouw over gevoelde: /«Mjj dacht dat daar, onder die boomon maar neen, er is niemand." „Waar? welke boomen? zeide de oude man rondziende. „Ja, oen paar schreden verder, papadaar, achter die hoogte, waar het houten kruis staat „Ja, ja; ik zie het" hernam de vader met een ge voel van ontevredenheid, dat hjj trachtto te over winnen „ik zie het: met mijn zestig jaren heb ik toch nog geen bril noodig; die drie mooie eiken zullen zou oud zjjn als ik, maar op onzen heuvel van Sopraselva, dat zult gij wel weten Camilla, zijn er nog oudere on mooiere. Mjjn vader heeft mij gezegd, dat hij die heeft doen planten, toen hij, na met uwe grootmoeder getrouwd te zjjn, het eerste jaar van zijn huwelijk op zijn landgoed door bracht en toen was het, dat hij, zooals ik u verteld heb, zich bezig heeft gehouden met het her stellen van al wat in verval was geraakt, en het kasteel zoo goed mogelijk te verfraaien, ons schoon kasteel, dat na dien tijd lang een van de meest bewonderde landgoederen van Brianza gebleven is Maar, in dien tijd, had men nog een denkbeeld van grootheid, en onze voorvaderen nadden smaak voor het deftige en stevige, geheel anders dan in onze dagen. „Mij is alles, wat mij aan mijne grootouders her innert, dierbaarder dan al die verfraaiingen; al die oude vertrekken en behangsels boezemen mij alleen belangstelling in, omdat zy mjj van hen spreken, en van hunne genegenheid voor mij.» En terwijl zij zoo met haar vader praatte, bleef Camilla in gedachte naar die boomen kijken, wier bladeren door een onverwacht koeltje werden bewo gen; zij wendde zich om, ten einde beter te zien, zonder, zooals haar vader, te denken aan den schoonen bladerdos, en den hoogen ouderdom van die trotsche stammen. Toen zweeg zij, en wikkelde zich opnieuw in haar sjaal. Maar na oen poosje zeide de oude heer: „Gij hadt gelijk het was beter om te voet den heuvel op te gaan; die lomperd van een postiljon, die ge woon is om alleen in de vlakte te rijden laat ons een slakkengang gaan, en zij, die nog kort geleden, achter ons aankwamen, zijn ons nu allen vooruit, ik heb het nooit zoo gezien; als wjj terug komen, dan zullen wij maar zeggen, dat het rijtuig ons beneden wachten moet, vindt gq niet?" „Zoo als u wilt, papa." Toen zag men de kerk van de Madonna en de breede trappen, en de grasperken, die zich aan beide zijden uitstrekten. „Beltramolo 1" riep de oude heer. „Eccellenza En de jeugdige postiljon, dio niet gehoord had, met welke benaming zijn heer hem zoo even had vereerd, wendde zich in den zadel om. „Let op, en doe wat ik u zeg. Wjj houden hier stil, en gij moet, met het rijtuig aan den anderen kant den heuvel afrijdon, waar een langere, doch gemakkelijker weg is; en gij moet binnen een uur daar ginder bij de melkerij zijn, waar de weg van Merate eene bocht maakt en samenloopt met dezen, dien wij ten onrechte gekozen hebben om hier te komen hebt gij mij begrepen, Beltramolo?" „Jawel Eccellenza; binnen een uur zal ik daar zijn, zooals Eccellenza beveelt." De heer stond op en steeg uit de koets; het meisje, dat bevallig den sleep van haar licht kleedje opnam, sprong er uit, vóór haar vader haar de hand kon toesteken, en hare nette, vlugge voetjes raakten nauwelijks het gras aan. De bediende zette den gogalonneerden hoed, dien hjj eerbiedig had afgeno- nomen, toen hij naar de bevelen van zijn meester luisterde, woer op; klapte met de zweep langs de ooren van zijne Zwitser, en reed den kant op, die hem was aangewezen. De zon begon onder te gaan, en al de heerlijkheid van hare stralen verspreidde zich over de heuvelen, en wierp afwisselend licht en schaduw over het vroolijke tooneel, dat deze, anders eenzame plaats vertoonde, die nu zoo vol beweging en leven was. (Wordt vervolgd.) Met de beste wenschen voor den bloei van onze rationale kunst besluit ik. 8. va» MILLIGEN. Den uitslag van de ter gelegenheid der kermis te Leeuwarden gehouden harddraverij, was, tenge volge van den hevigen strijd tusschrn twee Friesche paarden en een Hollandsch paard, zeer belangwek kend. Wij ontleenen daaromtrent aan de „Leeuw. Ct.» het volgende Er waren drie paarden op de baan, die elkander in snelheid weinig toegaven. Het waren twee Erie sche, nl. de bruine ruin „Priso» van jhr. V. L. Vegelin van Claerbergen uit de Joure, benevens zijn evenbeeld „Dibbes," eigendom v. K. Bierma van Oudebiltzijl, en het Hollandsche paard „Koningin" van D. J. Florijn uit Rotterdam. Toen eindeljjk de strijd zoover beslist was dat „Friso' met „Koningin" moest rjjden, beloofde de strjjd heet te worden, en de verwachting die men van dezen rit had werd be- waardheid. Na eenige vergeefsche pogingen om tegelijk den paal te passeeren, gingen zy beiden mooi af. „Friso" was eerst iets voor, maar weldra had „Koningin" hem ingehaald. Lang bleef hét echter onzeker wie overwinnaar zou zijn, doch „Ko ningin" droeg haar naam met eere, want zij toch maakte voor het eerst deu kortsten tijd die heden gereden was, nl. 25"/, s. over de baan van 300 M. Het neusje van den zalm moesten wjj echter toen nog krijgenhet was de rit tusschen „Koningin" en „Dibbels". „Koningin", die heden wederom getoond had tot de beste van Neerlands dravers op de korte baau te bebooren, en „Dibbels," het paard dat zoo geheel zijn naam met eere draagt. Wederom reden zij telkens niet geljjk over de streep en ver kondigde de hoorn het belangstellende publiek, dat de strjjd op nieuw moest aanvangen. Doch ziet, eindelijk schieten zij geljjk langs do paalhet pu bliek is één spanningde keurmeesters vatten vlak voor de palen post, want de uitslag zal zeer twijfel achtig zijn. Een strijd nek aan nek volgtvoorbij de tribune was er geen centimeter verschil tusschrn de twee strjjdende paarden. Daar komt „Koningin" iets voor. Zou de Fries geslagen worden op zjjn eigen bodem? Noen, dat mooht niet. „Dibbels" haalt weer iets op, hij komt met „Koningin" ge ljjk, maar verder kon hjj het niot brengen. Juist op hetzelfde oogenblik vliegon de paarden, waut loopen was het niet, weer over de eindstreep, on wederom wees bet sporthorloge 25"/, s. Harder kon het dus niet, en „Koningin", hoewel later bloek dat zjj niet de koningin der harddrarerjj werd, heeft de eer de twee snelste ritten gedaan te hebben. Voor do tweede maal kwam eebter „Dibbels" het eerst aan, zoodat hij den prjjs wonby dezen laatsten rit was de tijd 26"/, s. De eerste maal dat „Ko ningin" met „Dibbels" reed, gebruikte „Dibbels" 26"/, e. om de baan af te leggen. Hoe snel deze ritten waren bijjkt hieruit, dat de preraiewinnaar („Prinses», van Oneides te Bolsward) in haar hevigen strjjd met den „Prins", van Anema te Bied, resp. 30'/, s. en 26% 8. gebruikte. De TranBvaalscho Volksraad heeft, gelijk men reeds weet, besloten eene hoogeschool te stichten. De Volksstem geeft van de zitting van den Volksraad van den 12 Juni het volgende verslag. „Aan de orde is nu uitv. raadsbesluit art. 311 dd. 1 Juni 1889, inhoudende missive vandeuwaar- nemenden superintendent van onderwijs, bevattende voorstel van het bestuur van de opleidingsschool tot bet oprichten van eene universiteit cn het benoemen van één of meer professoren. De uitv. raad stelt voor, dit voorstel aan te nemen en over te gaan tot bet oprichten van eene universiteit en daarvoor 20,000 p. st. op de begrooting uit te trekken. „ZHEd. Staatspresident. En zjjn nog wel niet veel, maar toch enkele kinderen naar Europa vertrokken om hunne opleiding te krijgen, en die zouden tal rijker geweest zjjn, als er meer loeraren waren of als hier eene hoogeschool was daarom vertrouw ik, dat do Baad zal instemmen met dit voorstel der regeering. „De Comm.-Generaal. Ik kan maar weinig zeggen over deze zaak, nu ZHEd. Staatspresident ge sproken heeft. Ik heb het besluit met blijmoedig heid gezien, omdat hot voor ons nu de juiste tjjd is om dit te beginnen. De geleordhoid neemt de voor vaderlijke zeden en gewoonten weg, en daarom ben ik er te meer voor, dat onze kindoren niet naar Europa behoeven te gaan om hunne opleiding te ontvangon. Als onze hoogeschool opgericht wordt volgens het voorschrift van Gods woord, dan zal er ook do zegen dos Allerhoogsten op ruston. Hier leoren zjj niet alleen wetenschap, doch zjj krjjgen geen vreemde ideeën, die zij in het land zullen wil len invoeren. Daarom was de Uitv. Raad verblijd dit voorstel aan te nemen. Ik geloof, dat de Rand goedgunstig dit besluit zal goodkeuren. „De voorzitter. Ik gevoel dankbuarhoid, dat dit voorstel wordt ingediend. Nu kunnen onze kinderen hier geleerd worden en daarom ben ik voor dit voorstel. „Na nog eenige discussie wordt dit voorstel bij acclamatie aangenomen". Wjj hebben reeds iets medegedeeld omtrent de vergadering, die Woensdag door den geneeskundigen raad van Z.-Holland gehouden is. Op dezelfde vergadering zijn ter sprake gebracht de vergiftigingsverschijnselen, die zich op twee ver schillende tijdstippen hadden voorgedaan bij sommige militairen, die verduurzaamde levenmiddelen uit bus sen hadden gebruikt. De minister van oorlog had den wensch uitgedrukt, dat het Geneesk. Staatstoe zicht zijn aandacht zou vestigen op de verduurzaamde levensmiddelen in het algemeen en verzocht de hier te lande in den handel zijnde verduurzaamde levens middelen in bussen tot een punt van onderzoek te maken bij de geneeskundige raden. De Minister was van meer dan eene zijde gewezen op de groote bezwaren, of liever de onmogelijkheid en de ondoelmatigheid van een dergelijk buitenge woon omvangrijk onderzoek. De zaak was daarop aangehouden, terwijl twee bussen door den Minister toegezonden, door den inspecteur werden in handen gesteld van de heeren Gantvoort en Legebeke, en van den heer dr. Dupont, zoo microscopisch onder zoek noodig is. Laatstgenoemde heer deed thans uitkomen dat een onderzoek zooals de Minister verlangde zeer kost baar niet alleen zou zijn, maar het een reuzenarbeid mocht heeten de verduurzaamde levensmiddelen in ons vaderland te onderzoeken. Deze opmerking werd door den voorzitter beaamd, die verklaarde deq minister medegedeeld te hebben, dat dit werk zoo veelomvattend zou zijn, dat de onderzoekers in elk geval recht zouden hebben op vergoeding voor hunne bemoeiingen. Tot dusver is van de zaak ntets verder vernomen; de brief van den inspecteur was naar de inspecteurs- vergadering verzonden die den Minister zal moeten adviseeren. Hoe omvangrijk zulk onderzoek zou zijn, kan hieruit blijken, dat te 's Gravenhage alleen in een winkel 86 busjes van verschillende soorten van verduurzaamde levensmiddelen waren gevonden (sausen eu vruchtensappen daaronder niet begrepen;) de aan koop daarvan alleen zou een/37 kosten. Er zal thans in elk geval moeten afgewacht worden wat de mi nister zal antwoorden. Tot de betreurenswaardige voorvallen, die de feest viering op 14 Juli te Parijs kenmerkten, behoort ook da verwoesting van een koffiehuis in de Rue Rugate. Omstreeks 9 uur in den avond zaten eenige gasten op het trottoir. Een troep feestgangers ging voorbij en stiet een tafeltje om. Er ontstond een woorden wisseling en spoedig riep een uit het volkEr hangt geen vlag uit.» Dit was ook inderdaad het geval, omdat er geen gelegenheid was een vlag uit te steken, maar daarentegen had de heer Imoda, de eigenaar van het koffiehuis, zjjn woning met gaspitjes verlicht. Ten einde echter de menigte tevreden te stellen, werd in een der huizen een vlag geleend en ontplooid, maar o wee! het toeval wilde, dat het een Italiaan- 8che vlag was. Nu was er geen houden meer aan. Weg met Crispil weg met Bismarck! riep het volk, stormde op het terras en sloeg de tafeltjes en de ruiten stuk. Twee kellners, die het eigendom van hun patroon trachtten te verdedigen, werden gewond. Weldra kwam een afdeeling politie-agenten, die het volk uiteendreef en erger schandalen belette. De eigenaar van het koffiehuis is geen Italiaan, noch een Pruis, maar een Luxemburger, die reeds jaren te Parjjs woont, geneutraliseerd is en met een Fransche vrouw is gehuwd. Den volgenden ochtend opende hij het koffiehuis weer, maar moest dit spoe dig weer sluiten, wegens de dreigende houding, welke het volk tegen hem aannam. Hoe de keuken van een Amerikaanschen spoor wegkoning er uit ziet, verhaalt een correspondent van de „Philadelphia Press". De heer Vanderbilt bezoldigt zijn keukenprinses met 24.000 gulden 'sjaars. De vloer van haar laboratorium is van marmer, de kaston, tafels en andere voorwerpen, die zelden behoeven te worden weggenomen, eveneens. Room kleurige geëmailleerde tegels versieren do muren, en geelkoperen pilaren steunen do hoekpunten der zol dering, die met witte tegels bedekt is. In een hoek is een groote blaasbalg, die met fraai bewerkte stan gen iu beweging wordt gebracht en een zoo sterken luchtstroom levert, dat een courant er u mede uit do hand geslagen wordt. De kookgereedschappen zjjn van koper met zilveren randen en handvatsels, dikwjjls versierd of vervaardigd naar het model van voorwerpen uit museums te New-York en elders. Onder de keuken bevindt zioh een reeks van ge welven voor ijs, vleesch en andere voedingsmiddelen, die frisch gehouden moeten worden. Een heer van 14 jaar te Berljjn was meteen 12- jarige jongedame aan 't vrijen geraakt Woensdag gaf het dametje al haar schoolboeken aan haar kame raadjes present. Toen men haar vroeg waarom zjj dit deed, gaf zij ten antwoord dat zij met haar „ver loofde» het land ging verlaten. Sedert Donderdag worden nu dit meisje en haar jeugdige aanbidder vermist. Het laatst werd het paar aan een der spoor wegstations gezien. Het noodige reisgeld hebben de „minnendeu" aan hun vaders ontstolen. De veelbe lovende jongelui worden door de politie gezocht, maar zijn nog niet gevonden. Aan een van haar vriendinnetjes had juffer Helena geschreven: „Lieve Anna. Het nuchtere naar school gaan stuit mij geweldig tegen de borst; ik haak naar liefde, naar een eigen huishouding; mijn Euge- nius zal mij dat alles schenken. Vaarwel. Uwe Helena." De kellners ter Parijsche tentoonstelling dreigen met een werkstaking. Zij zijn in dienst genomen tegen een klein salaris, daar de opbrengst der fooien hun voldoende winst zou opleveren, maar de fooien vallen niet mee en daarom verlangen zij verhooging van loon. Een deputatie der kellners deelde dat aan de patroons mede en bracht het tevens ter kennis van den heer Berger, den directeur der tentoonstelling. Een verschrikkelijk ongeluk gebeurde Woensdag jl. te Manchester. Sedert eenigen tijd geeft eene dame, juffrouw De Voy, in Engeland voorstellingen met een valscherm, waarmede zij van een aanzienlijke hoogte uit een luchtflüllon daalt. Te Manchester zou nu deze dame tegelijk met den Lichtkunstenaar Higgins opstijgen en met hem dalen, doch dit kon niet gebeuren, omdat de ballon hen beiden niet kon dragen. Aldus steeg Higgins alleen op met zijn assistent Lennox, die in het schuitje was, torwijl hij zelf op de gewone wijze op een trapeze zat. Toen hij tot een aanzienlijke hoogte was opgestegen, durfde Hig gins niet dalen en werd toen over de geheele stad naar het Alexandrapark gedreven. Daar liet hij zich vallen. Het valscherm ontplooide spoedig en behou den kwam de luchtreiziger in een vijver terecht. De man was ongedeerd, maar verzekerde dat hij zich nog nooit van zulk een hoogte had laten vallen, want de daling duurde 6 minuten. Met Lennox liep het echter ongelukkig af. Toen Higgins zich had laten vallen, dreef de ballon weg, maar scheen spoedig in elkaar te zakken. Ten minste met groote snelheid daalde de ballon en kwam te Bnrnage, een Voorstad van Manchester, neer. Lennox werd door den schok geheel verpletterd, zoodat hij bijna niet meer te herkennen was. De akte van beschuldiging tegen generaal Boulanger maakt, wat het politieke gedeelte betreft, weinig indruk. De beschuldigingen betreffende de samen zweringen tegen de veiligheid van den Staat zijn zeer raag, maar des to duidolijker blijkt uit het stuk, dat generaal Boulanger tydens zijn minister schap zeer vreemd met de geheime fondsen heeft omgesprongen, terwijl het tovens is gebleken, dat Boulanger geen middel ontzag dat kon dienen om. zyn populariteit te vermeerderen en zich daartoe zelfs in betrokking stelde tot personen, die alles behalve gunstig bekend stonden. De republikein8che bladen verwachten dan ook, dat dit gedeelte der aanklacht vooral in de provincie grooten invloed zal oefenen en het Boulangisme een zwaren slag zal toebrengen. De organen der monarchisten en Bonapartisten hechten echter geen waarde aan dergelijke beschuldigingen, welke door de vijanden van den generaal alleen worden gezocht om hem te benadeelen. De acte van beschuldiging begint met het nauw keurig signalement der drie beschuldigden en geeft eene volledige levenschets van generaal Boulanger. Vervolgens wordt aangetoond, dat Boulanger reeds terstond na zijn optreden aJs Minister ran Oorlog begonnen is met het behartigen van zyn eigen be langen, en dat liy de daarvoor benoodigde geldmid delen bestreden heeft uit geheime fondsen, welke hy nooit heeft verantwoord. Alleen aan de kranten, die voor hem reclames maakten, betaalde Boulanger gedurende de 17 maanden van zijn ministerschap 242.693 francs. Dit is gebleken uit de boeken van den generaal, welke men in beslag heeft genomen. Bovendien heeft elke Minister van Oorlog een reserve kas van 600.000 frs., welke alleen in buitengewone gevallen mag worden aangesproken. Boulanger was de eerste Minister van Oorlog, die dit derd. Hy nam 279.000 frs. uit deze kas, en wel 140.000 frs. voor aandeelen in de ffCercle militairo", welke hij

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2