Boltenlandscb Overzicht.
BRIEVEN UIT ROTTERDAM.
middeling dec commissie van toelicht met haar ad-
riee ingezonden aan den minister van waterstaat,
handel en nijverheid.
Het onmiddellijk toezicht op de proefstations wordt
door den Koning opgedragen aan eene oommissie,
bestaande uit ten minste »gf en ten hoogste zeven
leden.
De aanvragen om onderzoekingen geschieden in
den regel alleen aan de proefstations, gevestigd bin
nen den kring, waarin de aanvrager zijn bedrijf
uitoefent.
Ingeval de aanvrager bijzondere redenen meent te
hebben em een onderzoek in een ander proefstation
te verlangen, richt hij een gemotiveerd verrook
daartoe tot den directeur van bet proefstation te
Wageningen, aan wien de beslissing is opgedragen,
behoudens beroep op de commissie van toezieht.
Men deelt aan de N. R. Ct. mede
Het volgende is geen verzonnen aardigheid, maar
een feit. Ken eenvoudig kiezer las in het plaatselijk
blad, dat de burgemeester ter kennis van belang
hebbenden bracht, dat het proces-verbaal der ge
houden verkiezing van leden voor den gemeenteraad
ter visie lag op de secretarie. Hieruit verstond
die kiezer, die verzuimd had te stemmen, dat tegen
alle kiezers, die hunne stem niet hadden uitgebracht
«proces-verbaal zou worden opgemaakt." Hg, be
nevens zjjne vrouw, maakten zich ernstig ongerust
daarover, en namen bij eenen buurman raad, «of er
niets aan te doen zou zijn.» De buurman was in
staat het verontruste echtpaar de zaak op te helderen
en de verzekering te geven, dat proces-verbaal niets
anders beteekent dan «precies verhaal."
Maandag had te Rotterdam in de Evang. Luther-
sche Kerk het jaarlijksche examen plaats van de
leerlingen der Doofstommen-inrichting aldaar. Zooals
gewoonlijk, was in dit kerkgebouw aan den Wolfshoek
een talrijke menigte aanwezig. Rechts en links van
den preekstoel was het geheele vak ingenomen met
de teekeningen der jongens en de handwerken der
meisjes, als zoovole bewijzen van de bekwaamheid
deT leerlingen. De kinderen waren allen in hun
Zondagspak in de groote banken gezeten. Vóór den
aanvang van het examen werd door den voorzitter
een kort verslag over de inrichting uitgebracht en
deze aanbevolen aan alle weidenkenden, daar de
financiën niet in evenredigheid zijn met de uitgaven
voor het ruim 150-tal leerlingen, waarvan de mees
ten ten kosten der inrichting komen. De directeur
de heer J. Bikkers besprak vervolgens de methode
van onderwijs, waarna het examen begon, successie
velijk van de laagste tot de hoogste klasse en zulke
verrassende resultaten opleverde, dat een leek niet
zou denken met doofstomme kinderen te doen te
hebben. Een der leerlingen, die de school verlieten,
hield zelfs een toespraak tot het bestuur, om dank
te brengen voor het genoten onderwijs. Eraaio prij
zen werden aan de kinderen uitgedeeld. Twee-en-
twintig kinderen verlieten de school.
De Minister Mackay woonde het examen bij.
Over eene onderwijsquaestie, die zich te Ridder
kerk heeft voorgedaan, komen in enkele nieuwsbladen
minder juiste berichten voor. Naar de Gemeentzttem
verneemt is de ware toedracht der zaak deze: Er
zijn te R. 4 openbare lagere scholen, met onderwij
zers, in het genot van verschillende jaarwedden, van
625 tot 475. Op de sehool te Rijsoord was,
tengevolge der oprichting van eene bijzondere school,
het getal leerlingen zóó gedaald, dat van de 4 on
derwijzers er óón zou worden ontslagen. Reeds het
vooruitzicht had in December 1888 aanleiding gege
ven tot een plan van overplaatsing bij eene vacature
op eene andere school, in overleg met een der te
verwachten overcompteeten, doch deze had zich terug
getrokken om de daaraan verbonden vermindering
van wedde.
Dezer dagen kwam eindelijk bet voorstel van Burg.
en Weth. tot ontslag. Maar aan wien dat te geven?
Veel werd er gedelibereerd. «De laatstbenoemde is
de zoon eener weduwe, een ander had bedankt, ge
lijk gezegd, voor overplaatsing." „Twee zijn in het
genot van 625." „Waar is hieromtrent een regel
gevolgd, een voorschrift gegeven?" „Het hoofd der
school hooren, zou deze voor een lastig geval stel
len." „De Raad heeft niet alleen te zorgen voor
het onderwijs, maar ook voor de financiën der ge
meente." „Tegen 1890 do*' zich weer behoefte aan
onderwijzend personeel voor, tegen verminderde be
looning te verkrijgen." „De wedden zijn thans over
dreven hoog." Deze punten maakten een deel uit
van de discussie.
Een eindelijk gedaan voorstel, om het lot over dit
voorstel te doen beslissen, werd verworpen. Daar
entegen werd aangenomen het voorstel van den wet
houder, om de beide hoogst beloonden te doen loten.
Hij, dien het lot trof, kreeg met ingang van 1 Sept.
1889 zijn eervol ontslag.
De rechtbank te Middelburg heeft uitspraak ge
daan in de zaak tegen den heer W. Temperman Wzu.
to Goes en directeuren der sociëteit „Van Onge-
nuohten Vrg». Genoemde heer had het lidmaatsohap
van die sociëteit opgezegd, maar geweigerd overeen
komstig het reglement het aandeel in de schuld dier
sociëteit te betalen. Bij vonnis van den kanton
rechter werd hg echter daartoe veroordeelden
daarvan was T. in appèl gekomen.
De rechtbank na heeft dit appèl ontvankelijk en
gegrond verklaard; het door den kantonrechter te
Goes gewezen vonnis vernietigd, en ongegrond ver
klaard de vordering door de geïntimeerden, oorspron
kelijke eiscbers.
Volgens het vonnis is de zaak echter door de
rechtbank in het geheel niet uitgemaakt, maaralleen
bepaald, dat een lid dier sociëteit, zoolang hg het
aandeel in de schuld niet heeft betaald, lid der socië
teit blijft, ook al mocht- hg zooals de appellant
deed aan de directie der sociëteit hebben mede
gedeeld, dat hg zijn ontslag nam. (Vad.J
De rookers worden van uit Amerika met een
groot gevaar bedreigd. De „Pittsburg Commercial
Gazette" bevat de bedroevende mededeeling, dat
sedert korten tgd groote hoeveelheden sigaren met
papieren dekblad in den handel gebracht worden.
Dit is het nieuwste bedrog. De nagemaakte tabaks
bladeren worden van roggastroo vervaardigd en
lijken volkomen op de echte. Den reuk van tabak
verkrijgen ze door dooping in tabakswater. Het
zelfde materiaal dient ook om sigaren van mindere
kwaliteit te vullen, zoodat in het vervolg menigeen
in plaats van tabak, roggestroo zal rooken.
Een meerderjarigheidsfeest in de familie Rothschild.
De oudste zoon van den chef van het Londensche
huis dezer grootp wereldfirma, mr. Walter Rothschild,
bereikte onlangs zjjne meerderjarigheid, eene gebeur
tenis, die in de City groote belangstelling wekte.
De hoofden der grootste City-huizen en de directeu
ren der verschillende bankinstellingen beijverden
zich hunne opwachting te maken bjj den toekomsti-
gen chef der beroemde firma, die thans zjjn 21ste
jaar ingetreden is. De meesten hunner zonden kost
bare geschenken vooruit, wat hier en daar aanleiding
rtot do onjuiste meening, dat er een huweljjk in
familie zou gevierd werden. De vader van den in
het Aetas Major gelreden jongen man schonk hem,
wat de Engelsohen een blanc cheque noemen, d. w. z.
een document, wel door den chef onderteekend, maar
waarop het den begiftigde vrjjstaat, zelf de som iq
te vullen die hem goeddunkt, een voorrecht, dat
menigen sterveling in de verzoeking zou breugen,
zich zeiven met óón pennestreek een Croesus te
maken
De jonge Rothschild heeft intusschen voorloopig
nog geen aanleiding, van dit onbegrensd vertrouwen
misbruik te maken, daar hjj op den gewichtigen dag
tevens in het bezit kwam van een door zijne groot
ouders hem nagelaten vermogen, dat hem jaarljjks
eene som van 20 a 30.000 aan rente afwerpt. In
Tring Park, het Engelsche landhuis der Rothsohild's,
worden schitterende toebereidselen gemaakt, om naar
aanleiding van het feest, de Engelsche Upper ten
thousand feestelijk en vorstelijk te ontvangen.
(VerbauitbmUr.)
Omtrent de merkwaardige tweelingen Giovanni
en Giaeomo Tooci, welke thans ons land bezoeken,
deelt de heer Nijyens in de Natuur het volgende
mede
Deze tweelingen werden in 1876 in Engano, eene
stad in het Zwitsersche kanton Tessino, op de
Italiaanscho grens geboren. De moeder, een stevige
vrouw, vertoont de Germaansche type, terwijl de
vader meer het ïtaliaansche kenmerk bezit; hij spreekt
trouwens, behalve een weinig gebrekkig Fransch,
slechts Italiaansch. Dit echtpaar heeft behalve dezen
tweeling meerdere kinderen, die allen welgemaakt
zjjn. Het tweelingpaar is gedeelteljjk welgevormd;
de gelaatstrekken zjjn regelmatig, het gezioht een
weinig mager, overigens is het hoofd goed gepro-
portionneerd. Beiden kunnen hoofd, hals en armen
vrij en onafhankeljjk van elkander bewegen. Ter
hoogte van de zesde rib smelton de lichamen evenwel
in elkander. Zjj zjjn niet, zooals bjj de Siameesche
tweelingen, door een sterk bindweefsel verbonden,
maar ia elkander vergroeid, hoewel elk hunner zijn
eigen longen, hart, lever en maag; maar van den
navel af hebben zjj gezamenlijk maar een onderlijf.
Dit tweehoofdig en vierarmig lichaam wordt door
twee beenen gedragen. Dezo beenen zjjn een weinig
dun en kunnen het dubbele lichaam niot torsen
als zij loopen willen, moeten zjj ondersteund worden.
Het linkerbeen, dat van Giooomo, is een weinig naar
binnen gekeerd, waardoor de moeilijkheid van 't
loopen zeker nog verhoogd wordt. De natuurlijke
uitloozingsopeningon van het onderlijf dealen zjj
gemeenschappelijk.
Dit wat hel lichaam betreft.
Het temperament van beiden is ook verschillend.
Het gelaat van Giovanni, die bruine heldere oogen
heeft, is levendig en opgewekt; dat van denandrre
uit den omtrek noemden het II Campello. De grond
was vroeger met oude olijfboomen beplant geweest,
waarvan eènige nog overgebleven waren in een af
gelegen hoek van den tuin, die met een lagen stee-
nen muur omgeven was. Die muur was hier en
daar begroeid met klimop en roode wjjngaardranken,
en door een groot ijzeren hek, waarop nog de naam
cijfers van den eersten eigenaar prjjkteo, kon men
den ganschen voorgevel van het huis zien. Aan den
anderen kant liep de plaats waarop het huis stond
steil af, en men zag in eene diepe vallei met jeug
dig groon bedekt; aan die zjjde liep een terras langs
het gansche gebouw. Wat den toeschouwer verrukte,
was de golvende grond, afgewisseld met heuvels en
vlakten, de schitterende waterspiegels, de verwjjderde
bergen, en de onbegrensde horizont.
Reeds bij het aanbreken van den dug, die volgde
op dien, waarop wij hem ontmoet hebben, was Gabrio
op de been, en doorwahdelde de boven-en beneden
kamers van het huis. Toen hjj op het terras trad,
wierp de zon, die juist van achter de toppen der
bergen te voorschjjn kwam, door de open balkons
stroomen licht in deze stille woning. De meubelen
waren even eenvoudig als het uiterljjk van het huis,
niets overbodigs, weinig huisraad van ouderwetschen
vorm, doch voldoende voor de weinige bewoners;
gordijnen van gedrukt percal langs de balkons, maar
overal orde en netheid.
Wordt vervolgd.)
bardo, Mosca en Guido werden gevangen naar Como
gesleept, opgesloten in die hooge gevangenis van
Baradello, boven de stad, en, uit vrees, als wilde
dieren in drie, uit zware balken gemaakte kooien
gezet, waarin zjj hun leven ellendig eindigden. De
twee overgeblevenen van de volkspartij Cassone en
Gofffedo Torriani, die bij het dorpje Cantu de wacht
hadden kwamen met veel moeite te Milaan, waar zij
een opstand trachtten te bewerken, door de klokken
van Broletto te luiden, en ovpral vrienden en aan
hangers te zoeken; doch, zooals de goede Bernardino
Corio zegt: „toen de fortuin de Torriani gumtig wat,
waren deze zeer talrijk, in het ongeluk vonden zij er
tlechU weinig: een waartchuwend voorbeeld voor wie
na hen komen. Zoo was Napo delle Torre, de held
van zijn geslacht, de beheerscher van Milaan, en de
aanvoerder van de volkspartij, bijna twee jaren lang
getuige van de zegepraal van zijn vreesachtigen en
machtigen vijand. En het was Otto, die, zoodra hij
zijne wereldlijke macht over Milaan gevestigd zag,
het gouden boek van de patricische families deed
samenstellen, waaruit bljjkt, dat verscheidene uit
Brianza afkomstig waren, onder anderen de Medici
uit Novate, de Meroni uit Vimercate; en uit deze
laatste familie moesten, volgens bevel van den aarts
bisschop de kanunnikken van het metropolitaansche
kapittel gekozen worden eene waardigheid die op
grooten prijs werd gesteld; de aartsbisschop was het
hoofd vau het kapittel; thans zijn vele van die fami
lies geheel uitgestorven. De overgeblevenen van de
partij der Torriani, die van het bloedbad ontsnapt
waren, bleven met afwisselend geluk strijden in en bo
ven Brianza en in de vlakte van Erba; na twee jaren
sloten de Viceonti en Torriani te Brivio een verdrag,
dat echter spoedig weder geschonden werd. En de
haat en de wraakoefeningen moesten nog jaren blijven
voortwoeden, totdat Landolfo Ravacotta „een geleerd
doctor, kapelaan en vertrouwd raadtman van den keizer,
in naam van Rudolf van Habsburg kwam, en den
vrede sloot, en daarna aan Matteo Visconti, neef van
den aartsbisschop het diploma bracht, dat hem be
noemde tot keizerljjk vicaris te Milaan.
Eene mijl omtrent van Montieello, half achter den
heuvel verborgen, vertoonde zich een huisje, dat, in
de eerste jaren van deze eeuw, bij publieken verkoop
was aangekocht, en in orde gebracht, door een klein
landeigenaar, die in zjjn stillen schuilhoek Spanjaar
den en Duitschers, en later Franschen en Kozakken
had zien voorbijtrekken. En daar, in dat huisje,
was zjjn zoon, Lorenso Dall' Orto, gewezen ambte
naar van de ïtaliaansche regeering, nadat hjj op zijne
beurt de Franschen, en daarna de Duitschers had
zien heen en weer trekken, het vorige jaar gestorven.
En Gabriele, of zooals hij door allen genoemd
werd, Gabrio, de jeugdige jager, dien wjj op den
schilderachtigen heuvel, bij de kapel in het bosch
gezien hebben, was de zoon van dezen Lorenzo.
Niemand zou hebben blijven stilstaan, om die af
gelegen woning te beschouwen. Het was eene kleine
villa, op eenigen afstand van het dorp; de lieden
heeft meer melancholische trekken. De eerste, is
ook meer levendig in zjjne bewegingen en gebaren
de andere daarentegen meer stil en zit gewoonlijk
in den hoek van een canspó gedoken. Ook de
levensbehoefden zjjn verschillend de een eet gretig,
terwjjl de andere geen eetlust toont, of slaapt als
de andere wakker is. Volgens verklaring van den
vader en den ben vergezellenden impresario, kunnen
zjj soms terdege met elkander vechten. De Btem is
goed, misschien een weinig zwak voor knapen tan
hunnen leeftjjd. Zjj spreken Italiaansch en een
weinigje Fransch.
Generaal Boulangers manifesten geren natuurlijk
der Farjjsche pers stof te over voor beschouwingen.
Het plan van Boulanger zich bjj de aanstaande
departementale verkiezingen slechts voor 80 zetels
candidaat te stellen, wordt door de Rlpublique Fran-
gaite spottend „al een zeer klein plebiscietje" ge
noemd. Het hoofdorgaan der opportunisten houdt
vol, dat de nieuwe wet betreffende de meervoudige
candidaturen wel degeljjk ook voor de departementale
verkieziugen geldt, maar het komt er bjj generaal
Boulanger niet op aan, of hjj óón wet meer over
treedt, want door zich candidaat te stellen in plaatsen,
waar hjj niet woont, overtreedt hjj toch reeds de
wet, welke dergeljjke verkiezingen uitsluit.
Toch is de République alles behalve gerust over
den uitslag en zegt: „Het komt er slechts op aan,
hoe groot het aantal ik der monarchisten, die, hun
oude eer vergetende, onverschillig genoeg zijn voor
het oordeel van het openbaar geweten om hun stem
men te geven aan een gewezen minister van oorlog,
die overtuigd ia van hot plegen vau een aanslag
tegen de vrjjheid des lands, van omkooperij en van
verduistering van gelden."
Vermoedeljjk zal hot aantal der monarchisten, die
met de Bonapartisten den generaal zullen steunen,
grooter zjjn de republikeinen wel aangenaam is.
De Boulangisten rekenen er althans vost op, dat
hun leider zal worden gekozen in de tachtig districten,
die allen met het oog op den steun der monarchisten
zjjn uitgezocht.
'Tot dusver zijn van Boulangers 80 candidaturen
reeds 23 bekend. Daartoe beboeren o. a. Marseille,
Charente-infórieure en het Noorder-departement,
waar Boulanger reeds eens als afgevaardigde werd
gekozen, Gers, het land van Paul de Cassagnac,
Indre-et-Loire, hetwelk Wilson afgevaardigde en
Vauoluse, dat door Laguerre wordt vertegenwoordigd.
De verhouding tusschen deu Paus en het koninkrgk
Italië wordt uitvoerig besproken door de Riforma.
Hel orgaan van den Italiaanschen minister-president
betoogt, dat de ïtaliaansche regeering den Paus een
vrije en waardige stelling te Rome wil waarborgen
Wil de Paus vertrekken, dan laat dit de regeering
volkomen koel, maar dan zou een terugkeer des
Pausen naar Rome onmogelijk worden.
Men heeft 't den Gemeenteraad van Sevilla kwalijk
genomen, dat hjj den Paus heeft geïnviteerd naar
die Spaansche stad te komen. Heeft men die be
leefdheid niet wat te hoog opgenomen? Wellicht
heeft de Raad 't zoo kwaad niet bedoeld en was
het minden vroomheid dan wel een goede reclamo
voor de stad, welke voorzat. Hoe dit zij, in den
Vrjjdag gohouden vergadering van den Gemeenteraad
te Sevilla heoft de burgemeester een aanschrijving
voorgelezen van dea Gouverneur, den Raad verbie
dende om zich in te laten met de aangelegenheid,
waarover de Raad den Paus geschreven had. De
Gouverneur gaf den Raad te verstaan, dat hjj zich
wel wachten moest zjjn aanbod om den Paus te
Seville gastvrijheid te verleenen uit te voeren, inge
val deze het mocht aannenien.
Uit Durban wordt aan de „Times" gemeld, dat
maatregelen zjjn getroffen om den Delagoa-spoorweg
tot de Tranvaalsche grens te voltooien. Iu een par
ticulier schrjjvcn, uit Delagoa te Kaapstad 'aange
bracht, wordt bevestigd, bij de inbeslagneming van
den spoorweg door de Portugeezeu geen bloed werd
vergoten. De Portugeescho majoor Ürronge bezette
met 50 man het station en verhinderde het vertrek
van deu treiu, door eenige soldaten op de locometiof
te plaatsen. Toen de Engelsche machininist een andere
locomotief haalde, wilde een Portugeesoh officier met
zjju revolver op hem schieten, maar een Hollander,
die naast hom stond, verhinderde dit. Hiervoor
werd hjj gevangen genomen met den stationschef,
die weigerde den Portugoeschen commandant te
gehoorzamen.
Gelijk men weet, heeft de heer Lanique, die te
Metz als opvolger van don heer Antoiue tot lid
van den Rijksdag was gekozen, voor de benoeming
bedankt, omdat zijne verkiezing geene groote zege
praal kon heeten, doordien er te weinig kiezers
waren opgelcomen. Voor de nieuwe verkiezing is
nu candidaat gesteld de abbó Dellès. Hjj staat in
hooge gunst bjj den bisschop, en is door hem
benoemd tot commissaris bij de staatsexamens aan
de kweekscholen voor onderwijzers. In deze be
trekking is hjj dan ook dikwjjls met de Duitsche
autoriteiten in aanraking gekomen; doch op politiek
gebied beeft hjj nog geene gedegenheid gehad om
zich kenbaar te maken. In zijne naaste omgeving
staat hij bekend als gematigd; maar ai behoort
hjj niet tot de pro testpartjj, zoo heeft men van hem
toch geen medewerking in het belang van Duitsch-
land te verwachten.
In de Vereenigde staten van Noord-Amerika, zjjn
velen, voor- en tegenstanders, gebelgd op en teleur
gesteld door den tegenwoordigen president-Harrison,
die in menig opzicht een treurig contrast met zjjn
voorganger oplevert. Dezer dagen werd hjj van
grove partjjdigheid beschuldigd in den „Civil Servicë
Reform", een tjjdschrift dat te Boston verschijnt
en waarvan de redacteurs, zeven in getal, voor de
grootste helft hun stem op hem hebben uitge
bracht.
Daarbjj wacht men nog steeds- te vorgeefs op
eenige, flinke hervormingen. Zonder overdrjjving
mag men zeggen, dat de administratie van de regee
ring een warboel is. In de eerste drie maanden
van zjjn bestuur heeft Harrison dan ook niet min
der dan 11,000 nieuwe ambtenaars benoemd, terwijl
zijn voorganger, de eerlijke Cleveland, in hetzelfde
tijdperk nauwelijks 2300 nieuwe aanstelde. Als
Harrison zoo zestien maanden doorgaat, zal er "geen
enkel ambtonaar, die op lo Maart 1889 den dag
waarop de republikeinen aan het bewind kwamen
een post bekleedde, nog in dienst over zijn. Alle
democraten moeten vervangen worden. In den tijd
van Óen week zijn alleen voor den staat Indiana
meer postmeesters 4de klasse benoemd, dan in óón
jaar onder het bestuur der democraten.
XXI.
Rotterdam 23 Juli,
Zoo even, Mijnheer de Redacteur, komt uw num
mer van heden 23 Juli in mijn bezit met een
hernieuwden aanval van uwen Amsterdamschen cor
respondent aan mijn adres. Reeds na zjjn eersten
aanval, een paar maanden geleden, heb ik verklaard
dat hij, welke overigens voor u. zijne verdiensten
als briefschrijver mogen zijn, zich bij het voeren
van polemiek bedient van vormen en personaliteiten,
die het zijn tegenstander, waaneer hij ia de achting
van fatsoenlijke lieden niet wil dalen, onmogelijk
maken te antwoorden. Ik heb dan ook gezwegen
op zijne vorige aanvallen en, ben verplicht om de
zelfde reden ook heden hetgeen hij schrijft grooten-
deels te- ignoreeren. Mü dunkt, Mijnheer de Redac
teur, dat men over eene zaak, als de inrichting van
de Tooneelschool, op de meest kalme en bezadigde
wijze van gedachten kon wisselen, althans wanneer
men er geen persoonlijk belang bij heeft. Indien
men bij de behandeling van zulk een onderwerp zijne
opvatting en meening niet klaar mag leggen, zonder
dat men u terstond alle mogelijke invectiven naar
het hoofd werpt en a van al wat leelijk is beschul
digt, dan is het voorwaar een mirakel dat verschil
van gevoelen op staatkundig en godsdienstig gebied
niet sints lang een bloedigen burgeroorlog in het
leven heeft geroepen. De lezer van dit blad zal
dan ook sints lang tot de overtuiging zijn gekomen
dat de verbittering en de verwoedheid in het
vraagstuk van de Tooneelschool »an den kant der
Amsterdammers, niets anders'in het leven hebben
geroepen dan een storm in een glas water. De meest
opgeblazen verbolgeuheid is immers bestemd zich
den kop te berate te stooten tegen de macht der
feiten die feiten heb in mijuen vorigen zoo getrouw
mogelijk geconstateerd en daarvan heb ik niets terug
te nemen.
Op de algeroeene vergadering van hot Neder-
landsch Tooneelverbond is het amendement van de
Haagscho afdeeling aangenomen met 34 tegen 26
stemmen.
Uit de openbare beraadslagingen, in die afdeeling
gevoerd, bleek ten stelligste dat de bedoeling ran
het amendement was om het doodvonnis over de
voorbereidende afdeeling der Tooneelschool uit te
spreken.
Uit de openbare beraadslaging van de Rotter-
darasche afdeeling bie^k vervolgens dat men zich
juist om die bedoeling met het Uaagsche amendemeht
zou vereenigen.
De Leidsche afdeeling ieist dat alles en stemde
vóór het Haagscho amondoment, dat zoodoende
werd aangenomen en daarmede was de val der
voorbereidende afdeeling eene bosliete zaak.
Toen kwam de Amsterdamsche chicane.
Het Haagscho amondement schonk bovoegdheid
uit de algemeono kas van de voorbereidende oplei
ding van toekomstige leerlingen der Tooneelschool
ondersteuning te geven.
En nu kwam Amsterdam beweren dat daarin de
woorden niet voorkwamenbuiten de Tooneelschool.
Het geheele amendement had geen anderen zin,
geen andere strekking en bedoeling, dan om het
voorbereidend onderwijs, van de Tooneelschool los
te maken. Het was, met medewerking van de Léid-
sche afdeelingaangenomen en nu kwam Amster
dam, met behulp van eene letterzifter^die ik niet
fair kan vinden, betoogen, dat uit de bewoordingen
van het reeds aangenomen amendement de bedoeling
niet duidelijk sprak! Was men dit werkelijk van
oordeel geweest, waarom dan met de objectie niet
voor den dag gekomen vóór dat de stemming over
het amendement plaats had?
Naar aanleiding van deze handelwijze, die ik niet
anders dan als chicaneus kan bestempelen, begon
men van voren af aan te discussieeren en de uitslag
was dat de Leidsche afdeeling ten slotte tegen het
zoogenaamd verduidelijk to amendement van den Haag
stemde, dat nu door die stemverplaatsing werd
verworpen met 36 tegen 24 stemmen 1
Zoo en niet anders hebben de feiten zich toege
dragen en ik heb het noodig geacht ze nogmaals
en zoo pertinent mogelijk te vermelden, geenszins
als wederlegging van uwen Amsterdamschen corres
pondent, die, door den toon dien hij aanslaat het
onmogelijk maakt met hem in gesprek te treden,
maar uitsluitend, opdat de lezers van dit blad
niet in den waan zouden worden gebracht dat ik
hetgeen ik hen mededeel zoo maar uit de lucht
grijp. Laat ik mij voor het overige beroepen op
een in deze geheele quaestie volmaakt onpartijdig
blad, nl. de Haarlemsche Courant. Verslag gevende
van de algemeene vergadering 7an het Tooneelver
bond, zegt de correspondent van het blad in den
aanhef van zijn verslag woordelijk het volgende
De uitslag der Zaterdag gehouden algemeene
vergadering van het Ned. Tooneelverbond was zeker
door de voorstanders van het behoud der voorbe
reidende afd. meer gewenscht dan verwacht. Zelfs
stond een oogenblik de kans voor hen zeer slecht.
Met 34 tegen 26 stemmen was het amendement van
Den Haag op art. 45 van het ontwerp-reglement
wHet hoofdbestuur kan, op eene aanvrage van eene
afdeeling, uit de algemeene kas voor de voorberei
dende opleiding van toekomstige leerlingen der Too
neelschool ondersteuning geven,* aangenomen. Naar
de bedoeling van de voorstellende afdeeling was daar-
mee het doodvonnis over de voorbereidende afd. uitge
sproken. Doch de voorzitter van de commissie van
toezicht hield zich aan een stroohalm vast. Uit de
woorden van het amendement, betoogde prof. Stokvis,
volgde niet, dat die opleiding niet aan de school
mocht worden gegeven, al dan niet in eene daarmee
verbonden voorbereidende afdeeliug. Dit argument
nu kon niet wordeo weerlegd, en het amendement,
door de afdeeling Amsterdam voorgesteld, strekkende
tot het in stand houden der voorbereidende af
deeling, zoolang de noodzakelijkheid daarvoor blij
ken zou, kon dus ook na de aanneming van het
Haagsche in stemming worden gebracht. De voor
zitter, prof. A. G. van Hamel, achtte dit echter in
strijd met de bedoeling der meerderheid en wilde dus
deze iu de gelegenheid stellen bader hare intentie
uit te spreken. De vraag, of dit pij motie dan wel
langs anderen weg zou geschiedeu, hield de verga
dering een oogenblik verdeeldde slotsom was dat
het Haagsche amendement opnieuw in stemming
zou worden gebracht, doch nu met eene nadrukkelijke
bepaling vermeerderddie de voorbereidende afd. bui
ten de schoollokalen sloot. Doch toen nu dit amen
dement aan de vergadering werd voorgelegd, keerde
de kansde afdeeling Leidon, die 10 stemmen
uitbracht, weigerde het definitieve doodvonnis over
do voorbereidende afd. mede te onderteekonen
en stemde tegen
Ik heb er geen woord verder bij te voegen, Mijn
heer de Redacteur, en zal ook verder in dit blad
niemand meer ovbt de quaestie der Tooneelschool te
woord staan. Ik neem er, voor wat de Goudsche
Courant aanbelangt, voor goed afscheid van.
Onze gemeenteraad heeft in zijne jongste zitting het
voorstel van Burgemeester en Wethouders tot uitzet
ting der grenzen van Rotterdam naar de zijde van
Charlois, IJsselmonde *öu Overschie, aangenomen bij
acclamatie. Niemand vroeg het woord, niemand ook
vorderde de hoofdelijke omvraag. Dat dit zóó en
niet anders zou gaan, heb ik in mijnen vorigen
voorspeld. Het eenige wat ik mogelyk achtte was,
dat eenige Ingezonden Stukken, die over dit onder
werp openbaar werden gemaakt, het een of het andere
raadslid zouden verlokken nadere inlichtingen te
vragen, al dan niet in eene zitting met gesloten deuren.
Doch ook dit heeft niet plaats gehad. Men heeft
die Ingezonden Stukken eenvoudig geignoreerd en
daardoor indirect het vermoeden bevestigd, dat ik in
mijnen vorigen opperde, nl. dat al die klachten over
te weinig annexeeren in die richting van Charlois,
van eene zijde kwamen, die er belang bij had dat
Rotterdam zqne grenzen nog verder op het grond
gebied van Charlois zou uitzetten. Het bedoelde
raadsbesluit is voor die heereu een streep door hunne