Boitenlandsch Overzicht. 8ta ten-Generaal. Twmm Kamer, zitting Tin Donderdag 22 Augustas. Uit de aangerangon algouieene beraadslaging orer de Onderwijswet is geblekea, dat de liberale partij Woensdagavond eene bijeenkomst heeft gehouden, doch dat mon nog niet verder gekomen is dan eene voorloopigo bespreking, zoodat er van een bepaald standpunt der liberale partij nog geen sprake kon zijn. De sprekers van deze zijde, de heeren Van Houten, De Beaufort, Van der Feltz en Gleichman voerden dus het woord voor eigen rekening en niet uit naam der partij. Vooral de heer Van Houten droeg zorg dit goed te doen uitkomen. Gelijk altijd ging deze voorganger, gelijk de heer Sohaepraan het uitdrnkte, een oindweegs eene andere richting dan zijn volge lingen. Hij ziet b.v. niet de wensohelijkheid in een eind to maken aan den soboolstrijd. Overigens deed bij uit de antecedenten der beide fractiën der regeeringspartij scherp uitkomen, hoe weinig het tegenwoordige voorstel strookt met de bekende eischen der clericale leiders. Met zijn bekend talent be sprak hij de zwakke zijden van het ontwerp. De heer Van Houten legde den vinger op de wond, als hjj deze twee hoofdbezwaren in het ontwerp vond, dat de waarborgen van goed onderwijs op de bijzondere school te wenschen overlaten en dat do voorgestelde regeling der schoolgeldheffiug een middel kan worden om de openbare school in den grond te boren. De heer De Beaufort haalde uit de vroegere rede voeringen van twee Ministers, de heeren Mackay en Keuchenius, plaatsen aan ten bewijze, dat vroeger de eisch van hervorming der openbare school met haar christelijk uithabgbord vooral niet minder op den voorgrond stond dau de vraag om subsidie voor de bijzondere school. Inderdaad onverklaar baar is het, hoe met de antecedenten der antirevo lutionaire partij en vooral van den heer Keuchenius dit ontwerp zich rijmen laat. En geleidelijk knoopte zich aan deze bedenking de vraag vast, of, zoo men al geen verdere eischen voor de bijzondere school zou stellen, men echter nader de openbare zou willen aantasten. In verband daarmede wees de heer Gleichman op de Regeeringsverklaring, dat er vooralsnog geen termen bestonden een wijziging van art. 33 (neutraliteit der openbare school) voor te stellen. Misschien later? De heer De Beaufort, gelijk later de beide andere liberale sprekers, is overigens geneigd mede te werker, tot beëindiging van den soboolstrijd, mits duidelijk bljjkt dat de rechterzijde door het thans voorgestelde bevredigd is. De heer Van der Feltz wees op de uitdrukking der Standaard, dat het is een oerste stap, een stekje dat groeien moet tot een boom; de heer Gleichman bracht de uitlating van Ds. Piorson in herinnering: de openbare school moet worden leeggepompt. Zij allen wenschten duidelijke verklaringen van de rechterzijde of men later meer wil en wat men dan wil. Anders kunnen de liberalen hun stem aan deze wet niet goven. De rede van Dr. Sohaepman was zeer verzoenend te^ streven» naar het einde van den strijd noemde hjj eene ernstige, eene heilige zaak. Overigens was zijne rede voornamelijk een antwoord op het betoog van den heer Van Houten. Vermoedelijk zal heden reeds de minister van binuenl. zaken aan het woord komen. In den loop der zitting werd het voorstel des voorzitters om Maandag te vergaderen afgestemd geefs op een dag, een uur van triomf; hij opende de prachtige zalen van het paleis voor diners en bals, maar men zag er niemand buiten de witte uniformen der officieren, en de zwarte rokken der ambtenaren. De schoonheid der Lombardische dames sierde nooit die zalen, welke zoo prachtig en schitterend verlicht waren; eenige oude dames, trotsch op haren patri- cisohen naam, en beladen met juweelen, nog ouder- wetscher dan zij zei ven, lieten zich alleen zien; relieken uit een lang vervlogen tijd, waarvoor nie mand meer het hoofd buigt. Toen de recepties en parades, en al die nuttelooze vertooning van grootheid en bajonnetten was afge- leopen, en de ridderlijke keizer zoo noemden hem de dagbladen, van het gouvernement, bemerkte dat noch amnesties, noch beloften den geest der be volking konden veranderen verliet hij Milaan, die stijfhoofdige, onhandelbare stad. Maar om een anderen weg tot verzoening te be proeven, zeker niet uit erkentelijkheid voor de ge noten ontvangst, zond de keizer zjjn broeder, aarts hertog Maximiliaan als zijn vertegenwoordiger hier. Men prees den nieuwen gouverneur-generaal vau het Lombardisch-Venetiaansch gebied, voor zijn ver stand, zijne vriendelijkheid eu zjjn verlangen om zijn gezag te gebruiken tot welzijn van zijn land. Maar de hem verleendo macht was zoo beperkt, dat hij zich, van het begin af aan, niets voorspiegelde, en wel wist, dat de proef niet gelukken kon. Voor eenigen tjjd liep het gerucht, dat de nieuwe aarts met 46 tegen 37 stemmen. De kamer behoudt dus althans de gewone vrjjo dagen om de wet in bijzonderheden te bestudeeren. Op den vijftigsten verjaardag van de uitvinding der photographie, den 19 dezer, is te Berljjn de internationale juhilétentoonstelling van dat vak ge opend. Eene zeer kleine, maar niet de onbelaugrjjkste afdeeling vormt het eigeuljjk historisch gedeelte. Hiertoe behooron eenigo lichtbeelden van Kobell en Stcinbeil te Muncken, die reeds in 1837 met proefnemingen waren begonnen, doch met de resul taten zoolang achterwege bleven tot Daguerre in 1839 met zijne daguerotype-beolden optrad. Als negatieve beelden op verzilverde koperen platen stonden die wel op een lagere trap, maar zij waren krachtiger en maakten meer effeët, zoodat de eersto Duitscho resultaten daardoor in hot vergeetboek ge raakten. Eene daarop gevolgde verbetering was de ambrotyi>ie, waarvan op de tentoonstelling echter slechts één exemplaar voorhanden is. Daarop vol gen de werkelijk positieve beelden en de belang rijkste proeven van isocbromatische bewerkingten slotte de proeven van kooldruk, lichtdruk, en helio- graphie. De toestellen en hulpmiddelen voor photographie, in hunne verschillende soorten, zjjn in de gangen en vestibule van het gebouw bijeengebracht. Eene belangrijke inzending is die van de Duitsche rjjksdrukkerij, wier verzameling photographische reproductiën alleszins van veelzjjdigen en omvang rijken aard is. Gelijk bekend is, worden in die drukkerij onder anderen de rjjksbankbijjetten, de postzegels, een groot gedeelte der kaarten van den generaion staf, enz. enz. gedrukt. Vele dezer werk zaamheden veroischen direct of indirect eeno toe passing der photographie, of van de daarop gegronde drukmethode. Dit geschiedt Rldaar op zoodanige wjjzo, dat de inrichting hoogst bevorderlijk is aan allerlei technische volmaking in de photographie. Voor dergelijke werkzaamheden heeft zij eone spe- oiale afdeeling, de zoogenaamde chalcographische sectie, die zich ook bezig houdt met wetenschappe lijke en artistieke reproductiën, hoofdzakelijk van voorwerpen uit de Borljjnsche museums. Op deze zeer uitgebreide verzameling volgen de inzendingen van de photographische établissementen te Berlijn, Munohen, enz., ook van eelt te Parjjs voorts die van verscheidene partiouliere photogra- phen uit verschillende landen. Alles te zamen natuurlijk eene hoogst afwisselende collectie van landschappen, portretten en andere beelden naar het leven, van photographiën naar schilderijen enz., van andere uitsluitend ten dienste der wetenschap (astronomie, genecskundo, acustiek) enz. In eene bijzondere afdeeling zijn bouwkundige photographische afbeeldingen en daarnaar vervaardigde teekeuingen tentoongesteld, bewerkt naar de methode ter ver betering van perspectivische gebreken in photo graphiën. Daarbij zijn gevoegd de photographiën van groote openbare werken, benevens proeven van spectraal-photographie. Hot een met het ander vormt een merkwaardig overzicht van do ontwikkeling der photographie in de vijftig jaren van haar beslaan. Te Rome is op de Piazza Colonna, vlak bjj het paleis Chigi, dat door den Oostenrjjkschen gezang hertog plan had, om, zooals eenigen uit wrok of eerzucht hem aanrieden, zich te plaatsen aan het hoofd van eene onmogelijke part|j, en een Italiaansch verbond te stichten. Die zedelijke tegenstand, dat verzet tegen alles wat van de regeering uitging had den voor altijd het verschil der politieke partjjen uitgewischt, en het gevoel van eigen recht op eerlijke principes gegrond, levendig gehouden. Het waren tien jaren geweest van zwijgend verduurde matelingen, die het beste deel der burgers een goed eind verder hadden gebracht. De herinnering was levendig ge bleven aan de vroegere dwalingen, en de ellende die er het gevolg van was geweest; men was ernstiger gewordenpartijhaat en eigenwaan zwegenallen ztmen met verlangen een beteren dageraad te gemoet. De dagbladen welke gemakkelijk u|t Frankrijk en Paëmont over de grenzen kwamen, werden gretig ge lezen, vooral de liberalen; nooit werd er zooveel acht geslagen op de diplomatieke bescheiden, de discussies in de parlementen, of de uitdrukking van dezen of genen minister, als toon; meer dan eens was eone korte kennisgeving, hier of daat in een officieel blad mgelascht, een lichtstraal voor de ongeduldigen. Maar Oostenrijk, beschermd door zjjne vestingen, meer dan door zjjne zoo geroemde rechten, niet tevreden met Milaan en Venetië bezet te houden, traohtte zich te versterken tegen de dreigende toe komst; en wendde de noodzakelijkheid voor van zijn politiek overwicht in Italië, tot instandhouding van zjjn eigen gezag, en tot onderdrukking van de revolutionaire bjj bet Quirinaal wordt bewoond, eeue bom gespron gen, juist toen eone groote volksmenigte eeno mu ziekuitvoering bjjwoonde, ter eere van den verjaar dag van keizer Franz Joseph. Acht personon wer den gewond. Waarscbjjnljjk heeft men hier te doen met eene even rookelooze als misdadige irredentis- tische demonstratie. De Amerikaansche vuistvoohter J. L. Sullivan is tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld. Daar h|j meende, mot een boete er af te zullen komen, is bjj in hoogor beroep gekomen. Intussohen is hij tegen borgstelling vrijgelaten^Kilrain, die eerstdaags ver hoord wordt, zal waarschijnlijk dezelfde straf krjjgen. Men hoopt door dit vrjj strenge vonnis de vechtlief- hebbers voorgoed hunne liefhebberij te ontnemen. De levendigheid van den droom neemt met her. haaldeljjk terugkeeren er vau toe en de slaap wordt des te lichter, naarmate men vaker droomt. Vrouwen hebben over 't algemeen een veel lich- teren slaap dan mannen en droomen veel moer. Van do vrouwen droom6n namelijk 73 pot. elkon nacht en dikwijlsvan de studenten sleohts 50 pot.van de overige mannen sleohts 48 pet. Ver der bljjkt dat met den toenemenden leeftjjd, zonder onderscheid van geslacht, de droomen zeldzamer worden, maar de slaap lichter. Het droomen, dat in de jeugd gering is, neemt snel toe, heoft op den leeftjjd van 2026 jaar zijn toppunt bereikt en neemt daarna weer af. Ook de levendigheid der droomen is bij de vrouw het grootst. Personen met een lichten slaap herinneren zich het gedroomde beter dan anderen. Op den duur van den slaap schijnen het herhaal delijk terugkeeren van 't droomen en de diepte van den slaap bjj het mannelijk geslacht geen invloed te hebbon. Geheel anders bjj de vrouwhier vin don wij groote verschillen. Die, welke dikwjjls droomen, slapeu bjjna een uur langer dan 'die, welke zeidon droomen; personen met een lichten slaap bjjna een half uur korter dan die met een vasten slaap. Wie dikwjjls droomt, heeft veel meer behoefte aan slaap. Daarbij is de behoefte tot slapen bn de vrouwen grooter dan bjj de mannen. De tijd, noodig om in te slapen, is langer bjj leven dig droomenden. Van de studenten slapen 80 pet. den geheelen nacht door, van de overige mannen 70 pet., -van de vrouwen sleohts 43 pot. Wie wei nig en vast slaapt is in den regel des morgens en des voormiddags boter gestemd dan anderen. Over 't algemeen schjjnen de morgen en voormiddag de meest gowenschte tjjd om te werken. De zenuw achtigheid, die bjj de vrouwen veel sterker verbreid is, gaat gepaard met een lichten slaap eu veel droomen. Het is eindeljjk nog waargenomen, dat phlegmatieke personen vast slapen en zelden droomen. De Mennonieten in Nebraska hebben onder el- kander eene verzekering tegen brandschade, die hoogst eenvoudig ia ingericht en volkomen aan het doel beantwoordt. De maatschappij heeft geen reohtpersoonljjkheid en kan dus niet in rechten op treden of worden aangesproken. Wier er ver trouwen in stelt, betaalt drie maal 's jaars 5 centen per 100 doll, en is dan zoo goed verzekerd als bjj de soliedste instelling. Die niet betaalt, wordt doorgehaald. Bjj brandschade gaat de brandoudate met onpartijdige mannen de zaak onderzoeken en bewegingen. Om deze reden hadden zjjne diplomaten omtrent een jaar geleden onder voorwendsel van de al- gemeene financieels belangen, en de gemeenschappelijke verdediging, eene oonventie gesloten en onderteekend met de hertogdommen Modena en Parma, in den vorm van een tolverbond. Gewaagder en slimmer overlegd was een ander traktaat, dat gesloten werd met de pauseljjke regeering; het concordaat, dat groot opzien bnarde, en waarbjj, tegen groote concessies aan de geestelijke macht, en den afstand van een niet gering gedeelte van het burgerlijk gezag, een nieuw en nauwer verbond gesloten werd, tusschen den paus en den keizer. Deze reactie, die zich van Weenen uit langzamer hand over de Alpen uitbreidde, die terugkeer tot de oude politiek, die niet ophield gelegenheden en voorwendsels te zoeken om de regimenten naar Parma on Modena, naar de Romngna en Toscane te zenden, was slechts een maatregel door de politieke voor zichtigheid aangeraden, om Lombardije en Venetië te beschermen. In de hooge kringen te Weenen zagen de ministers elkander versohrikt aan, bjj de gedachte alleen, dat eene omwenteling in Italië zou kunnen uitbreken; en zjj herinnerden zich, wat de oude Metternich gezegd had: „Beter het zwaard dan het vergif; van twee kwaden is een slagveld beter dan eene revolutie." (Wordt vervolgd.) de verzekerde som uitbetalen. Is het geld dat in kas is niet voldoende dan wordt een omslag ge maakt, wat tot dusver evenwel nog nooit noodig was. Er wordt geen cent uitgegeven voor druk kosten, bestuur enz. De betrekking van brandoudste is een eerepost. Alleen zijn reiskosten kr|jgt hjj vergoed. Verwonderlijk, eenvoudig en aanbevelens waardig noemt een doopsgezind orgaan, de maat schappij. Ie. men behoeft geen maanden op zijn geld te wachten en soms te procedeeren als men schade heeft2e. gaat het goed, dan wordt veel geld uitgewonnen3e. komt er schade en moet wat meer worden betaald flan is het veel aange namer te weten dat men daarmede broeders helpt. Alleen boerderijen, geen stadseigendom wordt aangenomen. (Doopegez. Zondagebode). De Transvaalsche minister Dutoit, die in België thans eene emigratie-oommissie tracht tot stand te brengen, heeft aan een maaltijd, hem door eenige vrienden te Antwerpen aangeboden, een tafelrede ge houden over Transvaal als land voor „uitwijkelingen" (landverhuizers) en'over de roeping van Nederland en Vlaanderenland (België) tegenover het gevaar, dat Engelsche emigranten en Ëngelsch kapitaal daar op den duur de overhand dreigen te verkrijgen. Van die rode geeft een correspondent der „N. R. Ct." het volgend overzicht: Daarginds in het Zuiden rijst een groot land. Wjj hebben in de wereldgeschiedenis gezien, dat een eerste maal de beschaving van Oost naar West, van Azië naar Europa, van Europa naar Amerika stroomde. Waarom zou een tweede maal, in het zuidelijk half rond dezelfde baan niet gevolgd worden? Waarom zou na Amerika de beurt niet komen van Australië, en na Australië die van Zuid-Afrika niet volgen? fHet waren Nederlanders, die Nieuw-Holland, Nieuw- Amsterdam en de I^aap stichtten. In de twee eerste koloniën werden wij overrompeld door Engelschen; in Zuid-Afrika hebben wjj stand gehouden; daar moet onze stam bljjven bestaan, onze taal blijven heerschen. Hiertoe moeten Nederland en België bij dragen, de twee Nederlanden. Van bet eerste voeren wjj de drie kleuren in onze vlag; van het tweede namen wjj de leus: „Eendracht maakt macht" over. De eerste indruk, dien ik ontving, toen ik tot de jaren van denken en overwegen kwam, was: mijn vaderland is eene Hollandsche kolonie, een Neder- landsche grond; en rondom mjj zag ik, dat ons par lement, onze scholen, onze gerechtshoven Engelsch waren. Al wat in mjj was, kwam hiertegen in op stand, en wjj hebben ons tot den strijd aangegord. Petitieën werden geteekend door den Afrikaander Bond, om onze taal in hare rechten te doen herstel len. In den strijd voor onze taalrechten 'hebben wjj dikwijls de Vlaamsche beweging tot voorbeeld geno men, en meer dan één gedeelte uwer vertoogschriften werd in onze petities opgenomen. Wjj zjjn later begonnen dan gjj, Vlamingen; maar wjj zjjn spoedi ger vooruitgegaan. In het Kaapland is de Afrikaan der Bond thans eene macht, tegen welke niemand iets zou durven ondernemen. De Oranje-Vrjjstaat en Transvaal zjjn zuiver Hollandsche republieken. Wat wjj behoeven om dit te bljjven, kan ik in twee woorden zeggen: het zijn menschen en kapitalen. Wjj hebben menschen noodig om de rjjke hulpbron nen van onzen grond te ontginnen-, en die menschen komen dan ook, maar het zjjn voor het grootste deel Engelschen. In vroeger tjjd zond beurtelings elke der twee Londensche maatschappijen die op Zuid- Afrika varen ons één boot in de week; nu zendt elk van beiden er ons iedere week een, en bjj elke reis ontschepen zich ongeveer 200 Engelschen op onzen bodem. Wjj waren daarginds een krachtig ras; in Transvaal hebben wjj eene blanke bevolking van 70- tot 80.000 Hollandsch sprekende boeren; maar reeds zijn er 100.000 Engelsch-sprekenden ingevoerd. Wjj worden overstroomd; indien de Nederlanders ons niet bijspringen, worden w|j verzwolgen onder den wassenden vloed. Wjj hebben kapitalen noodig. Onze bodem is één steenkool, Ijzer en gouderts. Er is geld noodig om die schatten op te delven, on de Engelschen ver schaffen ons dit; de goudvelden zjjn voor 99 hon derdsten in Engelsche handen. Zjj komen niet meer met geweer eu zwaard, maar met ponden sterling, met spa en houweelen vinden w|j geen tegenwicht, dan doet de vreedzame verovering wat de oorlog niet vermocht. Zuid-Afrika bljjft dan geon Nedorlabdsch land, maar wordt de „United-States of South Africa". België staat aan het hoofd der kleine landen door zijne nijverheid. Hier zjjn in al te grooten getale de mijnwerkers, de ambachtslieden, de landbouwers, die ten onzent ontbreken. De honderdduizend goud delvers, die in ons midden leven, moeten eten, en dit eton wordt hun uit Europa gezonden, in den vorm van verduurzaamde levensmiddelen. Melk en vleesch komen ons in blikken toe. Een mud aardappelen kost 86 guidon. Laten er landbouwers komen die onzen grond bewerken, ambachtslieden die huizen bouwen en kleederen maken. Een metselaar of welk ander ambachtsman wint 12 por dag en werkt wanneer hij wil; want werk ontbreekt er niet. Johannesburg, eene stad in drie jaar tijds verrezen in eene vlakte, waar toen niets dan gras te zien was, telt nu 20- tot 30.000 inwoners. Onze grond bergt jjzer en steenkool in overvloed, en ons bewerkt ijzer komt uit Europa! Om de landverhuizing op dergelijke wijze in te richten en uw en ons land ten zegen te laten wor den, moet een comité van emigratie hier en in Pre toria gesticht worden en werkzaam zijn. Dit zal spreker tot stand brengen, vooraleer hij ditmaal Europa verlaat. Hij vraagt medewerking. Zuid-Afrika is geen woestijn, maar een rijk en vruchtbaar land, een uitweg voor het overbevolkte Europa. Ik zeg het met nadruk: voor België, voor Ant werpen in het bijzonder is het eene zaak van het grootste Jgewicht, dat Pretoria door een spoorweg met de Delagoabaai en deze door stoomvaartlijnen met Europa's vasteland verbonden worden, lijnen die contracten zouden hebben met Transvaal, Oranje- Vrijstaat en Portugal, die Marseille en Brindisi zouden aandoen en daar do postmail aan boord nemen. Te Freetown (Sierra Loona, West-Afrika) is een Engelsch kapitein, Crawford genaamd, die oen inboorling wegens een kleinen diefstal zoo onmensche- ljjk liet kastjjden, dat de ongelukkige aan de ge volgen stierf, door de Rechtbank schuldig bevonden aan manslag en veroordeeld tot 12 maanden ge vangenisstraf. Men tracht nu voor den man, die zelf zoo onmoe- doogend was, het medelijden op te wekken en ver zachting van straf voor hem to verkrijgen, omdat zjjn zwakke gezondheid niet bestand zal zijn tegen een gevangenschap van een jaar. Een Franschman, de heer Cherdonnet heeft den zjjdewormen hun geheim afgekeken. Hij heeft de levende fabrioken, waar moerbeibladen ingaan en z|jde uitkomt, nauwkeurig bestudeerd en is tot de slotsom gekomen, dat de zijde ook langs chemischen en mechaniscben weg uit cellulose te bereiden moest z|jn. Op welke w|jze hjj te werk gaat, is nog niet bekendmaar het toestel, waarin de cellulose tot z|jde wordt verworkt, is openljjk te zien, evenals de zjjden stoffen, die uit de dunne draden zjjn gewe ven. Is deze kunstmatige z|jde even goed als de na tuurlijke Dit is nog een een vraag. Maar wordt z|j bevestigend beantwoord, dsn zal de ontdekkiog van den heer Cherdonnet een algemeeneu omkeer in de zijdenjjverheid ten gevolge hebben. Uit Semarang schrijft men hot volgende: Een slavenhandelaar. Zekere Sech M. een hadji die, volgens onzen berichtgever, bij de inlanders over een groot gedeelte van Java geen onbekende is, moet een zeer winstgevenden handel drjjven in menschen. H|j dringt tot diep in de binnenlanden van Java door, waar hjj de inlanders aanmoedigt tot het ondernemen van de bedevaart. Onbemidael- den doet hjj have en goed verkoopen om sangoe te hebben voor de lange reis, terwjjl hjj zelf voor hen de passagekosten betaalt Ook zeer bemiddelden weet hjj over te halen zich bjj zjjn gezelschap aan te sluiten. Sech M. tracht dan, listig als hjj is, verschoidene slachtoffers van zjjn onmenscheljjkheid zonder pas aan boord te krjjgen en, gelukt hem dat, dan kunnen die domme bedevaartgangers er zeker van zjjn Java nimmer weder terug te zien. De gegoeden behandelt hjj met meer consideratie, daar hjj hun alleen al het geld weet af te persen dat zjj hebben medegenomen, doch hen later weder naar Java terugbrengt, in welk geval de bedrogenen zioh kunnen verhougen met den naam „hatjji" waarop zjj volgens aloud gebruik, na de bedevaart te hebben volbraoht, het volste recht moenen te hebben. Wie hunner echter denkt ooit Mekka te hebben bezocht, vergist zich deerlijk. Sech M. brengt hon nimmer verder dan Singapore, waar hjj hen naar don wal en vervolgens naar het een of ander oud graf in het binnenland geleidt. Het heet dan dat zjj in het hartje van Mekka zitten en de arme inlander, verheerlijkt door het denkbeeld zich te bevinden bjj het graf van den „profeet," werpt zich eerbiedig ter aarde, gelooft en bidt voor het graf van den een of anderen John Chinaman, die daar reoda etteljjke jaren rust en zeker nooit gedroomd zal hebben dat men hem na zjjn overljjden nog met eerbewijzen zou overladen. De onmensch lacht dan hartoljjk in zjjn vuistje en, hebben zjj eenige weken in dat oord vertoefd, dan aanvaardt het geselschap weder de terugreis. Het behoeft natuurljjk niet gezegd te worden dat Sech M. zorg draagt dat geon zjjner siaohtoffors in gesprek kan komen met vreemdelingen, die de bedrogenen uit hun dwaling kunnen helpen. Het detachement luchtschippers van het Duitsch» leger houdt in den laatsten tijd oefeningen op groote schaal, die men als instructie-reizen zou kunnen bestempelen. Zoo steeg in den morgen van den 3en Juli een groote ballon te Berlijn op en kwam eerst 's avonds te 7 uren ten oosten vau Luxemburg neer. De nederdaling ging met veel moeite gepaard, daar de ballon op eeue Jioogto van 2500 M. naar het westen koers hield, maar bij het dalen een tegenoverge- stelden luchtstroom ontmoette, die hem in oostelijke richting terugdreef. Nadat het anker in een boom was blijven vasthaken, kon de besturende officier zich langs den kabel laten afglijden, om, met behulp van eene menigte toegesnelde landlieden, den ballon door middel van den ankerkabel naar het vrije veld te vervoeren, alwaar hjj vervolgensingehaald kon worden en de beide andere luchtschippers konden uitstjjgen. Een andere ballon, in Saksen opgelaten en even eens bemand met 1 officier en 2 onderofficieren, daalde zonder ongelukken neder, na gedurende 7 uren op eene hoogte van 2000 Meter gedreven te hebben. Minder gelukkig liep de luchtreis af voor den len luitenant Gfirlitt, die te Bromberg opsteeg, daar hjj bij het nederdalen niet bemerkte, dat het anker in de telegraafdraden verward raakte. Na eenige palen uitgerukt te hebben, ging het anker verloren; toen wilden de soldaten do touwen doorsnijden, waarmede het schuitje aan den ballon was bevestigd, maar terwij) men hiermede bezig was, dreef een herige windvlaag den ballon in de hoogte. Een der militairen viel over boord, doch kwam terecht in de mazen van het touwnet, waarin hij langer dan een half uur buiten kennis bleef. De tweede soldaat viel even eens, maar had zich slechts over een nat pak te beklagen, daar hjj in een vijver terecht kwam. Het ongelukkigste was echter de luitenant Gürlitt er aan toe, daar hjj, bij eene poging om op den grond te springen, met een der beenen in het touwnet ver ward geraakte en aldus, aan éen been hangende, met eene verbazende snelheid ongeveer 2 kilometer ver werd medegesleurd. Gelukkig geraakte de ballon toen verward in do takken van twee boomen en werd de officier daarop in bewnsteloozen toestand door de landlieden uit zijne netelige positie verlost. Voor het feestmaal der 13.000 maires te Parjjs waren 6 toestellen in het Palais de l'Industrie ge plaatst, die elk 450 liter soep bevatten konden; in 2 uren konden in elk 160 kilogram visch wor den gekookt en in 1 uur 60 kilogram vleesch wor den gebraden. 3 reusachtige koffiepotten leverden per uur 140 liter koffie, 3 anderen in l'/s uur 7200 koppen. Bij elk der gerechten werd een an der stuk muziek gespeeld. Er was gezorgd voor 2500 liter soep, 620 liter saus, 3000 kilo visch, 1500 kilo vleesch, 600 jonge eenden en 1200 jonge kalkoenen. De bediening geschiodde door 1000 personen, behalve 40 hof meesters 80.000 borden stonden gereed. Wat de wijnen aangaat, er waren 15.000 ilesschen gewone wijn, 3000 Graves, 1800 Madera, 4500 Pomard en 4000 Champagne. Er was 7000 kilo ijs om al die wjjnen koel te houden. Behalve de soep en de koffie werden allo gerechten koud opgedischt. Maar de warmte der stemming liet niets te wenschen over vooral na Carnots rede, toen er een ware uit barsting van geestdrift volgde. Bjj het défilé der maires voor Carnot, werd de President letterljjk be dolven onder de bloemen en het groen, die de gasten uit de rjjk versierde zalen hadden geplunderd. Over de schitterende ontvangst van den Keizer te Straatsburg wordt door de Duitsche bladen veel ophet gemaakt, terwjjl de Fransche bladen hun uiterst best doen dio ontvangst als meer dan koel voor te stellen. Beiden zjjn waarschijnlijk eenzijdig, of liever z|j beschouwen de zaak van een te politiek standpunt. De ervaring leert, dat het volk 't bjj zulke gelegenheden zoo nauw niet neemt met de nationaliteit of de politiek en het maken van pret bjj het feest de hoofdzaak is. De Duitschers hebben zich vroeger bjj de ontvangst van Keizer Wilhelm I ook zoo vergist in de Elzassors; de ver kiezingen brachten dat op een verrassende wjjze aan den dag. Nu in den laatsten tjjd zooveel is gesproken over de verhouding tusscheu Duitschland en Engeland, verdient wel de aandacht een mededeeling, welke de Hamburger Correspondent uit Berljjn ontvangt en die door de voornaamste Duitsche bladen, ook door de offioieuze Norddeuticke Algememe Zeitung wordt over genomen. In dit schrijvon wordt betoogd, dat in Duitschland niet genoeg waarde wordt gehecht aan de vriendschap met Engeland, welke, reeds lang voorbereid, door het bezoek van keizer Wilhelm is beklonken. Dit feit is zelfs van meer gewioht dan

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2