Boitenlandsch Overzicht.
8ta ten-Generaal. Twmm Kamer, zitting
Tin Donderdag 22 Augustas.
Uit de aangerangon algouieene beraadslaging orer
de Onderwijswet is geblekea, dat de liberale partij
Woensdagavond eene bijeenkomst heeft gehouden,
doch dat mon nog niet verder gekomen is dan eene
voorloopigo bespreking, zoodat er van een bepaald
standpunt der liberale partij nog geen sprake kon zijn.
De sprekers van deze zijde, de heeren Van Houten,
De Beaufort, Van der Feltz en Gleichman voerden
dus het woord voor eigen rekening en niet uit naam
der partij. Vooral de heer Van Houten droeg zorg
dit goed te doen uitkomen. Gelijk altijd ging deze
voorganger, gelijk de heer Sohaepraan het uitdrnkte,
een oindweegs eene andere richting dan zijn volge
lingen. Hij ziet b.v. niet de wensohelijkheid in
een eind to maken aan den soboolstrijd. Overigens
deed bij uit de antecedenten der beide fractiën der
regeeringspartij scherp uitkomen, hoe weinig het
tegenwoordige voorstel strookt met de bekende eischen
der clericale leiders. Met zijn bekend talent be
sprak hij de zwakke zijden van het ontwerp. De
heer Van Houten legde den vinger op de wond, als
hjj deze twee hoofdbezwaren in het ontwerp vond,
dat de waarborgen van goed onderwijs op de
bijzondere school te wenschen overlaten en dat do
voorgestelde regeling der schoolgeldheffiug een middel
kan worden om de openbare school in den grond
te boren.
De heer De Beaufort haalde uit de vroegere rede
voeringen van twee Ministers, de heeren Mackay
en Keuchenius, plaatsen aan ten bewijze, dat vroeger
de eisch van hervorming der openbare school met
haar christelijk uithabgbord vooral niet minder
op den voorgrond stond dau de vraag om subsidie
voor de bijzondere school. Inderdaad onverklaar
baar is het, hoe met de antecedenten der antirevo
lutionaire partij en vooral van den heer Keuchenius
dit ontwerp zich rijmen laat. En geleidelijk knoopte
zich aan deze bedenking de vraag vast, of, zoo men
al geen verdere eischen voor de bijzondere school
zou stellen, men echter nader de openbare zou
willen aantasten. In verband daarmede wees de
heer Gleichman op de Regeeringsverklaring, dat er
vooralsnog geen termen bestonden een wijziging
van art. 33 (neutraliteit der openbare school) voor
te stellen. Misschien later?
De heer De Beaufort, gelijk later de beide andere
liberale sprekers, is overigens geneigd mede te
werker, tot beëindiging van den soboolstrijd, mits
duidelijk bljjkt dat de rechterzijde door het thans
voorgestelde bevredigd is. De heer Van der Feltz
wees op de uitdrukking der Standaard, dat het is
een oerste stap, een stekje dat groeien moet tot een
boom; de heer Gleichman bracht de uitlating van
Ds. Piorson in herinnering: de openbare school
moet worden leeggepompt. Zij allen wenschten
duidelijke verklaringen van de rechterzijde of men
later meer wil en wat men dan wil. Anders kunnen
de liberalen hun stem aan deze wet niet goven.
De rede van Dr. Sohaepman was zeer verzoenend
te^ streven» naar het einde van den strijd noemde
hjj eene ernstige, eene heilige zaak. Overigens was
zijne rede voornamelijk een antwoord op het betoog
van den heer Van Houten.
Vermoedelijk zal heden reeds de minister van
binuenl. zaken aan het woord komen.
In den loop der zitting werd het voorstel des
voorzitters om Maandag te vergaderen afgestemd
geefs op een dag, een uur van triomf; hij opende
de prachtige zalen van het paleis voor diners en bals,
maar men zag er niemand buiten de witte uniformen
der officieren, en de zwarte rokken der ambtenaren.
De schoonheid der Lombardische dames sierde nooit
die zalen, welke zoo prachtig en schitterend verlicht
waren; eenige oude dames, trotsch op haren patri-
cisohen naam, en beladen met juweelen, nog ouder-
wetscher dan zij zei ven, lieten zich alleen zien;
relieken uit een lang vervlogen tijd, waarvoor nie
mand meer het hoofd buigt.
Toen de recepties en parades, en al die nuttelooze
vertooning van grootheid en bajonnetten was afge-
leopen, en de ridderlijke keizer zoo noemden
hem de dagbladen, van het gouvernement, bemerkte
dat noch amnesties, noch beloften den geest der be
volking konden veranderen verliet hij Milaan, die
stijfhoofdige, onhandelbare stad.
Maar om een anderen weg tot verzoening te be
proeven, zeker niet uit erkentelijkheid voor de ge
noten ontvangst, zond de keizer zjjn broeder, aarts
hertog Maximiliaan als zijn vertegenwoordiger hier.
Men prees den nieuwen gouverneur-generaal vau
het Lombardisch-Venetiaansch gebied, voor zijn ver
stand, zijne vriendelijkheid eu zjjn verlangen om zijn
gezag te gebruiken tot welzijn van zijn land. Maar
de hem verleendo macht was zoo beperkt, dat hij
zich, van het begin af aan, niets voorspiegelde, en
wel wist, dat de proef niet gelukken kon. Voor
eenigen tjjd liep het gerucht, dat de nieuwe aarts
met 46 tegen 37 stemmen. De kamer behoudt dus
althans de gewone vrjjo dagen om de wet in
bijzonderheden te bestudeeren.
Op den vijftigsten verjaardag van de uitvinding
der photographie, den 19 dezer, is te Berljjn de
internationale juhilétentoonstelling van dat vak ge
opend.
Eene zeer kleine, maar niet de onbelaugrjjkste
afdeeling vormt het eigeuljjk historisch gedeelte.
Hiertoe behooron eenigo lichtbeelden van Kobell
en Stcinbeil te Muncken, die reeds in 1837 met
proefnemingen waren begonnen, doch met de resul
taten zoolang achterwege bleven tot Daguerre in
1839 met zijne daguerotype-beolden optrad. Als
negatieve beelden op verzilverde koperen platen
stonden die wel op een lagere trap, maar zij waren
krachtiger en maakten meer effeët, zoodat de eersto
Duitscho resultaten daardoor in hot vergeetboek ge
raakten. Eene daarop gevolgde verbetering was de
ambrotyi>ie, waarvan op de tentoonstelling echter
slechts één exemplaar voorhanden is. Daarop vol
gen de werkelijk positieve beelden en de belang
rijkste proeven van isocbromatische bewerkingten
slotte de proeven van kooldruk, lichtdruk, en helio-
graphie.
De toestellen en hulpmiddelen voor photographie,
in hunne verschillende soorten, zjjn in de gangen
en vestibule van het gebouw bijeengebracht.
Eene belangrijke inzending is die van de Duitsche
rjjksdrukkerij, wier verzameling photographische
reproductiën alleszins van veelzjjdigen en omvang
rijken aard is. Gelijk bekend is, worden in die
drukkerij onder anderen de rjjksbankbijjetten, de
postzegels, een groot gedeelte der kaarten van den
generaion staf, enz. enz. gedrukt. Vele dezer werk
zaamheden veroischen direct of indirect eeno toe
passing der photographie, of van de daarop gegronde
drukmethode. Dit geschiedt Rldaar op zoodanige
wjjzo, dat de inrichting hoogst bevorderlijk is aan
allerlei technische volmaking in de photographie.
Voor dergelijke werkzaamheden heeft zij eone spe-
oiale afdeeling, de zoogenaamde chalcographische
sectie, die zich ook bezig houdt met wetenschappe
lijke en artistieke reproductiën, hoofdzakelijk van
voorwerpen uit de Borljjnsche museums.
Op deze zeer uitgebreide verzameling volgen de
inzendingen van de photographische établissementen
te Berlijn, Munohen, enz., ook van eelt te Parjjs
voorts die van verscheidene partiouliere photogra-
phen uit verschillende landen. Alles te zamen
natuurlijk eene hoogst afwisselende collectie van
landschappen, portretten en andere beelden naar het
leven, van photographiën naar schilderijen enz., van
andere uitsluitend ten dienste der wetenschap
(astronomie, genecskundo, acustiek) enz. In eene
bijzondere afdeeling zijn bouwkundige photographische
afbeeldingen en daarnaar vervaardigde teekeuingen
tentoongesteld, bewerkt naar de methode ter ver
betering van perspectivische gebreken in photo
graphiën. Daarbij zijn gevoegd de photographiën
van groote openbare werken, benevens proeven van
spectraal-photographie.
Hot een met het ander vormt een merkwaardig
overzicht van do ontwikkeling der photographie in
de vijftig jaren van haar beslaan.
Te Rome is op de Piazza Colonna, vlak bjj het
paleis Chigi, dat door den Oostenrjjkschen gezang
hertog plan had, om, zooals eenigen uit wrok of
eerzucht hem aanrieden, zich te plaatsen aan het
hoofd van eene onmogelijke part|j, en een Italiaansch
verbond te stichten. Die zedelijke tegenstand, dat
verzet tegen alles wat van de regeering uitging had
den voor altijd het verschil der politieke partjjen
uitgewischt, en het gevoel van eigen recht op eerlijke
principes gegrond, levendig gehouden. Het waren
tien jaren geweest van zwijgend verduurde matelingen,
die het beste deel der burgers een goed eind verder
hadden gebracht. De herinnering was levendig ge
bleven aan de vroegere dwalingen, en de ellende die
er het gevolg van was geweest; men was ernstiger
gewordenpartijhaat en eigenwaan zwegenallen ztmen
met verlangen een beteren dageraad te gemoet.
De dagbladen welke gemakkelijk u|t Frankrijk en
Paëmont over de grenzen kwamen, werden gretig ge
lezen, vooral de liberalen; nooit werd er zooveel acht
geslagen op de diplomatieke bescheiden, de discussies
in de parlementen, of de uitdrukking van dezen of
genen minister, als toon; meer dan eens was eone
korte kennisgeving, hier of daat in een officieel blad
mgelascht, een lichtstraal voor de ongeduldigen.
Maar Oostenrijk, beschermd door zjjne vestingen,
meer dan door zjjne zoo geroemde rechten, niet
tevreden met Milaan en Venetië bezet te houden,
traohtte zich te versterken tegen de dreigende toe
komst; en wendde de noodzakelijkheid voor van zijn
politiek overwicht in Italië, tot instandhouding van zjjn
eigen gezag, en tot onderdrukking van de revolutionaire
bjj bet Quirinaal wordt bewoond, eeue bom gespron
gen, juist toen eone groote volksmenigte eeno mu
ziekuitvoering bjjwoonde, ter eere van den verjaar
dag van keizer Franz Joseph. Acht personon wer
den gewond. Waarscbjjnljjk heeft men hier te doen
met eene even rookelooze als misdadige irredentis-
tische demonstratie.
De Amerikaansche vuistvoohter J. L. Sullivan is
tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld. Daar h|j
meende, mot een boete er af te zullen komen, is bjj
in hoogor beroep gekomen. Intussohen is hij tegen
borgstelling vrijgelaten^Kilrain, die eerstdaags ver
hoord wordt, zal waarschijnlijk dezelfde straf krjjgen.
Men hoopt door dit vrjj strenge vonnis de vechtlief-
hebbers voorgoed hunne liefhebberij te ontnemen.
De levendigheid van den droom neemt met her.
haaldeljjk terugkeeren er vau toe en de slaap wordt
des te lichter, naarmate men vaker droomt.
Vrouwen hebben over 't algemeen een veel lich-
teren slaap dan mannen en droomen veel moer.
Van do vrouwen droom6n namelijk 73 pot. elkon
nacht en dikwijlsvan de studenten sleohts 50
pot.van de overige mannen sleohts 48 pet. Ver
der bljjkt dat met den toenemenden leeftjjd, zonder
onderscheid van geslacht, de droomen zeldzamer
worden, maar de slaap lichter. Het droomen, dat
in de jeugd gering is, neemt snel toe, heoft op
den leeftjjd van 2026 jaar zijn toppunt bereikt
en neemt daarna weer af.
Ook de levendigheid der droomen is bij de
vrouw het grootst. Personen met een lichten slaap
herinneren zich het gedroomde beter dan anderen.
Op den duur van den slaap schijnen het herhaal
delijk terugkeeren van 't droomen en de diepte van
den slaap bjj het mannelijk geslacht geen invloed
te hebbon. Geheel anders bjj de vrouwhier vin
don wij groote verschillen. Die, welke dikwjjls
droomen, slapeu bjjna een uur langer dan 'die,
welke zeidon droomen; personen met een lichten
slaap bjjna een half uur korter dan die met een
vasten slaap. Wie dikwjjls droomt, heeft veel meer
behoefte aan slaap. Daarbij is de behoefte tot slapen
bn de vrouwen grooter dan bjj de mannen. De
tijd, noodig om in te slapen, is langer bjj leven
dig droomenden. Van de studenten slapen 80 pet.
den geheelen nacht door, van de overige mannen
70 pet., -van de vrouwen sleohts 43 pot. Wie wei
nig en vast slaapt is in den regel des morgens en
des voormiddags boter gestemd dan anderen. Over
't algemeen schjjnen de morgen en voormiddag de
meest gowenschte tjjd om te werken. De zenuw
achtigheid, die bjj de vrouwen veel sterker verbreid
is, gaat gepaard met een lichten slaap eu veel
droomen. Het is eindeljjk nog waargenomen, dat
phlegmatieke personen vast slapen en zelden droomen.
De Mennonieten in Nebraska hebben onder el-
kander eene verzekering tegen brandschade, die
hoogst eenvoudig ia ingericht en volkomen aan het
doel beantwoordt. De maatschappij heeft geen
reohtpersoonljjkheid en kan dus niet in rechten op
treden of worden aangesproken. Wier er ver
trouwen in stelt, betaalt drie maal 's jaars 5 centen
per 100 doll, en is dan zoo goed verzekerd als bjj
de soliedste instelling. Die niet betaalt, wordt
doorgehaald. Bjj brandschade gaat de brandoudate
met onpartijdige mannen de zaak onderzoeken en
bewegingen. Om deze reden hadden zjjne diplomaten
omtrent een jaar geleden onder voorwendsel van de al-
gemeene financieels belangen, en de gemeenschappelijke
verdediging, eene oonventie gesloten en onderteekend
met de hertogdommen Modena en Parma, in den
vorm van een tolverbond. Gewaagder en slimmer
overlegd was een ander traktaat, dat gesloten werd
met de pauseljjke regeering; het concordaat, dat groot
opzien bnarde, en waarbjj, tegen groote concessies
aan de geestelijke macht, en den afstand van een
niet gering gedeelte van het burgerlijk gezag, een
nieuw en nauwer verbond gesloten werd, tusschen
den paus en den keizer.
Deze reactie, die zich van Weenen uit langzamer
hand over de Alpen uitbreidde, die terugkeer tot
de oude politiek, die niet ophield gelegenheden en
voorwendsels te zoeken om de regimenten naar Parma
on Modena, naar de Romngna en Toscane te zenden,
was slechts een maatregel door de politieke voor
zichtigheid aangeraden, om Lombardije en Venetië
te beschermen. In de hooge kringen te Weenen
zagen de ministers elkander versohrikt aan, bjj de
gedachte alleen, dat eene omwenteling in Italië zou
kunnen uitbreken; en zjj herinnerden zich, wat de
oude Metternich gezegd had: „Beter het zwaard
dan het vergif; van twee kwaden is een slagveld
beter dan eene revolutie."
(Wordt vervolgd.)
de verzekerde som uitbetalen. Is het geld dat in
kas is niet voldoende dan wordt een omslag ge
maakt, wat tot dusver evenwel nog nooit noodig
was. Er wordt geen cent uitgegeven voor druk
kosten, bestuur enz. De betrekking van brandoudste
is een eerepost. Alleen zijn reiskosten kr|jgt hjj
vergoed. Verwonderlijk, eenvoudig en aanbevelens
waardig noemt een doopsgezind orgaan, de maat
schappij. Ie. men behoeft geen maanden op zijn
geld te wachten en soms te procedeeren als men
schade heeft2e. gaat het goed, dan wordt veel
geld uitgewonnen3e. komt er schade en moet
wat meer worden betaald flan is het veel aange
namer te weten dat men daarmede broeders helpt.
Alleen boerderijen, geen stadseigendom wordt
aangenomen. (Doopegez. Zondagebode).
De Transvaalsche minister Dutoit, die in België
thans eene emigratie-oommissie tracht tot stand te
brengen, heeft aan een maaltijd, hem door eenige
vrienden te Antwerpen aangeboden, een tafelrede ge
houden over Transvaal als land voor „uitwijkelingen"
(landverhuizers) en'over de roeping van Nederland
en Vlaanderenland (België) tegenover het gevaar, dat
Engelsche emigranten en Ëngelsch kapitaal daar op
den duur de overhand dreigen te verkrijgen.
Van die rode geeft een correspondent der „N. R.
Ct." het volgend overzicht:
Daarginds in het Zuiden rijst een groot land. Wjj
hebben in de wereldgeschiedenis gezien, dat een eerste
maal de beschaving van Oost naar West, van Azië
naar Europa, van Europa naar Amerika stroomde.
Waarom zou een tweede maal, in het zuidelijk half
rond dezelfde baan niet gevolgd worden? Waarom
zou na Amerika de beurt niet komen van Australië,
en na Australië die van Zuid-Afrika niet volgen?
fHet waren Nederlanders, die Nieuw-Holland, Nieuw-
Amsterdam en de I^aap stichtten. In de twee eerste
koloniën werden wij overrompeld door Engelschen;
in Zuid-Afrika hebben wjj stand gehouden; daar
moet onze stam bljjven bestaan, onze taal blijven
heerschen. Hiertoe moeten Nederland en België bij
dragen, de twee Nederlanden. Van bet eerste voeren
wjj de drie kleuren in onze vlag; van het tweede
namen wjj de leus: „Eendracht maakt macht" over.
De eerste indruk, dien ik ontving, toen ik tot de
jaren van denken en overwegen kwam, was: mijn
vaderland is eene Hollandsche kolonie, een Neder-
landsche grond; en rondom mjj zag ik, dat ons par
lement, onze scholen, onze gerechtshoven Engelsch
waren. Al wat in mjj was, kwam hiertegen in op
stand, en wjj hebben ons tot den strijd aangegord.
Petitieën werden geteekend door den Afrikaander
Bond, om onze taal in hare rechten te doen herstel
len. In den strijd voor onze taalrechten 'hebben wjj
dikwijls de Vlaamsche beweging tot voorbeeld geno
men, en meer dan één gedeelte uwer vertoogschriften
werd in onze petities opgenomen. Wjj zjjn later
begonnen dan gjj, Vlamingen; maar wjj zjjn spoedi
ger vooruitgegaan. In het Kaapland is de Afrikaan
der Bond thans eene macht, tegen welke niemand
iets zou durven ondernemen. De Oranje-Vrjjstaat
en Transvaal zjjn zuiver Hollandsche republieken.
Wat wjj behoeven om dit te bljjven, kan ik in
twee woorden zeggen: het zijn menschen en kapitalen.
Wjj hebben menschen noodig om de rjjke hulpbron
nen van onzen grond te ontginnen-, en die menschen
komen dan ook, maar het zjjn voor het grootste deel
Engelschen. In vroeger tjjd zond beurtelings elke
der twee Londensche maatschappijen die op Zuid-
Afrika varen ons één boot in de week; nu zendt elk
van beiden er ons iedere week een, en bjj elke reis
ontschepen zich ongeveer 200 Engelschen op onzen
bodem. Wjj waren daarginds een krachtig ras; in
Transvaal hebben wjj eene blanke bevolking van
70- tot 80.000 Hollandsch sprekende boeren; maar
reeds zijn er 100.000 Engelsch-sprekenden ingevoerd.
Wjj worden overstroomd; indien de Nederlanders ons
niet bijspringen, worden w|j verzwolgen onder den
wassenden vloed.
Wjj hebben kapitalen noodig. Onze bodem is één
steenkool, Ijzer en gouderts. Er is geld noodig om
die schatten op te delven, on de Engelschen ver
schaffen ons dit; de goudvelden zjjn voor 99 hon
derdsten in Engelsche handen. Zjj komen niet meer
met geweer eu zwaard, maar met ponden sterling,
met spa en houweelen vinden w|j geen tegenwicht,
dan doet de vreedzame verovering wat de oorlog niet
vermocht. Zuid-Afrika bljjft dan geon Nedorlabdsch
land, maar wordt de „United-States of South Africa".
België staat aan het hoofd der kleine landen door
zijne nijverheid. Hier zjjn in al te grooten getale
de mijnwerkers, de ambachtslieden, de landbouwers,
die ten onzent ontbreken. De honderdduizend goud
delvers, die in ons midden leven, moeten eten, en
dit eton wordt hun uit Europa gezonden, in den vorm
van verduurzaamde levensmiddelen. Melk en vleesch
komen ons in blikken toe. Een mud aardappelen
kost 86 guidon. Laten er landbouwers komen die
onzen grond bewerken, ambachtslieden die huizen
bouwen en kleederen maken.
Een metselaar of welk ander ambachtsman wint
12 por dag en werkt wanneer hij wil; want werk
ontbreekt er niet. Johannesburg, eene stad in drie
jaar tijds verrezen in eene vlakte, waar toen niets dan
gras te zien was, telt nu 20- tot 30.000 inwoners.
Onze grond bergt jjzer en steenkool in overvloed, en
ons bewerkt ijzer komt uit Europa!
Om de landverhuizing op dergelijke wijze in te
richten en uw en ons land ten zegen te laten wor
den, moet een comité van emigratie hier en in Pre
toria gesticht worden en werkzaam zijn. Dit zal
spreker tot stand brengen, vooraleer hij ditmaal
Europa verlaat. Hij vraagt medewerking. Zuid-Afrika
is geen woestijn, maar een rijk en vruchtbaar land,
een uitweg voor het overbevolkte Europa.
Ik zeg het met nadruk: voor België, voor Ant
werpen in het bijzonder is het eene zaak van het
grootste Jgewicht, dat Pretoria door een spoorweg
met de Delagoabaai en deze door stoomvaartlijnen
met Europa's vasteland verbonden worden, lijnen die
contracten zouden hebben met Transvaal, Oranje-
Vrijstaat en Portugal, die Marseille en Brindisi zouden
aandoen en daar do postmail aan boord nemen.
Te Freetown (Sierra Loona, West-Afrika) is een
Engelsch kapitein, Crawford genaamd, die oen
inboorling wegens een kleinen diefstal zoo onmensche-
ljjk liet kastjjden, dat de ongelukkige aan de ge
volgen stierf, door de Rechtbank schuldig bevonden
aan manslag en veroordeeld tot 12 maanden ge
vangenisstraf.
Men tracht nu voor den man, die zelf zoo onmoe-
doogend was, het medelijden op te wekken en ver
zachting van straf voor hem to verkrijgen, omdat
zjjn zwakke gezondheid niet bestand zal zijn tegen
een gevangenschap van een jaar.
Een Franschman, de heer Cherdonnet heeft den
zjjdewormen hun geheim afgekeken. Hij heeft de
levende fabrioken, waar moerbeibladen ingaan en
z|jde uitkomt, nauwkeurig bestudeerd en is tot de
slotsom gekomen, dat de zijde ook langs chemischen
en mechaniscben weg uit cellulose te bereiden
moest z|jn.
Op welke w|jze hjj te werk gaat, is nog niet
bekendmaar het toestel, waarin de cellulose tot
z|jde wordt verworkt, is openljjk te zien, evenals de
zjjden stoffen, die uit de dunne draden zjjn gewe
ven.
Is deze kunstmatige z|jde even goed als de na
tuurlijke Dit is nog een een vraag. Maar wordt
z|j bevestigend beantwoord, dsn zal de ontdekkiog
van den heer Cherdonnet een algemeeneu omkeer
in de zijdenjjverheid ten gevolge hebben.
Uit Semarang schrijft men hot volgende:
Een slavenhandelaar. Zekere Sech M. een hadji
die, volgens onzen berichtgever, bij de inlanders
over een groot gedeelte van Java geen onbekende
is, moet een zeer winstgevenden handel drjjven in
menschen. H|j dringt tot diep in de binnenlanden
van Java door, waar hjj de inlanders aanmoedigt
tot het ondernemen van de bedevaart. Onbemidael-
den doet hjj have en goed verkoopen om sangoe te
hebben voor de lange reis, terwjjl hjj zelf voor hen
de passagekosten betaalt Ook zeer bemiddelden
weet hjj over te halen zich bjj zjjn gezelschap aan
te sluiten. Sech M. tracht dan, listig als hjj is,
verschoidene slachtoffers van zjjn onmenscheljjkheid
zonder pas aan boord te krjjgen en, gelukt hem
dat, dan kunnen die domme bedevaartgangers er
zeker van zjjn Java nimmer weder terug te zien.
De gegoeden behandelt hjj met meer consideratie,
daar hjj hun alleen al het geld weet af te persen
dat zjj hebben medegenomen, doch hen later weder
naar Java terugbrengt, in welk geval de bedrogenen
zioh kunnen verhougen met den naam „hatjji"
waarop zjj volgens aloud gebruik, na de bedevaart
te hebben volbraoht, het volste recht moenen te
hebben. Wie hunner echter denkt ooit Mekka te
hebben bezocht, vergist zich deerlijk. Sech M.
brengt hon nimmer verder dan Singapore, waar hjj
hen naar don wal en vervolgens naar het een of
ander oud graf in het binnenland geleidt. Het heet
dan dat zjj in het hartje van Mekka zitten en de
arme inlander, verheerlijkt door het denkbeeld zich
te bevinden bjj het graf van den „profeet," werpt
zich eerbiedig ter aarde, gelooft en bidt voor het
graf van den een of anderen John Chinaman,
die daar reoda etteljjke jaren rust en zeker nooit
gedroomd zal hebben dat men hem na zjjn overljjden
nog met eerbewijzen zou overladen. De onmensch
lacht dan hartoljjk in zjjn vuistje en, hebben zjj
eenige weken in dat oord vertoefd, dan aanvaardt
het geselschap weder de terugreis. Het behoeft
natuurljjk niet gezegd te worden dat Sech M. zorg
draagt dat geon zjjner siaohtoffors in gesprek kan
komen met vreemdelingen, die de bedrogenen uit
hun dwaling kunnen helpen.
Het detachement luchtschippers van het Duitsch»
leger houdt in den laatsten tijd oefeningen op groote
schaal, die men als instructie-reizen zou kunnen
bestempelen.
Zoo steeg in den morgen van den 3en Juli een
groote ballon te Berlijn op en kwam eerst 's avonds
te 7 uren ten oosten vau Luxemburg neer. De
nederdaling ging met veel moeite gepaard, daar de
ballon op eeue Jioogto van 2500 M. naar het westen
koers hield, maar bij het dalen een tegenoverge-
stelden luchtstroom ontmoette, die hem in oostelijke
richting terugdreef. Nadat het anker in een boom
was blijven vasthaken, kon de besturende officier
zich langs den kabel laten afglijden, om, met behulp
van eene menigte toegesnelde landlieden, den ballon
door middel van den ankerkabel naar het vrije veld
te vervoeren, alwaar hjj vervolgensingehaald kon
worden en de beide andere luchtschippers konden
uitstjjgen.
Een andere ballon, in Saksen opgelaten en even
eens bemand met 1 officier en 2 onderofficieren,
daalde zonder ongelukken neder, na gedurende 7
uren op eene hoogte van 2000 Meter gedreven te
hebben.
Minder gelukkig liep de luchtreis af voor den len
luitenant Gfirlitt, die te Bromberg opsteeg, daar hjj
bij het nederdalen niet bemerkte, dat het anker in
de telegraafdraden verward raakte. Na eenige palen
uitgerukt te hebben, ging het anker verloren; toen
wilden de soldaten do touwen doorsnijden, waarmede
het schuitje aan den ballon was bevestigd, maar
terwij) men hiermede bezig was, dreef een herige
windvlaag den ballon in de hoogte. Een der militairen
viel over boord, doch kwam terecht in de mazen
van het touwnet, waarin hij langer dan een half uur
buiten kennis bleef. De tweede soldaat viel even
eens, maar had zich slechts over een nat pak te
beklagen, daar hjj in een vijver terecht kwam. Het
ongelukkigste was echter de luitenant Gürlitt er aan
toe, daar hjj, bij eene poging om op den grond te
springen, met een der beenen in het touwnet ver
ward geraakte en aldus, aan éen been hangende,
met eene verbazende snelheid ongeveer 2 kilometer
ver werd medegesleurd. Gelukkig geraakte de ballon
toen verward in do takken van twee boomen en
werd de officier daarop in bewnsteloozen toestand
door de landlieden uit zijne netelige positie verlost.
Voor het feestmaal der 13.000 maires te Parjjs
waren 6 toestellen in het Palais de l'Industrie ge
plaatst, die elk 450 liter soep bevatten konden;
in 2 uren konden in elk 160 kilogram visch wor
den gekookt en in 1 uur 60 kilogram vleesch wor
den gebraden. 3 reusachtige koffiepotten leverden
per uur 140 liter koffie, 3 anderen in l'/s uur
7200 koppen. Bij elk der gerechten werd een an
der stuk muziek gespeeld.
Er was gezorgd voor 2500 liter soep, 620 liter
saus, 3000 kilo visch, 1500 kilo vleesch, 600 jonge
eenden en 1200 jonge kalkoenen. De bediening
geschiodde door 1000 personen, behalve 40 hof
meesters 80.000 borden stonden gereed. Wat de
wijnen aangaat, er waren 15.000 ilesschen gewone
wijn, 3000 Graves, 1800 Madera, 4500 Pomard en
4000 Champagne. Er was 7000 kilo ijs om al die
wjjnen koel te houden. Behalve de soep en de
koffie werden allo gerechten koud opgedischt. Maar
de warmte der stemming liet niets te wenschen
over vooral na Carnots rede, toen er een ware uit
barsting van geestdrift volgde. Bjj het défilé der
maires voor Carnot, werd de President letterljjk be
dolven onder de bloemen en het groen, die de
gasten uit de rjjk versierde zalen hadden geplunderd.
Over de schitterende ontvangst van den Keizer
te Straatsburg wordt door de Duitsche bladen veel
ophet gemaakt, terwjjl de Fransche bladen hun
uiterst best doen dio ontvangst als meer dan koel
voor te stellen. Beiden zjjn waarschijnlijk eenzijdig,
of liever z|j beschouwen de zaak van een te
politiek standpunt. De ervaring leert, dat het volk
't bjj zulke gelegenheden zoo nauw niet neemt met
de nationaliteit of de politiek en het maken van
pret bjj het feest de hoofdzaak is. De Duitschers
hebben zich vroeger bjj de ontvangst van Keizer
Wilhelm I ook zoo vergist in de Elzassors; de ver
kiezingen brachten dat op een verrassende wjjze
aan den dag.
Nu in den laatsten tjjd zooveel is gesproken over
de verhouding tusscheu Duitschland en Engeland,
verdient wel de aandacht een mededeeling, welke de
Hamburger Correspondent uit Berljjn ontvangt en die
door de voornaamste Duitsche bladen, ook door de
offioieuze Norddeuticke Algememe Zeitung wordt over
genomen. In dit schrijvon wordt betoogd, dat in
Duitschland niet genoeg waarde wordt gehecht aan
de vriendschap met Engeland, welke, reeds lang
voorbereid, door het bezoek van keizer Wilhelm is
beklonken. Dit feit is zelfs van meer gewioht dan