lo. de zoo nauwkeurig mogelijke aanduiding van den persoou des veroordeelden2o. de vermelding van de rechterlijke uitspraak, uit kracht waarvan deze zich in de gevangenis bevindt, en van den dag waarop de straftijd is ingegaan en dien waarop hg zal eindigen3o. al wat het bestuur der ge vangenis bekend is omtrent het verleden van den veroordoelde, voor zoover dit ter zake dienendefkan worden geacht, het beroep of bedrijf, dat hij voor zgn opneming uitoefende, of tijdens zijn verblijf heeft geleerd, zgn gedrag, de mogelijkheid om bij invrij- heidsstelling in eigen onderhoud te voorzien, en een voorstel omtrent het al dan niet verstrekken vau gelden uit zijn uitgaanskas; 4o. zoo geen voorstel van het bestuur is uitgegaan, zijn advies; 5o. do voorwaarden welke, naar het oordeel van het be-1 stuur, in elk bijzonder geval aan de invrijheids- stelling zouden behooren te worden verbonden, als hoedanig onder meer kan worden gesteld net ver blijf in of buiten eeno bepaalde plaats. Bij ontslag wordt een verlofpas uitgereikt, die do voorwaardelijk in vrijheid gestelde te vertoonen heeft aan het hoofd van de politie in elke gemeente, waarin hij zich vestigt, totdat zijn straftijd is ver streken. Wordt hem vermindering van straf ver leend, dan geschiedt daarvan aantoekening op den verlofpas. Reisgeld kan bij het ontslag verleend worden, ten laste van de uitgaanskas, of indien deze ontoereikend is, ten koste van het rijk. Het mag in gewone omstandighedeu niet meer bedragen dan 20 cent per 5l/s kilom., en als de afstand minder dan 28 kilom. is, wordt geen reisgeld ver strekt, behalve als de persoon niet loopen kan of veergelden heeft te betalen. De meest origineele Amerikaansche bedrieger is ongetwijfeld de man, die sedert geruiraen tijd den negers in Georgia wijs maakte, dat de wereld den lSden Augustus zou vergaan, en hun daarom .«hemelvleugels" verkocht. Het is een door de rechtbank, in wier handen de bedrieger zich nu bevindt, gewaarborgd feit, dat hij 150 paar (ganze) vleugels, tegen 10 dollars het paar, aan den man bracht, met behulp waarvan de mensclien zich op den dag, dat de aarde verging in de lucht zouden kunnon verhelfeu, om hemelwaarts te stijgen. Hg vond 150 zulke domooren en verdiende daaraan dus een sommetje van 1500 dollars. Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal is door het centraal-bestuur van het Algemeen Neder- landsch Werkliedenverbond een adres gericht, waarin het te kennen geeft: dat het met de meeste belangstelling kennis heeft genomen van het bij de Kamer aanhangige wetsont werp tot herziening der wet op het lager onderwijs en van de gedachtenwisseling daarover tot heden door liaar met de regeering gevoerd; dat die belangstelling echter niet voortspruit uit -instemming met de voorgestelde wijzigingen; dat toch de meesten dier wijzigingen niet kunnen strekken om het peil van het nog zoo weinig vol doend lager onderwijs te doen rijzen; dat dit op de meest afdoende wijze is aangetoond in de bg de Kamer ingekomen adressen der Maat schappij tot nut van het algemeen, van het bestuur der Yereeniging voor paedagogiek en van hot hoofd bestuur van het Nederlandsch Onderwijzersgenoot schap; gij dat de jonge dame begrijpen zal, dat hare gene- genheid, zoo het al genegenheid is, verkeerd geplaatst is, en hare dwaling zal inzien? „Dat verlang ik." „Wat dan maar, tot zij wete wat ik weet." „Maar is het dan zeker?" „Morgen zal het zeker zijn, binnen een dag of twee moet de marchesina, zg alleen denk daar wel om, op de minst gezochte wijs, eene uitnoodi- ging ontvangen, om bij donna Amalia te dineren. Anders verlang ik niets." „Dat zal gebeuren, zult gij daar zijn?" „Ik hoop het." „En zal uw woord, dat tot hiertoe nutteloos was, dan voldoende zijn, om haar tot andere gedachten te brengen?" „Dat denk ik wel r daar ben ik zeker van. In elk geval zal eene illusie, een hartstocht, verdre ven worden door eene andere illusie, dat is eene homopatische geneeswijze op zedelijk gebied." „Goed, ik zal er nog eens over denken." „Maar, zooals ik gezegd heb, marches*, gij moet er u niet mede bemoeien; ik neem alles op mij." „En als gij niet slaagt met deze proef?" „Wel zeker, ik zal slagen en gg zult mij dankbaar zgn." Van alles wat tusschen de marchesa en haar ver trouwde gesproken was, hadden slechts weinige wat lnider uitgesproken woorden, het oor der anderen bereikt. Het meisje, ofschoon op een afstand gezeten, dat het, naar die zeer gemotiveerde adressen ver wijzend en zich daarbg wat de hoofdpunten aangaat aansluitond, meer inzonderheid de aandacht wenscht te vestigen: lo. Op de hoogst nadeelige gevolgen die zullen voortspruiten uit de vermindering van het getal on derwijzers door welke het hoofd der school, volgens art. 24, slechts behoeft te worden bijgestaan, welke nadeelige invloed zich vooral zal doen gelden op de scholen voor de kinderen van min- en onvermogen- den, de scholen als aangewezen voor de minder be voorrechte klassen des volks, de kinderen die ge woonlijk geheel onvoorbereid op de lagere school komen, uit gezinnen waar schier alles ontbreekt wat tot leiding en aanvulling van het op de school ge leerde onontbeerlijk is, en voor wie het op de lagere school geleerde gewoonlgk het eenige is voor hun geheele leven. 2o. Op de wenschelijkheid dat ook het teeken onder wijs worde opgenomen onder de verplichte leer vakken. Het gaat, M. H., waarlijk niet aan te be weren, gelijk in het verslag uwer Kamer te lezen staat, dat niet alle kinderen bevattelijk zijn om het teekenen te leeren. De vraag zou gedaan kunnen worden: zijn alle kinderen bevattelijk om alle andere vakken te leeren, welke op de lagere school onder wezen worden? Indien een voorafgaand onderzoek kon worden ingesteld, zou zeer stellig menige twijfel rijzon. Er is van leeren der andere vakkeu trouwens evenmin sprake. De kinderen krijgen er alleen on derwijs in. Wat zij er van leeren hangt, behoudens van andere invloeden, gedeeltelijk of geheel van hun bevattingsvermogen af. Datzelfde zal het geval zijn met teekenen. Het onderwijs in het teekenen op de lagere school strekt slechts tot oefening van oog, geest en hand, welke oefening, volgens deskundigen, reeds op jeugdigen leeftijd gevorderd wordt. Voor de kinderen dor lagere klassen, waaruit de aan staande ambachtslieden voortkomen, is die oefening van te grooter beteekenis, omdat de vorderingen daarin, nevens de lichamelijke gesteldheid en krach ten, voor de ouders meestal de voorname, zoo niet eenige maatstaf is bij de keuze van een toekomstigen werkkring: het aan te leeren of te beoefeuen ambacht. 3o. Op de dringende noodzakelijkheid der invoe ring van den leerplicht. Het adres zegt: Het is op de noodzakelijkheid van dezen plicht, dat de Nederlandsche werklieden steeds met klem en kracht hebben aangedrongen, sedert bijna 25 jaar, dat is sederlv.de oMwikkeling hunner beweging, dus sedert zij het opeuoaar* loven zijn gaan medeleven en hun daar zoo nauw mede verbonden belangen hebben leeren kennen en waardeeren. Eene reeks van meer en minder vormelijke uitspraken in vergadoringen strekken daarvan tot bewijs en evenzoo bok talrgk vele adressen. Verscheiden vereenigingen eu vooral afdeelingen van onë Verbond leggen huu leden den plicht op, hun kinderen tot zekeren leeftijd, gewoonlijk 13 jaar, do school te doen bezoeken; deze en andere afdeelingen kennen belooningen toe en organiseereu feestjes voor de kinderen, welke de school gerogeld bezoeken. In de statuten van ons Verbond, nog onlangs herzien, is zonder eenigen tegenstand de be paling gehandhaafd, die haar al 19 jaar siert: „het bevorderen der invoering van den leerplicht tot den leeftijd van 14 jaar en voor hen die geen middelbaar- of beroepsonderwijs ontvangen, op avond- of herha lingsscholen, tot den leeftijd van 16 jaar." had met achterdocht het gesprek gadegeslagen tusschen hare moeder, en den man, dien zij als haar vijand beschouwde; zij gevoelde eene groote onrust, al dacht zij juist niet, dat er over haar gesproken werd. Die eerste avond van het jaar, ging zeer treurig voor haar voorbij. Zij kon bijna niet rustig blijven zitten, en nauwe lijks hoorde zij de oude pendule negen slaan, of, on geduldig om een gesprek, dat haar hinderde, 'af te breken, ging zij naar hare moeder en vroeg, of deze goed vond dat het tafeltje klaar gezet werd, voor het gewone tarokpartgtje. Die vraag was voldoende, om den draad van het gesprek af te breken. De bejaarde domheer stond op, verontschuldigde zich, dat hij dien avond geen dëel aan den strijd kon nemen, en nam afscheid; twee of drie anderen deden hetzelfde, en weldra waren slechts de gewone medespelers van den marchese, en twee of drie anderen over. Ook de pater was, niet zonder veel plichtplegingen, heenge gaan; en Camilla kon weder vrij adem halen. De overgeblevenen verzamelden zich rond de mar chesa, behalve de drie, welke met den heer des huizes, hunne plaats namen aan het tafeltje om den strijd te hervatten, die gedurende het grootste ge deelte van het jaar, in deze zaal gestreden werd. Die strijd duurde reeds eene halve eeuw, en wörd niet gestoord door den echo van de oorlogen van den eersten Napoleon, noch door de omwentelingen, die, na dertig, zoo menigmaal den styap der koningen stoorden, noch door de kanonnen van de Krim. Zult gij, M. H. de aangehaalde en talrgke andere getuigenisson uit de volkskringen nog langer min- achten en miskennen? Zult gij nog langer weerstand bieden aan een zoo bescheiden eisch van de ouden zelf, om, ja laat het ons ruiterlijk zeggen, ze buiten de mogelijkheid, buiten de groote verleiding te houden hun kinderen de school te doen verzuimen. Wij verwachten dat niet en te minder, nu werkelijk de regeering niet principieel tegen invoering van den leerplicht is gekant. Onder die omstandigheden vooral is het niet aan te nemen dat gij, M. H., de verantwoordelijkheid op u zult durven nemen, om te weigeren, wat een zoo groot deel en nog wel van het in deze aangelegenheid meest belanghebbend deel des volks, zoo dringend wenscht en verlangd. Resumeerende dringt ons bestuur er bij uwe Kamer met groote bescheidenheid doch met de meeste klem op aan, om behoudens andere voorzieningen, in de voren aangehaalde adressen genoemd, wier strekking is om het peil van het volksonderwijs niet te doen dalen maar zoo mogelgk to verheffen, vooral te zor gen, dat: lo. het aantal leerlingen in iedere klasse in geen geval grooter moge worden dan p. m. 40: 2o. het teekenonderwgs worde opgenomen onder de verplichte vakken; 3o. de kinderen verplicht worden de lagere school geregeld te bezoeken, liefst tot den leeftijd van 14 jaar. Een practische courant. Aan het hoofd van een Araerikaansch blad stond dezer dagen, met vette letters, te lezen „Aan onze geachte lezers I Daar het ons bij herhaling gebleken is, dat land bouwers, die op onze courant geabonneerd zijn, ge durende de zomermaanden geen tijd hebben, om haar te lezen, hebben wg naar een middel gezocht, om nochtans het blad voor hen aantrekkelijk te maken en drukken nu onze courant, in de maanden Juli, Augustus en September op Vliegenpapier. Men bohoeft slechts oen stuk der courant op een bord te leggen en er wat suiker op te strooien, om van de vliegenplaag bevrijd te worden. Mocht het, hier of daar, voorkomen, dat de vliegen niet terstond sterven, dan kan men zich overtuigde hou den, dat de bewuste vliegen niet deugen het papier is goed. De Redactie. N. B. Wij waarschuwen heeren collega's, dat wij voor onze uitvinding patent hebben aangevraagd en vorkregen. Nabootsing er van is verboden bjj de wet. Parijs zal weldra een cause celébre meer tellen, en wel eene die groote beweging zal wekken in de 8choone en bevallige wereld en de kringen van amateur-photografen. Hot toonoel van het drama, dat de aanleiding hiertoe was, is de Place de Potenville, waar alle elegante mondaines samenkomen. Dezer dagen stapto de schoone mevr. X. in haar wijden doch schilder- achtigen badmantel uit haar badkoetsen wandelde de blauwe zee in. Op het oogenhlik dat eon golQe geluidloos in het zand stierf, hield mevr. X. even op, sloeg plotseling haar mantel open, waardoor haar badkleedje zichtbaar werd, en sprong toen in de schuimende golven. Ditzelfde oogenblik was voor een jongen vicomle, die het, gewapend met zijn photographoertoestol, had afgewacht, voldoende om een lichtdruk van zgn belangwekkend model op de zilverplaat op te vangen, en juist wilde hij een tweeden afdruk nemen, toen Toen pater Onofri weg was, hernam Camilla, die, als hare^ kleine list mislukt was, een voorwendsel gereed had, om'heen te gaan, terstond hare gewone opgeruimdheid en lieftalligheid, omdat zij zich van den inquisiteur (zoo beschouwde zij hem) ontslagen zag; zij nam een stoel, en zette zich bij de spelers neder; en toen de marchese zijne dochter naast zich zag, zoide hij, onder het schudden der kaarten, dat zij hem fortuin bracht. Doch hare gedachten hiel den zich met dierbare herinneringen bezig; en haar hart dacht aan eene onverwachte ontmoeting, en aan eene korte reis in een helderen herfstnacht. In öene andere woning, niet ver van hier, brach ten andere vrienden van ons, dien avond te znmen door; en misschien dacht Camilla wel, dat zij bij hen vrijer en gelukkiger zou zijn. Daar werd de eerste dag des jaars vroolijker en vreedzamer ten einde gebracht. De signora Giuliana had den troost van hare beide kinderen bg zich te hebben, en die arme Laodice, die, in de twee maauden, die zij bij hen doorgebracht had, reeds geleerd had het huis lief te hebben van hen die haar een nieuw leven schonken. Zij was, zooals wij gezegd hebben, bijna vijftien jaren, omdat zij te oud was, of om eene andere reden, had zij niet kunnen opgenomen worden in eene van de scho len, die voor deze ongelukkigen te Milaan open staan. Wordt vervolgd.) de echtgenoot der schoone, die alles gezien had, bem aanviel en hem zijn photographisch toestel ontrukto. Hoe de jongman ook protesteerde, alles was ver geefs. De jaloersche ephtgenoot beweerde, evenals de heer Eiffel van zijn toren, dat elke reproductie van hetgeen hem behoorde, onwettig was en dat hij volkomen recht had dergelijke navolgingen verbeurd te verklaren, waar hij ze ook vond. De vicmte wilde deze theorie niet aannemen en vroeg zijn eigendom terug. Een hevige woordenstrijd ontstond en een groote menigte verzamelde zich rondom do beide twisters, terwijl intusschen de schoone oorzaak van dit alles zich door do golven liet mede voeren, onbewust van hetgeen er op het vasteland Ten laatste bleef de jaloersche man overwinnaar en verwijderde zich met het photographietoestel van ilen jongen liefhebber onder den arm. Hij ging dadelijk er mede naar een photograaf, deed het beeld ontwikkelen en nu zullen zijn advocaat en de rechter het monopolie genieten, de beeltenis der schoone mevr. X. in badcostuum te zien. Een poging tot moord gevolgd door een moord bracht Zaterdagnacht de gemeente Oost- en West- Barendrecht in groote opschudding. Jan Levering, in die gemeente woonachtig, trachtte tegen der. zin van den vader verkeering aan te knoopen met Jan netje Monster. Zaterdagavond elf uur was hij weder naar het meisje toegegaan en had met haar een gesprek voor de woning van haar vader. Het onder houd scheen voor Levering niet de gewenschte wen ding te nemen hij ontstak allengs in woede, trok zijn mes en bracht het zeventienjarige meisje, dat vluchtte, een diepe snode in deu rug toe. Tobias Monster, de vader, snelde op het geroep zijner doch ter de woning uit om haar te hulp te komen. De onverlaat viel daarop dezen aan en bracht hem oen doodelijke verwonding in het onderlijf toe. Op het moordgeroep kwamen de overige huisgenooten toe snellen en vonden den vader neergezegen, badende in zijn bloed. l)r. Broeksmit uit Charlois, op ver zoek van den verslageno gehaald, kon slechts con- stateeren dat de dood onvermijdelijk was. Ondor een vreeselyk lijden, dat twee uren duurde, bezweek de ongelukkige vader, die een vrouw met acht kinderen nalaat. De moordenaar was naar zgn woning gevlucht hij werd daar, op den zolder verscholen, gearres teerd en geboeid naar de gevangenis te Dordrecht gebraoht Te llatibor, in Pruisisch-Silezië, zal binnenkort een waar monster-proces worden behandeld. De beschuldigden zgn 66 zich noemende agenten van landverhuizing en hunne handlangers, waarvan er zeer velen reeds lang in preventieve hechtenis zitten. De akte van beschuldiging is een boekdeel in groot formaat van ruim 200 bladzijden druks. De inhoud komt in hoofdzaak hierop neder, dat de beschul digden op de schandelijkste wijze, deels onder val- sche voorspiegeling, deels door list en geweld, een aantal poraonen hebben aangedreven tot landverhui zing. Welke kunstgrepen hiertoe gebezigd werden, is onder anderen gebleken uil <'e inbeslagneming van 189 brieven en 146 telegrammen. Behalve deze en eenige andere stukken moeten er ten processe nog 439 verklaringen van buitenlandache getuigen worden voorgelezen en 377 getuigen worden gehoord, zoodat de behandeling der zaak wel lang zal duren. Omtrent de aanzeiling van de bomschuit Gijabert Cornelia van den reeder P. Haring te Scheveningen, door den logger Amterdam van de Maatschappij voor Zeevisschery te Maassluis, deelt hot Vod. de volgende bijzonderheden mede Laatstleden Maandagavond lag op 56 gr. 30 min. N. B. genoemde bomsohuit, 8 dagen nadat zij Soheveningen vorlaton had, nan de vleet dat wil zeggen, zg was risschonde met het voorgeschreven licht op, toen tusschen elf uur en half twaalfde logger M A 28 op haar afkwam en het vaartuig in de zijde drong achter de klamp. De aan boord zgnde matrozen op de bomschuit vergewisten zioh van het scheepsnommer van don logger, die terstond zijn weg vervolgde. Later is gebleken, dat het roer op den logger was toevortrouwd aan een onervaren matroos van negentien jaar, die wel degeljjk lang te voren de bom opgemerkt had en haar dus had kunnen mijden. Eenigen tijd later kwam de logger de bomsohuit praaien; de schipper van do Gijabert Cornelia, Willem Dijkhuizen, vroeg nu om een boot, maar de logger had er geen aan boord en aan hot verzoek kon dus niet voldaan worden. De bemanning op de bomsohuit braoht den ge- heelen uaoht al stakelonde en in doodsangst door, op het laatst niet anders verwachtende, dan met het schip in de zee weg te zinken. Toen de nood het hoogst gestegen was, Diusdag morgen ongeveer halt acht uur, kwam de logger weder opdagen en met lijnen werden nu de schipper en de matrozen een voor een gered. Op het oogenblik, dat men de Gijabert Cornelia verliet, was van het vaartuig niets meer dan de vinmast te zien. Met het vaartuig ging de geheele inventaris, circa 400 tonnen, de vleet, een groote iartij zout, 20 vaten haring, een gedeelte der iagage van de bemanning, enz., verloren. Do sch,ade beloopt vele duizenden guldens. De bemanning van de bomschuit is nu eensklaps broodeloos geworden: niet gemakkelijk zal het den schipper en matrozen in dezen tijd van het jaar zijn een andere «stee" te krijgen. De wet, betreffende de arbeiderswoningen, die thans in België is verschenen, bevat de volgende hoofdbepalingen Minstens in elk district wordt eene commissie aangesteld, wier leden voor drie jaren, deels doof de regeering, deels door het blijvende ouderbestuur van den provincialen raad benoemd worden met de opdracht, de oprichting van arbeiderswoningen te bevorderen en te zorgen, dat deze tegen jaarlijk- sche betaling worden verhuurdop den toestand der woningen voortdurend toezicht te oefenen spaarzaamheid en de deelneming aan ondersteu ningsfondsen aan te moedigenprijzen te stellen op orde, spaarzaamheid en reinheidder overheid maatregelen voor te stellen, die zij wenschelijk ach ten over de uitwerking daarvan den minister jaar lijks verslag te geven by onteigeningen in 't groot in de wijken, die door de arbeiders worden bewoond, een bewijs over te leggen betreffende den verkoop der onteigende bezittingen. De ouderbesturen verkrijgen in zekeren zin be perkte burgerrechtelijke persoonlijkheid, daar zij geschenken aan roerend goed en bijdragen van do overheid mogen aannemen. De koninklijke spaar en verzekeringsbank is gemachtigd, na goedkeuring door de onderbesturen, gelden ter leen te verstrek ken tot aank'oop en inrichting van arbeiderswonin gen, onder voorwaarden, die door den minister van iinanoiëu moeten worden goedgekeurd en zich hier voor dekken door levensverzekeringen, die volgens, bij koninklyk besluit vastgestelde bepalingen worden gesloten. Ook de provinciën, gemeenten en open bare weldadigheidsinstellingen zijn bevoegd, ge schenken voor de inrichting van arbeiderswoningen aan te nemen. Arbeiderswoningen, die met een klein stukje grond het eenige bezit van het gezin uitmaken, vallen niet in de termen der belaatiag en ook do bezitters ziju volkomen belastingvrij, daar zooals men weet, de belasting in België nog steeds evenals hier te lande, naar de behuizing geregeld wordt. Maat schappijen op aandeelen en bouwvereenigingen tot inrichting van arbeiderswoningen kunnen tegen zekere voorwaarden de eigenschappen vau gewoon burger rechtelijk persoon verkrijgen. Voorts verleent de wet aan deze maatschappijen, zoowel als in het al gemeen bjj de veranderingen van bozitter der arbei derswoningen, een groot aantal vrijstellingon van belasting. Te Frankfort zocht de vorige week een jong meisje, dat van hare ouders bevel had gekregen, eene liefdegeschiedenis met een jeudig student te staken, op poëtische wijze den dood. Vrijdagmor gen vonden do ouders de deur van hare slaap kamer gegrendeld, en toen zg de deur hadden la ten openbreken, het meisje bewusieloos te bed, ter wijl een doordringende bloemengehr do kamer vulde. Op een tafel voor het bed waren esn menigte bloem potten gerangsohikt, jasmijn, reseda, rozen, anjelieren en zoogenaamde, «studontenbloeu en", do binuen- tredenden kregen reeds vau dun sterkeu geur hoofdpijn. Een doktor werd gehaald, aan wiens zorgen hét gelukte de zelfmoordenares tot hot bewustzijn terug te brengentoch is het jonge meisje nog zeer ziek. In eene reisbeschrijving in de Poaaiache Zeitung «Eenige dagen in den kleinen Kaukasus», vindt men omtrent de Armenische vrouwen interessante bijzonderheden. «Haar oostuum hoeft eenige Overeenkomst met de algemeen bekende Oostersche vrouwenkleeding wyde broek, vol plooien, op een rok gelijkend, effen hard rood bg jonge vrouwen, blauw bg de ouderen; een kort hemd van katoen of zgde, een weinig over het middel reikend en meestal met gordel of sjerp samengevat, het hemd steeds effen geel of hard rood, de sjerp bonten een klein lakensch jakje met open mouwen, welke met koor den of knoopen worden dichtgemaakt en aan den rand met kleine munten behangen zgn. Het hoofd is met eene| baret gedekt, of by de oudere vrouwen met een hoofddoek omwonden, die al het haar verborgt. Het schoeisel is opmerkelijk. De vrouwen dragen of zachte lederen pantoffels zonder hakken, of stijve lederen voetzolen met hakken en zonder kappen, en wel zoo, dat de hak- in de holte van den voet past, terwijl de hiel zonder steun is. De positie der vrouw in Armenië is deze Zij is zeer geacht en wordt niet als slavin behandeld, maar de gewoonte brengt mede, dat zjj nooit een woord tot een man zegt. Door teekens geeft zij een vreemdeling die haar wat vraagt, te kennen -. «ja», «neen" ik weet het niet", «ik mag niet spre ken"; en dit laatste teeken is het antwoord op de moeste vragen. Uitzonderingen maken kleine meisjes en oude vrouwen, maar ook deze fluisteren slechts een paar woorden tot een man. De verloofde of de jonggetrouwde vrouw spreekt zelf met den vader of de broeders van haren man geen woord. Het costuum staat, bij de groote schoonheid der vrouw cn, dikwijls zeer schilderachtigalleen werkt de groote onzindelijkheid der bevolking eenigszins storend wasschen en baden is onder de Armenische vrouwen iets weinig bekende. Iets eigenaardigs is de groote vereering voor vrouwelijke schoonheid, die in den Kaukasus heerschteen mooi, welgevormd, gezond meisje en er zgn er vele, wacht nooit ver» geefs op een man; ziekelijke ofleelijkedaarentegen, al zgn zij van zeer aanzienlijke familie of rijk, trou wen nooit.» Tusschen Assam en Birmah, in Britsch Achter- Indië, ligt de kleine staat Manipur, die in den laat sten tijd veel bezocht is door Britsche officieren, met het oog op de landwegen van Bengalen naar Birmah. Een dezer officieren geeft eene beschrijving van de hoofdstad Imphail. Deze plaats ligt schijnbaar in een dicht bosch. Torens noch schoorsteenen zijn zichtbaar, en uit niets zou kunnen worden afgeleid, dat hier de woonplaats is van 30,000 5 40,000 inwoners. Toch is onder de boomen het paleis van den Kadjah ver borgen en zijn dicht daarbij de buizen zijner gunste lingen. Elke familie heeft een groote afgesloten ruimte om de woning. Imphail is daarom een stad van dorpen, of liever landelijke woonplaatsen, om het paleis. Hechte, wijde wegen, aan beide zijden met boomen beplant en die elkander dikwijls snijden, vormen de wegen van gemeenschap, maar wagens, winkels of handwerkslieden bestaan er niet. De iuwonors der hoofdstad zijn de uitverkoren gunstelingen des regeerders, aan wie stukken grond nabij het paleis zijn toegewezen en die loven door de verdrukking vau de vervolgde landbouwers in den Staat. De stad is aan weelde en genoegens gewijd. Allen zijn er gelukkig. De straten zijn vol lachende, gelukkige en gezonde gezichten, waar van er weinigen slechts teekenen vertoonen, dat zg arbeid gezien hebben.Scholen zijn er niet en de gunst bij het hof wordt verkregen door goed polo-spelen. Munten zgn onbekend en de mannen mogen uiet handelen. Invoer en uitvoer, behalve van zekere artikelen, die inkomsten voor het hof opleveren, zijn practisch verboden. De vrouwen uit de dorpen komen op zekere dagen naar de hoofd stad. Elk draagt een mand op het hoofd, waarin zij draagt wat zy voor het eigen gezin niet noodig heeft en dat verruild wordt tegen wat anderen te veel hebben, en alle handel, die in het Rijk plaats heeft, gaat door de tusschenkomst van deze vrouwen. Over het nadeel van oogkleppen bij paarden schrijft de hoofd-paardenarts Huch te Breslau in het „Thieijj schutz-Correspondenzblatt«Het is bijna onbegrijpe lijk, hoe men kan meenen dat paarden, die van oogklep pen zijn voorzien, niet schichtig zullen worden; slechls de zachtmoedigheid van het paard en het voortdurend gebruik dier kleppen maakt het mogelgk. daarmede te rijden. Men behoeft slechts te zien hoe jonge paarden zich verzetten, wanneer hun voor de eerste maal die kleppen worden aangelegd, om te kunnen beoordeelen hoe onnut die dingen zgn. Hoe wensche lijk het ook ware, de oogkleppen geheel uit te roeien, acht ik dat vooreerst onmogelijk, want de kracht der gewoonte is sterker dan de beste wil, en toch moet then die dierenkwellende mode met alle middelen bestrijden. Ten minste moet men daarom trachten het daarheen te leiden, dat de oogkleppen zoodanig worden aangelegd, dat zij het paard niet hinderen. Zij moeten zoo zitten, dat het paard zgn gezichts vermogen ten volle kan ontwikkelen en den indruk van alle voorwerpen geheel kan ontvangen, zonder achterwaarts te kunnen zienhet eenig doel der klep pen mag trouwens slechts zijn, de oogen van het paard te beschermen tegen de slagen van de zweep. «De ligging van het paardenoog eischt, dat het licht van voren en ter zijde vrij kan indringende voorkant der oogkleppen mag alzoo niet te dicht bij het oog liggen. Hoe nadeelig do invloed van slecht zittende oogkleppen is, bewijzen de vele oogziekten welke het paard tijdens het werken oploopt. Bij wagenpaarden komen oogziekten dan ook veel talrijker voor dan by rijpaarden, terwyl voorts onbeduidende oogziekten bij deze laatste veel ernstiger worden, zoodra zij als koetspaarden worden gebruikt."

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2