lo. de zoo nauwkeurig mogelijke aanduiding van
den persoou des veroordeelden2o. de vermelding
van de rechterlijke uitspraak, uit kracht waarvan
deze zich in de gevangenis bevindt, en van den
dag waarop de straftijd is ingegaan en dien waarop
hg zal eindigen3o. al wat het bestuur der ge
vangenis bekend is omtrent het verleden van den
veroordoelde, voor zoover dit ter zake dienendefkan
worden geacht, het beroep of bedrijf, dat hij voor
zgn opneming uitoefende, of tijdens zijn verblijf heeft
geleerd, zgn gedrag, de mogelijkheid om bij invrij-
heidsstelling in eigen onderhoud te voorzien, en een
voorstel omtrent het al dan niet verstrekken vau
gelden uit zijn uitgaanskas; 4o. zoo geen voorstel
van het bestuur is uitgegaan, zijn advies; 5o. do
voorwaarden welke, naar het oordeel van het be-1
stuur, in elk bijzonder geval aan de invrijheids-
stelling zouden behooren te worden verbonden, als
hoedanig onder meer kan worden gesteld net ver
blijf in of buiten eeno bepaalde plaats.
Bij ontslag wordt een verlofpas uitgereikt, die do
voorwaardelijk in vrijheid gestelde te vertoonen heeft
aan het hoofd van de politie in elke gemeente,
waarin hij zich vestigt, totdat zijn straftijd is ver
streken. Wordt hem vermindering van straf ver
leend, dan geschiedt daarvan aantoekening op den
verlofpas. Reisgeld kan bij het ontslag verleend
worden, ten laste van de uitgaanskas, of indien
deze ontoereikend is, ten koste van het rijk. Het
mag in gewone omstandighedeu niet meer bedragen
dan 20 cent per 5l/s kilom., en als de afstand
minder dan 28 kilom. is, wordt geen reisgeld ver
strekt, behalve als de persoon niet loopen kan of
veergelden heeft te betalen.
De meest origineele Amerikaansche bedrieger is
ongetwijfeld de man, die sedert geruiraen tijd den
negers in Georgia wijs maakte, dat de wereld den
lSden Augustus zou vergaan, en hun daarom
.«hemelvleugels" verkocht. Het is een door de
rechtbank, in wier handen de bedrieger zich nu
bevindt, gewaarborgd feit, dat hij 150 paar (ganze)
vleugels, tegen 10 dollars het paar, aan den man
bracht, met behulp waarvan de mensclien zich op
den dag, dat de aarde verging in de lucht zouden
kunnon verhelfeu, om hemelwaarts te stijgen. Hg
vond 150 zulke domooren en verdiende daaraan
dus een sommetje van 1500 dollars.
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal is
door het centraal-bestuur van het Algemeen Neder-
landsch Werkliedenverbond een adres gericht, waarin
het te kennen geeft:
dat het met de meeste belangstelling kennis heeft
genomen van het bij de Kamer aanhangige wetsont
werp tot herziening der wet op het lager onderwijs
en van de gedachtenwisseling daarover tot heden
door liaar met de regeering gevoerd;
dat die belangstelling echter niet voortspruit uit
-instemming met de voorgestelde wijzigingen;
dat toch de meesten dier wijzigingen niet kunnen
strekken om het peil van het nog zoo weinig vol
doend lager onderwijs te doen rijzen;
dat dit op de meest afdoende wijze is aangetoond
in de bg de Kamer ingekomen adressen der Maat
schappij tot nut van het algemeen, van het bestuur
der Yereeniging voor paedagogiek en van hot hoofd
bestuur van het Nederlandsch Onderwijzersgenoot
schap;
gij dat de jonge dame begrijpen zal, dat hare gene-
genheid, zoo het al genegenheid is, verkeerd geplaatst
is, en hare dwaling zal inzien?
„Dat verlang ik."
„Wat dan maar, tot zij wete wat ik weet."
„Maar is het dan zeker?"
„Morgen zal het zeker zijn, binnen een dag of
twee moet de marchesina, zg alleen denk daar
wel om, op de minst gezochte wijs, eene uitnoodi-
ging ontvangen, om bij donna Amalia te dineren.
Anders verlang ik niets."
„Dat zal gebeuren, zult gij daar zijn?"
„Ik hoop het."
„En zal uw woord, dat tot hiertoe nutteloos was,
dan voldoende zijn, om haar tot andere gedachten
te brengen?"
„Dat denk ik wel r daar ben ik zeker van.
In elk geval zal eene illusie, een hartstocht, verdre
ven worden door eene andere illusie, dat is eene
homopatische geneeswijze op zedelijk gebied."
„Goed, ik zal er nog eens over denken."
„Maar, zooals ik gezegd heb, marches*, gij moet
er u niet mede bemoeien; ik neem alles op mij."
„En als gij niet slaagt met deze proef?"
„Wel zeker, ik zal slagen en gg zult mij
dankbaar zgn."
Van alles wat tusschen de marchesa en haar ver
trouwde gesproken was, hadden slechts weinige wat
lnider uitgesproken woorden, het oor der anderen
bereikt. Het meisje, ofschoon op een afstand gezeten,
dat het, naar die zeer gemotiveerde adressen ver
wijzend en zich daarbg wat de hoofdpunten aangaat
aansluitond, meer inzonderheid de aandacht wenscht
te vestigen:
lo. Op de hoogst nadeelige gevolgen die zullen
voortspruiten uit de vermindering van het getal on
derwijzers door welke het hoofd der school, volgens
art. 24, slechts behoeft te worden bijgestaan, welke
nadeelige invloed zich vooral zal doen gelden op de
scholen voor de kinderen van min- en onvermogen-
den, de scholen als aangewezen voor de minder be
voorrechte klassen des volks, de kinderen die ge
woonlijk geheel onvoorbereid op de lagere school
komen, uit gezinnen waar schier alles ontbreekt wat
tot leiding en aanvulling van het op de school ge
leerde onontbeerlijk is, en voor wie het op de lagere
school geleerde gewoonlgk het eenige is voor hun
geheele leven.
2o. Op de wenschelijkheid dat ook het teeken
onder wijs worde opgenomen onder de verplichte leer
vakken. Het gaat, M. H., waarlijk niet aan te be
weren, gelijk in het verslag uwer Kamer te lezen
staat, dat niet alle kinderen bevattelijk zijn om het
teekenen te leeren. De vraag zou gedaan kunnen
worden: zijn alle kinderen bevattelijk om alle andere
vakken te leeren, welke op de lagere school onder
wezen worden? Indien een voorafgaand onderzoek
kon worden ingesteld, zou zeer stellig menige twijfel
rijzon. Er is van leeren der andere vakkeu trouwens
evenmin sprake. De kinderen krijgen er alleen on
derwijs in. Wat zij er van leeren hangt, behoudens
van andere invloeden, gedeeltelijk of geheel van hun
bevattingsvermogen af. Datzelfde zal het geval zijn
met teekenen. Het onderwijs in het teekenen op de
lagere school strekt slechts tot oefening van oog,
geest en hand, welke oefening, volgens deskundigen,
reeds op jeugdigen leeftijd gevorderd wordt. Voor
de kinderen dor lagere klassen, waaruit de aan
staande ambachtslieden voortkomen, is die oefening
van te grooter beteekenis, omdat de vorderingen
daarin, nevens de lichamelijke gesteldheid en krach
ten, voor de ouders meestal de voorname, zoo niet
eenige maatstaf is bij de keuze van een toekomstigen
werkkring: het aan te leeren of te beoefeuen ambacht.
3o. Op de dringende noodzakelijkheid der invoe
ring van den leerplicht.
Het adres zegt:
Het is op de noodzakelijkheid van dezen plicht, dat
de Nederlandsche werklieden steeds met klem en
kracht hebben aangedrongen, sedert bijna 25 jaar,
dat is sederlv.de oMwikkeling hunner beweging, dus
sedert zij het opeuoaar* loven zijn gaan medeleven en
hun daar zoo nauw mede verbonden belangen hebben
leeren kennen en waardeeren. Eene reeks van meer
en minder vormelijke uitspraken in vergadoringen
strekken daarvan tot bewijs en evenzoo bok talrgk
vele adressen. Verscheiden vereenigingen eu vooral
afdeelingen van onë Verbond leggen huu leden den
plicht op, hun kinderen tot zekeren leeftijd, gewoonlijk
13 jaar, do school te doen bezoeken; deze en andere
afdeelingen kennen belooningen toe en organiseereu
feestjes voor de kinderen, welke de school gerogeld
bezoeken. In de statuten van ons Verbond, nog
onlangs herzien, is zonder eenigen tegenstand de be
paling gehandhaafd, die haar al 19 jaar siert: „het
bevorderen der invoering van den leerplicht tot den
leeftijd van 14 jaar en voor hen die geen middelbaar-
of beroepsonderwijs ontvangen, op avond- of herha
lingsscholen, tot den leeftijd van 16 jaar."
had met achterdocht het gesprek gadegeslagen tusschen
hare moeder, en den man, dien zij als haar vijand
beschouwde; zij gevoelde eene groote onrust, al dacht
zij juist niet, dat er over haar gesproken werd. Die
eerste avond van het jaar, ging zeer treurig voor haar
voorbij.
Zij kon bijna niet rustig blijven zitten, en nauwe
lijks hoorde zij de oude pendule negen slaan, of, on
geduldig om een gesprek, dat haar hinderde, 'af te
breken, ging zij naar hare moeder en vroeg, of deze
goed vond dat het tafeltje klaar gezet werd, voor het
gewone tarokpartgtje. Die vraag was voldoende, om
den draad van het gesprek af te breken. De bejaarde
domheer stond op, verontschuldigde zich, dat hij dien
avond geen dëel aan den strijd kon nemen, en nam
afscheid; twee of drie anderen deden hetzelfde, en
weldra waren slechts de gewone medespelers van den
marchese, en twee of drie anderen over. Ook de
pater was, niet zonder veel plichtplegingen, heenge
gaan; en Camilla kon weder vrij adem halen.
De overgeblevenen verzamelden zich rond de mar
chesa, behalve de drie, welke met den heer des
huizes, hunne plaats namen aan het tafeltje om den
strijd te hervatten, die gedurende het grootste ge
deelte van het jaar, in deze zaal gestreden werd.
Die strijd duurde reeds eene halve eeuw, en wörd
niet gestoord door den echo van de oorlogen van den
eersten Napoleon, noch door de omwentelingen, die,
na dertig, zoo menigmaal den styap der koningen
stoorden, noch door de kanonnen van de Krim.
Zult gij, M. H. de aangehaalde en talrgke andere
getuigenisson uit de volkskringen nog langer min-
achten en miskennen? Zult gij nog langer weerstand
bieden aan een zoo bescheiden eisch van de ouden
zelf, om, ja laat het ons ruiterlijk zeggen, ze buiten
de mogelijkheid, buiten de groote verleiding te houden
hun kinderen de school te doen verzuimen. Wij
verwachten dat niet en te minder, nu werkelijk de
regeering niet principieel tegen invoering van den
leerplicht is gekant. Onder die omstandigheden
vooral is het niet aan te nemen dat gij, M. H., de
verantwoordelijkheid op u zult durven nemen, om te
weigeren, wat een zoo groot deel en nog wel van het
in deze aangelegenheid meest belanghebbend deel des
volks, zoo dringend wenscht en verlangd.
Resumeerende dringt ons bestuur er bij uwe Kamer
met groote bescheidenheid doch met de meeste klem
op aan, om behoudens andere voorzieningen, in de
voren aangehaalde adressen genoemd, wier strekking
is om het peil van het volksonderwijs niet te doen
dalen maar zoo mogelgk to verheffen, vooral te zor
gen, dat:
lo. het aantal leerlingen in iedere klasse in geen
geval grooter moge worden dan p. m. 40:
2o. het teekenonderwgs worde opgenomen onder
de verplichte vakken;
3o. de kinderen verplicht worden de lagere school
geregeld te bezoeken, liefst tot den leeftijd van 14 jaar.
Een practische courant. Aan het hoofd van een
Araerikaansch blad stond dezer dagen, met vette
letters, te lezen „Aan onze geachte lezers I
Daar het ons bij herhaling gebleken is, dat land
bouwers, die op onze courant geabonneerd zijn, ge
durende de zomermaanden geen tijd hebben, om haar
te lezen, hebben wg naar een middel gezocht, om
nochtans het blad voor hen aantrekkelijk te maken
en drukken nu onze courant, in de maanden Juli,
Augustus en September op Vliegenpapier.
Men bohoeft slechts oen stuk der courant op een
bord te leggen en er wat suiker op te strooien,
om van de vliegenplaag bevrijd te worden. Mocht
het, hier of daar, voorkomen, dat de vliegen niet
terstond sterven, dan kan men zich overtuigde hou
den, dat de bewuste vliegen niet deugen het
papier is goed. De Redactie.
N. B. Wij waarschuwen heeren collega's, dat wij
voor onze uitvinding patent hebben aangevraagd en
vorkregen. Nabootsing er van is verboden bjj de wet.
Parijs zal weldra een cause celébre meer tellen,
en wel eene die groote beweging zal wekken in de
8choone en bevallige wereld en de kringen van
amateur-photografen.
Hot toonoel van het drama, dat de aanleiding
hiertoe was, is de Place de Potenville, waar alle
elegante mondaines samenkomen. Dezer dagen stapto
de schoone mevr. X. in haar wijden doch schilder-
achtigen badmantel uit haar badkoetsen wandelde
de blauwe zee in. Op het oogenhlik dat eon golQe
geluidloos in het zand stierf, hield mevr. X. even
op, sloeg plotseling haar mantel open, waardoor
haar badkleedje zichtbaar werd, en sprong toen in
de schuimende golven.
Ditzelfde oogenblik was voor een jongen vicomle,
die het, gewapend met zijn photographoertoestol,
had afgewacht, voldoende om een lichtdruk van zgn
belangwekkend model op de zilverplaat op te vangen,
en juist wilde hij een tweeden afdruk nemen, toen
Toen pater Onofri weg was, hernam Camilla, die,
als hare^ kleine list mislukt was, een voorwendsel
gereed had, om'heen te gaan, terstond hare gewone
opgeruimdheid en lieftalligheid, omdat zij zich van
den inquisiteur (zoo beschouwde zij hem) ontslagen
zag; zij nam een stoel, en zette zich bij de spelers
neder; en toen de marchese zijne dochter naast zich
zag, zoide hij, onder het schudden der kaarten, dat
zij hem fortuin bracht. Doch hare gedachten hiel
den zich met dierbare herinneringen bezig; en haar
hart dacht aan eene onverwachte ontmoeting, en aan
eene korte reis in een helderen herfstnacht.
In öene andere woning, niet ver van hier, brach
ten andere vrienden van ons, dien avond te znmen
door; en misschien dacht Camilla wel, dat zij bij
hen vrijer en gelukkiger zou zijn. Daar werd de
eerste dag des jaars vroolijker en vreedzamer ten
einde gebracht.
De signora Giuliana had den troost van hare beide
kinderen bg zich te hebben, en die arme Laodice,
die, in de twee maauden, die zij bij hen doorgebracht
had, reeds geleerd had het huis lief te hebben van
hen die haar een nieuw leven schonken. Zij was,
zooals wij gezegd hebben, bijna vijftien jaren, omdat
zij te oud was, of om eene andere reden, had zij
niet kunnen opgenomen worden in eene van de scho
len, die voor deze ongelukkigen te Milaan open staan.
Wordt vervolgd.)
de echtgenoot der schoone, die alles gezien had,
bem aanviel en hem zijn photographisch toestel
ontrukto.
Hoe de jongman ook protesteerde, alles was ver
geefs. De jaloersche ephtgenoot beweerde, evenals
de heer Eiffel van zijn toren, dat elke reproductie
van hetgeen hem behoorde, onwettig was en dat hij
volkomen recht had dergelijke navolgingen verbeurd
te verklaren, waar hij ze ook vond. De vicmte
wilde deze theorie niet aannemen en vroeg zijn
eigendom terug. Een hevige woordenstrijd ontstond
en een groote menigte verzamelde zich rondom
do beide twisters, terwijl intusschen de schoone
oorzaak van dit alles zich door do golven liet mede
voeren, onbewust van hetgeen er op het vasteland
Ten laatste bleef de jaloersche man overwinnaar
en verwijderde zich met het photographietoestel van
ilen jongen liefhebber onder den arm. Hij ging
dadelijk er mede naar een photograaf, deed het
beeld ontwikkelen en nu zullen zijn advocaat en
de rechter het monopolie genieten, de beeltenis der
schoone mevr. X. in badcostuum te zien.
Een poging tot moord gevolgd door een moord
bracht Zaterdagnacht de gemeente Oost- en West-
Barendrecht in groote opschudding. Jan Levering,
in die gemeente woonachtig, trachtte tegen der. zin
van den vader verkeering aan te knoopen met Jan
netje Monster. Zaterdagavond elf uur was hij weder
naar het meisje toegegaan en had met haar een
gesprek voor de woning van haar vader. Het onder
houd scheen voor Levering niet de gewenschte wen
ding te nemen hij ontstak allengs in woede, trok
zijn mes en bracht het zeventienjarige meisje, dat
vluchtte, een diepe snode in deu rug toe. Tobias
Monster, de vader, snelde op het geroep zijner doch
ter de woning uit om haar te hulp te komen. De
onverlaat viel daarop dezen aan en bracht hem oen
doodelijke verwonding in het onderlijf toe. Op het
moordgeroep kwamen de overige huisgenooten toe
snellen en vonden den vader neergezegen, badende
in zijn bloed. l)r. Broeksmit uit Charlois, op ver
zoek van den verslageno gehaald, kon slechts con-
stateeren dat de dood onvermijdelijk was.
Ondor een vreeselyk lijden, dat twee uren duurde,
bezweek de ongelukkige vader, die een vrouw met
acht kinderen nalaat.
De moordenaar was naar zgn woning gevlucht
hij werd daar, op den zolder verscholen, gearres
teerd en geboeid naar de gevangenis te Dordrecht
gebraoht
Te llatibor, in Pruisisch-Silezië, zal binnenkort
een waar monster-proces worden behandeld. De
beschuldigden zgn 66 zich noemende agenten van
landverhuizing en hunne handlangers, waarvan er
zeer velen reeds lang in preventieve hechtenis zitten.
De akte van beschuldiging is een boekdeel in groot
formaat van ruim 200 bladzijden druks. De inhoud
komt in hoofdzaak hierop neder, dat de beschul
digden op de schandelijkste wijze, deels onder val-
sche voorspiegeling, deels door list en geweld, een
aantal poraonen hebben aangedreven tot landverhui
zing. Welke kunstgrepen hiertoe gebezigd werden,
is onder anderen gebleken uil <'e inbeslagneming
van 189 brieven en 146 telegrammen. Behalve deze
en eenige andere stukken moeten er ten processe
nog 439 verklaringen van buitenlandache getuigen
worden voorgelezen en 377 getuigen worden gehoord,
zoodat de behandeling der zaak wel lang zal duren.
Omtrent de aanzeiling van de bomschuit Gijabert
Cornelia van den reeder P. Haring te Scheveningen,
door den logger Amterdam van de Maatschappij
voor Zeevisschery te Maassluis, deelt hot Vod. de
volgende bijzonderheden mede
Laatstleden Maandagavond lag op 56 gr. 30 min.
N. B. genoemde bomsohuit, 8 dagen nadat zij
Soheveningen vorlaton had, nan de vleet dat wil
zeggen, zg was risschonde met het voorgeschreven
licht op, toen tusschen elf uur en half twaalfde
logger M A 28 op haar afkwam en het vaartuig in
de zijde drong achter de klamp. De aan boord
zgnde matrozen op de bomschuit vergewisten zioh
van het scheepsnommer van don logger, die terstond
zijn weg vervolgde. Later is gebleken, dat het roer
op den logger was toevortrouwd aan een onervaren
matroos van negentien jaar, die wel degeljjk lang
te voren de bom opgemerkt had en haar dus had
kunnen mijden. Eenigen tijd later kwam de logger
de bomsohuit praaien; de schipper van do Gijabert
Cornelia, Willem Dijkhuizen, vroeg nu om een boot,
maar de logger had er geen aan boord en aan hot
verzoek kon dus niet voldaan worden.
De bemanning op de bomsohuit braoht den ge-
heelen uaoht al stakelonde en in doodsangst door,
op het laatst niet anders verwachtende, dan met het
schip in de zee weg te zinken.
Toen de nood het hoogst gestegen was, Diusdag
morgen ongeveer halt acht uur, kwam de logger
weder opdagen en met lijnen werden nu de schipper
en de matrozen een voor een gered.
Op het oogenblik, dat men de Gijabert Cornelia
verliet, was van het vaartuig niets meer dan de
vinmast te zien. Met het vaartuig ging de geheele
inventaris, circa 400 tonnen, de vleet, een groote
iartij zout, 20 vaten haring, een gedeelte der
iagage van de bemanning, enz., verloren. Do sch,ade
beloopt vele duizenden guldens.
De bemanning van de bomschuit is nu eensklaps
broodeloos geworden: niet gemakkelijk zal het den
schipper en matrozen in dezen tijd van het jaar zijn
een andere «stee" te krijgen.
De wet, betreffende de arbeiderswoningen, die
thans in België is verschenen, bevat de volgende
hoofdbepalingen
Minstens in elk district wordt eene commissie
aangesteld, wier leden voor drie jaren, deels doof
de regeering, deels door het blijvende ouderbestuur
van den provincialen raad benoemd worden met de
opdracht, de oprichting van arbeiderswoningen te
bevorderen en te zorgen, dat deze tegen jaarlijk-
sche betaling worden verhuurdop den toestand
der woningen voortdurend toezicht te oefenen
spaarzaamheid en de deelneming aan ondersteu
ningsfondsen aan te moedigenprijzen te stellen
op orde, spaarzaamheid en reinheidder overheid
maatregelen voor te stellen, die zij wenschelijk ach
ten over de uitwerking daarvan den minister jaar
lijks verslag te geven by onteigeningen in 't groot
in de wijken, die door de arbeiders worden bewoond,
een bewijs over te leggen betreffende den verkoop
der onteigende bezittingen.
De ouderbesturen verkrijgen in zekeren zin be
perkte burgerrechtelijke persoonlijkheid, daar zij
geschenken aan roerend goed en bijdragen van do
overheid mogen aannemen. De koninklijke spaar
en verzekeringsbank is gemachtigd, na goedkeuring
door de onderbesturen, gelden ter leen te verstrek
ken tot aank'oop en inrichting van arbeiderswonin
gen, onder voorwaarden, die door den minister van
iinanoiëu moeten worden goedgekeurd en zich hier
voor dekken door levensverzekeringen, die volgens,
bij koninklyk besluit vastgestelde bepalingen worden
gesloten. Ook de provinciën, gemeenten en open
bare weldadigheidsinstellingen zijn bevoegd, ge
schenken voor de inrichting van arbeiderswoningen
aan te nemen.
Arbeiderswoningen, die met een klein stukje grond
het eenige bezit van het gezin uitmaken, vallen
niet in de termen der belaatiag en ook do bezitters
ziju volkomen belastingvrij, daar zooals men weet,
de belasting in België nog steeds evenals hier te
lande, naar de behuizing geregeld wordt. Maat
schappijen op aandeelen en bouwvereenigingen tot
inrichting van arbeiderswoningen kunnen tegen zekere
voorwaarden de eigenschappen vau gewoon burger
rechtelijk persoon verkrijgen. Voorts verleent de
wet aan deze maatschappijen, zoowel als in het al
gemeen bjj de veranderingen van bozitter der arbei
derswoningen, een groot aantal vrijstellingon van
belasting.
Te Frankfort zocht de vorige week een jong
meisje, dat van hare ouders bevel had gekregen,
eene liefdegeschiedenis met een jeudig student te
staken, op poëtische wijze den dood. Vrijdagmor
gen vonden do ouders de deur van hare slaap
kamer gegrendeld, en toen zg de deur hadden la
ten openbreken, het meisje bewusieloos te bed, ter
wijl een doordringende bloemengehr do kamer vulde.
Op een tafel voor het bed waren esn menigte bloem
potten gerangsohikt, jasmijn, reseda, rozen, anjelieren
en zoogenaamde, «studontenbloeu en", do binuen-
tredenden kregen reeds vau dun sterkeu geur
hoofdpijn.
Een doktor werd gehaald, aan wiens zorgen hét
gelukte de zelfmoordenares tot hot bewustzijn terug
te brengentoch is het jonge meisje nog zeer ziek.
In eene reisbeschrijving in de Poaaiache Zeitung
«Eenige dagen in den kleinen Kaukasus», vindt
men omtrent de Armenische vrouwen interessante
bijzonderheden.
«Haar oostuum hoeft eenige Overeenkomst met
de algemeen bekende Oostersche vrouwenkleeding
wyde broek, vol plooien, op een rok gelijkend,
effen hard rood bg jonge vrouwen, blauw bg de
ouderen; een kort hemd van katoen of zgde, een
weinig over het middel reikend en meestal met
gordel of sjerp samengevat, het hemd steeds effen
geel of hard rood, de sjerp bonten een klein
lakensch jakje met open mouwen, welke met koor
den of knoopen worden dichtgemaakt en aan den
rand met kleine munten behangen zgn. Het hoofd
is met eene| baret gedekt, of by de oudere vrouwen
met een hoofddoek omwonden, die al het haar
verborgt.
Het schoeisel is opmerkelijk. De vrouwen dragen
of zachte lederen pantoffels zonder hakken, of stijve
lederen voetzolen met hakken en zonder kappen,
en wel zoo, dat de hak- in de holte van den voet
past, terwijl de hiel zonder steun is.
De positie der vrouw in Armenië is deze Zij
is zeer geacht en wordt niet als slavin behandeld,
maar de gewoonte brengt mede, dat zjj nooit een
woord tot een man zegt. Door teekens geeft zij
een vreemdeling die haar wat vraagt, te kennen -.
«ja», «neen" ik weet het niet", «ik mag niet spre
ken"; en dit laatste teeken is het antwoord op de
moeste vragen. Uitzonderingen maken kleine meisjes
en oude vrouwen, maar ook deze fluisteren slechts
een paar woorden tot een man. De verloofde of
de jonggetrouwde vrouw spreekt zelf met den vader
of de broeders van haren man geen woord.
Het costuum staat, bij de groote schoonheid der
vrouw cn, dikwijls zeer schilderachtigalleen werkt
de groote onzindelijkheid der bevolking eenigszins
storend wasschen en baden is onder de Armenische
vrouwen iets weinig bekende. Iets eigenaardigs is
de groote vereering voor vrouwelijke schoonheid,
die in den Kaukasus heerschteen mooi, welgevormd,
gezond meisje en er zgn er vele, wacht nooit ver»
geefs op een man; ziekelijke ofleelijkedaarentegen,
al zgn zij van zeer aanzienlijke familie of rijk, trou
wen nooit.»
Tusschen Assam en Birmah, in Britsch Achter-
Indië, ligt de kleine staat Manipur, die in den
laat sten tijd veel bezocht is door Britsche officieren,
met het oog op de landwegen van Bengalen naar
Birmah. Een dezer officieren geeft eene beschrijving
van de hoofdstad Imphail.
Deze plaats ligt schijnbaar in een dicht bosch.
Torens noch schoorsteenen zijn zichtbaar, en uit
niets zou kunnen worden afgeleid, dat hier de
woonplaats is van 30,000 5 40,000 inwoners. Toch
is onder de boomen het paleis van den Kadjah ver
borgen en zijn dicht daarbij de buizen zijner gunste
lingen. Elke familie heeft een groote afgesloten
ruimte om de woning. Imphail is daarom een
stad van dorpen, of liever landelijke woonplaatsen,
om het paleis. Hechte, wijde wegen, aan beide
zijden met boomen beplant en die elkander dikwijls
snijden, vormen de wegen van gemeenschap, maar
wagens, winkels of handwerkslieden bestaan er niet.
De iuwonors der hoofdstad zijn de uitverkoren
gunstelingen des regeerders, aan wie stukken grond
nabij het paleis zijn toegewezen en die loven door
de verdrukking vau de vervolgde landbouwers in
den Staat. De stad is aan weelde en genoegens
gewijd. Allen zijn er gelukkig. De straten zijn
vol lachende, gelukkige en gezonde gezichten, waar
van er weinigen slechts teekenen vertoonen, dat
zg arbeid gezien hebben.Scholen zijn er niet en
de gunst bij het hof wordt verkregen door goed
polo-spelen. Munten zgn onbekend en de mannen
mogen uiet handelen. Invoer en uitvoer, behalve
van zekere artikelen, die inkomsten voor het hof
opleveren, zijn practisch verboden. De vrouwen
uit de dorpen komen op zekere dagen naar de hoofd
stad. Elk draagt een mand op het hoofd, waarin
zij draagt wat zy voor het eigen gezin niet noodig
heeft en dat verruild wordt tegen wat anderen te
veel hebben, en alle handel, die in het Rijk plaats
heeft, gaat door de tusschenkomst van deze vrouwen.
Over het nadeel van oogkleppen bij paarden schrijft
de hoofd-paardenarts Huch te Breslau in het „Thieijj
schutz-Correspondenzblatt«Het is bijna onbegrijpe
lijk, hoe men kan meenen dat paarden, die van oogklep
pen zijn voorzien, niet schichtig zullen worden; slechls
de zachtmoedigheid van het paard en het voortdurend
gebruik dier kleppen maakt het mogelgk. daarmede
te rijden. Men behoeft slechts te zien hoe jonge
paarden zich verzetten, wanneer hun voor de eerste
maal die kleppen worden aangelegd, om te kunnen
beoordeelen hoe onnut die dingen zgn. Hoe wensche
lijk het ook ware, de oogkleppen geheel uit te roeien,
acht ik dat vooreerst onmogelijk, want de kracht der
gewoonte is sterker dan de beste wil, en toch moet
then die dierenkwellende mode met alle middelen
bestrijden. Ten minste moet men daarom trachten
het daarheen te leiden, dat de oogkleppen zoodanig
worden aangelegd, dat zij het paard niet hinderen.
Zij moeten zoo zitten, dat het paard zgn gezichts
vermogen ten volle kan ontwikkelen en den indruk
van alle voorwerpen geheel kan ontvangen, zonder
achterwaarts te kunnen zienhet eenig doel der klep
pen mag trouwens slechts zijn, de oogen van het paard
te beschermen tegen de slagen van de zweep.
«De ligging van het paardenoog eischt, dat het licht
van voren en ter zijde vrij kan indringende voorkant
der oogkleppen mag alzoo niet te dicht bij het oog
liggen. Hoe nadeelig do invloed van slecht zittende
oogkleppen is, bewijzen de vele oogziekten welke het
paard tijdens het werken oploopt. Bij wagenpaarden
komen oogziekten dan ook veel talrijker voor dan by
rijpaarden, terwyl voorts onbeduidende oogziekten bij
deze laatste veel ernstiger worden, zoodra zij als
koetspaarden worden gebruikt."