middel om van een schip of van de kust aan een drenkeling eene lijn toe te werpen; So. het beste middel om bij ongelukken op het jjs dwars over het water een touw te sohieteu, waaraan de drenke lingen zich kunnen vasthouden tot er nader hulp wordt aangebracht; 60. de snelste methode om bij brand een asbosttouw in het hoogste venstor van een huis te slingeren en zoodoende verband met de straat te krijgen. Het geschut weegt met haspelljjn en cylinder mot gecomprimeerde lucht slechts 56 Engelsche ponden. Het projectiel, een holle aan het eene einde gesloten huis, wordt van achteren in het kanon gevoerd. De gecomprimeerde lucht wordt dan in het projectiel geleid, dat als een vuurpijl wordt geladen. Zoodra men de beugel beweegt, vliegt het projeotiel met verbazende snelheid weg, terwijl het de reddingslijn met zich voert. Met een druk van 3000 pond per vierk. duim kan zulk eene lijn 400 yards (pl. m. 865 M.) ver geslingerd worden. De kosten van een geheel uitgerust stuk geschut bedragen slechts 15 pond sterling (ƒ180) en be hoeven dus geen hinderpaal voor algemeene aan schaffing te zijn. Staten-Geiieraal. Tweede Kamer. Zitting van Donderdag 29 Augustus. De heer Tak van Poortvliet toonde zioh onvoor waardelijk tegenstander der voorgedragen onderwijs wet, doch bejjverde zich zijne houding te recht vaardigen op andere gronden dan tot dus ver waren vernomen. Zijn betoog had de strekking, dat deze oplossing niet den gewenschten vrede brongen kan, omdat zij staatsrechtelijk onhoudbaar is. De ge meente, als onderdeel van den staat, geeft openbaar ouderwijs eu nu zal men met staatsgeld eene con currentie daartegen steunen van wie maar wil. Daarenboven doet de wet niet anders dan de school strijd overbrengen naar de gemeenten. De heerHartogh drong aan op nadere bespreking van de financieels gevolgen der wet voor de gomeenton en vroeg hoe de minister van financiën voornemens is aan de gemeentebesturen de noodige middelen te verschaffen. De heeren De Meijier en Van Houten replioeerden, waarbjj de laatste zich opnieuw tot taak stelde te betoogen, dat de rechterzijde thans een stand punt inneemt, hetwelk zich moeilijk laat rijmen met vroeger verkondigde beginselen. Ter verdediging van de wet kwamen behalve de heer Mutsaers, die niets bijzonders zeide, de heeren 8chaepman, Lobman en de minister Mackay in het vuur. Z(j trachtten aan te toonen, dat de heer Tak zioh eene verkeerde voorstelling maakt van het karakter der staatszorg. De overheid toch geeft onderwijs ja, maar alleen omdat anders het onder wijs noch naar omvang, noch naar intensiteit vol doende kan zijn; dat andere krachten zich aan dat zelfde doel wijden, gaat zij niet tegen, vergunt zij uitdrukkelijk, ziet zij zelfs als een ontheffing voor haar zelve gaarne; Wat beginsel behoeft dan te be letten dat onderwijs, mits het goed zjj, eenigermate te stounen? Zeker zal, zoolang er strijd is tusschén openbaar en bijzonder onderwijs, die strijd ook in de gemeenten gestreden worden, maar dat is een strijd, op financieel gebied voornamelijk, dio thans ook reeds bestaat en zeker niet door dit ontwerp wordt geschapen. Maar, ofschoon men zich te Weenen onverschillig hield, toch was de zjjdelingsche bedreiging begrepen; zes dagen waren nog niet verloopen, of reeds trok ken, uit de hoofdstad en uit de provincies wel der tig duizend soldaten over land en over zee naar Italië op weg, gezonden, om het reeds machtige leger te versterken, dat de vier vestingen en bijna alle steden van Lombardije en Venetië bezet hield. Dit was eene nieuwe uitdaging van den machtigen vijand van Italië, wien het niet genoeg was, dat bij tien jaren geleden te Novara overwonnen had. Maar die ko ning, dien de vrienden van Oostenrijk, schertsender wijs nog den koning van Turin bleven noemen, liet niet wachten op zijn vastberaden en hooghartig ant woord. Den lOden Januari weerklonken in de groote zaal van het paleis Carignano de plechtige woorden, waarmede Victor Emanuel het'parlement opende: «Gesterkt door de ondervinding van vroegere dagen, gaan wij moedig de onzekere toekomst tegen. Die toekomst zal gelukkig zijn, daar onze staatkunde be rust op de rechtvaardigheid en op de liefde voor vrijheid en vaderland." Ik weet niet dat er ooit edeler woorden door een koning tot zijn volk ge sproken zijn. De zoon van Karei Albert verlangde den eed te houden, dien hij op het graf zijns vaders gezworen had; eu hetgeen hij dien dag sprak, van zijn vertrouwen in ons goed recht, en de noodzake lijkheid tot eendracht, was als de eerste groet aan het nieuwe Italië. Piemont was in die dagen de vrije toevluchtsplaats De heeren Schaapman en Lohman en de Minister accentueerden ovorigens hun standpunt eenigszins nader. De heer Schaepman bleef het gematigdst en bleef bereid alle wijzigingen, niets het beginsel onaangetast latende, te overwegende heer Lohman bleef het ontwerp, zooals het thans luidde, als ultimatum beschouwon, daarbij vooral de billijke schoolgeldheffing handhavende, zonder dat hij vol komen duidelijk kon maken, wat de beteekenis van het woord «billijk" is; de Minister eindelijk zeide duidelijker dan gisteren, dat hij geen nieuwo regeling zou voorstellen, die 't karakter der schoolwet zou aantasten. Misschien mag ook eenige waarde toe gekend worden aan de verklaring van den heer Lohman, in strijd met de „Standaard", dat wijziging der Grondwet minder nóodig is, nu de opvatting van 't Grondwetsartikel zioh wijzigt; alsmede aan de verzekering van den heor Schaepman, al is hij dan de Regeering niet, dat een behandeling van 't middelbaar en het hooger onderwijs op den voet van het lager niet door hem wordt begeerd. De heer Lohman en de minister drongen nog bjj de linkerzijde aan op conciliatie, zonder al de „maren" en „mitsen", waarbij de minister te kennen gaf, dat hij al zooveel had toegegeven, dat hij nabjj de grens kwam, die hij niet kon overschrijden. Deze uiting lokte ten slotte van den heer De Beaufort de opmerking uit, dat het tooh voor de rechterzijde van het grootste belang was, dat de wet door gemeen overleg van alle partijen tot stand kwam, aangezien dan de wet grooter prestige hebben zou en de uitvoering dos te krachtiger kon zijn. Do algemeene beraadslagingisgesloten, zoodat heden tot de behandeling der artikelen wordt overgegaan. Een nieuwe groente uit Japan, die onlangs van daar uitgevoerd is, schijnt een op hoogen prijs te stellen volksvoedsel te zijn. Op dit oogonblik wordt de plant, bij wijze van proef, in den botanischen tuin te Berlijn gekweekt. In Duitschland is de plant nog onbekend. Zij slaagt daar zeer goed. Het is een knolgewas, Stackys tuberif era, in Frankrijk en Engeland „Crosnes" genoemd naar eene plaats bij Parijs, waar de plant voor de /harkt reeds in het groot verbouwd wordt. De opbrengst is groot en de plant stelt geen bijzondere eischen van den bodem. De duimlange en sterke knollen worden gekookt, gebakken, enz. moeten als noten smaken. Het is waarschijnlijk, dat het zal gelukken, evenals bij de aardappelen, soorten met groote knollen te kweeken, wat den verbouw nog meer aanbevelens waardig zou maken.' Over de Federale Unie tusschen den Oranje- Vrijstaat en de Transvaal, bevat De Volksstem van 1 Augustus een artikel, dat als volgt aanvangt Vrijdag den 25 Juli, 's achter middags, werd dit onderwerp door den volksraad in behandeling ge nomen. De secretaris las het Vrijstaatsche volks raadsbesluit voor, benevens het rapport daarop der commissie, benoemd door den volksraad der Z. A. R. Daarna werd dat rapport artikelsgewjjze door onzen volksraad besproken. Op het oogonblik, dat wij dit schrijven, zijn de discussies nog niet gesloten. Wij zullen ons niet verdiepen in bespiegelingen, wat het resultaat zal zijn. Dat is daarom te minder noodig, omdat beide oontracteerende partijen schijnen ingezien te hebben, dat een onderwerp als het onder havige zich niet laat bespreken of beslissen ip één dag. Zoo ergens, dan geldt hier de spreuk Haast u langzaam. Genoeg, dat beide partijen eene nauwere verbintenis of vereeniging begeeren. Nu komt het er slechts op aan om reeds bij hét begin dor onder handelingen zulke grondbeginselen vast te stollen als daartoe zoo rechtstreeks mogelijk kunnen leiden. Een blik in oorzaken, doel en middelen, kan daarom reeds nu zijn nut hebben. De Volksstem meent, dat de twee volken en landen van gelijken oorsprong, taal, zeden en geschiedenis nooit gescheiden hadden moeten worden; maar dat om hen te vereenigen of hereenigen een man van buitengewoon talent noodig is, die in de twee genoemde Staten niet voorhanden schijnt te zijn. „Als men hier zegt het blad 0. a. een spoorweg wil hebben, of een goud- batterij, of eene eenvoudigen ploeg, dan ontbiedt men die van elders, omdat wjj zeiven hier die niet maken kunnen of men ontbiedt deskundigen, die dat wel kunnen. Maar om eene nieuwe Staats-machine iu het leven te roepen, die veel ingewikkelder is den eenige stoommachine en die met meer tegenkanting van buiten zal te worstelen hebben acht men zich hier slim genoeg, zoo het schijnt. Met alle respect voor alle mogelijke rechtsgeleerden, boeren, kooplieden, kleermakers en politieke tinnegieters in Zuid-Afrika eene zaak als de bewuste vereiicht eene degelijke specialiteit in de diplomatie en in het internationaal recht, niet als leider, maar als adviseur, niet als de boel verknoeid is, maar nu. „Daarom zouden commissies of deputaties der beide Staten zich permanent te Potchefstroom kunnen vez- tigon, totdat het contract beklonken en alle zaken geregeld zijn. De telegraaf en de post vereenigen die gecombineerde commissie op geriefelijke wjjze met Pretoria en Bloemfontein. Elke commissie kon voor de helft bestaan uil volksraadsleden, gekozen door de respeclieve volkeraden en voor de helft uit zoodanige personen als beide uitvoerende raden daartoe geschikt mochten achten. Presidenten zou den vrijheid moeten hebben elkander te ontmoeten, wanneer zij willen; maar geen toegang moeten hebben tot de gecombineerde commissie. Wij voorzien enkele raoeielijkheden, die beide regeerin gen schijnen lioht te achten. Wij achten het niet onmogelijk dat een flebisciei (volksstemming) onver mijdelijk wordt. Maar juist daarom achten wjj hot onzen plicht bezadigdheid en beradenheid aan te bevelen. Volgt men die aanbeveling, dan, raeenen wjj hoop te mogen koesteren, dat geduld, moed en volharding ten laatste hun loon zullen krijgen en dat eendracht maeht zal maken. Want hereeniging ligt in de natuur der dingen. Wat God vereeuigt, scheidt de mensch niet." Op verschillende plaatsen in Duitschland werden in deze en de vorige maand zwemoefeningen met de cavalerie gehouden, waarbij aanvankelijk de paarden door do ruiters, in bootjes gezeten, aan de teugels werden vastgehouden, terwijl bij volgende oefeningen de ruiters met de paarden samen de rivier over zwommen. Eene dergelijke oefening' op groote schaal werd gehouden door de Hessisohe cavaterie-brigade bij Klein-Krotzenburg, in de nabijheid van Hanau, over de Main, in tegenwoordigheid van den brigade generaal Von Colomb en vele officioren van hoogen rang. Kon getal van 35 ruiters, die met de zwem kunst volkomen vertrouwd waren, begaven zich zonder zadel te paard en gingen, met een tweede paard aan de voor allen, die, met het zwaard of het woord, voor het vaderland gestreden hadden, voor allen die wisten, dat daar de eenige en zekere schuilplaats was, voor onze hoop en onze kracht. De aanspraak van den koning werd, door brieven en dagbladen, spoedig over de grenzen gebracht; zij werd gelezen, onthouden, beoordeeld door vrienden en vijanden: alle harten klopten bij die krachtige woorden, en in de meer intieme kringen werdvn zij met tranen in de oogen, en geestdrift in het hart aangehoord. Eenige dagen later, zoo verhaalt men, was te Turin, in het oude paleis der krijgshaftige koningen, Victor Emanuel door Senatoren, afgevaardigden en de eerste magi straatspersonen van het rijk, door generaals en vorsten omgeven; met veel plechtigheid was de verloving gevierd van de oudste dochter des konings met prins Napoleon, neef van den keizer; sedert een jaar was het huwelijk reeds in het geheim vastgesteld. De bruid, die te midden harer dames zat, scheen in ge peinzen verdiept over zich zelve, en over het dier bare land, dat zij zoo spoedig zou moeten verlaten; en haar vader wendde zich af van de ministers en het verdere aanzienlijke gezelschap, zoodra hjj zijn naam onder het verlovingscontract gezet had ;*en ging ietwat ter zijde met den prins, dien hij tot schoon zoon aangenomen had. Zij spraken zachtjes, terwijl zjj samen in eene vensternis stonden, vanwaar zjj de volksmenigte kouden overzien, die juichte bij dat huiseljjke feest in de koninklijke familie. Op een oogenblik, toen het doodstil was in de ruime zaal, hoorde men de luide indrukwekkende stem van den koning, tot den prins, die misschien eenig ongeduld getoond had zeggen„Het ie nu al tien jaar dat ik wacht!" Die woorden werden overal herhaald; en zij klonken als een oorlogskreet. In den tijd, zoo onrustig door de onzekerheid omtrent de dagen die komen zouden, had Gabrio zijne wel niet talrijke, doch getrouwe en moedige vrienden weergezien; zjj, die zijn vurig verlangen deelden, naar den dag die Italië vrij zou maken, wilden niet dralen, maar de ure des gevaars en der zelfopoffering verhaasten. Reeds had Gabrio mSsr dan één zjjner vrienden uitgeleide gedaan naar de grenzen van Piemont, waar de vurigsten heensnelden, zoodra zij hoorden, dnt de vrijwilligers er met open armen ontvangen werden. En terwijl hjj hun do hand tot afscheid drukte, kon hij niet nalaten hen te benijden; en het smartte hem, dat hjj niet terstond denzelfden weg kon inslaan, en voor altijd een dier baren naam vergeten, en dien droom van geluk, welks verwezenlijking hem onmogelijk scheen. Wel hadden reeds een paar malen de kalmte en het nadenken de overhand bekomen in zijnon geest, en te midden van al die onrustige plannen beurtelings ge maakt en verworpen, keerde hij altijd weder terug tot zijne moeder en zuster, die zonder hem, en zon der de geringe en onzekere opbrengst van zjjne studies en zijnen arbeid, niet iu staat zouden geweest zijn, om in hare behoeften te voorzien. {Wordt nervoh/d.) hand, de rivier over. Op deze wijze werd het ge- heele dragonder-regiment no. 28, ongeveer 500 paar den sterk, binneu den tjjd van 2 uren aan den anderen oever overgebracht. Voor de zekerheid werd met elke afdeeling een bootje medegegeven. De overige manschappen werden met hunne uitrus ting op vlotten overgezet. Hoewel de rivier aan het overgangspunt een vrij sterken stroom heeft, zoo liep toch de geheelo tocht zonder ongelukken af. Van tijd tot tijd kwam het wel voor dat enkele paarden met ruiter en al ondor water verdwenen, maar spoedig kwamen zij weder te voorschijn om met de overigen verder te zwemraon. De waterhoogte van do Main bedroeg aan het overgangspunt ongeveer 2 meter, de temperatuur van het water was 14° R. Door herhaalde oefeningen wil men de paarden gewennen, groote afstanden zwemmende te kunnen aflegen. Zoo zwom luitenant Von Schieratadt met zijne beide paarden over het meer bij Neustadt, waarbjj hij den afstand van 1600 meter in 17 minuten aflegde. Te Genève zullen weldra de gedenkschriften van den Ru8sischen publicist en staatsman Aksakoff worden gepubliceerd. Do A'eue Freie Presse is in staat, uit dit werk het volgende schrijven mede te deelen, op 22 Mei 1866 door den toenmaligen Russiscben troonopvolger, tbans czar Alexander III, aan Aksakoff gericht. Wij laten den brief hier volgen. „Mijn waarde vriend AksakoffIk moet u opnieuw zeggen, dat ik met mjjne positie niet tevreden ben. Zjj is te schitterend voor mijn karakter, dat slechts in een rustig familieleven behagen vindt. Het hof leven is voor mij niet geschikt. Ik ljjd er dagelijks onder, dat ik verplicht ben, met de mannen aan het hof om te gaan. Ik kan er mjj maar niet aan ge wennen, de erbarmeljjkheden van dio lieden, in koelen bloede te beoordeelen. En toch geschiedt dit alleen, om uiterljjke onderscheidingen te verwerven, die naar mijn oordeel geen kopeke waard zijn. Ik voel mjj ongelukkig in dat gezelschap, onder die mannen, die ik zelfs niet zou kunnen uitstaan als ze mijn lakeien waren. Maar helaas, zjj bokloeden de hoogste betrekkingen in den staat 1In één woord, mijn beste, ik moet toegeven, dat ik door den dood van mijn broeder (April 1855) onnoemelijk veel heb verloren. Ik ben niet geschikt voor do hooge roeping, die het lot voor mjj hooft weggelegd, want wanneer mjj nu reeds de last van het troonopvolgerachap ondrageljjk schijnt, hoeveel moeieljjker lal dan de last zijn, die ik in de toekomst zal moeten dragen. Dit, Waarde vriend, is het geheim dat ,ik u reeds lang wilde mededeelen, ik houd het voor onnoodig u te verzoeken, het aan niemand mede te deelen. Want gjj begrijpt wol, wat my dit zou kunnen kosten. Om allen twjjfel aan de echtheid van dezen brief weg te nemen, zullen de uitgevers van AluakofTs gedenkschriften hem in facsimile afdrukken. Het weekblad de Wekker stelt, na betoogd te heb ben, dat ook na de wijzigingen het wetaontwerp- Mackay onaannemelijk blijft; na te hebben doen uit komen, dal de klassen tengevolge van de bepalingen op de leerkracht te groot zullon worden, en dat, wan neer 25 leerlingen aanspraak geven op subsidie, tal van kleine schooltjes zullen verrjjzen, de vraag: Is de tegenpartij mogeljjk beducht, dat zjj na het in dienen van de volgende staatsbegrooting haar ver trouwen bij vele kiezers verspelen zal, en haast zjj zich daarom zóó met de behandeling van het wets ontwerp? Mogeljjk, zegt het blad, is daaruit de haas tige spoed eenigermate te verklaren. Een groot bezwaar van de fkekker ia ook, dat de subsidiën verleend worden zonder behoorlijken waar borg dat het geld tot het gestelde doel goed wordt aangewend. Gelooft men werkelijk, vraagt het blad, dat de wet daarin voorziet? De Regeering stolt voor, dat recht op subsidie den eisoh stelt op 18 uren onder wijs in de gewone vakken, na aftrek van twee uren voor handwerken. „Wjj roepen," zegt de Wekker, „èn de Regeering èn de voorstanders van haar ontwerp op om ons een geschikt leerplan te geven, waarbij in 18 uren per week aan den eisch van goed maatschappelijk onder wijs wordt voldaan. Niemand kan dit, wjj dagen gerust daartoe ieder uit die er lust toe heeft. Wat boteekent het dan, dat de Regeering nu voorstelt, dat aanspraak op subsidie bestaat als men zoo'n leer plan indient of in do school ophangt? Uit Parijs wordt aan de N. Solt. Ct. geschreven De vijf-en-twintig Nedorlandsche werklieden zullen geloof ik, eene aangename herinnering houden van hun verblijf te Parijs. Zondag was het een dag dien zjj, buiten hun gemeenschappelijk vastgesteld programma, besteden zouden naar eigen goedvinden. De heer Martjjn Wolff had ze 's namiddags allen te middagmaal genoodigd in het Javaansche dorp, waar men eer goec' glas wjjn ledigde, de gastheer op den hem eigenen jovialen trant de Nederlanders1 welkom heette, en de heeren Gosschalk en Kater en verschillende van de aanwezigen oen vroolyk en hartelijk woord spraken om hunne dankbaarheid te betuigen voor het goede en gastvrije onthaal. Dienzelfden avond was er ten huize van den heer Freiwald een groot diner ter cere van den heer Van der Vliet, voorzitter der Nederlandsohe com missie, die juist een uur te voren uit Amsterdam was aangekomen. De heer Van der Vliet is, in weerwil van het klimmen zjjner jaren, een toonbeeld van kracht en levenslust, en zijne overkomst wordt altijd door de Nederlanders alhier begroet met algemeene toe juiching, omdat hij door zijn helder verstand de hangende quaesties betreffende de tentoonstelling weet tot oplossing te brengen, en ook omdat hjj door zjjn opgeruimd karakter het middenpunt is van veelvuldige gezellige samenkomsten. Ditmaal had er na afloop van het diner bjj den heer Freiwald eene alleraardigste verrassing plaats. De vjjf-en- twintig werklieden namelijk kwamen ondor geleide van de heeren Gosschalk en Kater in den loop van den avond een bezoek brengen aan den heer en mevrouw Freiwald én aan de Leden der Nederiand- sche commissie, die bij hen te gast waren. De volksbond, vereeniging tegen drankmisbruik, hield te Rotterdam zjjne algemeene vergadering, gepresideerd door mr. George Snijder van Wissen- kerke, daar de voorzitter, mr. Goeman Borgesius, wegens de kamerzitting verhinderd was. Uit de openingsrede van mr. Snyder bleek, dat de nieuwe Rotterdamsche afdeeling reeds bijna hon derd leden telt, en voorts dat er samenwerking verkregen is met de Vereeniging tot afschaffing van sterken drank. Aan het jaarverslag van den algemeencn secre taris ontleenen wij, dat het aantal leden toeneemt, en dat uit een onderzoek is gebleken, dat het drankmisbruik in de militaire cantines niet zoo groot is. De vraag, door het hoofdbestuur gesteldMoet er van regeeringswege iets gedaan worden tot voor bereiding der volledige uitvoering der draukwet op het tijdstip, bedoeld bjj art. 26 leidde tot een voorstel van don voorzitter, om zich tot de regeering te wenden met het verzoek, de noodige statistieke gegevens te doen verzamelen, ten einde op grond daarvan later te kunnen bepalen wat tot beperking van de vergunningen bjj tjjds zal kunnen worden gedaan. Dit voorstel weid bij acclamatie aange nomen. Het hoofdbestuur werd gemachtigd zich te wen den tot de commissarissen des Konings in de pro vinciën, om door aanschrijving san gemeentebesturen eene betere uitvoering van de drankwet te ver zekeren. De afdeeling Utrecht had in overweging gegeven, zich liever met dit verzoek te wenden tot den minister van binnenl. zaken. Besloten werd, eene bijdrage uit de algemeene kas beschikbaar te stellen voor het asyl voor drank zuchtigen. Hoeveel er voor dit doel reeds bijeen gebracht is, bleek niet. De penningmeester was bereid, de cjjfera mede te deelen, maar de ver gadering besliste, dat dit onnoodig was, omdat ontijdige openbaarmaking niet in het belang der zaak zou zjjn. Dit nam niet weg, dat een der leden van het hoofdbestuur mededeelde, dat nog maar een vierde is bijeengebracht van de "som die noodig wordt geacht, wat eene andere mededeeling ontlokte, dal uit Rotterdam voorloopig eene bij drage van /3a 4000 kan worden verwacht. Alle ovorige voorstellen werden aangenomen. Op het voorstel van Utrecht werd besloton, het onder zoek omtrent de avond- en nacbtpermissies in de garnizoenen, ook uit te strekken tot do marine. Een voorstel van Utrecht, om stappen te doen, dat bij de verpachting van de buffetten in de spoorwegstations de verkoop van sterken drank worde uitgesloten, werd overeenkomstig het advies van het hoofdbestuur in dezen zin gewijzigd, dat een onderzoek naar de uitvoerbaarheid van deze zaak de wenscheljjkheid werd algemeen erkend zal worden ingesteld. Aan de afdeelingen werd opgedragen, bij de ge meentebesturen aan te dringen op inrichting van keurings-oommissiën tot systematischo keuring van het gedistilleerd in de verschillende tapperijen en openbaarmaking van de daardoor verkregen uitkomsten. De volgende jaarvergadering zal plaats hebben te Zwolle. In het adres, door den heer Henry Tyndal tot de Tweede Kamer gericht, leest men 0. a. Hoe verschillend het standpunt ook zij, waarop de meeste sohrjjvers zich plaatsen, zjjn ongeveer allen het over de volgende hoofdpunten eens „le. Nederland staat thans bloot aan verrassin gen, die zijne onafhankelijkheid in gevaar kunnen brengen 2e. er zijn wel degelijk maatregelen te nemen om dergelijke verrassingen te voorkomen; 8e. men kan Den Haag van uit zee beschieten; 4e. het is zeer wenschelijk, dat de zetel vau het krijgsbestuur thans reeds, in tijd van vrede, overge bracht worde naar Amsterdam. „Eerst heette het van enkele kanten, dat men Den Haag van uit zee niet kon beschieten. Later, toen bewezen werd dat dit wèl het geval is, tracht ten deze bestrijders te betoogen, dat eene dergelijke beschieting geen noemenswaardige uitwerking zou hebben. Men betoogde dit op de volgende gronden: le. de afstand van het centrum der huizenmassa van Den Haag tot zee is te groot, om eenige noemens waardige uitwerking te verwachten van het artillerie vuur der sohepen; 2e. de oppervlakte, die de hui zenmassa van Den Haag beslaat, is zóó groot, dat het artillerievuur, hetwelk zich over deze oppervlakte zou moeten verdeelon, weinig merkbaar zal zijn; 3e. eene vloot kan geen munitie medevoeren om Den Haag zoodanig te beschieten, dat die beschieting eenigszins indruk maakt. „Deze redeneeringen zijn elders voldoende weder- legd. Wie zich ook door dergelijke schoonschijnende redenen zou mogen laten geruststellen, zeker niet onze Volksvertegenwoordigers. Op aandrang toch van dezelfde personen, die thans beweren dat Den Haag om bovengenoemde redenen niet te bombar deeren is, zoodanig dat dit gevaar oplevert, werden groote sommen door de Volksvertegenwoordiging toegestaan voor het maken van het fort aan de Pampus, enkel en alleen omdat anders Amsterdam van uit zee zou kunnen worden'beschoten. Waren de bovenstaande redeneeringen juist en kon Den Haag oln die redenen niet van uit zee worden ge bombardeerd, dan zou men. vroeger de Volksverte genwoordiging verkeerd hebben ingelicht en hiordoor oorzaak zijn dat groote sommen gelds geheel nutte loos verspild worden." Na dit nader te hebben uiteengezet, zegt de heer Tindal verder: „Men heeft de Volksvertegenwoordigers vroegor overtuigd, dat Amsterdam van uit zee te bombar deeren is; daarom stonden zij groote sommen toe om te trachten dit te beletten. Thans moeten zjj dus met zooveel te meer reden overtuigd zjjn van de moge lijkheid om Den Haag van uit zee te beschieten. Dit zoo zijnde, is het gemakkelijk in te zien, dat onze verdediging tot niets wordt teruggebracht, wan neer een eventueele vyand in 't begin van den oorlog, tijdens de mobilisatie van het leger, tot dezen maat regel overgaat. Zoolang het knjgsbestuur in Den Haag gevestigd is, zal men weerloos zijn, wanneer in geval van oorlog een vjjandelijk smaldeel ons door een bombardement zoekt te dwingen. Bovendien staat men dan bjj elk conflict bloot, dat ons, zoo ge zegd, het mes op de keel gezet wordt." „Het is zeker hoogst onaangenaam, dat alles wat onze defensie betreft zoo in het openbaar besproken moet worden. Adressant acht het echter zijn plicht om hiermede voort te gaan; het is het eenige middel, dat hem nog overblijft, om te trachten verandering te krijgen in een toestand, die moet lijden tot den ondergang van ons vaderland." Zooals de zaken thans staan, kan.er (z. i.) maar in één geval sprake zjjn van eene verdediging van Nederland. Dit is in het geval dat de vijand ons, na de oorlogsverklaring, tjjd genoeg laat om alles voor de verdediging gereed te maken. Laat hjj ons dien tjjd niet, dan is het met onze onafhankelijkheid gedaan. Hoe meer tijd men ons laat, des te meer Ztjjgen de kansen op succes, natuurljjk; maar pas na een voor de tegenwoordige wjjze van oorlogvoeren vrij langen tjjd van voorbereiding kan er sprake zjjn van de hardnekkige verdediging, zooals ieder Neder lander die wenseht. „Men moet den moed hebben, den juisten toestand flink onder de oogen te zien, en zich niet trachten gerust to stellen met allerlei excepties en uitvluchten. „Vóór een oorlogsverklaring zal onder gewone omstandigheden geen last kunnen gegeven worden tot mobilisatie van het leger. Geen mogendheid, die ons den oorlog wil aandoen, zou dit mogen dul den. Het zou gewis aanleiding geven tot een ulti matum om binnen eenige uren het mobilisatie-besluit in te trekken. „Men denke zioh nu het geval zooals men wil, hetzij dat wij dadelijk na de oorlogsverklaring mo- biliseeren, of wel, dat onze mobilisatie als „casus belli" besohouwd wordt. „Wanneer men in een van die gevallen overgogaan is tot het oproepen van de militie met spoed, d. i. de snelste wjjze om ons leger te mobiliseeren, dan nog zal, bij dep huidigen toestand van ons krijgs wezen, het grootste deel van ons vaderland door vijandelijke troepén bezet kunnen zijn, voor en aleer een enkel onzer regimenten gemobiliseerd is. Om deze en nog andere, hier niet te noemen, redenen, zal er dan geen sprake kunnen zijn van eene ver dediging. De strijd om onze onafhankelijkheid is dan in een paar etmalen beslist. Dat is zoowol

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2