Buitenlandse!* Overzicht. BRIEVEN UIT ROTTERDAM. 331ste Staats-loterij. gemaakt roor raadsbesluiten rakende den leeftijd der toelating en hel verlaten der school. Bij beschikking van den minister ran binnenland- sche saken van 2 September, zijn benoemd in de commissie, in het najaar ran 1889 belast met het afnemen ran het examen ter verkrijging van de akte, bedoeld in art. 56 onder a, ran de wet ran 17 Augustus 1878 Staatsblad no. 127), in: Zuid-Holland a. tot lid en voorzitter, de school opziener in het district Botterdam b. tot leden de schoolopzieners in het district Dordrecht, en in de arrondissementen Woerden, Gouda en Schiedam tot leden-plaatsrervangers de schoolopzieners in de arrondissementen Delft, Leiden, Vlaardingen, Dordrecht en Gorinchem. Gisteren z|jn nog, na gehouden examen, door curatoren tot het volgen der lessen aan het gymna sium toegelaten B. Boers tot de 4e klasse, L. Bout hoorn en C. S. van Dobben de Bruijn tot de 2e klasse en tot diezelfde klasse bevorderd na her-examen de leerling dor le klasse A. D. Cheriex. De aan de rijks hoogere burgerschool vóór de vaoautie voorwaardelijk bevorderde en toegelaten leerlingen zijn allen definitief toegelaten. Voor de le klasse deden nog examen J. C. Huber en N. v. Schouwenburg. Krachtens diploma eener andere rijks h. burgerschool is nog tot de 4o kl. toegelaten J. C. Kool. Door negen liberale leden der Tweede Kamer ia het voorstel ingediend tot invoering van leerplicht. Vrijdag-nacht heeft een vroeselijk tooneel in het gesticht van Lovendeghem te Gent plaats gehad: Een persoon in dit klooster heeft in een aanval van zinneloosheid met een Scheermes meer dan 25 personen gekwetst. Ziohier wat do correspondent van de Inddpendance over dit drama mededeelt. In het gesticht der Liefdezusters van Lovendeghem worden ongeneeslijken en verscheiden weezen ver pleegd. Onder de eersten bevond zich zekere August Lambrecht, die aan vallende ziekte onder hevig was. Hg bewoonde oen kamer der beneden verdieping en was gewoon zich zelf te scheren. Vrjjdag-nacht te 2 uren stond de ongelukkige eensklaps uit zijn bed op, nam zijn scheermes, en van het eene bed naar het andere loopend, bracht hglCan iederen zieke oen suae toe in de keel. Van daar spoeddo hij zich naar een andere zaal der eerste verdieping en begon daar hetzelfde bedrgf. Zinneloos van schrik stonden al de zieken op en vluchtten huilend en bloedend door het gebouw. De Zustor luidde de alarmklok. De ongelukkige zinnelooze werd eindelijk in een gang gedreven, waarvan de uiteinden gesloten waren. Ziende dat h|j gevat zou worden, greep hij een stuk hout, dat daar toevallig stond, en begon er zoodanig mee op een der deuren te bonzeu, dat hij die dreigde aan stukken te slaan. Gelukkig echter, kon men hem vatten, eer hg zijn vernielingsplan had ten uitvoer gebracht. De dader is te 5 uren gebonden naar Gent over gebracht. Volgens de Brueselsche Mtoüe beweerde de zinne- Daarop kwam de jeugdige marchese hem te ge- moet, met eene drift, die zijne oprechtheid en goed hartigheid deed zien. Hij was de eerste om de hand te reiken en te zeggen«Het doet mij genoegen, u hier te ontmoeten, Signor Dall' Orto: het tegenwoor dige zal, naar ik hoop, u doen vergeten, wat er ge beurd is, zooals ook ik het vorgeten heb." sGabrio aarzelde niet om de aangeboden hand aan te nemen, en zeide, bedaard, doch met blijkbare vol doening: Ook ik dank u! Ach ja, wij moeten beiden ons leren en onze krachten voor ons vader land sparen!" Daarop werd het gesprek tusschen al de heeren weer levendiger, en de beide jongelieden verlieten geazmd het huis, alsof zij reeds sedert lang vrienden waren geweest. 'XII. EEN AFSCHEID ZONDEK TBANEN. Maar 'twas een heilig pad, dat ik mij koos; En 'k heb den pjicht, mij opgelegd, vervuld. G. Bebchzt. Deu volgenden dag, 22 Februari, was' er eene groote menigte burgers nit alle klassen op de been, in de straat die begint bij de poort, welke toen den ouden naam van Benza droeg, en de straten die er op uitloopen; allen richtten zich naar het einde van de straat, daar waar,"' voor de kerk van San Babile, de ruwe kolom staat, die den leeuw op haar top looze, dat men hem leeuwenvleesch te eten had gegeven, en hjj het bloed in zijn aderen voelde koken. De ongelukkige dader heet August Lam- brechts en is ongeveer 40 jaren oud. Hjj was scheepstimmerman to Gent en door het bestuur der godshuizen in het gesticht van Lovendeghem ge- laatst. De man, aan vallende ziekte onderhevig, ad een zachtaardig en zwak karakter. Nooit had hij iemand kwaad gedaan, en nooit ook had men moeite met hem. Niemand had over hom te klagen. Tot hiertoe heeft men nog niet kunnen nagaan waaiuit die plotselinge zinneloosheid ontstaan is. Alleen had men sedert eenigen tjjd opgemerkt dat, telkens als hjj een aanval van vallende ziekte kreeg,' zjjn geestvermogens min of meer verzwakt waren! Men voegt er ook bjj dat huiselijk verdriet wel de oorzaak van de zinneloosheid zou jannen zjjn. De 19jarige baronos Cantoni, eene zoowel wegens hare bgzondere sohoonheid, als wegens hare bizarre luimen bekende jonge dame, is voornemens in Novem ber van dit jaar eene reis in de binnenlanden van Afrika te ondernemen. Het moedige meisje zal door eene harer verwanten, eene oudere dame, die tot de hooge aristocratische kringen van Oostenrijk behoort vergezeld worden. Kapitein Camperio heeft zich bereid verklaard de leiding op zich te nemen van de talrijke karavaan vau dienaren, enz., die de dames zal vergezellen, en is reeds bezig alles voor den tocht gereed te maken. De reis zal 13 maanden dureneerst zal Aden, dan Massowah bezocht worden, en vervolgens wil barones Cantoni tot in liet binnenste van het zwarte werelddeel doordringen. Dit reisplan herinnert aan wijlen onzo laudgenoote freule Tinne. (Jluievroatc.) Er zjjn verscheidene vrouwen onder de vjjftig werklieden uit Amerika, die op hunnen weg naar de Parijsche tentoonstelling deze week Engeland bezochten, die zich in haar vak oon goeden naam hebben verworven. Zij hebben een boekje bij zich met eene korte biographic van haar zelve, welk boekje vele belangrjjke feiten omtrent deze vrouwen uit den arbeidenden stand doet kennen. Zoo is miss Durschlog „met aigemoene stemmen door de werk- lioden-vereeniging van Cleveland als afgevaardigde gekozen.Miss Nora Dempsey, die de Europeesche tabak komt bekjjken, is reods gedurende elf jaren met groot succes in den tabakshandel werkzaam ge weest. Mrs, Barry, die langen tjjd onderwjjzeres was, is nu eene bekende inspectrice der winkels, fabrieken en werkplaatsen iu haar land, en dikwijls houdt zij lezingen over vrouwenarbeid. Huisvrouw kjne vrouw kwam in het hospitaal en klaagde over huidziekte. Do dokter, een verstandig man maar nogal satiriek, zag dadelijk, dat de „huid ziekte* van eene eigenaardige, doch juist niet on gewone soort was. „Ik zou u raden, juffrouw* zeide hjj met groote beleefdheid, „een bad te ne men, op eene temperatuur van negen-en-negentig graden, en u daarin tó dompelenneem dan wat groene zeep, smeer die stevig op een stuk flanel en wrijf het flanel krachtig over al uwe lichaams- deelen." „Maar, dokter,» zeide de patiënt, „dat klinkt alsof draagt; dat koninklgke dier is een oud gedenktee- ken, daar geplaatst, ter gedachtenis aan, ik wee't niet welke overwinning van de Milaneezen, op een vjjand, wiens naam men niet weet; of misschien is het een afbeeldsel van het wapen van de oude poort Argentea, een zwarte leeuw op een wit veld. Milaan was dien morgen ontwaakt uit de rust, waarin het sedert tien jaren gedompeld was, en ver toonde eenjngewoon schouwspel. De menigte, die bjj de M der kerk opeengedrongen was, stond nieuwsgier^ maar zwijgend, als in toom gehouden door iets nieuws, dat zij verwachtte; er waren oude lieden, vrouwen en kinderen, doch zij,, waren er niet gekomen, om, volgens gewoonte, rijkelijke aalmoezen te ontvangen, bjj de aanzienlijke begrafenis, of om achter den lijkstoet te loopen, met eene uitgebrande waskaars. Zjj, die zoo ongeduldig voor de kerk stonden te wachten, zagen op naar het opschrift bo ven het portaal, zonder er iets te lezen van wat zij gewenscht haddon. Zeker had de hand van een schroom valligen priester, eenige al te gewaagde woor den uitgewischt, die het volk zocht; want er stond niets anders te lezen dan: „Vrede lij de ziel van Emüio Dandolo." Evenals van buiten, was de kerk ook van binnen behangen met zwart laken met zilveren franjes ver sierd en men zag er en ook dat was iets nieuws elegante in den rouw gekleede dames, en eene menigte jongelieden, die zich om de baar verdron gen, welke in het schip der kerk stond. De bran- moet gaan om flink te ™schen.#' wik beken, juffrouw, dat het zoo w.el is op te vatten," was het antwoord. Zij kwam niet terug. Het voornemen bestaat om in de voornaamste gebouwen der Parysohe tentoonstelling ^dio, zooals men weet, zullen blijven staan voortaan een groote jaarmarkt te houden, evenals te Nisjiri Novgorod en Leipzig. Do ontwerper van dit plan wil Parns tot de groote markt van West-Europa maken, waar heen ieder zgn ruwe stoffen of bewerkte artikelen zou kunnen brengen. De minister van openbare werken heeft zgn toestemming reeds gegeven. Gladstone werd gisterenavond te Pargs verwacht. Ter gelegenheid van het bezoek van den Engelschen staatsman aan de Fransche hoofdstad, zal hem op 7 dezer een feestmaal worden aangeboden door een commissie waarvan o. a. de heeren Jules Simon en Léon Say lid zgn. Te Londen hebben achthonderd werkstakers de bewakers der ingangen van het Albertdok overvallen. Na binnen te zijn gedrongen, dwongen zij de aldaar werkzame daglooners het werk te staken, doch richtten overigens geen schade aan. Wegens dit voorval, alsook wegens de dreigende taal die Burns tegen de dokbestuurders zoude gebezigd hebben, hebben de laatstgenoemden specialen bijstand van de politie ingeroepen, en tevens den minister van bin- nenlandsche zaken gewaarschuwd. Burns echter loochent dat hg dreigende taal zou hebben gebezigd. Zgne persoonlijke aanvallen op Norwood, den presi dent des dokbestuurs worden niettemin heviger. Burns brandmerkte Norwood heden als een leugenaar en lafaard. De dokbesturen besloten met Burns en Tillett zich niet verder in te laten. Belangrijke conferentiën hebben er gisteren plaats gehad tusschen de dokbesturen en de Theemsreeders en scheepseigenaars. Uit naam der laatsten hield sir Donald Currie eene rede, aandringende dat de dokbesturen zullen toelaten dat de reeders en scheeps eigenaars hunne vai||higen zeiven mogen lossen met hun eigen personeel. De spreker las een desbetreffend besluit voor dat in de heden gehouden vergadering van readers en scheepseigenaars genomen is. Sir Donald Currie voegde daarbg dat hg mot anderen de zaken vermoedelijk naar Southampton zoude overbrengen, tenzij de dokbesturen den gestelden eisch inwilligen. President Norwood verklaarde dit onmogelijk. Niettemin worden morgen de onder handelingen voortgezet. De eeistvertrekkende boot der Castle Line zal te Vlissingen kolen innemen. De aangekomen boot van deze lgn lost te Southampton. De werkstakers klampen bg den mond van de Theems en de Medway alle daar ankerende of vast- gemeerde schepen aan, om de bemanningen tot werkstaking over te halen. Daartoe varen zij heen en weder in schuiten. Zg zijn in deze tactiek her haaldelijk geslaagd. Ondanks het beweren der werk stakers, dat zg overvloed van geld hebben, wordt in Oost-Londen de ellende onder het volk dagelgks tastbaar grooter. Het getal bedelaars, vooral vrouwe lijke, in den omtrek der dokken groeit onrustbarend aan. De soepkeukens en andere inrichtingen voor kosteloozo spijsuitdeeling worden tot laat des nachts door uitgemergelde scharen belegerd. Toch prediken de werkstakers een uiterst verzet. dende waskaarsen wierpen een somber licht op het zwart fluweel van de baar; de lijkzang klonk zacht onder het lage gewelf, en voor het altaar werd het heilig misoffer gebracht aan den God van genade en gerechtigheid. Zg, die midden in de kerk, rechtop, onbewegelijk stonden, alsof zij de baar bewaakten, waren de trouwste vrienden en metgezellen van den doode; zg waren allen jong, en aan hun gelaat, hunne kleeding, hunne deftige houding, zou men gezegd hebben, dat zij niet alleen gekomen waren om een godsdienstigen plicht te vervullen, maar ook om den vriend de eer te.be- wijzen, die hij als burger, en als soldaat verdiende. Hier en daar zag men onder hen een burger van rgpen leeftijd erf armoedig gekleed, uit wiens somber gelaat angstige bezorgdheid sprak; sommigen met één arm, anderen met eene kruk of een houten been, de geestdrift, die hun verstgfd gelaat niet meer ver helderen kon, glinsterde nog in hunne oogen; en meer dan oen, liet, onbewust, een traan vallen. Het was, bij het zien dier stomme smart, niet meer noo- dlg te zeggen, wie zij waren. Wie zou in hen niet die zonen van hot volk herkend hebben, die, tien jaren geleden op de barricades gestreden hadden, en sedert dien tijd den jongen man, wien zij hier de laatste eer bewezen, als hunnen aanvoerder waren gevolgd? 4 - Wordt vervólgd?) Twintig duizend kleermakersgezellen hebben ook het werk gestaakt, volgens het programma. Sedert eenige dagen heerscht te Sofia wantrouwen over de plannen der Servische regeering, welke, gelijk men weet, eerst tot bestrijding der roovers aan de reservisten van verschillende lichtingen wapens heeft uitgedeeld en nu een groot deel dezer eoldaten heeft oggeroepen. Wol is waar beweert de Servische regeering, dat deze reservisten alleen opkomen, ten einde deel te nemen aan de gewone legeroefeningen, maar de Bulgaren zijn met deze ophelderingen niet tevreden. Prins Ferdinand van Bulgarije en zijn minister president, de heer Stambuloff, hebbon daarom ook hunnerzijds voorzorgsmaatregelen genomen. Ook de Bulgaarsche troepen moeten hun oefeningen houden en nu zullen deze manoeuvres op eenigszins grooter schaal geschieden dan oorspronkelijk het plan was, opdat men op alle mogelijke gebeurtenissen voor bereid zg. Gelijk de correspondent van de Frankfurter Zeitung te Belgrado meldt, zijn ook daar dergelgke geruchten in omloop en wordt ook in Servië's hoofdstad bo- weerd, dat aan weerszijden van de grens Servische en Bulgaarsche troepen worden samengetrokken. Achmed-Bey, de Turksche gezant te Belgrado, heeft het daarom der moeite waard geacht een reis naar de grenzen te ondernemen, ten einde zich zelf te overtuigen, wat er waar is van hetgeen men vertelt. Tevens heeft de Porte de Bulgaarsche regeering medegedeeld, dat zg eiken inbreuk der Serviërs op Bulgarije's gebied als een aanval tegen Turkge zal beschouwen. Dat de Servische regeering ernstig aan een aanval tegen Bulgarije denkt, wordt nergens geloofd, daar de les, welke de Serviërs voor vier jaren van de Bulgaren ontvingon, hun nog versch in het ge heugen ligt. XXVI. Rotterdam 2 September. Gisteren avond had de opening van het speel seizoen plaats, voor wat de Hoogdnitsche Opera aanbelangt, en ik haast mg u van mgne bevinding bericht te geven, daar ik bg ervaring weet dat velen nwer lezers, Mijnheer de Kedacteur, belang in ons kunstinstituut stellen. Het was het personeel der Operette, dat het vuur opende en wat mg persoonlijk betreft, ik ben niet voornemens het zonder noodzaak lastig te vallen. Het zwaartepunt ligt toch voor den kunstvriend in het personeel der groote opera, dat eerst den 16en debuteert en wel met Tannhauser. Dat personeel zal verplicht zijn aan redelgke eischen te voldoen op straffe van anders tot ernstig verzet in het belang der kunst aanleiding te geven. Hier toch zal van transactie geen sprake moge zijn, zal ons kunstinsti tuut niet in verval komen. Met de operette, die eigenlijk slechts dient om de avonden aan te vullen die door de groote opera onbezet worden gelaten, is dit eenigszins eén ander geval. Het mag ook op die avonden op de planken niet aan fatsoen en be tamelijkheid ontbreken en ook do uitvoerende krach ten behooren aan billijke verwachtingen te voldoen, doch ten aanzien van dit laatste behoeft, mjjns erach- tens, de kritiek hare eischen niet zoo hoog te stellen. In de eerste plaats vordert het genre niet het be schikken over overwegende stemmiddelen en in de tweede plaats is men wel verplicht rekening te hou den met de omstandigheid, dat al wat inderdaad voir de sórieuse opera en de opera-comique over voldoende middelen beschikt, zich niet voor do ope rette laat aanwerven. Geloof nu niet dat deze inleiding moet dienen om h$ operette-personeel, gelijk het zich gisteren avond voordeed, in een minder gunstig licht te stellen. Het tegendeel is waar van het standpunt waarop ik mij bij de beoordeeling der zaak plaats, is mij alles dooroengenomen medegevallen en dat scheen ook met het publiek, dat in grooten getale was opgekomen, het geval te zijn, want het julohte versoheideno hoofdpersonen en het ensemble her haaldelijk toe Het zg mij geoorloofd, vóór ik iets zeg van libretto en partituur, een woord aan de opvoering zelve te wjjden. Eugenie von Mick, de prima donna van het operette-gozelsohap, schgnt van middelbaren leeftijd te zgn, doch heeft een gunstig voorkomen en be schikt over een helder, aangenaam sopraangeluid'. In de derde acta van kapitein Fracassa, mot welke operette de veldslag werd geopend, komt eon wals voor, die door de zangeres met groote beschaving en veel smaak werd voorgedragen. Zg vond toen zooveel toejuiching, dat zg het wegslepende dine voor de helft moest herhalen. Pauline Bachmann deed zich mede kennen als eene beschaafde, geroutineerde zangeres, met een wel is waar klein raatir welluidend orgaan. Ferdinand Worms, droeg de zware titelpartjj, die veel meer de bekwaamheid van den tooneel- speler dan die van den zanger vordert, met on miskenbaar talent. Hij heeft binnen het kader der operette, eene flinkekrachtige, aangename bas stem. Zijne proza was even verdienstelijk als zijn zang. Hij schijnt bovendien vrjj wat vis comica te bozitten en spreidde als acteur, ik herzeg het, eigenschappen ten toon die zeer de aandacht trekken. Carl Krossok bleek voor kleine tenorpartijen^ de rechte man op de rechte plaats te zijn. De kleinere rollen waren allen zonder uitzonde ring in goeie handen. De koren klonken frisch en goed. Vooral de tenoren onderscheiddon zich herhaaldelijk. Het orkest gaf onder leiding van den componist, den heer Budolph Dellinger, die het mikpunt was van allerlei ovatie, stof tot tevredenheid. In het kort, het zou een vrij groot succes ge weest zijn; indien het niet was gebleken dat de Directie een minder gelukkige greep had gedaan door het engagement van deh eersten operetten- teoor. Bestemd om de eerste verliefde rollen te vervullen, heeft men het recht te verwaehten met dat emplooi een jong en slank man belast te zien. De heer Joseph Michel nu, schgnt |van middelbaren leeftijd te zgn, wat weinig ter zake afdoet, maar hij is alles behalve slank. Het is iemand die zich op de planken vowrdoet als een athleet, wiens zwaren lichaamsbouw, meer zon doen denken dat hij ge roepen was om met gewichten van honderd kilo te balanceeren of om den eereten prijs in het worstel perk te behalen, dan om in de operette smachtende liefde-deuntjes te neuriën. Nu hebben wij meer van die zware gestalten gekend. Men herinnert zich bij voorbeeld Caubet, don heldentenor, te dik om zich zelf te kunnen aan- en uitkleeden. Lablacho, den baszanger, meer op een okshoofd dan op een mensch gelijkende. Alboni, de altzangeres, die als Roeine optrad met eene taille van wel drie meters. En zoo waren er meer. Maar die allen wisten door hunne onvergeljjkeljjk schoone stemmiddelen en hun kunst al het overige te doen vergeten en vergeven. De heer Michel vermag dit niet. Op zich zelf ge nomen ia zijn orgaan niet onaangenaam van klank maar hij zet het dikwerf te veel uit, waardoor het wel is waar aan kracht met een heldentenor kan wedijveren, maar dan ook bijna regelmatig te hoog of te laag klinkt, wat op muzikale ooren gisteren avond den meest pijnlijken indruk maakte. Als acteur was hg bovendien stjjf en onbeholpen. Kon de directie hem dan ook vervangen door een artist die èn in zijn voorkomen èn in zgn zang beter aan de eischen van het emplooi voldeed, zij zou zonder twjjfel haar eigen belang bevorderen. Voor den zaakkundige was er nog eene schaduw zijde, cl. het Corps-de-ballet. Ik geloof te kunnen verzekeren dat er zeer goed werd gedanst en neem zelfs aan dat er gedanst werd naar alle regelen en voorschriften van de kunst,. Het publiek, vooral dat van den koogsten rang, was dan ook niet karig met zijne bijvalsbetuigingen. Mij echter moet de opmer king uit de pen dat een corpe-de-ballet aan nog eene andere voorwaarde heeft te voldoen dan aan het maken van kunstige bewegingen met beenen en voeten. Er behoort vóór alles te zijn jeugd, beval ligheid, lieftalligheid en gratie. Aan die voorwaarde scheen dit corps-de-ballet niet ten volle te voldoen. Als de Gouwenaars eens eene voorstelling vm Kapi tein Fracaeea komen bijwonen en dat moeten zij bepaaldelijk eens doen, want het ding is amusant genoeg dan moeten zjj mijne opvatting maar eens verifieeren. De smaken vorschillen en ik hoop van harte dat de dames van het corps-de-ballet in staat zullen blijken te wezen hen allen te betooveren. De mise-en-scène was lofwaardig, in de eerste acte zelfs voortreffelijk. De directeur, de heer Alexander Saalborn, die zelf de hoofdregie in handen heeft genomen, werd dientengevolge aan het slot dier acte, die wel anderhalf uur duurt, met alge- meone stemmen op het tooneel geroepen. In het begin van den avond werd door z|jne echtgenoote, de vroegere actrice Jeanne de Groot, oon proloog voorgedragen in gebonden stijlhet gedicht was geleverd door onzen volksdiohter Blan kenaar. Mevrouw Saalborn droeg de weinige regelen met veel zeggenskraoht voor en werd teruggeroepen. Schering en inslag waren natuurlijk„Breng ons trouw uwe centen, wij zullen ons best doen om u daarvoor in ruil te geven goede amusementen.» Wat nu het libretto aanbelangt van Kapitein Fracaeea, het is ondoenlijk er hier eene meer of minder volledige inhoudsopgave van te geven. Th* redacteur van de opera-boekjes heeft het een 20 bladzgden aan de omsohrjjving van den inhoud ges w|jd, maar als men ze gelezën heeft, dan wordt men er niet heel veel wijzer door. Alles is even onsa menhangend en onwaarschijnlijk, maar het houdt niettemin voor een goed deel de aandacht gaande en is nu en dan zeer vermakelijk. Voor diegenen mijner lezers dief de operette Qaeparone en de zoo genaamde opera-comique Indra kennen, kost het wei nig moeite beide tekstboeken door elkander te schud* den. De slotsom van die bewerking zal zijn dat nfen, behoudens enkele kleine afwijkingen, eon pro duct vorkrijgt dat vrij wel gelijken tred houdt met net tekstboek van Fracassa. Deze kapitein, een avonturier van het geringst allooi, is natuurlijk de ziel van het geheele stuk. Het is zoo wat Cesar de Bazan, Falstatf, von Munchhausen en Robert Macaire in één persoon vereenigd. De kerel kan snoeven en liegen om er Hunckkausen les in te geven. Zoo verhaalt hij onder meer dat hij op zekeren avond te Pisa overvallen werd door vier gewapende kerels. Hij dekte zich den rug door tegen den toren te leunen en nu had er gedurende twee uren een ver woed vijfgevecht plaats, waarin hij z|jne vier tegen standers doodde. Den anderen ochtend moest hij de vlucht nemen want de geheele bevolking van Pisa was op de been en wilde hem te ljjf. Waarom? Niet omdat hij zgn loven had verdedigd, maar, steeds tegen den toren leunende, had hg daarop in den geweldigen kamp zulk een druk uitgeoefend, dat zij nu heelemaal scheef stond. Hoe ongelooflijk het feit ook moge schijnen, het was waar en wie er aan twijfelen mocht, begeve zich naar Pisa. Men zal dan zien dat de toren nog op den huidigen dag scheef staat. Ziedaar uit de massa één der grappen ver meld die deze kapitein verkoopt. Het loont inderdaad de moeite er kennis mede te maken, bovenal hierom, omdat de heer Dellinger, naar aanleiding van het zonderlinge libretto eene partituur heeft geschreven, die ontzacheljjk veel goeds behelst. Enkele nummers daargelaten, heeft de muziek veel meer het karakter van de opera-comique dan van de opera-bouffe. Niet alles spreekt eveu krachtig tot den toehoorder; handeling en muziek beiden zijn nu en dan niet van gerektheid vrij te pleiten, maar er komen bij dat al zóóveel goede en uitstekende blad zgden in de partituur voor, dat ik mij gerechtigd acht de kennismaking er mede aan te bevelen aan ieder, die, hoe sterk zijne voorliefde ook moge zijn voor de klassieke kunst, bereid is ook in het lichtere nieuwere genre het goede te waardeeren. De muze van Dellinger is bovendien eene beschaafde dame, die wel eens luchthartig en vroolijk kan zjjn, maar nimmer tot gemeenheid afdaalt. NEMO. Vierde Klasse, trekking van Dinsdag 3 September. No. 15186 5000. No. 2626 ƒ1500. No. 5030, 9415 1000. No. 8658 400. No. 12646 200. No. 3028, 7992, 8559, 11254 100. Prijzen van 65. 11 2275 4925 7237 10628 13387 15823 18427 62 2280 4953 7268 10671 13425 15856 18488 108 2365 5006 7294 10742 13429 15883 18500 147 2416 5027 7371 10777 13603 15902 18571 166 2436 5031 7502 10859 13547 15903 18576 172 2462 5078 7528 10878 13676 15910 18582 210 2481 5104 7550 10894 13635 16020 18629 268 2486 5142 7574 10923 13661 16057 18655 270 2503 5173 7759 10934 13670 16231 18786 283 2542 5231 7815 10049 13714 16286 18788 354 2580 5294 7-857 10969 13715 16298 18790 443 2707 5326 7934 11006 13725 16311 18851 505 2757 5387 7951 11035 13795 16488 18854 529 2824 5406 8014 11090 13810 16499 18856 568 2959 5436 8038 11091 13837 16500 18857 611 2983 5455 8120 11135 13873 16504 18875 619 3070 5463 8140 11167 13881 16572 18909 664 3141 5511 8147 11316 13927 16646 18995 711 3212 5527 8259 11343 139B3 16669 19009 723 3296 5551 8340 11369 13980 16681 19081 792 3304 5688 8469 11422 14075 16717 19093 852 3366 5701 8475 11435 14112 16724 19153 885 3412 5718 8526 11443 14115 16775 19257 890 3437 5742 8604 11474 14210 16777 194J 3 1014 3468 5836 8684 11481 14292 16823 19514 1032 3487 5898 8693 11488 14308 16850 19589 1044 3498 5958 8785 11638 14340 16856 19676 1052 3527 6039 8796 11656 14355 16862 19788 1071 3535 6074 8888 11667 14375 16869 19841 1072 3600 6082 8905 11680 14377 16871 19853 1180 3602 6092 9073 11746 14426 16946 19903 1175 3633 6108 9083 11819 14491 16963 19968 ï*39 3645 6122 9117 11892 14586 16992 19991 1244 3647 6147 9139 12086 14619 17021 20000 1257 3671 6158 9217 12222 14642 17041 20055 1269 3677 6174 9242 12255 14674 17284 20072 1298 3743 6181 9283 12267 14794 17293 20082 1359 3836 6218 9369 12328 14809 17315 20116 1378 3873 6255 9434 12332 14828 17329 20123 1477 3908 6274 9478 12376 14945 17392 20270 1497 3913 6860 9632 12377 15008 17459 20302

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2