Bultenlandsch Overzicht.
Brieven uit de Hoofdstad.
zou zyn een gemeente te dwingen schoolgeld te
heffen, liet hij een uitzondering op de verplichte
heffing toe door vrijstelling te verleenen bij een
Kon. besluit, den Raad van State gehoord. Erken
nende, dat het woord «billijk" moeilijkheden kon
geven, stemde hij er in toe dit prijs te geven, en
ook de //tegemoetkoming" werd hersteld. Alleen
wilde hij in de wet zelve een minimum vaststellen
van schoolgeld, nl. 20 cents per maand.
Met deze concessie meende de helft der liberalen,
zy die inderdaad willen medewerken tot verzoening,
tevreden te kunnen zijn. Waar schoolgeldheffing als
beginsel algemeen wordt goedgevonden, kan toch een
som van 2.40 per jaar ,geen bezwaar geven, als
men daarbij in aanmerking neemt, dat dit bedrag
voor minvermogenden nog dalen kan, en dat in bij
zondere gevallen vergunning kan gegeven wordende
school kosteloos te maken (bijv. als ook de bijzondere
school kosteloos is.)
Enkelen bleven zich verzetten, zooals de heeren
Kerdijk en Borgesius, de meeste liberale sprekers Van
der Loeff, Mees, de Beaufort, van Houten konden het
gewicht der toenadering van de zijde der regeering
niet ontkennen, al bleven zij de voorkeur geven aan
het amendement der 9 liberalen.
Aan Dr. Schaepman (de heer Lohman was afwezig)
viel de taak te beurt, namens de rechterzijde, de zwenking
der Regeering goed te keuren en te rechtvaardigen.
He administratieve bezwaren tegen het woord //billijk"
waren niet te ontkennen, vandaar de tegemoetkoming
van den minister. Doch de rechterzijde verloochent
geen beginsel, zij blijft zich getrouw. Het woordje
„kan" is uit het artikel en daarmede is het doel bereikt.
Wegens het groote belang van het besluit, dat
van beslissenden invloed kan zijn op het lot der
wet, laten wij den uitslag der geheele stemming hier
volgen.
Het amend, de Beaufort c. s. werd verworpen met
51 tegen 42 stemmen.
Links voor, rechts tegen.
Het art. werd aangenomen met 72 tegen 21
stemmen.
Tegen de heeren: Schepel, Veegens, Kerdijk, De
Meijier, Van Houten, Viruly, Zaaijer, Borgesius, Rut
gers, Zijlker, Hartogh, Bool, v. d. Kaay, Heldt, Lief-
tinck, E. Cremers, v. d. Feltz, Smidt, Goedkoop, Tak,
Smeenge.
Voor de heeren: Cremer, Sanders, Land, Geert-
soma, Van der Loeff, Seijffardt, Mees, Van Gijn,
Hintzen, De Beaufort, Gleichman, Dijckmeester,
Kooijaards, Boreel, Roosoboom, Levyssohn Norman,
Gildemeester, Van Delden, W. K. van Dedem, Greeve,
Röell, en al de leden der rechterzijde.
De Parysche correspondent van de N. R. Ct. schrijft
over de too verachtige verlichting der fonteinen bij
avond
's Avonds, wanneer het donker is doet men door
eene geheimzinnige lichtbron al de fonteinen ver
lichten met verschillende kleuren, die telkens afwis
selen. Nu eens is de eene fontein rood en de andere
geel, dan is de eeno fontein blauw en de andere wit
of zeegroen of violet. En wat daarbij merkwaardig is,
het water, dat nedervalt blijft verlicht, totdat de laatste
druppel verdwenen is in het waterbekken, en terwijl
de geheele omgeving donker blijft.
Zoo ook is de dikke waterstraal, die horizontaal
uit den bek der dolfijnen komt en die als* eene
kromme lijn nedervalt, geheel verlicht, in weerwil,
dat men geene uitwendige lichtbron waarneemt.
Victor zelf in de voorste gelederen der hersaglieri
en zouaven stond. Te Milaan was men onbekend
met de juiste plaats, waar deze hardnekkige tweo-
daagsche veldslag plaats hadhot was de eerste over
winning, te Palestro. Burgers die kennissen hadden
onder de soldaten, of berichten uit de tweede hand
kregen, verzekerden, dat het hoofdkwartier der Oos
tenrijkers, ten gevolge van het oprukken van de
Franschen en Italianen, van Montara naar Abbiategrasso
verlegd was. Bij dit bericht werd een ander gevoegd,
dat gTooter vreugde veroorzaakte onder het volk.
Garibaldi had zich aan het hoofd zijner jagers een
weg geopend bij den mond van het Lago Maggiore,
en de bergtoppen van Vareze en het geheele omlig
gende land, bezettende trachtte hij, de bergstreek van
Lombardijo tot opstand op te wekken.
Dat was het roemrijke voorspel, van een grooten
nationalen oorlog. De dagbladen waren vol, mot,
ten deele leugenachtige berichten, omtrent Garibaldi
en de zijnen; en het plan van den oorlog. De Oos-
tenrijksche maarschalk, die alle macht in Milaan in
handen had, had drie dagen te voren gedreigd, dat
hy hen, die gehoor gaven aan die verontrustende
berichten, of die overbrachten, met al de gestrengheid
der wet straffen zou, zeggende, dat de noodige voor
zorgen waren genomen, om het wettig gezag te hand
haven; of te herstellen, waar het mocht aangevallen
worden.
Dien dag heerschte er eene ongewone drukte en
verwarring in het paleis van den marchese di C
Daalt men af in den kelder onder het waterbekken,
dan kan men nauwkeurig gadeslaan, hoe dit natuur
kundige wonder wordt ten uitvoer gebracht. Indien
kelder zijn namelijk electrische lampen, die zeer sterk
licht geven. Nu komt de waterstraal, die uit den
bek der dolfijnen spuit, daaruit te voorschijn door een
ringvormig mondstuk, zoodat het binnenste van dien
waterstraal hol is. De lichtstraal, die uit de lamp
komt, wordt door spiegels zoodanig gericht, dat die
lichtstraal juist gaat door het gat binnen den ringvor-
migen straal. Zoolang dus de holle waterstraal hori
zontaal uit den bek van den doflijn vliegt, blijft de
lichtstraal daaraan evenwydig in zyn holle binnenste.
Maar valt de waterstraal als eene kromme lyn omlaag,
wat hij natuurlijk door zwaartekracht doen moet,
dan wordt de lichtstraal heen en weder gekaatst tegen
de binnenwanden van den hollen waterstraal, en moet
de kromme richting van deze volgen. Dit is zeer
vernuftig gevonden, een aardig optisch bedrog, omdat
de omstanders niet dadelijk kunnen verklaren, hoe
het komt, dat deze kromme waterstraal verlicht is,
zonder dat men eene uitwendige lichtbron ziet, en
terwijl de geheele omgeving donker is.
Deze constructie is nieuw, en bestond niet in Enge
land bij de electrisch verlichte fonteinen, welke daar
zijn vertoond. De overige rechtopgaande fonteinon,
die naar het Engelsche model gemaakt zijn, hebben
een eenigzins anderen aanleg. Bij deze is de opening
van de waterpijp omgeven door vier lichtbronnen,
zoodanig dat de lichtstralen, omhoog gaande, een
weinig naar elkaar hellen, om den waterstraal te
verlichten.
Maakt men nu van dien eersten cirkel van licht
bronnen een tweeden cirkel van lichtbronnen, wier
lichtstralen omhoog gaande, ook een weinig naar
elkander hellen, en geeft men aan dien tweeden
cirkel van licht eene andere kleur dan aan de eerste,
dan kan men aan dea waterstraal twee verschillende
kleuren geven, bij voorbeeld groen omlaag en goud
geel omhoog, of blauw omlaag en vuurrood omhoog.
Ziehier hoe dat kleuren van het licht gaat, en hoe
dus het water den schijn heeft van gekleurd te zijn.
Midden in den kelder, waarin wij afdaalden staat
een toestel met handels, en trekstangen en cijfers,
niet ongelijk aan de toestellen voor het bewegen der
wissels en signalen op de spoorwegstations. Naast
iedere electrische lamp zijn vijf stukken glas van ver
schillende kleur geplaatst, welke heen en weder kunnen
worden getrokken door ijzordraden, die bewogen wor
den door de handels van den toestel. De fonteinen
zijn onder den grond verdeeld in tien groopen, en
ieder van deze groepen kan afwisselend de vijf
kleuren afnemen, naar mate men de eene gekleurde
ruit of de andere naar voren schuift. Er zijn dus
tien duizenden van wisselingen mogelijk in de rang
schikking van de kleuron der fonteinen, al naarmate
de man die aan den toestel staat het eene of het
andere handel overhaalt.''
Omtrent Carmen Sylvade Koningin van Rumenië,
schrijft men aan de Tijd o. a. het volgende:
Tot haar 23ste jaar bewoonde Elisabeth van Wied
op vaderlandse hen bodem het slot' Mon Repos, oen
der meest schilderachtige verblijven aan den Rijn.
In haar nieuw Vaderland vertoeft de Koningin bij
voorkeur te Cotroceni, een minuut of tien van Bucha
rest gelegen. Dit verblijf is eigenlijk een oud klooster,
omgeven door een park met hoog geboomte, en ver
heft zich op een hoogte, van waar men een prachtig
uitzicht heeft op de hoofdstad. De natuur is er ver-
Het gewone rijtuig en eene oude kales werden door
do stalknechts en den kleinen palfrenier gereed ge
maakt valiezen en koffers werden op de imperiale
geladen, de kamenier van de marchess ging gebogen
onder den last van mantels en kussens; in het be-
nedenvoorhuis zag men den kok met een paar hel
pers heen en weer loopen, en allerlei gereedschap op
een vrachtwagen laden. Dat alles toonde duidelijk
aan, dat de familie op het punt stond om Milaan te
verlaten.
De paarden werdén buiten gebracht en de oude
koetsier, stond met zijne zweep in de hand, midden
op het plein, en zag toe, dat alles geregeld gedaan
werd, en dat er spoed werd gemaakt.
z/Ach, kinderen!" riep hij, //nu is het wel dege
lijk het kanon ik heb nog goede oorenhoort
gij het niet?"
«Ik heb het al twee uren lang gehoord," ant
woordde' er oen.
En een ander. //Aan welken kant?"
z/Weet ik het? Aan den kant van Pavia, of No-
vara of Varese dat is natuurlijk."
«Wel zeker in 't Oosten of Westen, of waar ge
maar wilt," riep lachend de kok, die onder de be
dienden voor een geleerde doorging.
z/Ja, ja," hernam de koetsier, ,/wij zullen weer
'tzelfde zien als in 48 Wat zijn wij dom!
Alsof de wereld naar onze ziq; kon verbakken wor
den! Dat behoeven zij mij niet wijs te maken, want
ik zou wel een jaar lang van al die dingen kunnen
rukkelijk en wel geschikt om een dichteres te be-
- geesteren als Carmen Sylva, die in haar kunstuitin-
i gen aan alle kunstenarij vreemd is.
c Aan den zoom van het park heeft Karei een
i jachthuis doen bouwen, waar de Koningin haar bij-
i zonder werkvertrek heeft op de bovenverdieping en
i slechts van geringe afmeting. Gekleurde vensters
geven het uitzicht op eeuwenoude pijnbosschen. Van
3 binnen vindt men niet anders dan een schrijftafel,
- twee stoelen, een tafel met boeken bedekt, een palet
- met penseelen. Hier schrijft, schildert, componeert
Carmen Sylva.
Het jachthuis overigens bekend onder den
naam van Sinaïa wordt meermalen door het ko-
ninklijk echtpaar bewoond, dat daar wekenlang ge
leerden, musici, schilders en andere kunstenaars tot
gasten heeft. De Koning zoowel als de Koningin
zoekt zijn ontspanning vooral in den omgang met de
uitstekende mannen op elk gebied. Beiden koesteren
gelyke belangstelling voor allen geestesarbeid en
diepen eerbied voor ieder, die zich op het gebied
van kunst of wetenschap een goeden naam mocht
verwerven. In do bijeenkomsten te Sinaïa heerscht
een prettige, en ongedwongen toon. De Koningin
leest (op een wijze waarop .alleen zij het kan) een of
ander verhaal of dichtstuk, de componisten brengen
een of ander werk van hun schepping ten gehoore,
men houdt een kunstbeschouwing en eindigt in
den regel met een dansje voor de jongelui, die van
de partij zijn. Want de Koningin heeft een groote
voorliefde voor de jeugd, die ze gaarne vroolijk m
zich heen ziet. Bijna altijd heeft ze te Sinaïa een
zwerm jonge meisjes van aanzienlijken huize bij zich,
aan wie zij zelve haar eigen lust tot den arbeid
poogt meo to doelen; want zij verfoeit de werkeloos
heid, waartoe oostorsche naturen zoo licht te bren
gen zijn.
Te Sinaïa maken de Koningin en haar dames
steeds gebruik van de nationaal rumeensche klee
derdracht. De Vorstin heeft op die wijze de natio
nale industrie willen bevorderen en tegelijk den
goeden smaak dienen. Het rumeensche kostuum
bestaat in een wijd gewaad van schitterende kleuren
met talrijke borduursels en goudpailletten belegd.
Voeg daarbij het gouden hoofdtooisel en den langen
lichten sluier, die hoofd en hals ten deele bedekt,
en gij hebt eenigszins een denkbeeld van het oos-
tersche toilet, dat aan de levendigheid der rumeen
sche dames een bekoorlijkheid te meer ontleent.
De dood van haar eenig kind was voor Carmen
Sylva een wreede slag. Tenger van haar geboorte
af stierf de jeugdige prinses vóórdat zij haar 6e jaar
bereikt had. De troostelooze moeder werd zelve
zwaar ziek. In November 1875 verliet zij Sinaïa in
een draagstoel; haar beide voeten weigerden haar
allen dienst. Maandenlang moest zij in liggende
houding blijven en had geen andere afleiding dan
haar arbeid met de pen. Haar genezing heeft zij
aan de behandeling van dr. Mezger te danken; zij
volgt dan ook getrouw diens voorschriften, en haar
verblijf te Domburg is, naar ik vermeen, ook een
bewijs welke waarde zij aan zijn bekwaamheden toekent
In een verhaal, getiteld Leiden* F/r dengang, door
haar te Berlijn uitgegeven, zegt Carmen Sylva o. a.
//Arbeid, degelijke arbeid moet de troost zijn van
den mensch in zijn lijden."
Langen tijd wist men in Rumenië, niet dat de
vorstelijke vrouw dichteres was. De vroeger door
mij genoemde Wasili Alecsandri was de eerste, die
vertellen! Heb ik niet gezien, hoe de andere
Napoleon indertijd onder den voet raakte? En deze,
zijn ueef, geloof ik, denkt dat hij 'them verbeteren
zal! God moge 'thom vergeven! maar hij zal eens
wat zien
"Hij was de zoon van den vorigen koetsier, die
zoovele jaren lang den vader van den marchese naar
de diners van den aartshertog Ferdinand gereden
had, en daarom een trouw aanhanger was van het
goddelijk recht; hij was zijn vader opgevolgd, en
beroemde er zich terecht op, dat hij op galadagen
stéeds den marchese gereden had, als deze gehoor
zaamde aan eene uitnoodiging van den aartshertog
Reinier.
Maar onder de onderhorigen van den koetsier,
waren er eenigen die iets gehoord, en misschien ook
begrepen hadden, van wat er in 't land voorviel.
z/En ik zeg," begon een andor, «dat het van daag
geen gekheid is, zooals de andere maal. De zaak
ziet er nu heel anders uit."
z/Ge hebt gelijk; dat zeg ik ook," vervolgde een
kameraad, „de verwarring is groot, en wij zullen nu
niet alleen op het bal zijn."
z/Wel ja laat die roodbroeken maar hun
gang gaan!
z/En als die lui eens hier kwamen, zooals vroeger,
voor hunne eigene rekening?
«En als wij het dan eens met twee meesters
moesten zien te schikken?
(Wordt vervolgd.)
ervan hoorde. Hij zelf vertelde mij daaromtrent
het volgende: Bij gelegenheid van een zyner be-;
zoeken te Sinaïa sprak de Koningin hem aan en
zeide blozend: «Ik zouu wel een bekentenis willen
doen, maar ik heb geen moed ertoe." Op mijn
verbaasden blik ging zij voort en fluisterde: «Ik
maak ook verzen." Alecsandri verzocht haar, ze
eens te mogen inzien; de Koningin voldeed aan zijn
verzoek en toonde hem o. a. een duitsche vertaling
van Alecsandri's Parelsnoereneen verzameling rumeen
sche gedichten. De dichter van het oorspronkelijke
stond verbaasd over het talent der Vorstin en
moedigde haar aan, om den arbeid voort te zetten.
Te Franzensbad, waar zij eens den zomer door
bracht, kwam Carmen Sylva in aanraking met Wil
helm von Kotzebue, die haar eveneens aanmoedigde
en haar onderricht gaf in den versbouw, dien zij tot
dusver slechts onvolkomen kende. Tegenwoordig dicht
Carmen Sylva in 'tDuitsch, in 'tRumeensch en in
't Fransch met hetzelfde gemak, en op al wat zij
schrijft drukt zij het stempel van een distinctie, die
geen bekoorlijkheid uitsluit.
Na lange jaren haar kind beweend te hebben, schrijft
Carmen Sylva o. a. regels als deze: «Is 'tniet op
merkelijk, dat de Hemel mij met de eene hand ont
neemt wat ik liefheb en met de andere de reinste
en edelste vreugde over mij uitstort? Hoe zou ik
beter en vruchtbaarder mijn liefde aan mijn nieuw
Vaderland kunnen toonen dan door in zijn taal de
lettterkundige schatten van mijn dierbaar Duitschland
over te brengen?Ik geloof niet dat mijn gewond
hart door alle geluk verlaten is
Neen ongetwijfeld, zij behoefde geen afstand te
doen van alle geluk in haar leven. Eén voorrecht
in het bijzonder heeft zij zich weten te verzekeren
do ongeveinsde en warme liefde van haar volk. In
zijn beeldrijke taal zegt de Rumeniër van haar«Zij
is goed voor ons als de schoot onzer moeder." En
dat spreekwoord geeft te eenenmale Carmen Sylva's
verdiensten weder, die haar punt van uitgang en
haar toppunt tevens in de moederliefde vinden.
En Wasili Alecsandri sprak waarheid, toen hij van
de Vorstin getuigde: «Zij is den Rumeenen wat de
Rumeenen zijn voor haar."
Het internationaal congres te Parijs betreffende
de ongevallen aan werklieden bij do uitoefening
van hun bedrijf overkomen, is Dinsdag geopend.
Het zal de quaestie der verantwoordelijkheid van
de werkgevers in haren gehoelen omvang behande
len. Elf regeeringen hebben zich officieel laten ver
tegenwoordigen de meeste Fransche Kamers van
koophandel hebben gemachtigden gezonden on 23
staathuishoudkundige genootschappen en verscheidene
gemeenteraden nomen insgelijks door afgevaardigden
deel aan de werkzaamheden. In het geheel telt
het congres 759 leden, officieele vertegenwoordigers
en anderen. Eere-leden zijn voor Engeland sir Fre-
dorich Abel, sir Polydore do Keyser en eenige
anderen. De werking der Duitsche wet betreffende
do verantwoordelijkheid der werkgevers zal uitoen-
gezet worden door gemachtigden uit Elzas-Lotha-
ringen, en vooral door den heer Grad, lid van den
Duitschen Rijksdag. Ook Oostenryk, Belgie, Spanje,
Italië en Zwitserland zijn vertegenwoordigd door
deskundigen.
De heer Luzzatti, afgevaardigde bij de Italiaan-
sche Kamer en hoogleeraar in de staathuishoudkunde
aan de hoogeschool te Padua, werd in de eerste
zitting tot president en de hoer Léon Say tot twee
den voorzitter gekozen. Nadat de heer Luzzatti
eene korte openingsrede had gehouden, beraadslaagde
het congres over een rapport van den heer Numa
Droz, lid van de Zwitsersche regeering, over de
wetgeving van de voornaamste landen rakende het
onderwerp. Het rapport komt tot deze conclusion
Het is voor het congres niet mogelijk oene juist
otnschrevon .resolutie over de quaestie aan te nemen;
het behoort zich te bepalen tot het uitdrukken van
algemeene sympathieën en meeningen. Zoo dient
het in de eerste plaats te erkennen, dat er be-
roopsgevaren zijn, en er bestaat een sterk verlangen
om ook de ziekten, veroorzaakt door zeker soort
van werkzaamheden, onder do beroepsgevaren te
brengen. Indien er in al die gevallen eene ver
goeding moest uitgekeerd worden, dan zou daardoor
eene groote verandering in de maatschappelijke in
richting plaats grijpen nieuwe rechten en nieuwe
instellingen gelyk reeds in Duitschland, zouden er
door ontstaan. Zulke hervormingen zouden er ook
toe kunnen leiden om minder zorgzaam te zijn ter
voorkoming van ongevallen. Algemeen zal men
toestemmen, dat er maatregelen genomen moeten
worden om zooveel mogelijk ongelukken te voorko
men, en dat met het oog hierop tal van inspecteurs
behooren te worden benoemd om toe te zien, dat
die maatregelen worden toegepast. Het is wen-
schelijk dat het congres, zonder in bijzonderheden
te treden, erkent dat de uitkoering zoo ruim zy, dat
de persoon, die door het ongeval is getroffen, uit
den nood geholpen is.
Deze conclusion vonden algemeen goedkeuring en
het congres besloot het rapport te laten drukken
en aan de leden rond te deelon.
De gourerneur der provincie Antwerpen heeft den
minister van binnenlandsche zaken een uitvoerig
officieel rapport gezonden over de ramp welke de stad
heeft geteisterd.
Daarin komt o. a. voor, dat de oorzaak nog niet be
kend is en het onderzoek wordt voortgezet. Men weet
nog niet of de werkplaats waar de patronen werden
geledigd het eerst in de lucht is gevlogen, dan wel
of de petroleumdepots het eerst in vlam zijn geraakt.
Tot dusver zijn 72 sterfgevallen in de registers
van den burgerlijken stand ingeschreven en worden
114 gewonden in de gasthuizen verpleegd.
In het rapport wordt verder een overzicht gegeven
van de briefwisseling tusschen het gemeentebestuur
en de zoogenaamde „permanente deputatie" omtrent
de machtiging tot oprichting der bedoelde werkplaats.
De Duitsche bladen deelen thans vrij algemeen
mede, dat de Czaar op het laatst dezer maand ver
wacht wordt en wel te Berlijn. Politieke beschouwingen
worden er nog niet aan vastgeknoopt. Trouwens
zwijgen is nog het best wat de Duitsche kranten
doen kunnen na al hetgeen er reeds gezegd is over
het uitstellen van het bezoek. Ook uit Petersburg
wordt heden gemeld, dat de Czaar het tegenbezoek
aan Keizer Wilhelm zal brengen na afloop der Prui
sische herfstmanoeuvresde Keizerin zal den Czaar
naar Berlijn vergezellen.
De Duitsche Keizer hield eergisteren zyn intocht
in het feestelijk versierde oude Minden. Aan het
spoorwegstation was de le compagnie van het reg.
Prins Fredrik der Nederlanden opgesteld als eere-
wacht. De burgemeester begrootte den Keizer o. a.
met de herinnering, dat het 900 jaar geleden was,
dat een Duitsch Keizer de stad had bezocht.
„Voorzichtig, man» zegt de Engelsche Punch
tot den werkman, die op het punt staat de kip te
slachten, welke hem gouden eieren legt „weet wat
je doetals het dier dood is, zult gij zelf het meeste
nadeel lijden".
Hetzelfde zeggen andere bladen tot de dokdirec
teuren, doch beide partyen blijven op haar stuk
staan, zonder zich te bekommeren om het groote
nadeel, hetwelk Londens handel en scheepvaart door
deze werkstaking lijdt. Toen kardinaal Manning
in de bijeenkomst der werkstakers voorstelde de
loonsverbooging tegen 1 Nov. te doen intreden, werd
dit op raad van Bums met groote meerderheid ver
worpen.
Toch liet de kardinaal den moed nog niet zinken,
maar begaf zich weer naar de directeuren, teneinde
nog een laatste poging te wagen hen tot toegeven
over te halen. Groote verwachtingen heeft men
echter niet van deze poging van den kardiuaal,
daar de directeuren even halstarrig zijn als de werk
stakers.
De Pall Mall Gazette doet een even geestig ge
vonden als practisch voorstel om de werkstaking te
doen eindigen. Het blad noodigt een man of een
vrouw in Engeland uit, 20.000 pd. st. aan het bu
reau der Pall Mall te storten of wel een twintigtal
personen ieder 1000 pd. te geven. Met een soin
van 20.000 pd. at. is een regeling van het geschil
tusschen dokbesturen en dokwerkers mogelijk. De
eersten hebben zich bereid verklaard alle eisohen
der werkstakers in te willigen, mits de loonsverhoo-
ging ingaat op 1 Januari a. s.
De dokwerkers verlangen de verhooging op 1 Oc
tober. Dit is op het oogenblik het eenige verschil
tusschen beide partijen. De directeuren der dokken
verzekeren, dat het sixpence-loon hun jaarlijksch
budget met 60.000 a 70.000 pd. zal vermeerderen.
Er zijn nog 120 dagen in het loopendo jaar of min
der dan een derde, zoodat de totale som, welke een
oplossing der kwestie in den weg staat, 20.000 pd.
st. bedraagt. Mag zulk een kleinigheid den handel
der hoofdstad verlammen, vraagt de Pall Mall. Met
20.000 pd. st. zijn millioenen te redden. De modus
operandi acht hot blad gemakkelijk. Indien 20.000
pd. st. aan zijn bureau gestort wordt, zal het tot do
dokbesturen gaan en hun zeggen: „Gij hebt het 6
pd. loon op 1 Jan. a. beloofd. Indien gij wilt kunt
gij reeds van heden af de loonsverhooging uitbetalen.
Wij deponeeren voor dit doel 20.000 pd. st. in de
bank, waarvan wekelijks aan u zal afgegeven worden
zooveel als gij wegens de loonsverhooging aan uw
arbeiders meer dan te voren uit te betalen hebt.
Het plan is aardig bedacht, niet waar? en een
voudig wat de uitvoering betreft. Of echter de
Pall Mall succes met haar denkbeeld zal hebben, is
een tweede, ofschoon men van een Engolschman ook
zelfs zulk een excentrieke oplossing van een werksta
king kan verwachten.
De Parysche tentoonstelling wordt onherroepelijk
31 Oct. gesloten.
Amsterdam10 September.
Getrouw te blijven aan myne in de vorige week
afgelegde belofte, om u een en ander mede te deelen
omtrent het muzikale leven in ons aanstaand of, jui
ster, reeds aangevangen winterseizoen, valt mij minder
gemakkelijk, omdat de uitingen van dat leven eigen
lijk nog zeer weinig talrijk zijn. De muziek doet zich
hier gewoonlijk eerst tegen het einde van October
hooren. Toch valt er al iets te vermelden.
Allereerst heeft zich ook hier het Duitsche opera
gezelschap van den heer Saalbom met Capitain
Fracassa doen hooren. Na lang daaruit verbannen te
zyn, zetelt de Germaansche toonkunst weer in onzen
stadsschouwburg. Wat haar lot daar zal wezen valt
niet gemakkelijk te zeggen. Eigenlijk recht heeft zij
zich daar nooit kunnen zetelen. Doch alles zal af
hangen van hetgeen de heer Saalbom ons ten gehoore
doet brengen. Voorloopig is hy maar half gelukkig.
Hij heeft toch zijn intrede gedaan met de operette,
en dat genre wil in dezen schouwburg heel en al
niet tieren. Wel is waar was de indruk van stuk en
uitvoering der vorige week niet ongunstighij was
volkomen dezelfde althans bij mij als Nemo er
te Rotterdam van ontving. Maar de roep, die er van
is uitgegaan was niet van dien aard om voor de
tweede uitvoering op heden avond een groot publiek
te voorspellen. Onder de abonnés heerscht reeds
eenige ontevredenheid naar aanleiding van deze
reprisezij willen wel eens een zelfde opvoering
tweemaal zien, maar dan van een belangrijk werk.
Het komt mij dan ook voor, dat de heer Saalbom
beter gehandeld zou hebben, wanneer hij de traditie
der Fransche opera gevolgd had en hier niet ware
verschenen met zijn gezelschap voor hij dat der
groote opera voltallig en en train bad. De operette
voor de afwisselingmaar met het begin had bij zijn
slag moeten slaan met de groote opera.
Er komt bij, dat hij hier met eene groote con
currentie te worstelen heeft. Wel is waar speelt het
Hollandsche operagezelschap hier niet des Dinsdags
avond, maar dat deel van het uitgaand publiek, 't
welk van de opera /houdt, heeft aan de vier voor
stellingen per week in den Parkschouwburg meer dan
genoeg om zijn liefde voor deze kunstsoort te vol
doen. Wel is dat niet het eerste klasse publiek,
want dit laat zich nog altijd bij onze Hollandsche
opéra zoeken maar hiervan kan ook bij ons geen
zoo kostbaar gezelschap als van den heer Saalbom
bestaan. En afgescheiden van het nationaliteitsgevoel
en de mindere kostbaarheid der prijzen, oefent de
Hollandsche opera op een zeker deel van het publiek
dat der vaste bezoekers aantrekkingskracht uit
door de bekendheid fier zangers en zangeressen.
Dezen ivisselen immers niet zoo af als bij de vreemde
gezelschappende kern van het gezelschap is sints
de oprichting dezelfde gebleven, en zoo is er een
vertrouwelijkheid, een band ontstaan tusschen dit ge
zelschap en zijn publiek, die het zeer ten goede
komt. Maar het moet tevens gezegd worden, dat
het gezelschap, gelijk het nu is saamgesteld inder
daad aan de eischen begint te voldoen, welke men
vergen mag, De heeren Pauwels, Orelio en Albers
zijn drie zangers, die mogen meetellen en het dames-
personeel heeft thans in mej. van der Zandt een alt
van begaafdheid, wier stem wel is waar in de hoogte
wat scherp klinkt, maar die een fraai middenregister
heeftterwijl zij als actrice niet zonder routine blijkt.
De andere nieuwelinge, mej. v. d. Wuift', heeft wel
is waar voor eene eerste zangeres een wat zwak ge
luid, maar haar orgaan is zeer aangenaam van klank,
zij zingt zuiver, voert de figuren met zekerheid uit
en beweegt zich niet zonder gratie. De beide nieuwe
aankomelingen hebben bij haar optreden in De
Troubadour, van het publiek dau ook eene warme
ontvangst genoten en met de dames Orelio en
Albers-Jahn bezit de heer de Groot nu een dames
gezelschap, 't welk hij mag presenteeren. En nu hij
een beter orkest heeft dan het vorige jaar tot zoo
veel grieven aanleiding gaf, kan hij er dunkt mij
wel op rekenen, dat de kring der getrouwe bezoe
kers er niet op verminderen zal.
'tls trouwens verbazend wat er in onze goede
stad al niet wordt uitgegaan ondanks de slechte
tijdenals een gezelschap maar het geluk heeft een
stuk te grijpen dat pakt is het vau een druk be
zoek zekerook al zijn de concurrenten dan even
gelukkig. Zoo kan men niot zeggen, dat sinds het
oprichten van het Hollandsche operagezelschap in
den Parkschouwuurg het bijgelegen schouwburgje
Frascati van de beeren Prot, waar uitsluitend Hol-
limdsche (d. i. vertaalde) operette's gegeven worden,
minder druk bezocht is. Elk theater heeft dan ook
zijn eigen publiekmaar zoodra het een successtuk
geeft trekt het natuurlijk een wijdereu kring tot zich.
Alleropmerkelijkst was het, hoe bijv. op Zondag
avond 1 September in niet een der toen geopende
zes schouwburgen meer een zieltje bij koffl. En op
dit oogenblik trekken de heeren Prot het publiek
met eene uit het Engelsch vertaalde operette Èrminie,