Bultenlandsch Overzicht. Brieven uit de Hoofdstad. zou zyn een gemeente te dwingen schoolgeld te heffen, liet hij een uitzondering op de verplichte heffing toe door vrijstelling te verleenen bij een Kon. besluit, den Raad van State gehoord. Erken nende, dat het woord «billijk" moeilijkheden kon geven, stemde hij er in toe dit prijs te geven, en ook de //tegemoetkoming" werd hersteld. Alleen wilde hij in de wet zelve een minimum vaststellen van schoolgeld, nl. 20 cents per maand. Met deze concessie meende de helft der liberalen, zy die inderdaad willen medewerken tot verzoening, tevreden te kunnen zijn. Waar schoolgeldheffing als beginsel algemeen wordt goedgevonden, kan toch een som van 2.40 per jaar ,geen bezwaar geven, als men daarbij in aanmerking neemt, dat dit bedrag voor minvermogenden nog dalen kan, en dat in bij zondere gevallen vergunning kan gegeven wordende school kosteloos te maken (bijv. als ook de bijzondere school kosteloos is.) Enkelen bleven zich verzetten, zooals de heeren Kerdijk en Borgesius, de meeste liberale sprekers Van der Loeff, Mees, de Beaufort, van Houten konden het gewicht der toenadering van de zijde der regeering niet ontkennen, al bleven zij de voorkeur geven aan het amendement der 9 liberalen. Aan Dr. Schaepman (de heer Lohman was afwezig) viel de taak te beurt, namens de rechterzijde, de zwenking der Regeering goed te keuren en te rechtvaardigen. He administratieve bezwaren tegen het woord //billijk" waren niet te ontkennen, vandaar de tegemoetkoming van den minister. Doch de rechterzijde verloochent geen beginsel, zij blijft zich getrouw. Het woordje „kan" is uit het artikel en daarmede is het doel bereikt. Wegens het groote belang van het besluit, dat van beslissenden invloed kan zijn op het lot der wet, laten wij den uitslag der geheele stemming hier volgen. Het amend, de Beaufort c. s. werd verworpen met 51 tegen 42 stemmen. Links voor, rechts tegen. Het art. werd aangenomen met 72 tegen 21 stemmen. Tegen de heeren: Schepel, Veegens, Kerdijk, De Meijier, Van Houten, Viruly, Zaaijer, Borgesius, Rut gers, Zijlker, Hartogh, Bool, v. d. Kaay, Heldt, Lief- tinck, E. Cremers, v. d. Feltz, Smidt, Goedkoop, Tak, Smeenge. Voor de heeren: Cremer, Sanders, Land, Geert- soma, Van der Loeff, Seijffardt, Mees, Van Gijn, Hintzen, De Beaufort, Gleichman, Dijckmeester, Kooijaards, Boreel, Roosoboom, Levyssohn Norman, Gildemeester, Van Delden, W. K. van Dedem, Greeve, Röell, en al de leden der rechterzijde. De Parysche correspondent van de N. R. Ct. schrijft over de too verachtige verlichting der fonteinen bij avond 's Avonds, wanneer het donker is doet men door eene geheimzinnige lichtbron al de fonteinen ver lichten met verschillende kleuren, die telkens afwis selen. Nu eens is de eene fontein rood en de andere geel, dan is de eeno fontein blauw en de andere wit of zeegroen of violet. En wat daarbij merkwaardig is, het water, dat nedervalt blijft verlicht, totdat de laatste druppel verdwenen is in het waterbekken, en terwijl de geheele omgeving donker blijft. Zoo ook is de dikke waterstraal, die horizontaal uit den bek der dolfijnen komt en die als* eene kromme lijn nedervalt, geheel verlicht, in weerwil, dat men geene uitwendige lichtbron waarneemt. Victor zelf in de voorste gelederen der hersaglieri en zouaven stond. Te Milaan was men onbekend met de juiste plaats, waar deze hardnekkige tweo- daagsche veldslag plaats hadhot was de eerste over winning, te Palestro. Burgers die kennissen hadden onder de soldaten, of berichten uit de tweede hand kregen, verzekerden, dat het hoofdkwartier der Oos tenrijkers, ten gevolge van het oprukken van de Franschen en Italianen, van Montara naar Abbiategrasso verlegd was. Bij dit bericht werd een ander gevoegd, dat gTooter vreugde veroorzaakte onder het volk. Garibaldi had zich aan het hoofd zijner jagers een weg geopend bij den mond van het Lago Maggiore, en de bergtoppen van Vareze en het geheele omlig gende land, bezettende trachtte hij, de bergstreek van Lombardijo tot opstand op te wekken. Dat was het roemrijke voorspel, van een grooten nationalen oorlog. De dagbladen waren vol, mot, ten deele leugenachtige berichten, omtrent Garibaldi en de zijnen; en het plan van den oorlog. De Oos- tenrijksche maarschalk, die alle macht in Milaan in handen had, had drie dagen te voren gedreigd, dat hy hen, die gehoor gaven aan die verontrustende berichten, of die overbrachten, met al de gestrengheid der wet straffen zou, zeggende, dat de noodige voor zorgen waren genomen, om het wettig gezag te hand haven; of te herstellen, waar het mocht aangevallen worden. Dien dag heerschte er eene ongewone drukte en verwarring in het paleis van den marchese di C Daalt men af in den kelder onder het waterbekken, dan kan men nauwkeurig gadeslaan, hoe dit natuur kundige wonder wordt ten uitvoer gebracht. Indien kelder zijn namelijk electrische lampen, die zeer sterk licht geven. Nu komt de waterstraal, die uit den bek der dolfijnen spuit, daaruit te voorschijn door een ringvormig mondstuk, zoodat het binnenste van dien waterstraal hol is. De lichtstraal, die uit de lamp komt, wordt door spiegels zoodanig gericht, dat die lichtstraal juist gaat door het gat binnen den ringvor- migen straal. Zoolang dus de holle waterstraal hori zontaal uit den bek van den doflijn vliegt, blijft de lichtstraal daaraan evenwydig in zyn holle binnenste. Maar valt de waterstraal als eene kromme lyn omlaag, wat hij natuurlijk door zwaartekracht doen moet, dan wordt de lichtstraal heen en weder gekaatst tegen de binnenwanden van den hollen waterstraal, en moet de kromme richting van deze volgen. Dit is zeer vernuftig gevonden, een aardig optisch bedrog, omdat de omstanders niet dadelijk kunnen verklaren, hoe het komt, dat deze kromme waterstraal verlicht is, zonder dat men eene uitwendige lichtbron ziet, en terwijl de geheele omgeving donker is. Deze constructie is nieuw, en bestond niet in Enge land bij de electrisch verlichte fonteinen, welke daar zijn vertoond. De overige rechtopgaande fonteinon, die naar het Engelsche model gemaakt zijn, hebben een eenigzins anderen aanleg. Bij deze is de opening van de waterpijp omgeven door vier lichtbronnen, zoodanig dat de lichtstralen, omhoog gaande, een weinig naar elkaar hellen, om den waterstraal te verlichten. Maakt men nu van dien eersten cirkel van licht bronnen een tweeden cirkel van lichtbronnen, wier lichtstralen omhoog gaande, ook een weinig naar elkander hellen, en geeft men aan dien tweeden cirkel van licht eene andere kleur dan aan de eerste, dan kan men aan dea waterstraal twee verschillende kleuren geven, bij voorbeeld groen omlaag en goud geel omhoog, of blauw omlaag en vuurrood omhoog. Ziehier hoe dat kleuren van het licht gaat, en hoe dus het water den schijn heeft van gekleurd te zijn. Midden in den kelder, waarin wij afdaalden staat een toestel met handels, en trekstangen en cijfers, niet ongelijk aan de toestellen voor het bewegen der wissels en signalen op de spoorwegstations. Naast iedere electrische lamp zijn vijf stukken glas van ver schillende kleur geplaatst, welke heen en weder kunnen worden getrokken door ijzordraden, die bewogen wor den door de handels van den toestel. De fonteinen zijn onder den grond verdeeld in tien groopen, en ieder van deze groepen kan afwisselend de vijf kleuren afnemen, naar mate men de eene gekleurde ruit of de andere naar voren schuift. Er zijn dus tien duizenden van wisselingen mogelijk in de rang schikking van de kleuron der fonteinen, al naarmate de man die aan den toestel staat het eene of het andere handel overhaalt.'' Omtrent Carmen Sylvade Koningin van Rumenië, schrijft men aan de Tijd o. a. het volgende: Tot haar 23ste jaar bewoonde Elisabeth van Wied op vaderlandse hen bodem het slot' Mon Repos, oen der meest schilderachtige verblijven aan den Rijn. In haar nieuw Vaderland vertoeft de Koningin bij voorkeur te Cotroceni, een minuut of tien van Bucha rest gelegen. Dit verblijf is eigenlijk een oud klooster, omgeven door een park met hoog geboomte, en ver heft zich op een hoogte, van waar men een prachtig uitzicht heeft op de hoofdstad. De natuur is er ver- Het gewone rijtuig en eene oude kales werden door do stalknechts en den kleinen palfrenier gereed ge maakt valiezen en koffers werden op de imperiale geladen, de kamenier van de marchess ging gebogen onder den last van mantels en kussens; in het be- nedenvoorhuis zag men den kok met een paar hel pers heen en weer loopen, en allerlei gereedschap op een vrachtwagen laden. Dat alles toonde duidelijk aan, dat de familie op het punt stond om Milaan te verlaten. De paarden werdén buiten gebracht en de oude koetsier, stond met zijne zweep in de hand, midden op het plein, en zag toe, dat alles geregeld gedaan werd, en dat er spoed werd gemaakt. z/Ach, kinderen!" riep hij, //nu is het wel dege lijk het kanon ik heb nog goede oorenhoort gij het niet?" «Ik heb het al twee uren lang gehoord," ant woordde' er oen. En een ander. //Aan welken kant?" z/Weet ik het? Aan den kant van Pavia, of No- vara of Varese dat is natuurlijk." «Wel zeker in 't Oosten of Westen, of waar ge maar wilt," riep lachend de kok, die onder de be dienden voor een geleerde doorging. z/Ja, ja," hernam de koetsier, ,/wij zullen weer 'tzelfde zien als in 48 Wat zijn wij dom! Alsof de wereld naar onze ziq; kon verbakken wor den! Dat behoeven zij mij niet wijs te maken, want ik zou wel een jaar lang van al die dingen kunnen rukkelijk en wel geschikt om een dichteres te be- - geesteren als Carmen Sylva, die in haar kunstuitin- i gen aan alle kunstenarij vreemd is. c Aan den zoom van het park heeft Karei een i jachthuis doen bouwen, waar de Koningin haar bij- i zonder werkvertrek heeft op de bovenverdieping en i slechts van geringe afmeting. Gekleurde vensters geven het uitzicht op eeuwenoude pijnbosschen. Van 3 binnen vindt men niet anders dan een schrijftafel, - twee stoelen, een tafel met boeken bedekt, een palet - met penseelen. Hier schrijft, schildert, componeert Carmen Sylva. Het jachthuis overigens bekend onder den naam van Sinaïa wordt meermalen door het ko- ninklijk echtpaar bewoond, dat daar wekenlang ge leerden, musici, schilders en andere kunstenaars tot gasten heeft. De Koning zoowel als de Koningin zoekt zijn ontspanning vooral in den omgang met de uitstekende mannen op elk gebied. Beiden koesteren gelyke belangstelling voor allen geestesarbeid en diepen eerbied voor ieder, die zich op het gebied van kunst of wetenschap een goeden naam mocht verwerven. In do bijeenkomsten te Sinaïa heerscht een prettige, en ongedwongen toon. De Koningin leest (op een wijze waarop .alleen zij het kan) een of ander verhaal of dichtstuk, de componisten brengen een of ander werk van hun schepping ten gehoore, men houdt een kunstbeschouwing en eindigt in den regel met een dansje voor de jongelui, die van de partij zijn. Want de Koningin heeft een groote voorliefde voor de jeugd, die ze gaarne vroolijk m zich heen ziet. Bijna altijd heeft ze te Sinaïa een zwerm jonge meisjes van aanzienlijken huize bij zich, aan wie zij zelve haar eigen lust tot den arbeid poogt meo to doelen; want zij verfoeit de werkeloos heid, waartoe oostorsche naturen zoo licht te bren gen zijn. Te Sinaïa maken de Koningin en haar dames steeds gebruik van de nationaal rumeensche klee derdracht. De Vorstin heeft op die wijze de natio nale industrie willen bevorderen en tegelijk den goeden smaak dienen. Het rumeensche kostuum bestaat in een wijd gewaad van schitterende kleuren met talrijke borduursels en goudpailletten belegd. Voeg daarbij het gouden hoofdtooisel en den langen lichten sluier, die hoofd en hals ten deele bedekt, en gij hebt eenigszins een denkbeeld van het oos- tersche toilet, dat aan de levendigheid der rumeen sche dames een bekoorlijkheid te meer ontleent. De dood van haar eenig kind was voor Carmen Sylva een wreede slag. Tenger van haar geboorte af stierf de jeugdige prinses vóórdat zij haar 6e jaar bereikt had. De troostelooze moeder werd zelve zwaar ziek. In November 1875 verliet zij Sinaïa in een draagstoel; haar beide voeten weigerden haar allen dienst. Maandenlang moest zij in liggende houding blijven en had geen andere afleiding dan haar arbeid met de pen. Haar genezing heeft zij aan de behandeling van dr. Mezger te danken; zij volgt dan ook getrouw diens voorschriften, en haar verblijf te Domburg is, naar ik vermeen, ook een bewijs welke waarde zij aan zijn bekwaamheden toekent In een verhaal, getiteld Leiden* F/r dengang, door haar te Berlijn uitgegeven, zegt Carmen Sylva o. a. //Arbeid, degelijke arbeid moet de troost zijn van den mensch in zijn lijden." Langen tijd wist men in Rumenië, niet dat de vorstelijke vrouw dichteres was. De vroeger door mij genoemde Wasili Alecsandri was de eerste, die vertellen! Heb ik niet gezien, hoe de andere Napoleon indertijd onder den voet raakte? En deze, zijn ueef, geloof ik, denkt dat hij 'them verbeteren zal! God moge 'thom vergeven! maar hij zal eens wat zien "Hij was de zoon van den vorigen koetsier, die zoovele jaren lang den vader van den marchese naar de diners van den aartshertog Ferdinand gereden had, en daarom een trouw aanhanger was van het goddelijk recht; hij was zijn vader opgevolgd, en beroemde er zich terecht op, dat hij op galadagen stéeds den marchese gereden had, als deze gehoor zaamde aan eene uitnoodiging van den aartshertog Reinier. Maar onder de onderhorigen van den koetsier, waren er eenigen die iets gehoord, en misschien ook begrepen hadden, van wat er in 't land voorviel. z/En ik zeg," begon een andor, «dat het van daag geen gekheid is, zooals de andere maal. De zaak ziet er nu heel anders uit." z/Ge hebt gelijk; dat zeg ik ook," vervolgde een kameraad, „de verwarring is groot, en wij zullen nu niet alleen op het bal zijn." z/Wel ja laat die roodbroeken maar hun gang gaan! z/En als die lui eens hier kwamen, zooals vroeger, voor hunne eigene rekening? «En als wij het dan eens met twee meesters moesten zien te schikken? (Wordt vervolgd.) ervan hoorde. Hij zelf vertelde mij daaromtrent het volgende: Bij gelegenheid van een zyner be-; zoeken te Sinaïa sprak de Koningin hem aan en zeide blozend: «Ik zouu wel een bekentenis willen doen, maar ik heb geen moed ertoe." Op mijn verbaasden blik ging zij voort en fluisterde: «Ik maak ook verzen." Alecsandri verzocht haar, ze eens te mogen inzien; de Koningin voldeed aan zijn verzoek en toonde hem o. a. een duitsche vertaling van Alecsandri's Parelsnoereneen verzameling rumeen sche gedichten. De dichter van het oorspronkelijke stond verbaasd over het talent der Vorstin en moedigde haar aan, om den arbeid voort te zetten. Te Franzensbad, waar zij eens den zomer door bracht, kwam Carmen Sylva in aanraking met Wil helm von Kotzebue, die haar eveneens aanmoedigde en haar onderricht gaf in den versbouw, dien zij tot dusver slechts onvolkomen kende. Tegenwoordig dicht Carmen Sylva in 'tDuitsch, in 'tRumeensch en in 't Fransch met hetzelfde gemak, en op al wat zij schrijft drukt zij het stempel van een distinctie, die geen bekoorlijkheid uitsluit. Na lange jaren haar kind beweend te hebben, schrijft Carmen Sylva o. a. regels als deze: «Is 'tniet op merkelijk, dat de Hemel mij met de eene hand ont neemt wat ik liefheb en met de andere de reinste en edelste vreugde over mij uitstort? Hoe zou ik beter en vruchtbaarder mijn liefde aan mijn nieuw Vaderland kunnen toonen dan door in zijn taal de lettterkundige schatten van mijn dierbaar Duitschland over te brengen?Ik geloof niet dat mijn gewond hart door alle geluk verlaten is Neen ongetwijfeld, zij behoefde geen afstand te doen van alle geluk in haar leven. Eén voorrecht in het bijzonder heeft zij zich weten te verzekeren do ongeveinsde en warme liefde van haar volk. In zijn beeldrijke taal zegt de Rumeniër van haar«Zij is goed voor ons als de schoot onzer moeder." En dat spreekwoord geeft te eenenmale Carmen Sylva's verdiensten weder, die haar punt van uitgang en haar toppunt tevens in de moederliefde vinden. En Wasili Alecsandri sprak waarheid, toen hij van de Vorstin getuigde: «Zij is den Rumeenen wat de Rumeenen zijn voor haar." Het internationaal congres te Parijs betreffende de ongevallen aan werklieden bij do uitoefening van hun bedrijf overkomen, is Dinsdag geopend. Het zal de quaestie der verantwoordelijkheid van de werkgevers in haren gehoelen omvang behande len. Elf regeeringen hebben zich officieel laten ver tegenwoordigen de meeste Fransche Kamers van koophandel hebben gemachtigden gezonden on 23 staathuishoudkundige genootschappen en verscheidene gemeenteraden nomen insgelijks door afgevaardigden deel aan de werkzaamheden. In het geheel telt het congres 759 leden, officieele vertegenwoordigers en anderen. Eere-leden zijn voor Engeland sir Fre- dorich Abel, sir Polydore do Keyser en eenige anderen. De werking der Duitsche wet betreffende do verantwoordelijkheid der werkgevers zal uitoen- gezet worden door gemachtigden uit Elzas-Lotha- ringen, en vooral door den heer Grad, lid van den Duitschen Rijksdag. Ook Oostenryk, Belgie, Spanje, Italië en Zwitserland zijn vertegenwoordigd door deskundigen. De heer Luzzatti, afgevaardigde bij de Italiaan- sche Kamer en hoogleeraar in de staathuishoudkunde aan de hoogeschool te Padua, werd in de eerste zitting tot president en de hoer Léon Say tot twee den voorzitter gekozen. Nadat de heer Luzzatti eene korte openingsrede had gehouden, beraadslaagde het congres over een rapport van den heer Numa Droz, lid van de Zwitsersche regeering, over de wetgeving van de voornaamste landen rakende het onderwerp. Het rapport komt tot deze conclusion Het is voor het congres niet mogelijk oene juist otnschrevon .resolutie over de quaestie aan te nemen; het behoort zich te bepalen tot het uitdrukken van algemeene sympathieën en meeningen. Zoo dient het in de eerste plaats te erkennen, dat er be- roopsgevaren zijn, en er bestaat een sterk verlangen om ook de ziekten, veroorzaakt door zeker soort van werkzaamheden, onder do beroepsgevaren te brengen. Indien er in al die gevallen eene ver goeding moest uitgekeerd worden, dan zou daardoor eene groote verandering in de maatschappelijke in richting plaats grijpen nieuwe rechten en nieuwe instellingen gelyk reeds in Duitschland, zouden er door ontstaan. Zulke hervormingen zouden er ook toe kunnen leiden om minder zorgzaam te zijn ter voorkoming van ongevallen. Algemeen zal men toestemmen, dat er maatregelen genomen moeten worden om zooveel mogelijk ongelukken te voorko men, en dat met het oog hierop tal van inspecteurs behooren te worden benoemd om toe te zien, dat die maatregelen worden toegepast. Het is wen- schelijk dat het congres, zonder in bijzonderheden te treden, erkent dat de uitkoering zoo ruim zy, dat de persoon, die door het ongeval is getroffen, uit den nood geholpen is. Deze conclusion vonden algemeen goedkeuring en het congres besloot het rapport te laten drukken en aan de leden rond te deelon. De gourerneur der provincie Antwerpen heeft den minister van binnenlandsche zaken een uitvoerig officieel rapport gezonden over de ramp welke de stad heeft geteisterd. Daarin komt o. a. voor, dat de oorzaak nog niet be kend is en het onderzoek wordt voortgezet. Men weet nog niet of de werkplaats waar de patronen werden geledigd het eerst in de lucht is gevlogen, dan wel of de petroleumdepots het eerst in vlam zijn geraakt. Tot dusver zijn 72 sterfgevallen in de registers van den burgerlijken stand ingeschreven en worden 114 gewonden in de gasthuizen verpleegd. In het rapport wordt verder een overzicht gegeven van de briefwisseling tusschen het gemeentebestuur en de zoogenaamde „permanente deputatie" omtrent de machtiging tot oprichting der bedoelde werkplaats. De Duitsche bladen deelen thans vrij algemeen mede, dat de Czaar op het laatst dezer maand ver wacht wordt en wel te Berlijn. Politieke beschouwingen worden er nog niet aan vastgeknoopt. Trouwens zwijgen is nog het best wat de Duitsche kranten doen kunnen na al hetgeen er reeds gezegd is over het uitstellen van het bezoek. Ook uit Petersburg wordt heden gemeld, dat de Czaar het tegenbezoek aan Keizer Wilhelm zal brengen na afloop der Prui sische herfstmanoeuvresde Keizerin zal den Czaar naar Berlijn vergezellen. De Duitsche Keizer hield eergisteren zyn intocht in het feestelijk versierde oude Minden. Aan het spoorwegstation was de le compagnie van het reg. Prins Fredrik der Nederlanden opgesteld als eere- wacht. De burgemeester begrootte den Keizer o. a. met de herinnering, dat het 900 jaar geleden was, dat een Duitsch Keizer de stad had bezocht. „Voorzichtig, man» zegt de Engelsche Punch tot den werkman, die op het punt staat de kip te slachten, welke hem gouden eieren legt „weet wat je doetals het dier dood is, zult gij zelf het meeste nadeel lijden". Hetzelfde zeggen andere bladen tot de dokdirec teuren, doch beide partyen blijven op haar stuk staan, zonder zich te bekommeren om het groote nadeel, hetwelk Londens handel en scheepvaart door deze werkstaking lijdt. Toen kardinaal Manning in de bijeenkomst der werkstakers voorstelde de loonsverbooging tegen 1 Nov. te doen intreden, werd dit op raad van Bums met groote meerderheid ver worpen. Toch liet de kardinaal den moed nog niet zinken, maar begaf zich weer naar de directeuren, teneinde nog een laatste poging te wagen hen tot toegeven over te halen. Groote verwachtingen heeft men echter niet van deze poging van den kardiuaal, daar de directeuren even halstarrig zijn als de werk stakers. De Pall Mall Gazette doet een even geestig ge vonden als practisch voorstel om de werkstaking te doen eindigen. Het blad noodigt een man of een vrouw in Engeland uit, 20.000 pd. st. aan het bu reau der Pall Mall te storten of wel een twintigtal personen ieder 1000 pd. te geven. Met een soin van 20.000 pd. at. is een regeling van het geschil tusschen dokbesturen en dokwerkers mogelijk. De eersten hebben zich bereid verklaard alle eisohen der werkstakers in te willigen, mits de loonsverhoo- ging ingaat op 1 Januari a. s. De dokwerkers verlangen de verhooging op 1 Oc tober. Dit is op het oogenblik het eenige verschil tusschen beide partijen. De directeuren der dokken verzekeren, dat het sixpence-loon hun jaarlijksch budget met 60.000 a 70.000 pd. zal vermeerderen. Er zijn nog 120 dagen in het loopendo jaar of min der dan een derde, zoodat de totale som, welke een oplossing der kwestie in den weg staat, 20.000 pd. st. bedraagt. Mag zulk een kleinigheid den handel der hoofdstad verlammen, vraagt de Pall Mall. Met 20.000 pd. st. zijn millioenen te redden. De modus operandi acht hot blad gemakkelijk. Indien 20.000 pd. st. aan zijn bureau gestort wordt, zal het tot do dokbesturen gaan en hun zeggen: „Gij hebt het 6 pd. loon op 1 Jan. a. beloofd. Indien gij wilt kunt gij reeds van heden af de loonsverhooging uitbetalen. Wij deponeeren voor dit doel 20.000 pd. st. in de bank, waarvan wekelijks aan u zal afgegeven worden zooveel als gij wegens de loonsverhooging aan uw arbeiders meer dan te voren uit te betalen hebt. Het plan is aardig bedacht, niet waar? en een voudig wat de uitvoering betreft. Of echter de Pall Mall succes met haar denkbeeld zal hebben, is een tweede, ofschoon men van een Engolschman ook zelfs zulk een excentrieke oplossing van een werksta king kan verwachten. De Parysche tentoonstelling wordt onherroepelijk 31 Oct. gesloten. Amsterdam10 September. Getrouw te blijven aan myne in de vorige week afgelegde belofte, om u een en ander mede te deelen omtrent het muzikale leven in ons aanstaand of, jui ster, reeds aangevangen winterseizoen, valt mij minder gemakkelijk, omdat de uitingen van dat leven eigen lijk nog zeer weinig talrijk zijn. De muziek doet zich hier gewoonlijk eerst tegen het einde van October hooren. Toch valt er al iets te vermelden. Allereerst heeft zich ook hier het Duitsche opera gezelschap van den heer Saalbom met Capitain Fracassa doen hooren. Na lang daaruit verbannen te zyn, zetelt de Germaansche toonkunst weer in onzen stadsschouwburg. Wat haar lot daar zal wezen valt niet gemakkelijk te zeggen. Eigenlijk recht heeft zij zich daar nooit kunnen zetelen. Doch alles zal af hangen van hetgeen de heer Saalbom ons ten gehoore doet brengen. Voorloopig is hy maar half gelukkig. Hij heeft toch zijn intrede gedaan met de operette, en dat genre wil in dezen schouwburg heel en al niet tieren. Wel is waar was de indruk van stuk en uitvoering der vorige week niet ongunstighij was volkomen dezelfde althans bij mij als Nemo er te Rotterdam van ontving. Maar de roep, die er van is uitgegaan was niet van dien aard om voor de tweede uitvoering op heden avond een groot publiek te voorspellen. Onder de abonnés heerscht reeds eenige ontevredenheid naar aanleiding van deze reprisezij willen wel eens een zelfde opvoering tweemaal zien, maar dan van een belangrijk werk. Het komt mij dan ook voor, dat de heer Saalbom beter gehandeld zou hebben, wanneer hij de traditie der Fransche opera gevolgd had en hier niet ware verschenen met zijn gezelschap voor hij dat der groote opera voltallig en en train bad. De operette voor de afwisselingmaar met het begin had bij zijn slag moeten slaan met de groote opera. Er komt bij, dat hij hier met eene groote con currentie te worstelen heeft. Wel is waar speelt het Hollandsche operagezelschap hier niet des Dinsdags avond, maar dat deel van het uitgaand publiek, 't welk van de opera /houdt, heeft aan de vier voor stellingen per week in den Parkschouwburg meer dan genoeg om zijn liefde voor deze kunstsoort te vol doen. Wel is dat niet het eerste klasse publiek, want dit laat zich nog altijd bij onze Hollandsche opéra zoeken maar hiervan kan ook bij ons geen zoo kostbaar gezelschap als van den heer Saalbom bestaan. En afgescheiden van het nationaliteitsgevoel en de mindere kostbaarheid der prijzen, oefent de Hollandsche opera op een zeker deel van het publiek dat der vaste bezoekers aantrekkingskracht uit door de bekendheid fier zangers en zangeressen. Dezen ivisselen immers niet zoo af als bij de vreemde gezelschappende kern van het gezelschap is sints de oprichting dezelfde gebleven, en zoo is er een vertrouwelijkheid, een band ontstaan tusschen dit ge zelschap en zijn publiek, die het zeer ten goede komt. Maar het moet tevens gezegd worden, dat het gezelschap, gelijk het nu is saamgesteld inder daad aan de eischen begint te voldoen, welke men vergen mag, De heeren Pauwels, Orelio en Albers zijn drie zangers, die mogen meetellen en het dames- personeel heeft thans in mej. van der Zandt een alt van begaafdheid, wier stem wel is waar in de hoogte wat scherp klinkt, maar die een fraai middenregister heeftterwijl zij als actrice niet zonder routine blijkt. De andere nieuwelinge, mej. v. d. Wuift', heeft wel is waar voor eene eerste zangeres een wat zwak ge luid, maar haar orgaan is zeer aangenaam van klank, zij zingt zuiver, voert de figuren met zekerheid uit en beweegt zich niet zonder gratie. De beide nieuwe aankomelingen hebben bij haar optreden in De Troubadour, van het publiek dau ook eene warme ontvangst genoten en met de dames Orelio en Albers-Jahn bezit de heer de Groot nu een dames gezelschap, 't welk hij mag presenteeren. En nu hij een beter orkest heeft dan het vorige jaar tot zoo veel grieven aanleiding gaf, kan hij er dunkt mij wel op rekenen, dat de kring der getrouwe bezoe kers er niet op verminderen zal. 'tls trouwens verbazend wat er in onze goede stad al niet wordt uitgegaan ondanks de slechte tijdenals een gezelschap maar het geluk heeft een stuk te grijpen dat pakt is het vau een druk be zoek zekerook al zijn de concurrenten dan even gelukkig. Zoo kan men niot zeggen, dat sinds het oprichten van het Hollandsche operagezelschap in den Parkschouwuurg het bijgelegen schouwburgje Frascati van de beeren Prot, waar uitsluitend Hol- limdsche (d. i. vertaalde) operette's gegeven worden, minder druk bezocht is. Elk theater heeft dan ook zijn eigen publiekmaar zoodra het een successtuk geeft trekt het natuurlijk een wijdereu kring tot zich. Alleropmerkelijkst was het, hoe bijv. op Zondag avond 1 September in niet een der toen geopende zes schouwburgen meer een zieltje bij koffl. En op dit oogenblik trekken de heeren Prot het publiek met eene uit het Engelsch vertaalde operette Èrminie,

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2