Bultenlandsch Overzicht. INGEZONDEN. ▼oor «niet-rookers" is bestemd berkent men nog een artist in den ontwerper. Op de muurvlakte vindt men een enormen platte grond van Amsterdam geschilderd, geflankeerd door eene afbeelding van den Amstel en het IJ, waar onder de versregels: Aan d'Amstel en het IJ, daar doet zich heer- lijck ope Zij, die als keizerin de kroon draagt van Europe. De wand daartegenover is beschilderd met uitvoe rige spoorwegkaarten van Nederland en van Midden Europa. In geen enkel lokaal van het gebouw vindt men behangselpapier op de muren; deze zijn alle beschil derd. Voorts vindt men ook in de lste-klasse wachtkamers geéie tapijten op de parketvloeren, en zelfs de meubelen bestaan uit stoelen en rustbanken van gebogen hout. Van stofnesten zal men er dus geen last hebben. Bij den president der Vereenigde Staten, den heer Harrison, vervoegde zich onlangs een schamel gekleed heer, die hem de hand reikte en met voel ophef verhaalde hoe hij zijn verkiezing in het district Oost-Tennessee had bevorderd. Harrison dankte vriendelijk. De heer vervolgde//Daar u nu presi dent is geworden, zoudt u mij misschien de eene of andere betrekking kunnen verschaffen." Harrison trok een verlegen gezicht. //Uw ministers zijn natuurlijk, reeds gekozen?" «Ja, dat is geschied," antwoordde Harrison. //Welnu, dat hindert niet; ik zal mij vergenoegen met de betrekking van gezant in Europa." «Het spijt mij, doch ook daar is geen plaats moer open." //Hebt u echter nog een eersten secretaris by het Ministerie noodig «Die worden door de staats-secretarissen gekozen, niet door mij." //Dat spijt mij; dan moet ik mij met een mindere betrekking vergenoegen." //Die worden niet door mij bezet, doch door de hoogere ambtenaren." //Kan u mij niet postmeester van Washington maken? Bedenk welke moeite ik mij heb getroost, om u er in ons district door te krijgen.'" z/Dat was zeer vriendelijk van u, doch de post meester van Washington is reeds benoemd." Welnu, dat kan mij ook weinig schelen; kunt u mij niet secretaris ran den postmeester maken wDan moet gij u tot den postmeester zeiven wenden." //Welnu, mijnheer Harrison, heeft u dan nog nieteen afgelegd pak kleeren voor mij De man heeft het laatste gekregen. De laatst aangekomen Javdbode bevat een uitvoerige beschrijving van het eigenlijke gevecht bij Kota Pohama. Wij ontleenen daaraan het volgende Heden heeft hier een groote manoeuvre tegen de Atjehers plaats gehad met nagenoeg alle beschik bare troepen van den kraton, de posten Kota Pohama en Lamjong. De aanleiding daartoe werd gevonden doordat de Atjehers in den nacht van 24 op 25 dezer onze versterking Kota Pohama zouden hebben beschoten met projectielen van 7 a 8 cM. kaliber. Er werd met drie colonnes uitgerukt; een langs het noordelijk strand van Kota Pohama, die de op 650 meter verwijderde vijandelijke batterij, zooais men meende, zou nemen en met dynamiet ver nietigen. Deze colonne vond niets van die batterij en evenmin een vijand en stond nu, als gescheiden door de lagune, daar geheel nutteloos, zij kon althans de tweede colonne* die bezuiden de lagune langs een zeer moeilyk en onbegaanbaar voetpad in N.-O. richting het geschut van twee, zooals men dacht, bekende Atjehsche versterkingen zou gaan vernieti gen, niet bijstaan. Deze versterkingen zouden door den marsch en do opstelling in den rug der derde colonne nog meer in Z. richting langs den grooten weg naar Tjadé door den vijand, zooals men ver onderstelde, worden verlaten. De tweede colonne, die zeer zwak was, 2 officieren, 40 bajonetten en 15 sappeurs, werd al zeer spoedig overvallen en door den vijand uit elkander geslagen, zoodat de twee officieren sneuvelden en 4 Europeanen in handen van den vijand bleven; het lyk van een der officieren bleef ook in handen des vyands. Uit het feit kan gerust wordeu afgeleid, dat de vijand precies op de hoogte was van hetgeen er zou gebeuren. De derde of zuidelykste colonne, die van het gevecht der tweede niets gehoord had, en ook de noordelijke langs het strand ageerende colonne konden bij de vernietiging van de tweede geen hulp biedeu. Om de in den'rug van de vyandelyke verster kingen ingenomen positie der derde colonne bekom merde de vyand (wiens sterkte dien dag op 5000 man wordt geschat) zich zeer weinighij hield zyn stellingen in het begroeide en moerassige terrein, waar hij zoo goed den weg wist, goed bezet en had zijn sohutters daarbuiten in het omliggend terrein meesterlijk ingeschoven en onzichtbaar opgesteld, om, zoodra er gelegenheid was, daarvan te profiteered Hoeveel versterkingen de vyand in het begroeide terrein langs de laguna had, is nog niet bekend, maar wél dat hij overal klaar was om ons te ont vangen en met de grootste doodsverachting eiken duim gronds zou verdedigen. Deze geheele manoeuvre mislukte. Nu werden talrijke versche troepen, artillerie enz. door ons aangevoerd uit den kraton, waarmede stormender hand een versterkte positie van den vijand werd veroverd, welke mén Kota Toeankoe noemde, en wat ons, zooals gewoonlijk, een ontzaglijk verlies bezorgde. Hoe groot dan ook dat verlies moge zyn, nu men eenmaal buiten de linie een gevecht met den vyand had begonnen, was hfet goed gezien, dat men ten minste op één punt ook eens overwinnaar wilde zijn. In de veroverde benting lagen 29 doode Atjehers, eenige geweren en ééh koperen lilla. Het geheele getal dooden bij het gevecht is 18, het aantal gewonden 92. De verliezen der Atjehers zijn nog niet bekend. De eigenaar der petroleurabewaarplaatsen te Ant werpen, de heer Rieth, heeft aan een journalist medegedeeld, dat zijn eigendom voor 700,000 frs. verzekerd was, waarvan 25 of 30 pCt. voldoende is om de veroorzaakte schade te vergoeden. De brand had tevens het nut der fo»£-schepen bewezen, daar een groote tank uren lang door de vlammen omge ven geweest is, maar niet in brand geraakte en nog een groote hoeveelheid petroleum bevat. De verze keringmaatschappij was aanvankelijk niet geneigd de schade te betalen, maar zal daartoe thans, naar de heer Rieth gelooft, eerstdaags overgaan. De gerechtelijke eischen, tegen den heer Corvilain ingesteld, bedragen samen reeds 1,000,000 fr. Naar laatstgenoemde verklaai-de, zijn 14 zijner werklieden in leven gebleven. In de zesde conferentie over verzorging en onder wijs voor idioten in Duitsohland is, na eene herin, nering aan de oprichting van het eerste idiotenge- sticht aldaar ten jare 1839, medegedeeld dat er thans in het ryk 42 zulke inrichtingen zyn, waarin tot nog toe te zamen 16,000 dezer ongelukkigen waren verzorgd geworden. Thans zijn er in die inrichtingen werkzaam 1600 personen en ongeveer 6000 verpleeg den, waarvan er 2400 onderwijs genieten, 1850 slechts met werkzaamheden worden bezig gehouden en 1700 slechts worden verpleegd. Er bleef intuschen voor de zaak nog veel te doen, daar er buitendien ten plattenlande nog altoos vele idioten, tot ongeluk voor zioh zeiven en voor anderen, in armhuizen worden geplaatst. Het aantal idioten en stompzinnigen in Duitschland bedraagt nagenoeg 50,000. Eene model inrichting, die overal navolging verdient, is de te Brunswyk gevestigde school voor stompzinnige kin deren. Tot de verdere handelingen der thans ge houden conferentie behoort de oprichting eener Ver- eeniging voor leiders aan zwakke geestvermogens en vallende ziekte. Op de noordkust van Ceylon, in het distriet Jaffna, zyn de schildpadden tegenwoordig in ontel bare hoeveelheid voorhanden. Men onderscheidt te daar ter plaatse in drie soortenn.l. de zee-schild pad, de melk-sohildpad en de paria. Eerstgenoemde, die het meest wordt aangetroffen, is gewoonlyk groot van afmetingen en komt overal op de kust van het eiland voorsommige kleine eilanden op de kust zyn er als 't ware mede over stroomd, of liever overdektde bewoners daarvan leven dan ook geheel van de opbrengst der vangst, vooral in de Vasten, wanneer dit voedsel door de Katholieken zeer gezocht is en de visschers goede zaken maken. Op de markt te Jaffna wordt deze soort gedurende het gansche jaar rijkelijk aangevoerd De melk-sohildpad is kleiner van afmetingen en wordt slechts op wellen en zandbanken aangetrof fen deze soort vormt het hoofd voedsel van do armere klassen der bevolking. De laatste soort, de paria-schildpad, bezit in zyn hoogen rug een merkwaardigen vorm en wordt al léén in moerassen en slooten aangetroffen. Onge schikt voor voeding, wordt zij door de geneeskun digen wegens hare eigenschappen hoog geschat, wijl haar vleesch en bloed, vooral bij kinderziekten, veel vuldig tot genezing worden voorgeschreven. Van de eerstgenoemde, zijnde de grootste soort schildpadden, dient nog te worden vermeld, datde eiland-bewoners de schilden als zetols gebruiken. Op de Araerikaan8che badplaats Long Branch dragen de dames tegenwoordig hare juweelen op haar badcostuum. Een dame, die bang was, dat hare kostbaarheden uit haar badkamertje gestolen zouden worden, sierde het eerst haar badcostuum daarmede op, en men vond dit zoo mooi staan, dat men het voorbeeld algemeen navolgde. De dames, die nu aan het strand in het warme zand haar zonbad nemen, prijken bijna allen met flonkerende juweelen en andere edelgesteenten. Maar de draag sters dier kostbaarheden vertrouwen ook de speel- sche 'golven niet en zij wagen zich niet verder in zee dan hoogstens tot aan de enkels. Eene Amerikaansche dame, Mevr. Cockran, yan Shelbyville (Indiana), heeft een nieuw werktuig uit- zyn, de sterke posities verlaten zal, die het bezet heeft gehouden tusschen de Po, den Ticino, de Sesia en de Agogna." De spreker zweeg, want hij meende hetzelfde doffe gerommel te hooren, dat, een oogenblik te voren, de bedienden de ooren had doen opateken. //Misschien heeft men in de laatste dagen eene strategische beweging gemaakt en de dagbladen deelen er niets van mede," zoo hervatte de pater het gesprek, omdat hij, om bij komende gebeurtenisren gedekt te zijn zich achter twijfel en onzekerheid trachtte te verbergen. //Wat mij betreft," zeide een gewezen procureur, die grijs geworden was in het geloof aan de onover winnelijke macht van Oostenrijk, //ik geloof noch aan de dwaze ondernemingen van Garibaldi, noch aan de mogelijkheid dat de Eranschen de Po over trekken." En weder hoorde men het doffe gerommel, maar nu duidelijker; zoodat allen begonnen te denken, dat het wel eens kanonschoten konden zijn. En zij keken elkaar aan. «Ja, zij moesten den oom hebben van dien nieu wen keizer," hernam de marchese, //die oom, die, ofschoon evenals hij, slechts door het toeval keizer geworden, toch een groot generaal was en dan en dan //Zeker," viel de pater hem in de rede, die van alles verstand wilde hebben, tot zelfs van de krijgs kunst, //het is duidelyk, dat de Franschen door eene flankbeweging, hun punt van aanval trachtep te mas- keeren //Laatst concentreerden zij zich, en schenen onzeker, wat zij doen moesten," begon de dokter, //maar in de laatste dagen hebben zij eene voorwaartsche be- weging gemaakt, dat weet ik uit eene goede bron." //Zoo vertelt men in Milaan merkte de marchese aan. z/Ja, maar zij weten er niets van," hernam de andere. z/Te Montebello is er mogelijk wel iets gewichtigs voorgevallen, zooals men ten minste vertelt, en de keizerlijke troepen, er waren er uit alle deelen van het rijk zeggen de courantenOostenrijkers, Hon garen, Moraviers en Croatenen de Franschen z/De heeren," sprak de marchese aarzelend, «de heeren spreken altijd van de Franschen Maar de anderen, de Piemonteezen waar zijn die? Wat ondernemen, wat doen zij?" //O, die! die tellen zoo wat op den hoop mee," zeide een raadsheer, met een medelijdenden glimlach. De dame scheen dit een beetje te hinderen, want zij zeide: //En te denken, dat onze jongelieden zich daar te midden van die lieden bevinden, en dat heden of morgen, misschien zoovele levens opgeofferd zullen worden, voor zulk eene kwade zaak z/Kom, riep haar echtgenoot, «wij moeten die smartelijke snaar nu maar niet aanroeren." 'z/Ja, ja, voegde de raadsheer er bij," het is eene i ernstige en zeer smartelijke zaak: de Italiaansche kwestie, is eene Europeesche kwestie geworden; en spoedig zullen wij zien En de procureur sprak luid, met eene stem, alsof hy in de rechtbank zat: //Men zal zien, dat het recht één en ondeelbaar is do traktaten heilig, en het gezag, dat het recht steunt, onoverwin nelijk." Dit gezegde was voor twee uitleggingen vatbaar. De dame bleef een oogenblik peinzend staren, en, om het onaangename gesprek af te breken, wendde zij zich tot haren man en vroeg, of alles voor hun ver trek greed was. //Over een uur, of een half uur als gij 't goed vindt De anderen waren opgestaan, en zetten hun gesprek over, den oorlog voort. //Het Fransch-Sardinische leger wij zullen het maar zoo noemen, omdat de geschiedenis het zoo noemen zal is tot nog toe slechts verdedigenderwijs te werk gegaan z/Ja, doch nu zullen, aan beide zijden, alle krachten ontwikkeld worden." //Ons leger, dat wil zeggen, dat van zijne keizer lijke majesteit, kent eiken duimbreed gronds, dien het bezet." «Het telt tweehonderdduizend man, en meer nog." z/En in den rug hebben zij vestingen, en vos- tingen; er valt waarlijk niet mede te spotten! j //Den vierhoek, den onneembaren vierhoek!...." jfrordt vervolgd.) jaar heeft zij haar verrukkelijke woning te Magnolia, in het zonnige Florida, verlaten, om de rest van haar leven te midden van hare bloedverwanten door te brengen. Ofechoon in de inleiding van dit boek, waaruit reeds eenige uittreksels zijn gepubliceerd, gezegd wordt, dat deze biographie gedeeltelijk onder de per soonlijke leiding der schrijfster is te boek gesteld, zoo mag men dit vooral niet al te woordelijk op vatten; de bouwstoffen voor dit werk werden voor namelijk geleverd door talrijke persoonlijke aantee- keningen uit vroeger jaren, die zij voor korten tijd in goede, d. w. z. heldere oogenblikken met behulp van haar zoon herzien heeft. Die heldere oogen blikken komen nu bijna in het geheel niet meer voor. In hare gezellige cottage, uit wier door groen omgeven ramen men de Talcott-bergen ziet, leeft Harriet Beecher Stowe het leven van een kind; van een goedhartig, vroom kind, zooals zij onge twijfeld vroeger geweest is. Voortdurend, hetzij daar buiten de zomerzon brandt of witte vlokken naar beneden dwarrelen, flikkert in den haard van hare op de tweede verdieping gelegen, ge makkelijk en gezellig ingerichte woonkamer een vroolijk vuurtje en daarvoor zit in een van die groote, Amorikaansche schommelstoelen Mrs. Stowe, een grys moedertje, wier zijden japon zacht kraakt en ritselt, steeds wanneer de stoel zich op en neer beweegt. Op een tafel midden in de kamer, liggen een aantal boeken, //De Negerhut," //Kleine Vossen" en andere werken van de schrijfster, die meest allen door het veelvuldig gebruik min of meer uit den band hangen. Ook in den schoot der matrone rust gewoonlijk een van die boeken, maar zij leest niet, kan niet meer lezen, niet meer den samenhang vatten der boeken, die zij eens zelve schiep en als vurige bliksemstralen de wereld inzond; alleen nog is haar het bewustzijn bijgebleven, dat die boeken haar dierbaar zijn, als het ware een deel van haar eigen leven uitmaken. Daarom streelt zij hen met bevende handen, terwijl zij met zachte, bijna snikkende stem vrome liederen zingt: „Jesus, Lover of mij Soulen Sara Adams': nNearer, mij God to TheeP* Dat is gedurende de morgenuren hare meest geliefkoosde bezigheid, terwijl zij des namiddags met hare vyf //Pets," twee hondjes en drie katjes, speelt of een wandeling doet. De tal- ryke bezoekers, vereerders en vrienden uit den ouden tijd, herkent 'zij maar zelden; slechts soms verschijnt er een flauw glimlachje op de ver weerde trekken, komt er een snelle opflikkering in de grijze oogen, die al de schoonheid uit vroegeren tyd voor een oogenlik er in doet terug- keeren, maar terstond daarop beginnen dan de krach- telooze gedachten opnieuw de ladder der herinnering op en af te klimmen, zonder een rustpunt te vinden. I)e lichamelijke toestand van de schrijfster is in tegen stelling tot haar geestelijke, zeer gunstig en de be richten van een bedenkelijken achteruitgang daarin die nu en dan in de couranten de ronde doen, zijn tot nu van allen grond ontbloot. zen om een invloedrijke en nuttige positie in de toekomst in te nemen. Zy zyn eerlijke, oprechte, volhoudende, onbaatzuchtige mannen, waardig hun klasse te leiden en te vertegenwoordigen." Even warme hulde dient gebracht aan kardinaal Manning, die onvermoeid en niet afgeschrikt door de eerste teleurstellingen, pleitend voor het goed recht der arbeidors, oen schikking tusschen de dokbesturen en werkstakers zocht tot stand te bren gen, en hierin zoo uitstekend schijnt geslaagd. Voor kardinaal Manning, dezen waardigen dienaar der katholieke kerk, en voor Burns, den man des volks, ware het goede einde der Londensche werk staking een schoone triomf. Eindelijk is de Russische kroonprins ten minste in Duitschland aangekomen. De grootvorst is te Kiel met groote eerbewijzen ontvangen en werd ook by de parades en oefeningen der troepen in H,anover door keizer Wilhelm steeds met groote onderschei ding bejegend. De Vosmche Zeitung acht zich verplicht uitdruk kelijk hierop te wijzen. Dat het prins Bismarck niet is gelukt de Duitsche en Russische staatkunde in overeenstemming te brengen, is bekend, maar daarom wil de Duitsche' regeering toch steeds haar best doen om ten minste de vriendschappelijke betrekking tusschen de beide hoven te onderhouden. Ofschoon de czaar zijn bezoek te Berlijn steeds uitstelde en de kroonprins weldra naar Parijs zal gaan, hetgeen zeker niet als een vriendschappelijke betooging jegens Duitschland kan beschouwd worden, wordt» toch grootvorst Constantijn in Duitschland met de meest mogelijke onderscheiding ontvangen en hetzolfde zal ook geschieden, als czaar Alexander komt. De Vossische Zeitung waarschuwt echter daaruit op te maken, dat Duitschland niet opmerkt, wat er in zijn omgeving gebeurt, maar het blad boschouwt de eer, welke den Russischen vorsten wordt bewezen als een nieuw bewijs van Duitschlands vredelievende gezindheid. Zelfs een volkomen gerechtvaardigde gevoeligheid komt bij de Duitsche regeering niet in aanmerking, wanneer het er op aankomt den tegen stander van het vredeverbond een gouden brug te bouwen. Op Candia gaan de zaken betermen hoort er althans niet veel meer van en dit is al een goed teeken. De officieuse en doorgaans goed ingelichte Weener //Polit. Corresp." verneemt uit Konstantinopel, dat de beweging niets bedenkelijks meer schijnt te hebbenwel is de rust nog niet overal op het eiland hersteld, maar er is toch geen reden meer om zich te verontrusten de Porte wilde nu de gemoederen dor Cretensers tot bedaren brengen door hun eenige coucessiën te doen op het gebied van administratie, maar tegelijkertijd strenge maatregelen te nemen tegen insurgenten, welke nu aanstalten maken om eenvoudig rooverbenden te gaan vormen de nieuwe gouverneur van Creta, Chakir Pacha, schijnt er dus ic geslaagd te zijn de hem opgedragen taak met evenveel beleid als snelheid te vervullen. gevonden, nl. een stoom-keukenmeid, d. i. eene stoom machine voor het wasschen van vaatwerkborden, schotels, schalen, enz. Door deze machine, in ver schillende grootten verkrygbaar voor particuliere hui- ten en hótels, kunnen in twee minuten van vijf tot twintig dozijn borden of schotels gewasschen wor den. Mevr. Cockran heeft hare uitvinding voor eene aanzienlijke som verkocht aan een fabriek en zij krijgt nog een aandeel in de opbrengst van alle ver kochte exemplaren. Een rijke bedelaar! Dat niet alle bedelaars, die op straat een aalmoes vragen, medelijden verdienen, bleek dezer dagen te Amsterdam overtuigend, toen een oud man, 74 jaar telde en op de 8t. Antho- niesbreestraal woonde, wegens bedelarij werd gear resteerd. Op het politieburau vond men bij den man niet mindor dan 861,54, aan Holladsche en vreemde munt. Aiweer een voorbeeld hoe voorzichtig men zyn moet met het geven van aalmoezen aan straatbede laars. De tuinder in het Westland heeft tegenwoordig een tijd van betrekkelijke rust, daar de pluk van vroege appelen en peren is afgeloopen en het voor de late nog geen tijd is, terwijl het snijden der druiven hem geene groote drukte bezorgt. De raaradruiven zullen spoedig opgeruimd zijn en dezer dagen kan men aanvangen met het snijden der natuurdruiven, die in de laatste dagen byzonder voorspoedig ontwik keld zijn. Het beschot is wel niet groot, doch het zeggen van de zwartgallige klagers, die beweren, dat er door 'elkaar in 't Westland niet meer dan 21/, kilo in de roe hangt, is ver bezijden de waarheid, en zij, die redelijker oordeelen, schatten die hoeveelheid minstens op 5 kilo, wat nog geen groofcgewas is, daar elke roe muur zeer goed eens zooveel kan geven. De druif is van tros zeer goed en van korrels uit stekend de prys is thans 60 ct. per kilo le kwaliteit. De late aardappelen, de jammen, worden volop gewroetzy geven een goed, bij sommigen zelfs een overvloedig beschot, en qualiteit laat niets te wenschen ovor, ofschoon men niet weet of de duur zaamheid voldoende zal zijn, daar zy door do lang durige regens veel geleden hebben, üp de lage akkers vindt men veel winterzieken, die natuurlijk waardeloos zijn. De gewone ziokte heeft weinig schade veroorzaakt, het kwaad is doodgebrand, zeggen de telers. Al zijn de vooruitzichten, vooral wat den prijs aan gaat men besteedt f 2.80 a 3.per H. L, le qualiteit niet schitterend, toch zal de teelt nog al bevredigende uitkomsten hebben, hetgeen van veel belang is, als men bedenkt, dat deze teelt voor namelijk wordt uitgeoefend door de arbeiders en kleine burgers. Delftsche Ct.) Woensdagavond is in het N<y verheidspaleis te Parijs een groote cantate van Augusta Holmes uitgevoerd, door een achttal gecosturaeerde koren, ieder omstreeks honderd personen sterk. De tekst is eene verheer lijking van de Republiek, welke in de soliste, me vrouw Mathilde Romi, gepersonifieerd werd. De raonteering van dit toonwerk was schitterend en geschiedde op kosten der overheid. Aan costumes en decoratief moet een som van driehonderd duizend franc zijn besteed. Aan het begin van den avond deed zich intusschen een incident voor, dat een ern- stigen afloop had kunnen hebben. Nauwelijks had de heer Colonne de eerste maten van de ouverture gedirigeerd, of daar werd de aan dacht van het geheele publiek afgetrokken door een zeer veronrustend verschijnsel. Eene van de kronen namelyk van hot electrisch licht naast het tooneel was versierd met koorden en kwasten, en deze koor den begonnen te branden. Men zag het kleine vlammetje al grooter en grooter worden. Gelukkig bleef het publiek bedaard. Niemand stond van zijn plaats op. Men heeft de brandende kroon laten zakken en het vuur met natte sponzen gebluscht. De muziek kon opnieuw beginnen. Daar ontstaat plotseling in de vergulde loge, waarin de ministers en hunne dames zitten, een niet geringe ontsteltonis. Wat was er gebeurd Een al te ijverige brand spuitgast had getracht door een dakvenster water op de brandende kroon te werpen, met het gevolg, dat de voorname bezoekers op een waar stortbad werden onthaald. Uit New-York wordt gemeld: Bij de firma Houg- thon, Mifflin en Co. zal binnen kort een biografie van de beroemde schrijfster van De Negerhut ver schijnen. De schrijver daarvan is de zoon van rars. Beecher Stowe, Rev. Charles E. Stowe, predikant te Hartford, Connecticut. In die stad woont mrs. Bee cher Stowe ookzij is nu een oud, kindsch moedertje, in wie niemand de scherpzinnige, geestdriftige en sterke schrijfster zou kunnen herkennen. Sedert een Indien zich geen onverhoedsche beletselen voor doen is de werkstaking thans als geëindigd te be schouwen. Door de werkstakers is het voorstel van kardinaal Manning om dë verhooging van het loon tot 6 pence in te doen gaan op 4 November a. aangenomen, waarna ook eindelyk de dokbesturen het hoofd hebben gebogen. Zij hebben verklaard zich met deze voorwaarden te vereenigen, mits alle ambtenaren en werklieden aan de dokken en kaden het werk hervatten. Alleen de sjouwers moeten nog niet bevredigd zijn» niettemin verwacht men dat heden weder aan de Theeras bij Londen de oude bedrijvigheid zal heerschen. Met voldoening zal algemeen deze beslissing ver nomen worden. De werkstaking te Londen is een der merkwaardigste verschijnselen in de sociale worsteling onzer dagen. Voor de arbeiders zoowel als voor de werkgevers zal de les, die erin ligt opge sloten: dat zelfbeheersching en broederlyke samen werking voor den arbeider ontzaglijk veel kunnen uitwerken, niet verloren gaan. Hulde moet gebracht worden aan de mannen, onder wier leiding de werkstakers, ondanks hon ger en uitputting, zich aan geenerlei misdrijf tegen do openbare orde schuldig maakten. Over hen schrijft de Pall Mall Gazette«En geland is ryker op heden dau voor de werksta king, alleen reeds omdat het de beteekenis van mannen als John Burns en Tom Mann heeft leeren kennen. Er zijn nog meerdere, Tillett, Champion en anderen, maar zij zullen de eersten zijn om toe te stemmen dat de leiders der werkstaking geweest zijnBurns aan de noordzijde, Mann aan de zuid zijde der rivier. Beide deze mannen zijn aangowe- Mijnheer de Redacteur! Heden morgen werd ik verrast door een aanbeve ling van den heer Kampo door de anti-rev. Kies- vereeniging. Ik zeg verrastwant in den regel wor den dergelijke biljetten bij mij niet bezorgd, waarom weet ik niet. Ook de gronden der aanbeveling waren mij een ware verrassing. Er staat: «Kiezers, zyt gij voor openbare Zondagsrust «Zijt gij voor zuinig beheer der Jinantien? «Wilt gij dat de gemeentekas aan alle klassen der burgerij ten goede kome? «Stemt dan als één man den Heer J. S. Kampo. «Want hij zal u daarheen leiden." Men zou willen vragen, hoe weten de Heeren dat? Het is toch jammer dat zij Vrydag niet op de Open bare Vergadering met hun candidaat verschenen; dan had men hun nadere inlichtingen kunnen vragen. B.v. Zondagsrust? Zijn onze Roomsch-Katholieke landgenooten zulke groote voorstanders van Zondags rust? Ik heb wel eens hooren beweren, dat ze nog al eens van een Zondags-pretje houden, en gun 'thun van harte. Zuinig beheer der finantiën? Zou men willen beweren dat 't daaraan hapert onder onzen Burge meester? Zijn de hh. 1 Juni vergeten? De gemeentekas aan alle klassen ten goede? Uit de toelichting blykt, dat hier gedoeld wordt op de scholen. Maar kan de gemeenteraad daar iets aan doen? Is het niet de Wet die het schoolwezen re gelt? En is niet de Wetgevende macht dezer dagen bezig om die Wet zoo te wijzigen, dat de Heeren dit argument voortaan niet meer zullen kunnen gebruiken? Het is eigenlyk al een weinig revolu tionair, als de Heeren nog spreken van bedeeling van gemeenteicege aan gegoeden. Niet minder verrassend is dat„hij zal u daarheen leiden." Ik zou wel willen, dat hij gekozen werd,

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2