Bultenlandsch Overzicht.
INGEZONDEN.
▼oor «niet-rookers" is bestemd berkent men nog
een artist in den ontwerper.
Op de muurvlakte vindt men een enormen platte
grond van Amsterdam geschilderd, geflankeerd door
eene afbeelding van den Amstel en het IJ, waar
onder de versregels:
Aan d'Amstel en het IJ, daar doet zich heer-
lijck ope
Zij, die als keizerin de kroon draagt van
Europe.
De wand daartegenover is beschilderd met uitvoe
rige spoorwegkaarten van Nederland en van Midden
Europa.
In geen enkel lokaal van het gebouw vindt men
behangselpapier op de muren; deze zijn alle beschil
derd. Voorts vindt men ook in de lste-klasse
wachtkamers geéie tapijten op de parketvloeren, en
zelfs de meubelen bestaan uit stoelen en rustbanken
van gebogen hout. Van stofnesten zal men er dus
geen last hebben.
Bij den president der Vereenigde Staten, den
heer Harrison, vervoegde zich onlangs een schamel
gekleed heer, die hem de hand reikte en met voel
ophef verhaalde hoe hij zijn verkiezing in het district
Oost-Tennessee had bevorderd. Harrison dankte
vriendelijk. De heer vervolgde//Daar u nu presi
dent is geworden, zoudt u mij misschien de eene of
andere betrekking kunnen verschaffen." Harrison
trok een verlegen gezicht. //Uw ministers zijn
natuurlijk, reeds gekozen?" «Ja, dat is geschied,"
antwoordde Harrison. //Welnu, dat hindert niet;
ik zal mij vergenoegen met de betrekking van gezant
in Europa." «Het spijt mij, doch ook daar is
geen plaats moer open." //Hebt u echter nog
een eersten secretaris by het Ministerie noodig
«Die worden door de staats-secretarissen gekozen,
niet door mij." //Dat spijt mij; dan moet ik mij
met een mindere betrekking vergenoegen." //Die
worden niet door mij bezet, doch door de hoogere
ambtenaren." //Kan u mij niet postmeester van
Washington maken? Bedenk welke moeite ik mij
heb getroost, om u er in ons district door te krijgen.'"
z/Dat was zeer vriendelijk van u, doch de post
meester van Washington is reeds benoemd."
Welnu, dat kan mij ook weinig schelen; kunt u
mij niet secretaris ran den postmeester maken
wDan moet gij u tot den postmeester zeiven wenden."
//Welnu, mijnheer Harrison, heeft u dan nog
nieteen afgelegd pak kleeren voor mij
De man heeft het laatste gekregen.
De laatst aangekomen Javdbode bevat een uitvoerige
beschrijving van het eigenlijke gevecht bij Kota
Pohama. Wij ontleenen daaraan het volgende
Heden heeft hier een groote manoeuvre tegen de
Atjehers plaats gehad met nagenoeg alle beschik
bare troepen van den kraton, de posten Kota Pohama
en Lamjong. De aanleiding daartoe werd gevonden
doordat de Atjehers in den nacht van 24 op 25
dezer onze versterking Kota Pohama zouden hebben
beschoten met projectielen van 7 a 8 cM. kaliber.
Er werd met drie colonnes uitgerukt; een langs
het noordelijk strand van Kota Pohama, die de op
650 meter verwijderde vijandelijke batterij, zooais
men meende, zou nemen en met dynamiet ver
nietigen. Deze colonne vond niets van die batterij
en evenmin een vijand en stond nu, als gescheiden
door de lagune, daar geheel nutteloos, zij kon althans
de tweede colonne* die bezuiden de lagune langs
een zeer moeilyk en onbegaanbaar voetpad in N.-O.
richting het geschut van twee, zooals men dacht,
bekende Atjehsche versterkingen zou gaan vernieti
gen, niet bijstaan. Deze versterkingen zouden door
den marsch en do opstelling in den rug der derde
colonne nog meer in Z. richting langs den grooten
weg naar Tjadé door den vijand, zooals men ver
onderstelde, worden verlaten.
De tweede colonne, die zeer zwak was, 2 officieren,
40 bajonetten en 15 sappeurs, werd al zeer spoedig
overvallen en door den vijand uit elkander geslagen,
zoodat de twee officieren sneuvelden en 4 Europeanen
in handen van den vijand bleven; het lyk van een
der officieren bleef ook in handen des vyands.
Uit het feit kan gerust wordeu afgeleid, dat de
vijand precies op de hoogte was van hetgeen er
zou gebeuren.
De derde of zuidelykste colonne, die van het
gevecht der tweede niets gehoord had, en ook de
noordelijke langs het strand ageerende colonne konden
bij de vernietiging van de tweede geen hulp biedeu.
Om de in den'rug van de vyandelyke verster
kingen ingenomen positie der derde colonne bekom
merde de vyand (wiens sterkte dien dag op 5000
man wordt geschat) zich zeer weinighij hield zyn
stellingen in het begroeide en moerassige terrein,
waar hij zoo goed den weg wist, goed bezet en had
zijn sohutters daarbuiten in het omliggend terrein
meesterlijk ingeschoven en onzichtbaar opgesteld,
om, zoodra er gelegenheid was, daarvan te profiteered
Hoeveel versterkingen de vyand in het begroeide
terrein langs de laguna had, is nog niet bekend,
maar wél dat hij overal klaar was om ons te ont
vangen en met de grootste doodsverachting eiken
duim gronds zou verdedigen.
Deze geheele manoeuvre mislukte. Nu werden
talrijke versche troepen, artillerie enz. door ons
aangevoerd uit den kraton, waarmede stormender
hand een versterkte positie van den vijand werd
veroverd, welke mén Kota Toeankoe noemde, en
wat ons, zooals gewoonlijk, een ontzaglijk verlies
bezorgde.
Hoe groot dan ook dat verlies moge zyn, nu men
eenmaal buiten de linie een gevecht met den vyand
had begonnen, was hfet goed gezien, dat men ten
minste op één punt ook eens overwinnaar wilde zijn.
In de veroverde benting lagen 29 doode Atjehers,
eenige geweren en ééh koperen lilla.
Het geheele getal dooden bij het gevecht is 18,
het aantal gewonden 92. De verliezen der Atjehers
zijn nog niet bekend.
De eigenaar der petroleurabewaarplaatsen te Ant
werpen, de heer Rieth, heeft aan een journalist
medegedeeld, dat zijn eigendom voor 700,000 frs.
verzekerd was, waarvan 25 of 30 pCt. voldoende is
om de veroorzaakte schade te vergoeden. De brand
had tevens het nut der foȣ-schepen bewezen, daar
een groote tank uren lang door de vlammen omge
ven geweest is, maar niet in brand geraakte en nog
een groote hoeveelheid petroleum bevat. De verze
keringmaatschappij was aanvankelijk niet geneigd
de schade te betalen, maar zal daartoe thans, naar
de heer Rieth gelooft, eerstdaags overgaan.
De gerechtelijke eischen, tegen den heer Corvilain
ingesteld, bedragen samen reeds 1,000,000 fr. Naar
laatstgenoemde verklaai-de, zijn 14 zijner werklieden
in leven gebleven.
In de zesde conferentie over verzorging en onder
wijs voor idioten in Duitsohland is, na eene herin,
nering aan de oprichting van het eerste idiotenge-
sticht aldaar ten jare 1839, medegedeeld dat er thans
in het ryk 42 zulke inrichtingen zyn, waarin tot
nog toe te zamen 16,000 dezer ongelukkigen waren
verzorgd geworden. Thans zijn er in die inrichtingen
werkzaam 1600 personen en ongeveer 6000 verpleeg
den, waarvan er 2400 onderwijs genieten, 1850 slechts
met werkzaamheden worden bezig gehouden en 1700
slechts worden verpleegd. Er bleef intuschen voor
de zaak nog veel te doen, daar er buitendien ten
plattenlande nog altoos vele idioten, tot ongeluk
voor zioh zeiven en voor anderen, in armhuizen worden
geplaatst. Het aantal idioten en stompzinnigen in
Duitschland bedraagt nagenoeg 50,000. Eene model
inrichting, die overal navolging verdient, is de te
Brunswyk gevestigde school voor stompzinnige kin
deren. Tot de verdere handelingen der thans ge
houden conferentie behoort de oprichting eener Ver-
eeniging voor leiders aan zwakke geestvermogens en
vallende ziekte.
Op de noordkust van Ceylon, in het distriet
Jaffna, zyn de schildpadden tegenwoordig in ontel
bare hoeveelheid voorhanden. Men onderscheidt te
daar ter plaatse in drie soortenn.l. de zee-schild
pad, de melk-sohildpad en de paria.
Eerstgenoemde, die het meest wordt aangetroffen,
is gewoonlyk groot van afmetingen en komt overal
op de kust van het eiland voorsommige kleine
eilanden op de kust zyn er als 't ware mede over
stroomd, of liever overdektde bewoners daarvan
leven dan ook geheel van de opbrengst der vangst,
vooral in de Vasten, wanneer dit voedsel door de
Katholieken zeer gezocht is en de visschers goede
zaken maken. Op de markt te Jaffna wordt deze
soort gedurende het gansche jaar rijkelijk aangevoerd
De melk-sohildpad is kleiner van afmetingen en
wordt slechts op wellen en zandbanken aangetrof
fen deze soort vormt het hoofd voedsel van do
armere klassen der bevolking.
De laatste soort, de paria-schildpad, bezit in zyn
hoogen rug een merkwaardigen vorm en wordt al
léén in moerassen en slooten aangetroffen. Onge
schikt voor voeding, wordt zij door de geneeskun
digen wegens hare eigenschappen hoog geschat, wijl
haar vleesch en bloed, vooral bij kinderziekten, veel
vuldig tot genezing worden voorgeschreven.
Van de eerstgenoemde, zijnde de grootste soort
schildpadden, dient nog te worden vermeld, datde
eiland-bewoners de schilden als zetols gebruiken.
Op de Araerikaan8che badplaats Long Branch
dragen de dames tegenwoordig hare juweelen op
haar badcostuum. Een dame, die bang was, dat
hare kostbaarheden uit haar badkamertje gestolen
zouden worden, sierde het eerst haar badcostuum
daarmede op, en men vond dit zoo mooi staan, dat
men het voorbeeld algemeen navolgde. De dames,
die nu aan het strand in het warme zand haar
zonbad nemen, prijken bijna allen met flonkerende
juweelen en andere edelgesteenten. Maar de draag
sters dier kostbaarheden vertrouwen ook de speel-
sche 'golven niet en zij wagen zich niet verder in
zee dan hoogstens tot aan de enkels.
Eene Amerikaansche dame, Mevr. Cockran, yan
Shelbyville (Indiana), heeft een nieuw werktuig uit-
zyn, de sterke posities verlaten zal, die het bezet
heeft gehouden tusschen de Po, den Ticino, de Sesia
en de Agogna."
De spreker zweeg, want hij meende hetzelfde doffe
gerommel te hooren, dat, een oogenblik te voren, de
bedienden de ooren had doen opateken.
//Misschien heeft men in de laatste dagen eene
strategische beweging gemaakt en de
dagbladen deelen er niets van mede," zoo hervatte
de pater het gesprek, omdat hij, om bij komende
gebeurtenisren gedekt te zijn zich achter twijfel en
onzekerheid trachtte te verbergen.
//Wat mij betreft," zeide een gewezen procureur,
die grijs geworden was in het geloof aan de onover
winnelijke macht van Oostenrijk, //ik geloof noch
aan de dwaze ondernemingen van Garibaldi, noch
aan de mogelijkheid dat de Eranschen de Po over
trekken."
En weder hoorde men het doffe gerommel, maar
nu duidelijker; zoodat allen begonnen te denken, dat
het wel eens kanonschoten konden zijn. En zij keken
elkaar aan.
«Ja, zij moesten den oom hebben van dien nieu
wen keizer," hernam de marchese, //die oom, die,
ofschoon evenals hij, slechts door het toeval keizer
geworden, toch een groot generaal was en
dan en dan
//Zeker," viel de pater hem in de rede, die van
alles verstand wilde hebben, tot zelfs van de krijgs
kunst, //het is duidelyk, dat de Franschen door eene
flankbeweging, hun punt van aanval trachtep te mas-
keeren
//Laatst concentreerden zij zich, en schenen onzeker,
wat zij doen moesten," begon de dokter, //maar in
de laatste dagen hebben zij eene voorwaartsche be-
weging gemaakt, dat weet ik uit eene goede bron."
//Zoo vertelt men in Milaan merkte de
marchese aan.
z/Ja, maar zij weten er niets van," hernam de
andere.
z/Te Montebello is er mogelijk wel iets gewichtigs
voorgevallen, zooals men ten minste vertelt, en de
keizerlijke troepen, er waren er uit alle deelen
van het rijk zeggen de courantenOostenrijkers, Hon
garen, Moraviers en Croatenen de Franschen
z/De heeren," sprak de marchese aarzelend, «de
heeren spreken altijd van de Franschen Maar
de anderen, de Piemonteezen waar zijn die?
Wat ondernemen, wat doen zij?"
//O, die! die tellen zoo wat op den hoop mee,"
zeide een raadsheer, met een medelijdenden glimlach.
De dame scheen dit een beetje te hinderen, want
zij zeide: //En te denken, dat onze jongelieden zich
daar te midden van die lieden bevinden, en dat heden
of morgen, misschien zoovele levens opgeofferd zullen
worden, voor zulk eene kwade zaak
z/Kom, riep haar echtgenoot, «wij moeten die
smartelijke snaar nu maar niet aanroeren."
'z/Ja, ja, voegde de raadsheer er bij," het is eene i
ernstige en zeer smartelijke zaak: de Italiaansche
kwestie, is eene Europeesche kwestie geworden; en
spoedig zullen wij zien
En de procureur sprak luid, met eene stem, alsof
hy in de rechtbank zat: //Men zal zien, dat het
recht één en ondeelbaar is do traktaten heilig,
en het gezag, dat het recht steunt, onoverwin
nelijk."
Dit gezegde was voor twee uitleggingen vatbaar.
De dame bleef een oogenblik peinzend staren, en, om
het onaangename gesprek af te breken, wendde zij
zich tot haren man en vroeg, of alles voor hun ver
trek greed was.
//Over een uur, of een half uur als gij 't goed
vindt
De anderen waren opgestaan, en zetten hun gesprek
over, den oorlog voort.
//Het Fransch-Sardinische leger wij zullen het
maar zoo noemen, omdat de geschiedenis het zoo
noemen zal is tot nog toe slechts verdedigenderwijs
te werk gegaan
z/Ja, doch nu zullen, aan beide zijden, alle krachten
ontwikkeld worden."
//Ons leger, dat wil zeggen, dat van zijne keizer
lijke majesteit, kent eiken duimbreed gronds, dien het
bezet."
«Het telt tweehonderdduizend man, en meer nog."
z/En in den rug hebben zij vestingen, en vos-
tingen; er valt waarlijk niet mede te spotten!
j //Den vierhoek, den onneembaren vierhoek!...."
jfrordt vervolgd.)
jaar heeft zij haar verrukkelijke woning te Magnolia,
in het zonnige Florida, verlaten, om de rest van haar
leven te midden van hare bloedverwanten door te
brengen.
Ofechoon in de inleiding van dit boek, waaruit
reeds eenige uittreksels zijn gepubliceerd, gezegd
wordt, dat deze biographie gedeeltelijk onder de per
soonlijke leiding der schrijfster is te boek gesteld,
zoo mag men dit vooral niet al te woordelijk op
vatten; de bouwstoffen voor dit werk werden voor
namelijk geleverd door talrijke persoonlijke aantee-
keningen uit vroeger jaren, die zij voor korten tijd
in goede, d. w. z. heldere oogenblikken met behulp
van haar zoon herzien heeft. Die heldere oogen
blikken komen nu bijna in het geheel niet meer voor.
In hare gezellige cottage, uit wier door groen
omgeven ramen men de Talcott-bergen ziet, leeft
Harriet Beecher Stowe het leven van een kind;
van een goedhartig, vroom kind, zooals zij onge
twijfeld vroeger geweest is. Voortdurend, hetzij
daar buiten de zomerzon brandt of witte vlokken
naar beneden dwarrelen, flikkert in den haard
van hare op de tweede verdieping gelegen, ge
makkelijk en gezellig ingerichte woonkamer een
vroolijk vuurtje en daarvoor zit in een van die
groote, Amorikaansche schommelstoelen Mrs. Stowe,
een grys moedertje, wier zijden japon zacht kraakt
en ritselt, steeds wanneer de stoel zich op en neer
beweegt.
Op een tafel midden in de kamer, liggen een
aantal boeken, //De Negerhut," //Kleine Vossen"
en andere werken van de schrijfster, die meest allen
door het veelvuldig gebruik min of meer uit den
band hangen. Ook in den schoot der matrone rust
gewoonlijk een van die boeken, maar zij leest niet,
kan niet meer lezen, niet meer den samenhang
vatten der boeken, die zij eens zelve schiep en
als vurige bliksemstralen de wereld inzond; alleen
nog is haar het bewustzijn bijgebleven, dat die
boeken haar dierbaar zijn, als het ware een deel
van haar eigen leven uitmaken. Daarom streelt
zij hen met bevende handen, terwijl zij met zachte,
bijna snikkende stem vrome liederen zingt: „Jesus,
Lover of mij Soulen Sara Adams': nNearer, mij
God to TheeP* Dat is gedurende de morgenuren
hare meest geliefkoosde bezigheid, terwijl zij des
namiddags met hare vyf //Pets," twee hondjes en
drie katjes, speelt of een wandeling doet. De tal-
ryke bezoekers, vereerders en vrienden uit den
ouden tijd, herkent 'zij maar zelden; slechts soms
verschijnt er een flauw glimlachje op de ver
weerde trekken, komt er een snelle opflikkering
in de grijze oogen, die al de schoonheid uit
vroegeren tyd voor een oogenlik er in doet terug-
keeren, maar terstond daarop beginnen dan de krach-
telooze gedachten opnieuw de ladder der herinnering
op en af te klimmen, zonder een rustpunt te vinden.
I)e lichamelijke toestand van de schrijfster is in tegen
stelling tot haar geestelijke, zeer gunstig en de be
richten van een bedenkelijken achteruitgang daarin
die nu en dan in de couranten de ronde doen, zijn
tot nu van allen grond ontbloot.
zen om een invloedrijke en nuttige positie in de
toekomst in te nemen. Zy zyn eerlijke, oprechte,
volhoudende, onbaatzuchtige mannen, waardig hun
klasse te leiden en te vertegenwoordigen."
Even warme hulde dient gebracht aan kardinaal
Manning, die onvermoeid en niet afgeschrikt door
de eerste teleurstellingen, pleitend voor het goed
recht der arbeidors, oen schikking tusschen de
dokbesturen en werkstakers zocht tot stand te bren
gen, en hierin zoo uitstekend schijnt geslaagd.
Voor kardinaal Manning, dezen waardigen dienaar
der katholieke kerk, en voor Burns, den man des
volks, ware het goede einde der Londensche werk
staking een schoone triomf.
Eindelijk is de Russische kroonprins ten minste
in Duitschland aangekomen. De grootvorst is te Kiel
met groote eerbewijzen ontvangen en werd ook by
de parades en oefeningen der troepen in H,anover
door keizer Wilhelm steeds met groote onderschei
ding bejegend.
De Vosmche Zeitung acht zich verplicht uitdruk
kelijk hierop te wijzen. Dat het prins Bismarck niet
is gelukt de Duitsche en Russische staatkunde in
overeenstemming te brengen, is bekend, maar daarom
wil de Duitsche' regeering toch steeds haar best
doen om ten minste de vriendschappelijke betrekking
tusschen de beide hoven te onderhouden. Ofschoon
de czaar zijn bezoek te Berlijn steeds uitstelde en de
kroonprins weldra naar Parijs zal gaan, hetgeen
zeker niet als een vriendschappelijke betooging jegens
Duitschland kan beschouwd worden, wordt» toch
grootvorst Constantijn in Duitschland met de meest
mogelijke onderscheiding ontvangen en hetzolfde
zal ook geschieden, als czaar Alexander komt.
De Vossische Zeitung waarschuwt echter daaruit
op te maken, dat Duitschland niet opmerkt, wat er
in zijn omgeving gebeurt, maar het blad boschouwt
de eer, welke den Russischen vorsten wordt bewezen
als een nieuw bewijs van Duitschlands vredelievende
gezindheid. Zelfs een volkomen gerechtvaardigde
gevoeligheid komt bij de Duitsche regeering niet in
aanmerking, wanneer het er op aankomt den tegen
stander van het vredeverbond een gouden brug te
bouwen.
Op Candia gaan de zaken betermen hoort er
althans niet veel meer van en dit is al een goed
teeken. De officieuse en doorgaans goed ingelichte
Weener //Polit. Corresp." verneemt uit Konstantinopel,
dat de beweging niets bedenkelijks meer schijnt te
hebbenwel is de rust nog niet overal op het
eiland hersteld, maar er is toch geen reden meer
om zich te verontrusten de Porte wilde nu de
gemoederen dor Cretensers tot bedaren brengen door
hun eenige coucessiën te doen op het gebied van
administratie, maar tegelijkertijd strenge maatregelen
te nemen tegen insurgenten, welke nu aanstalten
maken om eenvoudig rooverbenden te gaan vormen
de nieuwe gouverneur van Creta, Chakir Pacha,
schijnt er dus ic geslaagd te zijn de hem opgedragen
taak met evenveel beleid als snelheid te vervullen.
gevonden, nl. een stoom-keukenmeid, d. i. eene stoom
machine voor het wasschen van vaatwerkborden,
schotels, schalen, enz. Door deze machine, in ver
schillende grootten verkrygbaar voor particuliere hui-
ten en hótels, kunnen in twee minuten van vijf tot
twintig dozijn borden of schotels gewasschen wor
den. Mevr. Cockran heeft hare uitvinding voor eene
aanzienlijke som verkocht aan een fabriek en zij
krijgt nog een aandeel in de opbrengst van alle ver
kochte exemplaren.
Een rijke bedelaar! Dat niet alle bedelaars, die
op straat een aalmoes vragen, medelijden verdienen,
bleek dezer dagen te Amsterdam overtuigend, toen
een oud man, 74 jaar telde en op de 8t. Antho-
niesbreestraal woonde, wegens bedelarij werd gear
resteerd.
Op het politieburau vond men bij den man niet
mindor dan 861,54, aan Holladsche en vreemde
munt.
Aiweer een voorbeeld hoe voorzichtig men zyn
moet met het geven van aalmoezen aan straatbede
laars.
De tuinder in het Westland heeft tegenwoordig een
tijd van betrekkelijke rust, daar de pluk van vroege
appelen en peren is afgeloopen en het voor de late
nog geen tijd is, terwijl het snijden der druiven hem
geene groote drukte bezorgt. De raaradruiven zullen
spoedig opgeruimd zijn en dezer dagen kan men
aanvangen met het snijden der natuurdruiven, die
in de laatste dagen byzonder voorspoedig ontwik
keld zijn. Het beschot is wel niet groot, doch het
zeggen van de zwartgallige klagers, die beweren, dat
er door 'elkaar in 't Westland niet meer dan 21/, kilo
in de roe hangt, is ver bezijden de waarheid, en zij,
die redelijker oordeelen, schatten die hoeveelheid
minstens op 5 kilo, wat nog geen groofcgewas is,
daar elke roe muur zeer goed eens zooveel kan geven.
De druif is van tros zeer goed en van korrels uit
stekend de prys is thans 60 ct. per kilo le kwaliteit.
De late aardappelen, de jammen, worden volop
gewroetzy geven een goed, bij sommigen zelfs
een overvloedig beschot, en qualiteit laat niets te
wenschen ovor, ofschoon men niet weet of de duur
zaamheid voldoende zal zijn, daar zy door do lang
durige regens veel geleden hebben, üp de lage
akkers vindt men veel winterzieken, die natuurlijk
waardeloos zijn. De gewone ziokte heeft weinig schade
veroorzaakt, het kwaad is doodgebrand, zeggen de telers.
Al zijn de vooruitzichten, vooral wat den prijs aan
gaat men besteedt f 2.80 a 3.per H. L, le
qualiteit niet schitterend, toch zal de teelt nog
al bevredigende uitkomsten hebben, hetgeen van
veel belang is, als men bedenkt, dat deze teelt voor
namelijk wordt uitgeoefend door de arbeiders en
kleine burgers. Delftsche Ct.)
Woensdagavond is in het N<y verheidspaleis te Parijs
een groote cantate van Augusta Holmes uitgevoerd,
door een achttal gecosturaeerde koren, ieder omstreeks
honderd personen sterk. De tekst is eene verheer
lijking van de Republiek, welke in de soliste, me
vrouw Mathilde Romi, gepersonifieerd werd.
De raonteering van dit toonwerk was schitterend
en geschiedde op kosten der overheid. Aan costumes
en decoratief moet een som van driehonderd duizend
franc zijn besteed. Aan het begin van den avond
deed zich intusschen een incident voor, dat een ern-
stigen afloop had kunnen hebben.
Nauwelijks had de heer Colonne de eerste maten
van de ouverture gedirigeerd, of daar werd de aan
dacht van het geheele publiek afgetrokken door een
zeer veronrustend verschijnsel. Eene van de kronen
namelyk van hot electrisch licht naast het tooneel
was versierd met koorden en kwasten, en deze koor
den begonnen te branden. Men zag het kleine
vlammetje al grooter en grooter worden.
Gelukkig bleef het publiek bedaard. Niemand stond
van zijn plaats op. Men heeft de brandende kroon
laten zakken en het vuur met natte sponzen gebluscht.
De muziek kon opnieuw beginnen. Daar ontstaat
plotseling in de vergulde loge, waarin de ministers
en hunne dames zitten, een niet geringe ontsteltonis.
Wat was er gebeurd Een al te ijverige brand
spuitgast had getracht door een dakvenster water op
de brandende kroon te werpen, met het gevolg, dat
de voorname bezoekers op een waar stortbad werden
onthaald.
Uit New-York wordt gemeld: Bij de firma Houg-
thon, Mifflin en Co. zal binnen kort een biografie
van de beroemde schrijfster van De Negerhut ver
schijnen. De schrijver daarvan is de zoon van rars.
Beecher Stowe, Rev. Charles E. Stowe, predikant te
Hartford, Connecticut. In die stad woont mrs. Bee
cher Stowe ookzij is nu een oud, kindsch moedertje,
in wie niemand de scherpzinnige, geestdriftige en
sterke schrijfster zou kunnen herkennen. Sedert een
Indien zich geen onverhoedsche beletselen voor
doen is de werkstaking thans als geëindigd te be
schouwen. Door de werkstakers is het voorstel
van kardinaal Manning om dë verhooging van het
loon tot 6 pence in te doen gaan op 4 November a.
aangenomen, waarna ook eindelyk de dokbesturen
het hoofd hebben gebogen. Zij hebben verklaard
zich met deze voorwaarden te vereenigen, mits alle
ambtenaren en werklieden aan de dokken en kaden
het werk hervatten. Alleen de sjouwers moeten
nog niet bevredigd zijn» niettemin verwacht men
dat heden weder aan de Theeras bij Londen de oude
bedrijvigheid zal heerschen.
Met voldoening zal algemeen deze beslissing ver
nomen worden. De werkstaking te Londen is een
der merkwaardigste verschijnselen in de sociale
worsteling onzer dagen. Voor de arbeiders zoowel
als voor de werkgevers zal de les, die erin ligt opge
sloten: dat zelfbeheersching en broederlyke samen
werking voor den arbeider ontzaglijk veel kunnen
uitwerken, niet verloren gaan.
Hulde moet gebracht worden aan de mannen,
onder wier leiding de werkstakers, ondanks hon
ger en uitputting, zich aan geenerlei misdrijf tegen
do openbare orde schuldig maakten.
Over hen schrijft de Pall Mall Gazette«En
geland is ryker op heden dau voor de werksta
king, alleen reeds omdat het de beteekenis van
mannen als John Burns en Tom Mann heeft leeren
kennen. Er zijn nog meerdere, Tillett, Champion
en anderen, maar zij zullen de eersten zijn om toe
te stemmen dat de leiders der werkstaking geweest
zijnBurns aan de noordzijde, Mann aan de zuid
zijde der rivier. Beide deze mannen zijn aangowe-
Mijnheer de Redacteur!
Heden morgen werd ik verrast door een aanbeve
ling van den heer Kampo door de anti-rev. Kies-
vereeniging. Ik zeg verrastwant in den regel wor
den dergelijke biljetten bij mij niet bezorgd, waarom
weet ik niet.
Ook de gronden der aanbeveling waren mij een
ware verrassing. Er staat:
«Kiezers, zyt gij voor openbare Zondagsrust
«Zijt gij voor zuinig beheer der Jinantien?
«Wilt gij dat de gemeentekas aan alle klassen der
burgerij ten goede kome?
«Stemt dan als één man den Heer J. S. Kampo.
«Want hij zal u daarheen leiden."
Men zou willen vragen, hoe weten de Heeren dat?
Het is toch jammer dat zij Vrydag niet op de Open
bare Vergadering met hun candidaat verschenen;
dan had men hun nadere inlichtingen kunnen vragen.
B.v. Zondagsrust? Zijn onze Roomsch-Katholieke
landgenooten zulke groote voorstanders van Zondags
rust? Ik heb wel eens hooren beweren, dat ze nog
al eens van een Zondags-pretje houden, en gun
'thun van harte.
Zuinig beheer der finantiën? Zou men willen
beweren dat 't daaraan hapert onder onzen Burge
meester? Zijn de hh. 1 Juni vergeten?
De gemeentekas aan alle klassen ten goede? Uit
de toelichting blykt, dat hier gedoeld wordt op de
scholen. Maar kan de gemeenteraad daar iets aan
doen? Is het niet de Wet die het schoolwezen re
gelt? En is niet de Wetgevende macht dezer dagen
bezig om die Wet zoo te wijzigen, dat de Heeren
dit argument voortaan niet meer zullen kunnen
gebruiken? Het is eigenlyk al een weinig revolu
tionair, als de Heeren nog spreken van bedeeling
van gemeenteicege aan gegoeden.
Niet minder verrassend is dat„hij zal u daarheen
leiden." Ik zou wel willen, dat hij gekozen werd,