Homologatie Bulteolandscb Overzicht. PETROLEUM-NOTEEÏUNGEN BEURSBERICHT. ADVERT ENTIfiN. Openbare Verkooping Een Huis, Erf en Bouwland, Caotzlaar Schalkwijk te Rotterdam. VAN dee Staal. Amsterdam, 19 September 1889. te REEUWIJK, •en slavin; dat zij niet de echtgeuoote van haren man, nauwelijks de moeder barer eigen kinderen waa. Ware dit werkolgk de positie der Oostersche vrouw, dan zou het geheele Oostersche volk geene beschaving hebben, nooit op belangstelling aanspraak kunnen makeb. Wat zou er te verwachten zijn van een geslacht zonder huwelijk, zonder familieleven f Zouden de kinderen uit zulk een geslacht mannen, legerhoofden, regeerders, geleerden kunnen worden? Het is tijd geworden om die valsche voor stellingen op zijde te schuiven, voor altoos uit den weg te ruimen. Inderdaad: de vrouw in het Oosten en het Huiselijk leven in het Oosten moeten in beter licht, in het ware lioht worden gesteld, niet meer in het valsche licht van Europeeache dichters en schrijvers, dio het Oosten niet kennon. Het werk, door sheik Hamzah geschreven, verdient en behoort in Europa te worden gelezen. Hij heeft de regelen der wetten verzameld, de traditiën omschre ven, een meesterlijk verk vol waarheid geleverd Moge het bij de Europeeache natiën vertaald wor den, en zij de waarhoid vinden Een rijk inwoner van een klein stadje aan de Koer bovond zich gedurende don laatsten Katholieken dag te Bochum, waar hij verscheiden oude kennissen o. a. dr. Windthorst, ontmoette, zoodat hjj een dag langer moest blijven dan hij van plan was. Hij zond daarom het volgende telegram aan zijn vrouw -. alk kom morgen om 9 uur. Met zijne excellentie vriendschap gesloten. Frits." Het telegram werd woordelijk overgebracht. De punt echter, die achter uur moest staan, werd achter excellentie geplaatst. De vrouw werd door het telegram geheel in de war gebracht/ Zij ijlde naar den dorpsgeestelijke en andere invloedrijke burgers van het plaatsje, om hei belang rijke nieuws mede te deeleo, dat baar man had getelographeerd„Ik kom morgen om 9 uur met zijne excellentie." In het dorpje heerschte dra een eigenaardige drukte en beweging. Eerebogen werden inderhaast opgericht, huizen versierd, liederen ingestudeerd, redevoeringen ontworpen. Eindelijk sloeg het met spanning verwachte uur, en met kloppend harte verwachtte men den trein. Het stoomros nadert, houdt stil. De portieren vliegen open een oude heer, blijkbaar een vee handelaar, twee bekende dorpsschoonen uit de buurt, een mosterd handelaar uit Muuster en do niecs kwaads vermoedende afzonder van het telegram stappen uit. Tevergeefs sperren aller, oogen zich open, van dr. Windthorst geen spoor. Men omringt den nieuw- aangekomene. „Waar is zijne excellentie?" vragen twintig stemmen tegelijk,1 „Zijne excellentie Wel, natuurlijk in Bochum. Waar is het telegram vraagt hij dan plotseling. Men overhandigt het hem. Eén blik, en hem was gebleken dat zijn vermoeden juist was; schuddende van lachen verhaalde hij het misverstand. De Firma F. B. van Ditmar publiceert de volgende Oproep aan iet Nederlandsche volk! Een kreet van Bchrik, een stemme des klagens en des medeljjdens is opgegaan in Nederland bij 't ver nemen der tijding, hoe sehrikbre ramp de koopstad Antwerpen getroffen heeft. '|^om in den lande werd het diep gevoeld, dat vooral op Nederland de dure plicht russte, den nood der lijdenden door zoo vroeselijk een ongeluk, te helpen lenigen. Ieder zocht dadelijk in zijn kring en stand naar de middelen om onverwijld de gaven tot heul en lafenis te brengen. Ook in Utrecht vond de oproepto hulp onze stamgenooten iu België vragen steun voor hunne diepverslagen broeders, ruimen weerklank. En ter wijl ieder aan het werk toog om te doen wat de milddadige hand vond om te doen, meenden de ondergeteekenden dat or op het voorbeeld van „Paris-Mureie" niets betors, niets schooners, niets loffelijke» kon gedaan worden, dan de mannon van name op bet gebied van kunst en wetenschap in België en Nedoriand op te roepen tot het brengen van hunne offers op het altaar der kunst en der lief dadigheid tevens. Dat altaar is de uitgave van een gedenkblad Holland-Antwerpen ten voordeele der slachtoffers van de ramp te Antwerpen. De oproep vond weldra alomme gehoor. Vole Noord-"Nedorlaudsche Letterkundigen, Schilders en Toonkunstenaars zouden hunne bijdragen in proza en dioht of schets en toonklanken, en ook de Zuider-broeders bleven niet achter, maar verklaarden zich volgaarne bereid hunne gaven te schenken aan hot schooue doel. Z. M. de Koning en H. tl. de Koningin der Nederlanden zouden een vriendelijk sohrijveu met H.D.'s handtoekeningen, waarbij zij de uitgevers van „Holland-Antwerpen" machtigden die handtoeke ningen in bet gedenkblad te doen afdrukken. De buitengewone gezant eu gevolmachtigde minister van België in Nederland, A. baron d'Anethan, be tuigde zijne hooge sympathie met do uitgave en zond mede eenige regels en zijne naamteekening ten afdruk. Desgelijks deed Ferdinand de Leesega, de groote waterbouwkundige. Om enkele namen der verdere medewerkenden te noemen vermelden wij slechts letterkundigen Prof. Jan ton Brink, Dr. H. J. Betz, Louis Couperus, N. Doornbos, Marcellus Emants, Fiore Delia Neve, W. Gorier, Joh. Gram, Dr. H. Hartogh Hoys van Zouteveen, J. P. Hase- broek, A. S. Kok, Gerard Keiler, George Kepper, Dr. I» Laurillard, M. Leopold, Mr. J. Levy, P. Louwerse, C. L. Lutkebiihl Jr. D. M. Maaldrink, B. van Meurs, Nagtglas, W. Otto, Prof. A. Pierson, Dr. H. J. Polak, Ant. L. Kop, Dr. G. I). J. Schotel, Mr. W. G. F. van Sorgen, T. Tal, G. Waalner, A. C. Wertheim, Prof. Jkn te Winkel, P. H. Witkamp. Schilders Louis A pot, D. A, C. Artz, J. W. van Borselen, David Bles, H. Bilders van Bosse, G. H. Breitner, O. Ëerelman, Jan van Essen, J. C. Greive Jr., E. Alex Hilverdink, J. Hoijnck van Papendrecht, Mari ten Kate, J. Linse, H. J. Mélis, H. W. Mes dag, Wally Moes, W. C. Hakken, Charles Boobus- sen, Margaretha Boosenboom, P. A. Schipperus, J. H. Schmidt Crans, Elchanon Verveer, Jan Vrolijk, A. Verhuell. Toonkunstenaars, Architecten enz.Marius A. Brants Buys, Kichard Hol, Wouter Hutschenruijter, P. J. Houtzagers, "Daniël de Lange, W. V. G. Ni- oolnï, J. Verheul Dzn. Door dit groote succes aangemoedigd, narenden de ondergeteekenden niets onbeproefd te moeten laten, om in het belang der rampzaligen het debiet van „Holland-Antwerpen" zoo groot mogelijk te doen zijn. Zij richten daartoe bjj deze een oproep aan het Nederlandsche volk, aan ieder die iu Nederland lief. dadigheid wenscht te doen nevens het versterken Van den broederband tussehen Noord- en Zuid-Ne derland, om de uitgave „Holland-Antwerpen" te steunen. De uitgevers van hot gedenkblad vertrouwen, dat deze publicatie niet tevergeefs aan het Nederland- sohe volk gerioht zal wezen,, maar zij weldra in slaat zullen zijn met oen ruime opbrengst van Holland- Antwerpen" ten bate der ongelukkigen, den groet der broederlijke sympathie van het Noorden naar het Zuiden over te brengen. Firma F. B. van DITMAB. NB. Onder het afdrukken dezer circulaire ont vangen wij een eigenhandig schrijven van Z. M. de Koning der Belgen, waarin Zijuo Majesteit H.D's groote ingenomenheid betuigt met de uitgave van het gedenkblad en den uitgevers in zeer vereeronde bewoordingen een goed sugcos toewenacht. Dit schrijven door Z. M. geteekend en tevens mot do naamteekening van H. M. Koningin Marie Henriette vereerd, zal bg bijzondere vergunning van Koning Leopold in holland-Antwerpen worden opgenomen. Met machtiging van de Begeering zijn (bij den Leidschen uitgever E. J. Brill) in het licht gegeven de ontwerpen van een wetboek van militair strafrecht en der daarbij behoorende wetten, opgesteld door dea Leidschen hoogleeraar mr. H. van der Hoeven en herzien in overleg met een oommiaaie, benoemd door de Ministers van Justitie, Oorlog en Marine. De indiening der ontwerpen is in de Openingsrede aangekondigd. Men mag daaruit opmaken, dat de Begeering zich met de ontwerpen heeft vereenigd. In de toelichting wordt erkond, dat de regeling van het formeele militair strafrecht de rechts macht en de rechtspleging nog meer behoefte aan herziening heeft dan het materieel gedeelte, de om schrijving der militaire misdrijven en straffen. Toch dient het laatste vooraf te gaan, omdat de goede regeling der eerste er van afhankelijk is. Voor land- en zeemacht te zamen wordt slechts één wetboek voorgedragen. Zoo is 't ook in Duitsch- land, Zweden -en Denemarken, eu de ervaring heeft daar geen bezwaren aan het licht gebracht. Het strafstelsel kan voor land- en zeemacht hetzelfde zijn, behoudens enkele afwijkingen. Als grondslag is aangenomen aansluiting aan de hoofdbeginselen van het Wetboek van Strafrecht, alleen met die afwijkingen, welke door de militaire belangen of bijzondere omstandigheden, waarin de krijgsmacht verkeeren kan, worden gevorderd. Verder voorziet het wetboek in de regeling der zoogenaamde zuiver militaire misdrijven, die, in het leger voor komende, een andere kleur en zwaarder karakter krijgen. De invoering behoeft niet te waohten op het tot stand komen Aër herziening van de militaire rechts macht en wijze van procedeeren. De straffen, in het ontwerp bedreigd, zijn: dood straf (met den kogel), gevangenisstraf, ontslag uit „den militairen dienst met of zonder onwaardigheid- verklaring om bij de gewapende macht te dienen, verlaging en plaatsing in een strafklasse. Het behoud van de doodstraf bij eenige zware militaire misdrijven (waar zij kan worden toegepast) wordt uitvoerig verdedigd, als onmisbare maatregel van noodweer. opstak, stonden zij op om naar binten te> gaan; Paotiua bood bare moeder den arm, en reeds stond zjj op den drempel, toen zij een rijtuig hoorde aan komen; zg keek om, en zag eèn eenvoudig wagentje, dat een boerenpaard met moeite de hoogte optrok. Eonige soldaten, voor zoover men hunne kleeding onderscheiden kon, zaten er in. Dicht bij bet hek, hield de wagen stil, zonder dat Paolina er acht op -sloeg, want in geheel Lombardije en ook daar, zag men gedurig soldaten en vrijwilligers, die vaiv de slagvelden aan de Minoio terugkwamen. - Twee van de reizigers sprongen er vlug, en zonder gedruisch uit, opdat niemand ben bemerken zou, en, zoo hunne/kleeding hen als soldaton deed kennen, zoo belettp toch de toenemende duisternis, om hunne gelaatstrekken te onderscheiden; zij omhelsden elkaar, de eene nam zguo zitplaats weder in, en de andere ging onderzoeken, of de tuindeur nog open stond. Paolina liet hare modder los; haar hart had goed. geraden. Zij liep het hek uit, en, nog voor de an deren zich veiwijderd hadden, had zij haren broeder herkend; tg wierp hare armen om zijn hals, en om helsde hem vo^ blijdschap. Het was eene zwijgende ontmoeting; de vreugde vindt soms woorden en tra nen, maar niet altjjd; en als twee zielen elkaar ver staan, dan is alles gezegd. De soldaten, die op het punt stonden van weg te rijden, wendden zich onwillekeurig on>. En de voer man,, een ruw cavallerist, veejfde zich de oogen af, (onder te weten waarom, en allen zwegen als vices-. den zg, dat gelukkige wederzien te storen. Terwijl zij haren broeder omhelsde, had het meisje niet bemerkt, dat zijn rechterarm in een zwarten band hing. Plotseling zag zij het: „O Gabrio, zijt gij gewond?" „Het ia niets. Mama behoeft het niet te weten; ik heb het niet willen schrgvon Maar iru ben ik bij uheeft mama mij gezien?" „Neen, zij weet niets, laat ons in huis gaan." „Ja, vaarwel dan Galeazzo; geef mg de hand, beste abt En nu rijd op, Beltramolo, het wordt donker, en morgen zien wij elkander weer." Allen groetten den jongen artillerist, Beltramolo gaf een ruk aan de leidsels, en een slag met de zweep aan zgn rozinant, en zij reden weg. Hunne moeder was nog niet in huis. Toen hare, dochter haar losliet, keerde zij zich om, en' hg Jiet verwarde geluid van stemmen, was zij langzaamaan tuin doorgegaan. Toen zij aan het hek kwam, en Paolina met een soldaat zag, bleef zij staan, zonder te merken wie het was; want Gabrio droeg eene grove kapotjas en had zijn baret op. „Kom eens hier,- mama," zeide Paolina, gjiier is een vreemdeling, (jij bericht brengt van Gabrio?" „Waar is hg? heeft hg brieven!' Die beste jongen 1 sedert acht weken hebben wij niets van hem gehoord Waarom schrgft hij niet?" „Omdat hg zelf heeft willen komen; lieve mama!" riep Gabrio. Bg die woorden strekte de goede vrouw bevende de armen uit, en drukte het hoofd van haren zoon aan hare borst. Maar spoedig bemerkte zij, dat zijn arm in een doek hing; en verschrikt riep zg uit: „Gewond?" Komt ge zéé tot mg terug? „O heiligen des hemels 1" „Wees bedaard, mama, het is niets; de voldoening van mgn plicht gedaan te hefiben, kost mg niet zoo veel. Eene wona, die nu echter al half genezen is, heeft mg belet te schrijven'. want ikwildeihet niet door een kameraad laten doen." „Zie, zoo gaat bet in den oorlog 1 Ik wist wel, dat het zoo zou afloopen. Nu zgt ge voor uw leven verminkt Vervloekt wie* hem zoo ongelukkig heeft gemaakt En dat Italië zou 'tbest zon der hem kunnen klaar spelen. Neen, ge verdient niet dat ik u omhels en kus I" En intusschen drukte zg hem met groote teederheid aan hare borst. „Ik moest u wegsturen Maar neen, kom maai hier Ge zijt een rechte zoon van uw vader Zoo atortte de wed,uwe tussehen berispingen en klachten den angst en de liefde van haar moederhart uit. Maar Gabrio liet haar niet voortgaan, en ter- wgl hg haar met zgn gezonden arm ondersteunde, zeile hij: „Neen, mama bertip mij niet, en dat jutet-nu, nu ge «wen zoon danken moest, voor wat hij gedaan' heeft. Zie, ik ben gereed, om morgen Voer te beginnen, omdat de eer van mijnen vader in mij leeft. Vergeef mijn lang stilzwijgen Jfh ben ik bij u ik zal uvoor eenigen tijd niet verlaten." /Wordt vervolgd.) De desertie wordt geheel anders dan thans ge regeld Het ontwerp maakt onderscheid tussehen af wezigheid en desertie, naarmate het vergrijp al dan niet een ernstig karakter heeft. Onder de nagelaten papieren eener aanzienlijke Engelsche dame, mevr. M..., vurige bewonderaarster van Napoleon I, heeft men eenige belangwekkende aanteekeningen gevonden betreffende de ballingschap van den arevangen keizer. Het zijn brieven, die inevr. M— van verschillende bekenden ontving en die thans in de Century Magazine zijn opgenomen. Een daarvan i8 van den heer. Ussher, kapitein der Undaunted, het schip waarmede Napoleon van Frejus, aan de Biviera, naar Elba werd vervoerd. Eigenaardig is de wijze, waarop, naar kapitein Usshèr verhaalt, Napoleon alles beschikte om plech tigheid bij te zetten aan de inbezitneming van bet kleine stukje grond, dat het Heilig Verbond hem had aangewezen. Hij gaf zelf het model aan voor de nationale vlag van het eiland, waarvan 2 exemplaren gemaakt werden. De eene moest om 1 uur in den namiddag op de vesting geheschen worden teiwgl de andere een uur later moest wapperen van de boot, die den keizer naar wal bracht. De vlag was wit met een rooden diagonaal band, waarop 3 gouden bijen waren gestikt. Den dag na do aankomst op het eiland maakten Napoleon en kapitein Ussber te paard een tochtje door het eüand. De kapitein vond een launerboom en plukte daarvan een takje, dat hg den keizer aan bood. Napoleon, die door deze beleefdheid zeer ge troffen was, vroeg den kapitein of hg tevreden waa over den wijn aan boord eu gaf dadelijk bevel 2000 flesschen aan de bemanning te zenden. Eiken dag maakte Napoleon een wandeling door zijn eiland, deed zich dan de plannen voor gebouwen, waterwerken en gedenkteekenen, die hij wilde op richten, nauwkeurig uitleggen, waarsohijnlgk om En; geland en Europa den indruk te geven, dat hg voorgoed op Elba hoopte te blgven. Een tegenstelling met de vriendschappelijke wijze, waarop Napoleon bij zijne ovorbrenging naar Elba met den kapitein van het Engolsch schip omging, vormt zijne verhouding tot de Engelschen aanboord van de Northumberland, waarmede hg, na den alflg van Waterloo, naar St Helena werd vervoerd. De admiraal herinnerde den gevangen keizer eens op gevoelige wijze, dat zijn macht voorbij was. Toen bot schip door de linie voer, wilden de ma trozen Napoleon, die voor de eerste meal den evenaar passeerde, volgens het oude gebruik, doopen. Bone- parte echter verscheen niet op 't dek en verzocht den admiraal, aan Neptunus en zijn gevolg 100 gouden Napoleons als schadeloosstelling te mogen geven. Maar sir George Cockburn vond het bedrag te groot en verminderde bet tot 20 Napoleons. Zooals men ziet-, een groote verandering sinds Elba! Kapitein Ussher nam gaarne 2000 flesschen wijn aan voor zgn volk. De Engelsche admiraal stond Napoleon toe, zich als passagier eerste klasse aan de matrozengrap te onttrekkmi, maar veroor loofde hem geen keizerlijke mildheid meer.' Van den uitslag der Fransohe verkiezingen is bij ons tot dusver niets bekend. De werkstaking in de Londensche dokken is nu eindelijk uit. De gewezen werkstakers werken nu kalm naast de nieuw aangeworven werklieden en al leen blijft nu nog de beslissing over van ljet geschil tussehen de lichters en hun werklieden, die aan eon soheidartthtor is opgedragen. Op voorstel van den lord-ma^ir is lord Brassay tot scheidsrechter aange wezen. De lord hejsft dit aangeuomon en is terstond naar Londen tójpggekeerd, ten einde de zaak te onderzoeken. De heer John Burn heeft rekenschap gegeven van degelden, welke voor de werkstakers zgn inge komen. In het geheel ontving hg 480,000 gulden, waarvan de helft uit Australië. Er ia nu nog oen overschot van 100,000 gulden. Daarvan «al een gedeelte worden besteed om de Trades Unions hun voorschotten terug te geven, terwijl het overige zal gebruikt worden om werkliedenvereenigingen te steunen. Burns en Tillet brachten gisteren Mn bezoek - in de dokken, waar zij door de werklieden, die nu, voor zoover er plaats is, weer geregeld aan den arbeid zijn, met geestdrift werden begroet. Wie de werkzaamheid der Duitsch-vrgzinnnige partij mft aandacht gadeslaat, heeft zich dikwijls kunnen verliezen, hoe oen partij, die op politiek gebied met bnwankelbaren'moed ivoor recht en vrij heid strgdt, op het veld der sociale hervorming zulk een grenzenlooze verblinding tentoonspreidt voor hetgeen hier ten nutte der groote maar weerlooze massa is. Tegenover de sociale politiek, van welke zijde zij gepredikt werd, door Bismareks of door Bebel en Liebkeoht, heeft de Duitach-vrgzinnige partij steeds een afwijzende houding aangenomen. Alleen in den allerlaatsten tijd openbaardo zich in het midden der partij een wending ten i(oede. Hoezeer echter het idee van het laissez faire nog het evangolie is, waarbij enkele voorname leden zweren, getuigde o. a. nqg een artikol van Ludwig Bamberger, onlangs in de Nation verschenen. Onder zeer schoone zinswendingen en stijlbloemetjes be streed deze leider der Duitsoh-vrijzinnige partij, zich plaatseed op bet standpunt der oude Mnnohester- leer opnieuw de sociale politiek, steeds het refrein herbalend van het oude lied van het vrije spel der krachten, waardoor de arbeiders eqp paradijs op aarde kuunen erlangen. Niet sleohte van nationaal-liberale, ook van demo cratische zijde wordt Bamberger over deze ont boezeming terechtgozet. Zoo schrijft o. a. de Frank/. Ztg.„De vrijzinnige partij heeft in de laatste jaren, althans eenige harer leden, op verblijdende wgze deelgenomen aan de werkzaamheden ten gunste van een populaire sociale politiek. Een schril contrast daarmede vormt een reeks artikelen, door den afgevaardigde Bamberger zoo even in de Nation begonnen, waarin hij aan de haud van den radicalen Engelschen afgevaardigde Bradlaugh, wegens zijn weigeren tot het afleggen van den parlementairen eed algemeen bekend, een critiek over de .nieuwe sociaal-politieke richting in Duilsohland inleidt. Don Engelsehman willen wij dadelgk ter zijde laten: Bamberger kent ook de Engelsche arbeidersbeweging slecht, wanneer hij Bradlaugh een „vertegenwoordiger van het proleta riaat" noemt. Hetgeen op het laatste congres dor Trades Unions te Dundee gebeurd is, waar Broad- hurst nauwelijks aan een votum van j wantrouwen ontsnapte, moest hem echter geleefd hebben, dat ook de Engelsche arbeiders zich niet meer met louter politiek radicalisme laten afschepen. „Maar het komt op den kern van Bamberger's bewering aaneen sociaal politieke wetgeving, in het bijzonder een wetgeving ter bescherming van den arbeider, zou-tot ontaarding van het volkska rakter leiden, de vrije wilsontwikkeling van het volk belemmeren. Bamberger ken blijkbaar nog altijd niet tweeërlei onderscheiden: de christelijk gouver nementeels tociale hervorming en een populaire sociale politiek. „Wetten ter bescherming van den arbeider, die altijS nog het voornaamste punt op het programma der voorstanders eener populaire sociale politiek blijven, waarborgen veelmeer (lp mogelijkheid eener vrije ontwikkeling van bet volkskarakter, waarvoor de hoer Bamberger zoo naijverig waakt. Wie in plaats van 13 uur dagelijks slechts 10 uur in de fabriek te werken heeft, wion» vrouw en kindoren in bescherming genomem worden tegen dfe gevaren in de fabriek, steat op een hooger trap der bescha ving eu kan een werkzamer aandeel aan de voornit- achrijdende boweging van zijn tijd nemen dan de onbeschermde loonarbeider na den uitputtenden arbeid, die den geest doodt. Derhalve hebben de Engelsche arbeiders ondanks Bradlaugh reeds den Mazimalarbettstag van 9 uur doorgezet, en derhalve moeten ook alle weldenkend»- volksvrienden bij ons die sociale politiek volgen, waarvan men te hooger plaatse niet» wéten wil. Kan de heer Bamberger niet deelnemen aan dezen arbeid voor het- volk, des te erger voor hem, doch niet voor het volk. Het laatste is toch zoo dwaas niet, als de heer Bamberger het sdhildert, dat het wel ten van voogdijschap zou verlangen,, terwijl het alles langs den weg eener vrijwillige overeenkomst zou kunnen verkrijgen. De vingerwijzing op een vrjje overeenkomst tussehen de machtige kapitalisten en den niet-bezittenden aïbeider Es niets dan een aansporing tot het sluiten van een „leeuwenverdrag" waarover zich de ijzer en kolenbaronnen uitermate zouden verheugen." Daar er riek ouder onze liberalen ook nog velen bevinden, die-op het punt der arbeiders wetgeving denken als de Duitsohe liberaal Bamberger, ver dient de scherpe critiek der Frank/. Ztg. evenzeer aan deze zijde» der Duitsche grenzen de aandacht. van de Makelaars De markt was heden vast. Looo Tankfust 8.60. Ootober-, November- en December-lejsring 8.60. AMSTEBDAM, 23 September. 0Per Telegraaf Binnenlandsche fondsen vast. Certif. Aremburg 8»/.- Certif Deli-Bat, maatschappij 2'/s hooger. Buitenland met weinig variatie. Amerikaanschen onveranderd. Voorspoedig bevallen van een Dochter 8. G. vak der TOGT WlNTEES. Harmeien, 22 September 1889. Zacht en kalm ontsliep heden ons jongste Dochtertje BERN DIN A MARGARETHA. C. van TONGERLOO. F. van TONGERLOO— Gouda, 22 Sept. 1889. Agtebhoest. Heden overleed onze lieveling HENRI PIETER SIMON, ruim 6 jaar oud. H. de VRLJER. A. S. de VRIJER- Den 6" September .overleed te Lyon, na een langdurig- lijden, onze beminde Echt genoot, Broeder en Behuwdbroeder, de Heer KAREL FREDERIK WILHELM ANTON OVERDUE, in den ouderdom van 42 jaar, laatstelijk Adjunct-Secretaris bjj de Weeskamer te Batavia. Wed. K. F. W. A. OVERDIJK- H. Bobel. A. G. W. J. OVERDUE. Wed. STOLP— J. Overdijk R. F. M. van ALDERWERELT vak ROSEflBCRGH. J. H. W. 0. VAN ALDERWERELT N VAP ROSENBURGH— Jonkvi. Lochmasn va» Eönigsfeldt. Kampen. Gouda. Magelang. Door huitenlandsch* betrekking eerst heden geplaatst. Ondergeteekende betuigt, mede namens de Weduwe en de Familie, zgn hartelgken dank voor de zeer talrgke bewgzen van deelneming ondervonden bg het overigden van zgn dier baren Zoon, den Heer E. M. CATS. M. S. CATS. Gouda, 23 Sept. 1889. De Arrondissements-Rechtbank ie Rotterdam heeft bg vonnis van 21 September jl. het door JOHANNA ADRIANA RAVE8TEIJN, We duwe van Benjamin de Bboijn, aan hare schuld- eischers aangeboden en door dezen aangeno men accoord gehomologeerd 'en verbindend ver klaard overeenkomstig de bepalingen der Wet. De Curator, Me J. FORTDIJN DROOGLEEVER. l in de herberg van J. Eeodkman, op WOENS DAG 16 OCTOBER 1889, ten 11 ure, van gelegen in den Tempel-polder onder Zu/ammer- dam, ter grootte van 55 Aren 6 Centiaren. Eigendom van J. van dbb VEER. Aanvaarding en betaling oj? 16 November 1889. (sJadere information geeft de Notaris Mr. I. MOLENAAR te Wadditueveen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2