Homologatie
Bulteolandscb Overzicht.
PETROLEUM-NOTEEÏUNGEN
BEURSBERICHT.
ADVERT ENTIfiN.
Openbare Verkooping
Een Huis, Erf en Bouwland,
Caotzlaar Schalkwijk te Rotterdam.
VAN dee Staal.
Amsterdam, 19 September 1889.
te REEUWIJK,
•en slavin; dat zij niet de echtgeuoote van haren
man, nauwelijks de moeder barer eigen kinderen
waa. Ware dit werkolgk de positie der Oostersche
vrouw, dan zou het geheele Oostersche volk geene
beschaving hebben, nooit op belangstelling aanspraak
kunnen makeb. Wat zou er te verwachten zijn van
een geslacht zonder huwelijk, zonder familieleven f
Zouden de kinderen uit zulk een geslacht mannen,
legerhoofden, regeerders, geleerden kunnen worden?
Het is tijd geworden om die valsche voor
stellingen op zijde te schuiven, voor altoos uit
den weg te ruimen. Inderdaad: de vrouw in het
Oosten en het Huiselijk leven in het Oosten moeten
in beter licht, in het ware lioht worden gesteld, niet
meer in het valsche licht van Europeeache dichters
en schrijvers, dio het Oosten niet kennon. Het
werk, door sheik Hamzah geschreven, verdient en
behoort in Europa te worden gelezen. Hij heeft de
regelen der wetten verzameld, de traditiën omschre
ven, een meesterlijk verk vol waarheid geleverd
Moge het bij de Europeeache natiën vertaald wor
den, en zij de waarhoid vinden
Een rijk inwoner van een klein stadje aan de
Koer bovond zich gedurende don laatsten Katholieken
dag te Bochum, waar hij verscheiden oude kennissen
o. a. dr. Windthorst, ontmoette, zoodat hjj een dag
langer moest blijven dan hij van plan was. Hij
zond daarom het volgende telegram aan zijn vrouw -.
alk kom morgen om 9 uur. Met zijne excellentie
vriendschap gesloten. Frits." Het telegram werd
woordelijk overgebracht. De punt echter, die achter
uur moest staan, werd achter excellentie geplaatst.
De vrouw werd door het telegram geheel in de
war gebracht/
Zij ijlde naar den dorpsgeestelijke en andere
invloedrijke burgers van het plaatsje, om hei belang
rijke nieuws mede te deeleo, dat baar man had
getelographeerd„Ik kom morgen om 9 uur met
zijne excellentie."
In het dorpje heerschte dra een eigenaardige
drukte en beweging. Eerebogen werden inderhaast
opgericht, huizen versierd, liederen ingestudeerd,
redevoeringen ontworpen. Eindelijk sloeg het met
spanning verwachte uur, en met kloppend harte
verwachtte men den trein.
Het stoomros nadert, houdt stil. De portieren
vliegen open een oude heer, blijkbaar een vee
handelaar, twee bekende dorpsschoonen uit de buurt,
een mosterd handelaar uit Muuster en do niecs kwaads
vermoedende afzonder van het telegram stappen uit.
Tevergeefs sperren aller, oogen zich open, van dr.
Windthorst geen spoor. Men omringt den nieuw-
aangekomene. „Waar is zijne excellentie?" vragen
twintig stemmen tegelijk,1 „Zijne excellentie
Wel, natuurlijk in Bochum. Waar is het telegram
vraagt hij dan plotseling. Men overhandigt het hem.
Eén blik, en hem was gebleken dat zijn vermoeden
juist was; schuddende van lachen verhaalde hij het
misverstand.
De Firma F. B. van Ditmar publiceert de volgende
Oproep aan iet Nederlandsche volk!
Een kreet van Bchrik, een stemme des klagens en
des medeljjdens is opgegaan in Nederland bij 't ver
nemen der tijding, hoe sehrikbre ramp de koopstad
Antwerpen getroffen heeft.
'|^om in den lande werd het diep gevoeld, dat
vooral op Nederland de dure plicht russte, den nood
der lijdenden door zoo vroeselijk een ongeluk, te
helpen lenigen.
Ieder zocht dadelijk in zijn kring en stand naar
de middelen om onverwijld de gaven tot heul en
lafenis te brengen.
Ook in Utrecht vond de oproepto hulp onze
stamgenooten iu België vragen steun voor hunne
diepverslagen broeders, ruimen weerklank. En ter
wijl ieder aan het werk toog om te doen wat de
milddadige hand vond om te doen, meenden de
ondergeteekenden dat or op het voorbeeld van
„Paris-Mureie" niets betors, niets schooners, niets
loffelijke» kon gedaan worden, dan de mannon van
name op bet gebied van kunst en wetenschap in
België en Nedoriand op te roepen tot het brengen
van hunne offers op het altaar der kunst en der lief
dadigheid tevens.
Dat altaar is de uitgave van een gedenkblad
Holland-Antwerpen ten voordeele der slachtoffers
van de ramp te Antwerpen.
De oproep vond weldra alomme gehoor. Vole
Noord-"Nedorlaudsche Letterkundigen, Schilders en
Toonkunstenaars zouden hunne bijdragen in proza
en dioht of schets en toonklanken, en ook de
Zuider-broeders bleven niet achter, maar verklaarden
zich volgaarne bereid hunne gaven te schenken aan
hot schooue doel.
Z. M. de Koning en H. tl. de Koningin der
Nederlanden zouden een vriendelijk sohrijveu met
H.D.'s handtoekeningen, waarbij zij de uitgevers
van „Holland-Antwerpen" machtigden die handtoeke
ningen in bet gedenkblad te doen afdrukken.
De buitengewone gezant eu gevolmachtigde minister
van België in Nederland, A. baron d'Anethan, be
tuigde zijne hooge sympathie met do uitgave en
zond mede eenige regels en zijne naamteekening ten
afdruk.
Desgelijks deed Ferdinand de Leesega, de groote
waterbouwkundige.
Om enkele namen der verdere medewerkenden te
noemen vermelden wij slechts
letterkundigen Prof. Jan ton Brink, Dr. H. J.
Betz, Louis Couperus, N. Doornbos, Marcellus
Emants, Fiore Delia Neve, W. Gorier, Joh. Gram,
Dr. H. Hartogh Hoys van Zouteveen, J. P. Hase-
broek, A. S. Kok, Gerard Keiler, George Kepper,
Dr. I» Laurillard, M. Leopold, Mr. J. Levy,
P. Louwerse, C. L. Lutkebiihl Jr. D. M. Maaldrink,
B. van Meurs, Nagtglas, W. Otto, Prof. A. Pierson,
Dr. H. J. Polak, Ant. L. Kop, Dr. G. I). J. Schotel,
Mr. W. G. F. van Sorgen, T. Tal, G. Waalner,
A. C. Wertheim, Prof. Jkn te Winkel, P. H. Witkamp.
Schilders Louis A pot, D. A, C. Artz, J. W. van
Borselen, David Bles, H. Bilders van Bosse, G. H.
Breitner, O. Ëerelman, Jan van Essen, J. C. Greive
Jr., E. Alex Hilverdink, J. Hoijnck van Papendrecht,
Mari ten Kate, J. Linse, H. J. Mélis, H. W. Mes
dag, Wally Moes, W. C. Hakken, Charles Boobus-
sen, Margaretha Boosenboom, P. A. Schipperus, J.
H. Schmidt Crans, Elchanon Verveer, Jan Vrolijk,
A. Verhuell.
Toonkunstenaars, Architecten enz.Marius A.
Brants Buys, Kichard Hol, Wouter Hutschenruijter,
P. J. Houtzagers, "Daniël de Lange, W. V. G. Ni-
oolnï, J. Verheul Dzn.
Door dit groote succes aangemoedigd, narenden de
ondergeteekenden niets onbeproefd te moeten laten,
om in het belang der rampzaligen het debiet van
„Holland-Antwerpen" zoo groot mogelijk te doen zijn.
Zij richten daartoe bjj deze een oproep aan het
Nederlandsche volk, aan ieder die iu Nederland lief.
dadigheid wenscht te doen nevens het versterken
Van den broederband tussehen Noord- en Zuid-Ne
derland, om de uitgave „Holland-Antwerpen" te
steunen.
De uitgevers van hot gedenkblad vertrouwen, dat
deze publicatie niet tevergeefs aan het Nederland-
sohe volk gerioht zal wezen,, maar zij weldra in slaat
zullen zijn met oen ruime opbrengst van Holland-
Antwerpen" ten bate der ongelukkigen, den groet
der broederlijke sympathie van het Noorden naar
het Zuiden over te brengen.
Firma F. B. van DITMAB.
NB. Onder het afdrukken dezer circulaire ont
vangen wij een eigenhandig schrijven van Z. M. de
Koning der Belgen, waarin Zijuo Majesteit H.D's
groote ingenomenheid betuigt met de uitgave van
het gedenkblad en den uitgevers in zeer vereeronde
bewoordingen een goed sugcos toewenacht. Dit
schrijven door Z. M. geteekend en tevens mot do
naamteekening van H. M. Koningin Marie Henriette
vereerd, zal bg bijzondere vergunning van Koning
Leopold in holland-Antwerpen worden opgenomen.
Met machtiging van de Begeering zijn (bij den
Leidschen uitgever E. J. Brill) in het licht gegeven
de ontwerpen van een wetboek van militair strafrecht
en der daarbij behoorende wetten, opgesteld door dea
Leidschen hoogleeraar mr. H. van der Hoeven en
herzien in overleg met een oommiaaie, benoemd door
de Ministers van Justitie, Oorlog en Marine.
De indiening der ontwerpen is in de Openingsrede
aangekondigd. Men mag daaruit opmaken, dat de
Begeering zich met de ontwerpen heeft vereenigd.
In de toelichting wordt erkond, dat de regeling
van het formeele militair strafrecht de rechts
macht en de rechtspleging nog meer behoefte aan
herziening heeft dan het materieel gedeelte, de om
schrijving der militaire misdrijven en straffen. Toch
dient het laatste vooraf te gaan, omdat de goede
regeling der eerste er van afhankelijk is.
Voor land- en zeemacht te zamen wordt slechts
één wetboek voorgedragen. Zoo is 't ook in Duitsch-
land, Zweden -en Denemarken, eu de ervaring heeft
daar geen bezwaren aan het licht gebracht. Het
strafstelsel kan voor land- en zeemacht hetzelfde zijn,
behoudens enkele afwijkingen.
Als grondslag is aangenomen aansluiting aan de
hoofdbeginselen van het Wetboek van Strafrecht,
alleen met die afwijkingen, welke door de militaire
belangen of bijzondere omstandigheden, waarin de
krijgsmacht verkeeren kan, worden gevorderd. Verder
voorziet het wetboek in de regeling der zoogenaamde
zuiver militaire misdrijven, die, in het leger voor
komende, een andere kleur en zwaarder karakter
krijgen.
De invoering behoeft niet te waohten op het tot
stand komen Aër herziening van de militaire rechts
macht en wijze van procedeeren.
De straffen, in het ontwerp bedreigd, zijn: dood
straf (met den kogel), gevangenisstraf, ontslag uit
„den militairen dienst met of zonder onwaardigheid-
verklaring om bij de gewapende macht te dienen,
verlaging en plaatsing in een strafklasse.
Het behoud van de doodstraf bij eenige zware
militaire misdrijven (waar zij kan worden toegepast)
wordt uitvoerig verdedigd, als onmisbare maatregel
van noodweer.
opstak, stonden zij op om naar binten te> gaan;
Paotiua bood bare moeder den arm, en reeds stond
zjj op den drempel, toen zij een rijtuig hoorde aan
komen; zg keek om, en zag eèn eenvoudig wagentje,
dat een boerenpaard met moeite de hoogte optrok.
Eonige soldaten, voor zoover men hunne kleeding
onderscheiden kon, zaten er in. Dicht bij bet hek,
hield de wagen stil, zonder dat Paolina er acht op
-sloeg, want in geheel Lombardije en ook daar, zag
men gedurig soldaten en vrijwilligers, die vaiv de
slagvelden aan de Minoio terugkwamen. -
Twee van de reizigers sprongen er vlug, en zonder
gedruisch uit, opdat niemand ben bemerken zou, en,
zoo hunne/kleeding hen als soldaton deed kennen,
zoo belettp toch de toenemende duisternis, om hunne
gelaatstrekken te onderscheiden; zij omhelsden elkaar,
de eene nam zguo zitplaats weder in, en de andere
ging onderzoeken, of de tuindeur nog open stond.
Paolina liet hare modder los; haar hart had goed.
geraden. Zij liep het hek uit, en, nog voor de an
deren zich veiwijderd hadden, had zij haren broeder
herkend; tg wierp hare armen om zijn hals, en om
helsde hem vo^ blijdschap. Het was eene zwijgende
ontmoeting; de vreugde vindt soms woorden en tra
nen, maar niet altjjd; en als twee zielen elkaar ver
staan, dan is alles gezegd.
De soldaten, die op het punt stonden van weg te
rijden, wendden zich onwillekeurig on>. En de voer
man,, een ruw cavallerist, veejfde zich de oogen af,
(onder te weten waarom, en allen zwegen als vices-.
den zg, dat gelukkige wederzien te storen.
Terwijl zij haren broeder omhelsde, had het meisje
niet bemerkt, dat zijn rechterarm in een zwarten
band hing. Plotseling zag zij het:
„O Gabrio, zijt gij gewond?"
„Het ia niets. Mama behoeft het niet te weten;
ik heb het niet willen schrgvon Maar iru
ben ik bij uheeft mama mij gezien?"
„Neen, zij weet niets, laat ons in huis gaan."
„Ja, vaarwel dan Galeazzo; geef mg de hand,
beste abt En nu rijd op, Beltramolo, het
wordt donker, en morgen zien wij elkander weer."
Allen groetten den jongen artillerist, Beltramolo
gaf een ruk aan de leidsels, en een slag met de zweep
aan zgn rozinant, en zij reden weg.
Hunne moeder was nog niet in huis. Toen hare,
dochter haar losliet, keerde zij zich om, en' hg Jiet
verwarde geluid van stemmen, was zij langzaamaan
tuin doorgegaan. Toen zij aan het hek kwam, en
Paolina met een soldaat zag, bleef zij staan, zonder
te merken wie het was; want Gabrio droeg eene
grove kapotjas en had zijn baret op.
„Kom eens hier,- mama," zeide Paolina, gjiier is
een vreemdeling, (jij bericht brengt van Gabrio?"
„Waar is hg? heeft hg brieven!' Die beste
jongen 1 sedert acht weken hebben wij niets van hem
gehoord Waarom schrgft hij niet?"
„Omdat hg zelf heeft willen komen; lieve
mama!" riep Gabrio.
Bg die woorden strekte de goede vrouw bevende
de armen uit, en drukte het hoofd van haren zoon
aan hare borst. Maar spoedig bemerkte zij, dat zijn
arm in een doek hing; en verschrikt riep zg uit:
„Gewond?" Komt ge zéé tot mg terug?
„O heiligen des hemels 1"
„Wees bedaard, mama, het is niets; de voldoening
van mgn plicht gedaan te hefiben, kost mg niet zoo
veel. Eene wona, die nu echter al half genezen is,
heeft mg belet te schrijven'. want ikwildeihet
niet door een kameraad laten doen."
„Zie, zoo gaat bet in den oorlog 1 Ik wist wel,
dat het zoo zou afloopen. Nu zgt ge voor uw leven
verminkt Vervloekt wie* hem zoo ongelukkig
heeft gemaakt En dat Italië zou 'tbest zon
der hem kunnen klaar spelen. Neen, ge verdient
niet dat ik u omhels en kus I" En intusschen drukte
zg hem met groote teederheid aan hare borst. „Ik
moest u wegsturen Maar neen, kom maai
hier Ge zijt een rechte zoon van uw vader
Zoo atortte de wed,uwe tussehen berispingen en
klachten den angst en de liefde van haar moederhart
uit. Maar Gabrio liet haar niet voortgaan, en ter-
wgl hg haar met zgn gezonden arm ondersteunde,
zeile hij: „Neen, mama bertip mij niet, en dat
jutet-nu, nu ge «wen zoon danken moest, voor wat
hij gedaan' heeft. Zie, ik ben gereed, om morgen
Voer te beginnen, omdat de eer van mijnen vader
in mij leeft. Vergeef mijn lang stilzwijgen
Jfh ben ik bij u ik zal uvoor eenigen tijd
niet verlaten." /Wordt vervolgd.)
De desertie wordt geheel anders dan thans ge
regeld Het ontwerp maakt onderscheid tussehen af
wezigheid en desertie, naarmate het vergrijp al dan
niet een ernstig karakter heeft.
Onder de nagelaten papieren eener aanzienlijke
Engelsche dame, mevr. M..., vurige bewonderaarster
van Napoleon I, heeft men eenige belangwekkende
aanteekeningen gevonden betreffende de ballingschap
van den arevangen keizer. Het zijn brieven, die inevr.
M— van verschillende bekenden ontving en die thans
in de Century Magazine zijn opgenomen. Een daarvan
i8 van den heer. Ussher, kapitein der Undaunted, het
schip waarmede Napoleon van Frejus, aan de Biviera,
naar Elba werd vervoerd.
Eigenaardig is de wijze, waarop, naar kapitein
Usshèr verhaalt, Napoleon alles beschikte om plech
tigheid bij te zetten aan de inbezitneming van bet
kleine stukje grond, dat het Heilig Verbond hem had
aangewezen. Hij gaf zelf het model aan voor de
nationale vlag van het eiland, waarvan 2 exemplaren
gemaakt werden. De eene moest om 1 uur in den
namiddag op de vesting geheschen worden teiwgl
de andere een uur later moest wapperen van de boot,
die den keizer naar wal bracht. De vlag was wit
met een rooden diagonaal band, waarop 3 gouden
bijen waren gestikt.
Den dag na do aankomst op het eiland maakten
Napoleon en kapitein Ussber te paard een tochtje
door het eüand. De kapitein vond een launerboom
en plukte daarvan een takje, dat hg den keizer aan
bood. Napoleon, die door deze beleefdheid zeer ge
troffen was, vroeg den kapitein of hg tevreden waa
over den wijn aan boord eu gaf dadelijk bevel 2000
flesschen aan de bemanning te zenden.
Eiken dag maakte Napoleon een wandeling door
zijn eiland, deed zich dan de plannen voor gebouwen,
waterwerken en gedenkteekenen, die hij wilde op
richten, nauwkeurig uitleggen, waarsohijnlgk om En;
geland en Europa den indruk te geven, dat hg
voorgoed op Elba hoopte te blgven.
Een tegenstelling met de vriendschappelijke wijze,
waarop Napoleon bij zijne ovorbrenging naar Elba
met den kapitein van het Engolsch schip omging,
vormt zijne verhouding tot de Engelschen aanboord
van de Northumberland, waarmede hg, na den alflg
van Waterloo, naar St Helena werd vervoerd. De
admiraal herinnerde den gevangen keizer eens op
gevoelige wijze, dat zijn macht voorbij was.
Toen bot schip door de linie voer, wilden de ma
trozen Napoleon, die voor de eerste meal den evenaar
passeerde, volgens het oude gebruik, doopen. Bone-
parte echter verscheen niet op 't dek en verzocht den
admiraal, aan Neptunus en zijn gevolg 100 gouden
Napoleons als schadeloosstelling te mogen geven.
Maar sir George Cockburn vond het bedrag te groot
en verminderde bet tot 20 Napoleons.
Zooals men ziet-, een groote verandering sinds
Elba! Kapitein Ussher nam gaarne 2000 flesschen
wijn aan voor zgn volk. De Engelsche admiraal
stond Napoleon toe, zich als passagier eerste klasse
aan de matrozengrap te onttrekkmi, maar veroor
loofde hem geen keizerlijke mildheid meer.'
Van den uitslag der Fransohe verkiezingen is bij
ons tot dusver niets bekend.
De werkstaking in de Londensche dokken is nu
eindelijk uit. De gewezen werkstakers werken nu
kalm naast de nieuw aangeworven werklieden en al
leen blijft nu nog de beslissing over van ljet geschil
tussehen de lichters en hun werklieden, die aan eon
soheidartthtor is opgedragen. Op voorstel van den
lord-ma^ir is lord Brassay tot scheidsrechter aange
wezen. De lord hejsft dit aangeuomon en is terstond
naar Londen tójpggekeerd, ten einde de zaak te
onderzoeken.
De heer John Burn heeft rekenschap gegeven van
degelden, welke voor de werkstakers zgn inge
komen. In het geheel ontving hg 480,000 gulden,
waarvan de helft uit Australië. Er ia nu nog oen
overschot van 100,000 gulden. Daarvan «al een
gedeelte worden besteed om de Trades Unions hun
voorschotten terug te geven, terwijl het overige zal
gebruikt worden om werkliedenvereenigingen te
steunen.
Burns en Tillet brachten gisteren Mn bezoek
- in de dokken, waar zij door de werklieden, die nu,
voor zoover er plaats is, weer geregeld aan den
arbeid zijn, met geestdrift werden begroet.
Wie de werkzaamheid der Duitsch-vrgzinnnige
partij mft aandacht gadeslaat, heeft zich dikwijls
kunnen verliezen, hoe oen partij, die op politiek
gebied met bnwankelbaren'moed ivoor recht en vrij
heid strgdt, op het veld der sociale hervorming zulk
een grenzenlooze verblinding tentoonspreidt voor
hetgeen hier ten nutte der groote maar weerlooze
massa is. Tegenover de sociale politiek, van welke
zijde zij gepredikt werd, door Bismareks of door
Bebel en Liebkeoht, heeft de Duitach-vrgzinnige
partij steeds een afwijzende houding aangenomen.
Alleen in den allerlaatsten tijd openbaardo zich
in het midden der partij een wending ten i(oede.
Hoezeer echter het idee van het laissez faire nog
het evangolie is, waarbij enkele voorname leden
zweren, getuigde o. a. nqg een artikol van Ludwig
Bamberger, onlangs in de Nation verschenen. Onder
zeer schoone zinswendingen en stijlbloemetjes be
streed deze leider der Duitsoh-vrijzinnige partij,
zich plaatseed op bet standpunt der oude Mnnohester-
leer opnieuw de sociale politiek, steeds het refrein
herbalend van het oude lied van het vrije spel der
krachten, waardoor de arbeiders eqp paradijs op
aarde kuunen erlangen.
Niet sleohte van nationaal-liberale, ook van demo
cratische zijde wordt Bamberger over deze ont
boezeming terechtgozet.
Zoo schrijft o. a. de Frank/. Ztg.„De vrijzinnige
partij heeft in de laatste jaren, althans eenige harer
leden, op verblijdende wgze deelgenomen aan de
werkzaamheden ten gunste van een populaire sociale
politiek. Een schril contrast daarmede vormt een
reeks artikelen, door den afgevaardigde Bamberger
zoo even in de Nation begonnen, waarin hij aan
de haud van den radicalen Engelschen afgevaardigde
Bradlaugh, wegens zijn weigeren tot het afleggen
van den parlementairen eed algemeen bekend, een
critiek over de .nieuwe sociaal-politieke richting in
Duilsohland inleidt. Don Engelsehman willen wij
dadelgk ter zijde laten: Bamberger kent ook de
Engelsche arbeidersbeweging slecht, wanneer hij
Bradlaugh een „vertegenwoordiger van het proleta
riaat" noemt. Hetgeen op het laatste congres dor
Trades Unions te Dundee gebeurd is, waar Broad-
hurst nauwelijks aan een votum van j wantrouwen
ontsnapte, moest hem echter geleefd hebben, dat
ook de Engelsche arbeiders zich niet meer met
louter politiek radicalisme laten afschepen.
„Maar het komt op den kern van Bamberger's
bewering aaneen sociaal politieke wetgeving, in
het bijzonder een wetgeving ter bescherming van
den arbeider, zou-tot ontaarding van het volkska
rakter leiden, de vrije wilsontwikkeling van het volk
belemmeren. Bamberger ken blijkbaar nog altijd
niet tweeërlei onderscheiden: de christelijk gouver
nementeels tociale hervorming en een populaire
sociale politiek.
„Wetten ter bescherming van den arbeider, die
altijS nog het voornaamste punt op het programma
der voorstanders eener populaire sociale politiek
blijven, waarborgen veelmeer (lp mogelijkheid eener
vrije ontwikkeling van bet volkskarakter, waarvoor
de hoer Bamberger zoo naijverig waakt. Wie in
plaats van 13 uur dagelijks slechts 10 uur in de
fabriek te werken heeft, wion» vrouw en kindoren
in bescherming genomem worden tegen dfe gevaren
in de fabriek, steat op een hooger trap der bescha
ving eu kan een werkzamer aandeel aan de voornit-
achrijdende boweging van zijn tijd nemen dan de
onbeschermde loonarbeider na den uitputtenden
arbeid, die den geest doodt. Derhalve hebben de
Engelsche arbeiders ondanks Bradlaugh reeds den
Mazimalarbettstag van 9 uur doorgezet, en derhalve
moeten ook alle weldenkend»- volksvrienden bij ons
die sociale politiek volgen, waarvan men te hooger
plaatse niet» wéten wil. Kan de heer Bamberger
niet deelnemen aan dezen arbeid voor het- volk, des
te erger voor hem, doch niet voor het volk. Het
laatste is toch zoo dwaas niet, als de heer Bamberger
het sdhildert, dat het wel ten van voogdijschap zou
verlangen,, terwijl het alles langs den weg eener
vrijwillige overeenkomst zou kunnen verkrijgen.
De vingerwijzing op een vrjje overeenkomst tussehen
de machtige kapitalisten en den niet-bezittenden
aïbeider Es niets dan een aansporing tot het sluiten
van een „leeuwenverdrag" waarover zich de ijzer
en kolenbaronnen uitermate zouden verheugen."
Daar er riek ouder onze liberalen ook nog velen
bevinden, die-op het punt der arbeiders wetgeving
denken als de Duitsohe liberaal Bamberger, ver
dient de scherpe critiek der Frank/. Ztg. evenzeer
aan deze zijde» der Duitsche grenzen de aandacht.
van de Makelaars
De markt was heden vast.
Looo Tankfust 8.60. Ootober-, November- en
December-lejsring 8.60.
AMSTEBDAM, 23 September.
0Per Telegraaf
Binnenlandsche fondsen vast. Certif. Aremburg
8»/.- Certif Deli-Bat, maatschappij 2'/s hooger.
Buitenland met weinig variatie. Amerikaanschen
onveranderd.
Voorspoedig bevallen van een Dochter
8. G. vak der TOGT
WlNTEES.
Harmeien, 22 September 1889.
Zacht en kalm ontsliep heden ons jongste
Dochtertje BERN DIN A MARGARETHA.
C. van TONGERLOO.
F. van TONGERLOO—
Gouda, 22 Sept. 1889. Agtebhoest.
Heden overleed onze lieveling HENRI
PIETER SIMON, ruim 6 jaar oud.
H. de VRLJER.
A. S. de VRIJER-
Den 6" September .overleed te Lyon,
na een langdurig- lijden, onze beminde Echt
genoot, Broeder en Behuwdbroeder, de Heer
KAREL FREDERIK WILHELM ANTON
OVERDUE, in den ouderdom van 42 jaar,
laatstelijk Adjunct-Secretaris bjj de Weeskamer
te Batavia.
Wed. K. F. W. A. OVERDIJK-
H. Bobel.
A. G. W. J. OVERDUE.
Wed. STOLP—
J. Overdijk
R. F. M. van ALDERWERELT vak
ROSEflBCRGH.
J. H. W. 0. VAN ALDERWERELT N
VAP ROSENBURGH—
Jonkvi. Lochmasn va»
Eönigsfeldt.
Kampen.
Gouda.
Magelang.
Door huitenlandsch* betrekking eerst heden
geplaatst.
Ondergeteekende betuigt, mede namens
de Weduwe en de Familie, zgn hartelgken dank
voor de zeer talrgke bewgzen van deelneming
ondervonden bg het overigden van zgn dier
baren Zoon, den Heer E. M. CATS.
M. S. CATS.
Gouda, 23 Sept. 1889.
De Arrondissements-Rechtbank ie Rotterdam
heeft bg vonnis van 21 September jl. het door
JOHANNA ADRIANA RAVE8TEIJN, We
duwe van Benjamin de Bboijn, aan hare schuld-
eischers aangeboden en door dezen aangeno
men accoord gehomologeerd 'en verbindend ver
klaard overeenkomstig de bepalingen der Wet.
De Curator,
Me J. FORTDIJN DROOGLEEVER.
l
in de herberg van J. Eeodkman, op WOENS
DAG 16 OCTOBER 1889, ten 11 ure, van
gelegen in den Tempel-polder onder Zu/ammer-
dam, ter grootte van 55 Aren 6 Centiaren.
Eigendom van J. van dbb VEER.
Aanvaarding en betaling oj? 16 November
1889.
(sJadere information geeft de Notaris Mr. I.
MOLENAAR te Wadditueveen.