Buitenlandsch Overzicht. Vac de Engelsclie familio wist niemand ietsmaar in de geschiedenis van den koetsier lag toch eenigs- zins waarheid. Naar aanleiding hiervan schryft het blad thans: Op den dag van de ramp was een koetsier uitge reden met eenen heer en eene dame, Hollanders, en beiden nog zeer jong. Zij bezochten do havenin richtingen maar nabij de plaats, waar de ramp ging gebeuren, gekomen, stapten zij uit, deden den koet sier wachten en gingen te voet verder. Een oogenblik later had de ontploffing plaats. De koetsier werd van zyn bok tegen den grond geslagen bedwelmd opgenomen en naar het gasthuis gebracht, 6 dat hy echter spoedig verliet. Het paard was op hol gegaan, werd tegengehoudoiL en aan den eigeftaar terugbezorgd. Van de Hollanders hoorde de koetsier niets meer. Is de jonge welgekleede doode van het gasthuis, door niemand herkend, wellicht niet de Hollandscho dame In allen gevalle, de kleeren van het bovenlijf liggen ter bezichtiging voor de familie op het politie-bureau. Staten-Gene raai. Tweede Kamer. Zitting van Wpensdag 25 September. Na I aanneming vau eenige wetsontwerpen van ondergeschikt belang hield do Kamer zich bezig met een debat over de verhooging van de begroo ting van Marine voor het veelbesproken groote schip. De heer Cremer hield een humoristische be schouwing over do lijdensgeschiedenis van dat zee kasteel, terwijl ook de heer Viruly de tactiek af keurde van het departement om met lage begrootin gen de Kamer te- verschalken en later met supple toirs aanvragen te koipon Deze keurde echter den bouw hier te lande goed, terwijl de eerste spreker van tegengesteld gevoelen was. Ook de heer Hintzen kwam tegen de tweede aanvraag op als onregelmatig. Do militaire leden echter, de heeren Schimmelpenninok van der Oye, Seret, Land en Roozeboom verdodigden met den Minister van Marine de aanvraag op verschillende gronden. De Minister moest echter bekonnen, dal hij by de be handeling zyner begrooting reeds wist, dat er meer noodig zou zijn, doch dat hij dit toen maar had verzwe gen, omdat hij toch de juiste som niet kon berekenen. Dit was nu wel openhartig schuld beiedon, maar het versterkte natuurlyk het vertrouwen in 't beleid des Ministers niet, en zooals de heer Hintzeu op merkte, men zou in 't vervolg zijn ramingen eenigs- zins wantrouwend opnemen.' Kan msn zelfs thans deze raming van 2.557.000 vertrouwen? Voor- loopig neme men akte van de antwoorden, door den Minister eerst na herhaalden aandrang op de welwillende vragen van don heer Land gegeven. Al was de laagste inschrijvingssom nog 87.000 hooger, dit meerdere betrof uitgaven van uitrusting, die de eigenlijke bouwsom niet verhoogen, en de Minister gaf de verzekering, dat verdere verhoo- gingen niet zouden worden gevraagd. Toch stemden 31 liberale leden tegen het ont werp als votum van afkeuring van bet beleid des Ministers. Bij do hierna aan de orde komende verhooging der Indische begrooting, bleef men aan de marine zaken. Het wachtschip te Soerabaja en het opne mingsvaartuig «Hydrograaf" zullen aan den dienst ontvallen. De Minister wil nu de «Bromo" tot wachtschip inrichten en de «Banda" tot opnemings vaartuig vervormen. In bun plaats wil hij twee nieuwe schepen, type «Ceram" en «Flores", als oorlogsschepen laten bouwen. Naar de kritiek van den heer Levyssohn deugt de «Banda" niet voor opnemingsvaartuig en volgens den heer Land depgt de //Ceram" niet voor oorlogsschip. Zoo blijft er van 't ministeriëele plan niet veel over. Op voet spoor van don heer Levyssohn deed de hoor Roo- zeboom het goodkooper plan aan de hand de' «Banda" te herstellen, zoodat ze oorlogsschip bleef Tea een ujeuw opnemingsvaartuig te koopon, zoodat er dan maar een nieuw oorlogsschip noodig zou zijn. De Miuister gebruikte veel woorden, maar ont stak w einig licht, zoodat er alle reden was voor de motie van den heer Van Deiden, om de quaestie uit te stellen tot de Indische begrooting. Doch toen de Minister zeide, dat uitstel hom leed zou doen, was dit genoeg voor de rechterzijde om de motie te doen vallenalleen de heeren Van Vlijmen, Sohim- melpenninck en Bahlman stemden voor. De beslissing over het wetsontwerp werd toen echter tot heden verdaagd. Nabij Quebec heeft oen aardstorting plaats gehad. Donderdag-avond bezweek plotseling een zware rots massa, die schuin boven een diepte van 200 voet uitstak. In hare vaart sleepte de bergstorting zeven woonhuizen mede en vernielde de straten en huizen beneden over eene groote uitgestrektheid. Het ongeluk was een gevolg van hevige regens, na een lange droogte die de rotsen had doen splijten. In 1841 had op ongeveei dezelfde plek een ge lijksoortige aardstorting plaats. Dadelijk is men aan het werk getogen om deon- gelukkigen uit het puin te bevrijden, en weldra werden 14 lijken en 27 zwaargewonde porsonen. te voorschijn gehaald. Omstreeks 23 ontsnapten bijna ongedeerd. Anderen zijn nog begraven en een 600- tal arbeiders werkt ijverig om de aardmassa, die hier en daar 25 voet diep is, te verwijderen. Sommige der bevrijde personen zijn zóó ernstig gewond, dat men voor hun behoud vreest. Bovendien bestaat de vrees dat een tweede val zal plaats hebben. De schade wordt op meer dan 100.000 dollars begroot. Uit Antwerpen wordt aan het Haagsche Dagblad gemeldMen verzokert, dat de petroleum-berg- plaats van de heeren Rieth 8c Co., niet verre van de patroonfabriek van Corvillain gelegen, sinds 1884 bestaatmaar zonder geregelde toestemming. Men beweert verder, dat er te Antwerpen vele bewaar plaatsen van allerlei ontplofbare en brandbare stoffen zjjn, waarvoor nimmer toestemming is gevraagd of gegeven. Er schynt dus wel grove nalatigheid te zijn. Volgens bericht in U. Ct. is bij het jongste on- weder de bliksem te Haarlem geslagen in het Ste delijk Armhuis (zoogenaamd Buitenhuis) aan den Schootersingel aldaar, en heeft daar in de bestuur- katöer aan verfwerk en aan het antieke behangsel nogal schade aangericht. Dit laatste hangt op som- mige plaatsen in flarden aan den muur. Van de boogsgowijze verbiu-ling tusschen zoldering en zijmuur van het vertrek is op enkele plaatsen de daarop later aangebrachte verflaag als door eene geoefende menschenhand weggenomen en het oude verguldsel daardoor blootgelegd. De in het midden van het vertrek staande tafelel lag bezaaid met schil fers der weggeslagen verf, terwijl een knop van tegen een der muren aangebracht eikenhouten reliëf werk een meter of wat was weggeslagen. De Fo8$. Ztg. bevatte dezer dagen weder eea levendig protest tegen de agrarische politiek der Duitsche regeering, waardoor de levensmiddelen kunstmatig duurder worden gemaakt. De brood- en vlecschprijzen zijn zeer gestegen, de eersten deels ten gevolge van ongunstige oogsten, de anderen door het verbod van invoer van levend vee. Vooral is varkensvleesch, dat onder alle standen in Duitsch- land zoo veelvuldig gebruikt wordt, duurder geworden toen men, nadat in 1880 het Amerikaansche varkens vleesch, zoogenaamd uit voorzorg voor de openbare gezondheid, van de markt werd uitgesloten, kort geleden ook den uitvoer van varkens uit Oostonrijk- Hongarije en Rusland naar Duitschland eveneens bij wijze van politiemaatregel verbood. De vee fokkerijen in de naburige landen hebben dienten gevolge een grooten omvang gekregen en de gevolgen van het verbod op de vleeschprijzon in Duitschland springen daardoor des te meer in het oog. De arme arbeiders in Silezië, Saksen, Thüringen, {enz., die tot nog toe het veel goedkoopere buitenlandsche varkensvleesch kochten, zijn nu gedwongen zich hoe langer hoe meer geheel of gedeeltelijk van het ge bruik van vlee8ch to onthouden, en de gevolgen hiervan doon zich reeds in die mate op het vleosch- verbruik gelden, dat op verscheidene plaatsen de slachters, wier bedrijf bij de kunstmatige prijs opdrijving door do veefokkers, bedreigd wordt, zich vereenigd hebben om middelen tot verbetering van den toestand te beramen. In het jaar 1888 werden 62740 dubbele cente naars vleesch in Duitschland ingevoerd het grootste deel kwam uit Rusland, het overige uit Engeland en Amerika. //Indien echter, zegt de Voss. Ztg.} de behoefte aan buitenlandsch vleesch vóór het uitvaar digen van het verbod tot invoer van levend vee zoo groot was, hoeveel grooter moet die behoefte dan na het nemen van dit besluit zijn. Is het belang der betrokken veefokkers inderdaad een overwegende reden om deze levensbehoefte, die door de armere bevolking het meest gevoeld wordt, door hooge invoerrechten nog drukkender te maken P De vleesch- en vepbelasting is geen gezondheids maatregel, maar uitsluitend een uitvloeisel van de agrarische politiek. Het liberale blad dringt daarom aan opheffing op of vermindering der invoerrechten op vee en vleesch. Reeds geruim en tijd worden in Duitschland proe ven genomen met het africhten van honden voor militaire doeleinden. Ook bij ons Indisch leger zyn honden in gebruik, en merkwaardig zyn de staaltjes van de dressuur niet alleen; maar van do waakzaamheid dezer dieren tevens, die door den heer G. J. van Kooten in het Indisch militair Tijdschrift worden medegedeeld. Het heeft heel wat moeite gekost om de beesten te dresseeren, om het goede ras te vinden, doch de uitkomst als waakhond was schitterend. Ora een waakhond te dresseeren, werden de honden op de posten, des nachts, op een geschikt punt tor hoogte van de kruin der palissadeering of een weinig daar boven verhevon op een platform (waarboven een afdakje) gelegd aan eenen ketting van zoodanige lengte, dat de hond niet op den beganen grond kon komen. Zoodra de hond op deze plaats was, werd Gabrio, nog vóór hij haar bemerkte. En haar hart klopte luide, toen zij bedacht, dat dit oogenblik over haar leven beslissen zou. Toen hij haar, op dit uur, geheel alleen op deze eenzame plaats vond, uitte de jonge man een kreet van verbazing, en snel op haar toetredende, stak hy haar de linkerhand toe, daar de andere nog in den band hing.' Het meisje stond op van het gras, reikte hem de hand, bloosde, en bedekte zich toen het gelaat. //Vlucht nu niet, Camilla!" zeide hij» met eene ontroerde, gesmoorde stem, alsof hij vreesde door anderen gehoord te worden. "Nooit heb ik u kun nen zeggen, hoezeer ik u liefheb; maar nu ge mijne vrouw zult wordenen uw vader gisteren heb ik het hem gevraagd uw vader is niet tegen ons!" «O Gabrio! hoe is het mogelijk? Ik weet niet, of ik naar u luisteren, met u spreken durf. z/Niet durft? Hebt ge mij dan niet lief, niet sedert twee jaren lief; zijt ge niet zoo lang reeds de eenige gedachte van mijn leven? Ach, spoedig zal niets ons meer kunnen scheiden!" //Altijd heb ik op u vertrouwd." hernam zy be schroomd, «voor u wilde ik van alles afstand doen Maar neen, dat alles is voorbij!" //Voorbij? En waarom zijt ge dan hier? Go wist dat dit mijn geliefkoosd plekje is. Ge zijt gekomen om mij te spreken, niet waar? om mij te vertellen, wat in uw hart omgaat?" //Neen Gabrio, ik wist niet, dat ik u hier zou- ontmoeten. Al wat ik weet is, dat onze liefde niets dan illusie is geweest, een droom, die voorbij is, en dat wij elkaar voortaan als vreemden moeten be schouwen." Als vreemden? Weet ge wat dat zeggen wil? //Ach ja, maar al te goed. Indiei* ik geen afstand doe van mijne liefde; indien ik niet buig voor haren wil, dan dreigt myne mqeder mij met haren vloek." z/Neen, uwe moeder zal u niet aan mij ontrukken, nimmer!" En alsof hij vreesde dat er op dat oogen blik iomand komen zou, om haar aan hem te ont voeren, sloeg hy zijn vrijen arm om haar heen, en zy bood geen weerstand. Zij waren voor de eerste maal alleen, vrij van allen dwang, en spraken uit, wat hunne onschuldige harten hun ingaven. wMaar," vervolgde de jonge man bezorgd, waarom zijt ge hier zoo alleen? Waarom beeft ge zoo? Wat is er gebeurd?" «Moet ik u alles vertellen?" zeide*Camilla, na een oogenblik zwygens.' Luister dan, en oordeel wat ik lijden moet. Twee dagen geleden ging mijn broer weer naar het kamphij vertrok vol hoop, ook voor mij; en bij 'theengaan, zeide hij, dat ik wel vroo- lijker zou zijn, als hij terug kwam. Den volgenden morgen kwam er iemand, dien ge wel kent, graaf Gian Rinaido. Dat hij kwam, om uit uwen naam met mijn vader te spreken, dat wist ik niet." //Dat moest ge ook niet weten. Ik moest iemand vinden, die voor mij, voor ons beiden sprak. En waar kan ik een beteren advocaat vinden P Nauwe lijks vernam ik, dat hy op zijne villa in Brianza aangekomen was, of ik ging hem bezoeken, en ver zocht hem dringend, om mijne voorspraak te zyn, bij uw vader. //Gisteren is hy gekomen; niemand heeft er my iets van verteld, dat hy gekomen was, om onze zaak te ondersteunen. Maar iets spotachtigs in de wei nige woorden, die myne moeder, na zijn vertrok, tot mij sprak; iets gedwongens in de houding van mijn vader, die mijne blikken vermeed, en de zijnen ge durig op mij vestigde, deed mij alles begrijpen." z/Op het oogenblik, toen ik u wederzag, toen uw vader zijn huis voor mij opende, toen ik u geene deelgenoote maken van plannen, wier verwezenlijking mij onmogelijk schenen. In mijn hart geloofde ik, dat ik deel had aan uwe liefde, en aan uw ge luk En zoo besloot ik dan, mij aan dien edelen graaf toe te vertrouwen. Ik heb hem ronduit alles verteld ook wat ik aan niemand anders zou hebben kunnen vertellen; ik heb hem verteld, dat ik, ofschoon arm, toch voor de toekomst niet bezorgd behoef te zijn. Hij keurde mijne plannen goed, beloofde mij te helpen, en deed het. Morgei! moet ik weder naar hem toe gaan #Maar," viel het meisje hem in de rede, //ik heb u nog niet verteld, wat na zijn bezoek gebeurde. Neen, ik behoef geene grootheid of fortuin; van die droomen van geluk, behoef ik geen afstand te doen, ik heb ze nooit gedroomd." Wordt vervolgd.) I Omtrent de uitkomsten een paar staaltjes: Te Kota Pohama bewees de waakhond bij twee gelegenheden zijne practische bruikbaarheid. Den 14en September 1888 sloeg die hond bij het schui tonhuisje geplaatst, 's nachts om 1 uur aan, waarop de schildwachten in die richting twee Aijehers ont dekten, die zich uit de voeten maakten. Den 3en Oct. d. a. v. to 12 uten 's nachts begon de hond eveneens te blaffen, de schildwacht hoorde tevensin die richting leven en deed eenige schoten; des och tends bleek het houten hekje van het nabij gelegen kerkhof weggenomen te zijn. In den nacht van 29 op 30 Mei van dit jaar was die hond waarschijnlijk niet aanwezig; toen toch werd door de Atjehers binnen het schuithuisje eene granaat in de sloep geplaatst en ontstoken, waardoor dit vaartuig onbruikbaar werd. Te Siroen (leed de commandant, bij wijze van proef, gedurende eenigen tijd vóór het poortsluiten alle honden#buiten de versterking laten. Hij ver zocht daarop een bevriend hoofd, wien hij van de aanwezigheid der honden had kennis gegeven, des avonds tegen 9 uur in do versterking te komen. Te half 9 begonnen de honden aan te slaan en zag men kort daarop het hoofd, met een stok gewapend en vergezeld van nog een anderen Atjeher, door alle honden omringd, met moeite de versterking naderen. Kort daarop ontving de commandant het bericht, dat de Atjehers plan hadden de houten omheining in brand te steken; dit geschiedde niet, doch een paar dagen later werd hem medegedeeld, dat (1e Atjehers er wel geweest, doch door de honden in hun oogmerk verhinderd waren. Deze proeven hadden dus alle tot goede resultaten geleid. Over het algemeen werd omtrent de in de versterkingen vastgelegde hondeu gerapporteerd, dat zij spoedig aan hun verblijf en hun nachtelijke func tie gewendon; de schildwachten waren met hun nieuw gezelschap zeer ingenomen. Wanneer slechts gezorgd werd dat de houd over dag niet te veel werd vermoeid en 's avonds niet overvoerd in zijn hok werd gebracht, kon men zich van goede waakzaamheid overtuigd houden. Met het oog op de verkregen resultaten werd met de aangewende methode voortgegaan, en is thans het stroven te Atjeh op eiken post steeds zooveel mo gelijk een tweetal goede wachthonden te bezitten. De uitkomsten van do proeven met de waakhonden waren zeer voldoende, men deed nog veel moeite om ook honden voor patrouilledienst af te richten, maar dit is tot nogtoe mislukt. Op waardige wyze heeft de H. IJ. 8. M. de eerste halve eeuw van haar bestaan bezegeld en hare levensgeschiedenis gedurende dat tijdperk te boek gesteld. Het gedenkboek, dat bij deze gelegenheid is uitgegeven, is een stuk geschiedenis van blij vend belang Met fraaie reproducties van oude prenten en por tretten, uitvoerige graphische teekeningen enz. ver sierd en in smaakvollen prachtband gebonden, is dit lijvig bock een ware feestuitgave, aan de uitvoering waarvan de grootst mogelijke zorg is teu koste ge legd. Het bevat een groot aantal technische aan tee keningen,maar bovendien een menigte belangwekkende bijzonderheden voor ieder, die in de geschiedenis der spoorwegen hier te lande belang stelt. Men vindt er afbeeldingen van verschillende oude en nieuwe balten, (o. a. een welgelijkend portret van het vorige station aan de Willemspoort te Am sterdam); een locomotief in 1839 en in 1889; den eersten trein in 1839, behalve de locomotief en ten der uit 3 wagens bestaande, en daar naast den he- dendaagschen Vlissingschen muil trein, van 28 assen; een stationschef, conducteurs, baanwachters toon en nu, alsmede de belangwekkende reproductie van een prent, kort na de opening van den Haarlemmer spoorweg uitgegeven, waarop het allereerste «station der stoomwagen," het tolbruggetje waarover men' het bereikte en een oude trein zijn afgebeeld, wel ker wagens met hunne kleine hooggezeten raampjes aan badkoetsen doen denken. De rijtuigen, die by de opening van den spoorweg in dienst werden gesteld, werden onderscheiden in diligences (le klasse), char-a-bancs (2e klasse) en waggons (8e klasse). Do eerste char-a-bancs en waggons waren open, doch al zeer spoedig na de opening, nl. in October 1839 werd bepaald, dat de eerste soort, evenals de diligences, dicht gemaakt en de waggons met zeilen gesloton zouden worden. Deze 8e klasse rijtuigen met zoilen bleven tot in 1859 in gebruik De kleur der rijtuigen was lichtgroen (later don* kergroen, daarna purperrood) voor de diligences, geel voor de char-a-bancs en bruin voor de waggons. In 't begin waren de zitbanken wan de rijtuigen der twee laagste klassen onopgevuld. Later werden die van de char-a-bancs met leder bekleed en iedere zitplaats voorzien van eon lederen rugleuning, die op ijzeren staven rustte. Met een snelheid van ten hoogste 38 KM. in het uur werd de eerste trein vervoerd. De laatste bereikt herhaaldelijk oen snelheid van 90 K.M. in het uur. De arbeid door de locomotief van den eersten trein verricht, bedraagt, 45 p. k. die van cfe sneltreinmachine, om den trein op de gemiddelde snelheid (d. i. van 72 K. M. in 'tuur) te brengen 590 p. k., de eerste verbruikte daarbij 15.7 KG. steenkolen per locomotief-kilometer; de tweede slechts 11,7 KG. De trein, die vijftig jaar geleden tot ieders vol doening op den eersten spoorweg reed, is als speel goed in vergelijking met de tegenwoordige. Maar speelgoed, waaraan de tegenwoordige'spoorwegman met eerbiedig welgevallen denkt, omdat het hem den moeitevollen arbeid van de pioniers onzer spoor wegen, de glorierijke ontwikkelingsgeschiedenis van dat1 middel van verkeer voor den geest brengt. Op het punt van geraak werden de reizigers niet verwend en de maatschappij ontzag zich niet om op dagen, wanneer groote toevloed te wachten was, zooals bijv. op de Pinksterdagen of met Haar lemmer kermis allerhande soort van voertuigen in den trein te zetten. Zoo werden waterwagens in dienst gesteld ten behoeve van het personenverkeer; de waterbakken werden er daartoe eenvoudig afge nomen en banken op den bodem vastgemaakt, waarop «bij fraai woder een groot aantal passagiers mede zeer gevoegelijk zouden kunnen vervoerd worden. Zelfs de beestenwagens kunnen daartoe geschikt gemaakt worden." Het goederenvervoer had in de eerste jaren geen beteekenis en bepaalde zich tot het vervoer van luttele tonnen bestelgoed en bagage per jaar; wat hoofdzakelijk een gevolg was van het feit, dat men de stations zoo ver mogelijk van een waterweg bouwde, ten einde de concurrentie te water te ver mijden, waardoor echter teven» aansluiting voor het verdore vervoer onmogelijk werd. Papieren hoefbeslag. De hoef van het paard is elastischbij het neerzetten van den hoef zet deze zich onder den last van het lichaam uit, en bij het optrekken trekt hy zich weder samen. Deze bewe gingen zijn bekend onder den naam van hoefraecha- nisine. Elasticiteit is een vereischie voor elke be weging. Het is ook duidelijk, dat de uitzetting van den hoef nog grooter zal wezen, wanneer inspanning van het paard gevorderd wordt of, by het rijden, het vereenigde gewicht van paard en ruiter met kracht op de voorhoeven wordt geworpen. Aan oude ijzers kan men zich daarvan overtuigen: het drachtsgedeelte is er gepolijst door de wrijving van den hoef op het yzer door het uitzetten en samen trekken veroorzaakt. Men heeft zich daarom ook sedert lang moeite gegeven om ijzers uit te vinden, die den hoef zijne vrije uitzetting laten behouden» Het zyn natuurlijk de nagels, die de uitzetting van den hoef bet meest hinderen, zoodat het van belang is, zoo weinig mogelyk nagels te gebruiken en de drachten van den hoef in den binnenwand, waar de uitzetting het sterks to is. Men heeft ook al sedert lang gedacht aan een ander materiaal voor het bealkg, naar eene grondstof, die zich plooien kan naar de afwisselende beweeglijkheid van den hoof, die het verwydings- en vernauwingsproces zelf zou meemaken; maar die zou dan toch ook duur zaam en stevig moeton wezen, entbor zoover ik weet, hebben caoutchouc, leder, huid en dergelijke nooit bevredigd. Thans wil Julius Goldberg te Weissensee, bij Berlyn, een papieren hoefijzer in den handel bren gen, hetwelk alle wenschelijke boedanigheden in zich zou vereenigen en werkelijk een modelbeslag mocht heeten.... indien het is, zooals de uitvinder het be schrijft. Dit beslag zou nl. zoo elastisch wezen als de hoef zelf, en duurzaam ook; ongevoelig en ondoordring baar voor water, of voor de stalurine, het zou «zonder nagels" aan den hoef bevestigd kunnen worden, (ange- klebt) en mettertijd zou het ondervlak van dit «hoef- papier" niet glad afslijten, zooals yzer doet, maar oneffen en ruw worden, zoodat er geen gevaar meer is voor uitglijden op ijzel, mac adam en asphalt. The Standard bevatte dezer dagen verschillende brieven van Engelsche reizigers, die op de gruwe lijkste wijze ziju afgezet in een groot hotel te Ostende. Een hunner heeft 20 francs betaald voor eene zeer slechte kamer, een ander fr. 1.50 voor een flesch spuitwater, die 2 glazen inhield. Aangezien hij twee dames bijzich had, betaalde hij voor dezen drank alleen fr. 12 per dag, fr. 100 per week. Hij l>eklaagde zich en de logementhouder antwoordde «Drink dan ook wijn." Een derde heeft voor drie leamers fr. 54 per nacht betaald, voor den omnibus van het hotel, voor een afstand van tien minuten, 9 francs. De uitslag der Fransohe verkiezingen, die natuur lijk ook buiten Frankryk ipet groote belangstolling werd te gemoet gezien, heeft algemeen oen goeden indruk gemaakt. De gevolgtrekking, welke de in vloedrijkste bladen te Londen, Berlijn en Weenen makeD, it dat wel is waar het Boulangisme nog niet geheel is afgemaakt, maar dat het gevaar voor een dictatuur toch in olk geval is geweken. Wat nu het oordeel der Fransche pers betreft, zoo verkondigen de republikoinsche bladen luide de overwinning der republiek en de nederlaag harer vijanden. De Eépublique Frangaise meent dat de reactie, wier verwachtingen zoo hoog gespannen waren op de populariteit van slecht allooi van Bouianger, zich bitter teleurgesteld moet gevoelen. De Temps hoopt, dat de republikeinen een ver standig gebruik van hun overwinning zullen maken. Tevens gelooft het bUffi, dat de herstemmingen nog gunstige resultaten voor de republiek zullen opleveren. Dan houdt alle dubbelzinnigheid op, daar die can- didaten, die als conserVltief zijn opgetreden doch onverzoenlijke vijanden der republiek zyn, dan hun masker zullen moeten laten vallen. Zelfs de Boulangisten en reactionnairen koe steren geen hooge verwachtingen omtrent de her stemmingen. Allo republikeinen toch zullen zich den 6en October om de banier der republiek scharen en dan althans voor een dag de onderlinge verdeeld heid vergeten om vast aaneengesloten 'den gemeen- schappelijken vijand: de dictatuur en de reactie te verslaan. r Welke blijdschap de republikeinen ook over de resultaten van Zondag 11. aan den dag leggen, van een «schitterenden" triomf der republiek, wat eens luidend is met een besliste nederlaag van het Bou langisme, kan evenmin sprake zij als van een over winning van Bouianger. De verkiezingen hebben bewezen, dat het Boulangisme in Frankrijk niet dood is, maar tevens dat het in Parijs sedert Januari niet aan levenskracht heeft gewonnen. Op 27 Jan. 11. verkreeg Bouianger in hel departement der Seine 245.236 stemftien. Zondag brachten zijn aanhangers het tot niet meer dan 198.145, een vermindering alzoo van 47.091 stemmen. Niettemin blyft het een feit, dat Frankrijk, en in de eerste plaats Parijs, den generaal en zijn «eerlijken" lieden niet hun afscheid hebben gegeven. In de zes Parijsche arrondissementen, waar een beslissing viel, wezen in vijf de kiezers Boulangisten tot hun afgevaardigden aan. En dat niettegenstaande van Boulangistische zijde gedurende dezen verkiezingsstrijd de karakte ristieke woorden vielen: «Carnot verveelt de wereld met zijn deugdzaamheid." Dat Parijs en gansch Frankrijk niet Bouianger vertrapten, is het negatieve resultaat van deze verkiezingen. Intussehen blijft Bouianger geheel in zijn rol. Aan een verslaggever der Central Newsdie hem kwam vragen wat hij van do verkiezingen dacht, verklaarde Bouianger, dat de regeering in het ge- heele land een anderen uitslag der stemming heeft openbaar gemaakt, dan werkelijk is verkregen. Voor het oogenblik zag Bouianger geen kans om een meerderheid in de Kamer te vormen, welke de regeering in zijn geest wil wijzigen, maar voor de toekomst bleef hij vol goeden moed. De verdeelde regeeringsmeerderheid blijft machteloos, de minis teries van den heer Carnot zullen niets tot stand kuhnen brengen «en derhalve, zei de genertal, zal het geen drie maanden duren, of het geheele laqd zal naar Bouianger terug verlangen." Ondanks het onmiskenbare feit, dat de republi- keinsche meerderheid zeer verdeeld is, verheugen de republikeinen er zich buiten mate over, dat de republiek den leeftijd van 18 jaren, den gevaarlijken leeftijd voor alle Fransche regeeringen der laatste jaren, heeft overleefd. Het eerste Fransche keizerrijk duurde van 1802 tot 1815, de Bourbons regeerden, van 1815 tot 1830, Lodëwyk Philip: van Orleans van 1830 tot 1848, en het tweede keizerrijk bestond Van 1852 tot 1870.. De republiek bestaat nu ook .18 jaren, maar is nu weer door hot algemeen stemrecht voorloopig gehandhaafd. Hét zal thans van de republikeinen zelf afhangen, of de republiek ^als geheel buiten ge vaar kan worden beschouwd. Te Berlyn is men, naar wij ryeds meedeelden, ingenomen' met den uitslag der Fransche verkiezingen. Dat heeft zijn reden. De officiouse «Norddeutsphe" is zelfs erg optimistisch gestemd. Het blad beschouwt den uitslag der verkiezingen in Frankryk als een overwinning voor de conservatieve republikeinen, die onder leiding van oen man als Léon Say, voor de toekomst van groote beteekenis kunnen worden; of echter de nu verkregen meerderheid d£ kern bevat voor een regeering, welke vaster belooft te zijn, kan eerst blijken, zoodra de Kamer haar parlemen tairen arbeid hoeft hervat. In 'do aanstaande zitting van den Duitschen Rijks dag zal een wetsontwerp worden ingediend tot in voering van scheidsgerechten in geval van werk stakingen of andere geschillen tusschen patroons en werklieden. De Ryksdag heeft herhaaldelijk motiën aangenomen ten gunéte van zoodanige instelling. B tt r ff e r lijk e Stand. GEBOREN 23 Sept. Teani?, oudera K Panselie en P.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 4