Buitenlandsch Overzicht.
Vac de Engelsclie familio wist niemand ietsmaar
in de geschiedenis van den koetsier lag toch eenigs-
zins waarheid.
Naar aanleiding hiervan schryft het blad thans:
Op den dag van de ramp was een koetsier uitge
reden met eenen heer en eene dame, Hollanders,
en beiden nog zeer jong. Zij bezochten do havenin
richtingen maar nabij de plaats, waar de ramp ging
gebeuren, gekomen, stapten zij uit, deden den koet
sier wachten en gingen te voet verder.
Een oogenblik later had de ontploffing plaats. De
koetsier werd van zyn bok tegen den grond geslagen
bedwelmd opgenomen en naar het gasthuis gebracht,
6 dat hy echter spoedig verliet. Het paard was op hol
gegaan, werd tegengehoudoiL en aan den eigeftaar
terugbezorgd.
Van de Hollanders hoorde de koetsier niets meer.
Is de jonge welgekleede doode van het gasthuis, door
niemand herkend, wellicht niet de Hollandscho dame
In allen gevalle, de kleeren van het bovenlijf liggen
ter bezichtiging voor de familie op het politie-bureau.
Staten-Gene raai. Tweede Kamer. Zitting
van Wpensdag 25 September.
Na I aanneming vau eenige wetsontwerpen van
ondergeschikt belang hield do Kamer zich bezig
met een debat over de verhooging van de begroo
ting van Marine voor het veelbesproken groote schip.
De heer Cremer hield een humoristische be
schouwing over do lijdensgeschiedenis van dat zee
kasteel, terwijl ook de heer Viruly de tactiek af
keurde van het departement om met lage begrootin
gen de Kamer te- verschalken en later met supple
toirs aanvragen te koipon Deze keurde echter
den bouw hier te lande goed, terwijl de eerste
spreker van tegengesteld gevoelen was. Ook de
heer Hintzen kwam tegen de tweede aanvraag op
als onregelmatig. Do militaire leden echter, de
heeren Schimmelpenninok van der Oye, Seret, Land
en Roozeboom verdodigden met den Minister van
Marine de aanvraag op verschillende gronden. De
Minister moest echter bekonnen, dal hij by de be
handeling zyner begrooting reeds wist, dat er meer
noodig zou zijn, doch dat hij dit toen maar had verzwe
gen, omdat hij toch de juiste som niet kon berekenen.
Dit was nu wel openhartig schuld beiedon, maar
het versterkte natuurlyk het vertrouwen in 't beleid
des Ministers niet, en zooals de heer Hintzeu op
merkte, men zou in 't vervolg zijn ramingen eenigs-
zins wantrouwend opnemen.' Kan msn zelfs thans
deze raming van 2.557.000 vertrouwen? Voor-
loopig neme men akte van de antwoorden, door
den Minister eerst na herhaalden aandrang op de
welwillende vragen van don heer Land gegeven.
Al was de laagste inschrijvingssom nog 87.000
hooger, dit meerdere betrof uitgaven van uitrusting,
die de eigenlijke bouwsom niet verhoogen, en de
Minister gaf de verzekering, dat verdere verhoo-
gingen niet zouden worden gevraagd.
Toch stemden 31 liberale leden tegen het ont
werp als votum van afkeuring van bet beleid des
Ministers.
Bij do hierna aan de orde komende verhooging
der Indische begrooting, bleef men aan de marine
zaken. Het wachtschip te Soerabaja en het opne
mingsvaartuig «Hydrograaf" zullen aan den dienst
ontvallen. De Minister wil nu de «Bromo" tot
wachtschip inrichten en de «Banda" tot opnemings
vaartuig vervormen. In bun plaats wil hij twee
nieuwe schepen, type «Ceram" en «Flores", als
oorlogsschepen laten bouwen. Naar de kritiek van
den heer Levyssohn deugt de «Banda" niet voor
opnemingsvaartuig en volgens den heer Land depgt
de //Ceram" niet voor oorlogsschip. Zoo blijft er
van 't ministeriëele plan niet veel over. Op voet
spoor van don heer Levyssohn deed de hoor Roo-
zeboom het goodkooper plan aan de hand de' «Banda"
te herstellen, zoodat ze oorlogsschip bleef Tea een
ujeuw opnemingsvaartuig te koopon, zoodat er dan
maar een nieuw oorlogsschip noodig zou zijn.
De Miuister gebruikte veel woorden, maar ont
stak w einig licht, zoodat er alle reden was voor de
motie van den heer Van Deiden, om de quaestie uit
te stellen tot de Indische begrooting. Doch toen
de Minister zeide, dat uitstel hom leed zou doen,
was dit genoeg voor de rechterzijde om de motie te
doen vallenalleen de heeren Van Vlijmen, Sohim-
melpenninck en Bahlman stemden voor.
De beslissing over het wetsontwerp werd toen
echter tot heden verdaagd.
Nabij Quebec heeft oen aardstorting plaats gehad.
Donderdag-avond bezweek plotseling een zware rots
massa, die schuin boven een diepte van 200 voet
uitstak. In hare vaart sleepte de bergstorting zeven
woonhuizen mede en vernielde de straten en huizen
beneden over eene groote uitgestrektheid.
Het ongeluk was een gevolg van hevige regens,
na een lange droogte die de rotsen had doen splijten.
In 1841 had op ongeveei dezelfde plek een ge
lijksoortige aardstorting plaats.
Dadelijk is men aan het werk getogen om deon-
gelukkigen uit het puin te bevrijden, en weldra
werden 14 lijken en 27 zwaargewonde porsonen. te
voorschijn gehaald. Omstreeks 23 ontsnapten bijna
ongedeerd. Anderen zijn nog begraven en een 600-
tal arbeiders werkt ijverig om de aardmassa, die hier
en daar 25 voet diep is, te verwijderen. Sommige
der bevrijde personen zijn zóó ernstig gewond, dat
men voor hun behoud vreest.
Bovendien bestaat de vrees dat een tweede val zal
plaats hebben. De schade wordt op meer dan 100.000
dollars begroot.
Uit Antwerpen wordt aan het Haagsche Dagblad
gemeldMen verzokert, dat de petroleum-berg-
plaats van de heeren Rieth 8c Co., niet verre van de
patroonfabriek van Corvillain gelegen, sinds 1884
bestaatmaar zonder geregelde toestemming. Men
beweert verder, dat er te Antwerpen vele bewaar
plaatsen van allerlei ontplofbare en brandbare stoffen
zjjn, waarvoor nimmer toestemming is gevraagd of
gegeven. Er schynt dus wel grove nalatigheid te zijn.
Volgens bericht in U. Ct. is bij het jongste on-
weder de bliksem te Haarlem geslagen in het Ste
delijk Armhuis (zoogenaamd Buitenhuis) aan den
Schootersingel aldaar, en heeft daar in de bestuur-
katöer aan verfwerk en aan het antieke behangsel
nogal schade aangericht. Dit laatste hangt op som-
mige plaatsen in flarden aan den muur.
Van de boogsgowijze verbiu-ling tusschen zoldering
en zijmuur van het vertrek is op enkele plaatsen
de daarop later aangebrachte verflaag als door eene
geoefende menschenhand weggenomen en het oude
verguldsel daardoor blootgelegd. De in het midden
van het vertrek staande tafelel lag bezaaid met schil
fers der weggeslagen verf, terwijl een knop van
tegen een der muren aangebracht eikenhouten reliëf
werk een meter of wat was weggeslagen.
De Fo8$. Ztg. bevatte dezer dagen weder eea
levendig protest tegen de agrarische politiek der
Duitsche regeering, waardoor de levensmiddelen
kunstmatig duurder worden gemaakt. De brood-
en vlecschprijzen zijn zeer gestegen, de eersten deels
ten gevolge van ongunstige oogsten, de anderen
door het verbod van invoer van levend vee. Vooral
is varkensvleesch, dat onder alle standen in Duitsch-
land zoo veelvuldig gebruikt wordt, duurder geworden
toen men, nadat in 1880 het Amerikaansche varkens
vleesch, zoogenaamd uit voorzorg voor de openbare
gezondheid, van de markt werd uitgesloten, kort
geleden ook den uitvoer van varkens uit Oostonrijk-
Hongarije en Rusland naar Duitschland eveneens
bij wijze van politiemaatregel verbood. De vee
fokkerijen in de naburige landen hebben dienten
gevolge een grooten omvang gekregen en de gevolgen
van het verbod op de vleeschprijzon in Duitschland
springen daardoor des te meer in het oog. De arme
arbeiders in Silezië, Saksen, Thüringen, {enz., die
tot nog toe het veel goedkoopere buitenlandsche
varkensvleesch kochten, zijn nu gedwongen zich hoe
langer hoe meer geheel of gedeeltelijk van het ge
bruik van vlee8ch to onthouden, en de gevolgen
hiervan doon zich reeds in die mate op het vleosch-
verbruik gelden, dat op verscheidene plaatsen de
slachters, wier bedrijf bij de kunstmatige prijs
opdrijving door do veefokkers, bedreigd wordt, zich
vereenigd hebben om middelen tot verbetering van
den toestand te beramen.
In het jaar 1888 werden 62740 dubbele cente
naars vleesch in Duitschland ingevoerd het grootste
deel kwam uit Rusland, het overige uit Engeland
en Amerika. //Indien echter, zegt de Voss. Ztg.} de
behoefte aan buitenlandsch vleesch vóór het uitvaar
digen van het verbod tot invoer van levend vee zoo
groot was, hoeveel grooter moet die behoefte dan
na het nemen van dit besluit zijn. Is het belang
der betrokken veefokkers inderdaad een overwegende
reden om deze levensbehoefte, die door de armere
bevolking het meest gevoeld wordt, door hooge
invoerrechten nog drukkender te maken P
De vleesch- en vepbelasting is geen gezondheids
maatregel, maar uitsluitend een uitvloeisel van de
agrarische politiek. Het liberale blad dringt daarom
aan opheffing op of vermindering der invoerrechten
op vee en vleesch.
Reeds geruim en tijd worden in Duitschland proe
ven genomen met het africhten van honden voor
militaire doeleinden.
Ook bij ons Indisch leger zyn honden in gebruik,
en merkwaardig zyn de staaltjes van de dressuur
niet alleen; maar van do waakzaamheid dezer dieren
tevens, die door den heer G. J. van Kooten in het
Indisch militair Tijdschrift worden medegedeeld.
Het heeft heel wat moeite gekost om de beesten
te dresseeren, om het goede ras te vinden, doch de
uitkomst als waakhond was schitterend. Ora een
waakhond te dresseeren, werden de honden op de
posten, des nachts, op een geschikt punt tor hoogte
van de kruin der palissadeering of een weinig daar
boven verhevon op een platform (waarboven een
afdakje) gelegd aan eenen ketting van zoodanige
lengte, dat de hond niet op den beganen grond kon
komen. Zoodra de hond op deze plaats was, werd
Gabrio, nog vóór hij haar bemerkte. En haar hart
klopte luide, toen zij bedacht, dat dit oogenblik over
haar leven beslissen zou.
Toen hij haar, op dit uur, geheel alleen op deze
eenzame plaats vond, uitte de jonge man een kreet
van verbazing, en snel op haar toetredende, stak hy
haar de linkerhand toe, daar de andere nog in den
band hing.' Het meisje stond op van het gras, reikte
hem de hand, bloosde, en bedekte zich toen het gelaat.
//Vlucht nu niet, Camilla!" zeide hij» met eene
ontroerde, gesmoorde stem, alsof hij vreesde door
anderen gehoord te worden. "Nooit heb ik u kun
nen zeggen, hoezeer ik u liefheb; maar nu
ge mijne vrouw zult wordenen uw vader
gisteren heb ik het hem gevraagd uw vader
is niet tegen ons!"
«O Gabrio! hoe is het mogelijk? Ik weet
niet, of ik naar u luisteren, met u spreken durf.
z/Niet durft? Hebt ge mij dan niet lief,
niet sedert twee jaren lief; zijt ge niet zoo lang reeds
de eenige gedachte van mijn leven? Ach,
spoedig zal niets ons meer kunnen scheiden!"
//Altijd heb ik op u vertrouwd." hernam zy be
schroomd, «voor u wilde ik van alles afstand doen
Maar neen, dat alles is voorbij!"
//Voorbij? En waarom zijt ge dan hier?
Go wist dat dit mijn geliefkoosd plekje is. Ge zijt
gekomen om mij te spreken, niet waar? om
mij te vertellen, wat in uw hart omgaat?"
//Neen Gabrio, ik wist niet, dat ik u hier zou-
ontmoeten. Al wat ik weet is, dat onze liefde niets
dan illusie is geweest, een droom, die voorbij is, en
dat wij elkaar voortaan als vreemden moeten be
schouwen."
Als vreemden? Weet ge wat dat zeggen
wil?
//Ach ja, maar al te goed. Indiei* ik geen afstand
doe van mijne liefde; indien ik niet buig voor haren
wil, dan dreigt myne mqeder mij met haren vloek."
z/Neen, uwe moeder zal u niet aan mij ontrukken,
nimmer!" En alsof hij vreesde dat er op dat oogen
blik iomand komen zou, om haar aan hem te ont
voeren, sloeg hy zijn vrijen arm om haar heen, en
zy bood geen weerstand. Zij waren voor de eerste
maal alleen, vrij van allen dwang, en spraken uit,
wat hunne onschuldige harten hun ingaven.
wMaar," vervolgde de jonge man bezorgd, waarom
zijt ge hier zoo alleen? Waarom beeft ge zoo? Wat
is er gebeurd?"
«Moet ik u alles vertellen?" zeide*Camilla, na een
oogenblik zwygens.' Luister dan, en oordeel wat ik
lijden moet. Twee dagen geleden ging mijn broer
weer naar het kamphij vertrok vol hoop, ook voor
mij; en bij 'theengaan, zeide hij, dat ik wel vroo-
lijker zou zijn, als hij terug kwam. Den volgenden
morgen kwam er iemand, dien ge wel kent, graaf
Gian Rinaido. Dat hij kwam, om uit uwen naam
met mijn vader te spreken, dat wist ik niet."
//Dat moest ge ook niet weten. Ik moest iemand
vinden, die voor mij, voor ons beiden sprak. En
waar kan ik een beteren advocaat vinden P Nauwe
lijks vernam ik, dat hy op zijne villa in Brianza
aangekomen was, of ik ging hem bezoeken, en ver
zocht hem dringend, om mijne voorspraak te zyn, bij
uw vader.
//Gisteren is hy gekomen; niemand heeft er my
iets van verteld, dat hy gekomen was, om onze zaak
te ondersteunen. Maar iets spotachtigs in de wei
nige woorden, die myne moeder, na zijn vertrok, tot
mij sprak; iets gedwongens in de houding van mijn
vader, die mijne blikken vermeed, en de zijnen ge
durig op mij vestigde, deed mij alles begrijpen."
z/Op het oogenblik, toen ik u wederzag, toen uw
vader zijn huis voor mij opende, toen ik u geene
deelgenoote maken van plannen, wier verwezenlijking
mij onmogelijk schenen. In mijn hart geloofde ik,
dat ik deel had aan uwe liefde, en aan uw ge
luk En zoo besloot ik dan, mij aan dien
edelen graaf toe te vertrouwen. Ik heb hem ronduit
alles verteld ook wat ik aan niemand anders
zou hebben kunnen vertellen; ik heb hem verteld,
dat ik, ofschoon arm, toch voor de toekomst niet
bezorgd behoef te zijn. Hij keurde mijne plannen
goed, beloofde mij te helpen, en deed het. Morgei!
moet ik weder naar hem toe gaan
#Maar," viel het meisje hem in de rede, //ik heb
u nog niet verteld, wat na zijn bezoek gebeurde.
Neen, ik behoef geene grootheid of fortuin; van die
droomen van geluk, behoef ik geen afstand te doen,
ik heb ze nooit gedroomd." Wordt vervolgd.)
I
Omtrent de uitkomsten een paar staaltjes:
Te Kota Pohama bewees de waakhond bij twee
gelegenheden zijne practische bruikbaarheid. Den
14en September 1888 sloeg die hond bij het schui
tonhuisje geplaatst, 's nachts om 1 uur aan, waarop
de schildwachten in die richting twee Aijehers ont
dekten, die zich uit de voeten maakten. Den 3en
Oct. d. a. v. to 12 uten 's nachts begon de hond
eveneens te blaffen, de schildwacht hoorde tevensin
die richting leven en deed eenige schoten; des och
tends bleek het houten hekje van het nabij gelegen
kerkhof weggenomen te zijn.
In den nacht van 29 op 30 Mei van dit jaar was
die hond waarschijnlijk niet aanwezig; toen toch
werd door de Atjehers binnen het schuithuisje eene
granaat in de sloep geplaatst en ontstoken, waardoor
dit vaartuig onbruikbaar werd.
Te Siroen (leed de commandant, bij wijze van
proef, gedurende eenigen tijd vóór het poortsluiten
alle honden#buiten de versterking laten. Hij ver
zocht daarop een bevriend hoofd, wien hij van de
aanwezigheid der honden had kennis gegeven, des
avonds tegen 9 uur in do versterking te komen. Te
half 9 begonnen de honden aan te slaan en zag men
kort daarop het hoofd, met een stok gewapend en
vergezeld van nog een anderen Atjeher, door alle
honden omringd, met moeite de versterking naderen.
Kort daarop ontving de commandant het bericht,
dat de Atjehers plan hadden de houten omheining
in brand te steken; dit geschiedde niet, doch een
paar dagen later werd hem medegedeeld, dat (1e
Atjehers er wel geweest, doch door de honden in
hun oogmerk verhinderd waren.
Deze proeven hadden dus alle tot goede resultaten
geleid. Over het algemeen werd omtrent de in de
versterkingen vastgelegde hondeu gerapporteerd, dat
zij spoedig aan hun verblijf en hun nachtelijke func
tie gewendon; de schildwachten waren met hun nieuw
gezelschap zeer ingenomen.
Wanneer slechts gezorgd werd dat de houd over
dag niet te veel werd vermoeid en 's avonds niet
overvoerd in zijn hok werd gebracht, kon men zich
van goede waakzaamheid overtuigd houden. Met
het oog op de verkregen resultaten werd met de
aangewende methode voortgegaan, en is thans het
stroven te Atjeh op eiken post steeds zooveel mo
gelijk een tweetal goede wachthonden te bezitten.
De uitkomsten van do proeven met de waakhonden
waren zeer voldoende, men deed nog veel moeite
om ook honden voor patrouilledienst af te richten,
maar dit is tot nogtoe mislukt.
Op waardige wyze heeft de H. IJ. 8. M. de
eerste halve eeuw van haar bestaan bezegeld en hare
levensgeschiedenis gedurende dat tijdperk te boek
gesteld. Het gedenkboek, dat bij deze gelegenheid is
uitgegeven, is een stuk geschiedenis van blij vend belang
Met fraaie reproducties van oude prenten en por
tretten, uitvoerige graphische teekeningen enz. ver
sierd en in smaakvollen prachtband gebonden, is dit
lijvig bock een ware feestuitgave, aan de uitvoering
waarvan de grootst mogelijke zorg is teu koste ge
legd. Het bevat een groot aantal technische aan tee
keningen,maar bovendien een menigte belangwekkende
bijzonderheden voor ieder, die in de geschiedenis
der spoorwegen hier te lande belang stelt.
Men vindt er afbeeldingen van verschillende oude
en nieuwe balten, (o. a. een welgelijkend portret
van het vorige station aan de Willemspoort te Am
sterdam); een locomotief in 1839 en in 1889; den
eersten trein in 1839, behalve de locomotief en ten
der uit 3 wagens bestaande, en daar naast den he-
dendaagschen Vlissingschen muil trein, van 28 assen;
een stationschef, conducteurs, baanwachters toon en
nu, alsmede de belangwekkende reproductie van een
prent, kort na de opening van den Haarlemmer
spoorweg uitgegeven, waarop het allereerste «station
der stoomwagen," het tolbruggetje waarover men'
het bereikte en een oude trein zijn afgebeeld, wel
ker wagens met hunne kleine hooggezeten raampjes
aan badkoetsen doen denken.
De rijtuigen, die by de opening van den spoorweg
in dienst werden gesteld, werden onderscheiden in
diligences (le klasse), char-a-bancs (2e klasse) en
waggons (8e klasse). Do eerste char-a-bancs en
waggons waren open, doch al zeer spoedig na de
opening, nl. in October 1839 werd bepaald, dat de
eerste soort, evenals de diligences, dicht gemaakt en de
waggons met zeilen gesloton zouden worden. Deze 8e
klasse rijtuigen met zoilen bleven tot in 1859 in gebruik
De kleur der rijtuigen was lichtgroen (later don*
kergroen, daarna purperrood) voor de diligences,
geel voor de char-a-bancs en bruin voor de waggons.
In 't begin waren de zitbanken wan de rijtuigen der
twee laagste klassen onopgevuld. Later werden
die van de char-a-bancs met leder bekleed en iedere
zitplaats voorzien van eon lederen rugleuning, die
op ijzeren staven rustte.
Met een snelheid van ten hoogste 38 KM. in het
uur werd de eerste trein vervoerd. De laatste
bereikt herhaaldelijk oen snelheid van 90 K.M. in
het uur. De arbeid door de locomotief van den
eersten trein verricht, bedraagt, 45 p. k. die van cfe
sneltreinmachine, om den trein op de gemiddelde
snelheid (d. i. van 72 K. M. in 'tuur) te brengen
590 p. k., de eerste verbruikte daarbij 15.7 KG.
steenkolen per locomotief-kilometer; de tweede
slechts 11,7 KG.
De trein, die vijftig jaar geleden tot ieders vol
doening op den eersten spoorweg reed, is als speel
goed in vergelijking met de tegenwoordige. Maar
speelgoed, waaraan de tegenwoordige'spoorwegman
met eerbiedig welgevallen denkt, omdat het hem
den moeitevollen arbeid van de pioniers onzer spoor
wegen, de glorierijke ontwikkelingsgeschiedenis van
dat1 middel van verkeer voor den geest brengt.
Op het punt van geraak werden de reizigers
niet verwend en de maatschappij ontzag zich niet
om op dagen, wanneer groote toevloed te wachten
was, zooals bijv. op de Pinksterdagen of met Haar
lemmer kermis allerhande soort van voertuigen in
den trein te zetten. Zoo werden waterwagens in
dienst gesteld ten behoeve van het personenverkeer;
de waterbakken werden er daartoe eenvoudig afge
nomen en banken op den bodem vastgemaakt,
waarop «bij fraai woder een groot aantal passagiers
mede zeer gevoegelijk zouden kunnen vervoerd
worden. Zelfs de beestenwagens kunnen daartoe
geschikt gemaakt worden."
Het goederenvervoer had in de eerste jaren geen
beteekenis en bepaalde zich tot het vervoer van
luttele tonnen bestelgoed en bagage per jaar; wat
hoofdzakelijk een gevolg was van het feit, dat men
de stations zoo ver mogelijk van een waterweg
bouwde, ten einde de concurrentie te water te ver
mijden, waardoor echter teven» aansluiting voor het
verdore vervoer onmogelijk werd.
Papieren hoefbeslag. De hoef van het paard is
elastischbij het neerzetten van den hoef zet deze
zich onder den last van het lichaam uit, en bij het
optrekken trekt hy zich weder samen. Deze bewe
gingen zijn bekend onder den naam van hoefraecha-
nisine. Elasticiteit is een vereischie voor elke be
weging. Het is ook duidelijk, dat de uitzetting van
den hoef nog grooter zal wezen, wanneer inspanning
van het paard gevorderd wordt of, by het rijden,
het vereenigde gewicht van paard en ruiter met
kracht op de voorhoeven wordt geworpen. Aan
oude ijzers kan men zich daarvan overtuigen: het
drachtsgedeelte is er gepolijst door de wrijving van
den hoef op het yzer door het uitzetten en samen
trekken veroorzaakt. Men heeft zich daarom ook
sedert lang moeite gegeven om ijzers uit te vinden,
die den hoef zijne vrije uitzetting laten behouden»
Het zyn natuurlijk de nagels, die de uitzetting
van den hoef bet meest hinderen, zoodat het van
belang is, zoo weinig mogelyk nagels te gebruiken
en de drachten van den hoef in den binnenwand,
waar de uitzetting het sterks to is. Men heeft ook
al sedert lang gedacht aan een ander materiaal
voor het bealkg, naar eene grondstof, die zich plooien
kan naar de afwisselende beweeglijkheid van den
hoof, die het verwydings- en vernauwingsproces zelf
zou meemaken; maar die zou dan toch ook duur
zaam en stevig moeton wezen, entbor zoover ik weet,
hebben caoutchouc, leder, huid en dergelijke nooit
bevredigd. Thans wil Julius Goldberg te Weissensee,
bij Berlyn, een papieren hoefijzer in den handel bren
gen, hetwelk alle wenschelijke boedanigheden in zich
zou vereenigen en werkelijk een modelbeslag mocht
heeten.... indien het is, zooals de uitvinder het be
schrijft.
Dit beslag zou nl. zoo elastisch wezen als de hoef
zelf, en duurzaam ook; ongevoelig en ondoordring
baar voor water, of voor de stalurine, het zou «zonder
nagels" aan den hoef bevestigd kunnen worden, (ange-
klebt) en mettertijd zou het ondervlak van dit «hoef-
papier" niet glad afslijten, zooals yzer doet, maar
oneffen en ruw worden, zoodat er geen gevaar meer
is voor uitglijden op ijzel, mac adam en asphalt.
The Standard bevatte dezer dagen verschillende
brieven van Engelsche reizigers, die op de gruwe
lijkste wijze ziju afgezet in een groot hotel te
Ostende. Een hunner heeft 20 francs betaald voor
eene zeer slechte kamer, een ander fr. 1.50 voor een
flesch spuitwater, die 2 glazen inhield. Aangezien hij
twee dames bijzich had, betaalde hij voor dezen
drank alleen fr. 12 per dag, fr. 100 per week. Hij
l>eklaagde zich en de logementhouder antwoordde
«Drink dan ook wijn." Een derde heeft voor drie
leamers fr. 54 per nacht betaald, voor den omnibus
van het hotel, voor een afstand van tien minuten,
9 francs.
De uitslag der Fransohe verkiezingen, die natuur
lijk ook buiten Frankryk ipet groote belangstolling
werd te gemoet gezien, heeft algemeen oen goeden
indruk gemaakt. De gevolgtrekking, welke de in
vloedrijkste bladen te Londen, Berlijn en Weenen
makeD, it dat wel is waar het Boulangisme nog niet
geheel is afgemaakt, maar dat het gevaar voor een
dictatuur toch in olk geval is geweken.
Wat nu het oordeel der Fransche pers betreft,
zoo verkondigen de republikoinsche bladen luide
de overwinning der republiek en de nederlaag harer
vijanden. De Eépublique Frangaise meent dat de
reactie, wier verwachtingen zoo hoog gespannen
waren op de populariteit van slecht allooi van
Bouianger, zich bitter teleurgesteld moet gevoelen.
De Temps hoopt, dat de republikeinen een ver
standig gebruik van hun overwinning zullen maken.
Tevens gelooft het bUffi, dat de herstemmingen nog
gunstige resultaten voor de republiek zullen opleveren.
Dan houdt alle dubbelzinnigheid op, daar die can-
didaten, die als conserVltief zijn opgetreden doch
onverzoenlijke vijanden der republiek zyn, dan hun
masker zullen moeten laten vallen.
Zelfs de Boulangisten en reactionnairen koe
steren geen hooge verwachtingen omtrent de her
stemmingen. Allo republikeinen toch zullen zich
den 6en October om de banier der republiek scharen
en dan althans voor een dag de onderlinge verdeeld
heid vergeten om vast aaneengesloten 'den gemeen-
schappelijken vijand: de dictatuur en de reactie te
verslaan. r
Welke blijdschap de republikeinen ook over de
resultaten van Zondag 11. aan den dag leggen, van
een «schitterenden" triomf der republiek, wat eens
luidend is met een besliste nederlaag van het Bou
langisme, kan evenmin sprake zij als van een over
winning van Bouianger. De verkiezingen hebben
bewezen, dat het Boulangisme in Frankrijk niet
dood is, maar tevens dat het in Parijs sedert Januari
niet aan levenskracht heeft gewonnen. Op 27 Jan.
11. verkreeg Bouianger in hel departement der Seine
245.236 stemftien. Zondag brachten zijn aanhangers
het tot niet meer dan 198.145, een vermindering
alzoo van 47.091 stemmen. Niettemin blyft het een
feit, dat Frankrijk, en in de eerste plaats Parijs,
den generaal en zijn «eerlijken" lieden niet hun
afscheid hebben gegeven. In de zes Parijsche
arrondissementen, waar een beslissing viel, wezen in
vijf de kiezers Boulangisten tot hun afgevaardigden
aan. En dat niettegenstaande van Boulangistische
zijde gedurende dezen verkiezingsstrijd de karakte
ristieke woorden vielen: «Carnot verveelt de wereld
met zijn deugdzaamheid." Dat Parijs en gansch
Frankrijk niet Bouianger vertrapten, is het negatieve
resultaat van deze verkiezingen.
Intussehen blijft Bouianger geheel in zijn rol.
Aan een verslaggever der Central Newsdie hem
kwam vragen wat hij van do verkiezingen dacht,
verklaarde Bouianger, dat de regeering in het ge-
heele land een anderen uitslag der stemming heeft
openbaar gemaakt, dan werkelijk is verkregen. Voor
het oogenblik zag Bouianger geen kans om een
meerderheid in de Kamer te vormen, welke de
regeering in zijn geest wil wijzigen, maar voor de
toekomst bleef hij vol goeden moed. De verdeelde
regeeringsmeerderheid blijft machteloos, de minis
teries van den heer Carnot zullen niets tot stand
kuhnen brengen «en derhalve, zei de genertal, zal
het geen drie maanden duren, of het geheele laqd
zal naar Bouianger terug verlangen."
Ondanks het onmiskenbare feit, dat de republi-
keinsche meerderheid zeer verdeeld is, verheugen
de republikeinen er zich buiten mate over, dat de
republiek den leeftijd van 18 jaren, den gevaarlijken
leeftijd voor alle Fransche regeeringen der laatste
jaren, heeft overleefd. Het eerste Fransche keizerrijk
duurde van 1802 tot 1815, de Bourbons regeerden,
van 1815 tot 1830, Lodëwyk Philip: van Orleans
van 1830 tot 1848, en het tweede keizerrijk bestond
Van 1852 tot 1870..
De republiek bestaat nu ook .18 jaren, maar is
nu weer door hot algemeen stemrecht voorloopig
gehandhaafd. Hét zal thans van de republikeinen
zelf afhangen, of de republiek ^als geheel buiten ge
vaar kan worden beschouwd.
Te Berlyn is men, naar wij ryeds meedeelden,
ingenomen' met den uitslag der Fransche verkiezingen.
Dat heeft zijn reden. De officiouse «Norddeutsphe"
is zelfs erg optimistisch gestemd. Het blad beschouwt
den uitslag der verkiezingen in Frankryk als een
overwinning voor de conservatieve republikeinen, die
onder leiding van oen man als Léon Say, voor de
toekomst van groote beteekenis kunnen worden; of
echter de nu verkregen meerderheid d£ kern bevat
voor een regeering, welke vaster belooft te zijn,
kan eerst blijken, zoodra de Kamer haar parlemen
tairen arbeid hoeft hervat.
In 'do aanstaande zitting van den Duitschen Rijks
dag zal een wetsontwerp worden ingediend tot in
voering van scheidsgerechten in geval van werk
stakingen of andere geschillen tusschen patroons en
werklieden. De Ryksdag heeft herhaaldelijk motiën
aangenomen ten gunéte van zoodanige instelling.
B tt r ff e r lijk e Stand.
GEBOREN 23 Sept. Teani?, oudera K Panselie en P.