Bultenlandsch Overzicht. 11 trappen en in de niet te breede gangen, ook wel in toepassing worden 'gebracht. De bewoners ran het Damrak hebben ter eere van de opening de vlaggen uitgestoken. Van de ontmoeting der geweren koningin van Servië met haren zoon geeft de correspondent der Standard te Belgrado het volgende verhaal. Koning Alexander werd door sijn leermeester en een aidè-de-camp naar de woning zijner moeder be geleid en in een kleine spreekkamer door Nathalie en een hofdame ontvangen. Bij het binnenkomen groette de jonge koning zijne moeder op militaire wijze en richtte toen tot haar de volgende woorden, die zijn leermeester voor hem had opgesteld. «Als koning ben ik gehouden mijzelven en onze wetten te eerbiedigen en dezen dwongen njjj tot myn leedwezen tot nog toe, mijne moeder niet te zien. Ik stond onder bevel van mijn vader, die mij vrij willig zjju kroon gaf en wiens bevelen ik steeds zooveel mogelijk zal volgen. Nu, intussohen, ben ik in staat gesteld mijne moeder, als koningin van Servië op Servischen bodem te begroeten en ik ver trouw dat zy geen moeilijkheden zal veroorzaken, hetzij aan het regentschap, hetzij aan de regeering. Zy kan van mij als haar zoon verzekerd, zijn, dat zij altijd hare plaats in mijn hart zal behouden". In antwoord daarop zeid| koningin' Nathalie «Mijn beste jongen, ge zijt veel te jong om op deze manier te spreken. Gij moest liever spelen met jongens van uw leeftijd. Lees geen dagbladen meer, voor ge ouder zijt; leer flink en gehoorzaam uw meesters. Eer uw vader en moeder steeds, vooral uw vader, wien ge uw kroon dankt. Maar vergeet niet dat ge een zoon van Servië zijt en bereid moet zijn alles voor uw land te offeren". Bij dezwoorden lachte de jonge koning en wierp zieh in zijns moeders armen. De koningin nam hem bij de hand en zeide //S&tcha (het Russisch voor Alexander) kom en leidde hem naar een ander vertrek, waar beiden een uur vertoefden. Omtrent het gebeurde met een jacht, dat de £her- bourg gestolen en te Cowes teruggevonden werd, meldt med het volgende De kapitein van het jacht Never sink zou, na eenigen door de Norton-Maatschappij voorgeschreven tijd, eigenaar daarvan worden. De agent van genoemde maatschappij te Parijs, genaamd Black, wilde zelf daarmede eens een proef nemen, om alsdan beter het Norton-systeem aan Pransche vrienden te kunnen aanbevelen. Daar hij echter vreesde, dat kapitein Lawler met het jacht zou weggaan, zond hij vijf Franschen qan boord, die den kapitein, toen hij 's avonds uit den schouwburg kwam, den toegang tot de kajuit weigerden, en dadelijk voor zijn oogen Kapitein Lawler wachtte niet op de hufp der politie, maar ging als een echte Amerikaan dadelijk tot self-help over misschien wel op een wyOaie hom duur te staan zou komen. Hij wapende rich met een revolver en een paar zware breekijzers en zette do ontvoerders na. Den 25 September ontdekte hij do Never sink to Gowes op het eiland Wight, klom op den schoener Williamwaar de Never sink naast lag, en begon vau dit hoogere schip het gevecht. Hij sloeg met liet breekijzer den naast bij hem staande neer, sprong op het jacht en vuurde op de vier anderen, en zelfs de eerst geslagene, die hem weder te lijf wilde, ont- aankijken, geen woord spreken, en geen brokje eten, scheen ook hij door het gebeurde geheel van stuk, Gaarne zou hij iets gezegd hebben, om den goeden ouden tijd in gedachten te brengen, maar het was, of hij oen brok in de keel had. Eindelijk stond Galeazzo op, en gaf, meer door gebaren dan woorden te kennen, dat hij naar bed wenschte te gaan; Ga-* brio drukte hem de hand, doch sprak geen woord. Toen de echtgenooten alleen waren gebleven, deel den zij elkander al de zorgen en angsten mede, die hunne harten vervulden. Zij vertelde hem, hoe haar broeder in het gèheim daar gekomen was, en met welk een noodlottig plan; en hoe zij hem, als door een wonderwerk gered had. Beltramolo had haar dat gedeelte van de geschiedenis verteld, waarin hij zelf betrokken was geweest; hoe hij den vorigen dag achterdocht had opgevat, dooi de buitengewone neer slachtigheid van zijn heer, maar vooral, door dat deze hum gedwongen had, om zijn horloge aan te nemen; dat hij in de herborg terug gekomen, niet geweten had, wat hij denken of doen moest; dat hij wilde terugkeeren, zijn heer terugzien, trachten iets meer van de zaïjik te begrijpen, en, zoo hij niets anders doen kon, buiten diens weten voor de kamer deur de wacht houden; maar de gewoonte van on derdanigheid en gehoorzaamheid aan een woord, een blik zelfs van zijn officier, deed hem begrijpen, dat hy zich stipt aan diens bevelen houden moest. Hij bracht een bezoek aan de paarden, want de vermoeide dieren, lagen hem na aan het hart, en wierp zich ving ook een kogel. Met behulp na «enige nan- schappen der William werd de razende Amerikaan vastgegrepen, tot de politie kwam opdagen en hem gevangen nam. Ten einde hem voor de volkswoede te beveiligen, moest men een half uur met hem ver der roeien, waarna hy in de naaatbijzijnde gevangenis werd gebracht. De ongeveer dertigjarige, slanke, goed gebouwde zeeman staat nu onder beschuldiging van moord en houdt zich onder deze omstandigheden zeer kalm. De Nfiveremk toont duidelijke sporen van den stryd met revolver en breekijzer. Het hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen heeft ter zake van de wet op het lager onderwijs het volgende adres aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal gericht: //Als vertegenwoordigers van eene Maatschappij, die te allen tijde voor do eischen van een deugdelijk ingericht volksonderwijs is opgekomen, hebben wij hoofdbestuurders van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, de eer ons tot uwe vergadering te wenden, naar aanleiding van het door de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangenomen ontwerp tot herziening der wet op het lager onderwijs, dat thans aan uwe goedkeuring is onderworpen. Reeds wer den voor de behandeling in de Tweede Kamer in een uitvoerig adres aan ddzen tak der volksvertegen woordiging door ons de groote bezwaren ontwikkeld die wij' tegen het voorgestelde ontwerp hadden, met het oog op het groote belang der algemeene volks ontwikkeling. Ofschoon nu op enkele punten aan onze grieven is tegemoet gekomen, is deze verbete ring niet van dien aard, dat wij onzen tegenstand zouden mogen laten varen. Integendeel, wij achten het ontwerp, ook in zijn tegenwoordigen vorm, eene belangrijke verzwakking van de bestaande waarborgen voor deugdelijk lager onderwijs. De opleiding van onderwijzers, ook door hoofden van scholen, zal aan leiding geven tqft dressuur en ten gevolge hebben, dat het hoofd der school zich minder aan zijne eigen lijke taak in de school wydt. De verhooging van het aantal leerlingen per onderwijzer moet hot peil van het onderwijs doen dalen. De thans voorge stelde rogeling der Rijksbijdrage in de kosten van het laepr onderwijs der gemeenten zal den bestaanden prikkel om het onderwijzend personeel ook boven het minimum uit te breiden grootendeels wegnemen. - De bepaling omtrent de verplichte schoolgeldheffing, in verband met de vrijheid der bijzondere school om geen schoolgeld te heffen, kan in de handen vaü eene het openbaar onderwijs niet welwillend gezinde Regeering, door onderhandsche pressie ordoorrecht- streeksche tusschenkomst, leiden tot het opvoeren van het schoolgeld en als gevolg daarvan tot wat men van kerkelijke zijde eigenaardig genoemd hoeft het leegpompen der openbare lagere school. Zal du£ het openbaar lager onderwijs bij aanneming van het ontwerp in belangrijke mate worden geschaad, daarnaast wordt aan het bijzonder onderwijs een recht op Rijkssubsidie toegekend, zonder dat in het wets ontwerp de uoodige waarborgen zyn opgenomen, dut de Rijksbijdrage slechts voor deugdelijk bijzonder onderwijs zal worden verstrekt. Eindelijk wordt in het ontwerp zelfs geen enkele stap gedaan om binnen een zekeren termijn te komen tot de invoe ring van den leerplicht, waardoor ook die kinderen do zegeningen van het lager onderwijs zouden deelachtig worden, wier verwaarloozing een beschaafden Staat tot schande strekt. Wij nemen de vrijheid ons eer biedig tot uwe vergadering te zenden met het drin. gend verzoek by de beoordeeling van het aanhangige wetsontwerp de opgesomde bezwaren in ernstige over weging te nemen." De heer G. Emanta, maakt ia het Sociaal Weekblad naar aanleiding van de Boulangistiache beweging, die in Frankrijk opgewekt werd door groote woor den en door een optreden dat rekening hield met 'a menachen zwakke zijden, en or tijdelijk eene groote vlucht nam, de opmerking, dat datgene, waaraan hot Boulangisme in het monsterachtige zijne kracht ontleende, zich in het klein ook in andere lan den doet gevoelen: de fout van kiezers namelijk om zich bij verkiezingen te laten leiden door den schijn. Ons land, waar de practjjk der verkiezingen nog niet zóó diep als elders reeds is gezonken, maakt daarop geen uitzondering. De schr. haalt de woorden aan, door dr. Schaepman gesproken in de Kamerzit ting van 6 Dec. 11., toen herinnerd werd aan het geen door de anti-liberale partijen in den verkiezings strijd was gezegd: „Wij allen, voor zoover wij aan den verkiezingsstrijd deelnemen, weten, dat bij dien strijd de zaken op eenigszins andere wijze moeten uitgesproken worden dan het hier pleegt te geschieden. Men behoort dan te spreken met woor den, die treffen; met woorden, die teekenachtig zijn die oogenblikkelijk indruk maken. Wanneer van deze zijde dan soms gesproken wordt van liberale tirannie, dan aarzelt men niet van de andere zijde te spreken van priester-heerschappij. Ik gelodf, dat het een tegen het ander opweegt, maar ik meen ook, dat wij wèl doen met deze dingen in deze Kamer niet te zeer ter sprake te brengen." De heer Schaepman gaf van een openhartig cynisme blijk, toen hij aldus antwoordde op eene beschuldiging, die mede tot hem persoonlijk was gericht. Doch hetgeen hij zeide geldt waarlijk niet van de clericale partij in 't bijzonder: maar is zoo als ieder eerlijk man zal erkennen, op alle partijen, zonder onderscheid toepasselijk, en gevraagd zij, of het voor de kiezers geen schande is, dat men hen als 't ware als onmondigen moet behandelen, en in plaats van zaakrijk de vraagstukken hun voor te leggen, voor hen optreedt op eene wijze, waar tegen hunne latere afgevaardigden elkander waar schuwen, om haar onder elkander toch vooral niet na te volgen. En het betreft hiernjftt zoozeer nog eene be schamende figuur, dlf3e kiezers maken, als wel het gevaar, dat voor den Staat ligt in dit weoke karakter der kiezers. In Nederland zijn Goddank het Koningschap en de geest der natie voldoende waarborgen, dat de begeerlijkheid en de wangunst dergenen, die zich tot leiders opwerpen, nooit de afmetingen van het Boulangisme zullen aannemen. Maar een geest van ontevredenheid als die, waar aan Boulanger zooveel te danken heeft, is in het klein bij verkiezingen van den laatstee tijd toch ook ten onzent wel op te merken geweest. Blijk baar was zij niet altijd in de eerste plaats het ge volg van werkelijk bestaande grieven bij de kiezers, maar ontkiemdo zij in kiesvergaderingen en verkie- zingsartikelon, en was zij dus vooral een uitvloeisol vau de ontevredenheid der leiders die door het weeke karakter der kiezers in staat worden gesteld, daaraan bot te vieren: iots wat ook daarom be denkelijk is, omdat dientengevolge noras de meest tegenstrijdige elementen samengaan. toen, geheel gekleed, op zijn stroozak, hopende, dat hij door nadenken, de zaak wel begrijpen zou. Maar het was allps te vergeefs geweest; do laatste woor- don^van zijn vriendelijken moester kwamen hem ge durig weer in de gedachten; en, daar hij toch niet rusten kon, verzon hij, dat hy haar moest.verzoeken. om hem alles uit te leggen; hy greep dat denkbeeld aan, gelijk de drenkeling den stroohalm. Hij sprong uit zijn bed, en, zonder gêdruisch te maken, verliet bij de herberg, terwijl het nog donker was. Toen hij bij Campello kwam, begaf hem de moed weer, en hij wachtte, voor het huis heen en weder loo- pende, tot de dag aanbrgk, terwijl hij onophoudelijk over die raadselachtige woorden peinsde. Maar, toen hij het eerste schemerlicht op de toppen der bergen zag, kon hij het niet langer uithouden» cn trok aan de tuinschel. Wat daarop volgde, weten wij reeds. Gabrio zegende haar, voor de gelukkige ingeving die haar hail geleid, eb stolde haar gerust door te zeggen, dat hij de zaak nu verder op zich nam, en dat hij wol middelen zou weten te vinden, om die kortstondige ijlhoofdigheid van zijn zwager te gene zen: „Hij is ziek," zeide hij, „maar niet onge neeslijk." Nu^ meende hijdat de tijd gèkomen was om haar op zijne beurt, de zaken duidelyk te maken, waar over hij reeds, doch niet omstandig, geschreven had. Camilla luisterde, eerst angstig en bezorgd, toen hij haar met eene duidelijkheid, die haar bijna hard scheen, den. onvermijdelijken ondergang barer familie uitlegde; maar langzamerhand werd zij gerust ge steld, door het bedaarde overleg van Gabrio, toen' hij er bij vertelde, al wat hij in dien" tijd gedaan had, om te redden, wat haar vader nog overbleef, maar bovenal, de eer der familie. Zoo lang hij sprak, had Cnmilla nauwelijks dur ven adem halen, doch toen hij uitgesproken had, riep zij uit: „O beste Gabrio, doe al wat ge wilt; neem al het mijue het is niet veel! maar red mijn vader en mijne moeder, en hun naam, die toeh ook de onze is." Gabrio kuste haar op het voorhoofd. Toen meende hij, dat hij zijne moedige en dier bare vrouw nog wel een ander bericht kon mede- deelen, dat hij eerst gemeend had, dift haar te veel ontroeren zou; hij vertelde haar toen, dat binnen een paar dagen, misschien vroeger nog, zij haren vader zou terug zien, die, zooals hij hem geraden had, het kasteel weder kwam bewonen. „En mijne moeder?vroeg Camilla beschroomd. „Oin u do waarheid to zeggen, gelooft uwe moe der niets van alles, wat ik u zoo onverholen verteld heb; of, zoo zij al iets van vermoedt en hoe zou zij het niet vermoeden -wil zij niet bukken, en wikkelt zich in haar onverschilligen trots. Laten wij nu niet over uwe moeder spreken. Zij wil het pa leis van hare zuster niet verlaten; zij leven daar in een kleinen kring van uitverkorenen." jWoïdt Wie uit elkinder wil houden, wat niet bijeen behoort, wekke daarom de kiezers op tot wat meer zelfayjldisheid, zoo besluit de heer Emants, en hij md^^Mat vooral in ons land, waar de groote polmot partijen veelal tegen elkaar opwegen, dat eene dankbare taak zou zijn. Het feit alleen, dat een kern zelfstandigen aanwezig was om er tegen op te komen, wanneer men met vunrwerk, in plaats van met ernstig overleg, haar stem wilde winnen of wegens partij belangen misbruiken door de vingers doen zien, zou zeer wel mogelijk de verkiezingen, die, zooals dr. Schaepman niet ten onrechte beweert, door de zoden bedorven zyn, op den duur kunnen verbetoren. Te Parijs zijn twee doctoren in den echt ver bonden. Hoewel de zaak onwaarschijnlijk klinkt is zij toch zeer eenvoudig. Hef was namelyk het huwelijk van dr. Jacquos Bertillon met mej. Schultze, die evenals haar bruidegom den graad van doctor in de genees kunde bezit, dat in tegenwoordigheid van een zeer geleerd gezelschap en met 4 nog geleerder getuigen waaronder twee professoren, gesloten werd. In een artikel, met het opschrift „Les princes et l'industrie» somt de Gauloide vorstelijke personen op, die dp de Parijsche wereldtentoonstelling met prijzen en onderscheidingen werden bedacht. Aan het hoofd staat de hertog van Aumale, wiens Siciliaan- schen wijn een eerste prijs ten deel viel, dan volgt diens broeder, de hertog van Montpensier, die in Sovilla pojnineransen, in Bologna wijt: en rijst ver koopt. De vorst Galizin, die ovenwei als vice-president der jury voor do wijn-afdeeling met zijn voortreffelijke Krim-wijnon buiten mededinging bleef, de hortog van Braganza winner van een gouden medaille voor zijn op boschbouw betrekking hebbende inzen ding; de koning der Nederlanden, aandeelhouder der Kon. Nederl. Bierbrouwerij, wien, evenals den kar dinaal Lavigerie, aartsbisschop van Algiers en Kar- thago, voor zijn exportwijnen een grand prix werd toegekend, de hertog van Tróvise, die voor zijn ver diensten op landbouwkundig gebied oen gouden medaille verwierf en nog anderen, die zich geringer onderscheidingen waardig maakten. Naar de N. 11. C. vernam, is door de werklieden aan de stoombooten te Rotterdam een tarief van loon vastgesteld en in druk aan do werkgevers rondgedeeld. Overeenkomstig de besluiten, op de jongste verguderingen genomen, wordt daarin ver meld, dat in orts niet des nachts zal worden gewerkt. Opmerkelijk is de voorwaarde van de graanwerkers. Hun was verhooging van loon toegestaan en 50 pCt. verhooging van dat loon voor arbeid op Zondag. Thans eischen zjj, boven en behalve die verhoogin gen, nogmaals 4.50 per man voor arbeid op Zondag, iets wat geacht wordt vrij wel gelijk te staan met weigering om op Zondag to workon. Do weigering om in erfs, waarmede thans ijzer schijnt te moeten worden gelijkgesteld, dos nachts te werken, gelijk men zich uit de verslagen van het verhandelde der werklieden-vergaderingen her- innoren zal, vindt zijn oorsprong in do bogeerte, om niet in alle opzichten te buigen voor de vorklaring des werkgevers, dat hij vooralsnog geen hoogor loon kan betalen. Kon liet tot eenige loonaver- hooging komen, dan was men ook bereid, ovenals tot dusverre, den arbeid ook dos nachts te her vatten. Die schikking is evenwel tot nu toe niet tot stand gebracht en liet gevolg daarvan is, dat het afdeehngsbestuur van do Labdmer, Union, al dan met op last van het Londenscho hoofdkwartier, de arbeiders die 's nachts aan ijzer- en ertsbooten werkeig daarvan tracht terug to houdon. Do Rhijn- spoor werkt onbekommerd met eigen volk dag en nacht door, en dat zal ook wel het geval zijn en biyven mot de booten in meer rechtstreekscho vaste vaart, die met eigen personeol werken. De boot op Middlesbro", die des nachts yzer verwerkte, kroeg echter, zoohls De Maasb. reeds vermeldde, een bezoek van een troep Unionisten, die stakinv vau het nachtwerk vorderden, en al hoewel de politie later de arbeidenden kwam beschermen, zijn sommige^ hunner toch voor de intimidatie bezweken. Slech s één ploeg dier boot bleef aan hot werk. o gens De Tijd bestaat oipjer het werkvolk te Rotterdam eon party, die van de Labourer, Union „,w en daartegon oon min of meer vijandige houding gaat aannemen. 0 w°r(ltgevormd door een vier- of vijftal wnrvTï' lid, sewe08t ''Ün hot comité der thans "iet gekozen zijn tot bestunrs- leuen der Union. Indien geruchten, welke omtrent eze personen in omloop zijn, juist zijn, dan kan nlflnw verwacl!' worden tf» oprichting van een nieuwe voreemgmg van bootwerkers. Deze ver- Urade^UnioM ""k "'sdau .n'e' aansluiten aan do Het Dagbl. Z.-H. en 'i Gr, dringt, naar aan leiding van de werkstaking te Rotterdam, nogmaals aan op de invoering van een socialistenwet. Het blad erkent, dat de wetgever en de werkgever nog veel voor den ambachteman kunnen doen, doch des te sterker moet het opwekken tot geweldpleging en bij een werkstaking komt het bezigen van geweld meestal voor - worden gestraft. «Nu het een onwrikbaar feit moet worden gere kend, zegt het Dagbl., dat de socialisten overal tot werkstaking dringen en dwingen, zal de noodzake lijkheid steeds minder kunnen worden ontkend om tegen de socialisten een uitzonderingswet uit te vaar digen of wel het gemeene recht zeer te versterken, ten einde in die verscherping eon wetswapen tegen het socialisme in handen te krijgen. „De geringste overtreding van oen politieverorde ning wordt betrekkelijk streng getuchtigd, terwijl men hen, die de maatschappelijke instellingen aan vallen, straffeloos laat voortwoeden. „Eerbiedig hooren wjj ons toeroepen de vrijheid van den individu. Dat willen wij in alle oprechtheid. Doch als die vrijheid in losbandigheid ontaardt, moot tegen haar worden te velde getrok ken en bovenal elke openbare opzetting tot werk staking worden belet. Wil men dat en men moet het willen als men den burgervrede en de stoffelijke welvaart der natie lief heeft dan moet de wet aan de autoriteiten krachtiger wapenen" in handen geven tegen de socialisten dan waarover nu kan worden beschikt. „De werkmansstand is geworden het bedorven kind niet alleen zijn belang wordt bevorderd dat prijzen wij maar ook zijn ongewettigde wenschen, ja zelfs zijn nukken worden vervuld en ontzien. «Bij de vele stemmen, welke "zich waarschuwend daartegen verheffen, behoort thans ook die uit Rot terdam. „Moet, des ondanks, uit door en door ongezonde philanthropic, by het stelsel van toezien en nietsdoen worden volhard P Zoo ja, dan zullen de rampzalige gevolgen niet uitblijven. De ervaring, elders in dat opzicht opgedaan, leert voorts, dat de arbeidsbe- weging altijd zoogenaamd gematigd begint, maar telkens eon bedenkelijker karakter aanneemt. De wenschen worden straks eischen en het laatste moord soms reeds het tusschenwoorrf is een daad van geweld. „De groote vraag is dus bij toenemingMoet het zwaartepunt van den socialen invloed uitsluitend naar de ondersto lagen worden verlegd „Het aaien en vleien Van den werkman, wiens rechten men ten koste van zijn plichten uitbreidt, voert de samenleving ten verdorve. „Men kome van dien weg terug eer het te laat is, en de sociale revolutie, welke men door zwak toegeven voorkomen wil, ook den zoetsappigeu phi- lanthropen onwillige werktuigen in de handen der socialisten pijnlijk overvalt." De Duitsche bladen doelen nog eenige bijzonder heden mede over hot verblyf van den Czaar te Berlijn, waaruit zekere gevolgtrekkingen met het pog op dé politiek gomaakt kunnen worden. Over de gesprekken van de Keizers, over het onderhoud met Bismarck nog altyd geen woord, maar uit de zeer welwillende wyze, waarop in gewoonlyk officieuze corresponden ties over de houding van den Czaar gesproken wordt, mag men opmaken, dat het resultaat inderdaad gun stig is geweest. Do overwinning der Gladstonianen in North Bucks, zoo snel gevolgd op die te Elgin en te Peterborough, geldt voor de Daily New, en hare geestverwanten als de kroon op het werk der „algemeene verkie zing in miniatuur», gelijk de hoer Chamberlain, on voorzichtig genoeg, deze reeks van by-election hail bestempeld. Inderdaad, zoo de politieke gezind heid der kiezende meerderheid in deze drie distric ten als maatstaf geldon mag voor geheel het land, dat is het uitzicht voor de Unionisten dat is voor hen, die, tot welko der beide groote partijen overi gens ook behoorendo, het Vereenigd Koninkrijk willen behoed zien voor de verbrokkelingsplaiinen van Parnell en zyuen nieuwen bondgenoot, Gladstone verre van opwekkend. Intussclien wordt de op vatting van don heer Chamberlain door de conser vatieve en unionistische pers vry algemeen gebrand merkt als onjuist. Bladen als de Time», de Standard, de Daily Telegraph, de Daily Chronicle, de Morning Post en do Morning Advertiser betoogen hoewel zij hunno teleurstelling over don afloop der „by- eleclion» niet verbergen dat hiorby van eono „algemeene verkiezing in miniatuur" nog geen sprake behoeft te zijn dat plaatselijke verkiezingen (naar do ervaring heeft geleerd) volstrekt niet do maat aangeven voor den vermoedelijke:: uitslag eenei alge meene verkiezing, en dat dus het geschetter van Daily New», Pall Mall Gazette en andere organen van don Grand Old Mannog tamelyk voorbarig is. Eene algemeene verkiezing is overigens eerst of dne op til, en de meerderheid der behouders en unionisten in het Lagerhuis be draagt nog altyd 84. De beweging der liberalen in België tegen het n^mt .riJépenngi Tan het kiesrecht neemt steeds grooter afmetingen aan. Overal wordt er op gewezen, dat het doel van de nieuwe regeling slechts kan zyn hel aantal der ontwikkelde kiezer! te verminderen en dat der onontwikkelden te ver meerderen. Immers de regeering stelt Voor den census Söfr 1 P™?ncmle,.verkiezingen te verlagen van 20 fr. tot 12 fr. en die voor de gemeenten vin 10 schaft 16 d<! caPaeiteiten worden afgc- Aldus hopen de cloricalen zich ook in de pro vinciale staten en de gemeenteraden de meerderheid te zullen verschaffen. De liberalen hebben echter de hoop nog met opgegeven dit voornemen te ver ijdelen. «el is waar beschikken de clericalen in de Kamer over eene groote meerderheid, maar de liberalen gelooven toch, dat het ministerie-Beernaert tegenover een algemeene liberale protestbeweging zijn plan niet^ zal durven doorzetten. De heer Crispi is te Palermo aangekomen en met groote geestdrift ontvangen, 's Avonds werd den minister terstond een serenade gebracht in zijn hotel waarvoor hy in een toespraak van het balkon zyn dank betuigde. Den volgenden dag werd het groote feestmaal gehouden en hield de heer Crispi een rede tot ver dediging zijner staatkunde. Hij zeide het volgende: Sedert twee jaren, toen hy te Turijn eene rede hield, had hij een grooten stryd te voeren. Het zou echter onrechtvaardig van hem zijn, indien hij zich over de meerderheid beklaagde. Het land en het parlement hebben hem steeds welwillendheid betoond. Hierna herinnerde de minister aan den vooruit gang, die er plaats heeft gegrepen sinds hij aan het bestuur is. Er is eenheid in de wetgeving, in het administratief bestuur en in het strafwetboek gebrabht. Het openbaar ónderwys is ontwikkeld, evenals de middelen van gemeenschap. Maar wat zou het welzijn te beteekeneu hebben, wat, indien men er ir. geslaagd was om hot te verzekeren, zonder .de vrijheid! Men moet het hoofd weten te bieden aan hen, die onze nationale onafhankelijkheid willen ondermijnen. Wij hebben een dubbelen stryd te voeren, een tegen de vertegenwoordigers van het verledene op het terrein dor nationale eenheid en vrijheid, en een voor de geestelijke maebt van het pausdom. De wereldlijke macht van den paus was -slechts een tijdperk van overgang in de geschiedenis van Rome. Rome zal voor Italië blijven. In naam der vrijheid hebben wij de volledige uitoefening van 's pausen geestelijke functien ver zekerd. De Heilige Stoel kan vrijelijk de belangen van zijn universeel bestuur behartigen. Wij hebben alleen te zorgen, dat zijn geestelijk recht buiten de sferen blijft van liet nationale recht, dat het ratio- jieele recht is. Onze maatregelen te dien opzichte zyn bovendien minder gestreng dan die van eiken andoren katholieken staat. Elk geloof moet leven uit de volheid van zijne eigen kracht. Hierna kwam de minister neer op den verderen strijd dien Italië te voeren heeft. Er zyn inter nationalistische en anarchistische republikeinen, die iu zonderlinge vermenging zich aaneensluiten en beweren: dat zy de denkbeelden van Mazzini en Garibaldi eerbiedigen. Het is noodig dat de mannen met geavanceerde, doch met redelyke dankbeelden zich afscheiden vau die bewerkers van onlusten. Do partijen van omverwerping moeten op het ter rein der denkbeelden bestreden worden, wil men haar later niet te bestryden hebben op het terrein der feiten. Hierna wederleg'de de minister de beschuldigingen gericht tegen de buitenlahdscho, militaire en econo mische staatknnde der regeering. Frankrijk, dat reeds elk traetaat met Italië had verworpen, had teil laatste bij wijze van schikking eene overeenkomst (voor de handelsbetrekkingen) met Italië gesloten, waiirvan zy de opzegging reeds te verstaan heeft gegeven, daar het zich van de banden met de andere staten wil losmaken. De afbreking der handels betrekkingen met Frankryk kan dus niet aan Italië verweten worden. Zy is oen gevolg van het alge meene door Frankrijk aangenomen stelsel, waarvan wij het evenwel geen verwijt willen maken. Spreker ontkent dat Italie's economisohe malaise slechts oen gevolg is van hot sluiten der Fransohe markt voor de Italiaansche voorhrengselon. Toen' spreker aan het bestuur was gekomen, verkeerde dtf nationale nijverheid reeds in een moeilijk tijdperk, 's Lands crediet rustte op geen goeden grondslag hierin nu zal de rogoeting voorzien. Om een» nieuw bewys van onze goede gezindheid te geven, zullen wij de* diftbrentieele rechten op Frankrijk's producten op heffen, zoodra het parlement óns daartoe vergunning zal geven. De handelf het crediet, het spoorweg-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2