Buitenlandse!! Overzicht. DOOVEN. Afloop van Openbare Verkoopingen van Onroerende Goederen. noodig de vrijstelling van rijn militairen dienstplicht welk bewijs hij dan ook verlangde, doch in plaats dat hem zulks werd verstrekt, verscheen een ser geant, die hem uitnoodigde mee te gaan naar de militaire autoriteiteo, daar hy was herkend als een, die niet voldaan had aan de verplichte loting voor de nationale militie. Volgens het zeggen van dezen jongeling, moet de zaak zich als volgt hebben toegedragenVóórdat hij moest voldoen aan de verplichte loting, vertrok hü naar Duitschland, om daar te gaan werken, en bad met den burgemeester der naburige gemeente, waar hij woonde, goedgevonden, dat deze voor hem zou lotenin het geval dat hij een dienstplichtig nommer trok, zou de burgemeester hem bericht" zenden, en hij zou dan uit Duitschland herwaarts komen, om zijnen dienst te vervullen. Daar hij in het geheel geen tijding van den burgemeester ont vangen had, dacht de jongeling niet anders, als dat hem een vrijstellend nommer was ten deel gevallen, en hij kwam thans over, om zijne papieren te laten in orde brengen voor een huwelijk. Ais hij nu volgens de krijgsartikelen veroordeeld mocht wordeu, mag hij, in plaats van trouwen, vijf jaren onder de wapenen blijven. {A. C.) Men schrijft uit Haaksbergen aan de N. R. Ct Naar aanleiding van de berichten in sommige plaatselijke blaadjes omtrent het vinden van 'steen kolen even over onze grenzen tusschen Ahlatatte en Lnnten, heb ik mij derwaarts begeven, om op de plaats zelve een onderzoek in te stellen. Dienten gevolge kan ik u melden, dat men reeds herhaal delijk in die streken heeft geboord on gegraven, daar mén de- aanwezigheid van kolen vermoedde. Voor eenige weken zijn die boringen hervat, en nu is men op eene diepte van dertig voet op eeDe laag gestooten, drie voet dik, wel kool en brandbaar, maar overigens van slechte qualiteit. Een verder boren bracht slechts leem aan den dag. Men hoopt echter een steenkolenbekken voor zich te hebben, daar de opgedolven specie op de aanwe zigheid wijst. De boringen zullen dan ook van af stand tot afstand worden voortgezet, om de uitge breidheid van het reeds gevonden laagje te bepalen en te Onderzoeken, of hieronder nog niet eene dikkere schuilt. Mocht die hoop niet ijdel blijken, het zou ons Twentsch fabriekswezen zeer ten goedo komen. Het blijkt, dat de Romeinen reeds met verwon derlijke bekwaamheid aan muntvurvalsching deden. Een Engelsch collectionneur vond eene prachtige en vrq zeldzame gouden munt, van Allectus, die zijn voorganger vermoordde en daarna omtrent het eiiide der derde eeuw een tijdlang in Brittannië heerschte. De munt werd op 40 a 50 pond geschat, zeldzaam heid en gehalte in aanmerking genomen. De vinder liet haar toen eerst door een essayeur beproeven, omdat het gewicht niet scheen overeen te komen met het uitzicht der munt; en men bevond, dat de munt van koper was, eern verzilverd, daarna ver guld, en met vernis bestreken. De ontdekking doet er zeker weinig toe, daar men in oude munten niet de waarde, maar de zeld zaamheid en de scherpte van den stempel op prijs •telt; maar het procédé getuigt van groots handig heid. aardig sommetje met de boeten, die aan schrijflustige Engelschen en anderen, die steeds hun naam willen mededeelen, worden opgelegd. Zoo betrapten de be ambten van den toren dezer dagen weder twee Britsche toeristen die den ijzeren steiger beklommen en die, toen zij de binten en spanten vol namen zagen, daarop ook de hunne met behulp van een scherp zakmesje wilden vereeuwigen. Een beambte zag het en nam hen mede naar een der hoogere opzichters, waar do een tot 20 francs boete werd veroordeeld. De ander, die enkel den tijd had gehad, de helft van zijn naam in den toren te griffelen, kwam met den schrik vrij. De Eiffeltoren-maatechappij verdient een niet on- Wij hebben allen wat goed te maken bij het var ken, zegt het Handelsblad, dat met betrekking tot zijn voedsel steeds schandelijk belasterd is. In plaats van alles te eten, blijkt hij het kieskeurigste van alle huisdieren te zijn. Zoo althans hebben eenige „des kundigen" in Frankrijk en Zweden uitgemaakt. In het laatstgenoemd land eet de geit van 575 soorten van planten 449 en weigert er 126. Het schaap eet van 528 planten 387 en laat er 141 staan. Dan volgen de jkoe die niet meer dan 276 van de 494 planten, en het paard dat van de 474 slechts 262 planten eten wil. Schitterend treedt daarnaast de welopgevoedheid en kieskeurigheid van het zwijn aan het licht. Van 243 planten wil het slechts 72 eten, terwijl het voor 171 zijn neus ophaalt. Men hoort in den laatsten tyd veel van onge lukken, door electrische geleidingen veroorzaakt. Dezer da&en is te New-York weder een werkman, die op een dak bezig was met een electrische ge leiding te herstellen, door den electrischen stroom gedood. Hij bleef een uur in de lucht hangen voor men hem bereiken kon en een ontzette menigte op straat zag zijn liohaam door een smeulend vuur langzaam verkolen. Dit ongeluk heeft, in verband met de voorgaande van dien aard te New-York, groote opschudding veroorzaakt en het schijnt zeer onvoorziene gevolgen te zullen bobben. De burgemeester van New-York, de heer Grant, heeft gemeend het afsnijden van de electrische ge leidingsdraden te moeton gelasten. Maar toen men begon met het uitroeren van dit bevel, heeft de Maatschappij voor Électrische Verlichting verzet daartegen aangeteekend, waaromtrent spoedig door het gerecht zal wordpn beslist. Het publiek is intusscheu do rechterlijke uitspraak voorgekomen en heeft 's nachts een aantal electrische lampen vernield. Voor het gezin van den nieuwen martelhar dor electriciteit [is een inschrijving geopend. Do rechterlijke macht in Spanje is met behulp der politie een waron veldtocht begonnen tegen het dob belen in vereenigingen, koffiehuizen en andereplaat sen van vermaak. Te Madrid deed de politie een inval in een aantal clubs, waar zij kaarten en geld in beslag en de hazardspelers gevangen nam. Een rechter waagde het zelfs het Casino binnen te gaan, een der meest Aristocratische vereenigingen van Madrid. Hij deed het hazardspel ophouden, maar nam enkel 4 bedienden gevangen. In de zaai bevon den zich namelijk een groot aantal senaatsleden, afge vaardigden, generaals, staatslieden, mannen vail zaken en zelfs velen1 zijner mederechters, die sterk opkwa- men tegen het gestrenge optreden der overheid. Dit wekt dan ook nogal bevreemding, daar o. a. iu ds. badplaatsen het spelen op groote schaal sinds langen tijd geduld wordt. Aan de Zw. Crtschrijft men uit den Haag o.a. het volgende: „Het aangevangen afdeelingsonderzoek der Staats begroting zal zich o. m. kenmerken door scherp- geformuleerde vragen aan het adres van den minister van oorlog. De Regeering moge een meerderheid in de Tweede Kamer hebben, dit zal toch niet be letten, dat de minderheid zich krachtig doet hooren, terwijl bovendien aan do rechterzijde wel enkele leden zitten, die de dure werkeloosheid des Ministers moede zyn. Vooral hoeft de zending, nu, van twee commission naar Denemarken en naar Zwitser land kwaad bloed gezet. In het midden latende of men aan het departement, waar dan toch de voorbereiding onzer militaire organisatie reeds lange jaren aan de orde is, niet op de hoogte zijn moeit van wat men nu in die landen bestudeeren gaat, en of juist die lauden ons een leerschool moeten bieden in zake kadervorming, militiooefening enzL maakt men er den minister een ernstige grief vin dat die zending (indien dan noodig) niet is geschied, toen de staatscommissie haar arbeid onder handen had. Dan toch had, onverwijld na de vaststelling van haar verslag, de minister jian het uitwerkop zijner plannen kunnen gaan en dan*had hij te ge lijkertijd de vruchten van het Deensche en Zwiï- serscbe onderzoek te zijner beschikking gehad, 4- vruchten wellte nu nog moeten gekweekt worden. „Is dit nu de Minister, wiens voortvarendheid en werkzaamheid zooveel zouden vermogen P aldus vraagt men. Bij het Kamerverslag M het geschokte vertrouwen int den Minister zich onbewimpeld uit spreken. D« hoer Seyffardt zal, vermoedelijk bij afzonderlijke bota, opnieuw de dringende noodzake lijkheid van uitbreiding bepleiten. Voldoet de Mi nister niét aan dien eisch, dan zal de heer S. weer een ontwerp van wet indienen, dan om twee lich tingen meer in dienst te houden,, telkens echter maar voor één jaar. Deze laatste bepaling van zijn ontwerp dient om het krijgsbestuur niet een voor-L wendsel te verschaffen met definitieve regelingen te blijven dralen vandaar die tijdsbepaling voor éen jaar. Want er smeten eindelijk eens spijkers met koppen worden geslagen." Aan een onlangs verschenen werk van Georges Batard over de vervoermiddelen te Parijs ontleent men de volgende bijzonderheden". De eerste, die te Parijs koetsen coches publics) tor beschikking van hot publiek stelde, was in 1637, een zekere mijnj heer Sauvagemen kon zijn koetsen per dag en per uur huren. Eenige jaren lator trad een tweedè ondernemer op en in 1657 eon derde, Charles Villerme, die ten slotte het kouinlyke privilege verkreeg, om aan de hoeken van straton, op openbar^ pleinen en andere daarvoor geschikte plaatsen in de stad Parijs en hare voorsteden een aantal karossenL calèches en rijtuigen rifet twee paarden te stationeef ren, en wel van 's morgens 7 uur tot 's avomty 7 uur, om deze aan hen, die daarvan gebruik wildeh maken, por uur, halfuur, of hoe dan ook, te verK huren. Blaise Pascal, do onsterfelijke schrijver vail de Lettres Provinciatesgaf den eersten stoot aan Wee, die werkeloos nederzit, en zich aan het verle- dene vastklemt, en meent zijne taak verricht te heb ben. Alles gaat vooruit misschien ontdekken wij het doel nog niet, maar wij weten toch, dat alles zich voortbeweegt! Wie het niet ziet, is een dwaas; wie het ziet, on werkeloos blijft, is een laaghartige Door de schuld, misschien niet van u, miaar van den tijd, ziet uwe familie den dag der schande aanbre ken; misschien begint juist nu voor haar de dag der wederopstanding, die voor allen noodig ié, Daarom, gy weet het, moet gij kiezen tusschen het leven en den dood. Welnu, zie eens, welk een velschil er bestaat, tusschen de illusies en de werkelijkheid! Uw vader weet nu, wat hem gisteren nog onmogelijk, dwaas zou toegeschenen hebben; hij weet, dat hem niets over blijft dan een naam een naam, die mooie lijk te dragen is. En de man door wiens hu- weliji met zijne dochter, hij zich byna vernederd gevoelde, heeft den moed om tot hem te spreken, om hem onverholen de waarheid te zeggen: deze vraagt niets, dan dat hij zich aan hem toevertrouwe, en, zonder tijd te 'verliezen, heden, terstond doe, wat ieder eerlyk man doen moot „Gij hebt hem gezegd?hij weet dus alles? „Zeker; hij heeft zich geheel aan mij toevertrouwd hij heeft weenend mijne hand gedrukt, toen ik hem beloofde, om alles te doen, wat raenschelyker wijze mogelijk was, om zijne eer te redden, en het over schot zijns levens minder bitter te «maken. Hij keurt alles goed, onderwerpt zich aan alles, en dankt mij voor alles. En gij? Gij hebt het ganscbe kapitaal van ukven vader op éóne enkele kaart gezet; en omdat hij geen geld meer had om u te geven, ten einde te bètalen, Wat gij eene eereschuld noemt, vervloekt gij u zeiven, vervloekt het leven, en wilt betalen, wat gé verloren hebt, met u een kogel door 't hoofd te jagén? f Eene eereschuld? Is mis schien de arbeid van den werkman, of bet brood van uw leverhncier geene eereschuld voor u? Maar laten wij dat daarlaten. Ook voor u, wil ik doen, wat ik kon." „Zeg niets meer! uwo woorden grieven mij diep; ik ben geen schurk." ik ook niet; en daarom spreek ik uding, ik ben zeker dat gij, na een „Dat zonder teru^ nacht vol bènauwde droomen, zult ontwaken, wat plicht u gebiedt, wat ge schuldig zijt; gij moet moedig als Vréeger, en doen. Vertel ine Ronduit, bekennen, ge moët u onderwerpen. Binnen één jaar, misschièn binnen zos maanden, zal het mogelijk zijn, alles te I betalen. Ik denk het wel. Maar ver geet niet, dat ge soldaat zijt; daar ligt de weg van i:-u voor wie dien gaat mot moed en eene de ziel de liefde tot het eer en piich heilige liefdi vaderland. „Gabrio! ik en gij reikt mi „Ons levei den eenen oi dus ons nietm was verloren, ik ging geheel te gronde, de hand is nog iets waard, omdat Italië het ons ideren dag vragen kan. Het behoort ser toe, Galeazzo, gij moet heengaan, en weer naar uw post gaan; bedenk, dat gij nog ié de eerste gelederen staat. Binnen korten tijd, morf gen misschien, zoudt ge mij weder naast u zien. indien hot noodig was, omdat ik Italië nog even liefheb als vroeger. Ga heen, en laat niemand ieti merken van den waanzin, die over u gekomen is;j wij zullen elkander spoedig wederzion. En Beltra- molo, die arme soldaat, die, beter dan gij, heeft ingezien wat zijn plicht was, zal u volgen, en u even trouw en gehoorzaam dienen, als altijd. Ik zal p schry ven, u van uwen vader en uwe familie vertellen^ en ik hoop, dat een minder treurige tijd voor ui voor hen, voor ons allen zal aanbreken. Intusschen» wilt ge geld hebben? Spreek nu maar in eensj hoeveel hebt gij noodig?" „Neen, voor het oogenblik heb ik genoeg, voor het nieuwe leven, dat ik wil boginnen. Ik zal doen wal[ gij zegt; vóór de avond valt, zal ik reeds weg zijn."! „Maar, zeg niet aan Caïnilla, dat gij vóór dep uaclit heengaat; zij mocht zich ongerust maken, en \i hier willen houden." „Ik zal liet ïiiet zeggen." „Vaarwel dan; vergeet niet, dat wij zoo goedalsj broeders zijn. Eens, op een dag die door gee» enkelen Italiaan vergeten zal worden, stonden wy naasti elkander, en wy wisten toen, dat ons leyen niet nut-f teloos was Do strijd is nog niet geëindigde voor u, evenals voor mij, begint die eiken dag op» nieuw. Men leeft niet van hot verledene! Wordt vervolgd.) hst in het leven roepen van een geregelden dienst tusschen de Bastille en het Luiemhourg. Men liet op die lijn eerst zeven karossen rijden, elk met acht plaatsen en de dienst was door een konink lijke ordonnantie geregeld. Dat is de oorsprong der omnibussen. In het jaar 1666 stationeerden de gebroeders Francini rijtuigen, welke voor het eerste uur 20, voor elk uur meer 15 sous kostten. Het eerste reglement op die rijtuigen dagteekent van 1669het verbiedt onder anderen den koet siers hunne paarden op do publieke straat te voederen en hunne rijtuigen zoo te plaatsen, dat het verkeer er door wordt belemmerd. Onder het eerste keizerryk nam bet aantal rytnigen van allerlei soort toe tot 12000 en begon men van de stationeerer.de rijtuigen staangeld te heffen. In het jaar 1819 waren er ongeveer 22,000 rijtuigon. In het jaar 1852 telde men: 352 rijtuigen voor den dienst in de buiten wy ken, 733 cabriolets, 912 fiacres en 2798 andere huurrytuigenmet de eigen equipages te zamon schatte men het aantal voer tuigen op ongeveer 9000. Een koetsier verdiende toen 3.50 frs. per dag; wat hij ontving, moest hij aan den ondernemer afdragen. Wanneer hij voor eigen rekening rijden en wat hij ontving voor zich zelf houden wilde, dan betaalde hij den ondeir- nemer per dag gemiddeld 12 a 15 fr. voor hupr van paard en rijtuig. De tegenwoordige omnibus sen kwamen te Parijs den 30 Januari 1828 voor hét eerst in gebruik. In den beginne werden zij zeer koel ontvangen, maar al spoedig vielen zij zoozeer in den smaak, dat zich verscheiden maatschappijen vormden, deels onder zeer eigenaardige namen, zoo als: „Tricycles*" „Favorites," „HirondeUes, enz. De overstapkaartjes verschenen in 1886, de imperiale voor 15 centimes in 1853. Twee jaren later smolten al die maatschappijen tot één enkele samen; deze beschikte over 347 wagens, die jaarlyks 36.000.000 menschen vervoerden. Tegenwoordig loopen er in Parys 330 tramwagens, 650 omnibussen (op 34 lijnen), 8713 huurrijtuigen van verschillende maat schappijen en verhuurders, 200 niet genummerde huurrijtuigen en 43000 eigen equipages. Rekent men daarbij nog al de goederen- en meubelwagens, dan komt men tot een getal van 80000 wagens van allerlei soort, die onafgebroken het plaveisel van Parijs heryden. Dan moet men zich toch' zeer zeker nog altijd verwonderen, dat er betrekkelyk zoo weinig menschen worden overreden. De straat, waar de meeste rytnigen passeeren, is de Rue Rivoli; men telde daar op één dag 42.875; wie dus daar, ergens gaat staan, ziet, dag en nacht dooreen henomen, elke twee seconden een rijtuig langs zich heen rollen, overdag minstens tienmaal zooveel als 's nachts. Dan komt de Rue de Havre, de Boulevard des Italians, het Bastillepleiu, de Avenue de l'Opera enz. De stilste straat is do Rue de Chaillot, daar passeeren slechts 352 per dag. Van de bruggen ziet de Pont Royal de meeste rijtuigen, namelyk 6192 per dag. Al deze cijfers golden van voor de tentoonstelling; inmid dels zal bet aantal zeker nog aanmerkelijk groo* ter zijn geworden. Zaterdag avond te 11 uur 20 miniiten heeft bij het station Schaorbeek, eeno van Brussels voorste den, op het snijpunt der Luiksche en Antwerpscbe lijnon, eene botsing plaats gehad tusschen den nacht trein BrusselKeulen en eenen van Antwerpen komenden goederentrein, welke wonderbaarlijk genoeg zonder persoonlijke ongelukken is afgeloopen. Toch zijr. de beide locomotieven en tenders, die juist Up het snijpunt schuin tegen elkaar zyn ingereden, totaal vernield, en is van den goederentrein geen enkele wagen ongeschonden gebleven. .In den nacht trein waren een dertigtal passagiers, die door den schok heen en weer geslingerd zijn, maar geen hun ner is gewond. In Oostenrijk zijn de landdagen geopend, in Hongarije is het parlement teruggekeerd, in Servië heeft Zondag de nieuwe Skoepschtina haar arbeid aangevangen. In don Boheemschen landdag ontbreekt, zooals zij te voren heeft aangekondigd, de Duitsche party weder op hot appél. Zonder zich om de afwezigen, die absoluut in bup oog ongelijk hebben, to bekom meren diendon de jong-Czechen onmiddellijk een ontwerp van een adres aan den keizer in, waarin zij onder verwijzing op de geschiedenis der politieke rechten van Boheme sedert 1527 den souvore.u ver zoeken de administratieve zelfstandigheid van hun and te herstellen. Van hun voornemen om den eizer uit te noodigen zich tot koning van Bohemon o inten kronen hebben zij afgezien. a 0en zöer heftig debat, waarin van de eene zij» e voorgesteld werd het wires aan een commissie terwijl van de andere zijde verlangd werd dadelijk tot de tweede lezing over te gaan, is besloten het adres bij de eerste lezing aan |een grondig debat te onderwerpen. Met belangstelling ziet men in deze de houding der oud-Czechische party tegemoet. Naar men verzekert, willen de feodalen het adres verwerpen, wijl zy geen steun schenken willen aan een party, welke door den keizer streng veroordeeld wordt. En laten wij er zonder schroom bijvoegen door hen zeiven evenzeer. De feodale adel in Boheme heeft een doodelyken angst voor de vurige, radicale politiek der jong-Czechen, wier partij, getuigen de jongste verkiezingen voor den landdag, steeds aan kracht wint. Niet minder gevaar voor hun eigen invloed zien de oud-Czechen in de toenemende uitbreiding van do partij hunner jongere broeders. De adel en de oud-Czechen, evenzeer als de regeering, begrijpen zeer goed, dat hun feodale, clericale en reaction- naire politiek ernstig bedreigd wordt door de jong- Czochen, die onder Gregr's leiding met jeugdigen yver en moed het oude bestrijden en voor het nieuwe kampen. Met recht vreezen de oud-Czechen, dap het den jong-Czechen spoedig gelukkeu zal hen in de leiding der nationale partijen op den achtergrond té dringen, waarom het dau ook twijfelachtig is of zij boven genoemd adres zullen steunen. Belooft de zitting van den Boheemschen land dag belangryk te zijn, een niet minder geanimeerde parlementaire veldtocht is, zooals wij vopr eenige dagen schreven, in Hongarije te voorzien. In de eerste zitting reeds, Zaterdag, heeft de oppositie niet minder dan vier interpellaties ingodiend. Overigens weet Tisza zelf zeer goed dat do oppositie by haar aanvallen op de regeering hem persoonlijk tot haar doelwit heeft gekoz^n> maar luidens zyn eigen verklaring, dezer dagen voor zijn kiezers afgelegd, zal de minister-president zich geen vrees aan laten jagen. Hy is vast besloten de grond wet des lands tegen straatoproer te verdedigen, de wetten des lands te doen eerbiedigen en te ver hinderen, dat do binnenlandsche vrede verstoord wordt. Uit de rode voeringen, welke zijn politieke tegen standers eveneens voor hun kiezers hieldèq, blijkt intusschen,*dat de parlementaire rusttijd [geenszins hun haat tegen don minister-president verminderde en dat de oppositie vast besloten is Tisza tot het uiterste te dryven, zoodat de nieuwe zitting van hot parlemeut misschien nog menige verrassing belooft. Gisteren gaven wij een uitvoerig oveijzicht van de sinds leng aangekondigde groote politieke rede voering van den Italiaanschen premier Cijispi. Die rede maakt een gunstigen indruk en zat wellicht bydragen de minder juiste denkbeeldeii weg te nemen, welke tegenwoordig de rondto doe|n en zoo als 't moer gaat, geloofd worden zonder nader onder zoek. Dit ia o. a. het geval met het verwyt, dat Italië's minder gunstige financiëele toestand moet worden geweten aan het vervallen van helt handels- tractaat met Frankrijk, terwyl dit weer hbt gevolg zou zyn van Italië's verkeerde politiek. De waarheid is dat ook zonder de politiek Frankrijk het handals- tractaat met Italië zou hebben opgezegd. De oude handelstractaten stiooken niet met do protectionisti sche mode, welke over Frankrijk gekomen is in den laatsten tijd. Daarbij komt dat Frankrijk gjeheel vry wil worden in zijn handelspolitiek tegenoveif Duitsch land, dat zich tot heden steeds kau beroepen op de clausule in den vrede van Frankfort van meest be gunstigde natie. In 1892 houdt het laatstè handels- tractaat van Frankryk op en vóór dién tjjd zal Frankrijk waarschijnlijk met geen enkele Mogend heid een tractaat meer aangaan. Te Parys wordt verzekerd, dat de Regéoring last heeft gegeven, dat „Graaf" Dillon, wannoor hij over de grenzen komt om, vertrouwend op zijn mandaat als afgevaardigde Parys toru& *to zien, onmiddellijk zal worden gearresteerd. Boulanger jkan nog vinnig zyn. Hy heeft aan Arthur Meyer van de „Gaulois" het volgend telegram éezondon Ik heb uw artikel in de „Gaulois" van lljdezer ge lezen. Ik heb u steeds tot alle domheden in staat geachtik weet nu, dat gij bekwaam zyt tot alle verraad. Ik zend u do verzekering van mijn innige verachting." Do verkiezingen voor den Badenschen j Landdag zyn nog niot afgeloopen, maar de samensteilliug der kiescollegiën geeft nu reeds do zekerheijd dat de ultraraontanen eenige zetels in de Tvgeeder Kamer zullen winnen. De nationaal-liberalen echtër behou den de meerderheid. Het Engolsche Parlement is verdaagd vanl 16 Nov. tot 1 Febr. De Oosteurijksche regeering houdt steeds waakzaam oog op hetgoen in Servië voor* blijkt wel uit een artikel van het Weener blatt, waarin protest wordt aangeteekend heftigen toon, dien do radicale pers te tegen Oostenrijk aanslaat. Het orgaau van graaf een alt. Dit Fremden- en den Igrado Kalnoky doet uitkomen, dat het niet bevorderlyk kan zyn voor 3e goede betrekkingen tusschen de beide Staten, indien de organen der regeerende partij zich in Servië op dergelijke wijze uitlaten. Wat de radicalen in het schild voeren, is nog onzeker. Nu weer heeft de regee/ing verlof verleend aan 1200 Montenegrijnen om zich in Servië te ves- tigen. Zelfs heeft de Servische regeering een beroep gedaan op de openbare liefdadigheid, ten einde dezen inmigranten de middelen te verschaffen, zich behoorlijk in hun nieuwe woonplaatsen in te richten. Men beweert, dat de Montenegrijnen, die steeds dergelijke diensten op het Balkanschiereiland bewij zen, bestemd zijn om zoo noodig bij een omwente ling een handje te helpen. De Regeering ontkent dit, maar toch ziet men te Bolgrado deze rumoerige gasten niet zonder wantrouwen Servië binnenkomen. In Denemarken duurt het geschil tusschen de liberale meerderheid in het Folkething en het conser vatieve ministerie Estrup voort. Daar de Kamer de begrooting niet wil behandelen, moet de koning elk jaar een buitengewone financieele wet uitvaardigen, waart >j de ministers gemachtigd worden de belas tingen te innen en de gewone uitgaven te doen. Eeri dergelijke wet werd den laten April uitge vaardigd, maar deze wet moest door de regeering, nu het Folkething zijn arbeid weêr heeft begonnen, terstond aan de goedkeuring der volksvertegenwoor diging worden onderworpen. Zoo althans oordeelde de meerderheid. De regeering dacht er echter anders over en -deed dit niet, waarop de Kamer, op voorstel van den afgevaardigo Holstein uit Ledreborg, met 53 tegen 17 stemmen besloot, de door den koning uitgevaardigde wet voor ongel dig to verklaren. Een bijlegging van het geschil, hetwelk reeds zoovele jaren dunrt,is dus ook nu niet te wachten. Iemand, die door een eenvoudig middel van 23jarige doofheid en van geruiscli in de ooren genezen is zal de beschrijving van dat middel in het Hollandsch gratis eenieder op aanvraag toezenden. J.H.NiCHOtsoN 21 Bedford Square W. C. London. VEILING 16 OCTOBER 1889. te Moordrecht. Huis, get. 198, Schuren, Kleingarenbaan, ErVen en t64 a. 80 c. Weiland te Moordrecht 3900. k'. A. Verburg. 2 h. 81 a. 60 c. Weiland aldaar 6950.kr. W. Tom. 1 h. 59 a. 2 o. Weiland aldaar 3900.kvL. Exalto. Huis, Koetshuis en Stal aldaar 1100.k'. J. vau Gennep. MAItKTBERICHTEN. Gouda, 17 October 1889. De graanmarkt verkeerde hedon in een teer vaste stemming. De kleine aanvoer ruimde dan ook zeer vlug op tot ruim vorige prijzen. Tarwe. Jarige Zeeuwsche 7.10 a 7.40. Nieuwe dito 7.50 i;/ 7 80. Mindere dito 7.J 7.25. Nieuwe Polder 5.75 a f. 6.25. Afwij kende 5.50 a /i 5.75. Roode Tarwe'/6.a 6.25. dito Angel f 6.60 a 6.70. Rogge Zeeuw sche 5.25 a 5.60. Nieuwe Polder 4.— a 4.50. Buitenlandsoho per 70 KG. 4.60 a 4.80. Gerst Winter 4.50 a f 4.75. Zomer 4.25 a ƒ4.60. Chevalier 4.75. Haver: per Heet. 3.35 a f 3.75, per 100 kilo 6.75 a 7.25. Hennepzaad: Nieuw Inlandsch f 7.ii 7.25. Buitenlandsch 5. a 5.25. Erwtenkookerwten 8.a f 8.50, niet kokende 5.75 a 6.Boonen bruine- boonen f 8.75 a 9.50, dnivenboonen 6.60 i f 6.80, paardenboonen 5.a 5.90. Kanarie zaad': 7.25 a 8.— Maïs por 100 'kilo: Amerikaansche Mixed 5.80 a 5.90. Odessa f 5.70 a 5.80. Cinquantine 6.50 a 6.75. De veemarkt met goede aanvoer, handel vlug prijzonj iets mindér. Vette vark'ens, goede aanvoer, handel vlug, 23 a 27 ct. per half kilo, varkens voor Londen, tamelijke aanvoer, handel gewoon, 221/, a 23 ct., magere biggen, goede aanvoer, han del iets minder dan gewoon, 1.20 a 1.60 per week, vette schapen, tamelijke aanvoer, handel willig, 20.a 30.weilammeren, goede aan voer, handel willig, 10.a 20.Graskal veren, goede aanvoer, handel zeer vlug, 40a 105.—r. Aangevoerd 70 partgen kaas, handel vlug, 1ste kwaliteit 27.29.—, 2de kwaliteit/23. a 26.—. Zwaardere 30.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2