BINNENLAND.
1
Daarenboven ljjden de adressen byna alle
aan groote overdryving. Indien b.v. het
Goudsche in de Kamer komt, dan zullen de
leden, «die tocb ook geacht mogen worden
geen .vreemdelingen te zyn in de staatkundige
geschiedenis van onzen tijd, zeker vragen
«Ernst of kortswjjl Leerplicht moet nood
zakelijk in de schoolwet staan, zegt men
thansmaar gij, liberalen, hebt jaren lang de
meerderheid gehad, onze beide schoolwetten
zjjn van 0 afkomstig, waarom hebt gij dan niet
den leerplicht daarin opgenomen Het is thans
voor het eerst, dat de liberalen in de Tweede
Kamer uitoppositie tegen de tegenpartij zich
als één man in beginsel vóór den leerplicht
verklaard hebben, maar leert niet de onder
vinding dat dit niets bewijst en dat dezelfde
partij, weder regeering geworden, voorwendsels
genoeg kan vinden om de toepassing van dit
beginsel voorshands te verschuiven V Eene
kleine i vergrooting van het aantal leerlingen
in de klassen, verplichte schoolgeldheffing van
een paar dubbeltjes 's maands enz. hoe af keu-
ringswaardig op zich zelf zullen zeker niet
het volksonderwijs ten ernstige bedreigen.
Indien men deze adressen leest, krijgt men
den indruk, dat eenige snoodaards het toege
legd hebben op het leven der openbare
school, terwijl de waarheid is dat eenige libe
rale vaderlandslievende mannen, met een
bloedend hart doch door plichtsgevoel gedre
ven, enkele offers hebben gebracht ten einde
te gemoet te komen aan niet uit de lucht
gegrepen bezwaren van andere ernstige en
vaderlandslievende mannen van andere richting,
die insgelijks hun overtuiging geweld aan
deden en hun eischen zoo laag mogelijk
stemden om tot een draaglijk verdrag te
komen.
Het bovenstaande hadden wij geschreven,
toen ons in handen kwam de N. Rott.
Courant van Zaterag), dat een artikel van
prof. R. Fruin bevat, geheel geschreven in
onzen geest. Daarheen verwijzen wjj onze
lezers, die in deze zaak belangstellen. Wat
wjj meenen en gevoelen, wordt daarin beter
gezegd dan wij het zouden kunnen doen.
Waardeering verdient een liberaal als deze,
die niet uit vrees voor verkeerde beoordeeling
of tijdelijke impopulariteit onder de zijnen
openhartig zegt, wat hij over deze gewichtige
quaestie denkt. Zijn bezadigd woord verdient
gezette overweging.
GOUDA, 28 October 188*9.
Donderdag is te Verviers voor de correctioneele
rechtbank behandeld een proces van de administratie
der invoerrechten en accijnzen tegen zekeren heer
Meyers, wegens frauduleuzen invoer van alcohol
it Duitschland. De eisqh strekt tot betaling van:
fr. 439,920 wegens niet betaald invoerrecht; b.
;r. 4,399,200 wegens boete ten bedrage van het tien
voudige van het niet betaalde recht; c.»fr. 93,600,
lijnde do waarde der gesmokkelde waren, en d.
tr. 355,160, zijnde de waarde der middelen van
ervoer, yoor het smokkelen gebezigd, of te zamen
fjr. 5,287,880.
I Eene doeltreffende straf! en een waardig tegeu-
anger van het vonnis, dat een misdadiger ter dood
eroordeelde, vervolgens tot levenslange gevangenis
straf en daarna tot het plaatsen onder politie
toezicht gedurende 10 jaren. De beklaagde was
tjir terechtzitting aanwezig, maar de behandeling der
zaak kon wegens de noodzakelijkheid eener nadere
instructie geen voortgang hebben. De fraude is
gepleegd door middel van blikken bussen, welke
ie heetten te bevatten; uit de getaxeerde waarde
er gesmokkelde waar blijkt, dat de ambtenaren te
erviers ook al niet zeer scherp toezien.
Onder den titel: //Het Vlaamsoh voor de recht
bank", verhaalt het Handelsblad van Antwerpen
het volgende omtrent eone terechtzitting der correc-
tijoneele rechtbank te Brussel.
De beklaagde is een Limburger, die geen Fransch
verstaat, de bestolene een Waalsch horlogemaker,
die geen Vlaarasch verstaat en zijne verklaring als
getuige in het Fransch aflegt. De advocaat, de
hoer Féron, spreekt geen Vlaamsch en vraagt
onmiddellijke invrijheidstelling in het Fransch,
wélke conclusie het openbaar ministerie in het
Vlaamsch bestrijdt. Iucidenteel beslist de rechtbank
in| het Fransch tot verwerping der conclusie van
den vordediger. ,Nu moot de bestolene, van wiens
verklaring de beklaagde niets verstaan heeft, weder
onder eede worden gehoord, maar nu met behulp
van oen. tolk, daar de beklaagde, overeenkomstig
he{t bij de wet toegekend recht van keuze, de zaak
in het Vlaarasch behandeld Wilde zien. In die taal
werd ook hot requisitoir uitgesproken, maar de
vordediger pleitte, nadat de beklaagde daarin had
toegestemd, iu het Fransch. Eindelijk zou de recht
bank iu het Vlaamsch uitspraak doen, maar daar de
voorzitter deze taal niet voldoende machtig is, gaf
hij de leiding over aan den rechter Behaegel.
Men heeft in de geneeskunde vernuftige toe
stellen uitgedacht, met behulp waarvan men lij
ders aan asthma au teringachtige personen mot
samengepèrste lucht behandelt, en zoo is de aero-
tholrapie ontstaan. Maar nu heeft dr. Lindley, te
New-York, er op gewezen, dat de natuur-zelve
samengedrukte lucht ter beschikking van belang
hebbenden heeft gesteld, zonder dat er de me
chanica bij behoeft te pas te komen. Alleen moet
men er eene reis voor doen, doch dit schrikt
natuurlijk geen Amerikanen af.
Genoemde geleerde zet zijne patiënten niet
onder glazen klokken ufet samengeperste lucht,
doch zendt hen, op hunne kosten wel te verstaan,
naar een van die vrij zeldzame landstreken, welke
aantnerkelijk lager liggen dan het vlak der zee
eu I waar dus de drukking van den dampkring
gropter is. De voornaamste dezer plaatsen zijn
de vallei van den Jordaan, die 1200 voet beneden
het j zeevlak ligtde oevers der Caspische zee,
op 1225 voet; het jneer Asscl, in Abessynië, op
760 voet; de oase van Scivuh, in dewoestgu
van Lybië, op 120 voet;de oase Araj, in die.
zelfde woestijn, op 266 voet; de arroyo del
Muerto, in California, op 225 voetde vallei
van Conohilla, in Californië, op 268 voet beneden
den zeespiegel, enz.
Nu is het wel te vreezen, dat deze opsomming
de asthma-lijders der oude wereld niet erg zal
aanmoedigen er de reis op te wagen, want Abes
synië en de Lybische woestijn zijn toch maar
herstellingsoorden van twijfelachtige veiligheid.
Merkwaardig blijft het evenwel, #at de opper*
vlakte van den aardbol hier en daar, b.v. in het
Jordaandal, diepten heeft, waarin een Eiffeltoren
geheel verzinkt.
Een hond, die telephoneoren kan, of het al*
thans vrij gauw zal leeren, is Jimmyhet huisdier
van een mijn-ingenieur, die nabij Glasgow zijn
kantoor heeft. De hond was hem door een vriend
ten geschenke gegeven en deze vroeg op zekeren
dag door de telephoon, hoe Jimmy het maakte.
//Uitstekend" was het antwoord. //Hij ligt juist
aan mijn voeten, ik zal hem optillen om te zien
of hij uw stem herkent." Dit gebeurde en de
vroegere eigenaar riep door den draad //Hallo
Jimmy f" Jimmy scheen het verstaan te hebben,
want pauwlijks was hij op de grond gezet of
hij rende de deur uit naar de woning van zgn
ouden baas, djen hij met vroolgk geblaf te
gemoet sprong.
De Londensche correspondent van een Duitsch
blad weet een \ermakelijk voorval te verhalen, dat
eenigen tijd geleden in het parlement van Nieuw-
Zeeland zou hebben plaats gehad. Het parlement
behandelde eene nieuwe wet, die zoo zeer de aan
dacht der volksvertegenwoordigers bezig hield of
waarvan de behandeling door de oppositiepartij
zoodanig [vertraagd werd, dat ten laatste ook de
hardnekkigste verdedigers der regeering slaap kregen.
Op zekeren nacht hield een zwaargeladen wagen
voor het parlementsgebouw op. De wagen bevatte
dekens, matrassen en kussens voor 30 leden der
regeeringspartij. In alle stilte werd het beddengoed
in het gebouw gesmokkeld en in de kamera der
vertegenwoordigers verborgen, welke daarna zorg
vuldig gesloten werden. Op deze wgs hoopten de
verdedigers der belangen des vaderlands het nuttige
met het aangename te kunnen vereenigen.
De heoren hadden echter buiten de oppositie
gerekend. Twee leden daarvan hadden lont geroken,
klommen, door de duisternis begunstigd, door een
venster in de kantoren en wierpen de 90 stuks
raatrassen, kussens en dekens in de vertrekken der
oppositieleden over.
Natuurlijk werd deze krijgsmanoeuvre weldra
ontdekt, maar do oppositie wilde haar buit niet
teruggeven, voor de vijand beloofd had, ze dadeljjk
naar do firma, waar ze gekocht waren, terug te
zenden.
Een Oostenrijker, de heer Siersch, directeur der
dynaraietfabriek te Presburg, heeft de .menschheid
aan zich verplicht door de samenstelling van eene
ontplofbare stof, ecrasiet gedoopt, die dynamiet, meli-
niet enz. enz. in verwoestende kracht ver overtreft.
Bij eene proefi te Pola werden drie aan elkander
niet, omdat de vrijheid en de zedelijke onafhanke
lijkheid, die dagelijks meer doordringen in het leven
der volkereft en natiën, voor hem de geest en het
licht van het christendom zijn.
Zijne rtudies en deze dagelijksche kwellingen, die
hem deu slaap en de kalmte ontnam, hadden zijne
gezondheid geknakt, zooals een droge kuch hem
duidelijk deed bemerken. Op zekeren dag kreeg hij
een brief, met het bisschoppelijke zegel, waarin hem
bevolen i werd, om binnen drie dagen voor de curie
te verschijnen. Het verbaasde hem wei eenigszins,
doch verontrustte hem niet; hij begreep wel, wat de
oorzaak was, van die onverwachte oproeping, en,
verwondórd, dat hij nog vijanden had, die zijner
gedachteh, glimlachte hij treurig, en zeide; «Ik zal
morgen vertrekken."
Het was in het midden van December; het was
guur, de natuur was even treurig en droevig als
zijne gedachten. Op de toppen der Alpen, die hij
te voet moest overtrekken, blies een sterke noor-
dewind; de verdere reis legde hij af op eene open
kar, onder eene sneeuwjacht, die den ganschen dag
niet ophield. Toen hij bij de eerste huizen van de
stad kwam, voelde hij zich zóó vermoeid en afgemat,
d»it hij lijever in eene ellendige herberg in de voor
stad wilde blijven; en nadat hij zich bij het keuken
vuur gedroogd had, ging hij naar het sombere ka
mertje, dat hem was aangewezen, en legde zich te
bed. Deh volgenden morgen haastte hij zich, om
naar de purie te gaan, daar hij verlangde, om ten
minjate mot zijn bisschop te sproken, die hem steeds
metl goedheid en. toegevendheid behandeld had.
hjtaar toen hij aan het paleis gekomen was, liet
mep hem eerst lang wachten, en toen werd hem ge
zegd, dat raonsignore ziek was, maar, dat in zijne
plaats monsignor de vicaris hem audiëntie geven zou.
De abt volgde den welgedanen kamerdienaar, die
hem! de boodschap bracht. Zijne vrees had hem niet
bedrogen. De, laster, de achterdocht, misschien ook
de nijd van hen, wien het reeds vroeger gelukt was,
om pem bij zijne superieuren in oon kwaad daglicht
te sjtellen, begonnen hem weder lagen te leggen;
zij Wilden hem, zoo mogelijk, in het ongeluk storten.
Mlonsignore ontving hem met groote deftigheid, en
gaf nem door een teekeu te verstaan, dat hij mocht
"gaan zitten. Toen qprak de vicaris het eerst, en uit
zijne wijdloopige frases bleek alles, wat hij, niet ver
moedde, maar voor zeker hield; vooral sprak hij van
de gehechtheid van den abt aan eene welbekende
partij onder de geestelijkheid, die zich reeds ernstige
berispingen van de zijde van het kerkelijke gezag had
op den hals gehaald. En op een bitterzoeten toon,
eindigde hij, met te zeggendat hij verwachtte, dat
de apt spoedig en openlijk zijne onderteekening van
een bekend adres, zou terug nemen; indien hij het
niet deed, en zoo hij niet openlijk brak, met sommige
onwaardige en gevaarlijke vrieftden, zou men, na deze
waarschuwing, zwaardere straffen op hem moeten toe-
passei; zooals de kerkelijke tucht niet alleen aanraadt,
maar i Uitdrukkelijk aanbeveelt.
De abt wilde antwoorden, maar het antwoord be
stierf op zijne lippen, en hij fluisterde oenige woor-
dpn, die noch eene verontschuldiging noch eene
tegenwerping waren. En monsignore stond op, maar
veel trotscher dan te voren, groette hem oven met
de hand, ed ging toen heen.
Later bevond de abt zich in een hoek van eene
berookte koffiekamer; hij was verstoord en ontevreden
op zichzelven, omdat hij geen woord geantwoord had,
en dit stilzwijgen licht voor onderwerping zou aan
gezien kunnen worden. Eenige jonge lieden, die in
de naaste kamer biljart speelden, keken schuins naar
dien mageren, schralen priester; in het eerst merkte
hij het niet. Maar toen een van de troop, wien de
tegenwoordigheid van een priester hinderde, met op
geheven hand naar den hoek wees, waar hij zat, en
zijn gesprek voortzette onder het gelach van zijne
makkers, stond de abt met kalmen ernst op,
luisterde. Hij hoorde dat er in het algemeen ge
sproken werd van priesters en monniken, van dienst
meisjes, en van oude kwoselaarsters, van do heilig0
kerk; hij begreep niet alles, maar enkele zinnen
waren maar al te duidelijk; één van hen brak in
een schaterend gelach uit. De priester verbleekte;
het bloed vloeide terug naar zijn hart, dat dreigde
te barsten. Maar sterker dan zijn toorn, was zijn ge
voel van afkeer en verachting. Hij onderdrukte een
zucht, stond op alsof hij niets gehoord had, en zeide in
zijn hart: //Genade, o Heer, voor hen die uwen naam
smaadheid aandoen!" Wordt vervolgd.)
gevoegde ijzeren pantserplaten, elk ter dikte van
30 centimeter, beschoten door met ecrasiet gevulde
granaten. Bij het eerste schot doorboorde de stalen
punt der granaat de eerste en tweede plaat, bleef
in de derde zitten en bracht bij de ontploffing zulk
eene vorwoesting te weeg, dat er bij gepantserde
vaartuigen aan het stoppen van een dergelijk lek
niet gedacht zou kunnen worden.
De vernielingskracht van ecrasiet bij muurmerk is
onweerstaanbaar. Bij Olmütz beschoot men een ver
laten fort; bij het 10e schot was het fort zoo ver
woest, dat geen enkele kazemat meer eene schuil
plaats' aanbood en het noodzakelijk was het fort af
te breken en op te ruimen, hoewel men het gaarne
nog voor latere oefeningen had behouden.
Daar de Oostenrijksche Regeering pogingen doet
om het geheim van den heer Siersch te koopen en
het dan voor zich te behouden, staat te vreezeu, dat
de algemeene beschaving er voorloopig nog de vruch
ten uiet vau genieten zal.
In het October-nommer van de Economist lever
prof. H. B. Greven een overzicht var. de bepalingen
der Duitsche rijkswet tot verzekering vau werklie
den tegen invaliditeit en den oudén dag. Met deze
wet is een nieuwe belangrijke stap gedaan op den
sedert 1883 betreden weg. De verplichte verzeke
ring is thans aangenomen voor de gevallen van
ziekte, ongelukken in het bedrijf, invaliditeit uit
welken hoofdb ook ontstaan en aan alle werklieden
ook aan hen, die nog tot eenigen arbeid in staat
zijn, is van hun 70 jaar al een klein pensioen ver
zekerd. Er blijft alleen nog over de regeling der
weduwen- en weezenpensioenen. De regeoring waagde
het niet, thans reeds tot invoering dezer pensioenen
over te gaan wogens de groote geldelijke lasten daar
aan verbonden. Men berekende, dat bg een wed uw-
geld vav slechts 60 Mk. 'sjaars en 30 Mk. voor
ieder kind, de jaarlijksche kosten 119*/* millioen
Mk. zouden bedragen. Men wil er daarom niet
toe overgaan vóór de verzekering tegen invaliditeit
in volle werking is, en prijzen, w.nsten en loonen
zich in den nieuwen toeetand hebben gevoegd. Toch
zgn ook de nagelaten betrekkingen eenigermate ge
holpen, en wel door 31 der wet. waarbg is be
paald, dat, na ovdrlijden van een verzekerde, ten
wiens name gedurende meer dan vgf jaar is bijge
dragen, de helft der hedane stortingen zal worden
uitgekeerd aan zijne weduwe of aan zijne kinderen
beneden 15 jaar.
Het overzicht wordt besloten met de opmerking,
dat dit in den tgd van 6 jaren reeds de derde
groote wet is, die in het Duitsche Rgk tot stand
gekomen is tot verzekering van de arbeidende
klasse tegen de ongevallen des levens. Zelfs princi-
pieele tegenstanders zullen eerbied koesteren voor
zoo groote wetgevende kracht I
z/Zooals deze wet ten slotte is vastgesteld zal zg
iustemminh of teleurstelling wekken al naar het
standpunt, waarop men zich plaatst. Het onbe
twistbaar gevolg zal zgn, dat eens honderdduizenden
bevrgd worden van de droevige noodzakelijkheid,
zich na eon leven van arbeid tot een armbestuur
te moeten wenden om bedeeling. In plaats van
het beschamend gevoel, onderhouden te worden, zal
het bewustzijn treden van een verkregen recht,
waartoe zij in hoofdzaak de vereischte middelen
zelf hebben verdiend' Ook de zoogenaamde bijdra
gen der werkgevers toch maken deel van hun
arbeidsverdienste uit.
//Maar dit pensioen het moet worden erkend
blijft voor die arbeiders, die in hun krachtige jaren
ruime verdiensten genoten hebben, noch recht pover.
De ervaring zal moeten uitmaken, of door deze
wetgeving in waarheid eene betere verhouding tus-
schen werkgever en werkman zal intreden. Niet
onwaarschijnlijk is het, dat in dit opzicht de geheele
werkliedenverzekering weinig zal baten, zoodanig het
recht van vereeniging der arbeiders in Duitschland
in de praktijk een doode letter blijft.
//Op niet minder dan 12 millioen verzekerden zal
de wet van 1889 van toepassing zgn. Het Duitsche
rijk neemt met deze wet eene proef op reusachtige
schaal, en andere volken, wier wetgevende machine
zoo vlug niet. werkt, en bij welke de openbare
meening nog niet luide genoeg spreekt, zullen met
de ondervinding in Duitschland opgedaan, hun voor
deel knnnen doen. Maar iutusschon wachte men
zich in ieder geval hiervoor, om hun, die ook bij
ons de verplichte verzekering voorstaan, de vraag
voor de voeten te werpen, of zij dan in ons vrij
heidlievend land het geheele Duitscho regeeringsstel-
sel willen overplanten. De bevrediging, die, waar
net vrge woord onderdrukt wordt, niettegenstaande
allerlei welwillende wetsbepalingen uitblijft, zou al
licht daér bereikt worden, waar men nog in tijds
aan de alsoude vrijheid eene wijze sosialo wetgeving
wist te paren."
Nog is in Frankrijk's hoofdstad de wereldtentoon
stelling niet geëindigd, of men heeft reeds weer be
dacht waarmee men volgende jaren de Farijzenaars
zolve zal kununen bezig houden, en meer nog, waar
mee men dan den stroom van vreemdelingen, welke
zich dit jaar zulk eeno diepe bedding heeft gevormd,
in beweging zal kunnen houden.
Een der jongst ontworpen plannen om tot dit doel
te kunnen komen is om te Parijs eik jaar een groote
kermis te houden, een jaarmarkt van langen duur,
waar de producten, uit onderscheiden oorden aange
voerd, zullen verhandeld worden tusschen menschen,
uit niet minder onderscheiden plaatsen saaragestroomd,
en waaruit niet slechts de Staat, maar ook de ver
schillende hotels, cafés, magazijnen ek //ondernemers
van vermakelijkheden" belangrijk voordeel zouden
kunnen putten.
Deze gedachte, of wel dit plan heeft weer meer
dan anders de aandacht doen vestigen op de groote
jaarmarkt te Nischni-Novgorod, de sinds zoovele jaren
reeds algemeen bekende jaarmarkt in het oosten van
ons werelddeel.
Onder de beschrijvingen dezer zoo belangrijke
Russische jaarkermis in verschillende bladen^voorko-
mende, is de volgende niet onbelangrijk.
De stad Nischni-Novgorod is de hoofdstad van
het gouvernement van dien naam. De grond dezer
Srovincie is grootendeels vlak en vruchtbaar; het
lidelijk aan de Wolga gelegen deel is heuvelachtig,
het noordelijk deel is meer moerassig en boschrijk.
De wouden zijn zeer uitgebreid. De graanproductie
overtreft verre het eigen verbruik; ook wordt er veel
hennip en vlas geteeld, en heelt men er talrijke kud
den van paarden en runderen. Aanzienlijk zijn er
de fabrieken van grove linnens, zeildoek, touwwerk,
enz., zoomede de ijzerwerken, branderijen, looierijen,
zeepziederijen, glasblazerijen, e. d. g.
De stad Nischni-Novgorod ligt aan de samen
vloeiing van de Wolga en de Oka, ongeveer 450
kilometer ten oosten van Moscouzij bestaat uit drie
gedeelten: do Citadel of het Kremlin, de beneden
stad die zich langs den rechteroever der beiden ge
noemde stroomen uitstrekt, en de voorstad Kunavino,
met het groote marktplein, gelegen op de uitgestrekte
zandvlakte aan de samenvloeiing dierzelfde stroomen.
Eene schipbrug, ter lengte van 900, ter breedte van
25 meters, en die tijdens het winterseizoen wordt
weggenomen, vormt in den zomer het gemeenschaps
middel tusschen de benedenstad en de zandvlakte.
*Matuscha Volga", d. i. //moeder Wolga," zoo
noemen de Russen de groote rivier, die van uit twee
werelddeelen de handelsartikelen en koopwaren naar
Nischni-Novgorod voert, en die over eene lengte van
3700 kilometer den afstand tusschen haar oor
sprong en de Kaspische zee eene strook gronds
doorloopt, driemaal zoo groot als Frankrijk. Onder
scheiden kanalen verbinden haar met Moscou, met
Petersburg en met de Zwarte Zee; nog een ander
kanaal brengt haar in verbinding met de Dwina, en
bijgevolg met de Witte Zee. Die Oka en de Kama,
hare hoofdtakken, brengen de totale lengte van haar
watergebied ten minste op 10000 kilometer, en doen
haar ten westen Tula, ten oosten het Ural-gebergte
bereiken. In 'tkort, de Wolga is in den waren zin
des woords de hoofdslagader van Rusland, terwijl
Nischni-Novgorod beschouwd moet worden als het
hoofd- of middelpunt van haar zoo uitgestrekt ver
takt verloop. Naar dat hoofdpunt gaan duizenden
schepen, beladen met menschen en koopwaren, voor
namelijk tegen den tgd dat de jaarmarkt aanvangt,
terwijl stroomafwaarts die duizenden tot op de helft
kan worden teruggebracht.
Op zich zelf beschouwd, d. i. in den gewonen
tgd, is Nischni-Novgorod eene vrij onbeduidendo
stad, ongeveer 60.000 inwoners tellende. Doch
reeds van overoude tgden hadden de Russische
kooplieden het zich tot gewoonte gemaakt, daar in
don zomer rendéz-vous te geven aan de handelaren
en fabrikanten uit het oosten, waaruit zich lang
zamerhand de zeer beroemde jaarmarkt heeft ge
vormd, waarvan de eerste instelling gewoonlijk
gerekend wordt op 1624, en wei op het plein van
't klooster van Jeltovodoki, bij Mokarieff. Daar werd
zij geregeld elk jaar gehouden tot aan 'tjaar 1817,
toen zg ongeveer 70 kilometer hooger op verplaatst
werd, en wel naar de tegenwoordige plaats, tegen-
over^ Nischni-Novgorbd. Van daar de markt,
die reeds een bestaan vSn eeuwen telt, door velen
gerekend wordt te dagteekenen van af laatstgenoemd
jaar.
Dit jaarlijks terugkeerend handelsverkeer draagt
den naam van //jahrmarka", eene benaming die aan
wijst dat zg vau Duitschen oorsprong is en waar
schijnlijk in verband staat met de gulden dagen
van het Hanzé-verbond. Zg duurt van 5 Augustus
tot 15 September. De daar gedreven wordende
handel is- «en gros", in dien zin, dat de van alle
zgden opgekomen handelaren daar verschijnen om
inslag on afzet te doen van hun voorraad voor en
van het gansoho jaaa. Katoen, wol, geweven linnen
en zijde maken voor de helft de verhandelde koop
waar uit, terwijl de andere helft bestaat uit ijzer
granen, thee, zout, wijn, snuisterijen, enz. enz. Het
grootste deel dezer handelsartikelen zgn van Russischen
oorsprong; het stroomgebied der Oka zeudt natuurpro
ducten en manufacturen dat van Kama metalen
het koorn en het zout komen uit de zuidelijke
provinciën gezouten visch van de Beneden-Wolga
en de kosten der Kaspische zee. Siberie, de Kau-
kasus, midden-Azië, ook Servië dragen elk voor dun
deel bg aan de opstapeling ling der markt, waar
zelfs nog het verre oosten vertegenwoordigd is
door aanvoer van artikelen uit Kiachta en Canton
(China).
De op de martt vastgestelde prijzen voor katoen,
wol, ruwe zgde en dergelijke zaken gelden voor
het gansche jaar, en ditzelfde is ongeveer het
geval met het ijzer. Zoo kan men dus zeggen,
dat het belang der jaarmarkt zich nog verder
uitstrekt dan tot haren eigenlijken duur, en dat
de gandsche metaal-industrie van het Ural-gebied
afhankelijk is van de markt te Nischni-Novgorod.
want daar toch komen in Augustus de schepen,
geladen met het ijzer, dat reeds in de lente uit
de mijnen van het Ural-gebergte te voorschijn
is gebracht.
De handel in granen eri die in zout, en meer
nog de algemeene handel van Siberie en van Turke
stan ondervinden den invloed dezer jaarmarkt.
Gerust kan men zeggen, dat zij het hoofdmoment
is, de grootste spil, waarom het financieel en in
dustrieel jaar draait van dat zoo uitgestrekte deel
van den aardbol.
Gedurende de zes weken, dat de jaarmarkt duurt,
trekt zij gemiddeld 200.000 bezoekers per dagde
Wolga is gedurende dien tijd letterlijk bedekt met
schepen en vaartuigen van allerlei soortover eene
lengte van vijftien a zestien kilometer daarvoor in
gerichte kade zijn dan opgestapeld met koopwaren
ongeveer een zes duizend in de open lucht opge
slagen winkels (groote kramen) ziet men dan op de
vlakte opgericht. Alleen de staanplaatsen dezer tijde
lijke winkels verschaffen den Staat een inkomen van
300,000 roebel, terwgl het cijfer van den omzet op
de markt zelve minstens op een milliard francs kan
geschat worden, ongerekend nog den ruilhandel en
de latere verrekeningen. De hotels en de cara-
vanse vails (d. z. de verblijven der uit verre landen
komende karavanen), de restaurants en de //traktirs"
van elke soort maken gedurende dien tijd natuurlijke
uitstekende zaken.
Onnoodig is het wel, hier nog bij te voegen
welk een schilderachtig gezicht zulk eene jaarmarkt
oplevert door de bonte verscheidenheid der rassen
en der kleederdrachteD, waaztoe ook nog de schil
derachtige ligging der stad zelve, op verschillende
heuvelen, bijdraagt.
Bovendien heeft deze stad nog twee jaarmarkten,
die echter van minder beteekenis zijn dan de be
doelde jaarmankten de eerste is voornamelijk voor
den handel in houtwaren, en wordt in Januari
gehouden, de tweede, die in 't begin van Juli valt
is eene groote paardenmarkt. Tijdens de laatste
komen reeds wisselkantoren en handelsbanken, die
dan ook gedurende de groote jaarmarkt overblijven,
en alsdan natuurlijk belangrijke zaken doenna
afloop der markt verdwijnen ook deze weder.
Deze korte schets zal voldoende zijn om te doen
zien van hoeveel belang deze jaarmarkt is, en hoe
niet ten onrechte reeds voor een honderdtal jaren
een vernuftig Franschman, zekere de Neuichateau,
het denkbeeld te berde heeft gebracht, ook in 't wes
ten van Europa zoo iets, maar op uitgebreider
schaal in 't leven te roepen. In zijn tgd werd dit
nog als een hersensenschim verworpen, maar nu het
plan thans weder ter sprake is gekomen, en de
wereld-tentoonstelling heeft doen zien hoe gemak
kelijk bijna do gansche wereld naar Parijs te lokken
is, zal het plan zoker meer kans van slagen hebben,
vooral als men er do nu nog bestaande tentoonstel
ling bg te hulp roept. Immers, niet elk spoor van
deze zal verdwijnen. Met het oog daarop vermeldt
eene andere correspondentie dan waaraan wij het
bovenstaande ontleenden nog bet volgende
Eenige gebouwen de machinegalerij, het
hoofdgebouw en de gebouwen voor schoone kunsten
zullen bewaard blijven, on er zgn reeds plannen ge
opperd, om daaraan eene bestemming te geven.
Toen eenigen tijd geleden de heer Sandoz op een
feestmaal, waarbg do minister van openbare werken
Yves Guyot, het voorzitterschap bekleedde, het voor
stel deed, er jaarlijks een groote kermis of markt
te houden, evenals te Leipzig of Nischdi-Novgorod,
vond dit plan reeds dadelijk groote instemming.
Sommigen willen het intusschen nog eenigszins ge
wijzigd zien. In plaats van eene jaarmarkt van
handelsproducten willen zij er zooals o.a. Emile
Berr in de Figaro uitvoerig uiteenzette, eene
tentoonstelling op kleine schaal houden van alle
Uitvindingen, ontdekkingen, nieuw uitgedachte werk
tuigen van het afgeloopen jaar.
Het zou als het ware een oindbalans moeten zijn