Buitenlantlsch Overzicht. teren van de lont verschrikte echter de ezel; hij wilde niet langer blijven stilstaan, doch sprong, wendde zich en draaide daarbij met het gevaarlijke lichaams deel in het rond. In een oogwenk lag de geheele commissie, van de jongste tot den oudste, plat op den grond. Vóór hen sprong de ezel nog steeds heen en weer. Na een paar angstige oogenblikken ging het schot af en doorboorde een muur van het arsenaal, dat juist tegenover het eerst gekozen doel lag. Persoonlijke ongelukken hadden niet plaats. ArnhÜt.) Men schrijft uit Utrecht He Utrechtsche Schaak vereeniging voor Werklieden magk$ich iu een voortdurend toenemonden bloei ver- heugeü. Niet alleen dat de vergaderingen zoerdruk bezocht worden en van de daar gegeven lessen goed geprofiteerd wordt, maar het daar geleerde wordt mede naar huis gedragen. De leerling werpt zich dan tegenover zijn huisgenooten hetzij vader, moeder, broeder of zuster als onderwijzer op, zoodat in veel huisgezinnen, waar men zich eertijds met minder nuttige vermaken bezighield, het schaak spel inheemsck geworden is. Het is ons bekend dat velen, na volbrachten arbeid, met moeder de vrouw een party schaken en zich dan kostelijk amuseeren. Dit is ongetwijfeld zeker dat geen spel kan wed ijveren met het schaakspelhet scherpt het verstand zooals geen ander spel dit doethet leidt nooit tot oneenigheid, omdat het niet om geld gespeeld worde, en niettegenstaande dat geeft de winst van een partij schaak den overwinnaar meer genoegen dan de winst van eenige stuivers in een spel, waar het geluk een voorname rol speelt. En de verliezer Wel, hij neemt zich voor, revanche te nnmen en een volgende maal dieper door te denken en betere combinaties te maken. Dat het schaakspel bij de werklieden in den smaak valt, vooral by de jongeren, bewijst het sterk toe nemend bezoek der vergaderingen, zoodat de zaal, in het begin voor een derde gevuld, nu reeds te klein is, om alle schaaklustigen te bevatten. Het bestuur der Vereeniging heeft zich gewend tot Burg. en Weth, met het verzoek, een zaal van een der stedelijke gebouwen in gebruik te mogen nemen, tegen vergoeding dor kosten van vuur en licht. Het verzoek is niet ingewilligd, ofschoon Burg. en Weth. het streven der Vereeniging zeer' waardeeren. De Utrechtsche Schaako&reeetiiging voor werklieden opgericht 23 December 188.8 met 30 leden, telt nu reeds 450. Onder hen zijn velen, die niet schaken, maar gaarne 50 cent overhebben, om de zaak te steunen. Op oen verzoek in ,het Utrechtsch Dagblad aan dames en heereu om een schaakbord of spel dat zij ongebruikt lateu, aan de vereeniging in bruikleen af te staan, mocht het bestuur veel stoffe lijke blijken van sympathie ontvangen. De electrische verlichting der Loudensche City waartoe door den Gemeenteraad aldaar besloten is, zal door drie groote maatschappijen plaats vinden, en wel het oostelijk deel door de Londensche, terwijl de Anglo-American Brusch-Company het centrum eu de Metro politan-Maatschappij het westelijk deel van licht zullen voorzien. De kosten orden ge raamd op ongeveer 312 gólden per lamp en per jaar. In het oostelijk gedeelte l^omen 136, in het westelijk 121 en in het centrum 188 dergelijke lampen, dus te z&meu 395. Deze ziju iu staat om 1730 gaslantaarns te vervangen, doch de kosten zulleff dan ook ongeveer het dubbele van laatstge noemde verlichting bedragen. Natuurlijk wint 't electrische licht het verre van de tegenwoordige gaslantaarns, wat heldorheid en lichtkracht betreft, doch de belangrijk hoogere kosten, die door de City-belastingschuldigen moeten worden gedragen, deden in den boezem der vroedschap nog al tegen stand ontstaan, te meer daar do overeenkomsten met bedoelde maatschappijen voor 21 jaren moeten worden aangegaan en slechts bij 7 of 14 jaren opzegbaar zijn. Hoewel een voorstel om in deze eone beslissing te verdagen werd aangenomen, is het tot stand komen der zaak zoo goed als verzekerd. Btirns, Tommy Burns, een professional hardlooper en zwemmer, ging, naar Het Sportblad meldt, onlangs de volgende weddensohap aan. Hij zou van de brug te Runcorn (een aanzienlijke hoogte) afspringen en van daar naar Liverpool zwemmen (een afstand van 12 Eng. mijlen.) Na aankomst te Liverpool zou bij dadelijk op weg gaan naar Londen, terwijl het hem vrij zou staan te wandelen of den looppas aan te nemen. (LiverpoolLonden 200 Eng. mijlen, 320 kilom.) Aldaar gearriveerd zijnde zou hij van „London Bridge'' afduiken en daarop den terug tocht aanvaarden naar Liverpool, terwijl dit alios binnen 9 dagen moest zijn klaargespeeld. Woensdag middag (9 Oct.) begon onze vriend het reuzenwerk was Zondags morgens (13 Oct.) te Londen, werd van Donderdag op Vrijdagnacht alweder te Warring- ton gezien, en stapte Vrijdags eenige minuten voor zijn tijd verstreken was, het contraal-station te Liverpool binnen. In de woning van een dame van vorstelijken rang te Parijs werd dezer dagen groote ontsteltenis toweeggebracht door de vergissing van den eerste- kantoorbediende van een deurwaarder, die een ver koopbiljet aau de woning van een achterstailigen schuldenaar moest bevestigen. De beambte plakte, „door de duisternis misleid", zijn biljet aan de voor deur van het paleis eener adellijke dame, prinses Z., dat hij met de woning van den schuldenaar verwarde. Den volgenden morgen werden de bedienden der prinses buitengewoon vroeg door een groot gedruisch gewekt. De eigenares keek uit het venster en zag toen den weg voor haar huis zwart van karren en wagens. Zij seholde en vernam van de bedien den, dat bijna al de makelaars en opkoopere van merkwaardigheden, ouderwotsche voorwerpen en schilderijen van Parijs toegang vroegen, om de voorwerpen to zien, die volgens het aanplakbiljet te koop werden geboden. Reeds had de huisbewaarder er eenige koop lieden binnengelaten, die overal rondgingen en weigerden been te gaan. Eerst toen een hoofd ambtenaar van politie verscheen, lieten zij zich uit het huis verwijderen. Een schuldbekentenis. Onzo plaats, zoo wordt uit Malang aai het B. Nbl. geschreven, is tegen woordig het land van scènes. Mijnheer A. is geën gageerd met de dochter van mijnheer B. Mijnheer A. heeft verschrikkelijk veel beren, o. a. ook een schuldbekentenis afgegeven van 2000. Die schuld bekentenis was in handen, van mijnheer C., een toko houder. Daar het huwelijk bemoeilijkt werd, zoolang er groote loopende beren zijn, ging Mevr. B. met haar dochter naar mijnheer C. en vroeg om inzage te mogen hebben van de schuldbekentenis aan dat vorzoek werd niet voldaan, maar de heer C. las den inhoud ^van de schuldbekentenis voor. Mevr. B. geloofde den heer C. niet 'en vroeg nogmaals zelf inzage te mogen hebben van het stuk. Nu mevrouw als u niet gelooft wat ik u voorlees, ziedaar dan het stuk en hiermee reikte de heer G. mevr. B. het stuk. Movr. B. zag het even in en reikte het over aan haar dochterdeze hierop voorbereid, zoo het scheeu, zette de tanden in het stuk en beet het be drag enden naam er uit, verscheurde vervolgens de schuldbekentenis aan kleine stukjes onder hel weg rijden in een karretje. Men had buiten den waard gerekend, daar twee Europeesche getuigen achter de deur stonden, die alles aanzagen en deze twee dames achter slot en grendel kunnen brengen. i Een dame in Saksen, die dezer dagen een hondje per spoor naar Posen zoud, liet, uit bezorgdheid, op het hok van 't dier deze regels plaatsen Damit der Hund Auch ganz gesund Bei Ober-Rathes Töchterlein Trifft als lebend'ges Tierchen ein, So bitt' ich Jeden, der die Hunde liebt, Dass er dom Hunde et was Millich giebt. v. E. Een ambtenaar van de spoorwegpost schreef er onder An Milch in jedein Bahnpostwagen es gebricht, Bier wollte der verwöhnte Racker nicht, Doch gierig nahm der kleine Schlucker, Oft Zuokerwasser, aber ohno Zucker. Het diertje kwam behouden aan. Doch nu zogge men nog dat de spoorwegen de poëzie verdreven hebben In Japan worden de zeeraven (cormorants), als zij nog zeer jong zijn, voor de vischvangst afgericht. Wanneer zij tegen den winter van de noordelyke kust vau Japau zuidwaarts trekkeu, worden zij op de kust van de Owari-Golf met vogellijm gevangen. Eenmaal afgericht, werken zij goed, totdat zy vijf tien, dikwijls negentien of twintig jaar oud zijn, en hoewel zij 's winters nog&l moeilijk zijn te onder houden, zijn zij hun meesters gedurende de vyf zomermaanden op de vischvangst van groot nut en voordeel, en verdienen wel al de zorg, die aan hen besteed wordt. Eéne zeeraaf vangt, bij voorbeeld, gemiddeld hon derdvijftig tamelijk groote visschen per uur, of vier honderdvijftig in de drie uren, die men op vangit uit is. Elke vogel in oen troep heeft en kent zijn eigen nummer, en kluchtig is het met welk een naijver zij op de erkende rechten van hun nummer staau en die in hunne rarenzaal en op ravenmanier te kennen geven. No. 1, of „Ichi", is de opperste van het korps, do oudste in jaren zoowel als de hoogste in rang. Na hem komen de anderen in volgorde van loeftyd en nummer! „Ichi" is de laatate die te water gaat, en de eerste, die er weer uitge nomen wordt, de eerste, die gevoederd, en de laatste, die in de korven gezet wordt, waarin de vogels, als het werk gedaan is, uit do booten naar huis gedra gen worden. „Ichi" heeft de eereplaate in den boeg heid werden gemaakt. De officieele lastbrief droeg hem tevens op, om, bij zijne terugkomst, van alles verslag te geven, terwijl aan zijn doorzicht en goeden wil grooten lof werd toegezwaaid; hij had nooit zulk een bewijs van waardeering durven hopen. Hij be schouwde die opdracht als eene belooning voor bet weinige, dat hij reeds gedaan had, om zijn land nuttig te zijn. Hij besloot dus geen tijd te verliezen. Op zeke ren avond ging hij van zijne moeder en zuster af scheid nemen, die, met blijde verrassing, dit onver wachte besluit vernamenmaar, toen hij den volgenden avond Camilla omhelsde, die hem zag heengaan zonder te weenen; en zijn zoon herhaaldelijk kuste, die ge durig vroeg, waai om hij toch weg ging, toen gevoelde hij hoe zopt het leren was, dat hij zoo lang had geleid. Misschien dacht hij toen wel: Zonder opofferingen komt niets goeds tot stand. En hij drukte de hand van Camilla, en zeide: „Gij zyt het, die mij mijne beste gedachten hebt ingeboezemd. Ik mag niet tevreden zijn, met voor mij zeiven het geluk verkregen te hebben, ik moet ook voor anderen arbeiden. Ik hoop, dat mjjn afzijn niet lang zal duren; gij moet mij veel schrijven over u zelve, en over ons kind Moge nw beider liefde mij vergezellen. Denaelfden dag verliet bij de stad, en ging alleen, doch vol goeden moed, over Como en het meer, naar Chiavenna; en door de vallei van Mora begon hij de eenzame en trotsehe Alpen te bestijgen. Toen hij den top van de Splügen had bereikt, zag hij rustige landschappen, door abeelen beschaduwd; dan weer was het, of de valleien dichter ingesloten worden; de stroomen daalden van de toppen der bergen, en. vereenigden zich tot den schuimenden vloed, die zich donderend een weg baant door den bergwand. Toen hij het verheven schouwspel, dat de Alpen vertoonen, waar de macht en grootheid der natuur, den men- sehelijken geest overweldigen, die haar nooit geheel overwinnen zal, dacht hij dieper na, dan vroeger. Hy dacht aan het streven van don menschelijken geest, die het nooit moede wordt om de geheimen van het heelal uit te vorschen, zich, van eeuw tot eeuw daarin verdiept, in de aarde graaft, en den hemel meet, en de verste lichtbollen onderzoekt. Aarde en hemel zijn de velden waarop de mensch de krachten van zijn lichaam en zijnen geest oefent, en die hij beschouwt, alsof zij werkelijk'zijn eigen dom tfaren. In die onrust der menschengeslachten, meende hij een ernstig streven naar waarheid te ontdekken; te zien, dat, door den strijd van denk beelden en gebruiken, de opvoeding verbeterd werd; onze oude maatschappij vernieuwd door een nieuw beginsel, al was het, dat zij zelve het nog niet inzag; en de menschen vrij en vol vertrouwen zich ver- eenigde tegen onderdrukking en overheersching, die alles wilden omverwerpen en vernielen. Ondanks den korten triomf van eigenbaat, eerzucht en geweld, ontdekte hij, in de wetenschap, gelijk in den gods dienst, een geest die alles drijft en vernieuwt. Niet langer de politiek en staathuishoudkunde onzer ra deren; welke geheimen der natuur de kunst ook ontdekt; welke mathematische waarheid de geest ook uitvindt, alles dient om langzamerhand nieuwe wegen voor den vooruitgang van het menschelijke geslacht te openen, en de macht der dwaling te overwinnen, en den invloed der vooroordeelen tegen te gaan; en langzamerhand zal die onzichtbare geest, die adem des nieuwen levens zich, met de snelheid der gedach ten mededeelen van het eene volk aan het andere, tot aan de uiterste grenzen der wereld. Iu het gezicht van die reusachtige bergen, die tot pog toe een nutteloos bolwerk waren geweest tegen de overweldigers van zijn vaderland, en waardoor nu het genie, en de kunst wegen geopend hebbon voor handelsverkeer en gedachten wisseling, overwoog de reiziger weder de geheime beginsels en oorzaken der gebeurtenissen; al die probleamen van de staf en de kracht, waarvoor zelfs de wijssten nog geen uitleg, gevonden hebben; en hij kon niet ontkennen, dat de natuur, door dezelfde wetten bestuurd,, steeds tracht terug te keerea naar hare eerste oorzaak, alsof zij rust zocht. Eene andere lucht omringde hem, gedurig vertoonde zich een nieuwe horizont, dien zijn oog, noch zijn geest omvatten kon, en die hem eene andere en betore wereld verkondigde. Ter wijl dns de grenzen van de natuur en van de weten schap zich verder uitbreidden, gevoelde hij ook zijn verlangen grooter worden om tp kennen en te weten; maar tevens, om rust te vinden in Iets zekers en onvergankelijks. (Wordt vervolgd van de boot en zit daar met eene deftigheid, een burgemeester waardig. De overigen volgen naar rang aan weerszijden van de verschansing. Als toe vallig de orde van voorrang verstoord wordt, bij voorbeeldals No. 5 voor No. 3 in het water ge zet of No. 4 voor No. 2 geplaatst wordt, is het dade lijk een rumoer, aardig om te zied en te hooren. Sir Francis Galton van de Koyal Society te Lon den, president van het Anthropologisch instituut voor Groot-Brittannië maakt tegenwoordig ernstig studie van de verschillende karakters der menschen, hunne punten van ojgreenkomst en verschil. Daarbij heeft hij zich ook ofezig gehouden met eene groep ver schijnselen, welke betrekking hebben op de middelen van iemands identiciteit te bewijzen, welke ook roeds de opmerkzaamheid van den Frauschman Vertillon hebben getrokken, nL op den afdruk, dien de duim vau oen mensch achterlaat op eene oppervlakte, welke voor het opnemen van afdrukken bijzonder geschikt is. Ieder is wol eens in de gelegenheid geweest om op te merken, dat een vinger, diê met inkt, bloed of potlood bedekt was, op papier of linnen een eigen- aardigeu afdruk achterliet, dien de ambtenaren vau politie en justitie het best kennen en waarvan zij den oorsprong steeds zonder twijfel kunnen nagaan. Gal ton heeft het eerst ontdekt, dat deze afdruk afwis selt naar gelang vun de persoon van wien hij afkom stig is en zoodoende een uitstekend middel oplevert tot herkenning. De bjjna onzichtbare inkervingen van de opperhuid vertoonen bij geen twee menschen volkomen dezelfde teekening. Men beweert wel eens, dat aan alle boomen der aarde geen twee volkomen gelijke bladeren te vinden zijn; ditzelfde schijnt het geval te zijn met de huidteekening van den men schelijken duim. Is dit zoo, dan heeft men hier door een best middel om iemands identiciteit te bewijzen. Men stelle zich voor, dat men bij de be wijsstukken van de rechtbank eene verzameling van duimafdrukken bezat en het juiste middel, die te vergrooten, dan zou men bij den eersten blik trota alle veranderingen in naam, kleeding, baard en hou ding tot de persoon van een beschuldigde kunnen be sluiten. En dit is nog niet bet eenige gebruik, dat men van de ontdekking kan maken. Deze duim afdruk levert ook een stempel, die voor geen ver- valschingeu vatbaar is, als men slechts eene op pervlakte neemt, die voor indrukken zoor geschikt is. Men behoeft slechts een stuk glas of eene gladde metaalvlakte; b. v. den voet van een strijk ijzer of het lemmet van een mes te nemen, dit aan een lamp of kaars met zwartsel te bedek ken, den duim eerst licht op de zwarte oppervlakte en dan op een met gom bestreken of weinig voch tig gemaakt papier te drukken en men heeft een duurzamen afdruk van de concentrischen inkervin gen van den duim. Neemt men nu verscheiden zulke afdrukkeu en ook die van verschillende per sonen, zoo zal men spoedig bemerken, dat de ligging der inkervingen voor denzelfden persoon steeds gelijk, maar bij velschillende personen, al behooren zij ook tot dezelfde familie, steeds ongelijk is. Het verschil is steeds te herkennen, als men slechts goede afdruk ken heeft, of als men deze door een vergrootglas beziet. In het laatste geval kan men constateeren, dat ieder individueéle afdruk zijn eigenaardig karakter bezit. Ton gevolge van een uitgebreid onderzoek heeft men bevonden, dat alle afdrukken tot zeven of acht hoofdtypen behooren, maar dit neemt niet weg, dat elke afdruk toch zijn eigenaardigheden oplevert. Het gaat er mee als met de neuzen; men kan ze in enkele hoofdsoorten indeelen en toch zijn er geen twee neuzen volkomen gelijk. (Ned. Politiegids. Aan het „Thames" Folitie-Hof te Londen, kwam Donderdag andermaal de zaak voor van Baron Bruno F. Krantz, een Oo8tenrijker, ridder van de Boos kan Brazilië en „uitvinder» van beroep, en van den Hollander Henri de Bogaerts, zich noemende „al gemeen administrateur van het technisch en weten schappelijk departement van de Maatschappij tot exploitatie van Bogaerts-patenten," beschuldigd van belangrijke zwendelaryen. Het Hof was vol nieuwsgierigen. De vervolging geschiedde door den Staat, en sedert het laatste verhopr waren nog vele andere slaohtoffers opge komen. Het bleek, dat de heeren o. a. bestellingen hadden gedaan voor een rijtuig met twee paarden en livrei, voor 60 aan kantoorbehoeften, voor 95 aan kramorijen, voor 311 aan kostbaarhe den, voor 26 aan bont en voor 80 aan messen en vorken. Zij hadden adressen in de wijken Hampstead, Hounslow en Clapham, en waren in onderhandeling over de huur van een huis in Battersea voor 200 't jaars. Zij hadden kantoren in Farringdon- street, in Hatton Garden en tien prachtig gemeubi leerde kamers in Victoria Mansions. Een man werd aangenomen als klerk tegen 2 per week, een be drag, dat hij slechts eens ontving. Krantz trok cheques op B. die de klerk inwisselde, doch die onbetaald bleven. Op de beschuldigden worden bank-vatn-leeningbriêfjes gevonden voor pendules, armbanden en gouden ringen, voorts rekeningen voor twp^ piano's voor 100 en een vdor 12 rosettes van de Boos van Brazilië. Zij deden aanvrage voor het openen eener rekening in de London Joint Stock Bank, en in de aanvroge hier voor gaven zij op houders te ziju van 29 aau- deelen in de Bogaerts-maatschappij van 5000 eik. Het prospectus dezer maatschappij wees aan dat het kapitaal 3,000,000 p. st. bedroeg, dat het „Albert Palace» in Battersea gekocht waa en dar de hulpmiddelod der maatschappij onbegrensd wa ren. Krantz was de „kanselier» der maatschappij. Volgens een ander stuk zonden de beschuldigden aan iemand, die hem met de directie van het „Albert Palace" in aanraking bracht. 10,000 p. st. betalen. Ook werd een brief aan de beschuldig den gevonden, waarin de schrijvers verklaarden, dat de mannen geen recht hadden de namen van den heer Hansard en van sir Henry Isaacs (den nieuwen Lord-Majoor) te gebruiken. Een politie agent verklaarde, dat B., toen hij gearresteerd werd, slechts een halven stuiver in zijn zak had. Beide mannen hadden inlichtingen gevraagd om trent goede scholen voor de opvoeding van B.'s kinderen. K. ontwikkelde aan zijn klerk een plan tot oprichting van een «Banorama». Een zijner denkbeelden was, dat de bezoeker op een knop zonde drukken en zonder de hnlp van een kellner een diner voor zich zonde krijgen (gelachDe bezoe ker zouden ook kunnen rijden op wieiers zon der wielen en zonder eenige moeite voor de rijders. Dit alles zon geschieden door een maat schappij met een kapitaal van 40,000,000 pst. De 10 kamers in Victoria Mansions kostten in huur 450 pst. 's jaars, doch er ging niets om. Kene dame kwam ongeveer 14 malen naar het kantoor en vroeg altijd naar Krantz. De geheele historie der reeds gepleegde of voor genomen zwendelarijen der beschuldigden was veel te lang om op den dag te worden afgedaan, wes halve het verhoor wederom voor een week ver daagd werd. Het lot der weduwen wordt reeds in de gewijde schrift als zeer beklagenswaardig beschouwd, al hoort men ook wel eens beweren en niet altijd zoo geheel ten onrechte dat sommige arme gezinnen er „bovenop" komen, als door den dood van den man de vrouw het hoofd is geworden. In die regel zal dit echter het geval niet wezen en is het lot der weduwen zwaar. Althans in de Oude Wereld. In de Nieuwe echter zyn eene menigte weduwen, dan eer te benijden dan te beklagen zijn. Wanneer in Amerika een dame op die jaren gekomen is, dat zij niet veel kans meer heeft op een huwelijk, gaat zij naar Europa en een paar jaar later terugkeerende, noemt zij zich weduwe waardoor zij al de rechten en vrijheden van eene gehuwde vrouw verkrijgt, zonder de verplichting om van een gering inkomen kinderen groot te brengen, en zonder de smartelijke herinnering aan verdwenen huwelijksgeluk. Aan dien toestand is men in den maatschappelijken omgang aldaar zoo grwoon, dat hij voor niemand een geheim is, maar iedereen zich houdt of hy er aan gelooft en zal nooit onbescheiden vragen doen naar den echtgenoot, die niet bestaan heeft. Naast deze ongehuwden weduwen ontmoet men daar iu de gezellige kringen een aantal geschei den vrouwen, wat een zeer „geregulariseerde» positie is aan gene zijde van den Oceaan. In bijna elk der Vereenigda Staten zijn de bepalingen omtrent bet huwelijk verschillend, en er bestaan allerlei middelen om te scheiden, zelfs met „eener- zjjdsch" goedvinden. Gidsen genoeg zijn er, die daartoe den weg wijzen. Bijna zonder uitzondering echter is een gevolg van de scheiding, dat de man veroordeeld wordt aan de vrouw, van wie hjj scheidt, een jaargeld utt te keeren. Van dien toestand maken vele dames gebruik om zich een inkomen te verzekeren, zonder last te hebben van een echtgenoot en er zijn er te Nieuw-York, die jaargelden trekken van drie of vier mannen van wie zjj gescheiden zijn en met een vijfden echtgenoot levon. De September-aflevering der Revue des Deux Modes geeft een allermerkwaardigst en zeer onderhoudend artikel over het huwelijk en de echtscheiding in Noord-Amerika. De Duitsche regeering heeft het ontwerp der Bankwet, nadat het door den Bondsraad is goedge keurd, naar den Rijksdag verzonden. Alleen in zoover is de tegenwoordige regeling veranderd, dat het vaste aandeel in de winst der aandeelhouders van 4>/8 tot 3»/g pCt. is verminderd. Deze verlaging wordt door de regeering verdedigd, op grond van de vermindering van den rentevoet, terwijl tevens het dividend aan het einde van dit jaar zeer aanzienlijk zal zijn, omdat het reservefonds het hoogste bedrag heeft bereikt en derhalve geen verdere afschrijving hiervoor noodig is. De aandeelhouders ontvangen dus na 1 Jan. 1891 3l/g pCt. Van hetgeen er dan overblijft, gaat eerst 20 pCt. naar het reservefonds en de rest wordt verdeeld tusschen de aandeelhouders en den staat, elk voor de helft, totdat het dividend voor de aandeelhouders is gestegen tot 6 pCt. Is dit het geval, dan ontvangen de aandeelhouders nog een vierde van het overschot en de Staat drie vierden. Evenals met de socialistenwet, maakt de regeering met de Bankwet grooten haast. Nog in deze week zullen de algemeene beraadslagingen over beide ontwerpen worden gehouden, zoodat de com missies terstond aan het werk kunnen gaan. Dat de socialistenwet niet in dezen vorm woïdt aangenomen, is reeds zeker. Evenals de nationaal- liberalen, heeft ook het Centrum volgens de ver klaring der Gertnania besloten deze wet niet dan als buitengewone maatregel voor een beperkten tijd toe te staan. Wil prins Bismarck er dus een ge wone wet van maken, dan is hij, om een meerder heid te kunnen vinden, wel verplicht alle voor waarden in te willigen, welke de natioDaal-liberalen stellen. Groote veranderingen in de samenstelling van het Duitsche leger zijn bij de thans aan de goedkeuring van den Rijksdag onderworpen begrooting voor 189091 voorgesteld. In de legersterkte van 468.409 man, voor vredestijd tot 31 Maart 1894 bij de wet voorgeschreven, wordt wel geen wijziging go- bracht en evenmin in de indeeling der infanterie in 534 bataljons, van de cavalerie in 465 eska drons, van de veldartillerie in 364 batterijen, van vestingartillerie in 31, de pionniers in 19 en de trein in 18 bataljons maar de hoofdsamenstelling ondergaat groote wijzigingen. Vooreerst worden twee nieuwe arméekorpsen in gesteld het 16e Lotharingsche te Metz en 't 17 Westpruisische te Dantzig. In de tweede plaats worden de trein-bataljons, gelijk ten vorigen jaro de veldartillerie, bij de verschillende arméekorpsen ingedeeld. Daardoor vervalt de tot hiertoe bestaande afzonderlijke trein-inspectie. Maar daarentegen zal, met het oog op de ontzaglijke uitbreiding, die de zorg voor bewapening, munitie en trein heeft on dergaan, een afzonderlijk departement voor de be wapening worden ingesteld, welk departement, beter gezegd welke afdeeiing van het Ministerie van oor log, tevens zal worden belast met alle proefnemingen met nieuwe uitvindingen voor 't leger. Doch hoofdzaak is de betere troepenorganisatie bij de voorgenomen veranderingen. Er zullen staven worden ingesteld voor de twee nieuwe legerkorpsen (generaals-kommaudementen) voor 3 divisiën eu voor 5 brigades infanterie, voor 6 brigades cavalerie, voor 2 brigades veldartillerie, voor 5 regimenten infanterie en voor 4 regimenten veldaitillerie. De nieuwe drie infanterie-divisien en zes cavalerie brigades zal men vinden door de bestaande leger korpsen, die alle boven de vereischte sterkte zijn, op de normale formatie terug te brengen. Voor do veldartillerie is dit niet mogelijk en men zal door instelling van* een artillerie schietschool in de be hoeften dienen te vorzien. Verder moet nog vermeldt worden, dat de generale ,staf een niet onbelangrijke uitbreiding zal ondergaan en wel van 5 afdeelingschefs, 8 stafofficieren en 7 majoors, dat van de drie voor eenige jaren in 't leven geroepen landweer-inspectiën, twee weer ver- dwynen zullen (die te Koningsbergen en Bromberg) zoodat alleen zulk een inspectie te Berlijn blyft bestaandat het spoorwegregiment (te Berlyn) in r een brigade van twee regimenten wordt veranderd. De kommandementen van Frankfort a. M., Altona, Hannover, Saarlouis en Torgau vervallen de twee laatste garnizoenen worden als vestingen opgehsven. Met 2 April 1890 wordt de artillerie-schietschool van Berlijn naar Jüterberg overgeplaatst en bij die gelegenheid gesplitst in twee afdeelingen, een voor veld- en een voor vestingartillerie. Het getal krijgs scholen (thans 8 bedaagende) wordt met een ver meerderd deze wordt te Dantzig gevestigd. Een belangrijke hervorming ondergaat het personeel voor den vestingbouw. Er worden vesting-bouw- wachten le en 2e kl. ingesteld en wel 38 hoofd bouw wachten en 94 bouwwachten. Ten slotte zij vermeld dat, in verband met do voorgenomen reorganisatie talryke garnizoens-ver- wisselingen zullen plaats hebben en dat eindelijk de volgende vermeerderingen zyn te verwachten van het getal officieren met 333, waaronder 14 brigade-kommandanfen, 11 regiments-kommandanten, 6 majoors, 60 tweede luitenants, 76 sedentaire offi cieren en 28 artsen); van het getal paarden met

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2