Buitenlantlsch Overzicht.
teren van de lont verschrikte echter de ezel; hij
wilde niet langer blijven stilstaan, doch sprong, wendde
zich en draaide daarbij met het gevaarlijke lichaams
deel in het rond. In een oogwenk lag de geheele
commissie, van de jongste tot den oudste, plat op
den grond. Vóór hen sprong de ezel nog steeds
heen en weer. Na een paar angstige oogenblikken
ging het schot af en doorboorde een muur van
het arsenaal, dat juist tegenover het eerst gekozen
doel lag. Persoonlijke ongelukken hadden niet plaats.
ArnhÜt.)
Men schrijft uit Utrecht
He Utrechtsche Schaak vereeniging voor Werklieden
magk$ich iu een voortdurend toenemonden bloei ver-
heugeü. Niet alleen dat de vergaderingen zoerdruk
bezocht worden en van de daar gegeven lessen goed
geprofiteerd wordt, maar het daar geleerde wordt
mede naar huis gedragen. De leerling werpt zich
dan tegenover zijn huisgenooten hetzij vader,
moeder, broeder of zuster als onderwijzer op,
zoodat in veel huisgezinnen, waar men zich eertijds
met minder nuttige vermaken bezighield, het schaak
spel inheemsck geworden is. Het is ons bekend
dat velen, na volbrachten arbeid, met moeder de
vrouw een party schaken en zich dan kostelijk
amuseeren.
Dit is ongetwijfeld zeker dat geen spel kan wed
ijveren met het schaakspelhet scherpt het verstand
zooals geen ander spel dit doethet leidt nooit tot
oneenigheid, omdat het niet om geld gespeeld worde,
en niettegenstaande dat geeft de winst van een
partij schaak den overwinnaar meer genoegen dan
de winst van eenige stuivers in een spel, waar het
geluk een voorname rol speelt. En de verliezer
Wel, hij neemt zich voor, revanche te nnmen
en een volgende maal dieper door te denken en
betere combinaties te maken.
Dat het schaakspel bij de werklieden in den smaak
valt, vooral by de jongeren, bewijst het sterk toe
nemend bezoek der vergaderingen, zoodat de zaal,
in het begin voor een derde gevuld, nu reeds te
klein is, om alle schaaklustigen te bevatten. Het
bestuur der Vereeniging heeft zich gewend tot Burg.
en Weth, met het verzoek, een zaal van een der
stedelijke gebouwen in gebruik te mogen nemen,
tegen vergoeding dor kosten van vuur en licht. Het
verzoek is niet ingewilligd, ofschoon Burg. en Weth.
het streven der Vereeniging zeer' waardeeren.
De Utrechtsche Schaako&reeetiiging voor werklieden
opgericht 23 December 188.8 met 30 leden, telt nu
reeds 450. Onder hen zijn velen, die niet schaken,
maar gaarne 50 cent overhebben, om de zaak te
steunen. Op oen verzoek in ,het Utrechtsch Dagblad
aan dames en heereu om een schaakbord of spel
dat zij ongebruikt lateu, aan de vereeniging in
bruikleen af te staan, mocht het bestuur veel stoffe
lijke blijken van sympathie ontvangen.
De electrische verlichting der Loudensche City
waartoe door den Gemeenteraad aldaar besloten is,
zal door drie groote maatschappijen plaats vinden,
en wel het oostelijk deel door de Londensche, terwijl
de Anglo-American Brusch-Company het centrum
eu de Metro politan-Maatschappij het westelijk deel
van licht zullen voorzien. De kosten orden ge
raamd op ongeveer 312 gólden per lamp en per
jaar. In het oostelijk gedeelte l^omen 136, in het
westelijk 121 en in het centrum 188 dergelijke
lampen, dus te z&meu 395. Deze ziju iu staat om
1730 gaslantaarns te vervangen, doch de kosten
zulleff dan ook ongeveer het dubbele van laatstge
noemde verlichting bedragen. Natuurlijk wint 't
electrische licht het verre van de tegenwoordige
gaslantaarns, wat heldorheid en lichtkracht betreft,
doch de belangrijk hoogere kosten, die door de
City-belastingschuldigen moeten worden gedragen,
deden in den boezem der vroedschap nog al tegen
stand ontstaan, te meer daar do overeenkomsten
met bedoelde maatschappijen voor 21 jaren moeten
worden aangegaan en slechts bij 7 of 14 jaren
opzegbaar zijn. Hoewel een voorstel om in deze
eone beslissing te verdagen werd aangenomen, is
het tot stand komen der zaak zoo goed als verzekerd.
Btirns,
Tommy Burns, een professional hardlooper en
zwemmer, ging, naar Het Sportblad meldt, onlangs
de volgende weddensohap aan. Hij zou van de brug
te Runcorn (een aanzienlijke hoogte) afspringen en
van daar naar Liverpool zwemmen (een afstand van
12 Eng. mijlen.) Na aankomst te Liverpool zou
bij dadelijk op weg gaan naar Londen, terwijl het
hem vrij zou staan te wandelen of den looppas aan
te nemen. (LiverpoolLonden 200 Eng. mijlen,
320 kilom.) Aldaar gearriveerd zijnde zou hij van
„London Bridge'' afduiken en daarop den terug
tocht aanvaarden naar Liverpool, terwijl dit alios
binnen 9 dagen moest zijn klaargespeeld. Woensdag
middag (9 Oct.) begon onze vriend het reuzenwerk
was Zondags morgens (13 Oct.) te Londen, werd
van Donderdag op Vrijdagnacht alweder te Warring-
ton gezien, en stapte Vrijdags eenige minuten voor
zijn tijd verstreken was, het contraal-station te
Liverpool binnen.
In de woning van een dame van vorstelijken rang
te Parijs werd dezer dagen groote ontsteltenis
toweeggebracht door de vergissing van den eerste-
kantoorbediende van een deurwaarder, die een ver
koopbiljet aau de woning van een achterstailigen
schuldenaar moest bevestigen. De beambte plakte,
„door de duisternis misleid", zijn biljet aan de voor
deur van het paleis eener adellijke dame, prinses Z.,
dat hij met de woning van den schuldenaar verwarde.
Den volgenden morgen werden de bedienden der
prinses buitengewoon vroeg door een groot gedruisch
gewekt. De eigenares keek uit het venster en zag
toen den weg voor haar huis zwart van karren
en wagens. Zij seholde en vernam van de bedien
den, dat bijna al de makelaars en opkoopere van
merkwaardigheden, ouderwotsche voorwerpen en
schilderijen van Parijs toegang vroegen, om de
voorwerpen to zien, die volgens het aanplakbiljet
te koop werden geboden.
Reeds had de huisbewaarder er eenige koop
lieden binnengelaten, die overal rondgingen en
weigerden been te gaan. Eerst toen een hoofd
ambtenaar van politie verscheen, lieten zij zich
uit het huis verwijderen.
Een schuldbekentenis. Onzo plaats, zoo wordt
uit Malang aai het B. Nbl. geschreven, is tegen
woordig het land van scènes. Mijnheer A. is geën
gageerd met de dochter van mijnheer B. Mijnheer
A. heeft verschrikkelijk veel beren, o. a. ook een
schuldbekentenis afgegeven van 2000. Die schuld
bekentenis was in handen, van mijnheer C., een toko
houder. Daar het huwelijk bemoeilijkt werd, zoolang
er groote loopende beren zijn, ging Mevr. B. met
haar dochter naar mijnheer C. en vroeg om inzage
te mogen hebben van de schuldbekentenis aan dat
vorzoek werd niet voldaan, maar de heer C. las den
inhoud ^van de schuldbekentenis voor. Mevr. B.
geloofde den heer C. niet 'en vroeg nogmaals zelf
inzage te mogen hebben van het stuk. Nu mevrouw
als u niet gelooft wat ik u voorlees, ziedaar dan het
stuk en hiermee reikte de heer G. mevr. B. het
stuk. Movr. B. zag het even in en reikte het over
aan haar dochterdeze hierop voorbereid, zoo het
scheeu, zette de tanden in het stuk en beet het be
drag enden naam er uit, verscheurde vervolgens de
schuldbekentenis aan kleine stukjes onder hel weg
rijden in een karretje. Men had buiten den waard
gerekend, daar twee Europeesche getuigen achter de
deur stonden, die alles aanzagen en deze twee dames
achter slot en grendel kunnen brengen.
i
Een dame in Saksen, die dezer dagen een hondje
per spoor naar Posen zoud, liet, uit bezorgdheid, op
het hok van 't dier deze regels plaatsen
Damit der Hund
Auch ganz gesund
Bei Ober-Rathes Töchterlein
Trifft als lebend'ges Tierchen ein,
So bitt' ich Jeden, der die Hunde liebt,
Dass er dom Hunde et was Millich giebt.
v. E.
Een ambtenaar van de spoorwegpost schreef er
onder
An Milch in jedein Bahnpostwagen es gebricht,
Bier wollte der verwöhnte Racker nicht,
Doch gierig nahm der kleine Schlucker,
Oft Zuokerwasser, aber ohno Zucker.
Het diertje kwam behouden aan. Doch nu zogge
men nog dat de spoorwegen de poëzie verdreven
hebben
In Japan worden de zeeraven (cormorants), als
zij nog zeer jong zijn, voor de vischvangst afgericht.
Wanneer zij tegen den winter van de noordelyke
kust vau Japau zuidwaarts trekkeu, worden zij op
de kust van de Owari-Golf met vogellijm gevangen.
Eenmaal afgericht, werken zij goed, totdat zy vijf
tien, dikwijls negentien of twintig jaar oud zijn, en
hoewel zij 's winters nog&l moeilijk zijn te onder
houden, zijn zij hun meesters gedurende de vyf
zomermaanden op de vischvangst van groot nut en
voordeel, en verdienen wel al de zorg, die aan hen
besteed wordt.
Eéne zeeraaf vangt, bij voorbeeld, gemiddeld hon
derdvijftig tamelijk groote visschen per uur, of vier
honderdvijftig in de drie uren, die men op vangit
uit is. Elke vogel in oen troep heeft en kent zijn
eigen nummer, en kluchtig is het met welk een
naijver zij op de erkende rechten van hun nummer
staau en die in hunne rarenzaal en op ravenmanier
te kennen geven. No. 1, of „Ichi", is de opperste
van het korps, do oudste in jaren zoowel als de
hoogste in rang. Na hem komen de anderen in
volgorde van loeftyd en nummer! „Ichi" is de laatate
die te water gaat, en de eerste, die er weer uitge
nomen wordt, de eerste, die gevoederd, en de laatste,
die in de korven gezet wordt, waarin de vogels, als
het werk gedaan is, uit do booten naar huis gedra
gen worden. „Ichi" heeft de eereplaate in den boeg
heid werden gemaakt. De officieele lastbrief droeg
hem tevens op, om, bij zijne terugkomst, van alles
verslag te geven, terwijl aan zijn doorzicht en goeden
wil grooten lof werd toegezwaaid; hij had nooit zulk
een bewijs van waardeering durven hopen. Hij be
schouwde die opdracht als eene belooning voor bet
weinige, dat hij reeds gedaan had, om zijn land
nuttig te zijn.
Hij besloot dus geen tijd te verliezen. Op zeke
ren avond ging hij van zijne moeder en zuster af
scheid nemen, die, met blijde verrassing, dit onver
wachte besluit vernamenmaar, toen hij den volgenden
avond Camilla omhelsde, die hem zag heengaan zonder
te weenen; en zijn zoon herhaaldelijk kuste, die ge
durig vroeg, waai om hij toch weg ging, toen gevoelde
hij hoe zopt het leren was, dat hij zoo lang had
geleid. Misschien dacht hij toen wel: Zonder
opofferingen komt niets goeds tot stand. En hij
drukte de hand van Camilla, en zeide: „Gij zyt
het, die mij mijne beste gedachten hebt ingeboezemd.
Ik mag niet tevreden zijn, met voor mij zeiven het
geluk verkregen te hebben, ik moet ook voor anderen
arbeiden. Ik hoop, dat mjjn afzijn niet lang zal duren;
gij moet mij veel schrijven over u zelve, en over ons
kind Moge nw beider liefde mij vergezellen.
Denaelfden dag verliet bij de stad, en ging alleen,
doch vol goeden moed, over Como en het meer, naar
Chiavenna; en door de vallei van Mora begon hij
de eenzame en trotsehe Alpen te bestijgen. Toen hij
den top van de Splügen had bereikt, zag hij rustige
landschappen, door abeelen beschaduwd; dan weer
was het, of de valleien dichter ingesloten worden;
de stroomen daalden van de toppen der bergen, en.
vereenigden zich tot den schuimenden vloed, die zich
donderend een weg baant door den bergwand. Toen
hij het verheven schouwspel, dat de Alpen vertoonen,
waar de macht en grootheid der natuur, den men-
sehelijken geest overweldigen, die haar nooit geheel
overwinnen zal, dacht hij dieper na, dan vroeger.
Hy dacht aan het streven van don menschelijken
geest, die het nooit moede wordt om de geheimen
van het heelal uit te vorschen, zich, van eeuw tot
eeuw daarin verdiept, in de aarde graaft, en den
hemel meet, en de verste lichtbollen onderzoekt.
Aarde en hemel zijn de velden waarop de mensch
de krachten van zijn lichaam en zijnen geest oefent,
en die hij beschouwt, alsof zij werkelijk'zijn eigen
dom tfaren. In die onrust der menschengeslachten,
meende hij een ernstig streven naar waarheid te
ontdekken; te zien, dat, door den strijd van denk
beelden en gebruiken, de opvoeding verbeterd werd;
onze oude maatschappij vernieuwd door een nieuw
beginsel, al was het, dat zij zelve het nog niet inzag;
en de menschen vrij en vol vertrouwen zich ver-
eenigde tegen onderdrukking en overheersching, die
alles wilden omverwerpen en vernielen. Ondanks
den korten triomf van eigenbaat, eerzucht en geweld,
ontdekte hij, in de wetenschap, gelijk in den gods
dienst, een geest die alles drijft en vernieuwt. Niet
langer de politiek en staathuishoudkunde onzer ra
deren; welke geheimen der natuur de kunst ook
ontdekt; welke mathematische waarheid de geest ook
uitvindt, alles dient om langzamerhand nieuwe wegen
voor den vooruitgang van het menschelijke geslacht
te openen, en de macht der dwaling te overwinnen,
en den invloed der vooroordeelen tegen te gaan; en
langzamerhand zal die onzichtbare geest, die adem
des nieuwen levens zich, met de snelheid der gedach
ten mededeelen van het eene volk aan het andere,
tot aan de uiterste grenzen der wereld.
Iu het gezicht van die reusachtige bergen, die tot
pog toe een nutteloos bolwerk waren geweest tegen
de overweldigers van zijn vaderland, en waardoor
nu het genie, en de kunst wegen geopend hebbon
voor handelsverkeer en gedachten wisseling, overwoog
de reiziger weder de geheime beginsels en oorzaken
der gebeurtenissen; al die probleamen van de staf
en de kracht, waarvoor zelfs de wijssten nog geen
uitleg, gevonden hebben; en hij kon niet ontkennen,
dat de natuur, door dezelfde wetten bestuurd,, steeds
tracht terug te keerea naar hare eerste oorzaak,
alsof zij rust zocht. Eene andere lucht omringde
hem, gedurig vertoonde zich een nieuwe horizont,
dien zijn oog, noch zijn geest omvatten kon, en die
hem eene andere en betore wereld verkondigde. Ter
wijl dns de grenzen van de natuur en van de weten
schap zich verder uitbreidden, gevoelde hij ook zijn
verlangen grooter worden om tp kennen en te weten;
maar tevens, om rust te vinden in Iets zekers en
onvergankelijks. (Wordt vervolgd
van de boot en zit daar met eene deftigheid, een
burgemeester waardig. De overigen volgen naar
rang aan weerszijden van de verschansing. Als toe
vallig de orde van voorrang verstoord wordt, bij
voorbeeldals No. 5 voor No. 3 in het water ge
zet of No. 4 voor No. 2 geplaatst wordt, is het dade
lijk een rumoer, aardig om te zied en te hooren.
Sir Francis Galton van de Koyal Society te Lon
den, president van het Anthropologisch instituut voor
Groot-Brittannië maakt tegenwoordig ernstig studie
van de verschillende karakters der menschen, hunne
punten van ojgreenkomst en verschil. Daarbij heeft
hij zich ook ofezig gehouden met eene groep ver
schijnselen, welke betrekking hebben op de middelen
van iemands identiciteit te bewijzen, welke ook roeds
de opmerkzaamheid van den Frauschman Vertillon
hebben getrokken, nL op den afdruk, dien de duim
vau oen mensch achterlaat op eene oppervlakte, welke
voor het opnemen van afdrukken bijzonder geschikt
is. Ieder is wol eens in de gelegenheid geweest om
op te merken, dat een vinger, diê met inkt, bloed
of potlood bedekt was, op papier of linnen een eigen-
aardigeu afdruk achterliet, dien de ambtenaren vau
politie en justitie het best kennen en waarvan zij den
oorsprong steeds zonder twijfel kunnen nagaan. Gal
ton heeft het eerst ontdekt, dat deze afdruk afwis
selt naar gelang vun de persoon van wien hij afkom
stig is en zoodoende een uitstekend middel oplevert
tot herkenning. De bjjna onzichtbare inkervingen
van de opperhuid vertoonen bij geen twee menschen
volkomen dezelfde teekening. Men beweert wel eens,
dat aan alle boomen der aarde geen twee volkomen
gelijke bladeren te vinden zijn; ditzelfde schijnt het
geval te zijn met de huidteekening van den men
schelijken duim. Is dit zoo, dan heeft men hier
door een best middel om iemands identiciteit te
bewijzen. Men stelle zich voor, dat men bij de be
wijsstukken van de rechtbank eene verzameling van
duimafdrukken bezat en het juiste middel, die te
vergrooten, dan zou men bij den eersten blik trota
alle veranderingen in naam, kleeding, baard en hou
ding tot de persoon van een beschuldigde kunnen be
sluiten. En dit is nog niet bet eenige gebruik, dat
men van de ontdekking kan maken. Deze duim
afdruk levert ook een stempel, die voor geen ver-
valschingeu vatbaar is, als men slechts eene op
pervlakte neemt, die voor indrukken zoor geschikt
is. Men behoeft slechts een stuk glas of eene
gladde metaalvlakte; b. v. den voet van een strijk
ijzer of het lemmet van een mes te nemen, dit
aan een lamp of kaars met zwartsel te bedek
ken, den duim eerst licht op de zwarte oppervlakte
en dan op een met gom bestreken of weinig voch
tig gemaakt papier te drukken en men heeft een
duurzamen afdruk van de concentrischen inkervin
gen van den duim. Neemt men nu verscheiden
zulke afdrukkeu en ook die van verschillende per
sonen, zoo zal men spoedig bemerken, dat de ligging
der inkervingen voor denzelfden persoon steeds gelijk,
maar bij velschillende personen, al behooren zij ook
tot dezelfde familie, steeds ongelijk is. Het verschil
is steeds te herkennen, als men slechts goede afdruk
ken heeft, of als men deze door een vergrootglas beziet.
In het laatste geval kan men constateeren, dat
ieder individueéle afdruk zijn eigenaardig karakter
bezit. Ton gevolge van een uitgebreid onderzoek
heeft men bevonden, dat alle afdrukken tot zeven
of acht hoofdtypen behooren, maar dit neemt niet
weg, dat elke afdruk toch zijn eigenaardigheden
oplevert.
Het gaat er mee als met de neuzen; men kan ze
in enkele hoofdsoorten indeelen en toch zijn er geen
twee neuzen volkomen gelijk. (Ned. Politiegids.
Aan het „Thames" Folitie-Hof te Londen, kwam
Donderdag andermaal de zaak voor van Baron Bruno
F. Krantz, een Oo8tenrijker, ridder van de Boos kan
Brazilië en „uitvinder» van beroep, en van den
Hollander Henri de Bogaerts, zich noemende „al
gemeen administrateur van het technisch en weten
schappelijk departement van de Maatschappij tot
exploitatie van Bogaerts-patenten," beschuldigd van
belangrijke zwendelaryen.
Het Hof was vol nieuwsgierigen. De vervolging
geschiedde door den Staat, en sedert het laatste
verhopr waren nog vele andere slaohtoffers opge
komen. Het bleek, dat de heeren o. a. bestellingen
hadden gedaan voor een rijtuig met twee paarden
en livrei, voor 60 aan kantoorbehoeften, voor
95 aan kramorijen, voor 311 aan kostbaarhe
den, voor 26 aan bont en voor 80 aan messen
en vorken.
Zij hadden adressen in de wijken Hampstead,
Hounslow en Clapham, en waren in onderhandeling
over de huur van een huis in Battersea voor
200 't jaars. Zij hadden kantoren in Farringdon-
street, in Hatton Garden en tien prachtig gemeubi
leerde kamers in Victoria Mansions. Een man werd
aangenomen als klerk tegen 2 per week, een be
drag, dat hij slechts eens ontving. Krantz trok
cheques op B. die de klerk inwisselde, doch die
onbetaald bleven. Op de beschuldigden worden
bank-vatn-leeningbriêfjes gevonden voor pendules,
armbanden en gouden ringen, voorts rekeningen
voor twp^ piano's voor 100 en een vdor 12
rosettes van de Boos van Brazilië. Zij deden
aanvrage voor het openen eener rekening in de
London Joint Stock Bank, en in de aanvroge hier
voor gaven zij op houders te ziju van 29 aau-
deelen in de Bogaerts-maatschappij van 5000
eik. Het prospectus dezer maatschappij wees aan
dat het kapitaal 3,000,000 p. st. bedroeg, dat het
„Albert Palace» in Battersea gekocht waa en dar
de hulpmiddelod der maatschappij onbegrensd wa
ren. Krantz was de „kanselier» der maatschappij.
Volgens een ander stuk zonden de beschuldigden
aan iemand, die hem met de directie van het
„Albert Palace" in aanraking bracht. 10,000 p. st.
betalen. Ook werd een brief aan de beschuldig
den gevonden, waarin de schrijvers verklaarden,
dat de mannen geen recht hadden de namen van
den heer Hansard en van sir Henry Isaacs (den
nieuwen Lord-Majoor) te gebruiken. Een politie
agent verklaarde, dat B., toen hij gearresteerd
werd, slechts een halven stuiver in zijn zak had.
Beide mannen hadden inlichtingen gevraagd om
trent goede scholen voor de opvoeding van B.'s
kinderen. K. ontwikkelde aan zijn klerk een plan
tot oprichting van een «Banorama». Een zijner
denkbeelden was, dat de bezoeker op een knop zonde
drukken en zonder de hnlp van een kellner een
diner voor zich zonde krijgen (gelachDe bezoe
ker zouden ook kunnen rijden op wieiers zon
der wielen en zonder eenige moeite voor de
rijders. Dit alles zon geschieden door een maat
schappij met een kapitaal van 40,000,000 pst. De
10 kamers in Victoria Mansions kostten in huur
450 pst. 's jaars, doch er ging niets om. Kene dame
kwam ongeveer 14 malen naar het kantoor en vroeg
altijd naar Krantz.
De geheele historie der reeds gepleegde of voor
genomen zwendelarijen der beschuldigden was veel
te lang om op den dag te worden afgedaan, wes
halve het verhoor wederom voor een week ver
daagd werd.
Het lot der weduwen wordt reeds in de gewijde
schrift als zeer beklagenswaardig beschouwd, al
hoort men ook wel eens beweren en niet altijd
zoo geheel ten onrechte dat sommige arme
gezinnen er „bovenop" komen, als door den dood
van den man de vrouw het hoofd is geworden. In
die regel zal dit echter het geval niet wezen en is
het lot der weduwen zwaar.
Althans in de Oude Wereld. In de Nieuwe echter
zyn eene menigte weduwen, dan eer te benijden dan
te beklagen zijn. Wanneer in Amerika een dame
op die jaren gekomen is, dat zij niet veel kans meer
heeft op een huwelijk, gaat zij naar Europa en een
paar jaar later terugkeerende, noemt zij zich weduwe
waardoor zij al de rechten en vrijheden van eene
gehuwde vrouw verkrijgt, zonder de verplichting
om van een gering inkomen kinderen groot te
brengen, en zonder de smartelijke herinnering aan
verdwenen huwelijksgeluk. Aan dien toestand is
men in den maatschappelijken omgang aldaar zoo
grwoon, dat hij voor niemand een geheim is, maar
iedereen zich houdt of hy er aan gelooft en zal
nooit onbescheiden vragen doen naar den echtgenoot,
die niet bestaan heeft.
Naast deze ongehuwden weduwen ontmoet men
daar iu de gezellige kringen een aantal geschei
den vrouwen, wat een zeer „geregulariseerde»
positie is aan gene zijde van den Oceaan. In bijna
elk der Vereenigda Staten zijn de bepalingen
omtrent bet huwelijk verschillend, en er bestaan
allerlei middelen om te scheiden, zelfs met „eener-
zjjdsch" goedvinden. Gidsen genoeg zijn er, die
daartoe den weg wijzen. Bijna zonder uitzondering
echter is een gevolg van de scheiding, dat de man
veroordeeld wordt aan de vrouw, van wie hjj
scheidt, een jaargeld utt te keeren.
Van dien toestand maken vele dames gebruik
om zich een inkomen te verzekeren, zonder last
te hebben van een echtgenoot en er zijn er te
Nieuw-York, die jaargelden trekken van drie of
vier mannen van wie zjj gescheiden zijn en met
een vijfden echtgenoot levon.
De September-aflevering der Revue des Deux Modes
geeft een allermerkwaardigst en zeer onderhoudend
artikel over het huwelijk en de echtscheiding in
Noord-Amerika.
De Duitsche regeering heeft het ontwerp der
Bankwet, nadat het door den Bondsraad is goedge
keurd, naar den Rijksdag verzonden.
Alleen in zoover is de tegenwoordige regeling
veranderd, dat het vaste aandeel in de winst der
aandeelhouders van 4>/8 tot 3»/g pCt. is verminderd.
Deze verlaging wordt door de regeering verdedigd,
op grond van de vermindering van den rentevoet,
terwijl tevens het dividend aan het einde van dit
jaar zeer aanzienlijk zal zijn, omdat het reservefonds
het hoogste bedrag heeft bereikt en derhalve geen
verdere afschrijving hiervoor noodig is.
De aandeelhouders ontvangen dus na 1 Jan.
1891 3l/g pCt. Van hetgeen er dan overblijft, gaat
eerst 20 pCt. naar het reservefonds en de rest
wordt verdeeld tusschen de aandeelhouders en den
staat, elk voor de helft, totdat het dividend voor
de aandeelhouders is gestegen tot 6 pCt. Is dit
het geval, dan ontvangen de aandeelhouders nog een
vierde van het overschot en de Staat drie vierden.
Evenals met de socialistenwet, maakt de regeering
met de Bankwet grooten haast. Nog in deze
week zullen de algemeene beraadslagingen over
beide ontwerpen worden gehouden, zoodat de com
missies terstond aan het werk kunnen gaan.
Dat de socialistenwet niet in dezen vorm woïdt
aangenomen, is reeds zeker. Evenals de nationaal-
liberalen, heeft ook het Centrum volgens de ver
klaring der Gertnania besloten deze wet niet dan
als buitengewone maatregel voor een beperkten tijd
toe te staan. Wil prins Bismarck er dus een ge
wone wet van maken, dan is hij, om een meerder
heid te kunnen vinden, wel verplicht alle voor
waarden in te willigen, welke de natioDaal-liberalen
stellen.
Groote veranderingen in de samenstelling van het
Duitsche leger zijn bij de thans aan de goedkeuring
van den Rijksdag onderworpen begrooting voor
189091 voorgesteld. In de legersterkte van 468.409
man, voor vredestijd tot 31 Maart 1894 bij de
wet voorgeschreven, wordt wel geen wijziging go-
bracht en evenmin in de indeeling der infanterie
in 534 bataljons, van de cavalerie in 465 eska
drons, van de veldartillerie in 364 batterijen, van
vestingartillerie in 31, de pionniers in 19 en de
trein in 18 bataljons maar de hoofdsamenstelling
ondergaat groote wijzigingen.
Vooreerst worden twee nieuwe arméekorpsen in
gesteld het 16e Lotharingsche te Metz en 't 17
Westpruisische te Dantzig. In de tweede plaats
worden de trein-bataljons, gelijk ten vorigen jaro
de veldartillerie, bij de verschillende arméekorpsen
ingedeeld. Daardoor vervalt de tot hiertoe bestaande
afzonderlijke trein-inspectie. Maar daarentegen zal,
met het oog op de ontzaglijke uitbreiding, die de
zorg voor bewapening, munitie en trein heeft on
dergaan, een afzonderlijk departement voor de be
wapening worden ingesteld, welk departement, beter
gezegd welke afdeeiing van het Ministerie van oor
log, tevens zal worden belast met alle proefnemingen
met nieuwe uitvindingen voor 't leger.
Doch hoofdzaak is de betere troepenorganisatie
bij de voorgenomen veranderingen. Er zullen staven
worden ingesteld voor de twee nieuwe legerkorpsen
(generaals-kommaudementen) voor 3 divisiën eu
voor 5 brigades infanterie, voor 6 brigades cavalerie,
voor 2 brigades veldartillerie, voor 5 regimenten
infanterie en voor 4 regimenten veldaitillerie.
De nieuwe drie infanterie-divisien en zes cavalerie
brigades zal men vinden door de bestaande leger
korpsen, die alle boven de vereischte sterkte zijn,
op de normale formatie terug te brengen. Voor do
veldartillerie is dit niet mogelijk en men zal door
instelling van* een artillerie schietschool in de be
hoeften dienen te vorzien.
Verder moet nog vermeldt worden, dat de generale
,staf een niet onbelangrijke uitbreiding zal ondergaan
en wel van 5 afdeelingschefs, 8 stafofficieren en 7
majoors, dat van de drie voor eenige jaren in 't
leven geroepen landweer-inspectiën, twee weer ver-
dwynen zullen (die te Koningsbergen en Bromberg)
zoodat alleen zulk een inspectie te Berlijn blyft
bestaandat het spoorwegregiment (te Berlyn) in r
een brigade van twee regimenten wordt veranderd.
De kommandementen van Frankfort a. M., Altona,
Hannover, Saarlouis en Torgau vervallen de twee
laatste garnizoenen worden als vestingen opgehsven.
Met 2 April 1890 wordt de artillerie-schietschool
van Berlijn naar Jüterberg overgeplaatst en bij die
gelegenheid gesplitst in twee afdeelingen, een voor
veld- en een voor vestingartillerie. Het getal krijgs
scholen (thans 8 bedaagende) wordt met een ver
meerderd deze wordt te Dantzig gevestigd.
Een belangrijke hervorming ondergaat het personeel
voor den vestingbouw. Er worden vesting-bouw-
wachten le en 2e kl. ingesteld en wel 38 hoofd
bouw wachten en 94 bouwwachten.
Ten slotte zij vermeld dat, in verband met do
voorgenomen reorganisatie talryke garnizoens-ver-
wisselingen zullen plaats hebben en dat eindelijk
de volgende vermeerderingen zyn te verwachten
van het getal officieren met 333, waaronder 14
brigade-kommandanfen, 11 regiments-kommandanten,
6 majoors, 60 tweede luitenants, 76 sedentaire offi
cieren en 28 artsen); van het getal paarden met