EN.
N° 4065.
TS.
.EN.
IAP
IMS,
iarkt.
BINNENLAND.
Vrijdag 8 November.
1880.
ezx
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Gabrio en Camilla.
STER.
TËN.
kolen,
eet.
k, België.
ye.
k Cie.
;n Thee.
mjjnTHEE-
i 1.25,deze
idend.
lacao
)EGEN”.
FEUILLETON.
De Insending van advertentiön kan gesciueden tot óen uur des n^middAg» van den dag der uitgave.
De uitgave dezer Courant geschiedt dageljjks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prjjs per drie maanden is 1.25, franco
per post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
10 kilog*.
int,
ESTDAGEN
nam.
Ische Cou-
oden door het
NEMAN en
▼an September
Thomas zoowel
in de buurt liggende eilanden
üng
vry in huii
ut. geljjk ge-
Bovendien worden alle Advertentien gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
't welk des Maandags verschijnt.
arid H. 101.
goudsche courant.
ding
s.
oor huiselijk
pannen- en
ligen mits er
Hing.
ER 1889.
i Tooneel.s
sar den rornan
?ERNER
BIENE.
g 7>/, uur.
jzen.
ADVERTENTIEN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centeniedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
GOUDA, 7 November 1889.
Benoemd tot ridder van den Nederl. Leeuw de
heer J. Kuyper Hz., ontvanger der Belastingen te
Hage.
De heer jhr. mr. J. F. K. van Swinderen, lid van
de Eerste Kamer der Staten-Generaal, trad Maan
dagavond in eene vergadering der afdeeling Balk van
de vereeniging «Volksonderwijs” als spreker op han
delende over de Schoolwet.
In sprekers oog is de« beweging tegen het wets
ontwerp gerechtvaardigd. Hij zal zich niet zoo scherp
uitdrukken als de hoeren Veegens en v. Houten die
spreken van „den val der openbare school," maar
hij is van meening dat dit ontwerp bepalingen be
vat die schadelijk zullen werken voor het lager
onderwijs zoowel het bijzondere als openbare.
Een ernstige grief van spr. tegen bet ontwerp is,
dat op de openbare scholen schoolgeld moet worden
geheven en de bijzondere daarvan zijn vrijgesteld.
Dat is bevoorrechting, evenals het toelaten van
nevenbetrekkingen door bijzondere onderwijzers.
Wel staat daar tegenover de bepaling dat voor
de lokalen voor het openbaar onderwijs 25 pCt. rijks-
subsidie verleend wordt en voor die van bet bij
zonder onderwijs niet, maar met het verleenen van
subsidie voor het bijzonder onderwjjs handelt men
daarentegen weder zeer vreemd.
Men verleent in 1890 reeds subsidie, doch men
geeft tijd voor inrichting enz. in de jaren van 1890
tot ’99, in tegenstelling van het openbaar onderwjjs,
waar eerst aan de voorwaarden moet worden voldaan.
Spr.’s meening is, dat in den eersten tijd het peil
van het Jager onderwijs zal dalen, dat van het bij
zondere meer dan het openbare, bij gebrek aan goed
personeel.
In den sneltrein van, Parijs naar Keulen is tus-
schen Rothe Erde en Aken oen lamp gesprongen
in een dames slaapwagen, waardoor de bedden in
brand geraakten. De verschrikte passagiers sloegen
do ruiten stuk en schreeuwden om hulp. De rem
werkte gelukkig terstond, de trein bleef staan en
het personeel bluschte den brand met eenigo emmers
water. Een der dames had zich aan de pols be
zeerd, doch overigens kwam men met den schrik
vrij. Er was nogal materieels schade aangericht.
Bij de familie Mertens, te Dobnrade bij Sittard,
trad Maandag voormiddag een persoon binnen, voor
gevende koster te zijn te Tegelen. Hij kwam, zeide
hij, de treurige tijding brengen, dat de pastoor van
Tegelen, een broeder van M., des nachts een toeval
had gekregen, dat diens toestand hoogst bedenkelijk
was, en het wenschelijk ware dat één of twee'leden
der familie zich naar T. begaven. Hij zelf moest
naar Maastricht om daar dokter Van Kleef te halen,
met wien des pastoors geneesheer te T. wenschta te
consulteeren.
Na een flink ontbijt te hebben gebruikt, maakte
de peeudokoster zich tot vertrekken gereed. Hij
vreesde echter, aangezien hij ook de reiskosten van
dr. v. Kleef moest voorschieten, niet genoeg geld
bij zich te hebben gestoken en verzocht aan de
familie hem nog een gulden of vijf te geven, die
natuurlijk te T. terugbetaald zouden worden. Met
de meeste bereidwilligheid werden onzen man twee
rijksdaalders ter hand gesteld, waarop hij ijlings
zijns veegs ging,'
Kort daarop begaf zich een vrouwelijk lid der
familie met nog een ander, uit het naburig Jabeek
ontboden, naar Sittard, om van daar per spoor naar
T. te vertrekken. Bij den heer R, te Sittard iets
te bestellen hebbende, vertelden zij dezen de oorzaak
hunner reis naar T. Den heer R. kwam de zaak
verdacht voor, en hij raadde de beide vrouwen aan,
eerst een telegram naar T. te zenden, om naar den
toestand van den pastoor te informeeren. Aldus
geschiedde, en kort daarna kwam als antwoord
terug dat de eerw. heer zich in blakenden welstand
bevond en de familie hartelijk liet groeten.
De politie, die van een en ander in kennis werd
gesteld, kon tot dusverre nog geen spoor van den
sluwen oplichter ontdekken.
De koninklijke commissie in Engeland, benoemd
tot onderzoek in zake de pokinenting, heeft haar
eerste verslag bekend gemaakt. In de 6 zittingen,
die de commissie sedert hare benoeming in Mei
hield, werden 4 getuigen gehoordsir John Simon,
dr. William Ogle, dr. Thome Thorne en dr. Rauch,
geneesheer bij den gezondheidsraad in den staat
Illinois, uit wier mededeelingen o. a. het volgende
bleek.
Wat de politieke zijde aangaat zeide hij in hoofd*
zaak het volgendeOp het vonnis door de twee liberale
leden der commissie van voorbereiding mede uitge
sproken, viel veel af te dingen, de houding der
17 leden was z. i. een gevolg van de begeerte den
schoolstrijd ten einde te brengen.
Wat spr. betreft, voorstander van degelijk onder
wijs, wil hij medehelpen tot wijzigingen, mits deze
ten doel hebben, het volksonderwijs te verbeteren.
Men schrijft aan het Vaderland
De Cunuptonkars komen tot verandering bij het
einde van de maand September. Sedert 1877 is
men dan immer van angst en vrees vervuld voor een
orkaan. Droogte, hevige winden, hoogs temperatuur
gaven nieuw voedsel aan die vrees. Gelukkig is do
maand nu bijkans haar einde nabij, on Curasao is
bevrijd gebleven. Andere Weet-Indische eilanden zijn
door den orkaan in de eerste dagen
bezocht; de scrade is echter op 8t.
als op Martinique en i
van geringe beteekenis geweest.
Een verhaal uit Milaan
poon
IGÜILIO CARCAN O.
Fry naar het Ilaliaanech
poon
VANESSA.
97) XXIX.
Garibaldi en zijne dappere vrijwilligers verjoegen
de vijanden tot achter Bezzecca, en generaal Medici
was, met zijne divisies, bijna tot de poorten van
Trent genaderd. Onverwacht bracht de wapenstil
stand van 25 Juli de dappere strijders tot staan, en
verijdelde de hoop der onzen, om de Oostenrijken
uit de bergstreken van Italië te verdrijven. Voor
geheel Europa was het eene verschrikkelijke maand
de macht van den Habsburger was te Sadowa ge
breideld; on tegen die groote nederlagen, woog het
voordeel niet op, dat de Oostenrijksche schepen op
de Italiaansche behaalden, in de wateren van Lissa,
waar een onbekwaam admiraal zijne dappere offi
cieren en soldaten alleen liet, toen zij zich voor het
vaderland opofferden. Intusschen bedreigde Pruisen,
met twee legers, Weenen, terwijl een groot gedeelte
yan de Oostenrijksche legermacht, door den oorlog
in Italië, werd verwijderd gehouden. Toen haastte
ikman Zoon.
keizer Frans Joseph zich, om de vredesvoorwaarden
aan te nemen, die Napoleon hem zond: de koning
van Pruisen en zijn minister waren daarmede zeer
tevreden, ziende, dat zij, in minder dan ééne maand,
meer verkregen hadden, dan zij hadden durven hopen.
Toen, na Sadowa, de voorloopige vredesvoorwaar
den geteekend waren, werd het voort trekken der
legers gestuit; maar de vrede tusschen Oostenrijk en
Italië, werd eerst den dorden Ooctober onderteekend.
Dit traktaat, en het andere, dat tegen het einde van
Augustus door de beide vijandige Duitachq mogend
heden te Praag onderteekend was, brachtén grooter
veranderingen in het lot van Europa, dan de gebeur
tenissen van de vijftig laatste jaren hadden gedaan.
Zoo werden, ten gunste van Pruisen en Italië, de
traktaten van 1815, voor altyd vernietigd.
Onze troepen bezetten do vier vestingente Vene
tië bevestigde een plechtig plebiseit dat, hetwelk acht
tien jaren vroeger, op het San Marcusplein wak afge-
kondigd. Dat was een nieuw bewijs van de Italiaansche
eensgezindheid; en toen Victor Emanuel te Turin,
de afgevaardigden van de oude republikeinsche stad,
ontving, in dezelfde zaal van het koninklijk paleis,
waarin, zooveel jaren vroeger, zijn vader den oorlog
voor de onafhankelijkheid had geproclameerd, kon
hij met goed recht zeggen: „Dit is de schoonste
dag mjjns lévens! Heden verdwijnt, van ons schier
eiland, het laatste spoor van de vreemde overheer-
sching.”
Omtrent dezen tijd, zou men op zekeren morgen,
toen de Oostenrijksche banier nog op te torens van
Verona wapperde, aan het drukke station, twee per-
sonen uit den trein van Milaan hebben kunnen zien
komen, die zich slechts met moeite een weg baan
den, door de woelige menigte. De'een zal omtrent
dertig jaren oud geweest zijn, hij was hoog van ge
stalte, met een mager, door de zon verbrand gelaat,
en droeg eene grove kapotjas, en eene militaire muts;
de andere, eene oude dame, droeg eene sleepende
japon van zwarte zijde, en was gewikkeld in een
grijzen mantel, even ouderwetsch als haar zwart
strooien hoed; zij hield hare voilé neergeslagen, en
leunde op den arm van haar geleider, alsof zij bij
hem steun zocht. Hij gaf haar met meer eerbied,
dan vertrouwelijkheid den arm, liét zich door haar,
hare beurs geven; en, zonder tijd te verliezen, ver
lieten zij hel station, en sloegen den weg in naar
de stad.
Niemand kende hen, niemand sloeg acht op hen,
wie zij waren, kan de lezer wel begrijpen, ofschoon
het hem verwonderen zal hen samen te vinden, en
dat nog wel te midden van het krijgsgewoel, in eene
strèek, die nog door de duitsche soldaten werd be
zet gehouden.
Toen de ingenieur Dall’ Orto van zijné reis was
terug gekomen, juist toen de eerste oorlogszuchtige
berichten in omloop kwamen, had hij nauwelijks zijne
vrouw en zijn kind weergezien, die hem ontvingen
met al de blijdschap, die het privilegie is van hem,
die vader is, of hij herinnerde zich, dat ook hij een