Bultenlandsch Overzicht.
Brieven Uit de Hoofdstad.
KENNISGEVING,
BEURSBERICHT.
plaats, terwijl de straten geïllnmeerd worden. Woens
dag brengen de samengestroomde geestelijken een
bezoek te Washington, ten einde den president der
republiek een adres van erkentelijkheid voor de
ten allen tijde in de Vereenigde Staten gehuldigde
godsdienstige verdraagzaamheid aan te bieden. Bij
gelegenheid van dit bezoek wordt ook eene Room-
sche universiteit te Washington door kardinaal
Gibbons plechtig ingewijd.
De eerste prelaat, die in November 1789 den
zetel te Baltimore bekleedde, was bisschop Carroll.
Er waren toen, heeft kardinaal Gibbons bij gelegen
heid van dit gedenkfeest medegedeeld, in de Ver
eenigde Staten nog geen 4.0,000 Roomsch-katho-
lieken. Thans zijn er negen millioen, die in het
bezit zijn van 10,000 kerken en 650 inrichtingen
van ouderwijs. Het aantal geestelijken bedraagt
ongeveer 80,000, waaronder een kardinaal-aarts-
bisschop, 17 aartsbisschoppen en 71 bisschoppen.
Uit het verslag over de kweekschool voor
machioisten blijkt, dat het diploma-examen in het
afgeloopen jaar werd afgelegd door 27 oud-kwee-
kelingen aan 21 hunner is het diploma uitgereikt
kunnen worden.
Voor het admissie-examen voor den cursus 1889-90
meldden zich 66 aspiranten aan, waarvan 46 ge
plaatst werden.
De cursus is aangevangen met 55 leerlingen in
do eerste en 40 in de tweede klasse.
De rekening sluit in ontvangst en uitgaaf tot een
bedrag van 48458.13 en wijst een nadeelig saldo
aan van 4141.66'/,. Aan schoolgelden werd ont
vangen 25,643.75, aan subsidien 13,000 en
aan contributie der leden 3149.50.
Tot commissarissen werden herkozen de heeren
J, Peelen en W. A. M. Piepers.
Korporaal Tanner, de invalide met de twee houten
beeuen, aan wien door don president der Vereenigde
Staten het beheer van de afdeeling militaire pen
sioenen was opgedragen, is reeds weder uit zijne
betrekking ontslagen. Schoon reeds duizenden „vete
ranen" uit den burgeroorlog pensioenen genieten,
waarop zij niet de minste aanspraak hadden, vond
de heer Tanner, dat de staat voor hen nog meer
moest doen, en verdubbelde of verdrievoudigde
hunne toelage, terwijl hij hun tevens alles restitu
eerde, wat zij, volgens zijne meening, sinds 1863
te weinig hadden ontvangen. Dit middel om aan
den hinderlijken overvloed in de schatkist een einde
te maken, is al te drastisch bevondende aspiranten
voor pensioenen kwamen bij duizenden opzetten en
de man met de houten beenen is thans vervangen
door oen ander met compleete extremiteiten en een
minder gevoelig hart.
Een arbeider, die in Maart dezes jaars uit het
Eriesche dorp Oudwoude naar Zuid-Amerika ver
trok, heeft uit La Colina een brief aan zijn familie
te Oudewoude gezonden, waaraan wij het volgende
ontleonen
„Wij hebben 182 hectare land, waarvan 180 ponde-
maat is overgeplagd en daarin hebben wij weit ge
zaaid. Ook pooten wij aardappelen en maïs. Ons huis
is zeer nederig, maar aan eten en vooral aan vleesch
hebben wij geen gebrek; al moeten wij het van
een witgeschuurde tafel eten, wij lusten het wel. Er
wordt ons meer aangebracht dan wij kunnen opeten.
Het kost slechts 7'/s Ct. per kilo. Wij hebben 21
En toen drukte hij haar nogmaals aan zijn hart,
even als op dien dag, toen zij, bij diezelfde fontein,
elkander hunne liefde beleden hadden.
Lanzaam daalden zij het ruwe pad af, waarlangs
zij gekomen waren. In de verte verhieven zich de
donkere muren van het kasteel; lager, tusschen de
dichte boomen scheen een licht, als eene vriendelijke
ster, door het venster van hun eigen nederig huis.
Een oogenblik beschouwden zij dat overblijfsel van
vroegere grootheid, waaraan zoovele droevige herin
neringen verbonden waren; toen sloegen zij den weg
in, die naar hunne eenvoudige woning geleidde, en
in hunne zielen heerschte een vrede volmaakter en
zaliger, dan zij ooit hadden durven hopen.
En de nacht daalde, en aan den helderen hemel
schitterden de sterren.
paarden, waaronder 2 veulens en 2 merries, die niet
trekken. De landbouw kan hier wel een bestaan
geven, want de grond is hier vet en voor alles ge
schikt. Ons vertrek uit Nederland berouwt ons niet,
vooral ook met 't oog op onze kinders. Ook zijn wij
blijde, dat wjj met de eerste boot zijn gekomen, want
wij moesten 90 nationaal voor 'tland per hectare
betalen; zij, die met de tweede boot zijn gekomen,
moeten 100 geven, en men zegt, dat het met iedere
boot opslaat. Mijne vtouw heeft het( hier veel beter
dan in Friesland, want zij behoeft niet mee naar 't
veld om te werken en kan zoo doende thuis blijven
om de huishauding in orde te houden. Zeer gaarne
wenschten wij, dat hier eene school was, om de
Spaansche taal te leefen."
Volksleeskamers. Nkar aanleiding van het jjlan
om te Rotterdam wachtkamers zonder sterken tujank
op te richten, ten bate van werklieden, die on *erk
wachten, deelde voor eenigen tijd ds. E. J. WfKoch
te Scheveningen in Se VolkavHend het een enjandbr
mede omtrent volksleeskamers in Amerika, dii daar
een machtig middel zijn dm 'tvolk u(t de h|rberg
te houden. Daaromtrent werd hem ^oor een yriend
geschreven: j ft
„Bestonden er in ons land goed ingerichte eï bijna
den ganschen dag opengestelde lokalen, waar ieder
zoowel boeken als dagbladen kon lezen, ik twijfel
er niet aan, of menigeen, die nu ?!jil! vrijen tijd
doorbrengt in de herberg zou dit dan opk doen in
de leeskamer.
„In Noord-Amerika treft men die zelfij op kleine
plaatsen aan. Ieder Is er welljom en iifn heeft er
nooit over wanordelijkheden te klagen. Dp leeskamers
verschaffen aan velen een heqjtljjke uiflWnning ep
ongetwijfeld een zeer groot nutjj In die kamers, die
ook vrouwen bezoeken, wordt hiet gerookt, en niet
anders dan goed drinkwater m in den zomer veelal
door ijs afgekoeld gedronkp|. Aanleiding tot het
maken van vertering is er dus/niet; tot het gebruik
van iets wat der gezondheid kan schaden evenmin."
De briefschrijver meent, dat'de zaak in ons land
eenigszins gewijzigd kon worden toegepast, o. a. zou
er gelegenheid kunnen gegeven worden een kop koffie
te drinken. De heer Koch voegt daarbij:
„Ik voor mij erken, dat ik de oprichting van der
gelijke gelegenheden tot nuttige en doelmatige ont
spanning ook in Nederland als een groote zegen zou
beschouwen, en dat zij ons streven indirect in de
hand zouden werken door de gelegenheid, ons in de
leeskamer geboden, om onze beginselen bekend te
maken en ingang te verschaffen, is voor mij boven
eiken twijfel verheven.
Eon onzer landgenooteh in den vreemde, de heer
J. Dekkers, oud-leerling der voormalige tuinbouw
school „Linnaeus" te Watergraafsmeer, tegenwoordig
bloem'st bij den heer Aristakes Azarian te Konstan-
tinopel, is door den Sultan van Turkije begiftigd
met de medaille van verdienste.
De heer J. Dekkers, vroeger ook in de kolonie
Suriname werkzaam bij de cacao-cultuur, munt vooral
uit in de kweeking en behandeling dor exotische
vruchtboomen.
Sempenirem
Het Indisch Mail-Overzicht van het Sat. Uil.
zegt:
Spoediger en vollediger dan wij verwachtten, is
ons meermalen geuit vermoeden bevestigd, dat
onze passieve houding in Atjeh op de gevaarlijkste
wijze 's vijands macht verhoogt en hem van lie
verlede het overwicht bezorgt. In het hoofdartikel,
voorkomende in de Java-Bode van 1 dezer, worden
dienaangaande onthullingen gedaan, welke, alhoe
wel geen nieuw, alle vertrouwen inboezemen, wijl
zij zoo eigenaardig zijn, dat zij niet verzonnen kun
nen zijn. Volgens deze, oefent Tengkoe di Tiroe
niet alleen buiten, maar zelfs binnen onze linieën
grooten invloed uit en brengen de binnen onze
nederzetting toegelaten Chineezen en Atjehers hem
schatting op, liefst van hetgeen zij aan ons ver
dienen. Bovendien doet hij onze soldaten door zijne
agenten op de passars door mooie beloften overha
len tot desertie en brengt hij onze militaire macht
bij zijn landgenooten in discrediet, door het te doen
voorkomen, alsof vele onzer posten hem elk 's maan
delijks zeven rijksdaalders opbrengen, teheinde niet
beschoten te worden. Eindelijk is hetzelfde opper
hoofd door de schier onbeperkte toelating van At
jehers binnen onze liniën, volmaakt op de hoogte
van onze plannen, terwijl hij ons door zijn spionnen
stelselmatig omtrent de zijne om den tuin doet leiden.
Dit alles verklaart den toenemenden tegenspoed
onzer wapens, de aangroeiende desertie uit onze
gelederen en het stijgend gevaar van insluiping
onzer troepen; het stelt tevens de naïviteit onzer
Atjeh-politiek in het licht, waardoor wij ons meer
en meer blootstellen aan het vijandelijk verraad.
Na deze inlichtingen weet men boter dan ooit,
wat men van de dezerzijds gevoerde vredesonder
handelingen te verwachten heeft en laten die on
langs op aandrang onzer Regeering door den hoe-
'loebalang van Merassa o. a. Toekoo Neq gevoerd
met den sluwen en listigen Toekoe di Tiroe geen
twijfel over omtrent haren uitslag, al is deze nog
onbekend. Graaf Toskoe di Tiroe toe, dan kan
het na het volslagen succes, dat hij tot dusver
gehad heeft met zijne geveinsdheid, niet anders
wezen dan met het oogmerk, om het lichtgeloovig
Nederlasdsch bewintf sterker dan ooit in slaap te ij
wiegen, teneinde heti in zijn kunstmatigen vredes- V
roes te beter to kunnen overvleugelen. Met deze
zekerheid voor oogen, is het voortzetten der vrp- j
dekonderhaudelingen onzerzijds, na de nederlagen
in) Bdi on bij Kotta Pohama eene verderfelijke
zwakheid, waarvan men met vqlle gewisheid kan jt
voorspellen, dat zij voor pns lojjer en voor onze j
wppeneéS? Imoet uitloopen op eeni catastrophe, groo"
tèj- danjjÜlle, welke zij tot dusver in Atjeh hebben J
ondervtmden. Zioh tpk opvredoi te beteonen tb- f
genoypftjeen vijand, die zbozeer in kracht -is toe-
genörnem dat hij den oorlog vAert met onze wa- fij
pens en on|e munf|ip, ojjdbl leiding onzer eigen pij
deserteims, is erge^l dan cap njSjdaad, Want het /f
stelt dmjfout daar j van tSjn) eigetó' Jwakhejd te et-'V
kannen ftpgenovei" di i datóqjse wBèl$renden vijhnd. j
De ondanks allo) er a|ing tifj Atj|ll||olgehoud«i en J
voortgezette vredospidlitie]^ is i da itwpk in allé) op-
zichten eener koionuqje Mogenrlht 4 jj»wgp<dig,(rwijl
daarmeej;1uit wanhoop j oen .telfmoo ■ajjpplpegd wprdt,
onteorenil voor haarlij die hiertoé ityialuifi in strijd
met hare plichten jejms de overijtójdoornaawdvêr- 1
hperschtë volken, wier rust ep zermheip afhangen
vin haar zedelijk overwicht en haaz&anmoedi^ kan- p.
delen. Onder de tegenover dJezd, «H de davMode'l
hls met den vinger aangewezen omstandigheden, vfpde
to sluitón met eon yerrader, gelijk Toeke di Tiroe, J
beteekent niets anders dan een Judas-verbond te
bezegelen. Dat verbiedt Nederland's eer. Ieder Ne-
derlandsch onderdaan, hoe hoog ook geplaatst en
„a fortiori" de Nederlandsche Regeering is gebonden
aan de koninklijke en nationale wapenleus: „/e
Maintiendrai."
i I
In do Fransche Kamer van Afgevaardigde opent
de heer Blanc, die als oudste in jaron het voor
zitterschap bekleedt, de zitting met eene rede,
waarin hij wijst op de overwining, door de repu
blikeinen bij de verkiezingen behaald, Zijne woor
den worden levendig toegejuicht.
De heer Baudry d' Asson roept//Gij hebt de
overwinning te danken aan bedrog en diefstal."
De afgevaardigde Thévrier woont de zitting bij
gekleed in een blauwe kiel.
De heer Floquet is voorloopig tot voorzitter ge
kozen met 348 van do 510 uitgebrachte stemmon.
De heer Deville en Casimir'Périer zijn tot ouder
voorzitters benoemd. De heer Floquct hield eene
korte rede, waarin hij de afgevaardigden uitgenoo-
digde om bij hot onderzoek der geloofsbrieven sich
van de politiek te onthouden.
Op goneraal Boulanger werden 52 stemmen voor
het presidentschap der Kamer uitgebracht.
Tot handhaving der orde op do Place de la Conr
corde ware strenge maatregelen genomen. Twee hon
derd politio-agenten bevonden rich op het plein
en eon escadron cavalerie had poèt gevat voor liet
nijverheidspaleis, terwijl in verschillende kazernes
de manschap gereed stond. De toegangen tot he^
Elysée werden bewaakt.
Intusschen meende men de zekerheid te heb-
ben, dat niets ernstigs gebeuren zou.
Te 2 uur naderde een groep, door Deroulede
en andere Boulangiston voorafgegaan, gemeld pleia
Na eene waarschuwing werd de groep uiteenge
jaagd door do politie-agenten, die alleen de afge
vaardigden lieten doorgaan. Achter de agenten
bewoog zich eene vrij talrijke menigte.
Bij een oploop in de Rue Royale werden Derou-
lède, Pauliu, Mary, Lehérissé en Boudeau (Boulan-
gistische afgevaardigden) in hechtenis genomen. Een
zestigtal personen zijn aangehoudon wegens weigering
om hun weg te vervolgen,
Het bo vestigt zich, dat generaal Boulanger Jersey
niet heeft verlaten.
Het kabinet zal in de Kamer van Afgevaardigden
en den Senaat do redenen opgeven, welke het nopen
aan het bestuur te blyven.
De speech van lord Salisbury, waarvan de telegraai
ons den zakelijken inhoud meedeelde, heeft over
't geheel een zeer gnnstigen indruk gemaakt.
Blijkens het telegraphisch uittreksel van lord
Salisbury's rede roerde hij in de eerste plaats de
werkstaking aan. Hij zeide dat de beide partijen
van een scherp snijdend wapen gebruik maken en
dat men daarmede in onzen tijd, nu de concur
rentie tot het uiterste wordt gedreven, een zware
verantwoordelijkheid op zich neemt. De werkstaking
t j
j
toch verhindert de geregelde werkzaamheid der
industrieele machine.
Op de Iersche quaestie overgaande, verklaarde
lord Salisbury, dat de regeering jvolstrekt niet van
zins was haar politiek in de richting van Home
Rule te wyzigen, maar dat zij alles zou in het werk
stellen om welvaart aan Ierland te schenken, er
voor wakend dat het geheiligd karakter der ver
dragen geërbiedigd en de individueele vrijheid ge
waarborgd worde.
Wat dè buitenlandse lie aangelegenheden betreft,
meende de eerste minister, dat voornamelijk Afrika
de aandacht trekt.
Engeland, zeide hij, komt niet achteraan op den
weg der beschaving. Met voldoening maakte de
spreker melding van de ajnti-slavernij-conferentie,
weïke te Brussel bijeenkqmt. Hij bracht hulde
aan den sultan van Zanzibai die geheel zijn gebied
opengesteÉü heeft voor de weldaden der Vrijheid.
Nog efyi ander V deel van Afrika vorderde de
belangstelling van |ket Britsche volkEgypte. De
prins van Wales hwft zich van de vele tot stand
gekoihën hervormingen in Egypte kunnen overtuigen.
Alle j|ovaar i vodr rïpen i^yal is evenwel nog niet
voorby. ^wbemiaijreeds nfeeft mou den faval der
Mahdi^ten^ attesla^h, dank zij de hulp deV Britsche
troepen. OvarigerVIj is liet waarschijnlijk* dat hot
succes van den die zich vap de door Emin
paëha jbezottiw «ol|ncie jmeester maakte, hem zal
aanraoèdige%JniJuTO invallen op^Egyptisch grond
gebied ta vdopn.fi Maar Eijgelantf heeft zich ver-
bonden fre Aelpdjji tegen snjn vijanden, tot
dat het ïn staat w oprligen krachten te éeunen.
Het uur voor dtf öntruilBiqfc van Egypte heeft dus
nog niet goslageL
En Wat was de Jmeenjrng van Men Britscqpn pre
mier over den potytiekén horüfpnt in ons wereld-
j deel? Volgens lord Salisburypaven alleen de
ongeregeldheden op Kreta reden tot bezorgdheid.
'Op de geruchtón betrekkelijk Eugelands aansluiting
bij de triple alliantie zinspelend, verklaarde lord
Salisbury, dat de iBritsche staatkunde uitsluitend
ten doel heeft het behoud Van den vrede en den
tegenwoordigen toestand te haudhaven. Niets zou
gevaarlijker zijn dan een verandering van de kaart
van Europa, welke do uitbreiding van het gebied
van oen of andere mogendheid zou tengevolge
hebben. De politieke barometer was merkbaar ge
rezen. De tot oordeelen moe9t bevoegde Euro-
peesche staatslieden zijn van oordeel, dat de kansen
op het behoud van den vrede boter dan ooit ver
zekerd zijn.
Hoe echter de houding van Engeland zal zijn
ingeval van oorlog hier omtrent kon de minister
president geen verklaring afleggen. Ook ditmaal
is men nog even wijs als te voren ovor de ver
plichtingen, welke men veronderstelt dat lord Salis
bury tegenover de triple aliantio op zich genomen
heeft. Uit zijn vage, gladde politieke zinsneden
laten zich te dien opzichte geen gevolgtrekkingen
maken.
Met een enkel woord is reeds medegedeeld, dat
de Italiaansche regeering een commissie heeft be
noemd, ten einde een onderzook in te stellen naar
den toestand der geldmiddelen van de stad Rome.
Wat de regeering aanleiding gaf tot dit besluit,
wordt in een toelichting van den heer Crispi
uitvoerig uiteengezet. Inv 1880 stond deregeeriug
aan Rome een zekere som toe, ten einde de kosten
te bestrijden, welke veroorzaakt werden door de
uitbreiding en de verbouwing der oude stad. Het
bedrag van deze ondersteuning was hoog genoog
om bij een zuinig beheer alle onkosten te kunnen
bestrijden, maar toch is dit niet het geval geweest,
zoodat de geldmiddelen der stad in zeer verwarden
toestand verkeeren.
Derhalve wil de regeering gaarne weten, aan
welke omstandigheden deze toestand moet worden
toegeschreven en daarom is een commissie van
onderzoek benoemd. T«n einde vooral duidelijk te
doen uitkomen, dat het besluit niets te maken
heeft met persoonlijke gevoelens, heeft de regeering
het besluit opzettelijk bekend gemaakt op don dag
voor de gemeenteraadsverkiezingen.
Cri8pi'8 tegenstanders willen dit echter niet
gelooven en beweren, dat het doel van de open
baarmaking van het besluit juist voor de verkie
zingen alleen was om eonige leden van den raad,
die der regeering minder aangenaam waren, niet
te doen herkiezen. Hoe dit zij, in elk geval wordt
het instellen der rogeeringscommissie bosohouwd als
de eerste stap tot hot oontroleoren van het finan
cieel beheer der stad door den staat, en dit vindt
bij de meerderheid volkomen instemming, daar de
wqze, waarop de Romeinsche gemeenteraad zijn
geldmiddelen bestuurt, reeds sedert jaren aanleiding
tot gegronde klachten heeft gegèven.
De dagen van de ernstige raadszittingen zijn ge
lukkig weer voorbij. De begrootingsdebatten zijn
afgeloopen, en wel besloten met de verwerping van
alle voorstellen tot bezuiniging. Waartoe ook niet?
Hebben wij geen geld in overvloed? Streven wij
niet haast de Vereenigde Staten op zijde, die geen
weg meer weten met al de voorhanden schatten?
't Is haast niet te gelooven, dat we er zoo warmpjes
in zitten. En toch is het zoo. Dank zij de door
gedreven verhooging der straatbelasting in het vo
rige jaar en de zeer1 hooge percentage der inkom
stenbelasting zit onze nieuwe Wethouder van Finan
ciën op eene overvulde schatkist, 't Ding is niet
toe te krijgen. Gelukkig heeft hij thans in den
heer Serrurier een ambtgenoot naast zich die hem
wel helpen zal haar dicht te sluiten. Onze sloten
maker voor openbare werken kan, na al de jaren
van uitzuiniging, eindelijk de burgerij geven wat haar
toe komt: Asphaltbestrating in de drükste straten,
waar anders het geratel der aapjes hooren en zien
doet vergaan; verlaging van al te hooge bruggen,
die voor den armen drommel met zijn duwwagen bij
vochtig glibberig weer echte beproevingen zijn
we komen in Luilekkerland, wat ik u zeg. En we
behoeven yniet te vragen: Wie zal dat betalen?
Ons antwóord luidt: de burgerij; en Serrurier kan
als ianuè Tulp, met de handen op den zak kloppend
uitibepei: het geld is er voor diponibel.
JCn dit moet tot eer van ons bureau van P. W.
gezegd gordenAls het eenmaal bezig is, ziet het
op geen kleintjes! 'tGaat alles uit een roijale
beurs. fJk deel van dat departement pleegt regel
matig zijn, werk !te verrichten, zonder zich er om te
bekommeren of het soms eene andere afdeeling de
hand kon reiken. Niet zoo kleinsteedsch bekrompen
zijn we hier! De mannen van de rioleering en die
van het gas en die van de waterleiding gaan allen
zelfstandig hun gang. En zoo heb ik een jaar of
wat geleden voor mijn deur het aardige schouwspel
gezien dat de straat was opengebroken om riolen te leg
gen en ook weer werd dichtgemaakt. Dat ettelijke
dagen later de werklui van de waterleiding kwamen en
de straat openbraken, er hun buizen in legden, de
steenen weer op hun plaats brachten en de straat
verlieten tot weer kort daarop de mannen der
gasfabriek kwamen en datzelfde spelletjo begonnen.
Ik verzeker u, het was zoo en niet anders. En
dat was nog in den tijd van het geldgebrek. Wat
zullen we dan nu wel beleven?
Er is, dit spreekt van zelf, in onze raadsvergade
ring heel wat gepraat. En het is gebleken dat de
oppositie tegen het beleid van B. en W. een derde
van het ledental sterk is. Natuurlijk is dit nog niet
genoeg om de zaken in eene andere richting te stu
ren, de meerderheid blijft onzen burgemeester ge
trouw volgen, die zich ook nu weer een meester in
het debat voeren toonde. De heer van Tienhoven
is geboren voor diplomaat; hij zou in het land der
diplomatie bij uitnemendheid, Turkije, groot-vizier
kunnen wezen en tusschen al de moeilijkheden door
lastige gezanten veroorzaakt, handig heenzeilen. Ge
vat en geestig, vlug en aangenaam prater, weet hij
voortreffelijk terug te stooten zonder zich bloot te
geven en wie hem van zijn stoel zal praten moet
een kranig heer zijn. In de kunst om de menschen
met een kluitje in het riet te sturen heeft hij zijns
gelijke niet. Daar was de kwestie van de politie. Naar
het heette zouden enkelo radicale leden eens een boekje
opendoen van onze politie en aandringen op tractements-
verhooging vooral voor onze hard werkende recher
cheurs. Maar jawelOnze burgemeester wist weer te
vertollen dat de politie voortreffelijk ingericht was en
noemde enkele tractementen op, om te laten hooren
dat die toch heusch zoo min niet waren. Het ge
volg? Dat er verder niet over gesproken werd en
onze politie zal blijven wat zij is: slecht bezoldigd
en dus, uitteraard, als geheel, onvoldoende. Men
schen met eenige ontwikkeling en vorming blijven er
verre van, te eer omdat zij juist niet zeker z^jn van
eene hoffelijke behandeling door hun meerderen,
waaronder er zqn die kolossaal goed met vloeken
terecht kunnen. En het treurigste is wel dat een
onzer commissarissen algemeen berucht is om zijn
voortdurend verkeeren in een kennelijken staat. Dit
moge nu het ongelukkig gevolg van huiselijke on
aangenaamheden z\jn, het blyft toch zeker onverant
woordelijk dat zulk een man gehandhaafd wordt.
Want wat kan er van tucht en soberheid overblijven
in een corps, dat een dronkaard onder zijn hoofden
telt?
In een uwer vroegere nummers heeft u reeds eene
beschrijving opgenomen van ons nieuwe Oesterpaleis
in de Kal verstraat van den heer van Laar. Ik behoef
over dit gebouw zelf dus niets meer te zeggen.
Maar wel vind ik er eene aanleiding in, om eenige
oogenblikken stil te staan tyj de voortdurende toe
neming van dergelijke weelde-inrichtingen in onze
stad. De gelegenheden om te eten en te drinken
verschijnen als bij tooverslag. En daar zyn er maar
enkele, die bepaalde /,Pech" hebben, waar het slecht
gaat. De meeste vinden een geregeld en druk be
zoek, ondanks het feit, dat het getal vreemdelingen,
't wejk onze stad bezoekt, verhoudingsgewijze klein
blijft. Het moet dus alles van de ingezetenen ko
men. En wanneer we nu eens van het Centraal
station af beginnen langs Damrak en Warmoesstraat,
door Kal verstraat, over 't Rokin of door den Nes,
over het Rembrandtsplein tot aan den Amstel te
wandelen, dan verbaast men er zich over hoe al die
groote en kleine restaurants, koffiehuizen, proefloca-
len, tapperijen en kroegen hun kosten goed maken.
Het Rembrandtsplein alleen is nu meer dan twaalf
dergelijke inrichtingen rijk en nu wordt er weer een
nieuw bijgebouwd! Waarachtig, de moderne Am
sterdammer brengt aan deze inkomstenbelasting nog
heel wat meer op dan aan de gemeentelijke. En
gelijken tred daarmede houdt het bezoeken der pu
blieke vermakelijkheden. Op Zondagavonden zijn de
meeste Schouwburgen overbezet en ook op andere
avonden hebben de meeste geen klagen tenzij
dan de heer Saalborn met wiens Duitsch opera
gezelschap het hier nog niet al te best wil.
Hoe sterk die zucht tot uitgaan is blijkt wel uit
de sprekende getallen van herhaalde opvoeringen
van tiwee stukken in twee théatres de genre. Bij
de haferen Prot gaat de Engelsche operette Erminie
nu twee maanden lang, avond aan avondin het
Salon des Vzriétés, waar eerst het kluchtspel de
Schah van Perzie zijn vijftigste voorstelling beleefd
heeft, is de revue naar den Eiffeltoren vier en
vijftig malen vertoond. Toch kan men niet zeggen,
dat alleen bet kluchtige ons publiek aantrekt. Ook
het zeer ernstige drama van Ibsen Nora heeft er,
eene week lang, volle zalen gemaakt en is er Vrij
dag avond voor do leden der afd. van het Too-
neelverbond ,/Voor de 60e maal in Nederland" ver
toond. Bij die gelegenheid is den vertolkers een
kleine hulde gebracht voor de wijze, waarop zij
zich van hunne moeilijke taak gekweten hebben,
en is er ook van den dichter een telegram met
gelukwenschen ingekomen.
Hebben bij de Nora-vertooning twee oud-leerlin
gen van de tooneelschool, mej. Roelofsen en de heer
Rooijaards zich onderscheiden, uwe lezers zullen
deze week in de gelegenheid zijn twee andere oud
leerlingen, de dames HoltropVan Gelder en Marie
Loijé to zien optreden in Èllaeen modern roman
tisch tooneelspel door eene jeugdige actrice, mevr.
PoonsVan Biene met veel tooneelkennis uit een
roman van Werner getrokken. Wat mefi ook van
het stuk moge denken, het is een genot, mevrouw
Holtrop met haar kloeke zeggingskracht en innig
waar gevoel de titelrol te hooren en te zien ver
tolken en zoo mej. Loijé al in de slottooneelen
in kracht te kort schiet, kan men dit licht verge
ven als men bedenkt dat zij hier eene rol speelt
die buiten haar emplooi valt on, na door mevr.
Frenkel geweigerd te zijn, door haar is overgeno
men. En men zal dit te eer kunnen, omdat mej.
Loijé in de kokette gedeelten van het eerste en
derde bedrijf zich van haar beste zijde doet ken
nen. De drie voornaamste heerenrollen worden door
de heeren de Jong, Tourniaire en de Boer niet
minder goed vertolkt, zoodat de vertooning vol
doende is om hen tot een bezoek te bewegen, die
anders juist in Werner en Marlitt niet hun liefste
lectuur vinden. Voor de dames is het een stuk
om aan te snoepen, en voor jonge dames om mee
te dwepen. Wat ik voor my, ik wil het jiiet
onder stoelen of banken steken, juist geen gelukkig
verschijnsel vind. Want als ik de keus heb tus
schen Zola en Marlitt voor jonge meisjes lectuur
zou ik haar Zola in handen geven.
Ghijsbe. v. Aemstel.
INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADE
OF HINDER KUNNEN VEROORZAKEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda;
Gelet ip art. 6 en 7 der Wet van den 2n Juni
1875, 0Staatsblad No. 95.)
Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secretarie
ter visie is golegd een verzoek, met bylagen vnn
M. van Velzen om vergunning tot het oprichten
eener suikerballen makerij achter het perceel gelegen
aan de Naaijerstraat Kadaster Sectie B. No. 1510.
Datf op Woensdag, den 27 November 1889, des
namiddags ten l ure op het Raadhuis, gelegenheid
is om bezwaren tegen de gevraagde vergunning in
te brengen, en dat gedurende drie dagen vóór dien
dag op de Secretarie der Gemeente van de terzake
ingekomen Schrifturen kan worden kennis genomen.
GOUDA, don 13 November 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
De Secretaris,
BROUWER.
AMSTERDAM, 18 November.
(Per Telegraaf.)
Binnenlandsohe fondsen vast. Banda 21/,