Bultenlandsch Overzicht. Brieven Uit de Hoofdstad. KENNISGEVING, BEURSBERICHT. plaats, terwijl de straten geïllnmeerd worden. Woens dag brengen de samengestroomde geestelijken een bezoek te Washington, ten einde den president der republiek een adres van erkentelijkheid voor de ten allen tijde in de Vereenigde Staten gehuldigde godsdienstige verdraagzaamheid aan te bieden. Bij gelegenheid van dit bezoek wordt ook eene Room- sche universiteit te Washington door kardinaal Gibbons plechtig ingewijd. De eerste prelaat, die in November 1789 den zetel te Baltimore bekleedde, was bisschop Carroll. Er waren toen, heeft kardinaal Gibbons bij gelegen heid van dit gedenkfeest medegedeeld, in de Ver eenigde Staten nog geen 4.0,000 Roomsch-katho- lieken. Thans zijn er negen millioen, die in het bezit zijn van 10,000 kerken en 650 inrichtingen van ouderwijs. Het aantal geestelijken bedraagt ongeveer 80,000, waaronder een kardinaal-aarts- bisschop, 17 aartsbisschoppen en 71 bisschoppen. Uit het verslag over de kweekschool voor machioisten blijkt, dat het diploma-examen in het afgeloopen jaar werd afgelegd door 27 oud-kwee- kelingen aan 21 hunner is het diploma uitgereikt kunnen worden. Voor het admissie-examen voor den cursus 1889-90 meldden zich 66 aspiranten aan, waarvan 46 ge plaatst werden. De cursus is aangevangen met 55 leerlingen in do eerste en 40 in de tweede klasse. De rekening sluit in ontvangst en uitgaaf tot een bedrag van 48458.13 en wijst een nadeelig saldo aan van 4141.66'/,. Aan schoolgelden werd ont vangen 25,643.75, aan subsidien 13,000 en aan contributie der leden 3149.50. Tot commissarissen werden herkozen de heeren J, Peelen en W. A. M. Piepers. Korporaal Tanner, de invalide met de twee houten beeuen, aan wien door don president der Vereenigde Staten het beheer van de afdeeling militaire pen sioenen was opgedragen, is reeds weder uit zijne betrekking ontslagen. Schoon reeds duizenden „vete ranen" uit den burgeroorlog pensioenen genieten, waarop zij niet de minste aanspraak hadden, vond de heer Tanner, dat de staat voor hen nog meer moest doen, en verdubbelde of verdrievoudigde hunne toelage, terwijl hij hun tevens alles restitu eerde, wat zij, volgens zijne meening, sinds 1863 te weinig hadden ontvangen. Dit middel om aan den hinderlijken overvloed in de schatkist een einde te maken, is al te drastisch bevondende aspiranten voor pensioenen kwamen bij duizenden opzetten en de man met de houten beenen is thans vervangen door oen ander met compleete extremiteiten en een minder gevoelig hart. Een arbeider, die in Maart dezes jaars uit het Eriesche dorp Oudwoude naar Zuid-Amerika ver trok, heeft uit La Colina een brief aan zijn familie te Oudewoude gezonden, waaraan wij het volgende ontleonen „Wij hebben 182 hectare land, waarvan 180 ponde- maat is overgeplagd en daarin hebben wij weit ge zaaid. Ook pooten wij aardappelen en maïs. Ons huis is zeer nederig, maar aan eten en vooral aan vleesch hebben wij geen gebrek; al moeten wij het van een witgeschuurde tafel eten, wij lusten het wel. Er wordt ons meer aangebracht dan wij kunnen opeten. Het kost slechts 7'/s Ct. per kilo. Wij hebben 21 En toen drukte hij haar nogmaals aan zijn hart, even als op dien dag, toen zij, bij diezelfde fontein, elkander hunne liefde beleden hadden. Lanzaam daalden zij het ruwe pad af, waarlangs zij gekomen waren. In de verte verhieven zich de donkere muren van het kasteel; lager, tusschen de dichte boomen scheen een licht, als eene vriendelijke ster, door het venster van hun eigen nederig huis. Een oogenblik beschouwden zij dat overblijfsel van vroegere grootheid, waaraan zoovele droevige herin neringen verbonden waren; toen sloegen zij den weg in, die naar hunne eenvoudige woning geleidde, en in hunne zielen heerschte een vrede volmaakter en zaliger, dan zij ooit hadden durven hopen. En de nacht daalde, en aan den helderen hemel schitterden de sterren. paarden, waaronder 2 veulens en 2 merries, die niet trekken. De landbouw kan hier wel een bestaan geven, want de grond is hier vet en voor alles ge schikt. Ons vertrek uit Nederland berouwt ons niet, vooral ook met 't oog op onze kinders. Ook zijn wij blijde, dat wjj met de eerste boot zijn gekomen, want wij moesten 90 nationaal voor 'tland per hectare betalen; zij, die met de tweede boot zijn gekomen, moeten 100 geven, en men zegt, dat het met iedere boot opslaat. Mijne vtouw heeft het( hier veel beter dan in Friesland, want zij behoeft niet mee naar 't veld om te werken en kan zoo doende thuis blijven om de huishauding in orde te houden. Zeer gaarne wenschten wij, dat hier eene school was, om de Spaansche taal te leefen." Volksleeskamers. Nkar aanleiding van het jjlan om te Rotterdam wachtkamers zonder sterken tujank op te richten, ten bate van werklieden, die on *erk wachten, deelde voor eenigen tijd ds. E. J. WfKoch te Scheveningen in Se VolkavHend het een enjandbr mede omtrent volksleeskamers in Amerika, dii daar een machtig middel zijn dm 'tvolk u(t de h|rberg te houden. Daaromtrent werd hem ^oor een yriend geschreven: j ft „Bestonden er in ons land goed ingerichte eï bijna den ganschen dag opengestelde lokalen, waar ieder zoowel boeken als dagbladen kon lezen, ik twijfel er niet aan, of menigeen, die nu ?!jil! vrijen tijd doorbrengt in de herberg zou dit dan opk doen in de leeskamer. „In Noord-Amerika treft men die zelfij op kleine plaatsen aan. Ieder Is er welljom en iifn heeft er nooit over wanordelijkheden te klagen. Dp leeskamers verschaffen aan velen een heqjtljjke uiflWnning ep ongetwijfeld een zeer groot nutjj In die kamers, die ook vrouwen bezoeken, wordt hiet gerookt, en niet anders dan goed drinkwater m in den zomer veelal door ijs afgekoeld gedronkp|. Aanleiding tot het maken van vertering is er dus/niet; tot het gebruik van iets wat der gezondheid kan schaden evenmin." De briefschrijver meent, dat'de zaak in ons land eenigszins gewijzigd kon worden toegepast, o. a. zou er gelegenheid kunnen gegeven worden een kop koffie te drinken. De heer Koch voegt daarbij: „Ik voor mij erken, dat ik de oprichting van der gelijke gelegenheden tot nuttige en doelmatige ont spanning ook in Nederland als een groote zegen zou beschouwen, en dat zij ons streven indirect in de hand zouden werken door de gelegenheid, ons in de leeskamer geboden, om onze beginselen bekend te maken en ingang te verschaffen, is voor mij boven eiken twijfel verheven. Eon onzer landgenooteh in den vreemde, de heer J. Dekkers, oud-leerling der voormalige tuinbouw school „Linnaeus" te Watergraafsmeer, tegenwoordig bloem'st bij den heer Aristakes Azarian te Konstan- tinopel, is door den Sultan van Turkije begiftigd met de medaille van verdienste. De heer J. Dekkers, vroeger ook in de kolonie Suriname werkzaam bij de cacao-cultuur, munt vooral uit in de kweeking en behandeling dor exotische vruchtboomen. Sempenirem Het Indisch Mail-Overzicht van het Sat. Uil. zegt: Spoediger en vollediger dan wij verwachtten, is ons meermalen geuit vermoeden bevestigd, dat onze passieve houding in Atjeh op de gevaarlijkste wijze 's vijands macht verhoogt en hem van lie verlede het overwicht bezorgt. In het hoofdartikel, voorkomende in de Java-Bode van 1 dezer, worden dienaangaande onthullingen gedaan, welke, alhoe wel geen nieuw, alle vertrouwen inboezemen, wijl zij zoo eigenaardig zijn, dat zij niet verzonnen kun nen zijn. Volgens deze, oefent Tengkoe di Tiroe niet alleen buiten, maar zelfs binnen onze linieën grooten invloed uit en brengen de binnen onze nederzetting toegelaten Chineezen en Atjehers hem schatting op, liefst van hetgeen zij aan ons ver dienen. Bovendien doet hij onze soldaten door zijne agenten op de passars door mooie beloften overha len tot desertie en brengt hij onze militaire macht bij zijn landgenooten in discrediet, door het te doen voorkomen, alsof vele onzer posten hem elk 's maan delijks zeven rijksdaalders opbrengen, teheinde niet beschoten te worden. Eindelijk is hetzelfde opper hoofd door de schier onbeperkte toelating van At jehers binnen onze liniën, volmaakt op de hoogte van onze plannen, terwijl hij ons door zijn spionnen stelselmatig omtrent de zijne om den tuin doet leiden. Dit alles verklaart den toenemenden tegenspoed onzer wapens, de aangroeiende desertie uit onze gelederen en het stijgend gevaar van insluiping onzer troepen; het stelt tevens de naïviteit onzer Atjeh-politiek in het licht, waardoor wij ons meer en meer blootstellen aan het vijandelijk verraad. Na deze inlichtingen weet men boter dan ooit, wat men van de dezerzijds gevoerde vredesonder handelingen te verwachten heeft en laten die on langs op aandrang onzer Regeering door den hoe- 'loebalang van Merassa o. a. Toekoo Neq gevoerd met den sluwen en listigen Toekoe di Tiroe geen twijfel over omtrent haren uitslag, al is deze nog onbekend. Graaf Toskoe di Tiroe toe, dan kan het na het volslagen succes, dat hij tot dusver gehad heeft met zijne geveinsdheid, niet anders wezen dan met het oogmerk, om het lichtgeloovig Nederlasdsch bewintf sterker dan ooit in slaap te ij wiegen, teneinde heti in zijn kunstmatigen vredes- V roes te beter to kunnen overvleugelen. Met deze zekerheid voor oogen, is het voortzetten der vrp- j dekonderhaudelingen onzerzijds, na de nederlagen in) Bdi on bij Kotta Pohama eene verderfelijke zwakheid, waarvan men met vqlle gewisheid kan jt voorspellen, dat zij voor pns lojjer en voor onze j wppeneéS? Imoet uitloopen op eeni catastrophe, groo" tèj- danjjÜlle, welke zij tot dusver in Atjeh hebben J ondervtmden. Zioh tpk opvredoi te beteonen tb- f genoypftjeen vijand, die zbozeer in kracht -is toe- genörnem dat hij den oorlog vAert met onze wa- fij pens en on|e munf|ip, ojjdbl leiding onzer eigen pij deserteims, is erge^l dan cap njSjdaad, Want het /f stelt dmjfout daar j van tSjn) eigetó' Jwakhejd te et-'V kannen ftpgenovei" di i datóqjse wBèl$renden vijhnd. j De ondanks allo) er a|ing tifj Atj|ll||olgehoud«i en J voortgezette vredospidlitie]^ is i da itwpk in allé) op- zichten eener koionuqje Mogenrlht 4 jj»wgp<dig,(rwijl daarmeej;1uit wanhoop j oen .telfmoo ■ajjpplpegd wprdt, onteorenil voor haarlij die hiertoé ityialuifi in strijd met hare plichten jejms de overijtójdoornaawdvêr- 1 hperschtë volken, wier rust ep zermheip afhangen vin haar zedelijk overwicht en haaz&anmoedi^ kan- p. delen. Onder de tegenover dJezd, «H de davMode'l hls met den vinger aangewezen omstandigheden, vfpde to sluitón met eon yerrader, gelijk Toeke di Tiroe, J beteekent niets anders dan een Judas-verbond te bezegelen. Dat verbiedt Nederland's eer. Ieder Ne- derlandsch onderdaan, hoe hoog ook geplaatst en „a fortiori" de Nederlandsche Regeering is gebonden aan de koninklijke en nationale wapenleus: „/e Maintiendrai." i I In do Fransche Kamer van Afgevaardigde opent de heer Blanc, die als oudste in jaron het voor zitterschap bekleedt, de zitting met eene rede, waarin hij wijst op de overwining, door de repu blikeinen bij de verkiezingen behaald, Zijne woor den worden levendig toegejuicht. De heer Baudry d' Asson roept//Gij hebt de overwinning te danken aan bedrog en diefstal." De afgevaardigde Thévrier woont de zitting bij gekleed in een blauwe kiel. De heer Floquet is voorloopig tot voorzitter ge kozen met 348 van do 510 uitgebrachte stemmon. De heer Deville en Casimir'Périer zijn tot ouder voorzitters benoemd. De heer Floquct hield eene korte rede, waarin hij de afgevaardigden uitgenoo- digde om bij hot onderzoek der geloofsbrieven sich van de politiek te onthouden. Op goneraal Boulanger werden 52 stemmen voor het presidentschap der Kamer uitgebracht. Tot handhaving der orde op do Place de la Conr corde ware strenge maatregelen genomen. Twee hon derd politio-agenten bevonden rich op het plein en eon escadron cavalerie had poèt gevat voor liet nijverheidspaleis, terwijl in verschillende kazernes de manschap gereed stond. De toegangen tot he^ Elysée werden bewaakt. Intusschen meende men de zekerheid te heb- ben, dat niets ernstigs gebeuren zou. Te 2 uur naderde een groep, door Deroulede en andere Boulangiston voorafgegaan, gemeld pleia Na eene waarschuwing werd de groep uiteenge jaagd door do politie-agenten, die alleen de afge vaardigden lieten doorgaan. Achter de agenten bewoog zich eene vrij talrijke menigte. Bij een oploop in de Rue Royale werden Derou- lède, Pauliu, Mary, Lehérissé en Boudeau (Boulan- gistische afgevaardigden) in hechtenis genomen. Een zestigtal personen zijn aangehoudon wegens weigering om hun weg te vervolgen, Het bo vestigt zich, dat generaal Boulanger Jersey niet heeft verlaten. Het kabinet zal in de Kamer van Afgevaardigden en den Senaat do redenen opgeven, welke het nopen aan het bestuur te blyven. De speech van lord Salisbury, waarvan de telegraai ons den zakelijken inhoud meedeelde, heeft over 't geheel een zeer gnnstigen indruk gemaakt. Blijkens het telegraphisch uittreksel van lord Salisbury's rede roerde hij in de eerste plaats de werkstaking aan. Hij zeide dat de beide partijen van een scherp snijdend wapen gebruik maken en dat men daarmede in onzen tijd, nu de concur rentie tot het uiterste wordt gedreven, een zware verantwoordelijkheid op zich neemt. De werkstaking t j j toch verhindert de geregelde werkzaamheid der industrieele machine. Op de Iersche quaestie overgaande, verklaarde lord Salisbury, dat de regeering jvolstrekt niet van zins was haar politiek in de richting van Home Rule te wyzigen, maar dat zij alles zou in het werk stellen om welvaart aan Ierland te schenken, er voor wakend dat het geheiligd karakter der ver dragen geërbiedigd en de individueele vrijheid ge waarborgd worde. Wat dè buitenlandse lie aangelegenheden betreft, meende de eerste minister, dat voornamelijk Afrika de aandacht trekt. Engeland, zeide hij, komt niet achteraan op den weg der beschaving. Met voldoening maakte de spreker melding van de ajnti-slavernij-conferentie, weïke te Brussel bijeenkqmt. Hij bracht hulde aan den sultan van Zanzibai die geheel zijn gebied opengesteÉü heeft voor de weldaden der Vrijheid. Nog efyi ander V deel van Afrika vorderde de belangstelling van |ket Britsche volkEgypte. De prins van Wales hwft zich van de vele tot stand gekoihën hervormingen in Egypte kunnen overtuigen. Alle j|ovaar i vodr rïpen i^yal is evenwel nog niet voorby. ^wbemiaijreeds nfeeft mou den faval der Mahdi^ten^ attesla^h, dank zij de hulp deV Britsche troepen. OvarigerVIj is liet waarschijnlijk* dat hot succes van den die zich vap de door Emin paëha jbezottiw «ol|ncie jmeester maakte, hem zal aanraoèdige%JniJuTO invallen op^Egyptisch grond gebied ta vdopn.fi Maar Eijgelantf heeft zich ver- bonden fre Aelpdjji tegen snjn vijanden, tot dat het ïn staat w oprligen krachten te éeunen. Het uur voor dtf öntruilBiqfc van Egypte heeft dus nog niet goslageL En Wat was de Jmeenjrng van Men Britscqpn pre mier over den potytiekén horüfpnt in ons wereld- j deel? Volgens lord Salisburypaven alleen de ongeregeldheden op Kreta reden tot bezorgdheid. 'Op de geruchtón betrekkelijk Eugelands aansluiting bij de triple alliantie zinspelend, verklaarde lord Salisbury, dat de iBritsche staatkunde uitsluitend ten doel heeft het behoud Van den vrede en den tegenwoordigen toestand te haudhaven. Niets zou gevaarlijker zijn dan een verandering van de kaart van Europa, welke do uitbreiding van het gebied van oen of andere mogendheid zou tengevolge hebben. De politieke barometer was merkbaar ge rezen. De tot oordeelen moe9t bevoegde Euro- peesche staatslieden zijn van oordeel, dat de kansen op het behoud van den vrede boter dan ooit ver zekerd zijn. Hoe echter de houding van Engeland zal zijn ingeval van oorlog hier omtrent kon de minister president geen verklaring afleggen. Ook ditmaal is men nog even wijs als te voren ovor de ver plichtingen, welke men veronderstelt dat lord Salis bury tegenover de triple aliantio op zich genomen heeft. Uit zijn vage, gladde politieke zinsneden laten zich te dien opzichte geen gevolgtrekkingen maken. Met een enkel woord is reeds medegedeeld, dat de Italiaansche regeering een commissie heeft be noemd, ten einde een onderzook in te stellen naar den toestand der geldmiddelen van de stad Rome. Wat de regeering aanleiding gaf tot dit besluit, wordt in een toelichting van den heer Crispi uitvoerig uiteengezet. Inv 1880 stond deregeeriug aan Rome een zekere som toe, ten einde de kosten te bestrijden, welke veroorzaakt werden door de uitbreiding en de verbouwing der oude stad. Het bedrag van deze ondersteuning was hoog genoog om bij een zuinig beheer alle onkosten te kunnen bestrijden, maar toch is dit niet het geval geweest, zoodat de geldmiddelen der stad in zeer verwarden toestand verkeeren. Derhalve wil de regeering gaarne weten, aan welke omstandigheden deze toestand moet worden toegeschreven en daarom is een commissie van onderzoek benoemd. T«n einde vooral duidelijk te doen uitkomen, dat het besluit niets te maken heeft met persoonlijke gevoelens, heeft de regeering het besluit opzettelijk bekend gemaakt op don dag voor de gemeenteraadsverkiezingen. Cri8pi'8 tegenstanders willen dit echter niet gelooven en beweren, dat het doel van de open baarmaking van het besluit juist voor de verkie zingen alleen was om eonige leden van den raad, die der regeering minder aangenaam waren, niet te doen herkiezen. Hoe dit zij, in elk geval wordt het instellen der rogeeringscommissie bosohouwd als de eerste stap tot hot oontroleoren van het finan cieel beheer der stad door den staat, en dit vindt bij de meerderheid volkomen instemming, daar de wqze, waarop de Romeinsche gemeenteraad zijn geldmiddelen bestuurt, reeds sedert jaren aanleiding tot gegronde klachten heeft gegèven. De dagen van de ernstige raadszittingen zijn ge lukkig weer voorbij. De begrootingsdebatten zijn afgeloopen, en wel besloten met de verwerping van alle voorstellen tot bezuiniging. Waartoe ook niet? Hebben wij geen geld in overvloed? Streven wij niet haast de Vereenigde Staten op zijde, die geen weg meer weten met al de voorhanden schatten? 't Is haast niet te gelooven, dat we er zoo warmpjes in zitten. En toch is het zoo. Dank zij de door gedreven verhooging der straatbelasting in het vo rige jaar en de zeer1 hooge percentage der inkom stenbelasting zit onze nieuwe Wethouder van Finan ciën op eene overvulde schatkist, 't Ding is niet toe te krijgen. Gelukkig heeft hij thans in den heer Serrurier een ambtgenoot naast zich die hem wel helpen zal haar dicht te sluiten. Onze sloten maker voor openbare werken kan, na al de jaren van uitzuiniging, eindelijk de burgerij geven wat haar toe komt: Asphaltbestrating in de drükste straten, waar anders het geratel der aapjes hooren en zien doet vergaan; verlaging van al te hooge bruggen, die voor den armen drommel met zijn duwwagen bij vochtig glibberig weer echte beproevingen zijn we komen in Luilekkerland, wat ik u zeg. En we behoeven yniet te vragen: Wie zal dat betalen? Ons antwóord luidt: de burgerij; en Serrurier kan als ianuè Tulp, met de handen op den zak kloppend uitibepei: het geld is er voor diponibel. JCn dit moet tot eer van ons bureau van P. W. gezegd gordenAls het eenmaal bezig is, ziet het op geen kleintjes! 'tGaat alles uit een roijale beurs. fJk deel van dat departement pleegt regel matig zijn, werk !te verrichten, zonder zich er om te bekommeren of het soms eene andere afdeeling de hand kon reiken. Niet zoo kleinsteedsch bekrompen zijn we hier! De mannen van de rioleering en die van het gas en die van de waterleiding gaan allen zelfstandig hun gang. En zoo heb ik een jaar of wat geleden voor mijn deur het aardige schouwspel gezien dat de straat was opengebroken om riolen te leg gen en ook weer werd dichtgemaakt. Dat ettelijke dagen later de werklui van de waterleiding kwamen en de straat openbraken, er hun buizen in legden, de steenen weer op hun plaats brachten en de straat verlieten tot weer kort daarop de mannen der gasfabriek kwamen en datzelfde spelletjo begonnen. Ik verzeker u, het was zoo en niet anders. En dat was nog in den tijd van het geldgebrek. Wat zullen we dan nu wel beleven? Er is, dit spreekt van zelf, in onze raadsvergade ring heel wat gepraat. En het is gebleken dat de oppositie tegen het beleid van B. en W. een derde van het ledental sterk is. Natuurlijk is dit nog niet genoeg om de zaken in eene andere richting te stu ren, de meerderheid blijft onzen burgemeester ge trouw volgen, die zich ook nu weer een meester in het debat voeren toonde. De heer van Tienhoven is geboren voor diplomaat; hij zou in het land der diplomatie bij uitnemendheid, Turkije, groot-vizier kunnen wezen en tusschen al de moeilijkheden door lastige gezanten veroorzaakt, handig heenzeilen. Ge vat en geestig, vlug en aangenaam prater, weet hij voortreffelijk terug te stooten zonder zich bloot te geven en wie hem van zijn stoel zal praten moet een kranig heer zijn. In de kunst om de menschen met een kluitje in het riet te sturen heeft hij zijns gelijke niet. Daar was de kwestie van de politie. Naar het heette zouden enkelo radicale leden eens een boekje opendoen van onze politie en aandringen op tractements- verhooging vooral voor onze hard werkende recher cheurs. Maar jawelOnze burgemeester wist weer te vertollen dat de politie voortreffelijk ingericht was en noemde enkele tractementen op, om te laten hooren dat die toch heusch zoo min niet waren. Het ge volg? Dat er verder niet over gesproken werd en onze politie zal blijven wat zij is: slecht bezoldigd en dus, uitteraard, als geheel, onvoldoende. Men schen met eenige ontwikkeling en vorming blijven er verre van, te eer omdat zij juist niet zeker z^jn van eene hoffelijke behandeling door hun meerderen, waaronder er zqn die kolossaal goed met vloeken terecht kunnen. En het treurigste is wel dat een onzer commissarissen algemeen berucht is om zijn voortdurend verkeeren in een kennelijken staat. Dit moge nu het ongelukkig gevolg van huiselijke on aangenaamheden z\jn, het blyft toch zeker onverant woordelijk dat zulk een man gehandhaafd wordt. Want wat kan er van tucht en soberheid overblijven in een corps, dat een dronkaard onder zijn hoofden telt? In een uwer vroegere nummers heeft u reeds eene beschrijving opgenomen van ons nieuwe Oesterpaleis in de Kal verstraat van den heer van Laar. Ik behoef over dit gebouw zelf dus niets meer te zeggen. Maar wel vind ik er eene aanleiding in, om eenige oogenblikken stil te staan tyj de voortdurende toe neming van dergelijke weelde-inrichtingen in onze stad. De gelegenheden om te eten en te drinken verschijnen als bij tooverslag. En daar zyn er maar enkele, die bepaalde /,Pech" hebben, waar het slecht gaat. De meeste vinden een geregeld en druk be zoek, ondanks het feit, dat het getal vreemdelingen, 't wejk onze stad bezoekt, verhoudingsgewijze klein blijft. Het moet dus alles van de ingezetenen ko men. En wanneer we nu eens van het Centraal station af beginnen langs Damrak en Warmoesstraat, door Kal verstraat, over 't Rokin of door den Nes, over het Rembrandtsplein tot aan den Amstel te wandelen, dan verbaast men er zich over hoe al die groote en kleine restaurants, koffiehuizen, proefloca- len, tapperijen en kroegen hun kosten goed maken. Het Rembrandtsplein alleen is nu meer dan twaalf dergelijke inrichtingen rijk en nu wordt er weer een nieuw bijgebouwd! Waarachtig, de moderne Am sterdammer brengt aan deze inkomstenbelasting nog heel wat meer op dan aan de gemeentelijke. En gelijken tred daarmede houdt het bezoeken der pu blieke vermakelijkheden. Op Zondagavonden zijn de meeste Schouwburgen overbezet en ook op andere avonden hebben de meeste geen klagen tenzij dan de heer Saalborn met wiens Duitsch opera gezelschap het hier nog niet al te best wil. Hoe sterk die zucht tot uitgaan is blijkt wel uit de sprekende getallen van herhaalde opvoeringen van tiwee stukken in twee théatres de genre. Bij de haferen Prot gaat de Engelsche operette Erminie nu twee maanden lang, avond aan avondin het Salon des Vzriétés, waar eerst het kluchtspel de Schah van Perzie zijn vijftigste voorstelling beleefd heeft, is de revue naar den Eiffeltoren vier en vijftig malen vertoond. Toch kan men niet zeggen, dat alleen bet kluchtige ons publiek aantrekt. Ook het zeer ernstige drama van Ibsen Nora heeft er, eene week lang, volle zalen gemaakt en is er Vrij dag avond voor do leden der afd. van het Too- neelverbond ,/Voor de 60e maal in Nederland" ver toond. Bij die gelegenheid is den vertolkers een kleine hulde gebracht voor de wijze, waarop zij zich van hunne moeilijke taak gekweten hebben, en is er ook van den dichter een telegram met gelukwenschen ingekomen. Hebben bij de Nora-vertooning twee oud-leerlin gen van de tooneelschool, mej. Roelofsen en de heer Rooijaards zich onderscheiden, uwe lezers zullen deze week in de gelegenheid zijn twee andere oud leerlingen, de dames HoltropVan Gelder en Marie Loijé to zien optreden in Èllaeen modern roman tisch tooneelspel door eene jeugdige actrice, mevr. PoonsVan Biene met veel tooneelkennis uit een roman van Werner getrokken. Wat mefi ook van het stuk moge denken, het is een genot, mevrouw Holtrop met haar kloeke zeggingskracht en innig waar gevoel de titelrol te hooren en te zien ver tolken en zoo mej. Loijé al in de slottooneelen in kracht te kort schiet, kan men dit licht verge ven als men bedenkt dat zij hier eene rol speelt die buiten haar emplooi valt on, na door mevr. Frenkel geweigerd te zijn, door haar is overgeno men. En men zal dit te eer kunnen, omdat mej. Loijé in de kokette gedeelten van het eerste en derde bedrijf zich van haar beste zijde doet ken nen. De drie voornaamste heerenrollen worden door de heeren de Jong, Tourniaire en de Boer niet minder goed vertolkt, zoodat de vertooning vol doende is om hen tot een bezoek te bewegen, die anders juist in Werner en Marlitt niet hun liefste lectuur vinden. Voor de dames is het een stuk om aan te snoepen, en voor jonge dames om mee te dwepen. Wat ik voor my, ik wil het jiiet onder stoelen of banken steken, juist geen gelukkig verschijnsel vind. Want als ik de keus heb tus schen Zola en Marlitt voor jonge meisjes lectuur zou ik haar Zola in handen geven. Ghijsbe. v. Aemstel. INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADE OF HINDER KUNNEN VEROORZAKEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda; Gelet ip art. 6 en 7 der Wet van den 2n Juni 1875, 0Staatsblad No. 95.) Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secretarie ter visie is golegd een verzoek, met bylagen vnn M. van Velzen om vergunning tot het oprichten eener suikerballen makerij achter het perceel gelegen aan de Naaijerstraat Kadaster Sectie B. No. 1510. Datf op Woensdag, den 27 November 1889, des namiddags ten l ure op het Raadhuis, gelegenheid is om bezwaren tegen de gevraagde vergunning in te brengen, en dat gedurende drie dagen vóór dien dag op de Secretarie der Gemeente van de terzake ingekomen Schrifturen kan worden kennis genomen. GOUDA, don 13 November 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER. AMSTERDAM, 18 November. (Per Telegraaf.) Binnenlandsohe fondsen vast. Banda 21/,

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2