Boitenlandsch Overzicht.
by den invoer aan de grenzen vastgesteld. Ook in
Spanje is reeds door een Kon. besluit van 16 Juni
1885, zooals ons dezer dagen bekend werd, de in
voer van buitenlandscho geheimmiddolen verboden.
Alleen Nederland doet niets en in dit isolement
ligt zeker geen kracht, zegt het Mill, tegen de Kwakz.
Staten-Generaal. Tweede Kameb. Zitting
van Woensdag 20 November
De Tweede Kamer heeft gisteren een korte
zitting gehouden. De Voorzitter deelde daarna mede,
dat do Centrale Seotie besloten had in de af-
deelingon te doen onderzoeken een aantal ont
werpen, onder meer die tot aanwijzing der hooge
betrekkingen voor de benoembaarheid voor de Eerste
Kamer, regeling van het militair onderwijs, pen
sioenen van mindere geëmployeerden bij de zee- en
landmacht, wijziging in de bepalingen omtrent de
kustvaart van Ned.-Indië, bepalingen betreffende de
militaire inundatiën, voorstel-Eeekers (wondorkuil),
goedkeuring van eou ruiling van grond met de ge
meente Amsterdam en herziening van de consulaat
rechten.
De Kamer is daarop naar de afdeolingen gegaan.
Men leest in De Zuid-Afrikaan«Aan ds. du
Toit, Transvaalsche Superintendent van Onderwijs,
wordt het zeer kwalijk genomen dat hij, nu er een
Universiteit in de Z.-A. Republiek wordt opgericht,
ze op Hollandschen voet wil inrichten in plaats van,
zoo als het heet, ze «cosmopolitisch" te maken, en
dat hij in immigratie uit Holland en België een
tegenwicht zoekt tegen die uit Engeland. Wat nu
het eerste punt betreft, zien wij waarlijk geen reden
om in een land waar Hollandsch de volkstaal is, en
waar men naast de Engelsch sprekende uitlanders een
sterk Hollandsch en Afrikaansch element heeft tot ver
sterking der oude Transvaalsche bevolking, tegen een
Universiteit op kleine schaal met vier faculteiten (die
van Medicijnen wil ds. du Toit zelfs eerst later
oprichten), 'en op zijn Hollandsch ingericht te zijn.
Slechts moeten wij erkennen dat wij geen hoogen
dunk van een vrije Universiteit als die van dr.
Kuyper koesteren, en dat het ons smarten zou als
ds. du Toit deze tot model van de Transvaalsche
nam. Wat intusschen de faculteit der Theologie aan
gaat, gelooven wij dat het niet zoo erg moeilijk zou
zijn om er een zoo in te richten dat al de verschil
lende Hollandsche Kerken des lands er genoegen meê
kunnen nemen."
Het Haagsche Dagblad is van oordeel dat beëin
diging van den Atjehoorlog het eerste nommer op
elk politiek programma moet zijn. Dat die krijg
beëindigd wordt is trouwens een nationale wensch.
De verzoeningspolitiek, langen tijd door het blad
in de Atjehquaestie voorgestaan, heeft, meent het,
fiasco gemaakt.
Er moet een laatste slag worden geslagdn. Met
een overweldigende macht van wapenen moet. men
trachten den weerstand der Atjehers te breken.
Groote geldelijke* offers zullen daarvoor worden
gevorderd. De nood is ons echter daartoe opgelegd
De zachte middelen zijn uitgeput, terwijl de duurste
weg in dit geval nog de goedkoopste is. Thans lijden
wij in Atjeh, ook financieel beschouwd, aan een
langzame verbloeding. De millioenen voor de
«verzoenende verdediging" geëischt hoopen zich
op tot een onrustwekkende hoogte.
«De aanblik van dien heer schijnt je te ontstellen."
«Word niet jaloersch, Koert," antwoordde zij nu
schertsend. «Het zou mij vreeselijk spijten, als mijn
heer Morris uit Londen je daartoe reden gaf, en dat
zal hy zeker niet doen. Ik ben echter vandaag in
zoo'n vreemde stemming, dat ik niet gaarne iemand
zou ontmoeten, die mij aan papa en mama herinnert."
Koert begreep nu de ontsteltenis van zijn vrouw
en sloeg dadelijk een zijpad in.
«Misschien ben ik ondankbaar jegens mijnheer
Morris," vervolgde zij, «maar waarom komt hij ons
ook van daag in den weg F"
«Ik onderstol, dat mijnheer Morris in nauwe be
trekking tot uw papa stond."
«Hij genoot papa's achting en vertrouwen. Mijnheer
Morris is een bekwaam en zelfs een beroemd advo
caat. Hij heeft met veel overleg eenige zaken voor
mijn papa in orde gebracht; hij was papa's ge
machtigde te Londen en bleef zijn vriend tot aan
zyn dood. Tante heeft ook zeer veel achting voor
hem, ik alleen ben ondankbaar jegens hem."
De bruisende tonen eener ouverture van Wagner
klonken door de lucht. Het publiek drong in menigte
het jonge echtpaar voorbij naar de muziektent, zoodat
Koert en zijn vrouw van het kiezelpad op het gras
moesten uitwijken. Op het laatste oogenblik nog
was besloten het concert in de open lucht te geven
en zoodoende viel aan velen een kunstgenot ten deel,
dat men bjj ongunstig weder had moeten missen.
Onder deze omstandigheden viel aan het voortzetten
Een aanval op geduchte schaal zal dus ten slotte
nog verkiezelijker wezen.
Wij moeten het verzet der Atjehers breken met
krachtige middelen, Jioeveel het aan het land ook
kosten moge. De ontrouw der Atjehers maakt alle
onderhandelingen tot oen ijdel vertoon.
«Zouden wij ons hierin nog kunnen vergissen,
vraagt het Haagsche Dagblad, ten slotte toch nog.
«Zou de Minister over gegevens beschikken, welke
het gevoelen van duizenden, waarin wij deëlen, als
te pessimistisch kunnen doen wraken?
«Wij achten dat bijkans onmogelijk, na al hetgeen
de Indische bladen in den jongsten tijd mededeelden.
«Weet de Minister de Kamer laat ons liever
schrijven: de natie niet volkomen te overtuigen
van het stellig vooruitzicht van 't welslagen zyner
irenische Atjehstaatkunde, dan zouden wij meenen
dat langer talmen schier misdadig werd en dat de
eindorisis door een laatst en energiek krachtsbetoon
moet worden verhaast.
«'t Uitstel van die militaire operatie zou, dunkt
ons, niet langer mogen duren dan voor een degelijke
voorbereiding onmisbaar wordt gevorderd.
«De Atjehellende dreigt een nationale schande te
worden. Om dat te voorkomen ontwake de oude
vaderlandscho geestkracht en worde het straks op
nieuw openbaar, dat de heldengeest der vaderen nog
niet is uitgestorven by hun nakroost!"
In October heersehte er ten zuiden der Trans
vaalsche republiek een zoo hevige en langdurige
droogte, dat de hongersnood voor de deur stond.
Gelukkig kwam de regen nog bijtijds, zoodat de in
woners met een duren tijd vrij kwamen. Hoe de
toestand in Johannesburg was, blijkt uit de volgende
mededeelingen, voorkomende in de Volksstem van
21 October:
Te Johannesburg zegt het blad zijn niet
meer dan voor eene week levensmiddelen voorhan
den. De winkeliers doen hun best, om hun voor
raad te vermeerderen, doch tevergeefs. Het transport
rijden staat stil. Goederen die Ladysmith in Sep
tember verlieten zijn nu afgeladen te Harrismith,
daar de ossen onmogelijk verder kunnen. Tusschen
Johannesburg en Kimberley is het juist hetzelfde;
ook op dien weg is het thans onmogelijk met ossen
te reizen. Zelfs als er nu regen kwam zou het
transportrijden niet dadelijk kunnen hervat worden,
daar het nog eenige dagen zou nemen eer de ossen
in goede conditie zouden zijn, terwijl aan den ande
ren kant zware regenbuien den weg bijna onbegaan
baar zoudén maken.
Dus is het in ieder geval onmogelijk om spoedig
genoeg verschen voorraad te bekomen.
Zooals wij hierboven vermeld hebben zijn er slechts
zeer weinig levensmiddelen voorhanden. Meel en
flour is bijna niet meer te bekomen, de winkeliers
zijn bezig uit hun laatsten zak te putten; rijst is
voor geld noch goede woorden te krijgen. Intusschen
stijgen de prijzen op eene ongeëvenaarde wijze. Hier
zijn eenige staaltjes er van, die aantoonen dat onze
schets van den toestand te Johannesburg niet over
dreven is. Eene week geleden kostte een zak boe-
renmeel 80 sh., thans 120 sh. Mielies werden een
paar dagen geleden verkocht voor 80 sh. en mielie-
meel voor 90 sh. Ongezift boerenmeel kost van
80100 sh., voer van 6 tot 6.10 sh. per 100
bundels, haver (133 pd.) van 50 sh. tot 60 sh.,
Kafferkoren (133 pd.) 45 sh. tot 55 sh. Flour
van een gesprek niet te denken.
«Nu eerst bemerkte Koert, dat zijn vriend Wam-
bold verdwenen was. Hy stelt bijzonder veel belang
in den gentleman," sprak hij tot zijn vrouw, «wij
mogen ons er wel op voorbereid houden, dat hij den
heer Morris bij ons brengt.»
Wambold had werkelijk geen weerstand kunnen
bieden aan zijn verlangen om den Engelschman van
nabij te zien en wilde hem daarom rakelings voorbij
wandelen. Met zijn oogglas gewapend ging hij mijn
heer Morris voorbij en keek hem daarbij scherp onder
zoekend aan. Het glad geschoren gelaat van den
advocaat werd levendig, toen hy het onderzoekend
oog van Wambold zoo scherp op zich gericht zag.
«Het zou my veel genoegen doen kennis met
u te maken, mijnheer; veroorloof my, dat ik mij
zei ven aan u voorstel: advocaat Dr. Morris uit Lon
den. Ik had zooeven het genoegen u met een dame
en een officier van uw regiment in het park te zien
binnengaan."
Wambold voelde, dat hij gevangen was en zag
geen kans om van den vreemdeling dadelijk ontslagen
te komen.
«Von Wambold, eerste luitenant," antwoordde hij.
«Ik heb over u hooren spreken, mijnheer Von
Wambold, en ik vereer en bewonder u. Eerlijk ge
zegd: een man, die zoo grootmoedig denkt en han
delt als u, verdient de bewondering der geheele
wereld. Miss Jane Gray is zoo schoon, dat zij op
het hart van iederen man indruk moet maken. Wan-
kostte eene week geleden 50 sh. per 100 pd., thans
90 sh.; de prijs van witte suiker was 8 d. eenige
dagen geleden, thans 1 sh. per pond. Melk kan
niet verkregen worden onder 30 sh. per dozijn blikjes,
aardappelen kosten 5 per zak, eieren 4 sh. per
dozijn, hoenders 7 sh. 6 d. por stuk, een blikje van
1 pond boter 7 sh. 6 d. en zoo alles naar evenre
digheid. Voorzeker zullen deze prijzen, hoog als zij
zijn, de volgende week nog hooger zijn.
Natuurlijk hebben de eigenaars der hötels en boar-
dmghousen ook hunne prijzen opgeslagen, sommige
zelfs 2-mnal in de vorige week. Het is niet te ver
wonderen dat de inwoners van Johannesburg met
angst en beven de naaste toekomst te gemoot zien
en het is te hopen, dat er spoedig maatregelen tul
len genomen worden om den transportdienst naar
Johannesburg bij te staan, anders is het te voorzien
dat daar in minder dan 14 dagen werkelijke hon
gersnood zal zijn.
De regeering bleef ook niet werkeloos. President
Krüger seinde aan den mijn-commissaris vanJohan-
nesberg, ten einde zich in verbinding te stellen met
de directeuren der voornaamste mijnmaatachappjjen
aldaar, om maatregelen te nemen een voldoend aan
tal muilezel-bespanningen te bekomen, tot aanvoer
van levensbenoodigdheden.
De regeering heeft in dat geval oen bedrag van
vijfduizend (5000) pond sterling beschikbaar gesteld
tot het aanschaffen van het noodig voor voor die dieren.
Verder heeft de regeering den Landdrost van Rus
tenburg evenzeer heden per telegram kennis gegeven
van haar besluit, tot tijdelijke afschaffing van het
invoerreoht op slachtvee 2 per stuk) van uit het
Noorden en het Noord-westen en door bemiddeling
van hem, de houders van dat vee van over de gren
zen uit te noodigon, van deze tijdelijke vrijstelling
voor den invoer van vee een ruim gebruik te maken.
Ten einde in deze zware tijdon de inwoners van
de Transvaal een weinig te gemoot te komen, heeft
de regeering de invoerrechten op vleesch, slachtvee,
boter, meel, mielies, Kafferkoren en rijst tijdelijk
opgeheven.
Alfred Meiszner wordt beschuldigd van zijn
romans niet zelf geschreven te hebben. In een
onlangs bij den Berlynschen uitgever Janke ver
schenen boek verklaart de schrijver Franz Hedricb,
dat hij de schryver is van nagenoeg al de romans
van Meiszner. Hjj heeft, naar hij verzekert, die
ontworpen en geheel uitgewerkt en Meiszner gaf de
boeken, na eenige geringe invoeringen, op zyn eigen
naam uit.
Hedrich verklaart, dat dit gesohiedde met zijn
volle toestemming, waartoe hij door {persoonlijke
vriendschap en erkentelijkheid bewogen werd, en
dat hy steeds met Meiszner de opbrengst van de
romans heeft gedeeld. Het is ook thans minder
om de letterkundige eer, dan wel om de geldelijke
voordeolen; de erkenning van zyn recht op aandeel
in de verdere auteursgeldon van de romans, dat
hij voor den dag komt met zijne aanspraken, welke
hij door versoheidene brieven van Meiszner tracht
te bewijzen.
Hedrich's boek heeft natuurlijk niet weinig op
zien gewekt in de letterkundige wereld.
In het Handelsblad leest men
In de antwoorden, die thans van de Begeering
zyn ingekomen op de Kamerverslagen over eenige
neer een man van zulk een schoone vrouw afziet om
haar aan het hart van zyn vriend te drukken, dan
is dat een grootmoedige daad, waarom ik u benijd,
mynheer! Ik zeg: benijd en wel, omdat ik in
zoo'n geval zou wensohen evenzoo te kunnen han
delen."
«Mag ik vragen, wie u in deze geheime ge
schiedenis heeft ingewyd?" vroeg Wambold ver
baasd.
«Mijnheer, ge zult u niet zoo verwonderen, zoodra
ik u zeg, dat ik tot de familie Gray in zoo nauwe
betrekking sta als dit tusschen een advocaat en zijn
cliënt mogelijk is. Ik ben bevriend met mevrouw
Gray en gevoel de oprechtste hoogachting vóórhaar
nicht miss Jane."
Wambold boog. «Aha! ik begrijp het. Mevrouw
Gray, die thans te Londen vertoeft, heeft u de aan-
genante mededeeling gedaan van het huwelijk van
mijn vriend Koert von Berghaupt met miss Gray."
«Huwelijk?" vroeg de advocaat, wien dat woord
op de lippen scheen te besterven.»
«Ge schynt over deze gebeurtenis niet bijzonder
verheugd te zyn," zeide Wambold licht spottend.
«Mynheer, mevrouw Gray heeft mij niet mede
gedeeld, dat het huwelijk zoo spoedig zou gesloten
worden. Ik behoef mij echter daarover niet te
verwonderen, te meer daar ik niet tot de familie be
hoor. Ondanks alles had ik wel gewenscht, dat ik
vooruit had kennis gedragen van het aanstaande
huwelyk." (ffordl vervolgd).
gevederde onder de vogels, in Japan «kouyakou»
genaamd, moest de aandacht trekken van kunstenaars,
die zulk een fijn schoonheidsgevoel bezitten. Men
treft hem bijna overal als versiering aan. In Fitzen
wordt hij als blauw afgeschilderd en in Satsouma
prijkt hij met een heerlijken vederdosch. Oorspron
kelijk behoort deze vogel in Japan niet te huis: hij
werd daar eerst ingevoerd op het einde der 17e eeuw.
Men verhaalt hieromtrent het volgende:
Bij de nieuwjaarsfeesten onthaalde een Prins van
Sizen personen van hoogen rang, die in groot aantal
hem aan zijn hof kwamen complimenteeren, naar ge
woonte op een banket.
Na den maaltijd noodigde men hen uit om de
rijke, don Vorst gezonden geschenken te bezichtigen,
en zij stonden versteld van bewondering bij het zien
van twee vreemde vogels, die niemand hunner kende
een pauw eu eene pauwin. Den Prins viel het
in, terwijl zij spraken over de schoonheid dezer vo
gels, te vragen welke het mannetje was. Deheeren,
zich wendende tot de rijkgekleede dames, riepen met
het galante doel, haar iets aangenaams te zeggen,
als uit éénen mond, dat de mooiste der beide vogels
het vrouwtje moest zijn, maar de dames van haren
kant waren van eene tegenovergestelde meening. «Gij
hebt gelijk," zei de Prins, «zóó wil het de natuur.
Het komt mij onzinnig voor, dat de vrouw er aan
spraak op maakt rijker gekleed te moeten zijn dan
de man, die in haar onderhoud voorziet."
Ziedaar, merkt Kampfen aan, een voortreffelijk
sermoen voor het nieuwe jaar.
Behalve de gans (gon) komt ook de haan (ondoni)
dikwijls voor. In den omtrek der tempels worden
hanen onderhouden, omdat zij de veranderingen in
de weersgesteldheid aankondigen en door de regel
matigheid van hun gokraai den loop der uren aan
wijzen, waarom men ze gewoonlijk als wachters op
het dak van een tempel voorstelt. De Japaneezen
schilderen den haan met veel vuur en als zwierig en
vlug in zijne bewegingen. (Zondagsblad.)
heen zou gaan. Terstond werden de toebereidsele
voor het vertrek gemaakt. Nog denzelfdeu dag ver
trok de keizerlijke familie naar de haven, waar zij
zich inscheepte op een paketboot, die onder bege
leiding van oen Braziliaansch oorlogsschip in zee
stak. De gezagvoerder ontving zijn orders in een
verzegelden brief en daarin werd de haven aange
wezen waar do keizer moest worden ontscheept.
Vermoedelijk zal Dom Pedro naar Lissabon worden
gebracht.
In elk geval heeft koning Karei van Portugal,
die met den keizer na is verwant, Dom Pedro'een
verblijf in zijn rijk aangeboden. Fransche bladen
echter vermoeden, dat de keizer zioh te Parijs zal
vestigen, doch hierover is natuurlijk nog niets bekend,
daar men nog niet eens zeker weet, waarheen Dom
Pedro gebracht wordt.
Volgens te Lissabon ontvangen berichten uit Eio
Janeiro heeft het voorloopig bewind van Brazilië alle
goeder n, zoo roerende als onroerende, welke in het
bezit der keizerlijke; familie waren, in beslag geno
men, onder belofte, dat daarvoor later schadeloos
stelling zal worden gegeven. Ook wordt gemeld, dat
keizer Pedro de voorwaarden is gesteld, dat noch
hij, noch een van de leden der keizerlijke familie
ooit weer in Brazilië zullen terugkeeren. Alvorens
te vertrekken heeft de keizer beloofd, deze voor
waarden te zullen vervullen.
Het vertrek der keizerlijke familie geschiedde
zeer overhaast en zelfs wordt beweerd, dat den
keizer slechts vooroorloofd werd de onmisbare klee-
dingstukken en enkele sieraden mede te nemen.
Een extranummer van den Beichsanzeiger bevat
het volgend telegram van kapitein Wissmann uit
Zanzibar i. d. 20 dezer«Op 10 Nov. zijn te
Mpwapwa aangekomenStanley, Eminpacha, Jesson,
Stoer, dr. Parkes Nelson, Bonne, Casasi, Schinze,
Hoffmann en andere zendelingen. Ik verwacht hunne
aankomst te Bagamoyo op zijn vroegst tegen 1 De
cember. De toestand van het station Mpwapwa is
volkomen bevredigend.»
De Duitsche Bijksdag heeft gisteren na lang debat
verworpen het voorstel van den heer Barth tot op
heffing van het verbod van den invoer van varkens
aan de Deensche grens, zoomede het voorstel van
den heer Websky tot vrijen aanvoer van varkens in
(le Duitsche slachtplaatsen. Tegen stemden alleen
nationaal-liberalen en vrijzinnigen.
De Minister Lucius bestreed nadrukkelijk deze
voorstellen. Hij verklaarde dat de varkensziekte in
Denemarken niet verdwenen is, maar men veeleer
met een nieuwe uitbarsting werd bedreigd, ondanks
de krachtige maatregelen der Deensche Begeering,
kon zij de kwaal nog niet bedwingen. Ook Engeland
heeft tydelyk den invoer van Deensch vee verboden.
Het mond- en klauwzeer heeft in de oostelijke na
burige landen een zeer grooten omvang gekregen
in 1144 Hongaarsche plaatsen heerscht thans de
ziekte, zoodat zelfs de Oostenrijksche Begeering den
invoer van vee verbood. De maatregelen der
Duitsche Begeering zijn alleen genomen met het
oog op de belangen van den Duitschen veestapel,
en by de tegenwoordige omstandigheden kan van
een opheffing van het invoerverbod geen sprake zyn.
Do beraadslagingen der commissie uit den Duit
schen Rjjksdag over de socialistenwet looped op
niets uit, omdat men het niet eens kan worden over
de verbanning. De nationaal-liberalen stelden voor,
het recht tot verbanning, hetwelk de politie nu
heeft in steden, waar de kleine staat van beleg is
afgekondigd, te schrappen, maar de minister Herr-
furt verklaarde, dat de regeering de verbanning niet
kan missen.
De beraadslagingeu werden uitgesteld tot heden,
maar van een vergelijk «kan geen sprake meer zijn.
Het voorstel tot verbanning wordt nu door het
centrum, do nationaal-liberalen en de liberalen ver
worpen en hetzelfde is natuurlijk ook het geval, als
het ontwerp in de Byksdag komt. De regeering
moet zich dan of schikken of haar plan laten varen
om de socialistenwet tot een gewone wet te maken.
hoofdstukken der Staatsbegrooting, verneemt men
wat naders over hare plannen.
De minister van binnenl. zaken heeft een herzie
ning der districtstabel en een wijziging van enkele
artikelen der kieswet reeds naar den Baad van State
gezonden. Tot die artikelen behoort niet de regeling
van het kiesrecht, zooals dit voorloopig is vastgesteld
in de additioneels bepalingen der Grondwet van
1887. De Minister zal zich dus in hoofdzaak blijk
baar bepalen tot het voorstel om de meervoudige
distrioten te splitsen.
Wij spreken het vermoeden uit, dat hij van zulk
een voordracht even weinig genoegen zal beleven,
als van de nieuae provinciale indeeling, welke dit
jaar tevergeefs beproefd is. Van de laatste zegt
do Minister, dat de adviezen dor Prov. Staten hem
aanleiding hebben gegoveu «de zaak in nadere over
woging te nemen", dat wil zeggen, er voorloopig
van af te zien. Voor de Byksindeeling in kies
districten wil hy echter de splitsing van Amsterdam,
Botterdam, Den Haag, Utrecht en Groningen door
zetten. De districtstabol van 1887 maakt echter
een geheel uit met de regeling der kiesbevoegdheid.
Nu de Begeoring voor een betero verdeeling van
het kiesrecht, waarbij zoovele fouten zijn gebleken,
«den tijd nog niet aangebroken acht», had zij ook
de districtstabel moeten laten rusten. De afzonder
lijke regeling van een brokstuk heeft allen schijn
van niet anders als een partijdaad te zijn, en zal
geen beter onthaal vindon dat de zoo deerlijk mis
lukte provinciale kunstgreep.
Het ontwerpen eener regeling van de administra
tieve rechtspraak zal nu vermoedelijk aan oen staats
commissie worden opgedragen, zooals wij bij herhaling
hebben aanbovolen. De Begeering had wije gedaan
daartoe in 't vorig jaar te besluiten.
Het Japnnsch porselein verdient als ornament de
aandacht, niet slechts van den man van smaak,
maar ook van den oudheidkundigo, als het schoonste,
fijnste en volkomenste voortbrengsol der potten
bakkerskunst. Het behoort zonder twjjfel tot de
oudste uitvindingen; de Chineezen en Japaneuzen
hebben zich reeds sedert onhougljjke tijden, zelfs
vóór de Grieken en Etruriërs, met het vervaardigen
van aardewerk beziggehouden.
In de 15e eeuw werd het porselein, dat zyn
naam ontleent aan het Portugoesche woord parcella
d. i. schaal, het eerst door de Portugeezen uit China
en Japan naar Europa gebracht, later ook door
onze voorouders, en op hoogen prjjs gehouden.
Japansch porselein werd oudstjjds, evenals nog heden
ten dagen, als een artikel van weelde in de huis
houding beschouwd.
Het munt, zooals men weet, uit door zijne fijnheid
witheid, doorschijnendheid en lichtheid, bovenal
door zijne fraaie beschildering. Boomen, bloemen
en gazon maken in de Japansche fabrieken de
essentieelo bestanddeelen van versiering uit, en men
brengt deze ook in toepassing op de eenvoudigste
artikelen van hot huiselijk leven.
Na de boomen en planten slagen de Japaneezen
het best in de vogels, en het is opmerkelijk, hoe zjj
de bewegingen, vlucht en houding der gevederde
dieren bestudeeren on met welk oene bewonderens
waardige getrouwheid zij deze op hun aardewerk
schilderen en nabootsen.
Onder de vogelen is de meest geliefkoosde de
kraan (tsou-m), in Japan bjjzomler vereerd om den
langen levensduur, dien men haar toedicht, waarom
zij dan ook geldt als een zinnebeeld van lang leren
en om die reden nooit dood wordt voorgesteld.
Volgens Kampfen, een beroemd Dnitsch reiziger,
die in de jaren 1690 tot 1692 Japan bezocht en
na zjjne terugkomst ëene geschiedenis en beschrij
ving van dit merkwaardig land heeft uitgegeven,
versiert men met de figuren van dezen vogel de
keizerlijke vertrekken en noemt het landvolk hem
o tsourou sama, d. i. onze hooge vrouw de kraan.
Er zyn twee soorten met verschillende kleuren
het eene aschgrijs, het andere sneeuwwit, en beide
komen op het porselein voor.
Tot versiering dienen verder de valk (taka) en de
arend 'waihijmaar vooral de fazant 'hidjiVan
deze bestaat eene soort, die zioh onderscheidt door
haar praohtig gevederte en haar langen staart,
waarop de sohoonste kleuren zioh afwisselen. Dan
komen in aanmerking versohillende eendensoorten,
eene onder andere, genaamd atchi karna, volgens
enoemden Kampfen merkwaardig om de verwon-
erljjke schoonheid van het mannetje. Deze is zeer
hoog van statuurzijne vederen zyn genuanceerd
met schitterendo kleuren, met rood aan hals en
borst. Een prachtige kuif kroont zyn kop en
zyn staart Btaat schuin op, wat iets kluchtigs en
vreemds aan zijn voorkomen geeft.
Wanneer een mannelijke en een vrouwelijke eend
te zamen worden voorgesteld, dan is zulks in de
oogen der Japaneezen eene zinspeling op het huwe
lijksgeluk.
Het kon wel niet anders, of de pauw, de fraaist
De Stoompost verneemt, dat uit velerlei proevon
gebleken is, dat een telephoonverkeer tusschon
Parijs en Londen zeer goed tot stand kan worden
gebracht, wanneer de volgende maatregelen in acht
worden genomen lo. de ljjn moet bestaan uit eene
heen- en teruggaande draadgeleiding, en dus ge
heel uit metaal zonder grondverbinding2o. de
draadgeleidingen moeten van koper zyn; 3o. het
koperdraad moet zeer dik zyn, evenals do laag
gutta-percha, waarmede het bedekt is.
Overigens staan er geen bezwaren van technischen
aard in den weg, welke niet gemakkelijk zijn te
boren te komon. Het is kier slechts eene quaestio
van geld. De benoodigde kabel zal driemaal meer
kosten dan de gewone kabels. Daar deze hoogere
uitgaaf eene compensatie kan vinden in een hooger
tarief, zoo kan er bepaald op gerekend worden, dat
de telephoon-verbinding ParysLonden op een niet
De Braziliaanschc regeering heeft een proclamatie
uitgevaardigd, waarby do gouverneurs der provincies
afgezet en door officieren vervangen worden. Aan
elke der 22 provinciën wordt tevens een afzonder
lijke regeering toegestaan, en deze moet zorgen, dat
elke Staat óón afgevaardigde zendt naar het congres,
naar welks beslissing de voorloopige regeering zich
zal schikken. Inmiddels zal de regeering zorgen,
dat de orde niet wordt gestoord en de betrekkingen
met de andere Staten worden onderhouden.
Toch is men te Londen nog niet volkomen ge
rust over den toestand. Ofschoon de republiek
vrjj algemeen is erkend, vreest men toch, dat eenige
provinciën zich zullen afscheiden, waardoor de ver
brokkeling van het groote rijk het gevolg zou zyn.
Ook de Braziliaansche gezant te New-York is van
meening, dat de staat van zaken nog niet als ge
vestigd kan worden beschouwd. De gezant beweert,
dat de zeemacht geen deel heeft genomen aan de
omwenteling en op de hand des keizers is. Indien
dus de marine partij kieet, zou de kans weer
kunnen keorer..
Volgons den Brazillaanschen gezant te Weenon
geschiedde de omwenteling aldus. Donderdag 14
Nov. liet generaal Da Fonseca 's nachts de straten
door de troepen bezetten, zoodat de inwoners, toen
zy wakker werden, reeds terstond met de uitroeping
der republiek werden verrast. Fonseoa reed terstond
met professor Constant en een deputatie officieren
naar Petropolis en deelde den keizer mede, dat de
Brazilianen nu genoeg ontwikkeld waren om de
monarchie te kunnen ontberen. Onder dankbe
tuiging voor de gewichtige diensten, den lande
bewezen, werd den keizer medegedeeld, dat hij kon
vertrekken.
Dom Pedro, omgeven door zyn geheele familie,
ontving de deputatie op waardige wijze. De keizer
verklaarde, dat hy moest wyken voor geweld en
MARKTBERICHTEN.
Gouda, 21 November 1889.
By kleinen aanvoer was de markt heden voor de
meeste artikelen zeer vast gestemd.
Tarwe. Zeeuwsohe f 7.40 a 7.80. Mindere dito
7.10 a 7 26. Polder 5.75 a/6.Afwij
kende 5.25 a 5.50. Boode 6.20 a 6.60.
dito Angel 6.80 a 7.Rogge: Zeeuwsche
f 5.40 a 5.76. Polder 4.50 a 4.75. Buiten-
landsche per 70 KG. 5.a 6.10. GerstWinter
4.75 a 5.—. Zomer 4.30 a 4.90. Che
valier 5.a 6.Haver: per Heet. 3.60
a/4.10, per 100 kilo 7.50%/ 8.Hennep
zaad: Inlandsch 6.60 a 6.75. Buitenlandsch
5.25 it 5.50. Erwtenkookerwten 8.50
a 9.niet kokende 6.a 6.25. Boonen
bruineboonen 8.76 a 9.50, witte boonen ƒ9.50
a 10.25, duivenboonen 6,60 a 6.70, paarden-