Boitenlandsch Overzicht. by den invoer aan de grenzen vastgesteld. Ook in Spanje is reeds door een Kon. besluit van 16 Juni 1885, zooals ons dezer dagen bekend werd, de in voer van buitenlandscho geheimmiddolen verboden. Alleen Nederland doet niets en in dit isolement ligt zeker geen kracht, zegt het Mill, tegen de Kwakz. Staten-Generaal. Tweede Kameb. Zitting van Woensdag 20 November De Tweede Kamer heeft gisteren een korte zitting gehouden. De Voorzitter deelde daarna mede, dat do Centrale Seotie besloten had in de af- deelingon te doen onderzoeken een aantal ont werpen, onder meer die tot aanwijzing der hooge betrekkingen voor de benoembaarheid voor de Eerste Kamer, regeling van het militair onderwijs, pen sioenen van mindere geëmployeerden bij de zee- en landmacht, wijziging in de bepalingen omtrent de kustvaart van Ned.-Indië, bepalingen betreffende de militaire inundatiën, voorstel-Eeekers (wondorkuil), goedkeuring van eou ruiling van grond met de ge meente Amsterdam en herziening van de consulaat rechten. De Kamer is daarop naar de afdeolingen gegaan. Men leest in De Zuid-Afrikaan«Aan ds. du Toit, Transvaalsche Superintendent van Onderwijs, wordt het zeer kwalijk genomen dat hij, nu er een Universiteit in de Z.-A. Republiek wordt opgericht, ze op Hollandschen voet wil inrichten in plaats van, zoo als het heet, ze «cosmopolitisch" te maken, en dat hij in immigratie uit Holland en België een tegenwicht zoekt tegen die uit Engeland. Wat nu het eerste punt betreft, zien wij waarlijk geen reden om in een land waar Hollandsch de volkstaal is, en waar men naast de Engelsch sprekende uitlanders een sterk Hollandsch en Afrikaansch element heeft tot ver sterking der oude Transvaalsche bevolking, tegen een Universiteit op kleine schaal met vier faculteiten (die van Medicijnen wil ds. du Toit zelfs eerst later oprichten), 'en op zijn Hollandsch ingericht te zijn. Slechts moeten wij erkennen dat wij geen hoogen dunk van een vrije Universiteit als die van dr. Kuyper koesteren, en dat het ons smarten zou als ds. du Toit deze tot model van de Transvaalsche nam. Wat intusschen de faculteit der Theologie aan gaat, gelooven wij dat het niet zoo erg moeilijk zou zijn om er een zoo in te richten dat al de verschil lende Hollandsche Kerken des lands er genoegen meê kunnen nemen." Het Haagsche Dagblad is van oordeel dat beëin diging van den Atjehoorlog het eerste nommer op elk politiek programma moet zijn. Dat die krijg beëindigd wordt is trouwens een nationale wensch. De verzoeningspolitiek, langen tijd door het blad in de Atjehquaestie voorgestaan, heeft, meent het, fiasco gemaakt. Er moet een laatste slag worden geslagdn. Met een overweldigende macht van wapenen moet. men trachten den weerstand der Atjehers te breken. Groote geldelijke* offers zullen daarvoor worden gevorderd. De nood is ons echter daartoe opgelegd De zachte middelen zijn uitgeput, terwijl de duurste weg in dit geval nog de goedkoopste is. Thans lijden wij in Atjeh, ook financieel beschouwd, aan een langzame verbloeding. De millioenen voor de «verzoenende verdediging" geëischt hoopen zich op tot een onrustwekkende hoogte. «De aanblik van dien heer schijnt je te ontstellen." «Word niet jaloersch, Koert," antwoordde zij nu schertsend. «Het zou mij vreeselijk spijten, als mijn heer Morris uit Londen je daartoe reden gaf, en dat zal hy zeker niet doen. Ik ben echter vandaag in zoo'n vreemde stemming, dat ik niet gaarne iemand zou ontmoeten, die mij aan papa en mama herinnert." Koert begreep nu de ontsteltenis van zijn vrouw en sloeg dadelijk een zijpad in. «Misschien ben ik ondankbaar jegens mijnheer Morris," vervolgde zij, «maar waarom komt hij ons ook van daag in den weg F" «Ik onderstol, dat mijnheer Morris in nauwe be trekking tot uw papa stond." «Hij genoot papa's achting en vertrouwen. Mijnheer Morris is een bekwaam en zelfs een beroemd advo caat. Hij heeft met veel overleg eenige zaken voor mijn papa in orde gebracht; hij was papa's ge machtigde te Londen en bleef zijn vriend tot aan zyn dood. Tante heeft ook zeer veel achting voor hem, ik alleen ben ondankbaar jegens hem." De bruisende tonen eener ouverture van Wagner klonken door de lucht. Het publiek drong in menigte het jonge echtpaar voorbij naar de muziektent, zoodat Koert en zijn vrouw van het kiezelpad op het gras moesten uitwijken. Op het laatste oogenblik nog was besloten het concert in de open lucht te geven en zoodoende viel aan velen een kunstgenot ten deel, dat men bjj ongunstig weder had moeten missen. Onder deze omstandigheden viel aan het voortzetten Een aanval op geduchte schaal zal dus ten slotte nog verkiezelijker wezen. Wij moeten het verzet der Atjehers breken met krachtige middelen, Jioeveel het aan het land ook kosten moge. De ontrouw der Atjehers maakt alle onderhandelingen tot oen ijdel vertoon. «Zouden wij ons hierin nog kunnen vergissen, vraagt het Haagsche Dagblad, ten slotte toch nog. «Zou de Minister over gegevens beschikken, welke het gevoelen van duizenden, waarin wij deëlen, als te pessimistisch kunnen doen wraken? «Wij achten dat bijkans onmogelijk, na al hetgeen de Indische bladen in den jongsten tijd mededeelden. «Weet de Minister de Kamer laat ons liever schrijven: de natie niet volkomen te overtuigen van het stellig vooruitzicht van 't welslagen zyner irenische Atjehstaatkunde, dan zouden wij meenen dat langer talmen schier misdadig werd en dat de eindorisis door een laatst en energiek krachtsbetoon moet worden verhaast. «'t Uitstel van die militaire operatie zou, dunkt ons, niet langer mogen duren dan voor een degelijke voorbereiding onmisbaar wordt gevorderd. «De Atjehellende dreigt een nationale schande te worden. Om dat te voorkomen ontwake de oude vaderlandscho geestkracht en worde het straks op nieuw openbaar, dat de heldengeest der vaderen nog niet is uitgestorven by hun nakroost!" In October heersehte er ten zuiden der Trans vaalsche republiek een zoo hevige en langdurige droogte, dat de hongersnood voor de deur stond. Gelukkig kwam de regen nog bijtijds, zoodat de in woners met een duren tijd vrij kwamen. Hoe de toestand in Johannesburg was, blijkt uit de volgende mededeelingen, voorkomende in de Volksstem van 21 October: Te Johannesburg zegt het blad zijn niet meer dan voor eene week levensmiddelen voorhan den. De winkeliers doen hun best, om hun voor raad te vermeerderen, doch tevergeefs. Het transport rijden staat stil. Goederen die Ladysmith in Sep tember verlieten zijn nu afgeladen te Harrismith, daar de ossen onmogelijk verder kunnen. Tusschen Johannesburg en Kimberley is het juist hetzelfde; ook op dien weg is het thans onmogelijk met ossen te reizen. Zelfs als er nu regen kwam zou het transportrijden niet dadelijk kunnen hervat worden, daar het nog eenige dagen zou nemen eer de ossen in goede conditie zouden zijn, terwijl aan den ande ren kant zware regenbuien den weg bijna onbegaan baar zoudén maken. Dus is het in ieder geval onmogelijk om spoedig genoeg verschen voorraad te bekomen. Zooals wij hierboven vermeld hebben zijn er slechts zeer weinig levensmiddelen voorhanden. Meel en flour is bijna niet meer te bekomen, de winkeliers zijn bezig uit hun laatsten zak te putten; rijst is voor geld noch goede woorden te krijgen. Intusschen stijgen de prijzen op eene ongeëvenaarde wijze. Hier zijn eenige staaltjes er van, die aantoonen dat onze schets van den toestand te Johannesburg niet over dreven is. Eene week geleden kostte een zak boe- renmeel 80 sh., thans 120 sh. Mielies werden een paar dagen geleden verkocht voor 80 sh. en mielie- meel voor 90 sh. Ongezift boerenmeel kost van 80100 sh., voer van 6 tot 6.10 sh. per 100 bundels, haver (133 pd.) van 50 sh. tot 60 sh., Kafferkoren (133 pd.) 45 sh. tot 55 sh. Flour van een gesprek niet te denken. «Nu eerst bemerkte Koert, dat zijn vriend Wam- bold verdwenen was. Hy stelt bijzonder veel belang in den gentleman," sprak hij tot zijn vrouw, «wij mogen ons er wel op voorbereid houden, dat hij den heer Morris bij ons brengt.» Wambold had werkelijk geen weerstand kunnen bieden aan zijn verlangen om den Engelschman van nabij te zien en wilde hem daarom rakelings voorbij wandelen. Met zijn oogglas gewapend ging hij mijn heer Morris voorbij en keek hem daarbij scherp onder zoekend aan. Het glad geschoren gelaat van den advocaat werd levendig, toen hy het onderzoekend oog van Wambold zoo scherp op zich gericht zag. «Het zou my veel genoegen doen kennis met u te maken, mijnheer; veroorloof my, dat ik mij zei ven aan u voorstel: advocaat Dr. Morris uit Lon den. Ik had zooeven het genoegen u met een dame en een officier van uw regiment in het park te zien binnengaan." Wambold voelde, dat hij gevangen was en zag geen kans om van den vreemdeling dadelijk ontslagen te komen. «Von Wambold, eerste luitenant," antwoordde hij. «Ik heb over u hooren spreken, mijnheer Von Wambold, en ik vereer en bewonder u. Eerlijk ge zegd: een man, die zoo grootmoedig denkt en han delt als u, verdient de bewondering der geheele wereld. Miss Jane Gray is zoo schoon, dat zij op het hart van iederen man indruk moet maken. Wan- kostte eene week geleden 50 sh. per 100 pd., thans 90 sh.; de prijs van witte suiker was 8 d. eenige dagen geleden, thans 1 sh. per pond. Melk kan niet verkregen worden onder 30 sh. per dozijn blikjes, aardappelen kosten 5 per zak, eieren 4 sh. per dozijn, hoenders 7 sh. 6 d. por stuk, een blikje van 1 pond boter 7 sh. 6 d. en zoo alles naar evenre digheid. Voorzeker zullen deze prijzen, hoog als zij zijn, de volgende week nog hooger zijn. Natuurlijk hebben de eigenaars der hötels en boar- dmghousen ook hunne prijzen opgeslagen, sommige zelfs 2-mnal in de vorige week. Het is niet te ver wonderen dat de inwoners van Johannesburg met angst en beven de naaste toekomst te gemoot zien en het is te hopen, dat er spoedig maatregelen tul len genomen worden om den transportdienst naar Johannesburg bij te staan, anders is het te voorzien dat daar in minder dan 14 dagen werkelijke hon gersnood zal zijn. De regeering bleef ook niet werkeloos. President Krüger seinde aan den mijn-commissaris vanJohan- nesberg, ten einde zich in verbinding te stellen met de directeuren der voornaamste mijnmaatachappjjen aldaar, om maatregelen te nemen een voldoend aan tal muilezel-bespanningen te bekomen, tot aanvoer van levensbenoodigdheden. De regeering heeft in dat geval oen bedrag van vijfduizend (5000) pond sterling beschikbaar gesteld tot het aanschaffen van het noodig voor voor die dieren. Verder heeft de regeering den Landdrost van Rus tenburg evenzeer heden per telegram kennis gegeven van haar besluit, tot tijdelijke afschaffing van het invoerreoht op slachtvee 2 per stuk) van uit het Noorden en het Noord-westen en door bemiddeling van hem, de houders van dat vee van over de gren zen uit te noodigon, van deze tijdelijke vrijstelling voor den invoer van vee een ruim gebruik te maken. Ten einde in deze zware tijdon de inwoners van de Transvaal een weinig te gemoot te komen, heeft de regeering de invoerrechten op vleesch, slachtvee, boter, meel, mielies, Kafferkoren en rijst tijdelijk opgeheven. Alfred Meiszner wordt beschuldigd van zijn romans niet zelf geschreven te hebben. In een onlangs bij den Berlynschen uitgever Janke ver schenen boek verklaart de schrijver Franz Hedricb, dat hij de schryver is van nagenoeg al de romans van Meiszner. Hjj heeft, naar hij verzekert, die ontworpen en geheel uitgewerkt en Meiszner gaf de boeken, na eenige geringe invoeringen, op zyn eigen naam uit. Hedrich verklaart, dat dit gesohiedde met zijn volle toestemming, waartoe hij door {persoonlijke vriendschap en erkentelijkheid bewogen werd, en dat hy steeds met Meiszner de opbrengst van de romans heeft gedeeld. Het is ook thans minder om de letterkundige eer, dan wel om de geldelijke voordeolen; de erkenning van zyn recht op aandeel in de verdere auteursgeldon van de romans, dat hij voor den dag komt met zijne aanspraken, welke hij door versoheidene brieven van Meiszner tracht te bewijzen. Hedrich's boek heeft natuurlijk niet weinig op zien gewekt in de letterkundige wereld. In het Handelsblad leest men In de antwoorden, die thans van de Begeering zyn ingekomen op de Kamerverslagen over eenige neer een man van zulk een schoone vrouw afziet om haar aan het hart van zyn vriend te drukken, dan is dat een grootmoedige daad, waarom ik u benijd, mynheer! Ik zeg: benijd en wel, omdat ik in zoo'n geval zou wensohen evenzoo te kunnen han delen." «Mag ik vragen, wie u in deze geheime ge schiedenis heeft ingewyd?" vroeg Wambold ver baasd. «Mijnheer, ge zult u niet zoo verwonderen, zoodra ik u zeg, dat ik tot de familie Gray in zoo nauwe betrekking sta als dit tusschen een advocaat en zijn cliënt mogelijk is. Ik ben bevriend met mevrouw Gray en gevoel de oprechtste hoogachting vóórhaar nicht miss Jane." Wambold boog. «Aha! ik begrijp het. Mevrouw Gray, die thans te Londen vertoeft, heeft u de aan- genante mededeeling gedaan van het huwelijk van mijn vriend Koert von Berghaupt met miss Gray." «Huwelijk?" vroeg de advocaat, wien dat woord op de lippen scheen te besterven.» «Ge schynt over deze gebeurtenis niet bijzonder verheugd te zyn," zeide Wambold licht spottend. «Mynheer, mevrouw Gray heeft mij niet mede gedeeld, dat het huwelijk zoo spoedig zou gesloten worden. Ik behoef mij echter daarover niet te verwonderen, te meer daar ik niet tot de familie be hoor. Ondanks alles had ik wel gewenscht, dat ik vooruit had kennis gedragen van het aanstaande huwelyk." (ffordl vervolgd). gevederde onder de vogels, in Japan «kouyakou» genaamd, moest de aandacht trekken van kunstenaars, die zulk een fijn schoonheidsgevoel bezitten. Men treft hem bijna overal als versiering aan. In Fitzen wordt hij als blauw afgeschilderd en in Satsouma prijkt hij met een heerlijken vederdosch. Oorspron kelijk behoort deze vogel in Japan niet te huis: hij werd daar eerst ingevoerd op het einde der 17e eeuw. Men verhaalt hieromtrent het volgende: Bij de nieuwjaarsfeesten onthaalde een Prins van Sizen personen van hoogen rang, die in groot aantal hem aan zijn hof kwamen complimenteeren, naar ge woonte op een banket. Na den maaltijd noodigde men hen uit om de rijke, don Vorst gezonden geschenken te bezichtigen, en zij stonden versteld van bewondering bij het zien van twee vreemde vogels, die niemand hunner kende een pauw eu eene pauwin. Den Prins viel het in, terwijl zij spraken over de schoonheid dezer vo gels, te vragen welke het mannetje was. Deheeren, zich wendende tot de rijkgekleede dames, riepen met het galante doel, haar iets aangenaams te zeggen, als uit éénen mond, dat de mooiste der beide vogels het vrouwtje moest zijn, maar de dames van haren kant waren van eene tegenovergestelde meening. «Gij hebt gelijk," zei de Prins, «zóó wil het de natuur. Het komt mij onzinnig voor, dat de vrouw er aan spraak op maakt rijker gekleed te moeten zijn dan de man, die in haar onderhoud voorziet." Ziedaar, merkt Kampfen aan, een voortreffelijk sermoen voor het nieuwe jaar. Behalve de gans (gon) komt ook de haan (ondoni) dikwijls voor. In den omtrek der tempels worden hanen onderhouden, omdat zij de veranderingen in de weersgesteldheid aankondigen en door de regel matigheid van hun gokraai den loop der uren aan wijzen, waarom men ze gewoonlijk als wachters op het dak van een tempel voorstelt. De Japaneezen schilderen den haan met veel vuur en als zwierig en vlug in zijne bewegingen. (Zondagsblad.) heen zou gaan. Terstond werden de toebereidsele voor het vertrek gemaakt. Nog denzelfdeu dag ver trok de keizerlijke familie naar de haven, waar zij zich inscheepte op een paketboot, die onder bege leiding van oen Braziliaansch oorlogsschip in zee stak. De gezagvoerder ontving zijn orders in een verzegelden brief en daarin werd de haven aange wezen waar do keizer moest worden ontscheept. Vermoedelijk zal Dom Pedro naar Lissabon worden gebracht. In elk geval heeft koning Karei van Portugal, die met den keizer na is verwant, Dom Pedro'een verblijf in zijn rijk aangeboden. Fransche bladen echter vermoeden, dat de keizer zioh te Parijs zal vestigen, doch hierover is natuurlijk nog niets bekend, daar men nog niet eens zeker weet, waarheen Dom Pedro gebracht wordt. Volgens te Lissabon ontvangen berichten uit Eio Janeiro heeft het voorloopig bewind van Brazilië alle goeder n, zoo roerende als onroerende, welke in het bezit der keizerlijke; familie waren, in beslag geno men, onder belofte, dat daarvoor later schadeloos stelling zal worden gegeven. Ook wordt gemeld, dat keizer Pedro de voorwaarden is gesteld, dat noch hij, noch een van de leden der keizerlijke familie ooit weer in Brazilië zullen terugkeeren. Alvorens te vertrekken heeft de keizer beloofd, deze voor waarden te zullen vervullen. Het vertrek der keizerlijke familie geschiedde zeer overhaast en zelfs wordt beweerd, dat den keizer slechts vooroorloofd werd de onmisbare klee- dingstukken en enkele sieraden mede te nemen. Een extranummer van den Beichsanzeiger bevat het volgend telegram van kapitein Wissmann uit Zanzibar i. d. 20 dezer«Op 10 Nov. zijn te Mpwapwa aangekomenStanley, Eminpacha, Jesson, Stoer, dr. Parkes Nelson, Bonne, Casasi, Schinze, Hoffmann en andere zendelingen. Ik verwacht hunne aankomst te Bagamoyo op zijn vroegst tegen 1 De cember. De toestand van het station Mpwapwa is volkomen bevredigend.» De Duitsche Bijksdag heeft gisteren na lang debat verworpen het voorstel van den heer Barth tot op heffing van het verbod van den invoer van varkens aan de Deensche grens, zoomede het voorstel van den heer Websky tot vrijen aanvoer van varkens in (le Duitsche slachtplaatsen. Tegen stemden alleen nationaal-liberalen en vrijzinnigen. De Minister Lucius bestreed nadrukkelijk deze voorstellen. Hij verklaarde dat de varkensziekte in Denemarken niet verdwenen is, maar men veeleer met een nieuwe uitbarsting werd bedreigd, ondanks de krachtige maatregelen der Deensche Begeering, kon zij de kwaal nog niet bedwingen. Ook Engeland heeft tydelyk den invoer van Deensch vee verboden. Het mond- en klauwzeer heeft in de oostelijke na burige landen een zeer grooten omvang gekregen in 1144 Hongaarsche plaatsen heerscht thans de ziekte, zoodat zelfs de Oostenrijksche Begeering den invoer van vee verbood. De maatregelen der Duitsche Begeering zijn alleen genomen met het oog op de belangen van den Duitschen veestapel, en by de tegenwoordige omstandigheden kan van een opheffing van het invoerverbod geen sprake zyn. Do beraadslagingen der commissie uit den Duit schen Rjjksdag over de socialistenwet looped op niets uit, omdat men het niet eens kan worden over de verbanning. De nationaal-liberalen stelden voor, het recht tot verbanning, hetwelk de politie nu heeft in steden, waar de kleine staat van beleg is afgekondigd, te schrappen, maar de minister Herr- furt verklaarde, dat de regeering de verbanning niet kan missen. De beraadslagingeu werden uitgesteld tot heden, maar van een vergelijk «kan geen sprake meer zijn. Het voorstel tot verbanning wordt nu door het centrum, do nationaal-liberalen en de liberalen ver worpen en hetzelfde is natuurlijk ook het geval, als het ontwerp in de Byksdag komt. De regeering moet zich dan of schikken of haar plan laten varen om de socialistenwet tot een gewone wet te maken. hoofdstukken der Staatsbegrooting, verneemt men wat naders over hare plannen. De minister van binnenl. zaken heeft een herzie ning der districtstabel en een wijziging van enkele artikelen der kieswet reeds naar den Baad van State gezonden. Tot die artikelen behoort niet de regeling van het kiesrecht, zooals dit voorloopig is vastgesteld in de additioneels bepalingen der Grondwet van 1887. De Minister zal zich dus in hoofdzaak blijk baar bepalen tot het voorstel om de meervoudige distrioten te splitsen. Wij spreken het vermoeden uit, dat hij van zulk een voordracht even weinig genoegen zal beleven, als van de nieuae provinciale indeeling, welke dit jaar tevergeefs beproefd is. Van de laatste zegt do Minister, dat de adviezen dor Prov. Staten hem aanleiding hebben gegoveu «de zaak in nadere over woging te nemen", dat wil zeggen, er voorloopig van af te zien. Voor de Byksindeeling in kies districten wil hy echter de splitsing van Amsterdam, Botterdam, Den Haag, Utrecht en Groningen door zetten. De districtstabol van 1887 maakt echter een geheel uit met de regeling der kiesbevoegdheid. Nu de Begeoring voor een betero verdeeling van het kiesrecht, waarbij zoovele fouten zijn gebleken, «den tijd nog niet aangebroken acht», had zij ook de districtstabel moeten laten rusten. De afzonder lijke regeling van een brokstuk heeft allen schijn van niet anders als een partijdaad te zijn, en zal geen beter onthaal vindon dat de zoo deerlijk mis lukte provinciale kunstgreep. Het ontwerpen eener regeling van de administra tieve rechtspraak zal nu vermoedelijk aan oen staats commissie worden opgedragen, zooals wij bij herhaling hebben aanbovolen. De Begeering had wije gedaan daartoe in 't vorig jaar te besluiten. Het Japnnsch porselein verdient als ornament de aandacht, niet slechts van den man van smaak, maar ook van den oudheidkundigo, als het schoonste, fijnste en volkomenste voortbrengsol der potten bakkerskunst. Het behoort zonder twjjfel tot de oudste uitvindingen; de Chineezen en Japaneuzen hebben zich reeds sedert onhougljjke tijden, zelfs vóór de Grieken en Etruriërs, met het vervaardigen van aardewerk beziggehouden. In de 15e eeuw werd het porselein, dat zyn naam ontleent aan het Portugoesche woord parcella d. i. schaal, het eerst door de Portugeezen uit China en Japan naar Europa gebracht, later ook door onze voorouders, en op hoogen prjjs gehouden. Japansch porselein werd oudstjjds, evenals nog heden ten dagen, als een artikel van weelde in de huis houding beschouwd. Het munt, zooals men weet, uit door zijne fijnheid witheid, doorschijnendheid en lichtheid, bovenal door zijne fraaie beschildering. Boomen, bloemen en gazon maken in de Japansche fabrieken de essentieelo bestanddeelen van versiering uit, en men brengt deze ook in toepassing op de eenvoudigste artikelen van hot huiselijk leven. Na de boomen en planten slagen de Japaneezen het best in de vogels, en het is opmerkelijk, hoe zjj de bewegingen, vlucht en houding der gevederde dieren bestudeeren on met welk oene bewonderens waardige getrouwheid zij deze op hun aardewerk schilderen en nabootsen. Onder de vogelen is de meest geliefkoosde de kraan (tsou-m), in Japan bjjzomler vereerd om den langen levensduur, dien men haar toedicht, waarom zij dan ook geldt als een zinnebeeld van lang leren en om die reden nooit dood wordt voorgesteld. Volgens Kampfen, een beroemd Dnitsch reiziger, die in de jaren 1690 tot 1692 Japan bezocht en na zjjne terugkomst ëene geschiedenis en beschrij ving van dit merkwaardig land heeft uitgegeven, versiert men met de figuren van dezen vogel de keizerlijke vertrekken en noemt het landvolk hem o tsourou sama, d. i. onze hooge vrouw de kraan. Er zyn twee soorten met verschillende kleuren het eene aschgrijs, het andere sneeuwwit, en beide komen op het porselein voor. Tot versiering dienen verder de valk (taka) en de arend 'waihijmaar vooral de fazant 'hidjiVan deze bestaat eene soort, die zioh onderscheidt door haar praohtig gevederte en haar langen staart, waarop de sohoonste kleuren zioh afwisselen. Dan komen in aanmerking versohillende eendensoorten, eene onder andere, genaamd atchi karna, volgens enoemden Kampfen merkwaardig om de verwon- erljjke schoonheid van het mannetje. Deze is zeer hoog van statuurzijne vederen zyn genuanceerd met schitterendo kleuren, met rood aan hals en borst. Een prachtige kuif kroont zyn kop en zyn staart Btaat schuin op, wat iets kluchtigs en vreemds aan zijn voorkomen geeft. Wanneer een mannelijke en een vrouwelijke eend te zamen worden voorgesteld, dan is zulks in de oogen der Japaneezen eene zinspeling op het huwe lijksgeluk. Het kon wel niet anders, of de pauw, de fraaist De Stoompost verneemt, dat uit velerlei proevon gebleken is, dat een telephoonverkeer tusschon Parijs en Londen zeer goed tot stand kan worden gebracht, wanneer de volgende maatregelen in acht worden genomen lo. de ljjn moet bestaan uit eene heen- en teruggaande draadgeleiding, en dus ge heel uit metaal zonder grondverbinding2o. de draadgeleidingen moeten van koper zyn; 3o. het koperdraad moet zeer dik zyn, evenals do laag gutta-percha, waarmede het bedekt is. Overigens staan er geen bezwaren van technischen aard in den weg, welke niet gemakkelijk zijn te boren te komon. Het is kier slechts eene quaestio van geld. De benoodigde kabel zal driemaal meer kosten dan de gewone kabels. Daar deze hoogere uitgaaf eene compensatie kan vinden in een hooger tarief, zoo kan er bepaald op gerekend worden, dat de telephoon-verbinding ParysLonden op een niet De Braziliaanschc regeering heeft een proclamatie uitgevaardigd, waarby do gouverneurs der provincies afgezet en door officieren vervangen worden. Aan elke der 22 provinciën wordt tevens een afzonder lijke regeering toegestaan, en deze moet zorgen, dat elke Staat óón afgevaardigde zendt naar het congres, naar welks beslissing de voorloopige regeering zich zal schikken. Inmiddels zal de regeering zorgen, dat de orde niet wordt gestoord en de betrekkingen met de andere Staten worden onderhouden. Toch is men te Londen nog niet volkomen ge rust over den toestand. Ofschoon de republiek vrjj algemeen is erkend, vreest men toch, dat eenige provinciën zich zullen afscheiden, waardoor de ver brokkeling van het groote rijk het gevolg zou zyn. Ook de Braziliaansche gezant te New-York is van meening, dat de staat van zaken nog niet als ge vestigd kan worden beschouwd. De gezant beweert, dat de zeemacht geen deel heeft genomen aan de omwenteling en op de hand des keizers is. Indien dus de marine partij kieet, zou de kans weer kunnen keorer.. Volgons den Brazillaanschen gezant te Weenon geschiedde de omwenteling aldus. Donderdag 14 Nov. liet generaal Da Fonseca 's nachts de straten door de troepen bezetten, zoodat de inwoners, toen zy wakker werden, reeds terstond met de uitroeping der republiek werden verrast. Fonseoa reed terstond met professor Constant en een deputatie officieren naar Petropolis en deelde den keizer mede, dat de Brazilianen nu genoeg ontwikkeld waren om de monarchie te kunnen ontberen. Onder dankbe tuiging voor de gewichtige diensten, den lande bewezen, werd den keizer medegedeeld, dat hij kon vertrekken. Dom Pedro, omgeven door zyn geheele familie, ontving de deputatie op waardige wijze. De keizer verklaarde, dat hy moest wyken voor geweld en MARKTBERICHTEN. Gouda, 21 November 1889. By kleinen aanvoer was de markt heden voor de meeste artikelen zeer vast gestemd. Tarwe. Zeeuwsohe f 7.40 a 7.80. Mindere dito 7.10 a 7 26. Polder 5.75 a/6.Afwij kende 5.25 a 5.50. Boode 6.20 a 6.60. dito Angel 6.80 a 7.Rogge: Zeeuwsche f 5.40 a 5.76. Polder 4.50 a 4.75. Buiten- landsche per 70 KG. 5.a 6.10. GerstWinter 4.75 a 5.—. Zomer 4.30 a 4.90. Che valier 5.a 6.Haver: per Heet. 3.60 a/4.10, per 100 kilo 7.50%/ 8.Hennep zaad: Inlandsch 6.60 a 6.75. Buitenlandsch 5.25 it 5.50. Erwtenkookerwten 8.50 a 9.niet kokende 6.a 6.25. Boonen bruineboonen 8.76 a 9.50, witte boonen ƒ9.50 a 10.25, duivenboonen 6,60 a 6.70, paarden-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2