Buitenlandsch Overzicht. Kantongerecht te Gouda 1 gelegenheid zijn door belangstellende ingezetenen aan de kamer geschenken aangeboden o. a. een presidents kamer en bijdragen voor de kas. Zooals onzen lezers uit ons vorig nummer bekend kan ign, zal aanstaanden Maandag 2 December in de Zaal Kunstmin alhier door miss Annie Eve Fay uit Boston eene soirée scientifique gegeven worden. Van deze dame gaat een groote roep. Een aantal bladen hebben aan hetgeen zg verricht kolommen druks gewijd en vele geleerde, zeer geleerde, ja zelfs hooggeleerde heeren hebben hunne verbazing geuit over hetgeen zij door miss Fay zagen doen en verklaard niet te begrijpen op welke wijze zij de „wonderen", die zij vertoont, bewerkstelligt. Om iets te noemen. Miss Fay wordt met ge bonden handen, hat hoofd bevestigd aan een ring, dien toeschouwers zeiven van nabij in de plank zien staan en vastschroeven, met een koord stevig om de enkels gebonden, in eene kleine tent van loshangend doek geplaatst, welke vooraf, evenals de bodem door^eildoek en tapijt bedekt, nauwkeurig door een paar heeren wordt onderzocht. Tot hooger waarborg worden de linnen windsels, waarmede zij gebonden is, aaneengenaaid en óverplakt met hecht pleisters. Nauwelijks is de tent gesloten, of tamboerijn en gitaar, schellen en mondharmonica doen luide tonen klinken en worden door eene met een afhangend doek bedekte opening naar buiten geworpen en onmiddellijk hoort men het woord right, waarop de voorhang wordt weggeschoven en miss Fay roerloos en gebonden op haar klapstoeltje zit. Verder neemt Miss Fay, ovéVal gekneveld, een glas water, dat op haar schoot op een tamboerijn is gezet, in hare tandon en drinkt hot uit. Iets later wordt zij in een engsluitende kast gezet, waarin juist haar lichaam past. Slechts haar hoofd steekt er uit. Als om dit tegen de aanraking met het hout te behoeden, wordt er een doekje tegen naar hals gelegd dat* op hetzelfde oogenblik door eeüe onzichtbare macht weggetrokken wordt. De handen, die eerst onderzocht zijn of zg ook met kleefstof zijn bestreken, legt zij vlak op de zitting van een stoel op een tafel en deze tilt zij op, zelfs, wanneer de zijden foulard van een der aan wezigen er overgespreid is. In het noorden van ons land schijnt miss Fay minder succes gehad te hebben dan in het centrum, o. a. schijnt te Hoogezand, waar zij dezer dagen ook eone voorstelling gaf èn het publiek én zij zolve verré van voldaan te zijn geweest. Een heer gaf jn 't publiek te kennen dat hij het geheim van miss Fay's" werkzaamheden had ontdekt en aannam dezelfde toeren te verrichten. Of men hier al dan niet met grootsprddt te doen-'heeft, zal blijken, wanneer de bedoelde he'er, volgens zijn plan, in 't openbaar proeven van zgri* bekwaamheid a la miss Fay aflegt. Hij zou» daarbij tevens verklaring geven van de ver toonde wonderen., Of alles waar is* wht wij in de verslagen der groote bladgp omtrent deze Araepikaansche miss Fay lez&v kunnen wij natuurlijk niet beoordeelen, maar ook, al war® er eenige overdrijving in net Vpel, en(al dienen 'Wg in ieder geval ons door de zeker wel overdreven reclame-makende beschou wingen in sommige bladen niet te veel te laten meesleepen, toch zijn wij nieuwsgierig naar de soiree Mijnheer Bronk," begon Koert, „ik kom uw raad en hulp vragen in eene zaak, die voor mij de smar telijkste gevolgen kan hebben. Zonder eenig voor behoud vertrouw ik mij aan u toe in de overtuiging, dat ge mijn zaak met omzichtigheid en bescheiden heid zult behartigen." Mijnheer Bronk nam een stoel en ging tegenover Koert zitten. 1 „Wat mijne ^bescheidenheid betreft, mijnheer Von Berghaupt, ik» behoef u daaromtrent geen verzeko- ringen te geven; ik beroep mij op mijn ambt van advocaat." „Pardon, ik wilde u niet kwetsen. Wees zoo goed rekening te houdon met mijé gemoedstoestand van het oogenblik" Koert streek met de hand langs het voorhoofd, dacht een oogenblik na en zeïde: „Hebt n gehoord van het proces van James Gray?" Een glimp van voldoening vloog over het gelaat van den advocaat, nu zijn vermoeden jpist bleek te zijn. f „Ik kén het proces van James Gray zeer nauw keurig, omdat ik reden had daar,veel belang in te stellen. In den regel neem ik van Engelscho pro cessen weinig notitie." Koert was wel wat verwonderd over de groote belangstelling van Mr, Bronk voor dit proces. Hij begon te gelooven, dat de geheele wereld eveneens zooveel belang in de zaak zou stellen. „Ik héb bet genoegen u bekend te zijn," ver volgde Koert, „en ik mag dus aannemen, dat u op a. Maandag, omdat zg toch zeker veel raadsel achtigs zal aanbieden. Wij gelooven dat velen onzer lezers in hetzelfde geval zullen verkeeren en verwachten op den be- wusten avond eene volle zaal. Uit den Haag meldt men Het geschil tusschen commissarissen en de direc teuren der Zuidholland8chd Credietvereeniging, het welk de aftreding van de twee directeuren ten go- volgo had, heeft aan vele inbrengers van gelden in de spaarkas dier onderneming aanleiding gegeven de gestorte spaargelden terug te vragen. Aan de spaarkas staan den ganschen dag hon derden om hun geld weder op te nemen. De uitbetaling van wege de Credietinstelling heeft geregeld plaats. Iemand „die geheel au fait is," schrgft uit 's Hage: Het verhaal omtrent het duel in de duinen, ge geven door den schrijver van de Brieven uit de Hof stad in de Arnh. Ct.t is van het begin tot het einde onjuist. Met de meeste zekerheid kunnon wij mededeelen dat er van pressio om te duelloeren, van do zijde der „superieuren" van den officier, schgn noch schaduw bestaat. Had do briefschrijver op do Witte Sociëteit ge ïnformeerd, zoo zou hij vernomen hebben, dat de door hem opgegeven aanleiding slechts in zijne verbeelding bestaat. Naar men voorts verneemt, is door de militaire overheid eene catnmissie van onderzoek benoemd in zake het tweegevecht tusschen een luitenant der jagers en een student. Staten-Generaal. Tweede Kamer. Zitting van Dinsdag 26 November. Het debat over de Indische begrooting werd ge- opond "door de heeren van Nunen, Levyssohn Nor man, W. K. van Dedem en Cremor. De heer van Nunen gaf een gegronde critiek' van den financieelen toestand, die ook door den heer van Dedem werd besproken. De heeren Norman en Cremer gaven belangrijke beschouwingen over Atjeh, waaromtrent zij nader licht van de regeering wenschen. Deze tairielijk matte discushie werd afgewisseld door een levendig debat over een adres van den heer Tindal, dat natuurlijk een weergalm was van de brochures en speeches, waarmede deze heer de gemoederen verontrust. De Kamer deed wel dit adres ter griffie te deponeeren en niet, zooals de commissie voor de verzoekschriften voorstelde, aan den Minister van Oorlog te verzonden om inlichtingen. De vragen, door den heer Tindal gesteld, komen in 't voorloopig verslag over de ooriogsbegroo- ting in ongeveer denzelfden vöfm voor, en de Kamer heeft aan haar plicht volkomen voldaan, als zij op deze wijze en in 't openbaar debat den Minister noopt tot antwoorden, die mot 's lands belang bestaanbaar zijn. Drong de Kamor bovendien op schriftelijke inlichtingen aan, hoe ons land tegen verrassingen te beveiligen, op een adres van een particulier, al heeft die dan ook den eeresabel, dan zou zij niet alleen, zooals de heer Booseboom op merkte, /het onmogelijk' vergen, maar bovendien erkennen, dat zij totnogtoe haar plicht ten opzichte onzet landsdefensie heeft-^yerzuimd en zich zelf in wel gehoord hebt van mijn huwelijk met miss Jane Gray." „De hoogere kringen van Mainz en Wiesbaden stelden algemeen veel belang in u en uwe echtge- noote, mijnheer Von Berghaupt." „Ik kom nn tot de kern der zaak; men, brengt mijn vrouw in een zeer onaangenaam verband met dien ter dood gebraqhten James Gray. Men be weert zelfs, dat zij zijn eenige dochter is!" „De advocaat hield den adem in. „En wie be weerde dat?" -4 „De advocaat, die den misdadiger verdedigd heeft," antwoordde Koert met inspanning. „Dat gaat mijne begrippen te boven. ¥k behoef u zeker niet te zeg gen, wat ik daarmee bedoel? Ik ben officier, ik behoor tof een goede familie en kan mij maar het is belachelijk om u nog de verzekering te geven hoe onmogelijk mijn vrouw de dochter kan of mag zijn van een man, die gerechtelijk is ter dood ge bracht. -Gisteren overhandigde de Engelsche advo caat mij, als rechtverkrijgende van James Gray, een aaptal docupaenten, clie het bewijs moeten bevatten van mijn verwantschap met den ter dood gebrachten man. Natuurlijk nam ik die papieren aan in de vaste overtui ging, dat ik ze slechts door eeu rechtsgeleerde behoefde te laten onderzoeken om te zien vastgesteld, dat hier een laaghartigen schurkenstreek te doen hebben." „Wilt ge mij die stukken toevertrouwen?" „ik heb ze (jaartoe meegebracht," antwoordde Koert en reikte de papieren over. mora moest stellen, 't Gold hier niet een antwoord te geven aan een adressant, zooals de beer Seijffardt meende, en terwijl met het neerleggen ter griffie van zulk een adres niemaud is gekrenkt en geen belang is benadeeld, had men daarentegen de cour toisie tegenover den Minister weinig betracht, als men hem een adres toezond, waarin zijn aanblijven oen gevaar voor 't land wordt genoemd. Oordeelt de Kamer evenzoo, dan heeft zg haar oonstitutioneele middelen om dit te kennen te geven. Dr. B. Carsten, inspecteur van het geneoskundig staatstoezicht te 'b Gravenhage, heeft in den Folks- almanak vanhet Nut voor 1890 eene bijdrage ge schréven over het nut der koepokinenting. De des- kundige schrijver acht het noodig om, waar de weldaden, door de vaccinatie bewezen, langzamerhand, naarmate de pokken-epidemüjgn verdwijnen, in ver getelheid raken, „terwijl ogahdenkendheid, onver schilligheid en zorgeloosheicrin de plaats treden en den vaccinatieijver meer on meer doen verflauwen" de lessen der ervaring van tijd tot tijd in herin nering te brengen, door te wijzen zoowel op de gun stige uitkomsten der vaccinatie en revaccinatie, als op de schromelijke gevolgen, welke het verwaar- loozen van een beproefd voorbehoedsmiddel na zich sleept Uit de door dr. Careten medegedeelde feiten en statistieke bijzonderheden blijkt op overtuigende wijze dat daar, waar de koepokinenting ernstig wordt be hartigd, de gevallen van pokken zeldzaam zijn en de sterfte aan deze ziekte uiterst gering is, terwijl ver- waarloozing *zich onmiddellijk wreekt door vorsprei- ding van de ziekte, „den grootsten geesel van het menschelgk geslacht," gelijlr Jenner zich uitdrukte. Hij wijst meer bepaaldelijk op de treurige gevol gen van de opheffing der verplichte vaccinatie in Zwitsersche kantons. „Deze droevige ervaring zegt dr. C. „staat gelukkig nog op zich zelf als een afschrikwekkend voorbeeld voor do overige landen van Europa, als eene ernstige waarschuwing om niet roekeloos een beproefd voorbehoedmiddel tegen eene zoo groote volksramp prijs te geven, en als eene dringende vermaning om niet door verslapping van de bestaande bepalingen of door mindere zorg om de inenting en herinenting gemakkelijk en kosteloos onder ieders bereik te brengen, of door mindere waakzaamheid voor de deugdelijkheid der inentingsstof of voor de dergelijkheid der inenting zelve de bevolking opnieuw aan zoo groot gevaar bloot to stellen.'" Bijna in geen land van Europa ontbreken wette lijke maatregelen tot bevordering der koepokinenting, waardoor aan de bevolking eene zekere verplichting wordt opgelegd. De weldaad dier voorschriften wordt overal in hooge mate ondervonden. Dit is vooral van toepassing op Nederland, dat zich met een mini mum heeft tevreden gesteld, nl. het niot-toeiaten van ongevaccineerde kinderen en onderwijzers op do scho len. In het buitenland staaf thans de vaccinatietoe stand van Nederland hoog aangeschreven. Zoowel wat de wettelijke regeling als de bevordering der vaccinatie betreft, wordt de toestand in ons land dikwijls tot voorbeeld gesteld. Ook met betrekking tot de animale vaccinatie wordt Nederland door schier geen ander land overtroffen. Zoolang wij ons over dezen gunstigen toestand mogeü verheugen, moet elke verandering zegt dr. C. in deze teedere zaak ernstig worden ontraden, en bestaat er alle reden Terwijl Mr. Bronk daarin bladerde, vroeg hij: „En mag ik nu den naam weten van den man, die u hiermee in kennis stelde?" „Mr. Morris." De advocaat keek verbaasd op, legde de akten op zijn schrijftafel neer en kruiste de armen opzijn borst. „Toen ge mij zooeven als uw overtuiging mede- deeldet, dat liier een vergissing of iets ergersin het spel moest zijn, kwam dadelijk bij mij hèt plan op mij tot den heer Morris te w nden, die door het proces van James Gfray zoo bekend, is geworden. Ongeveet een jaar geleden heb ik pp reis kennis gemaakt met dezen Engelschen rechtsgeleerde en gis teren'heeft hij mij met een bbzoek vereerd^ Datik zooveel belang in dat proces stelde is aan deze ken- nisnlaking toe te schrijven. Te gelijker tijd moet ik echter opmerken, dat 4k uw vermoeden van een schurkenstreek nu ongegrond vind. Mijnheer Mor ris is aan ebne universiteit** tot magister artium be vorderd en een zóbr* geacht lid van de orde uei advocaten te Londen. De rechtschapenheid van Mr. Morris kan niet in twijfel getrokken worden. Of een vergissing in de persönen in het spel is, had u toch gemakkelijk kunnen bemerken in uw gesprek met dien heer. Het zou dus de vraag zgn of Mr. Morris aan uw echtgenoote en aan haar familie even onbekend is als aan u." „Ik moet toegtëVen, dat mijn vrouw en haar tante den heer Morris kennen." Wordt vervolgd.) om met kracht aan te dringen op het behoudende strenge handhaving van het bestaande. De werkstaking aan de groote machinefabriek te Feyenoord is voorloopig geëindigd. Op een kleine uitzondering na zijn de metaalwerkers weder aan het werk getogen, zinder dat hunne eischen zijn ingewilligd. Verscheidene ontevredenen hebben Zaterdagavond op nieuw vergaderd, doch ditmaal werd de pers er buiten gehouden, welke 0. i. ook niets te maken heeft met die huishoudelijke bijeen komsten, daar publiciteit de ontevredenheid nog meer aanwakkert. Eenigan tijd geleden werd er steen en been geklaagd, dat er zooveel werkvolk te Feyen oord werd ontslagen en thans mag men waarlgk dankbaar wezen, dat er volop werk is. Naar wij vernemen, heeft de directeur maatregelen genomen, om eiken werkman, die met socialistische neigingen bezield is, te ontslaan, fgpdat reeds enkele raddraaiers en opruiers hun congé nebbén gekregen. Reeds is met een enkel woord medegedeeld, dat de Veroenigiug Algemeen Belang te Gorinchem met 22 tegen 20 stemmen en 9 onthoudingen besloten heeft geen adres aan de Eerit® Kamer te zenden om aan te dringen op verwerping der onderwijswet. Hoogst belangrijk was de-rede, waarmede de heer J. M. Elshout, openbaar onderwijzer en overtuigd liberaal, het debat opende. Om in deze zaak een juist oordeel te vellen, betoogde hij, moest men haar in verband beschouwon met den stembusstrijd van 1888. Toen was de strijd tegen de openbare school het wapen, dtft de anti-liberalen hanteerden, en 't eind was, dat de liberalen werden geslagen. Het kon dus niet uitblijven, dat de tegen partij, thans haar denkbeelden op onderwijsgebied in een ontwerp ging belichamen. Welnu, het ontwerp kwaA en het viel mee. Toon lag het op den weg der liberale partij er verbeteringen in aan te brengen, en ook dat i9 in zooverre gelukt, dat in de Tweede Kamer vele liberalen zich daarvoor konden verkla ren, wat zg ook zedelijk verplicht waren na de getoonde verzoeningsgezindheid. Zal men nü aandringen op verwerping Een oplossing van den schoolstrijd moet er komen, en nu is wel deze oplossing, waarbij zeker aan de libe rale partij pijn is gedaan, maar toch de anti-libe- raleA nog meer zijn teleurgesteld, zoo gematigd mo gelijk. Misschien zouden daarom de leiders der clericalen de verwerping wel wenschon. Maar eischt dat het belang van het onderwijs? Spr. wgst op de drie <J)fef<lbezwaren, die zeer worden overdreven. Ten eerste de verplichte school- geldhoffiDg, waartegen men ageert, alsof kosteloos onderwijs plotseling een geloofsartikel is geworden. Men vergeet, dat in de overgroote meerderheid der gemeenten reeds schoolgeld wordt geheven, en dat de heffingen na als voor aan de goedkouring van Gedep. Staten en den Kouiug onderworpen big ven. Ten tweede het aantal onderwijzers. Keurt men de beperking af, dan moot men toch ook in aanmerking nemen, dat de tegenwoordige wet niet wordt uit gevoerd en niet kan wordon uitgevoerd, een onhoud- baro toestand. Met de nieuwe wet, die de Minister beloofd heeft te gullen uitvoeren, gaan wij in vele gemeenten, bij den actueelen toestand vergeleken, vooruit. Ten derde de subsidie. Dat is 't juist wat de mêerderheid der kiezers verlangt, en 't gaat niet meer aan zich daartegen te verzetten. Ook moet men de billijkheid toegeven om hen te steu nen, die de openbare kas heel wat besparen. Het ontwerp ontneemt niets aan de openbare schóól clan het „dwingt ze om in te gaan." Zg blijft nog ir. bevoorrechte positie en behoeft de concurrentie niet te schromen, als zij zorgt1 voor goed degelijk onderwijs. Maar ook mag men niet blind zijn voor de staat^ kundige zijde van het vraagstuk. Welnu, op staat kundige gronden ried de inleider een adres ernstig af. Ten eerste uit een oogpunt van landsbelang om tot verzoening te komen en voor een eerste reeks van jaren erger af te weren. Ten tweede, omdat vertrouwen moet gestold worden in de leiders in de Kamer, die deze oplossing aanraden. Ten derde uit een oogpunt iran staatkundig beleid, daar ver werping leiden zal? tot veel bitterder strijd en ein delijk tot veel ongunstiger oplossing. Ten vierde omdat de Eerste Kamer zooveel mogelijk boven de partgen behoort te staan, en zg niet moet bewerkt worden om haar hoog standpunt prijs te geven. Ten vijfde in 't belang der liberale partij zelve, die door zich. "blind te verzetten tegen gematigde eischen, nadat zij eerst zelf op formuleering van eischen heeft aangedrongen, nog meer zal achteruitgaan, die door onverzoenlijkheid de radicale elementen meer en meer van zi*h vervreethdt, die door anderen haar meening te willen opdringen de ware libera liteit prijsgeeft. Do inleider, openbaar oii'derwijzer, zooals wij zei den, ondervond bestrijding, maar toch ook warmen steun on wel voornamelijk bg een jurist, den hoer mr. Visser, en bg een modern predikant den heer De Pecker. Waar veel gewicht wordt gehecht aan de adresbeweging, komen ons dergelijke uitingen in een liberale vereeniging als deze ook niet zonder beteeken is voor. In de Fransche Kamer werd na bestrijding door den Minister van Openbare Werken verworpen het voorstel van den socialist Ferroul om de werkstakers in het Noorden met 160.000 fr. te ondersteuueS. Hetzelfde lot onderging met 360 tegen 157 stemmen het voorstel van Lecomte om de werkstakers na afloop der werkstaking 100.000 fr. te geven als onderstand. Over den staat van zaken in Brazilië verkeert men nog in het onzekere. Behalve de Vereenigde Staten, Frankrijk en Italië, heeft ook de Engelsche regeering last gegeven, dat twee harer oorlogschepen naarBio de Janeiro zouden vertrekken, ten einde zoo noodig de Engolsche onderdanen te beschermen. De Duit- sche regeering 'achtte dit echter niet noodig, omdat, gelijk de 1Sorddeutsehe Allgemeitie Zeituwj verzekert, prins Bismarck van meening is, dat het voorloopige bewind sterk genoeg is om de orde te handhavon. In de provinciën is echter de omwenteling niet volkomen kalm geschied. Ten minste volgens de blew York Herald, die beweert, dat te Bahia en Ma- ranhao straatgevechten plaats hadden, waarbij zes personen het leven verloren en velen werden gewond. Overigens wordt algemeen aangenomen, dat genpraal Da Fonsaca en zijn ambtgenooten er in zullen slagen de nieuwe regeering voorloopig te bevestigen. Tot dusver is de republiek Brazilië nog slechts erkend door de Vereenigde Staten, Chili, Uruguay en de Argentijnsche republiek. "De Zwitsorsche re geering heeft haar consul-generaal te Bio de Janeiro last gegeven do betrekkingen met de nieuwe regee ring te onderhouden.' De officieele erkenning van Zwitserland is dus spoedig te wachten, doch de re geering der Fransehe «epubliek heeft nog geen be sluit genomen. Eergisteren, Maandag, is het Italiaansche parle ment met een troonrede, door den koning'zelf ge opend. Iu de eerste plaats getuigde de koning van hetgevoel vau trots, waarin alle Italianen kunnen deelen, als men ziet dat het werk der eenheid en der vrijheid van Italië zoo gegrondvest is, dat er voor geene overrompelingen of gevaren meer vrees behoeft te bestaan. De koning herinnerde vervolgens aan de voltooide kiesrechtshervorming en kondigde de indiening aan van wetsontwerpen tot horvórming van de weldadig heids-instellingen, tot bescherming van het leven van den werkman, tot verbetering van het lot der onder wijzers en tot vereenvoudiging en bezuiniging in het bestuur. De koning herinnerde daarna, dat Italië eene crisis heeft doorleefd, waaronder landbouw en handel gedurende jaren hebben geleden; ten einde hun tijd te laten tot volkomen herstel, zal de regeering geen nieuwe belasting van het parlement vragen. Als het evenwicht in het büdget is hersteld, zal de regee ring overwegen of en welke nieuwe belastingen aan beveling zouden kunnen verdienen. De bescherming van de Italiaansche voortbrengselen moet niet in wantrouwen en kwaad vermoeden wortelen; men moet niet het totstandkomen beletten van hervormingen, welke, door verlaging der tolrechten, de ruiling der voortbrengselen gemakkelijker en de internationale betrekkingen vriendschappelijker maken. Nu door de vertegenwoordiging de ontwikkeling van Italië's nijverheid op hechten grondslag is verzekerd, zal de regeering voorstellen te besluiten tot afschaffing van de differentieele tarieven tusschen Italië en Frankrijk, welke, werden zij gehandhaafd, zouden beletten tot een vrijzinniger commercieel stelsel te geraken. Met deze maatregelen en met eene even standvastige als reohtvaardigo staatkunde streeft de regeering er naar die rust iu de gejiioederen te brengen, welke de hechtste waarborgen des vredes is. Meer dan ooit schijnt de vrede voor Europa verzekerd, vooral ook door den wijzen raad der groote mogendheden en door de staatkunde der bondgenooten van den ko ning. Tooh^ zijn de vraagstukken, welke den vrede in gevaar zouden kunnen brongen, nog niet alle op gelost, de regeering zal voortgaan in de behoeften van leger en vloot, zonder de begrooting te zeer te belasten, te voorzien; maar de koning koestert de innige overtuiging, dat de wijsheid der regeeringen en volkeren voorkomen zal, dat de aldus ^«eed ge houden wapenun zullen gebruikt moeten woWen. De wapenen zullen neergelegd worden in Afrika, waar het behaald succes een ruim gebied vau nieuwe werkzaamheden voor Italië geopend heeft. In luide toejuichingen barstte de .vergadering na voorlezing der troonrede los. Belangrijk met het oog op de jongste werksta kingen is het verslag van den arbeidors-correa- pondent Burdett vaa de Londensche Kamer van j Koophandel, over de werkstakingen in Engeland I in het jaar 1888. Uit de talrijke werkstakingen is gebleken, dat de arbeiders begrepen, dat hun werk meer waard was geworden, daar ook do industriëele productie aanmerkelijk was vermeer derd. Werkstakingen beginnen in het algemeen, wanneer na slechte toestanden een verbetering der nijverheid intreedt en dit was in dit jaar het geval. In Engeland vonden in het jaar 1888, voor zoover uit de onvolledige gegevens ia op te ma ken, 509 werkstakingen plaats, de meeste van geringen duur. Bij 328 werkstakingen werden 109,951 arbeiders betrokken, die te zamen 865,587 p. st., gemiddeld per persoon omstreeks ƒ10 aan loon verloren. Burdett beproefde te bepalen in hoever de vakvereenigingen de werkstakers schade loos stelden en steunden. Van 104 Trade- Unions, die zijn vraag om inliohting beantwoordden, meld den 39, dat zij 32,7i»9 p. st. tot dit doel hadden uitgegeven. Omstreeks 128 werkgevers berekenden de waarde van het kapitaal in hunne zaak, dat door de werk staking renteloos werd, op 6,000,000 p. st. of ƒ72,000,000; wat ongeveer een maatstaf levert voor do groote schade, die do beweging aanrichtte. Van do 509 werkstakingen eindigden 249 ten gunste der werklieden, die o. a. in 94 gedeeltelijk slaag den en iu 116 verloreu. Van 50 werkstakingen is de uitslag onbekend. Door een vergelijk werden 832 werkstakin gen beslist, 15 door gerechtelijke tusschenkomst. In 85 gevallen gaven de werklieden toe, in 28 werden in hun plaats nieuwe arbeiders aangeno men. Feitelijk hoeft de gerechtelijke macht in 108 gevallen een gunstig einde bewerkt en de Times wijst hierop met voldoening om werkgevers en werklieden aan te sporen, bjj dreigende werk stakingen vooral op oen vreedzame oplossing be dacht te zijn om zioh voor de dreigende gevolgen van een langdurigen strijd te behoeden. Bij 75 pCt. der geschillen had deze oplosringswyze gunstig gevolg. Nog meer waarde hecht de Times aan de oprich ting van blijvende scheidsgerechten, die zooals tot nog toe uit een patroon en een werkman van elke fabriek moeten zijn samengesteld, terwijl een voor zitter en een onder-voorzitter mét 5 arbeidgevers en werklieden een blijvend bestuur vormen. Voor eerst zou deze commissie alle nog te beslissen vragen moeten oplossen en een geschil op vreedzame wij zo zoeken uit den weg te ruimen, zonder echter eeu formeele uitspraak te doen. Mislukken de pogingen der commissie, dan wordt het geheele scheidsgerecht bijeengeroepen, met de bevoegdheid ten slotte de aangelegenheid aan een scheidsrechter te onder werpen, wiens uitspraak voor beide partijen geldigis. Een dergelijke commissie heeft in de 332 gevallen, die als door een vergelijk opgelost werden aange geven, werkgevers en arbeiders tot elkaar gebracht. Zitting van den 27 November 1889. Mr. D. J. tan HEUSDE, Kantonrechter. Mr. A. W. C. WENTHOLT, Ambtenaar van het Openbaar Ministerie. De navolgende' personen zijn veroordeeld: A. v. D., te Waddinxveen, wegens lo. het rijden over een weg in de Provincie Zuid-Holland met een kar besppnnen met ongemuilkorfde honden, 2o. het rijden over eeu voetpad in die Provincie met een hondenkar, 2 boeten van drie gulden of 2 dagen voor elke «boete; •J. H. B., te Gouda, wegens het te Gouda berijden van een met klinkers bestraat voetpad gepleegd, door een kind beneden de 16 jaar met oordeel des onderscheids, 0.50 of 1 'dag; G. W. weduwe B., te Gouda, wegens het te Gouda berijden van een met klinkers bestraat voetpad, 0.50 of 1 dag; L. V. T., en W. v. M., te Zevenhuizen wegens het te zamen en in vereeniging,zonder de vereischte jachtacte in het veld niet behoorlek zorg dragen •om te beletten dat de hemden die zij bjj, zioh haddon wild dreven en grepen. No. 2, gepleegd met oordeel des onderscheids No. 1 10 of 4 dagen No. 2 ƒ1 of 2 dagen met verbeurdver klaring- van de opbrengst van de haas ad 1. P. L. v. d. W., te Gouda wegens lo. openbare dronken schap; 2o. te Gouda watoren buiten eeu openbaren waterbak, 2 Y I of 1 dag voor elko boete; P. L., J. N., F. J. v. L., A. J. v. B., 'A. v. d. P., allen te Gouda en U. V. zonder bekende woon- of verblijfplaats ieder wegens openbare dronken schap, 1 of 2 dagen; J. N., te Gouda, wegens openbare dronkenschap, 2 of 2 dagen. Bovenstaande personen zijn tevens allen veroordeeld in de kosten van het rechtsgeding.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2