Buitenlandsch Overzicht.
Kantongerecht te Gouda
1
gelegenheid zijn door belangstellende ingezetenen aan
de kamer geschenken aangeboden o. a. een presidents
kamer en bijdragen voor de kas.
Zooals onzen lezers uit ons vorig nummer bekend
kan ign, zal aanstaanden Maandag 2 December in
de Zaal Kunstmin alhier door miss Annie Eve Fay
uit Boston eene soirée scientifique gegeven worden.
Van deze dame gaat een groote roep. Een aantal
bladen hebben aan hetgeen zg verricht kolommen
druks gewijd en vele geleerde, zeer geleerde, ja
zelfs hooggeleerde heeren hebben hunne verbazing
geuit over hetgeen zij door miss Fay zagen doen en
verklaard niet te begrijpen op welke wijze zij de
„wonderen", die zij vertoont, bewerkstelligt.
Om iets te noemen. Miss Fay wordt met ge
bonden handen, hat hoofd bevestigd aan een ring,
dien toeschouwers zeiven van nabij in de plank
zien staan en vastschroeven, met een koord stevig
om de enkels gebonden, in eene kleine tent van
loshangend doek geplaatst, welke vooraf, evenals
de bodem door^eildoek en tapijt bedekt, nauwkeurig
door een paar heeren wordt onderzocht. Tot hooger
waarborg worden de linnen windsels, waarmede zij
gebonden is, aaneengenaaid en óverplakt met hecht
pleisters.
Nauwelijks is de tent gesloten, of tamboerijn en
gitaar, schellen en mondharmonica doen luide tonen
klinken en worden door eene met een afhangend
doek bedekte opening naar buiten geworpen en
onmiddellijk hoort men het woord right, waarop
de voorhang wordt weggeschoven en miss Fay
roerloos en gebonden op haar klapstoeltje zit.
Verder neemt Miss Fay, ovéVal gekneveld, een
glas water, dat op haar schoot op een tamboerijn
is gezet, in hare tandon en drinkt hot uit. Iets
later wordt zij in een engsluitende kast gezet, waarin
juist haar lichaam past. Slechts haar hoofd steekt
er uit. Als om dit tegen de aanraking met het
hout te behoeden, wordt er een doekje tegen naar
hals gelegd dat* op hetzelfde oogenblik door
eeüe onzichtbare macht weggetrokken wordt.
De handen, die eerst onderzocht zijn of zg ook
met kleefstof zijn bestreken, legt zij vlak op de
zitting van een stoel op een tafel en deze tilt zij op,
zelfs, wanneer de zijden foulard van een der aan
wezigen er overgespreid is.
In het noorden van ons land schijnt miss Fay
minder succes gehad te hebben dan in het centrum,
o. a. schijnt te Hoogezand, waar zij dezer dagen
ook eone voorstelling gaf èn het publiek én zij zolve
verré van voldaan te zijn geweest. Een heer gaf
jn 't publiek te kennen dat hij het geheim van miss
Fay's" werkzaamheden had ontdekt en aannam dezelfde
toeren te verrichten. Of men hier al dan niet met
grootsprddt te doen-'heeft, zal blijken, wanneer de
bedoelde he'er, volgens zijn plan, in 't openbaar
proeven van zgri* bekwaamheid a la miss Fay aflegt.
Hij zou» daarbij tevens verklaring geven van de ver
toonde wonderen.,
Of alles waar is* wht wij in de verslagen der
groote bladgp omtrent deze Araepikaansche miss
Fay lez&v kunnen wij natuurlijk niet beoordeelen,
maar ook, al war® er eenige overdrijving in net
Vpel, en(al dienen 'Wg in ieder geval ons door de
zeker wel overdreven reclame-makende beschou
wingen in sommige bladen niet te veel te laten
meesleepen, toch zijn wij nieuwsgierig naar de soiree
Mijnheer Bronk," begon Koert, „ik kom uw raad
en hulp vragen in eene zaak, die voor mij de smar
telijkste gevolgen kan hebben. Zonder eenig voor
behoud vertrouw ik mij aan u toe in de overtuiging,
dat ge mijn zaak met omzichtigheid en bescheiden
heid zult behartigen."
Mijnheer Bronk nam een stoel en ging tegenover
Koert zitten. 1
„Wat mijne ^bescheidenheid betreft, mijnheer Von
Berghaupt, ik» behoef u daaromtrent geen verzeko-
ringen te geven; ik beroep mij op mijn ambt van
advocaat."
„Pardon, ik wilde u niet kwetsen. Wees zoo goed
rekening te houdon met mijé gemoedstoestand van
het oogenblik" Koert streek met de hand langs
het voorhoofd, dacht een oogenblik na en zeïde:
„Hebt n gehoord van het proces van James Gray?"
Een glimp van voldoening vloog over het gelaat
van den advocaat, nu zijn vermoeden jpist bleek
te zijn. f
„Ik kén het proces van James Gray zeer nauw
keurig, omdat ik reden had daar,veel belang in te
stellen. In den regel neem ik van Engelscho pro
cessen weinig notitie."
Koert was wel wat verwonderd over de groote
belangstelling van Mr, Bronk voor dit proces. Hij
begon te gelooven, dat de geheele wereld eveneens
zooveel belang in de zaak zou stellen.
„Ik héb bet genoegen u bekend te zijn," ver
volgde Koert, „en ik mag dus aannemen, dat u
op a. Maandag, omdat zg toch zeker veel raadsel
achtigs zal aanbieden.
Wij gelooven dat velen onzer lezers in hetzelfde
geval zullen verkeeren en verwachten op den be-
wusten avond eene volle zaal.
Uit den Haag meldt men
Het geschil tusschen commissarissen en de direc
teuren der Zuidholland8chd Credietvereeniging, het
welk de aftreding van de twee directeuren ten go-
volgo had, heeft aan vele inbrengers van gelden in
de spaarkas dier onderneming aanleiding gegeven de
gestorte spaargelden terug te vragen.
Aan de spaarkas staan den ganschen dag hon
derden om hun geld weder op te nemen.
De uitbetaling van wege de Credietinstelling heeft
geregeld plaats.
Iemand „die geheel au fait is," schrgft uit 's Hage:
Het verhaal omtrent het duel in de duinen, ge
geven door den schrijver van de Brieven uit de Hof
stad in de Arnh. Ct.t is van het begin tot het einde
onjuist.
Met de meeste zekerheid kunnon wij mededeelen
dat er van pressio om te duelloeren, van do zijde
der „superieuren" van den officier, schgn noch
schaduw bestaat.
Had do briefschrijver op do Witte Sociëteit ge
ïnformeerd, zoo zou hij vernomen hebben, dat de
door hem opgegeven aanleiding slechts in zijne
verbeelding bestaat.
Naar men voorts verneemt, is door de militaire
overheid eene catnmissie van onderzoek benoemd in
zake het tweegevecht tusschen een luitenant der
jagers en een student.
Staten-Generaal. Tweede Kamer. Zitting
van Dinsdag 26 November.
Het debat over de Indische begrooting werd ge-
opond "door de heeren van Nunen, Levyssohn Nor
man, W. K. van Dedem en Cremor. De heer van
Nunen gaf een gegronde critiek' van den financieelen
toestand, die ook door den heer van Dedem werd
besproken. De heeren Norman en Cremer gaven
belangrijke beschouwingen over Atjeh, waaromtrent
zij nader licht van de regeering wenschen.
Deze tairielijk matte discushie werd afgewisseld
door een levendig debat over een adres van den
heer Tindal, dat natuurlijk een weergalm was van
de brochures en speeches, waarmede deze heer de
gemoederen verontrust. De Kamer deed wel dit adres
ter griffie te deponeeren en niet, zooals de commissie
voor de verzoekschriften voorstelde, aan den Minister
van Oorlog te verzonden om inlichtingen. De
vragen, door den heer Tindal gesteld, komen
in 't voorloopig verslag over de ooriogsbegroo-
ting in ongeveer denzelfden vöfm voor, en de
Kamer heeft aan haar plicht volkomen voldaan,
als zij op deze wijze en in 't openbaar debat den
Minister noopt tot antwoorden, die mot 's lands
belang bestaanbaar zijn. Drong de Kamor bovendien
op schriftelijke inlichtingen aan, hoe ons land tegen
verrassingen te beveiligen, op een adres van een
particulier, al heeft die dan ook den eeresabel, dan
zou zij niet alleen, zooals de heer Booseboom op
merkte, /het onmogelijk' vergen, maar bovendien
erkennen, dat zij totnogtoe haar plicht ten opzichte
onzet landsdefensie heeft-^yerzuimd en zich zelf in
wel gehoord hebt van mijn huwelijk met miss Jane
Gray."
„De hoogere kringen van Mainz en Wiesbaden
stelden algemeen veel belang in u en uwe echtge-
noote, mijnheer Von Berghaupt."
„Ik kom nn tot de kern der zaak; men, brengt
mijn vrouw in een zeer onaangenaam verband met
dien ter dood gebraqhten James Gray. Men be
weert zelfs, dat zij zijn eenige dochter is!"
„De advocaat hield den adem in. „En wie be
weerde dat?" -4
„De advocaat, die den misdadiger verdedigd heeft,"
antwoordde Koert met inspanning. „Dat gaat mijne
begrippen te boven. ¥k behoef u zeker niet te zeg
gen, wat ik daarmee bedoel? Ik ben officier, ik
behoor tof een goede familie en kan mij maar
het is belachelijk om u nog de verzekering te geven
hoe onmogelijk mijn vrouw de dochter kan of mag
zijn van een man, die gerechtelijk is ter dood ge
bracht. -Gisteren overhandigde de Engelsche advo
caat mij, als rechtverkrijgende van James Gray, een
aaptal docupaenten, clie het bewijs moeten bevatten van
mijn verwantschap met den ter dood gebrachten man.
Natuurlijk nam ik die papieren aan in de vaste overtui
ging, dat ik ze slechts door eeu rechtsgeleerde behoefde
te laten onderzoeken om te zien vastgesteld, dat hier
een laaghartigen schurkenstreek te doen hebben."
„Wilt ge mij die stukken toevertrouwen?"
„ik heb ze (jaartoe meegebracht," antwoordde Koert
en reikte de papieren over.
mora moest stellen, 't Gold hier niet een antwoord
te geven aan een adressant, zooals de beer Seijffardt
meende, en terwijl met het neerleggen ter griffie
van zulk een adres niemaud is gekrenkt en geen
belang is benadeeld, had men daarentegen de cour
toisie tegenover den Minister weinig betracht, als
men hem een adres toezond, waarin zijn aanblijven
oen gevaar voor 't land wordt genoemd. Oordeelt
de Kamer evenzoo, dan heeft zg haar oonstitutioneele
middelen om dit te kennen te geven.
Dr. B. Carsten, inspecteur van het geneoskundig
staatstoezicht te 'b Gravenhage, heeft in den Folks-
almanak vanhet Nut voor 1890 eene bijdrage ge
schréven over het nut der koepokinenting. De des-
kundige schrijver acht het noodig om, waar de
weldaden, door de vaccinatie bewezen, langzamerhand,
naarmate de pokken-epidemüjgn verdwijnen, in ver
getelheid raken, „terwijl ogahdenkendheid, onver
schilligheid en zorgeloosheicrin de plaats treden en
den vaccinatieijver meer on meer doen verflauwen"
de lessen der ervaring van tijd tot tijd in herin
nering te brengen, door te wijzen zoowel op de gun
stige uitkomsten der vaccinatie en revaccinatie, als
op de schromelijke gevolgen, welke het verwaar-
loozen van een beproefd voorbehoedsmiddel na zich
sleept
Uit de door dr. Careten medegedeelde feiten en
statistieke bijzonderheden blijkt op overtuigende wijze
dat daar, waar de koepokinenting ernstig wordt be
hartigd, de gevallen van pokken zeldzaam zijn en de
sterfte aan deze ziekte uiterst gering is, terwijl ver-
waarloozing *zich onmiddellijk wreekt door vorsprei-
ding van de ziekte, „den grootsten geesel van het
menschelgk geslacht," gelijlr Jenner zich uitdrukte.
Hij wijst meer bepaaldelijk op de treurige gevol
gen van de opheffing der verplichte vaccinatie in
Zwitsersche kantons. „Deze droevige ervaring
zegt dr. C. „staat gelukkig nog op zich zelf als
een afschrikwekkend voorbeeld voor do overige landen
van Europa, als eene ernstige waarschuwing om niet
roekeloos een beproefd voorbehoedmiddel tegen eene
zoo groote volksramp prijs te geven, en als eene
dringende vermaning om niet door verslapping van
de bestaande bepalingen of door mindere zorg om de
inenting en herinenting gemakkelijk en kosteloos
onder ieders bereik te brengen, of door mindere
waakzaamheid voor de deugdelijkheid der inentingsstof
of voor de dergelijkheid der inenting zelve de
bevolking opnieuw aan zoo groot gevaar bloot to
stellen.'"
Bijna in geen land van Europa ontbreken wette
lijke maatregelen tot bevordering der koepokinenting,
waardoor aan de bevolking eene zekere verplichting
wordt opgelegd. De weldaad dier voorschriften wordt
overal in hooge mate ondervonden. Dit is vooral
van toepassing op Nederland, dat zich met een mini
mum heeft tevreden gesteld, nl. het niot-toeiaten van
ongevaccineerde kinderen en onderwijzers op do scho
len. In het buitenland staaf thans de vaccinatietoe
stand van Nederland hoog aangeschreven. Zoowel
wat de wettelijke regeling als de bevordering der
vaccinatie betreft, wordt de toestand in ons land
dikwijls tot voorbeeld gesteld. Ook met betrekking
tot de animale vaccinatie wordt Nederland door
schier geen ander land overtroffen. Zoolang wij ons
over dezen gunstigen toestand mogeü verheugen, moet
elke verandering zegt dr. C. in deze teedere
zaak ernstig worden ontraden, en bestaat er alle reden
Terwijl Mr. Bronk daarin bladerde, vroeg hij:
„En mag ik nu den naam weten van den man, die
u hiermee in kennis stelde?"
„Mr. Morris."
De advocaat keek verbaasd op, legde de akten
op zijn schrijftafel neer en kruiste de armen opzijn
borst.
„Toen ge mij zooeven als uw overtuiging mede-
deeldet, dat liier een vergissing of iets ergersin het
spel moest zijn, kwam dadelijk bij mij hèt plan op
mij tot den heer Morris te w nden, die door het
proces van James Gfray zoo bekend, is geworden.
Ongeveet een jaar geleden heb ik pp reis kennis
gemaakt met dezen Engelschen rechtsgeleerde en gis
teren'heeft hij mij met een bbzoek vereerd^ Datik
zooveel belang in dat proces stelde is aan deze ken-
nisnlaking toe te schrijven. Te gelijker tijd moet
ik echter opmerken, dat 4k uw vermoeden van een
schurkenstreek nu ongegrond vind. Mijnheer Mor
ris is aan ebne universiteit** tot magister artium be
vorderd en een zóbr* geacht lid van de orde uei
advocaten te Londen. De rechtschapenheid van
Mr. Morris kan niet in twijfel getrokken worden.
Of een vergissing in de persönen in het spel is,
had u toch gemakkelijk kunnen bemerken in uw
gesprek met dien heer. Het zou dus de vraag zgn
of Mr. Morris aan uw echtgenoote en aan haar
familie even onbekend is als aan u."
„Ik moet toegtëVen, dat mijn vrouw en haar tante
den heer Morris kennen." Wordt vervolgd.)
om met kracht aan te dringen op het behoudende
strenge handhaving van het bestaande.
De werkstaking aan de groote machinefabriek te
Feyenoord is voorloopig geëindigd. Op een kleine
uitzondering na zijn de metaalwerkers weder aan
het werk getogen, zinder dat hunne eischen zijn
ingewilligd. Verscheidene ontevredenen hebben
Zaterdagavond op nieuw vergaderd, doch ditmaal
werd de pers er buiten gehouden, welke 0. i. ook
niets te maken heeft met die huishoudelijke bijeen
komsten, daar publiciteit de ontevredenheid nog meer
aanwakkert. Eenigan tijd geleden werd er steen en
been geklaagd, dat er zooveel werkvolk te Feyen
oord werd ontslagen en thans mag men waarlgk
dankbaar wezen, dat er volop werk is. Naar wij
vernemen, heeft de directeur maatregelen genomen,
om eiken werkman, die met socialistische neigingen
bezield is, te ontslaan, fgpdat reeds enkele raddraaiers
en opruiers hun congé nebbén gekregen.
Reeds is met een enkel woord medegedeeld, dat
de Veroenigiug Algemeen Belang te Gorinchem met
22 tegen 20 stemmen en 9 onthoudingen besloten
heeft geen adres aan de Eerit® Kamer te zenden
om aan te dringen op verwerping der onderwijswet.
Hoogst belangrijk was de-rede, waarmede de heer
J. M. Elshout, openbaar onderwijzer en overtuigd
liberaal, het debat opende. Om in deze zaak een
juist oordeel te vellen, betoogde hij, moest men
haar in verband beschouwon met den stembusstrijd
van 1888. Toen was de strijd tegen de openbare
school het wapen, dtft de anti-liberalen hanteerden,
en 't eind was, dat de liberalen werden geslagen.
Het kon dus niet uitblijven, dat de tegen partij,
thans haar denkbeelden op onderwijsgebied in een
ontwerp ging belichamen. Welnu, het ontwerp kwaA
en het viel mee. Toon lag het op den weg der
liberale partij er verbeteringen in aan te brengen,
en ook dat i9 in zooverre gelukt, dat in de Tweede
Kamer vele liberalen zich daarvoor konden verkla
ren, wat zg ook zedelijk verplicht waren na de
getoonde verzoeningsgezindheid.
Zal men nü aandringen op verwerping Een
oplossing van den schoolstrijd moet er komen, en
nu is wel deze oplossing, waarbij zeker aan de libe
rale partij pijn is gedaan, maar toch de anti-libe-
raleA nog meer zijn teleurgesteld, zoo gematigd mo
gelijk. Misschien zouden daarom de leiders der
clericalen de verwerping wel wenschon. Maar eischt
dat het belang van het onderwijs?
Spr. wgst op de drie <J)fef<lbezwaren, die zeer
worden overdreven. Ten eerste de verplichte school-
geldhoffiDg, waartegen men ageert, alsof kosteloos
onderwijs plotseling een geloofsartikel is geworden.
Men vergeet, dat in de overgroote meerderheid der
gemeenten reeds schoolgeld wordt geheven, en dat
de heffingen na als voor aan de goedkouring van
Gedep. Staten en den Kouiug onderworpen big ven.
Ten tweede het aantal onderwijzers. Keurt men de
beperking af, dan moot men toch ook in aanmerking
nemen, dat de tegenwoordige wet niet wordt uit
gevoerd en niet kan wordon uitgevoerd, een onhoud-
baro toestand. Met de nieuwe wet, die de Minister
beloofd heeft te gullen uitvoeren, gaan wij in vele
gemeenten, bij den actueelen toestand vergeleken,
vooruit. Ten derde de subsidie. Dat is 't juist
wat de mêerderheid der kiezers verlangt, en 't gaat
niet meer aan zich daartegen te verzetten. Ook
moet men de billijkheid toegeven om hen te steu
nen, die de openbare kas heel wat besparen.
Het ontwerp ontneemt niets aan de openbare schóól
clan het „dwingt ze om in te gaan." Zg blijft nog ir.
bevoorrechte positie en behoeft de concurrentie niet te
schromen, als zij zorgt1 voor goed degelijk onderwijs.
Maar ook mag men niet blind zijn voor de staat^
kundige zijde van het vraagstuk. Welnu, op staat
kundige gronden ried de inleider een adres ernstig
af. Ten eerste uit een oogpunt van landsbelang
om tot verzoening te komen en voor een eerste reeks
van jaren erger af te weren. Ten tweede, omdat
vertrouwen moet gestold worden in de leiders in
de Kamer, die deze oplossing aanraden. Ten derde
uit een oogpunt iran staatkundig beleid, daar ver
werping leiden zal? tot veel bitterder strijd en ein
delijk tot veel ongunstiger oplossing. Ten vierde
omdat de Eerste Kamer zooveel mogelijk boven de
partgen behoort te staan, en zg niet moet bewerkt
worden om haar hoog standpunt prijs te geven.
Ten vijfde in 't belang der liberale partij zelve, die
door zich. "blind te verzetten tegen gematigde eischen,
nadat zij eerst zelf op formuleering van eischen heeft
aangedrongen, nog meer zal achteruitgaan, die door
onverzoenlijkheid de radicale elementen meer
en meer van zi*h vervreethdt, die door anderen
haar meening te willen opdringen de ware libera
liteit prijsgeeft.
Do inleider, openbaar oii'derwijzer, zooals wij zei
den, ondervond bestrijding, maar toch ook warmen
steun on wel voornamelijk bg een jurist, den hoer
mr. Visser, en bg een modern predikant den heer
De Pecker. Waar veel gewicht wordt gehecht aan
de adresbeweging, komen ons dergelijke uitingen in
een liberale vereeniging als deze ook niet zonder
beteeken is voor.
In de Fransche Kamer werd na bestrijding door
den Minister van Openbare Werken verworpen het
voorstel van den socialist Ferroul om de werkstakers
in het Noorden met 160.000 fr. te ondersteuueS.
Hetzelfde lot onderging met 360 tegen 157 stemmen
het voorstel van Lecomte om de werkstakers na afloop
der werkstaking 100.000 fr. te geven als onderstand.
Over den staat van zaken in Brazilië verkeert men
nog in het onzekere. Behalve de Vereenigde Staten,
Frankrijk en Italië, heeft ook de Engelsche regeering
last gegeven, dat twee harer oorlogschepen naarBio
de Janeiro zouden vertrekken, ten einde zoo noodig
de Engolsche onderdanen te beschermen. De Duit-
sche regeering 'achtte dit echter niet noodig, omdat,
gelijk de 1Sorddeutsehe Allgemeitie Zeituwj verzekert,
prins Bismarck van meening is, dat het voorloopige
bewind sterk genoeg is om de orde te handhavon.
In de provinciën is echter de omwenteling niet
volkomen kalm geschied. Ten minste volgens de
blew York Herald, die beweert, dat te Bahia en Ma-
ranhao straatgevechten plaats hadden, waarbij zes
personen het leven verloren en velen werden gewond.
Overigens wordt algemeen aangenomen, dat genpraal
Da Fonsaca en zijn ambtgenooten er in zullen slagen
de nieuwe regeering voorloopig te bevestigen.
Tot dusver is de republiek Brazilië nog slechts
erkend door de Vereenigde Staten, Chili, Uruguay
en de Argentijnsche republiek. "De Zwitsorsche re
geering heeft haar consul-generaal te Bio de Janeiro
last gegeven do betrekkingen met de nieuwe regee
ring te onderhouden.' De officieele erkenning van
Zwitserland is dus spoedig te wachten, doch de re
geering der Fransehe «epubliek heeft nog geen be
sluit genomen.
Eergisteren, Maandag, is het Italiaansche parle
ment met een troonrede, door den koning'zelf ge
opend. Iu de eerste plaats getuigde de koning van
hetgevoel vau trots, waarin alle Italianen kunnen
deelen, als men ziet dat het werk der eenheid en
der vrijheid van Italië zoo gegrondvest is, dat er
voor geene overrompelingen of gevaren meer vrees
behoeft te bestaan.
De koning herinnerde vervolgens aan de voltooide
kiesrechtshervorming en kondigde de indiening aan
van wetsontwerpen tot horvórming van de weldadig
heids-instellingen, tot bescherming van het leven van
den werkman, tot verbetering van het lot der onder
wijzers en tot vereenvoudiging en bezuiniging in het
bestuur.
De koning herinnerde daarna, dat Italië eene
crisis heeft doorleefd, waaronder landbouw en handel
gedurende jaren hebben geleden; ten einde hun tijd
te laten tot volkomen herstel, zal de regeering geen
nieuwe belasting van het parlement vragen. Als het
evenwicht in het büdget is hersteld, zal de regee
ring overwegen of en welke nieuwe belastingen aan
beveling zouden kunnen verdienen. De bescherming
van de Italiaansche voortbrengselen moet niet in
wantrouwen en kwaad vermoeden wortelen; men moet
niet het totstandkomen beletten van hervormingen,
welke, door verlaging der tolrechten, de ruiling der
voortbrengselen gemakkelijker en de internationale
betrekkingen vriendschappelijker maken. Nu door
de vertegenwoordiging de ontwikkeling van Italië's
nijverheid op hechten grondslag is verzekerd, zal de
regeering voorstellen te besluiten tot afschaffing van
de differentieele tarieven tusschen Italië en Frankrijk,
welke, werden zij gehandhaafd, zouden beletten tot
een vrijzinniger commercieel stelsel te geraken. Met
deze maatregelen en met eene even standvastige als
reohtvaardigo staatkunde streeft de regeering er naar
die rust iu de gejiioederen te brengen, welke de
hechtste waarborgen des vredes is. Meer dan ooit
schijnt de vrede voor Europa verzekerd, vooral ook
door den wijzen raad der groote mogendheden en
door de staatkunde der bondgenooten van den ko
ning. Tooh^ zijn de vraagstukken, welke den vrede
in gevaar zouden kunnen brongen, nog niet alle op
gelost, de regeering zal voortgaan in de behoeften
van leger en vloot, zonder de begrooting te zeer te
belasten, te voorzien; maar de koning koestert de
innige overtuiging, dat de wijsheid der regeeringen
en volkeren voorkomen zal, dat de aldus ^«eed ge
houden wapenun zullen gebruikt moeten woWen. De
wapenen zullen neergelegd worden in Afrika, waar
het behaald succes een ruim gebied vau nieuwe
werkzaamheden voor Italië geopend heeft.
In luide toejuichingen barstte de .vergadering na
voorlezing der troonrede los.
Belangrijk met het oog op de jongste werksta
kingen is het verslag van den arbeidors-correa-
pondent Burdett vaa de Londensche Kamer van j
Koophandel, over de werkstakingen in Engeland I
in het jaar 1888. Uit de talrijke werkstakingen
is gebleken, dat de arbeiders begrepen, dat hun
werk meer waard was geworden, daar ook do
industriëele productie aanmerkelijk was vermeer
derd. Werkstakingen beginnen in het algemeen,
wanneer na slechte toestanden een verbetering der
nijverheid intreedt en dit was in dit jaar het geval.
In Engeland vonden in het jaar 1888, voor
zoover uit de onvolledige gegevens ia op te ma
ken, 509 werkstakingen plaats, de meeste van
geringen duur. Bij 328 werkstakingen werden
109,951 arbeiders betrokken, die te zamen 865,587
p. st., gemiddeld per persoon omstreeks ƒ10 aan
loon verloren. Burdett beproefde te bepalen in
hoever de vakvereenigingen de werkstakers schade
loos stelden en steunden. Van 104 Trade- Unions,
die zijn vraag om inliohting beantwoordden, meld
den 39, dat zij 32,7i»9 p. st. tot dit doel hadden
uitgegeven.
Omstreeks 128 werkgevers berekenden de waarde
van het kapitaal in hunne zaak, dat door de werk
staking renteloos werd, op 6,000,000 p. st. of
ƒ72,000,000; wat ongeveer een maatstaf levert
voor do groote schade, die do beweging aanrichtte.
Van do 509 werkstakingen eindigden 249 ten gunste
der werklieden, die o. a. in 94 gedeeltelijk slaag
den en iu 116 verloreu. Van 50 werkstakingen
is de uitslag onbekend.
Door een vergelijk werden 832 werkstakin
gen beslist, 15 door gerechtelijke tusschenkomst.
In 85 gevallen gaven de werklieden toe, in 28
werden in hun plaats nieuwe arbeiders aangeno
men. Feitelijk hoeft de gerechtelijke macht in
108 gevallen een gunstig einde bewerkt en de
Times wijst hierop met voldoening om werkgevers
en werklieden aan te sporen, bjj dreigende werk
stakingen vooral op oen vreedzame oplossing be
dacht te zijn om zioh voor de dreigende gevolgen
van een langdurigen strijd te behoeden. Bij 75
pCt. der geschillen had deze oplosringswyze gunstig
gevolg.
Nog meer waarde hecht de Times aan de oprich
ting van blijvende scheidsgerechten, die zooals tot
nog toe uit een patroon en een werkman van elke
fabriek moeten zijn samengesteld, terwijl een voor
zitter en een onder-voorzitter mét 5 arbeidgevers
en werklieden een blijvend bestuur vormen. Voor
eerst zou deze commissie alle nog te beslissen vragen
moeten oplossen en een geschil op vreedzame wij zo
zoeken uit den weg te ruimen, zonder echter eeu
formeele uitspraak te doen. Mislukken de pogingen
der commissie, dan wordt het geheele scheidsgerecht
bijeengeroepen, met de bevoegdheid ten slotte de
aangelegenheid aan een scheidsrechter te onder
werpen, wiens uitspraak voor beide partijen geldigis.
Een dergelijke commissie heeft in de 332 gevallen,
die als door een vergelijk opgelost werden aange
geven, werkgevers en arbeiders tot elkaar gebracht.
Zitting van den 27 November 1889.
Mr. D. J. tan HEUSDE, Kantonrechter.
Mr. A. W. C. WENTHOLT, Ambtenaar van het
Openbaar Ministerie.
De navolgende' personen zijn veroordeeld:
A. v. D., te Waddinxveen, wegens lo. het rijden
over een weg in de Provincie Zuid-Holland met
een kar besppnnen met ongemuilkorfde honden,
2o. het rijden over eeu voetpad in die Provincie
met een hondenkar, 2 boeten van drie gulden of
2 dagen voor elke «boete;
•J. H. B., te Gouda, wegens het te Gouda berijden
van een met klinkers bestraat voetpad gepleegd,
door een kind beneden de 16 jaar met oordeel des
onderscheids, 0.50 of 1 'dag;
G. W. weduwe B., te Gouda, wegens het te Gouda
berijden van een met klinkers bestraat voetpad,
0.50 of 1 dag;
L. V. T., en W. v. M., te Zevenhuizen wegens het
te zamen en in vereeniging,zonder de vereischte
jachtacte in het veld niet behoorlek zorg dragen
•om te beletten dat de hemden die zij bjj, zioh
haddon wild dreven en grepen. No. 2, gepleegd
met oordeel des onderscheids No. 1 10 of 4
dagen No. 2 ƒ1 of 2 dagen met verbeurdver
klaring- van de opbrengst van de haas ad 1.
P. L. v. d. W., te Gouda wegens lo. openbare dronken
schap; 2o. te Gouda watoren buiten eeu openbaren
waterbak, 2 Y I of 1 dag voor elko boete;
P. L., J. N., F. J. v. L., A. J. v. B., 'A. v. d. P.,
allen te Gouda en U. V. zonder bekende woon-
of verblijfplaats ieder wegens openbare dronken
schap, 1 of 2 dagen;
J. N., te Gouda, wegens openbare dronkenschap,
2 of 2 dagen.
Bovenstaande personen zijn tevens allen veroordeeld
in de kosten van het rechtsgeding.