BINNENLAND. Boltenlandsch Overzicht. KENNISGEVING. PETR0LEUM-N0TEERINGEN BEURSBERICHT. ADVERTENTIËN. Cantzlaar Schalkwijk, te Rotterdam. Burgerlijke Stand. Haastrecht E. VERHOEF, A DVERTENTIËN Legerorganisatie, bevestiging van onze weer baarheid vraagt men van den een, herziening der gemeente- en rijksbelastingen zal de ander moeten leveren. Zij treden na onmiddellijk voor het voetlicht en kannen zich niet meer achter de schoolwet verschuilen. Bjj de behande ling dezer dringende vraagstukken zal bljjken, dat de tegenwoordige meerderheid niet zoo homo geen is in de practische politiek als in den strijd tegen de school. De band, die ze samen bond, is wegdat eene andere partjjgroepeering te wachten is, waarin de op maatschappelijk gebied vooruitstrevende elementen der rechter zijde gemeene zaak zullen maken met de libe ralen is nauweljjks aan twijfel onderhevig. Het doel, waarvoor de rechterzijde zich vereenigde, is bereikt, het gevaar voor uiteenvalling en ontbinding van het monsterverbond is groot; aan ons liberalen de taak op da teekeneu der tjjden te letten en met de fonten onzer tegen partij on8 voordeel te doen. Gaat de regeering aan het werk, zjj zal niets vermogen indien zjj niet liberaal regeertdoet zij niets dan tijd winnen en zich op het kussen handhaven, dan zal de stembus van 1891 haar richten. GOUDA, 9 December 1889. In de heden gehouden zitting van de Tweede Kamer werd de behandeling van het hoofdstuk: Jus- titio voortgezet. De heer Heldt meende dat de Justitie ter goeder trouw wel onderscheid maakt tusschen gegoeden en minderen en begreep niet hoe de Minister zekere daden van zijn voorgangers kon verdedigen. Hij dringt eveneens aan op strafvermin dering voor Geel, die slachtoffer was van overprikkeling door socialistische leerstellingen. Voorts wenscht hij gelijke behandeling van getuigen en wijziging in het dienstbodenrecht. De heer Lucassen wenscht vereen voudiging van de procedure voor afkoop van het jachtrecht. De heer hordijk wilde ook strafvermin dering voor Geel. Heden is het 60 jaar geleden dat de vereeniging Tabitha werd opgericht, dip nog steeds voortgaat met het steunen van behoeftige stadgenooten door het uitreiken van kleedingstukken voorzeker een groote weldaad in het barre winterseizoen. Zij zag in die 60 jaar rechts en links vele andere vereoni- gingen naast zich verrijzen, die zich allen „hulp aan minvermogenden" ten doel stelden en uit den aard der zaak had dat ecnigen invloed op het aantal harer contribueerendo leden, maar toch blijven steeds vele ingezetenen haar getrouw en neemt Tabitha nog altjjd eene eervolle plaats in onder de hier ter stede bestaande nuttige vereenigingen. Van de dames, die Tabitha oprichtten is nog een tweetal in leven Mevr. Smits, geb. Biichner (de tegenwoor dige presidente der vereeniging) en Mevr. Remy, geb. Jeannier. Heden is aan de contribueerende leden een extra- gave van kleedingstukken benevens bons voor spek en bruine boonen uitgereikt die menig arm gezin ten goedo sullen komen. Wij hopen dat de dames, die aan bet hoofd staan, nog lang opgewekt heid en lust zullen hebben om de eervolle taak te blgven vervullen en uiten de beide wensohen voor den verderen bloei van Tatntka. Gisterenmorgen ruim 10 uur verdronk in het water der Mallenmolensohe Weide het 10-jarig zoontje van Holthuizen wonende onder de Boompjes. De .Burgemeester van Berg-Ambacht Jhr. A. H. F. C. van Suchtelen van de Haare en zijne echtge- noote Mej. M. L. Wentholt, werden Zaterdag bjj hunnen terugkeer van de huwelijksreis, te Stolwijk afgehaald door den gemeenteraad en eene eerewacht te paard, vergezeld van een muziekcorps. Over het met vlaggen prijkende dorp bereikte de stoet het slot, de woonplaats van het jonge echtpaar. De heer J. P. Mahlstede hield daar eene toespraak, die door den burgemeester beantwoord werd. 'a Avonds brach ten de gilden met hunne vaandels eene serenade aan het jonge echtpaar, waarbij de heer A. de Vreugt eene toespraak hield, die mede door den burgemeester beantwoord werd. De leden der eerewacht en van den fakkeloptocht werden door het echtpaar onthaald, terwijl de volks vreugde tot laat in den avond voort duurde. Waar blijft al het goud, dat jaarlijks geprodu ceerd wordt? Een antwoord hierop wordt gegeven door het onlangs verschenen verslag van het departement van handel en financiën te Calcutta, waaruit blijkt, dat in de laatste dertig jaren voor 1360 millioen gld. aan goud in Britach-Indië ingevoerd en gebleven is. Aangezien daar geen noemenswaardig bedrag aan goudgeld in omloop is, heeft deze geheele hoeveel heid blijkbaar hare bestemming gevonden voor de vervaardiging van sieraden. Yan zilver is dit niet zoo nauwkeuring na te gaan, daar tegenover eon invoer van 3725 millioen eene aanmunting van 2438 millioen stondmaar een groot gedeelte van de zilveren munt wordt door de inlanders versmolten om daaruit eveneens sieraden te vervaardigen. De onderhandelingen tusschen de mijndirecteuren en de commissie der werklieden teWcstfalenhebben nog tot niets geleid. De voorzitter van het bestuur van mijn eigenaars, Dr. Natrop, heeft de deputatie, welke de mijnwerkers Zondag benoemden, wel ontvangen, maar hij gaf hun niet veel hoop, dat de eigenaars de eischen der werklieden zouden inwilligen. Wat het voornaamste punt van geschil betreft, zegt de lib fin. Weetfal. Zeitung, die de zaken steeds van het standpunt der eigenaars pleegt te beschouwen, dat de mijndirecteuren niets beters kunnen doen, dan alles openbaar te maken, wat gebeurd is met de werklieden, die van den arbeid zijn uitgesloten. Dan kan ieder beoordeelen, of de werklieden al dan niet ten onreohte zijn ontslagen. Op het oogenblik bestaat, volgens dit blad, ner gens in Westfalen de Sperre meer, d. w. z. dat werk lieden die in de eene mijn ontslagen zijn, door geen anderen directeur weer in dienst worden genomen. Voorheen is van dezen maatregel wel een gebruik gemaakt om onruststokers te verwijderen, die ge vaarlijk zouden kunnen worden voor de rust onder de andere werklieden. Nu echter, nu alles onder de mijnwerkers weer volkomen rustig is, bestaat de Sperre niet meer. De National Zeitang wijst er op, dat dus tpch fei telijk eene Sperre heeft bestaan en verlangt daarom, dat de eigenaars openlijk verklaren, dat de maat regel nu is opgeheven. Dit zou de werklieden ge rust stellen en de ontevredenheid verminderen. Het besluit, door de gemachtigden van de werk lieden in 35 mijnen te Essen genomen, om Maandag den arbeid te staken, als hun eischen niet worden ingewilligd, is reeds gemeld. De overige van de 150 mijnen, die uitgenoodigd waren, zouden geen afgevaardigden, zoodat het besluit niet als algemeen goedgekeurd kan worden beschouwd. Het geheele aantal van de werklieden, die wegens weerspannigheid in de laatste maanden zijn ontslagen, bedraagt in het distriet Essen 16. Daarentegen zijn 97 werklieden aan den arbeid, die bij de groote werkstaking als gedelegeerden werden afgevaardigd. Men hoopt dat het den afgevaardigde Hammacher, die ook in het vooijaar als bemiddelaar optrad en zich nu reeds te Essen bevindt, zal gelukken het uitbreken eener algemeene werkstaking te voorkomen. Ontvlucht en gevat. Verleden Dinsdag werd zekere Quériot, alias Manigant, van diefstal beschul digd, te Parijs van de Mazas-gevangenia naar de conciergerie overgebracht in een gevangenwagen met acht hokjes, gescheiden door een doorloop waarin een agent Aet een sabel-bajonet de wacht hif ld. In de Traversière-straat vlogen op eens twee van de met „passe-partouts' gesloten deuren der hokjes open en twee gevangenen, Quériot en zekere Prévot wierpen den wachter peper in de oogen, deden met een geweldigen schok de eveneens ge sloten achterdeur van den wagen openspringen en namen de vlucht. Door de peper verblind, strui kelende over allerlei voorwerpen ter overtuiging, welke op den grond gelegd waren, slaagde de wachter er eerst na eenigen tijd in den koetsier te doen stilhouden en rende do vluchtelingen na. Met behulp van eenige voorbijgangers kreeg hij Prévot weder in handen, maar Quériot was verdwenen. Lang heeft echter ook deze van zjjn stout bedrijf geen genoegen beleefd. Seeds Donderdag ochtend iB hij door een paar agenten op straat herkend en gegrepen. De Utrechtsche Landbouwbauk is thans te Utrecht opgerichtvan het maatschappelijk kapitaal, groot f 500.000, wordt de eerste serie uitgegeven ad 100,000 in 100 aandeelen van 1000 volgestort. De Baad van Commissarissen bestaat uit de heeren J. N. Bastert, oud-minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, lid van de Provinoialo Staten van Utrecht; J. B. de Beaufort, burgemeester van Woudenberg; W. J. Doude van Troostwijk, burge meester van Loenen, Loenersloot en Ruwiel, lid van de Provinciale Staten van Utrechtmr. G. C. D. E. baron van Hardenbroek, burgemeester van Odljk, Bunnik en Werkhovenmr. F, 8. van Nierop, directeur der Amstordamsche Bank, lid van den Gemeenteraad van Amsterdam en der Provinciale Staten van Noord-Holland; mr. P. VerLoron van „Mijnheer Storris, als ge mijn man eenmaal kent, dan zult ge overtuigd zijn, dat het dwaas van mij sou zjjn vrees daarvoor te koesteren. En al gebeurde het onmogelijke, al sloeg het uur, dat mijn man zijn geluk met voeten trad, ik zou alles dulden en ver dragen, maar hem nooit verlaten." Deze woorden schenen in het hart van den advo caat diepe wonden te slaan. Men kon hem aan zien, dat het hom moeite kostte een antwoord tevinden. „Mevrouw', toen uw papa, mijn onvergetelijke be schermer, met uw mama, waarop u in zoovele op zichten gelijkt, zijn laatste ongelukkige reis naar de koloniën met de „King Richard" ging aanvaarden, legde hij mij den plicht op u te beschermen en ik verbond mij met eerewoord om dien plicht te ver vullen.» „Papa heeft altijd veel vertrouwen in u gesteld, mijnheer Morris," viel Jane in, „maar ik ben over tuigd, dat ge volgens zijn wil handelt, als ge u van dien plicht ontheven acht, nu ik een echtgenoot heb, dien ik bemin en die sterk genoeg is om mij tegen een ieder te verdedigen." „Neen, mevrouwHet doet mij leed u te moeten zeggen, dat mijn taak nu eerst begint. In ben veel verschuldigd aan den edelen man, die den armen kleinen Morris uit het niet heeft opgeheven en zijn weg heeft gèëffend om hem te doen worden, wat hij nu ia. Mijne dankbaarheid kent geen grenzen, niets zal fnij terhghouden van het v,oldoen aan mijn heilige verplichtingen." De jonge vrouw werd ongerust. Zij keek den ad vocaat onderzoekend aan en zeide: „Mijn God, ik begrijp u niet, mijnheer Morris. Op welke wijze zoudt ge een vrouw beschermen, die reeds door haar man beschermd wordt? Gelooft ge, dat mijn man niet krachtig genoeg is om mij te beschermen?" v Hier overviel haar een hevige angst, zij las iets in bet gelaat van den advocaat, dat haar deed vree zen. De angst verlamde haar echter niet, integendeel Jane werd er door geprikkeld tot handelen. Zij boog haar slanke gestalte naar voren, haar oogen schitterden vol vuur en de hand gebiedend opgeheven, riep zij den advocaat toe: „Mijnheer, ik ken u te goed om niet te begrijpen, dat ge mij iets verborgen houdt. Ge hebt nooit mijn vertrouwen bezeten, dat weet ge! Ik vraag u op dit oogenblik: waar is mjjn man? waar is Koert?" Verbluft, keek de advocaat de hartstochtelijk op gewonden vrouw aan. Was dat de zachte vrouw, waarvoor hij vreesde, dat zij als een lelie verwelken zou, wanneer hij haar den wreeden brief van haar echtgenoot in handen gaf? Is het dan waar, dat een liefhebbende vrouw door haar liefde in een leeuwin kan veranderen?" vroeg hij ziohzelven af. „Mevrouw, het feit, dat wij zwakke menschen zijn „Mijnheer, ik wil uw zedepreeken niet hooren, ik ben daar niet toe gestemd," viol Jane in. „Beant woord slechts mijn vraag. Waar is mijn man? Gij weet het, en gij moet het weten. Ik gevoel reeds lang, dat mij een onheil bedreigt. Het huis van mijn geluk brandt, maar ik zal niet lafhartig vluchten; als de witte duif uit de fabel zal ik mij in de vlam men laten omkomen." „Ik kwam om als een trouw soldaat den post te bezetten, .mjj aangewezen door den edelen consul, vóór hij zijn ongelukkige reis aanvaarddo. Gij me vrouw, zoudt zelf het meest er door lijden, als ge mij van dezen post verdreef." „Wat moet ik van die raadselachtige woordon be grijpen? Is het u dan niet mogelijk eenvoudig en duidelijk te Bpteken?" „Ik zou niet gekomen zijn om mijn post te be zetten, als de man, op wiens liefde ge u beroept, zijn plaats niet trouweloos verlaten had. Eerst nadat ge eenzaam en verlaten waart, eerst nadat uw groote levensgeluk op een gruwelijke manier vernietigd was, kwam ik zwaar beproefde terug om de vriend der zwaar beproefde vrouw te zijn. Ik beklaag mij niet, Jane, omdat ge den man van u hebt gestooten, die met hart en ziel jaren lang voor u leefde en streed en die elk oogenblik bereid was zijn harte bloed voor u te geven. Neen, ik beklaag u, omdat ge mij niet hebt laten onderzoeken naar den man,, dien ge uwe liefde schonkt zonder u zelvon af te vragen, of de man uwer keuzo het vertrouwen en de liefde van eene Jane Gray waardig was." Wordt vervolgd.) o Them&it, advocaat-fiscaal voor 'sKonings zee- en landmacht en lid van den Gemeenteraad van Utrecht. Directeuren zijn de heeren F. F. 'a Jacob, A. Stok en B. van Sehooneveld. De „Utrechtsche Landbouwbank» zal zijn eene financieele instelling, die hoofdzakelijk het verstrek ken van landbouwkrediet beoogt. Aan het prospec tus is het volgende ontleend „De reeds dikwijls uitgesproken wensch om ten plattelands aan landbouwers en kleino industrieelen op billijke voorwaarden krediet op korten termijn te oerleenen zal daarbij ltunnen verwezenlijkt wor den, want eenerzjjds is het doel der nieuwe instel ling om den landbouwer te helpen en hem te vrij waren tegen de bezwarende wjjze waarop hij thans dikwerf gedwongen wordt krediet te verkrijgen, anderzijds om hem op gemakkelijke wijze in ver binding te brengen met den groot- en expo^-han- del. Op vele plaatsen blijkt, dat de landbouwer ge durende enkele maanden van het jaar behoefte heeft aan kasgeld, ten einde het noodige vee en veevoe der, of wel werktuigen, kunstmeststoffen en zaden voor de uitoefening van zijn bedrijf aan te koopen, waarvan het gemis hem vele. voordeelen doet derven. „Ongeveer 3 jaren geleden werd te Alkmaar eene dergelijke instelling geopend, het „Noord-Hollandsoh Landbouwcrediet". Hare statuten beperken even wel haren werkkring tot een deel der provincie Noord-Holland. De groote bijval welken deze in stelling aldaar ondervond zijn redenen, dat de com missarissen mot ingenomenheid de pogingen van de thans benoemde directeuren begroet hebben om ook in andere doelen des lands tegemoet te komen aan de moeielgkheden waarmede landbouw en veeteelt te kampen hebben. „Zoolang de beschikbare gelden niet voor land- bouw-kredieten zullen benoodigd zijn stellen de di recteuren zich voor, dezo, onder toezicht van com missarissen, op solide wijze productief te maken. De Bank zal nevens den commissiehandel in effecten ook gelden a deposito of ter belegging ontvangen en, gesteund door den invloed van commissarissen en belanghebbenden, het vertrouwen van het publiek ook in andere opzichten zioh trachten te verwerven." De blikken doosjes en busjes van ingelegde waren die in Parijs elke maand bjj duizenden wegge worpen worden, leveren de grondstof voor een tak van nijverheid, die groote afmetingen heeft ge kregen en waarbij al de jeugd van het land belang heeft. Dat woggeworpon blik wordt verzameld en door daarvoor geschikte machines tot blikken sol daten gestempeld, bjj heele regimenten en legers, die zoo goedkoop verkocht worden, dat zij voor de armste kinderen te bekomen zjjn. De fabrikant heeft er echter een aardig voordeel van, wat hg niet zou hebbon, als hg nieuw materiaal ge bruikte. Algemeene en innige deelneming vindt het droe vig lot van Emin Pacha, die kort vddr zijn nood- lottigen val in opgewekte stemming nog Stanley verlaten had om zich ter rust te begeven. Hoewel van do bijzonderheden van dit ongeval nog weinig bekend is, wordt toch het vermoeden geuit dat het gebruik van champagne aan het ter eere van Stanley en hem gegeven feestmaal daaraan schuld is, en Emin Pacha, hoewel hg altgd een zeer sober man is, door de jarenlange ontbering en door de onge woonte zelfs de geringste hoeveelheid van den prik kelenden wjjn niet heeft kunnen verdragen. Het hein overkomen ongeval vormt een schrille tegen stelling met de vreugde, waarmede kort te voren de beide reizigers te Bagamoyo waren ingehaald. De stad was geheel versierd; eerepoorten waren in de straten opgericht en palmtakken wuifden uit elk venster. Majoor Wissmann deed 18 kanonschoten afvuren en in zgn hoofdkwartier werd den reizigers een schitterend feestmaal aangeboden, waarbg Stanley zeer bewogen sprak van zijn soldaten, wier beende ren in het Afrikaansche woud bleekten. De laatste berichten melden, dat de toestand van Emin iets gunstiger is geworden; zgn inwendige kwetsuren zijn evenwel zeer ernstig. De Duitsche Keizer heeft aan Stanley de Sperber aangeboden, waarmede hij naar Zanzibar gaat; giste renmorgen is hij daar aangekomen. Een Engelsch oorlogsschip bracht Emin's manschappen derwaarts, terwgl de Egyptische Regeering een mailboot ge huurd heeft om hen naar Suez te vervoeren. Emin heeft hoegenaamd geen ivoor medegebracht; de voor raad' dien hg verzameld had, is vernield of aan ne gerhoofden toevertrouwd. Over de zonderlinge tegenstrijdigheden, welke de expeditie van Stanley vaak gekenmerkt hebbon, schrijft de reiziger zelf uitvoerig aan den Nem-York Herald. „Ik heb voortdurend ondervonden, zegt hij, dat er Een boven mij was, die alles bestuurde, een God, wiens wil geschiedde, terwgl mijn plannen telkens gdel bleken. De een, zegt hij, zal ons behoud in duizend gevaren louter toeval noemen; de ander zal van geluk «preken, maar op den bodem van ieders hart is iets dat een hoogere macht erkent en erken nen moet, hooger dan alles waar de gewone philoso- phie van droomt." En dan wjjet hg op allerlei merkwaardige omstandigheden, op den ondergang der achterhoede van Bartelott, op den vreeseljjken tocht door het eindelooze boeeh der kleine men- scheneters, op het gevaar van verhongering en de redding in het uiterste oogenblik, op EminenJeph- son's gevangenneming, op hun voortdurend levens gevaar vier maanden lang, op hun redding door de komst van Mahdisten, op het zonderlinge feit dat allen die door de vergiftigde pijlen der dwergen getroffen werden moesten sterven en dat nochtans luitenant Stairs, eveneens getroffen en eerst achttien maanden later van de afgebroken punt bevrijd, het leven mooht behouden, enz. En hoe thans alle Euron peanen behouden de kust bereikt hebben en uit der grond huns harten God danken voor hnn redding. De onderhandelingen tussohen de mijndirecteuren en do commissie der werklieden in Westfalen heb ben nog tot niets geleid. De voorzitter van het bestuur van mgneigenaars, Dr. Matrop, heeft de deputatie, welke de mijnwerkers Zondag benoemden, wel ontvangen, maar hg gaf bun niet veel hoop, dat de eigenaars de eischen der werklieden zonden inwilligen. Wat het voornaamsto punt van geschil betreft, zegt de Rhem, Wettfal. Zeitmg, die de zaken steeds van het standpunt der eigenaars pleegt te beschou wen, dat de mgndirecteuren niets beters hunnen doen, dan alles openbaar te maken, wat gebeurd is met de werklieden, die van den arbeid zijn uitge sloten. Dan kan ieder beoordeelen, of de werk lieden al dan niet ten onrechte zijn ontslagen. Op het oogenblik bestaat, volgens dit blad, nergens in Westfalen de Sperre meer, d. w. z. dat werk lieden die in de eene mjjn ontslagen zijn, door geen anderen directeur weer in dienst worden genomen. Voorheen is van dezen maatregel wel een gebruik gemaakt om onruststokers te verwijderen, die ge vaarlijk zouden kunnen worden voor de rust onder de andere werklieden. Nu echter, nu alles onder de mijnwerkers weer volkomen rustig is, bestaat de Sperre niet meer. De National Zeitung wijst er op, dat dus toch feiteljjk een Sperre heeft bestaan on verlangt daarom dat de eigenaars openlijk 'verklaren, dat de maat regel nu is opgeheven. Dit zou de werklieden gerust stellen en de ontevredenheid verminderen. Het besluit, door de gemachtigden van de werk lieden in 35 mgnen te Essen genomen, om heden den arbeid te staken, als hun eischen niet worden ingewilligd, is reeds gemeld. De overige van de 150 mijnen, die uitgenoodigd waren, zouden geen afgevaardigden, zoodat het besluit niet als algemeen goedgekeurd kan worden beschouwd. Het geheele aantal van de werklieden, die wegens weerspannigheid in de laatste maanden zijn ont slagen, bedraagt in het district Essen 16. Daaren tegen zgn 97 werklieden aan den arbeid, die bij de groote werkstaking als gedelegeerden werden afgevaardigd. Men hoopt dat het den afgevaardigde Hammacher, die ook in het vooijaar als bemidde laar optrad en zich nu reeds te Essen bevindt, zal gelukken het uitbreken eener algemeene werkstaking te voorkomen. De Belgischo Kamer van Vertegenwoordigers heeft de beraadslagingen voortgezet en ten einde gebraoht over de interpellatie-Bara, omtrent het ontslag van den heer Gautier de Rasse. De heer Jacobs (van de rechterzijde) verdedigde het kabinet. De minister van binnonlandsche zaken, de heer Devolder, kwam nadrukkelijk op tegen de lasterlgke aantijgingen, waaraan hg ten doel had gestaan. De heeren Bara en Janson voerden daarop nog het woord, maar brachten geen nieuwe gezichtspun ten aan het licht. Ten slotte werd met 76 tegen 34 stemmen (vier leden onthielden zich) eene motie van orde aan genomen, waarbij de handelwijze der regeering wordt goedgekeurd. Bij de beraadslagingen over het adres van ant woord op de troonrede in de Italiaansche kamer bestreed het lid der oppositie Imbriani enkele zin sneden in het adres en de troonrede, doch keurde andere goed. De radicaal Ferrari stelde voor, in de zinsnede betreffende de commercieele betrekkingen tussohen Frankrijk en Italië, het woonlje „commer cieele" te sohrappen, omdat de handelsbetrekkingen niet verbeteren kunnen zonder tevens in de staat kundige betrekkingen verbetering te brengen. Hierop antwoordde de minister Crispi, dat de staatkundige betrekkingen tussohen de regeeringen van Italië en Frankrijk zoo gunstig mogelijk zijn, alleen op staathuishoudkundig gebied bestaat verschil vsn gevoelen. De Italiaansche regeering heeft den weg geopend om ook op die punten tot overeenstemming te komen. Ferrari verklaarde zich voldaan met 's ministers inlichtingen, waarna het adres werd aangenomen. Dora Pedro, de gewezen keizer van Brazilië, is te Lissabon aangekomen. Den 17den November ver trok de keizer uit Rio de Janeiro, zoodat de reis met de niet zeer snel stoomende Alagoaa ongeveer vier weken heeft geduurd. Vermoedelijk zal de kei zer een week te Lissabon blgven en dan naar Cannes gaan om daar den winter door te brengen. Daaren tegen zal 's keizers schoonzoon, de hertog van Eu, met zijn gezin voorloopig te Lissabon blgven. INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADE OF HINDER KUNNEN VEROORZAKEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda Gezien art. 8 der Wet van den 2n Juni 1875 Staateblad No. 95.) Doen te weten: Dat zjj vergunning hebben verleend aan M. van Velzen te Gouda en zijne rechtverkrijgenden, tot het oprichten eener suikerballenmakerij achter het rceel gelegen aim de Naaijorstraat kadaster sectie No. 1510. GOUDA, den 7 December 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd. VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER. van de Makelaars De markt was heden rast. Loco Tankfust 8.75. Geïmporteerd fust ƒ8.80. Januari-levering 8.65. December-levering 8,6 AMSTERDAM, 9 December. Per Telegraaf.) Binnenlandsche fondsen onveranderd. Certif. Deli- Comp. 4 lager, overige industrieele weinig variatie. Warschau-Weenen 1 hooger. Brazilianen flauwer. GEBOREN Abraham, ouders W. den Ouden en W. ?an Vliet Aajge, ouders M. Verdoold en A. I'itenbogaard. Joban Ggsbertna oodera C, Groen en L. Sterk. OVERLEDENW. A Beokens, 1 j. 8 m. Voorspoedig bevallen van een welge schapen Dochter, J. HOUTMAN, geb. Koolmees. Gouda, 7 Dec. '89. Voor de vele bewijzen van achting en deelneming, bp gelegenheid van mjjne vijf en twintigjarige ambtsvervulling ondervonden, be tuig ik bjj deze mjjn innigen dank. C. B. VAN BAAREN. Schoonhoven, 8 December 1889. De ondergeteekende dankt die Dame, woon achtig op de Turfmarkt H. 168, voor het nit- deelen van Lekkernjj en Prentenboekjes 6 December 1889. Hoofd Burger-Bewaarschool Achter de Vischmarkt I. 161 te Gouda. in alle Binnen- en Buitenlandsche Cou ranten, worden dadeljjk opgezonden doo et Advertentie-Bureau van A. BRINKMAN en ZOON, te Gouda.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2