LIKDOORNS,
POLIJSTMACMNË.
f. W. STUTE,
advertentiën.
Kerstboom.
Meisje of Werkvrouw,
Bnitenlandsch Overzicht.
PETR0LEUM-N0TEERINGEN
BEURSBERICHT.
Patent Slijp- en
ZEPrijs 5-50-
Cantzlaar Schalkwijk, te Rotterdam.
Burgerlijke Stand.
Zevenhuizen
Zaterdag- 14 Deeefhber
Mejufvr. JONKHEID,
goüda.
®n koers naar Sneek te zetten, waar de hulp der
politie werd ingeroepen. Ongelukkig verwees men
aldaar den kapitein naar den officier van justitie te
Leeuwarden, by wien hij eerst den volgenden dag
zyn beklag kon indienen. De boot zette Zondag
nacht onder geleide van iemand, die met een geladen
ganzenroer op het dek stond, haren tocht naar Steek
voort.
sta te El-generaal. Eerste Kamer. Zitting
van Dinsdag 10 December.
De heer Domela Nieuwenhuijs heeft weder eene
rede gehouden over den «vryheidsheld" Geel en de
sociaal-democraten. Ook de «klassenjustitie" moest
het weder ontgelden; natuurlek spaarde hij ook de
minister niet, die als oud-magistraat en tegenwoor
dig chef de magistratuur verdedigt, want «de eene
kraai pikt den anderen de oogen niet uit." Allerlei
praatjes, zooals de beweerde reis van baron Du Tour
met Jeanne Lorette, moesten dienst doen om de
partijdigheid der justitie te bewezen. Blijkbaar was
deze rede vooraf aangekondigd, want een groot pu
bliek woonde de zitting bij, dat aan het slot den
redenaar toejuichte. De voorzitter was genoodzaakt
te wijzen op de bepaling, dat van de publieke
tribune geen teekenen van goed- of afkeuring mo
gen gegeven worden.
De handelingen van den vorigen minister, die
inderdaad niet geheel in den haak geweest zijn,
werden ook weder met protest ter sprake gebracht
door den heer Kerdijk. De minister had met afkeu
ring gesproken over het hekelen van een bewinds
man, dio zich niet meer verdedigen kan, doch de
heer Kerdijk bracht terecht in herinnering, dat hij
het hemzelf indertijd ook gezegd heeft en zijn best
heeft gedaan om hem te verwijderen.
Wy zullen niet alle sprekers op den voet volgen
en vermelden alleen het voornaamste. De heer De
Beaufort bracht de niet onbelangrijke quaestie ter
sprake van de voorgenomen uitzetting van oen vreem
deling, die niet behoorlijk was behandeld. Naar
ons voorkomt slaagde de minister er niet in de
autoriteiten schoon te wasschen. De heer Huber
had de voldoening van de ministers van Justitie en
van Marine de toezegging te krygen, dat het toe
zicht op de visscherij aan de Friesche kust ver
scherpt zal worden; terecht wees hy er op, dat dit
voor de zeelieden tegelijk een flinke oefeningstocht
worden kan.
De Minister hoeft de acht ambtenaren bij 't open
baar Ministerie, die hij meer heeft aangevraagd,
moeten prijs geven, daar een amendement van vijf
leden, met de heeren de Geer en Lohman in hun
gezelschap, de daarvoor uitgetrokken gelden heeft
geschrapt. De verdediging van den Minister bood te
veol zwakke punten aan, waarvan de heer de Geer
een meesterlyk gebruik maakte. De noodzakelijk
heid der uitbreiding van 't getal ambtenaren bouwde
de Minister eigenlijk alleen op enkele losse in
drukken.
De ochtendzitting eindigde met een stemming
over hot artikel der geheime uitgaven, een welkome
aanleiding voor den heer Nieuwenhuijs om over
spionnen, mouchards, agents-provocateurs en derge-
lijken te spreken. Of hy werkelijk meent, dat die
met f 2500 konden worden betaald?
Het zal er wel om te doen zijn geweest de stem
ming over dezen post luid naar buiten te doen
klinken, maar men zal wel nalaten het zeer geringe
rood en zeide na een poosje: «Ik zou nooit op die
gedachte gekomen zijn, als mijnheer Morris niet be
weerd had, dat Koert een minnares heeft."
Vol ongeduld wachtten de dames intusschen op
mevrouw von Reidersd.orf. Toen deze eindelijk kwam,
reed het gezelschap onmiddellijk af naar Wiesbaden.
NEGEND^ HOOFDSTUK.
Zij waren allén met groote beloften en verzeke
ringen van onwankelbare vriendschap van haar heen
gegaan om den afgedwaalden Koert te zoeken en
niemand was tot haar teruggekeerd.
Mijnheer von Wambold, Koert's mama, mevrouw
von Reidcrsdorf en haar vriendinnen hadden zich
vereenigd, zy hadden als het ware een bond gesloten
om haar in haar leed ter zijde te staan en te be
schermen en waar zijn zij gebleven?
Toen zy, heengingen was zij iu een weldadige
sluimering geraakt. Zij sliep het overige van den
dag en den geheelen nacht door en ontwaakte vroeg
in den morgen. Zij was verkwikt en versterkt. Daar
deed de kamenier haar de onbegrijpelijke mededee-
ling, dat niemand teruggekeerd was van allen, die
bij1 haar geweest .waren. Wie kon haar dat raadsel
oplossen? Zy had hef gedurende eenige uren be
proefd en was daarbij in een doolhof van vermoedens
geraakt. Zij wist geen uitweg meer en riep luid om
haar mitma. Toen vatte zijnet besluit op zelf Koert
te gaan zoeken.
cijfer te noemen, waarop hy steeds wordt uitge- I
trokken.
In den laten avond is het 4de hoofdstuk zonder
stemming goedgekeurd. De minister Buijs moge
de Kamer eens vervelen door zijn dorre en veel te
breed opgezette redevoeringen, hy is wegons zijne
werkzaamheid toch te zeer gezien om vele vyanden
te hebben. Men mag over vele punten met hem
van gevoelen verschillen, maar misschien op een
enkele uitzondering na zullen de leden het departe
ment van justitie onder zyn beheer toch ook wel
veilig achten.
Aan de beslissing over het hoofdstuk was een uit
voerig debat omtrent de verbetering der rechtsge-
bouwen te Amsterdam voorafgegaan. De Minister
wil het bestaande paleis van justitie verbouwen
en voor de kantongerechten een nieuw gebouw
stichten. Van een en ander worden de kosten op
5Vs ton geraamd.
De heer Hartogh en vier anderen stelden voor
één gebouw voor alle reohtoolleges te stichten, doch
de minister vreesde dat zulks een Verschil zou ma
ken van 8 a 9 ton, zoodat de kamer dit amende
ment met 48 tegen 25 stemmen verwierp.
Omtrent het groote rechtsgeding te Wadowise in
Gallicië meldt men, hoe is gebleken, dat een der
voornaamste landverhuizers-agenten den lieden, reis
kaarten van 65 fl. voor 90 en 95 floryn verkocht.
Een getuige verklaarde 10 gulden te hebben ont
vangen voor het werpen van een steen naar een
mededingend agent; oen ander, dat een der beschul
digden getracht had, hem tot hot afleggen van een
valschen eed om te koopen. Naar aanleiding daar
van zullen de voornaamste beschuldigden, zoolaüg
de zaak duurt, afgezonderd van de anderen wor
den gehouden. Een spoorwegbeambte heeft bekend,
dat hij 5 gulden kreeg voor eiken landverhuizer,
die hy by zeker agentschap aanbracht.
Zeven jaren geleden zond het damescomité van
toezicht op de Kunst-naaldwerkklasse in het Rijks
museum te Amsterdam eene circulaire rond. Thans
heeft het zich gedrongen gevoeld, zyn dank te bren
gen aan allen, die deze zaak gesteund hebben, en
daarbij het een en ander mede te doelen omtrent
de resultaten van het onderwijs.
In September 1883 is de Kunst-naaldwerkklasse,
afdeoling der Bijles-school voor Kunstnijverheid te
Arasterdam, opgerifl|t; 46 leerlingen bezochten de
school, waarvan velefa den geheelen driejarigen cur
sus doorliepen en het eind-diploma verwierven, zoo
dat er nu in ons land handen gevonden worden die
bestellingen in dit vak van kunstnijverheid kunnen
uitvoeren. Hetzij men toch tot aanvulling van een
ameublement een voorwerp verlangt in passenden
stijl, hetzij men het oude wenscht te gebruiken zoo
lang het mee kan, steeds moeten die ontwerpen en
restauratiën met de noodige kennis en vaardigheid
worden ten uitvoer gebracht. En te betreuren zou
het zijn, wanneer men dit aan het buitenland opdroeg,
of zich met onoordeelkundige reparatie tevreden
stelde, nu dit door Hollandsche vrouwen zoo goed
kan worden verricht. Het damescomité wijst op het
borduurwerk, door de dames Van 't Hooft, De Groot
en Mohrmann ingezonden op de «Tentoonstelling van
Kuustnijverheid," in 1888 te Amsterdam gehouden, op
de herstelde Gobelins uit Kampen en Leiden, op
Jane sloeg een shawl om en ging alleen naar
Wiesbaden met het voornemen deur aan deur naar
haar man te vragen. Toen zij echter te Wiesbaden
was, begreep zij, dat haar besluit niet uitvoerbaar
was. Alleen met de hulp der politie kon zij hopen
haar man te vindenmaar kon en mocht zy tot dien
stap overgaan? Zij ging in een hotel, schreef eenige
regelen aan den heer Morris om hem te verzoeken
bij haar te komen en liet het briefje door een hotel
bediende bezorgen. Hoewel Jane geen juist adres
wist, vond de bediende den advocaat spoedig en
deze stond binnen een half uur tijds voor Jane. Zij
ontving hem in een eenvoudige kamer van het hötel
en verzocht hem te gaan zitten.
«Mijnheer! ik ben naar Wiesbaden gekomen om
mijn man te zoeken en ik heb u om een gesprek
verzocht om van u te vernemen, waar ik hem kan
vinden," begon zij.
«Mijnheer von Berghaupt is uit Wiesbaden ver
trokken," luidde het antwoord.
Jane drukte de hand tegen haar boezem en vroeg
nauwelijks hoorbaar: «En waarheen?"
Met veel omslag ging de advocaat zitten, hij zette
zijn pince-nez terecht en zeide op een toon, die zijn
leedwezen moest onderdrukken:
«Ik weet het liet, mijnheer von Berghaupt heeft
daaromtrent niets gezegd."
«Wanneer hebt ge mijn man het laatst gezien,
mijnheer Morris?"
«Eenige oogenblikken voor zijn vertrek was hij
een ameublement-bekleeding uit het Deutz-sche hofje
op kleinere voorwerpen bij particulieren, meestallen
uitgevoerd op het atelier van do dames Knol en
Yan der Kaay, die zich tot volle tevredenheid der
betrokken besturen van hare taak hebben gekweten.
Meerdere bekendheid met het werk der oud-leer
lingen van de school, zou haar zeker menig voorwerp
ter vervaardiging of ter restauratie doen toevertrou
wen, dat men nu niet laat werken of onherstelbaar
verloren waant. Daarom wendt het comité zich tot
allen die deze kunst liefhebben. In zoo menig mu
seum dreigt een belangrijk stuk naaldwerk te gronde
te gaan, dat met eenige zorg behouden kon worden;
of, wat nog erger is, het wordt bestopt en benaaid
op eene wijze die het werk ontsiert en bederft. De
leden van het comité zijn gaarne bereid, persoonlijk
alle gewenschte inlichtingen te geven en adressen
van oud-leerlingen te verstrekken: het bestaat uit
de dames: O. SchöfferBunge, presidente, A. C.
WertheimBicker, C. Brouwer AncherWeeningh
en J. de Bosch Kemper, secretaresse.
Kort geleden is te Londen een pronkstuk van
juwelierskunst aangekomen, namelijk de Eiffeltoren
van in goud gevatte edelgesteenten, waarvan wij on
langs gewaagden. Het kunstwerk is van de hand
des heeren Martin Posuo, een parijsche juwelier, die
het vervaardigde naar de oorspronkelijke teekeningen
van den bouwer van den reuzentoren. Alles is in
dezen kostbaren Eiffeltoren nauwkeurig naar het
origineel nagebootst; de galerij en platforms, de trap
met haar 1800 treden, de verschillende opschriften,
evenals de restauraties en de bureaux van Figaro*
vindt men allen verkleind in dozen diamanten-toren
terug.
Het kunstwerk is van den voet tot aan den top
van den vlaggestok, boven op den toren, 43 centi
meter hoog. Aan den toren vindt men 40,000 dia
manten, en om die allen even schoon te krijgen,
heeft men 9,000,000 a 10,000,000 ruwe steenen
noodig gehad. Als men deze diamanten op een lijn
naast elkander plaatste, zouden zij een lengte beslaan
van 280 voet, grooter lengte dus dan de hoogte van.
het eerste platform van den echten Eiffeltoren. Zij
wegen te zamen 3000 karaat.
De electrische lampen, waarmede het eerste en het
tweede platform van den eigenlijken toren verlicht
werden, zijn hier nagebootst door 3000 paarlen.
De Fransche driekleur is vervaardigd van diamanten,
robijnen en saffieren. Voor den geheelen toren, waar
voor Pasuo nog dertig pond goud en zilver gebruikte,
werd hem door den Franschen Staat 14'/s nrillioen
gulden geboden.
Het kunstwerk is gemaakt in 13,500 uur. In
het begin gebruikte Posuo twintig man er voor;
voordat de helft klaar was, moest hij er reeds vijftig
bij gebruiken, en bij het laatste gedeelte had hij
honderp man bij het werk noodig. Om een denk
beeld te geven van de sterkste van den juweelen
toren, plaatste Posuo een driejarig meisje op het
eerste platform, toen dit afgewerkt was, en dat ge
wicht hinderde niets.
Toen men dezen kostbaren toren naar Londen over
bracht, werd hij geëscorteerd door detectives en be
schermd door soldaten. Posuo verklaarde dat hij in
voortdurenden angst was geweest totdat hij zeker
wist dat zijn Eiffeltoren ongeschonden in Charing
Cross was aangekomen.
bij mij in het hötel, waar ik woon. Uit het gesprek
maak ik op, dat hij verlenging van verlof heeft ge
kregen en een groote reis wil doen. Toen ik be
merkte, dat hij over die reis niet wilde gesproken
hebben, veroorloofde ik mij niet hem iets rechtstreeks
te vragen."
«Zou u mij geen middel aan de hand kunnen
doen, waardoor ik kon vernemen, in welke richting
hy vertrokken is?"
«Dat kan ik niet en ik zou het ook niet willen,
mevrouw! Ik geloof dat het mijn plicht is u te
verhinderen om u zeiven de vernedering aan te doen,
dat ge als een slavin den man volgt, die van u weg
loopt, den man, die schriftelijk verklaarde, dat hij
u niet bemint. Ik geloof volgens de inziohten van
uw onvergetelijken vader te handelen, als ik u bij
zulk een stap mijn hulp onthoud."
«Mijnheer, gelooft ge dat ik myn verplichtingen
niet ken? Wat zou ik mijn vader moeten antwoor
den, als hij mij terug wilde houden van mijn man
te volgen? Al verstoot myn echtgenoot mij, dat
ontslaat mij niet van den plioht hem over eenigen
tijd zyn kind in de armen te leggen, het jcind, waar
aan ik nu meer toebehoor dan aan my zelve. Ik
kan het u aanzien, mijnheer Morris, dat ge weet,
waarheen mijn man in zijn verblinding gegaan is.
Weiger niet mij te zeggen, waar ik hem vinden kan,
want dan zou ik zelf gaan zoeken, al zou ik daarby
moeten loopen tot het bloed mij uit de voeten
stroomde." [Wordt vervolgd
Aan het Grand Theatre te Athene «waren voor de
vertooning van de Flora mirabilis een aantal Itali-
aanscbe danseressen geëngageerd, die vroeger aan
den Constanzi-schouwburg te Rome in hetzelfde
ballet waren opgetreden. Onder haar waren de beide
bekoorlijke danseressen Ernesta Baroni, die dezer
dagen naar Bome terugkeeren wilde, om met een
rijken Romein in 't huwelijk te treden, en Margherita
Stefanoni. Uit jaloezie vermoedelijk, kwam het
tusschen de beide jonge dames, die te zamen één
kamer in het Hótet (T Amérigue bewoonden, herhaal
delijk tot woorden.
In de vorige week zou nu Ernesta Baroni Athene
verlaten en had haar vriendinnen tot een souper in
baar kamer uitgenoodigd. Er werd rijkelijk cognac
gedronken en weldra bevond zich 't geheele gezel
schap in een toestand, welke 't noodig maakte, dat
de vriendinnen zich in haar eigen vertrekken terug
trokken. Ernesta, die eveneens van 't goede te veel
bad genoten, bleef met haar kamergenooto Margherita
alleen achter. Wat er nu verder tusschen de voor
malige vriendinnen is voorgevallen, is onbekend.
Den volgenden morgen verliet Margherita haastig
het gemeenschappelijk vertrek, waar een akelig ge
kerm een bediende van het hotel deed toesnellen.
Een vreeselijk schouwspel deed hem ontstellen
Ernesta lag stervend in haar bed. De in allerijl
ontboden geneesheer constateerde, dat het jonge
meisje door een steek met een haarnaald in de linker-
long vermoord was. Margherita Btefauoni en twee
barer collega's werden in hechtenis genomen. De
moordenares eene in Bome als schoonheid ge
vierde ballerina is zeventien jaar oud, haar
slachtoffer achttien jaar!
Onhandig sla aanmaken. Onder dit opschrift ver-
talL J. C. B. in het P. v. J. 't volgende uit de Pa-
rechtszaal.
Aan tafel had Frédéric Moutin, toekomstige schoon
zoon van papa Guépler, bij het sla-aanmaken eenige
spet olie gedrenkte sla-bladeren op de japon van zijn
verloofde gemorst, waarop deze zich de liefelijke op
merking veroorloofde: «Wat een lomperd ben je
toch
Metterdaad echter was Frédéric niet lomp, en niet
dom ook. Zyn onhandigheid was opzettelijk en had
alleen ten doel, tot een ferme ruzie te komen, en
daardoor tot verbreking van plannen en beloften, die
hem verhinderden, naar de hand te dingen eener
jonge dame, op wie hij verliefd was geworden, juist
nadat hy om de hand van jongejuffrouw Guépier ge
dongen had en die hand hem toegezegd was. Hij
haastte zich dan ook, van de gezochte en gevonden
gelegenheid gebruik te maken, door op de liefelijke
opmerking der jeugdige verloofde en op de grommige
woorden van haar beer papa in nog buiten alle even
redigheid sterker bewoordingen te antwoorden.
Zoo haalde het eene woord het andere uit, totdat
ten elotto do slimmerd de verlangde gelegenheid
vond om het hooge woord te uiten«Alles is tus
schen ons afgedaan."
Eu nu had Nrédério Moutin niets vlugger te doen,
dan van tafel op te staan, zijn hoed te grijpen, dien
met sprekend gebaaj op zijn hoofd te zetten, en naar
de uitgangsdeur to stappen. Daar echter werd hij
opgewacht door Guépier den zoon, die zich genoopi
gevoelde, als beschermer der in de persoon zijner
zuster verdrukte onschuld op te treden.
Thans, naar zich begrypen laat, namen de zaken
een ernstiger wending. Na de woorden kwamen de
dadeq. Guépier Jr. pakte Frédéric by den kraag, en
in een ommezien regende het vuistslagen over en
weer, bij welk tooneel het zoe wreedelijk verlaten
meisje goedvond in zwym te vallen. En, daar Moutin
de meeste en hardste slagen uitdeelde, staat hy thans
als beklaagde voor de rechtbank.
Papa Guépier verhaalt uitvoerig de hierboven ge
schetste scène en zegt ten besluite van zyn verhaal:
«Moutin beweert, dat ik hem met lage woorden
vernederd heb. Maar iedereen, die my kent weet,
dat zoo iets niet in myn karakter ligt."
En daarop, zich tot den beklaagde wendende:
«Je zult met mijn dochter trouwen, of je zult zeg
gen waarom."
Moutin«Ik zeg al zoo lang waarom. Omdat
uw lieve dochter en ik niet bij elkaar passen. Ik
ben namelijk erg vroolyk van aard, en zij is zoo
prettig als de dood van 't ganzenbord."
Voorzitter: «Komaan, geen discussies hier!" (tot
den beklaagde): «Bekent gy, Cuépier, vaderen zoon
geslagen te hebben?"
Moutin«Dat zou ik u waarachtig niet weten te
zeggen, Zij vielen op mij aan, en toen sloeg ik van
mij af, natuurlyk
Guépier Jr. legt een geneeskundig attest over,
blykens hetwelk by by den slag een blauw oog en
een gezwollen neus had opgedaan.
Guépier Sr, Ijeroopt zich op kwetsuren aan hals
en oor.
Guépier Sr.«En dat meisje, waarmee hij trouwen
wil. is geen duit ryk, terwyl mijn dochter 4000
francs mee ten huwelijk krijgt."
Moutin: «Dat's nu ook zoo'n rijkdom niet, om
iemand gelukkig te maken, als de liefde er niet bijkomt"
Guépier Sr. «Al is 'tdan geen rijkdom, men leeft
er ten minste mee op zyn gemak."
Moutin«Wel mogelijk, maar ik prefereer de
liefde boven het gemak."
Middelerwijl veroordeelt de rechtbank Moutin tot
50 francs boete.
Bij den Rijksdag is hot Witte Boek ingediend
omtrent den invoer van varkens in Duitschland,
zoomede omtrent de uitsluitingsmaatregelen van
Engeland, Frankrijk, België en Nederland tegen den
in- en doorvoer van Duitsch vee.
Uit het maandelijksch ciwrzicht van den stand der
ziekte van mond- en klauwzeer in Pruisen blijkt,
dat de kwaal aanmerkelijk vermindert.
Wij deelden reeds mede met welk een geestdrift
het oude Frankfort den Duitschen Keizer heeft
ontvangen. De tevredenheid van den Keizer daar
over straalt door in zijn toost, die van meer tact
getuigt dan wij van Wilhelm gewoon zijn. De
burgemeester van Frankfort, Miquel, een der hoof
den der nationaal-liberalen, werd door Z. M. zeer
onderscheiden. Daar was 90k een bijzondere reden
voor. Miquel had zijn voOfhemen te kennen gegeven
zich uit het politieke leven terug te trekken, daar
zijn drukke bezigheden als burgemeester eener groote
stad hem niet meer toelieten een mandaat voor
den Rijksdag te aanvaarden. Do Keizer heeft
onlangs op een diner te Berlyn, waaraan ook Miquel
deelnam, hem weten te bewegen om zich weder
beschikbaar te stellen voor den Rijksdag. De Keizer
zeide wat zeer vleiend was voor de nationaal-
liberalen in het algemeen en voor Miquel in het
bijzonder dat mannen als Miquel niet gemist
konden worden en hij persoonlijk 't aangenaam zou
vinden, wanneer Miquel op zijn besluit terugkwam.
Miquel kon natuurlijk niet weigeren. De vrijzin
nigen vinden thans zulke dingen heel onaangenaam;
zij hebben altijd gezegd, dat, wanneer Wilhelm II
aan de Regeering kwam, de vlag der reactie in
top zou worden geheschen. En zie nu blijkt
dat de Keizer met de nationaal-liberalen op nog
beter voet staat dan met de conservatieven.
Nadere berichten over de kolenmijnen in West-
falen bevestigen wat wij gisteren hebben gezegd.
De vrees voor een werkstaking is zoo goed als
verdwenen. De zoogenaamde «Sperro" is opgeheven
en men twyfelt er niet aan, of de mijnbosturen
zullen algemeen dien maatregel opheffen. Zij worden
daartoe half genoopt onder de pressie, welke de
autoriteiten op de mijnbesturen uitoefenen. De
directe bemoeiing van do Regeering met deze ge
schillen is niet minder merkwaardig dan hut ver
trouwen, dat de mynwerkers over 't geheel in de
Regeering, en meer bepaald in don Keizer stellen.
Het is den sociaal-democraten tot heden dan ook
niet gelukt noem ens waarden aanhang onder de mijn
werkers te krygen.
In de Fransche Kamer heeft het weer géstormd.
Aan do orde was' de verkiezing van het Parijsche
raadslid Joffrin in Montmartre en de Boulangisten
deden wat zij konden, om deze verkiezing ongeldig
te doen verklaren. De tribunes waren meer dan
vol en ook voor het Palais Bourbon heerschte bui
tengewone beweging, De politie had echter ook
buitengewone maatregelen genomen, zoodat van be
toogingen op straat niets kon komen.
De heer Laguerre opende het vuur en betoogde
dat generaal Boulanger, die de meeste stemmen
verkreeg, als gekozen moest worden beschouwd.
Of de verkiezing wettig was, had de Kamer later
moeten uilmaken. Toen de heer Laguerre .sprak
van het basse cour de justice voor het Hoogge
rechtshof, werd hij tot de orde geroepen en moest
de beleedigende uitdrukking terugnemen.
Laguerre vond steun by majoor Laisant, den
bekenden Boulangist, die nog veel heftiger was dan
de advocaat, maar de heer Floquet wist de orde
beter te handhaven dan de bejaarde heer Méline,
die in do vorige Kamer den voorzittorstoel bekleed
de. Aan de beleedigingen, waarmede Laisant de
Kamer en de rogeering overstelpte, kwam nu spoedig
een einde en zelfs de heer Paal Déroulède was niet
in staat de discussie door zijn rnmoerige uitvallen te
storen.
Eveneens baatten de pogingen der Boulangisten
niets, daar de verkiezing van Joffrin ten slotte met
323 tegen 130 stemmen werd gogdekeurd.
In de gisteren door de Kamer v^u Afgevaar
digden gehouden zitting heeft dq heer Rëüvjer op
eene interpellatie geantwoord, dat het recht ifor^
regeering betreffende de muntoonventie van IS^
naangetast blijft, zelfs indien de opzegging lAöt
voor 31 December plaats heeft. In vereenigrag
met zyn ambtgenoot Spalier verklaarde hy, dat de
Regeering niet voornemens is de sonventie op te
De discussie over dit onderwerp is daarop een
maand verdaagd.
ran de Makelaars
De markt was heden onveranderd.
Loco Tankfust 8 80. Geïmporteerd fust f 8.85.
Januari-levering f 8.65. Februari-levering 8,50.
December-levering 8,70. Zeilend 8.70^
AMSTERDAM, 11 December.
(Per Telegraaf.)
Binnenlandeebe fondsen rast. Rusland en Oosten-
vii/ on?eran(lerd- Peru rast. Nieuwe Brasilia
Amerika onreranderd. Missouri waarden
wilhg. Avion 77—80.
GEBOREN; Dirk Umbertoi, onder. B. Bos en A.
Koolmee». Arie, ooderi P. Verhoef en M. Prins
OVERLEDEN 1. Boom, 4 m.
GEHUWD: 4. van Vliet en C. Eindhoven.
De DIRECTIE der Protestantsche Zondags
school verzoekt beleefdelgk allen, die haar voor
den Kerstboom geschenken hebben toegezegd
of toegedacht, deze vóór of uiterlijk op
te willen zenden aan Mevronw SCHIM va»
der LOEFFBoonders.
Wejtthaven, vraagt een FUNRR
goed kunnende werken en van goede getnjgen
voorzien.
Wordt GEVRAAGD een
dageljjks voor eenige uren, doch ZATERDAGS
den geheelen dag.
Te, bevragen aan het Bnrean van dit blad. 1
Eeltknobbels, HoornvliesHuideelt,
Wrattenenz. worden in 7 a 8 dagen tgd
geheel verwjjderd, zonder de minste pjjn te
veroorzaken (ook zelfs niet op de gevoeligste
hnid).
Prijs per flacon met penseel SO ets.
Alléén echt bg B. SCHOLTEN, Coiffeur
Eisch de handteekening van A. v. TOIJLL.
Id geen huisgezin mag ontbreken de
Alle werktuigen van de grofste tot de fijnste
kunnen er door gescherpt en gepolijst worden.
Hoe deze machine werkt is dageljjks tesien
aan onderst, adreskan ook aan hnis ontbo
den worden.