Baitenlandsch Overzicht.
Nationale Militie.
posterij snsr.
Staten-generaal. Tweede Kamer. Zitting
▼*nj Zaterdag 14 December.
INSCH RU VING VOOR d11F~
Voor Ingezeten wordt gehouden:
ART. 16. De inschrijving geschiedt
ART. 17. Voor de Militie wordt niet
ingeschreven
Voorts strekt tot informatie van de
belanghebbenden
dat ieder gehouden is te zorgen, dat
hij bij de inschrijving Wijk en Num
mer zijner woning juist kan opgeven.
fes
maanden lang ge hee recht heeft en van ouds den naam
▼an knokkelkoorts droeg. Die ouderwetsche naam
was bekend gebleven, hoewel de riekte in veel tien
tallen van jaren Java niet bezocht had, en vond
dadelijk weer zijn toepassing toen de eerste aange
tasten in elk gewricht, in eiken «kneukel7' van hand,
voet, of waar ook, pijn voelden. Van de eigenlijke
ziekte was men gewoonlijk in eenige dagen af; men
had wat koorts, een rood gelaat, een gloeiende huid,
in den regel geen ernstige ziekteverschijnselen. Maar
de napret! Als men weer opstond was het bijna
onmogelijk te loopen; het neerzetten van den voet
veroorzaakte zoo'n verzameling van fijne puntjes, dat
men hem met schrik weer oplichtte, en hoewel dat
langzamerhand beter ging, bleef men toch geruimen
tijd een zonderlingen gang houden; weken en maan
den na de genezing deed een handdruk soms nog pijn.
«Men vertelde, dat de ziekte in Britsch-Indië
dandy-fever genoemd werd, en die naam in verband
stond met den vreemden, gemaakt schijnenden gang
der reconvalescenten. Anderen zeiden echter dat het
een verbastering was van den eigenlijken naam
dengue-fever.
«Toer. ik de eerste berichten las van de nu in
Rusland heerschende epidemie, dacht ik onwille
keurig aan de knokkelkoorts; ik zag echter niet
dezelfde verschijnselen genoemd. Toen ik later las,
dat de ziekte wordt voorafgegaan door twee of drie
dagen van loomheid, en vervolgens de koorts uit
breekt, die zes of acht uren snel toeneemt en van
4 glen, hoofdpijn, gewrichtspijn, keelaandoening en een
hinderlijken kuch vergezeld gaat, en dat zij genoemd
wordtdengh!
«Veel twijfel aan de indentiteit met knokkelkoorts
blijft nu bij mij niet bestaan. De onderstelling ligt
▼oor de hand, dat het een oorspronkelijke chineesche
ziekte is, en ook de naam chineesch is, die slechts,
langs verschillende wegen zich verspreidende, eenige
verandering onderging, terwijl het onderscheid inde
verschijnselen gereedelgk aan het niet geringe ver
schil in klimaat van Java en een russischen winter
toegeschreven kan worden."
Bij het Hooger onderwijs ontstond een dooï de
heeren Lobman en Heemskerk ingeleid debat, dat
wijselijk bekort werd op het waarschuwend woord
van den voorzitter. De heer Lohman verlangde
mettertgd het recht om graden te verleenen ook
▼oor de Vrge Universiteit; de heer Heemskerk
keurde op hoogen toon den geest van het h. onder
wijs af, hetgeen hem een lang niet malsche terecht
wijzing bezorgde van den heer Lieftinok. De mi
nister Mackay was verstandig genoeg zijn beide
partijgenooten ongetroost heen te zendon; noch voor
het afschaffen der theologische faculteit, noch voor
het vorleenen van het jus promovendi aan inrichtin
gen, die niet geheel op den leest der rijksuniversi
teiten geschoeid zijn, toonde hij eenige sympathie.
Bij middelbaar onderwijs vernam men op eene
vraag van der. heer Zaager, dat er nog geen plan
bestaat de examenvakken van het eindexamen mid
delbaar ondorwijs te beperken, en bij lager onder
wijs, dat de hervatting der subsidieëring van de
kweekscholen te Arnhem en Haarlem in overweging
zal komen als de regelen der subsidieering van bij
zondere scholen worden vastgesteld, en mogelijk al
bij suppletoire begrooting zal worden voorgesteld.
Overigens ging het ditmaal met stoom door deze
afdeelingen heen.
Bij de afdeeling Kunsten en Wetenschappen is
een amendement van den heer /Böell aangenomen
om de som voor tractementen van archivarissen met
1400 te verminderen, zoodat de Minister verhin
derd wordt uitvoering te geven aan zgn voornemen
om de niet zeer hooge salarissen dier ambtenaren
een kleine periodieke vermeerdering te doen onder
gaan. De overbrenging van archiefstukken uit Zwol
naar UtjJbht wekte in de Kamer geen belangstelling
in verhouding tot die buiten de JCamer, in de pro
vincie Overijsel en in de pers. Het protest van den
heer G. Van Dedem ging vrijwel verloren.
De Kamer vorderde tot art. 150. 9 Waarschijnlijk
zullen deze week drie avondzittingen noodig zgn.
Twee handelaren in rijwielen te Antwerpen hadden
onlangs oen weddenschap aangegaan over de vraag:
wie vau hen beiden het spoedigst aan drie straat
jongens het wielrijden zou leeren.
De wedstrijd had plaats in het Park ten aan-
schouwe van een menigte belangstellenden. Het
bleek, dat de eene handelaar het wielrijden kon leeren
in lVa uur, en had hg drie rijwielen mogen ge
bruiken, in plaats van éen, dan had hij het in een
half uur gedaan. Hij liet eerst zijn leerlingen 5
minuten lang met het rijwiel loopen, zoo hard als zij
konden. Daarna moesten zg zich i 0 minuten oefenen
in het staande blijven op den opstap, terwijl het
rijwiel in gang was gebracht, zoolang tot het vanzelf
omviel, en eerst na die oefeningen werden zij op>het
zadel gezet, om zoo te rijden.
Het onderwijs op die nieuwe manier slaagde zeer
goed. Maar 's winners mededinger, die de oude
manier volgde, was na drio uren van zware inspan
ning nog niet met zijn leerlingen klaar.
De vorst van Monaco heeft aan zijn gemalin be
loofd, dat hij de speelzaal zal sluiten na don eersten
zelfmoord, die er "weder zal plaats hebbon.
Waarom de Vorst nn juist wacht totdat nog éér.
slachtoffer van het spel zich doodt, of dat misschien
no. 100 of no. 1000 moet wezen, en er een rond
cijfer verkregen worde, begrijpen wij niet.
Het vermoeden ligt voor de hand, dat er nog
wel de eene of andere voorwaarde bij zal gevoegd
zijn, waarvan de vervulling moeilijker zal wezen te
constateeren dan de dood van don zelfmoordenaar.
Misschien als de hertogin van Richelieu proef
ondervindelijk kennis réaakt met de voordeelen, dio
de Bank afwerpt, dat zijzelve op het nakomen der
toezegging niet zal aandringen. AmhCt.)
Uit New-York wordt geschreven Te nauwernood
is Steve Brodie, «the bridgejuraper«, de vermaarde
bruggenspringer van de Niagara-watervallen, welke
hij in zijn ton is doorgesneld, in zijne kleine her
berg in de Bowrystraat terruggekeerd en nog is
elkeen verbaasd, dat hij niet verdronken is, noch
den nek gebroken heeft en reeds heeft zich een
nieuwe vertegenwoordiger van het Amerikaanscho
gekken-geslacht opgedaan, dio hot roekelooze waag
stuk zal ondernemen, om, of er zijn leven bij in te
schieten, of die kermis-glorie te veroveren, waarvan
dier menschen gelukzaligheid schijnt af te hangen.
De «beroeps" bruggenspringer Brodie had, boven
en behalve de winst, welke de talrgke aangegane
weddenschappen hem afwierpen, ten minste nog
een practisch doel met zgn waagstuk, hij is nu na-
meljjk het groote aantrekkingspunt van zijn kroeg
geworden, welker bezoekers, over 't algemeen lieden
van twijfelachtige reputatie, dea waard als een soort
van achtste wereldwonder beschouwen. De nieuwe
Niagara-held is echter een volslagen onbekende
jonge man uit Ransomville in New-Yereey wien
het uitsluitend, om den «roem« te doen is, of
schoon hij waarschijnlijk, wanneer hg Hieven er
af brengt, wel zijn impresario zal vinden, die
hem in een tentje voor geld laat kijken. De manier,
waarop hij den overtocht denkt te volbrengen
wijkt geheel af van die van zijn voorganger.
Hij wil zich laten insluiten in een grooten bel,
van kaoetschoek, die in het raidden een holte heeft
en van onderen een looden gewicht van drie hon
derd pond draagt, om het kantelen te voorkomen.
Door middel van stalen staven belet hij dan het
indrukken der inwendige ruimte, om zoodoende geen
kwetsuren op te loopen, terwijl uit luchtreservoirs
hem de noodige zuurstof wordt toegevoerd. Hij zelf
wil zich in watten doen wikkelen, vóór men hem
in den kogel laat kruipen in welks inwendige ruimte
een strak gespannen hangmat hem opvangt en tegen
stooten beveiligt.
De dag, waarop dit dolle plan zal worden uitge
voerd, is op den len Mei vau hot volgende jaar
bepaald. Intusschen kan men zich op deze opgave
niet verlaten, daar zij slechts dient om de overheid
van de wijs te brengen, die zich ook ditmaal wel
een rad voor de oogen zal laten draaien.
Donderdag 12 December hield deafd. Amsterdam
der vereeuiging Fax Humanitate eene vergadering.
Na do opening der vergadering en de lezing der
notulen van de vorige gaf do secretaris verslag van
den toestand der afdeeling. Uit het verslag bleek
dat het ledental geklommen was van 42 tot 97 en
dat zich in den loop van 1889 twee ^Éwe afdee
lingen, één te Utrecht eu één te 's Graveffhago ge
vormd hadden. Op eene vraag door e'en der leden
naar aanleiding van het verslag gedaan, of het
bestuur geene pogingen aanwendde om in andero
vereenigingen de zaak te bespreken werd door het
bestuur geantwoord, dat het dien weg niet volgde;
alleen dan wanneer vereenigingen inlichtingen ver
langen werden die gegeven. Voor de propaganda
worden de stukken van F. H. uitgaande, zooveel
mogelgk verbreid. Het verslag zal gedrukt en aan
leden en belanghebbenden verzonden worden.
De rekening van den penningmeester sloot met
een klein batig saldo, do contributie voor 1890.
werd vastgesteld op f 1.
Ken voorstel van 3 leden van het Voorloopig
Comité tot Oprichting van een Permanenten Interna
tionalen Raad van Opvoeding kwam nu in discussie,
het bad de strekking om aan Art. 2 der Statuten
toe te voegen: «terwgl de Veroeniging geen gelegen
heid zal laten voorbijgaan de regeering des lands te
overtuigen van den prijs, dien zij stelt op haar kracht
dadige medewerking, adviezen enz. Zij lichtten hun
voorstel toe, door er op te wijzen, dat P. H. mede
werkt aan eene internationale boweging en dat eene
toevoeging, in ons land, dank zij onzen vrijzinnigen
instellingen niet noodig was in het buitenland wel
noodig ko'n zijn en uit dien hoofde in de statuten
der Nederlandsche vereeuiging opgenomen moesten
worden; opdat die statuten anderen tot model zou
den kunnen dienen.
Koert was vreeselijk ontroerd. De teedore, bekoor
lijke Jane, die hij altijd voor oogen had, begon te
verbleekèn, d$nk zij de woorden van den Engelschen
advocaat.
„Zij zal ha«r verovering niet behouden," antwoordde
Koert. Ik zal ten minste kracht genoeg hebben om
mij tegen haar te beschermen. Eerlijk gezegd, mijn
heer Morris, ik zou nooit iets kwaads van miss Gray
gedacht hebben. Wat verstaat zij de kunst van
▼einzen! Er komen oogenblikken, dat ik zelf twij
fel aan hetgeen ik in 'de laatste dagen doorleefd heb.
Haar beeld heeft zich zoo diep in mijn hart gegrift
met den sluier der onschuld eu het masker der rein
heid, dat zij mij nog in den droom verschijnt als
de personificatie van reinheid en onschuld. Yan
nacht nog verscheen zij mij in den droom en klaagde
u aan, mijnheer Morris. Ik kwam zoi geheel onder
haar invloed, dat ik 'rag liet medéslepen om u
schrik niet, mijnheer! om u den degen in de
borst te stooten."
De Engelschman deinsde terug, keek Koert een
oogenblik met glazige oogen aan, wendde zich ter
zijde en overwon allengs den hevigen schrik. Na
een poos zeide hij:
«Het is niet zoo onwaarschijnlijk dat mevroüw
▼on Berghaupt te eehiger tijd klaagt over den man,
wiens treurige plicht het was u de oogen te openen
voor een zaak, die ik veel liever verzwegen had, als
ik dat met mijn geweten eu mijn rechtsgevoel had
kunnen overeenbrengen. Alleen plichtgevoel heeft
mij doen handelen, als ik dus door u werd neerge
sabeld wegens de vervulling van mijn plicht, zou ik
zonder ifiorren sterven als een soldaat voor den vijand!"
Verschrikt en aangedaan greep Koert de beide
handen van den Engelschman.
«Pardon, mijnheer! Ik vermoedde niet, dat ge
mijn dwazen droom zoo ernstig zoudt opnemen."
«Mijnheer, ge zoudt waarlijk de eerste man niet
zijn, die onder den invloed van een schoone vrouw
zijn besten vriend doodt! Zulk een noodlottig oogen
blik zou misschien weldra aanbreken, als ge aan
de dringende wenschen van uw vrouw voldoet en haar
gaat opzoeken."
«Nooit!" riep Koert uit, «zelfs niet op het gevaar
af dat men mij voor moedeloos houdt."
«Dat zal men niet doen, mijnheer von Berghaupt,
want ik geloot dat niemand tor wereld van u kau
eischen, dat ge jegens de dochter van James Gray
anders zoudt handelen, dan ge gedaan hebt. Wat nut
kan zoo'n ontmoeting ook hebben? Niets dan een
scène zou het gevolg zijn en daarmee is uw huwelijk
niet ontbonden."
«O, mijnheer Morris! er is geen twijtel mogelijk.
Ik zal mij «iet vernederen tot een ontmoeting met
haar! Nooit, nooit, zie ik Jane Gray weder!"
De advocaat bleef plotseling stilstaan en nood
zaakte dus Koert dit ook te doen.
«Maar, mijnheer von Berghaupt als uw vrouw eens
do moeite nam om u hier in het hotel te komen
opzoeken, wat dan?"
Koert schndde het hoofd.
«Voor zoover ik Jane Gray ken, hond ik dit ge
val voor onmogelijk."
Een fijne glimlach speelde om de lippen van den
advocaat.
«Mijnheer von Berghaupt, blijkbaar gaat dit be
weren uit van de valsche onderstelling* dat de doch
ter van James Gray zooveel gevoel van eigonwaarde
bezit, dat zij den man niet wil volgen, die haar (len
rug toekeeat. Het spijt mij zeer, dat ik u uit dien
waan moet helpen. Mevrouw von Berghaupt heeft
al reeds in eigen persoon en zonder geleide te Wies-
baden naar u gezocht en zij is besloten haar man
overal te volgen. Door vragen en zoeken vond zij
mijn woning. Is het dan niet zeer waarschijnlijk dat
zg te eeniger tijd ook uw verblijf alhier uitvindt?"
«Zij maakt mij waanzinnig," mompelde Koert.
«Laten wij nu ($'ns aannemen, dat de dochter van
Jane Gray u hier 'ontmoet, misschien in bijzijn van
andere personen en denken wij verder, dat ge luistert
naar de stem van uw hart en haar terugwijst, zou
den dan alle gasten van het hotel, niet wetende hoe
de zaken staan, geen partij kiezen voor de schoone
vrouw? Eri zou de zaak dan niet in het geheele
land bekend worden? Zouden dan in alle standen
van de maatschappij geen lieden te vinden zijn, die
voor en tegen u partij kozen? De couranten zouden
zelfs verplicht zijn er over te schrijven en een schandaal
veroorzaken, waarvan <Je gevolgen niet te overzien zijn."
Wordt vervolgd.)
1
Hiertegen werd aangevoerd: lo. dat dit punt in
de Toelichting op ie. Statuten reeds behandeld was
en 2o. dat de Nederlandsche statuten voor Nederland
en met het oog op de daar bestaande toestanden
gemaakt zijn. Zij kunnen dus geen model voor de
geheele beweging zgn. Juist het omgekeerde behoort
het geval te wezen. Wanneer er eenmaal door in
ternationale samenwerking bonds-statuten vastgesteld
zijn dan zal ook Nederland zich daarnaar moeten
richten. Be clausule werd daarom niet aan Art. 2
toegevoegd.
Wegens het vergevorderde uur kon het punt van
bespreking niet aan de orde gesteld worden.
Id de Eransche Kamer van Afgevaardigden is
beraadslaagd over de uitgaven voor de geheime
politie. De heer Cornudet bestreed den post en
stelde een amendement voor, dat echter werd ver
worpen, nadat de minister Constant het amende
ment bestreden en het aangevraagde krediet ver
dedigd had.
Na eene vrij heftige woordenwisseling tusschen
republikeinen en Boulangisten werd art. 1 van het
optwerp op de geheime fondsen met 313 tegen 187,
en het ontwerp in zijn geheel met 290 tegen 192
stemmen aangenomen.
Dat de mgnbesturen in Westfalen ditmaal zoo
grif hebben toegegeven aan de eischen der werk
lieden, moet voornamelijk worden toegeschreven aan
de bemiddeling van den Afgevaardigde dr. Ham-
macher, dio terstond van Berlijn zich naar de plaats
van den strijd begaf. Ook bg de vroegere werk
staking heeft Hararaacber, zooals men weet, een
gunstigen invloed uitgeoefend. Hij was daartoe in
staat, omdat hij is een onpartijdig man en tevens
omdat hij is een man van tact. Het gevolg is, dat
de werkstaking hoogstwaarschijnlijk in Westfalen
zal worden vermeden. Ook de Regeeringspersonen
hebben zich, op verlangen van den Keizer, direct
met de geschillen bemoeid en met gunstig gevolg.
De Opperpresident Studt „ontbood de afgevaardigden
der mijnwerkers, Schroder, Bunte en Brodum 'en
had met hen een onderhoud. Schroder van do
vroegere werkstaking nog wel bekend voerde bet
woord. Hg deelde als eisch der werklieden mee,
dat al de sedert Mei ontslagen werklieden weder
zouden worden in dienst genomen en door al tie
mijnbesturen zou wordeü bekend gemaakt schrifte
lijk en duidelijk, dat de Sperre binnen acht dagen
zou worden opgeheven; geschiedde dit niet, dan
was de werkstaking ouvermijdèlgk. Schroder zou
persoonlijk de proef nemen, of de mgnbesturen aan
den eisch voldeden, door zelf aan te vragen bij
de mgn, waar hij ontslagen was, weer in dienst te
komen. De Opperpresident Studt beloofde de
arbeidersdepututie, dat hij zgn invloed zou aan-
wonden do Sperre te doen opheffen en hg verzocht,
dat Schroder dan ook van zijn kant zijn invloed
zou aanwenden tot vermijding der werkstaking.
Ten slotte verzocht de Opperpresident Schrödor
nog, dat hij zich tot hem zou wenden, wanneer
aan zijn verzoek om werk in do mijn niet mocht
worden voldaan. Men weet, dat Schroder door
het mijnbestuur weer in dienst werd gesteld en de
«Sperre" algemeen is opgeheven. Lr wordt dan
ook niet meer aan getwijfeld, dat morgen de afloop
der mijnwerkersvergadering gunstig zal zijn.
In het Saar-district ziet het er minder goed uit
en men vreest, dat heden de werkstaking daar
algemeen- zal zijn. De meeste mgnen hooren daar
aan den Staat en men wil, dat de Minister Botticher
nog in drukke onderhandeling is mot do mgnbe
sturen.
De gaswerkstaking te Londen neemt een voor de
werkstakers slechte wending. De gasmaatschappij
is er in geslaagd andere werklieden te vinden en zet
het werk zonder hinder voort. De pogingen van
de werkstakers om anderen don arbeid te beletten,
hadden di'rnaal geen succes, want er was een talrijke
politiemacht op do been, terwgl erbovondion 1000
soldaten gereedstonden om de gasmaatschappij te
beschermen. De werkstakers waagden 't dus niet
tot don aanval over te gaan en zgn later iu een
openbaar schrijven tegen den politie-maatregel op
gekomen. «Indien de regeering op dergelijke ge
welddadige wgze*te werk blijft gaan", heet het in
dit schrijven, dan zal dit de goede gezindheid, die
wij koesteren en willen blijven betoonen tegenover
overheid en regeering, wegnemen on onvermijdelijk
een maatsogappelijko omwenteling ten gevolge heb
ben." Meu schijnt echter in Engeland wgzer te
worden en zich aan zulke praatjes uiot meer te
storen.
Hoewel nog niet liet juiste tijdstip der aanstaande
verkiezingen voor den rijksdag bepaald is, zoo is
toch reeds feitelijk in het Duitsche rijk de verkie
zingscampagne geopend. Onder de afzonderlijke ru
briek rijksdag-verkiezingen deelen de verscliillendo
bladen alle daarop betrekkelijko bijzondorheden
omtrent vergaderingen van kies vereenigingen, het
stellen van candidaten enz. eiken dag vrij uitvoerig
mede.
Zooals men weet, is het kartel vernieuwd. De
nitionaal-liberalen zullen wederom het rgk van alle
mogelijke euvelen redden in bondgenootschap met
de reactie. Voor hen onder de rijkspartijen, die nog
rekenden hier of daar op den steun der katholieken,
heeft Windthorst als leider van het centrum dezer
dagen in den rgksdag eene verklaring afgelegd, welke
aan allen twijfel op dit punt een einde maakt. Hij
protosteerde er uitdrukkelijk tegen, dat het centrum
tot het kartel gerekend werd. Noch hij noch zijn
politieke vrienden wilden iets van dit verkiezings-
verbond weten en zouden bij de verkiezingen alles
in h»-t werk stellen om het kartel de neerlaag te
bereiden.
Ofschoon op dit laatste met het oog op het hui
dige regime in het Duitüche rijk, vooral in verband
met het heirleger regeringsgetrouwe ambtenaren,
niet veel vooruitzicht «staat, zoo kan meu wel, tus
schen de regels doorkiezend, uit de organen der
«rijkspartijen" opmerken, dgt het den kartelbroeders
niet zoo heel wel te moede is bij deze algemeene
verkiezingen. Er behoeft geen twijfel te bestaan, of
zg zullen nog m gelegener tijd een pakkend kiespa-
rool voor den vreesachtigen kiezer vinden, doch voor
het oogenblik ontbreekt hun dat oog. Do strijd van
beide zijden belooft des te heftiger te worden, wijl
de afgevaardigden voor den rijksdag ditmaal krach
tens de nieuwe wet op de legislaiuurperiode voor
vgf jaren moeten gekozen worden.
Ook in België beginnen de politieke partijen zich
langzamerhand voor te bereiden op de aanstaande
algemeene verkiezingen voor de kamer, die in den
zomer vau 1890 zullen plaats viuden. Men verkeert
nog in bet onzekere, of het regeeringsvoorstel tot
beperking der kieswet nog in deze zitting in behan
deling zal komen. De toongevende clericale bladen
doen wel, alsof de regeering blaakt van ijver om het
wetsontwerp-Devolder aan de orde te stellen, maar
zoo veel geloof hecht men aan. hun verzekeringen niet.
Integendeel acht men het niet onmogelijk dat
het ministerie, in aanmerking nemend de krachtige
protestbeweging, welke zich in het land heeft ge
openbaard tegen het «nieuwe wetsontwerp op de kies
wet, er toe besluit om het tot de volgende zitting
te laten rusten, altijd wanneer de stormloopers der
clericale partij den ministers daartoe vrijheid laten.
Misschien toch is geen enkele regeering zoo zeer de
gevangene van haar eigen partij als de Belgtam&e.
EERSTE KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDER^ der Go-
meen te Gouda
Gezien art. 19 der wet van den 19deh Augustus
1861 {Staatsblad no. 72),
Herinneren allo belanghebbende aan hunne ver-
plichtiug tot het doen van aangifte ter inschrijving
voor de Nationale Militie, in de maand Januari 1890
en brengen ter hunner kennis de volgende bepalin-
gon der genoemde Wet
ARTJ. 15, Jaarlijks worden voor de Militie inge
schreven alle mannelijke ingozeten, die op den lsten
Januari van het jaar hun 19de jaar waren in
getreden
lo. Hij wiens vader, of, is deze overleden, wiens
moeder, of, zijn beide overleden, wiens voogd in
gezeten is, volgens de Wet van den 28sten Juli
1850 (Staatsblad no. 44)
2o. Hg die geen ouders of voogd hebbende, gedu
rende de laatste aan het in de eerste zinsnede
van dit artikel vermelde tijdstip voorafgaande
achttien maanden in Nederland verblijf hield
3o. Hg, van vritens ouders de langstlevende inge
zeten was, al is zijn voogd geen ingezetenen, mits
hij binnen hot Rijk verblijf houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemde
ling behoorende tot eenen staat, waar de Neder
lander niet aan de verplichte krijgsdienst is on-
d er worpen, of waar ten aanzien der dienstplich
tigheid het beginsel van wedorkoerigheid is
aangenomen.
lo. Van een ongehuwde iu xle Gemeente, waar
<!e vader, of,o is deze overleden, de moedor, of
zijn beido overleden, de voogd woont
2o. Vau een gehuwde en van een weduwnaar, in
do Gemeente waar bij woont /Y\
3o. Van hom, die geen vader, moaMtfJof voogd
hoeft of door dezen is achtergelat® of wiens
voogd buiten 's lands gevestigd is in dë Gemeente
waar hg woont;
4o. Van den buiten 's lands wonenden zoon van
een Nederlander die ter zake van 's lands dienst
in een vreemd land woont, in de Gemeente waar
zgn vader of voogd het laatst in Nederland ge
woond heeft.
lo. Do in een vreemd Rijk achtergebleven toon
van een ingezeten, die geen Nederlander is
2o. Be in een vreemd Rijk vorblyf houdende
ouderlooze zoon van een vreemdelng al is zijn
voogd ingezeten
3o. Be zoon van den Nederlander, die ter zake
van s lands dienst in 's Rijks overzeescbe be
zittingen of koloniën woont.
ART. 18. Elk die volgens art. 15 behoort te wor
den ingeschreven, is verplicht zich daartoe bg
Burgemeester en Wethouders aan te geven tusschen
den lsten en 31sten Januari.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis, ie zijn
vader of deze overleden, zijne moeder, of, zijn
beiden overleden zijn voogd tot hot doeu van dio
aangifte verplicht.
Be wijze, waarop van het doen van de aangifte
blijken moet, wordt door Ons bepaald.
ART. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn
19e jaar, doch voor het volbrengen van zijn 20ste,
ingezeten woret, is verplicht zich, zoodra dit plaats
heeft, ter inschrijving aan te geven bij Burge
meester en Wethouders der gemeente, waar de
inschrijving, «olgens art. 16 moet geschieden.
Baarbij gelden de bepalingen 'dhr 2e er. 3e zinsnede
van art. 18.
Zyne inschrijving geschiedt in het register van het
jaar, waartoe hij volgons zijnen leeftijd behoort
burgemeester en Wihouders voornoemdroepen dien
tengevolge op de ingezetenen, die hun 18de
jaar hebben bereikt (dat zijn zij die
in het jaar 1871 zijn geboren,) en over
eenkomstig het vorenstaande in deze Gemeente
tot aangifte verplicht zijn om zich op de volgende
dagen ter Secretarie aan te melden van des
voormiddags 10 tot des namiddags 1 ure en zich
in de daarbij vermelde orde te doen inschrijven,
te weten
zg wier geslachtsnaam begint met de letter A. B
C. B. E. F. G. H. I. J. K. L. en M„
tusschen den 2 en 15 Januari 1890 en
zij, wier geslachtsnaam begint met de letter N. O.
P. Q. R. S. T. U. V. W. X. IJ. en Z.
tusschen den 15 en 31 Januari 1890.
dat het register van inschrijving op den 3 lsten
Januari, des namiddags ten 4 ure, voorloopig wordt
gesloten en dat zij, die alsdan verzuimd hebben, de
voorgeschreven aangifte te doen, ingevolge art. 185
der Wet vervallen in eene boete van 25tot
100.—
dat ieder, die voor de Militie moet worden inge
schreven zich behoort te voorzien van extract uit
het geboorte-register dat bij de aangifte moet wor
den medegebracht,
dat dit extract aan hen, die binnen deze Gemeente
zijn geboren, op hunne aanvragen op hot Bureau
van den Burgerlijken Stand gratis zal worden uitge
reikt, terwgl zij die elders geboren zijn, zich ter
Gemeente-Secretarie kunnen aanmelden, ten einde
genoemd extract van het Gemeentebestuur hunner
geboorteplaats te doen aanvragon, en
GOUBA, den 13 Becember 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
VAN BERGEN IJZENDOORN.
Be Secretaris,
BROUWER.
LIJST van BRIEVEN, geadresseerd aan onbe
kenden en verzonden gedurende de 2e helft der maand
November 1889, welke door tusschenkomst van het
postkantoor te Gouda terug zijn te verkrijgen.
G. H. Strenger, te Amsterdam; mej. C. Verduin
te 's Gravenhage; Cornelissen, te ^Monnikendam'
T. Bakker, te Werkendam; P. van Wgk, te Zoeter-
woude; C. de Rijer, te
BRIEFKAARTEN.
H. W. Verloop, te schoonhoven; J. de Kam, te
Schoonhoven.
Brief, verzonden geweest naar INDIË:
K. Bruin, t^ Muntok.
Brief van WADDINGSVEEN.
J. Rietveld, te Nieuwerbrug.
Gouda, 13 December 1889.
Bo Birecteur van het Postkantoor
TORSTER.
Ben 30sten October j.l. overleed te Groenloo ia
de kracht des levens een oppassend huisvader, die