Builenlandscti Overzicht.
PETR0LEUM-N0TEERINGEN
3323teStaats-loterij
BEURSBERICHT.
ADVERTENTIËN.
Cantzlaar Schalkwijk, te Rotterdam.
Burgerlijke Stand.
den minuten van justitie en financiënmoeilijk val
len het wetsontwerp te redden; zij zouden, dunkt
ons, wjjs doen, indien zij het eenvoudig terugnamen.
De Kamer benoemde nog met 25 van de 42 stem
men tot commies-griffier, met ingang van 1 Januari,
mr. H. Zillesen, commies-griffier der Tweede Kamer.
Tweede Kamer. Zitting van Maandag 16 De
cember.
De begrooting voor Binnenlandsohe Zaken is zon
der stemming aangenomen en vastgesteld op een be
drag van circa 10,5 millioen. De minister heeft bjj
dit debat getoond een zaakkundig administrateur te
zjjn. Van alles behoorlijk op de hoogte, wist hij de
verschillende posten uitnemend te verdedigen. Uit
de discusste stippen wij aan, dat het amendement-
Lieftinck om de ruïne van het slot Teiligen niet voor
oudergang te behoeden met 48 togen 20 stemmen
werd verworpen. De wijze waarop de hoer Lieftinok
zijn voorstel verdedigde is karakteristiek. Hij wilde
het slot onaangeroerd laten, evenals men dit van
den vorigen eigenaar eischte. Hij wilde den tand
des tijds stilletjes zijn gang laten gaan, om leelijke
ruïnes te vernietigen de Staat moet niet tegen den
tand des tijds concurreerendaar zijn onze finantiën
niet tegen bestand. Als later 't slot geheel vervalt,
plaatse men er een bord met de woorden„Hier
stond het slot van Teylingen». Dat is een goedkoope
manier, om historisohe herinneringen te bewaren.
Op eene vraag van den heer Borgesius antwoordde
de minister, dat het plan om schilderijen uit het
Mauritshuis naar het Rijksmuseum te Amsterdam te
laten overbrengen was opgegeven.
Een aanval van den heer Eabius op de uitbrei
ding van tfce normaalschool voor teekenonderwijzers
met een nieuw gebouw voor leerschool werd even
eens afgeslagen. De klacht van eenige leden, dat
de Regeering geen open kaart gespeeld had met
deze verhooging werd door den minister ontzenuwd,
daar hij bewees dat do verslagen de Kamer gere
geld op de hoogte gehouden hadden. Het amende
ment viel met 56 tegen 24 stemmen.
Na Binnenl. Zaken de Marine. De algemeene be
raadslaging begon met een afkeurend betoog van
den heer Serot over do torpedojagers. De heer
Viruly voegde zich hierbij, doch had nog andere
grieven, die meer de administratie betroffen en de
wijze waarop de minister zijne begrooting had toe
gelicht.
In de avondzittingen keurden de heerenLand en
Guyot 's ministers beleid af en werd door hen en
anderen do jacht op den torpedojager voortgezet.
Een amendement-Land tot schrapping van/ 750 voor
adspirant-ingenieurs werd met 42 tegen 29 stemmen
verworpen.
Eenige dagen geleden belden twee personen, als
fatsoenlijke burgerlieden gekleed, aan een huis te
Oosterbeek aan en vroegen de aldaar inwonende juf
frouw B. te mogen spreken, bij welke dame zij werden
toegelaten. Een van hen bracht haar de groeten van
haar neef te Apeldoorn en scheen dien zeer goed te
kennen, daar hij op alle vragen voldoende wist te
antwoorden. Eindelijk viel het gebrek op diens zaak
en verhaalde hij, dat die niet meer zoo goed was
als vroeger, en dat zij waren uitgezonden om haar
voor haar neef eenig geld ter leen te vragen. De
dame, die geen kwaad vermoedde, zeide, dat zij geen
geld te missen had, maar dat zij over een paar dagen
terug konden komen: zij zou dan zien wat zij kon
nachten wegblijven, dit levert een geldige reden tot
echtscheiding; om het proces te beginnen neemt ge
dadelijk een advocaat. Als Jane Gray te Parijs ia,
zal zij de verzoeking niet kunnen wederstaan om haar
oude betrekkingen weer aan te knoopen en dan wei
nig lust meer hebben om naar Duitschlam} terug te
tflOTfin
„Welke betrekkingen kan zij te Parijs hebben?
Voor zoover ik weet, heeft zij slechts acht dagen te
Parijs doorgebracht."
„Mijnheef von Berghaupt, ik ben overtuigd, dat
het voor u absoluut geen waarde meer kan hebben
nadere inlichting te ontvangen omtrent de betrek
kingen van eene vrouw, die ge den rug hebt toege
keerd. Laat mij u echter eenvoudig mededeelen,
dat Jane Gray niet acht dagen maar wel vijftien
maanden te Parijs heeft vertoefd. Ge zult moeten
toegeven, dat in zoo'n ldngen tijd zeer goed interes
sante betrekkingen kunnen aangeknoopt worden."
Koert antwoordde niet. In de verte blafte een
hond, zwijgend voortgaande ontmoetten de heeren
een dame, die in het hotel logeerde om de heerlijke
boschlucht te genieten, en weldra stonden zij voor
het hotel. Koert noodigde den advocaat 6p zijn kamer.
„Met genoegen neem ik dit aan, mijnheer, doch ik
moet u vooruit zeggen, dat ik niet lang kan blijven.
Ik heb den koetsier gewenkt om in te spannen."
Mijnheer Morris scheen inderdaad buitengewoon
veel haast te hebben, hij bleef geen half uur in het
hotel. Met een brief van Koert in de hand stapte
doen. Twee dagen later kwam een van hen terug
en ontving toen een bankbiljet van 40 en een
gouden tientje, waarmede hij vertrok onder belofte
dat hij zelf het geld terug zou brengen en er borg
voor bleef. De man kwam een paar dagen late*
terug en deelde haar toen mede, dat hij het bankje
van 40 verloren had, vermoedelijk met het doel
om er nog 40 bij te krijgen. De onnadenkende
vrouw liet den man vertrekken zonder eenigen arg
waan te krijgen, en stelde zich' met de belofte, dat
hij toch aansprakelijk voor de terugbetaling was,
tevreden. Thans is gebleken, dat de bewuste neef
in goeden doen is, van niets af weet, en zij het
slachtoffer van een paar sluwe oplichters is geworden.
{Arnh. Ct.)
Men schrijft uit Hellevoetsluis van 16 December
aan de N. R. Ct.
Do ziekte-verschijnselen bij schepelingen der marine
alhier, waaromtrent in de N. R. Courant gemeld is,
dat zij kenmerkend overeenkomen met de influenza
houden aan. Keerdën de schepelingen van het wacht
schip, op een paar uitzonderingen na, hersteld terug,
gisteren en heden werden weder bootsmansleerlingen
van Zr. Ms. instructieschip Nautilus naar het hospitaal
gebracht, en dezen morgen nog een paar kanonniers.
Ook enkele andere oorlogslieden, die aan den wal
wonen, zijn aangetast, alsmede eenige burgers. Kan
de heerscbende ziekte misschien niet geheel naar
waarheid influenza worden genoemd, van epidemisch
koortslijden durven wij veilig gewagen.
Wanneer de oprichters van den anti-opiumbond
in Nederland op algemeene deelneming in Indië
rekenen, zullen zij, zegt de Java-Bode, waarschijnlijk
bedrogen uitkomen. Voor een deel is dit zeker
daaraan toe te schrijven, dat men afschaffing van het
opiumgebruik heeft voorop gesteld en vervanging
van het pachtstelsel door iets anders niet als doel
maar als middel wil. Voor een ander deel echter
aan het verschijnsel, dat de Europeesche bevolking
eener kolonie zich in den iegel bijna uitsluitend om
eigen belangen bekommert, en om die der Inlanders
alleen, voor zoover zij met de eersten in verband
staan, daarbij zich op zijn hoogst niets makende, dat
de behartiging van hare eigene belangen van zelf tot
welzijn strekt van de Inlanders, terwijl de meerder
heid er, oprechter voor uitkomt, dat zij nietinover-
zeesche gewesten is ten gerieve van den bruinen
broeder. Vandaar dat voortdurendo inmenging van
het moederland in de aangelegenheden eener kolonie
even noodzakelijk is in het belang der Inlandsche
bevolking als uitsluiting van de Europeesche parti
culieren van het bestuur. Een bond, die zich ten
doel zou stellen de afschaffing van de belastingen,
die alleen de Europeanen treffen, zou in Indië meer
deelneming vinden dan een die intrekking wil van
een belastingheffing als de opiumpacht, welke door
de geschiedenis is veroordeeld, de bevolking over
levert aan eene bende uitheemsch gespuis, dat zich
te haren koste verrijkt, onzedelijkheid, moord en
doodslag in de hand werkt en de regeering verlaagt
tot handlangster van lieden, die zij niet dan tot
schade der Inlandsche bevolking over deze loslaat.
Het is niet de vraag of régie dan wel licenties de
zelfde voordeelen zullen opleveren en den smokkel-,
handel zullen doen inkrimpen, maar alleen of het
vuilste middel van belastingheffing nog langer zal
blijven als een schande voor ons land gelijk de bran-
hij in het rijtuig en reed rechtstreeks naar Wiesba
den terug.
Daar aangekomen beval hij den koetsier hem bui
ten de stad naar de villa van den heer von Berg
haupt te rijden. De vermoeide paarden draafden
den straatweg naar Bibrich op en brachten den ad
vocaat in een half uur naar de schoone villa.
Mijnheer Morris stapte uit en schelde aan. De
oppasser kwam opendoen. Deze man was nog niet
vergeten, (J®* zija meesteres hem bevolen had den
Engelschman slechts binnen te laten, wanneer mijn
heer von Berghaupt van zijn reis teruggekeerd zou
zijn. Hij had aanhoudend op den loer gelegen en
vroeg nu op brutalen toon:
„Wat verlangt ge?"
„Het is mijn gewoonte niet aan een bediende
mijn verlangen mede te deelen," antwoordde de ad
vocaat scherp. „Laat mii binnen en dien mij aan
bij mevrouw von Berghaupt."
„Mevrouw heeft ton strengste verboden u niet
binnen te laten, zoo lang mijnheer niet van zijn
reis terug is. En ik zal wel oppassen, mijnheer,
dat uw goudstukken mij niet voor de tweede maal
verleiden."
De Engelschman peinsde een oogenblik en zeide
toen zeer bedaard:
„Zeg aan mevrouw von Berhaupt, dat ik vandaag
naar Londen terugkeer en het ten zeerste betreur
niet persoonlijk afscheid te kunnen nemen. Mijn
adres in Londen is niet voranderd. Ook had ik
dewijnpacht in Ruslaud er eene is voor de regeering
daar. En nu het gebleken is, dat noch de gouver
neur-generaal, noch de minister van koloniën de
zaak aanwillen «n aandurven, behooren zij door de
uiting van de publieke opinie tot wegneming van
den gruwel te worden gedwongen. Waar die uiting
geschiedt door toetreding tot den anti-opiumbond
late men zich in Nederland niet leidon dooi- het
waarschijnlijk geringe deel dat Indië daaraan némen
zalb\j elke kolonie gaat de stoom tot hei)zame
maatregelen van het moederland uit.
Do heer Saint-Saëns vestigt, zooals de heer 8. van
Milligeu uit Parijs in Caecilia schrijft, in een Fransch
blad de aandacht op een nieuw soort van harmonium,
dat hij gezien heeft. Dit harmonium is uitgevonden
door den heer Gontard uit Trebizonde (Turksch
Azië) en moet, zoo wordt althans beweerd, een eind
maken aan het gehoorbedervende van de tegenwoor
dige piano's en harmoniums of orgels. Alle tonen
hebben een afzonderlijken toets: c, cis, des, d, enz.,
en het schijnt, dat het den uitvinder gelukt is, deze
gecompliceerde geschiedenis zoodanig te vereenvou
digen, dat men zich na korte studie met gemak op
dit instrument beweegt. Dan zou dus de onharmo
nische toonladder niet meer uitsluitend bij de theo-
rieleer dienst doen. Op de Parijsche tentoonstelling
was dit instrument to zien; het had echter niemands
aandacht getrokken, totdat de heer Saint-Saëns er
die op heeft gevestigd.
„Dezer dagen, zegt de heer var. Milligen, heb ik
dit instrument bezichtigd en bespeeld. Met een enkel
woord zal ik trachten een denkbeeld van dit har
monium te geven. De zwarte toetsen zijn tusschen
de heele tonen 5 in getal, namelijk boven iederen
toon de onharmonische verwisseling, en tusschen de
tonen 3 verhoogingen en verlagingen, nl. tusschen
c en d: cis, des, eses: boven c: bis en boven d:
cisis, enz. De zware toetsen zijn kleines en smaller,
zoodat men overal gemakkelijk bij kan en men zich
tusschen de zwarte toetsen zeer gemakkelijk op de
witte kan bewegen.
„Het is een waar genot ,qg>it orgel een volmaakt
zuiver akkoord te hooren* ^^vooral zij, die wel eens
door een koor a cappella volmaakt zuiver een akkoord
hebben hooren inzetten (en dit komt zeldzamer voor
dan men oppervlakkig zou denken) kunnen zich hier
van een denkbeeld vormen.
„Thans zal dit instrument in den handel gebracht
worden in alle grootten en prijzen, zoodat het bezit
voor allen bereikbaar wordt, en misschien dragea
deze regelen er iets toe bij, dat ook bij ons te lande
eene proef met deze nieuwe uitvinding wordt genomen.
Aan het Conservatoire alhier wordt het reeds ingevoerd.
„Ik kan natuurlijk niet booordeelen of voor piano's
deze toepassing (vooral bij technische volmaaktheid,
die onze tegenwoordige pianisten bezitten) doeltreffend
zal blijken, maar voor zangscholen, kleine zangver-
eenigingen (vooral koraalvereenigingen) en orgel-
klassen acht ik deze uitvinding van groot gewicht,
en daar ieder onderwijzer aan eene zangschool weet
hoe gemakkelijk (mits men er van den beginne af
aan op werkt) kinderen afstanden leeren treffèn,
stel ik mij voor, dat zij spoediger zuiver zullen
leeren zingen, hoewel natuurlijk de theoretische ver
klaring tot later moet blijven rusten.
„Na een half uur spelens bleek hot mij, dat het
voor organisten of pianisten niet veel tijd zou kosten
er spoedig op thuis te geraken, omdat alles gemak-
gaarne vernomen of mijnheer von Berghaupt reeds
uit Parijs aan zijn vrouw heeft geschreven maar
laat ik zwijgen, dat helpt nu toch niet. Zeg vooral
aan mevrouw, dat ik haar een vriendelijk vaarwel
toeroep."
Zonder zich ontstemd te toonen keerde de advo
caat naar de koets terug en beval den koetsier naar
Mainz te rijden. De dienstvaardigheid van dea
huurkoetsier was echter ten einde. Hij verklaarde
dat de paarden rust noodig hadden en te Bibrich
gevoederd moesten worden.
Mijnheer Morris deed zich gaarne voor als een
humaan man, hij begreep, dat de paarden rust noo
dig hadden en prees zolfs den koetsier, die liever
zijn dieren naar eisch behandelde dan een extra-
belooning verdiende.
„Rijd mij dan naar het stoombootkantoor te J>i-
brieh, dan zal ik met de boot wel naar Mainz torug-
keeren," zeide hij.
Met de boot voer mijnheer Morris van Bibncn
naar Mainz. Daar nam hij bij de Houtpoort een
huurrijtuig en reed daarmee naar het huis van me
vrouw von Lauterer, eene zeer rijke weduwe. Be
dochter van deze dame was de dweepster, die zien
in het hoofd had gezet haar neef Koert te helpen
redden uit de handen van zijn vrouw. Met een
schijnvroom gezicht stapte mijnheer Morris ui en
liet zich bij de jonkvrouw aandienen. Onmiddellijk
werd hij bij deze dame toegelaten.
{Wordt vervolgd
keljk binnen het bereik ligt. Zooals uit mijn schrij
ven reeds kan worden opgemaakt, liggen de dubbel-
kruizen en dito mollen het meest verwijderd, deze
komen dan ook het minst voor. Ook is er een
transpositeur aan het instrument verbonden zoowel
voor het geheel als voor enkele tonen.
„De heer Saint-Saëns heeft gedurende eene maand
dit instrument bestudeerd, en schijnt er nu geheel
op thuis te zijn."
Vrouw Fortuin begunstigt de stoutmoedigen",
schrijft J. C. B. in 't Paleis van Justitie. Maar
daar valt niet altoos op te rekenen. Ten slotte
kan Fortuna, grillig als zij nu eenmaal is, den stout
moedigen, die zij aanvankelijk scheen te begunstigen,
den rug toedraaien, na hun een schop te hebben
toegebracht, waardoor zij een leelijken tuimel kun
nen doen.
Dat heeft nu weer Millet ondervonden.
Want, dat moet gezegd, Millet ging stoutmoedig
te werk, erg stoutmoedig zelfs, en aanvankelijk werd
zijn stoutmoedigheid met een roorbeeldeloos succes
bekroond, totdat
Doch laat ons het verhaal geven, zooals het der
rechtbank gegeven wordt door mr. Rodolphe Rous
seau, als gerechtsgeleerd raadsman optredende voor
Gebr. Lacarriére Delatour, die, gezamenlijk met
den heer Chabrier, de levering der verlichtings
toestellen voor de goede stad Parijs hebben onder
nomen.
Den 29 October jl. betrapte een lantaarnopsteker
in de rue de la Chapelle een persoon, die bezig was
een lantaarn van haar voetstuk los te werken.
„Wat doet gg daar?" vroeg hij hem.
„Ik wel ik haal voor Lacarriére en Delatsour
de lantaarn 8 weg, omdat er een nieuw systeem van
verlichting wordt ingevoerd."
De lantaarnopsteker, die dezen persoon (in wien
ge reeds onzen stoutmoedigen Millet herkend hebt)
kende als vroeger bediende bij de 'firma Chabrier,
had volstrekt geen kwaad vermoeden, en liet hem
ongestoord zijn gang gaan. Eerst 's avonds, toen
hij weer bij bowusten lantaarnjMal was gekomen, be
merkte hij, dat het nieuwe systeem van verlichting
bestoud in haro totale afwezigheid, waarvan hij na
tuurlijk rapport maakte.
Maar nog sterker stuk verhaalt rar. Rousseau. Op
een goeden dag betrappen eenige politieagenten een
heele bende personen, als gaswerkers gekleed en
bezig mot de lantaarns los te schroeven. Op de vraag
der agonten, wat zg daar uitvoeren, antwoorden de
gewaande gaswerkers alweer met de voorgewende
verandering van verlichtingssysteera, voegen er bij.
dat zij bij dat harde werkje doodmoe zijn geworden
en laten, er zelfs op volgen „Als jelui ons een handje
zoudt willen helpen, zou jelui brave kerels zijn. „En
inderdaadde agenten, door deze voorbeeldelooze
stoutmoedigheid misleid, hielpen de kerels een handje
aan het weghalen der lantaarns
Doch, zooals we zeiden, ten slotte gaf vrouw For
tuin aan den stoutmoedigen Millet den sohop, eu zoo
staat hij dan nu voor de rechtbank, beklaagd van
diefstal.
Naast hem staat, of zit, een uitdrager, Lambel ge
naamd, ais heler. Deze heeft van Millet de gestolen
lantarens gekocht tegen 3 francs het stuk, ofschoon
ze wel 50 francs por stuk waard zijn alleen de
bronzen kap is aan metaal reeds 12 francs waard.
Als wel van zelf spreekt, had Lambel deze aau-
koopeu van lantarens niet op zgn register ingeschre
ven, zoodat hij zich, behalve op de aanklacht wegens
heling, ook op die van overtreding der wotsbepalingen
op het uitdragersberoep heeft te verantwoorden.
Mede van zelf spreekt, dat hij beweert, bij die
aankoopen volkomen te goeder trouw te zgn geweest,
waarop de voorzitter hem echter wijst op het wapen
der stad Pargs, dat op de lantarens prijkt en de
beweringen van goede trouw toch waarlijk wat al
te onaanemelijk maakt.
Ten slotte wordt Millet veroordeeld tot zes, Lambel
tot drie maanden gevangenisstraf, do laatstgenoemde
daarenboven tot 400 francs boete wegens gemelde
overtreding, en beiden tot 50 francs schadevergoeding
aan de civiele partij.
De Italiannsche minister van financiën heeft giste
ren in de Kamer van Afgevaardigden een overzicht
gegeven van den financioelen toestand.
Dank zg den middelen, welke ter beschikking
staan, is de geregelde dienst der kas verzekerd, niet
slechts voor 1890/91, maar ook voor 1891/92.
Bij het opmaken van het budget is de grootst
mogelijke zuinigheid betracht, ten einde niet ge
noodzaakt te zijn tot nieuwe belastingen de toevlucht
te nemen.
Het tekort op do begrooting van 1890/91 is 32
millioen, waaronder 1O'/g millioen buitengewone
militaire uitgaven.
Ten gevolge van het nieuwe financieele programma
zijn de uitgaven met ongeveer 46 millioen vermin
derd. Op dezelfde wijze voortgaande, zal het even
wicht tusschen ontvangsten en uitgaveu zonder nieuwe
belastingen hersteld worden.
Te Essen is Zondag eene vergadering van 3000
mijnwerkers gehouden. Onder dankbare erkenning
van de ondersteuning,' die zij bij de staatsautori-
teiten hebbnn gevonden, werd er besloten, den uit
slag der ontvangen toezeggingen af to wachten, van
werkstaking af te zien, en eene vredelievende hooding
te volgen. De Commissie van 12 leden, die door
do vergadering van mijnwerkers te Gelsenkirchen
is benoemd om voor de geheele opheffing der Sperre
te waken, werd door de vergadering te Essen mede
erkend.
Blijkens een Reuter-telegram uit Waldenburg
hebben ook in Pruisiseh-Silezië de mijnwerkers,
althans voorloopig, van werkstaking afgezien.
De Engelsche bladen bevatten allen uiterst hef
tige artikelen tegen Portugal naar aanleiding van
hetgeen in het Zambesi-gebied is voorgevallen.
Allen eischen, dat lord Salisbury krachtiger optrede
en sommigen verlangen zelfs, dat onmiddellijk een
eskader naar Lissabon worde gezonden, ten einde
een ultimatum te stellen.
Indien de berichten, welke de Times nit Zanzibar
heeft outvangen, juist zgn, dan is het volgende ge
schied. De Engelsche gemachtigde Johnston had
zich op last van lord Salisbury naar het Nyassa-
meer begeven, ten einde met de stammen, die ten
noorden van do Zambesi wonen vriendschappelijke
betrekkingen aan te knoopen. Toen hij do rivier
de Shire opstoomde, haalde Johnston majoor Serpa
Pinto, den Portugetschen reiziger, in, die met 900,
met achterlaadgeweren gewapende Zoeloe's op weg
was naar het Nyas9a-meor. Johnston ging majoor
Pinto voorbij eu sloot verdragen met de Makololo's
die aan beide oevers der Shire wonen, waarbij zij
zich met de Engelschen verbonden.
Majoor Pinto, ziende dat de Engelschman hem
te vlug af was geweest, keerde naar Mozambique
terug en haalde versterking. Daarna ging hij weer
naar het gebied der Makololo's, zocht twist en
dwong den negers het gezag van Portugal te erken
nen, nadat hg met zijn achterladers en Gatling-
kanonnen een groote slachting onder hen had aan
gericht. Aangemoedigd door deze overwinning, rukte
de Portugeesche reiziger met ziju troep voort, ten
einde op dezelfde wijze het geheele gebied tot het
Nyassa-meer te onderwerpen.
Dit is het verhaal, hetwelk de Times van het
gebeurde geeft en waarbg de Portugeezen niet de
fraaistë rol vervullen, Alvorens dit onvoorwaardelijk
te kunnen aannemen dient men eerst de inlichtingen
af te wachten, welke lord Salisbury te Lissabon
heeft gevraagd, want de Eugelsche bladen zijn sedert
de overneming van den spoor we; naar de Delagoa-
baai en de inlijving van kot Zambesi-gebied, te fel
gebeten op de Portugeezen, om in dit opzicht als
onpartijdige rechters beschouwd te kunnen wonfen.
Volgens de bladen te Lissabon heeft de zaak/zich
geheel anders toegedragen en werd de enfbditie
van majoor Pinto en den ingenieur Casteljrao door
de Makolalo'9 aangevallen. De Portugeezen ver
dedigden zich en dreven de aanvallers met verlies
van 72 dooden terug. Dit feit was, naar zij zeggen,
reeds den I9en November te Lissabon bekend, maar
uitvoerige bijzonderheden ontbreken nog, daar de
post, na het gevecht uit Mozambique vertrokken,
nog niet te Lissabon is aangekomen.
De Engelsche regeering is natuurlgk niet voor
nemens iets te ondernemen tegen Portugal, voordat
zg officieele bijzonderheden van de Portugeesche
regeering heeft ontvangen. De Pall Mall Gazette.
die verlangt dat onmiddellijk een eskader naar
Lissabon worde gezonden, zal dus geduld moeten
hebben, totdat do gevraagde ophelderingen aan het
ministerie van buitenlandsche zaken zijn ontvangen.
't Was Zaterdag een goede zitting voor het Fran-
sche Ministeriezulk een succes had niemand zeker
ooit van de combinatie Tirard gedroomd. Aan de
orde was de beraadslaging over den post van
1.600.00 voor geheime fondsen. De socialist Cou
turier meende, dat het niet te pas kwam zulk een
som toe te staan zonder rekening of verantwoor
ding. De Minister Constans zeide, dat dio som
noodig was voor de verdediging der Republiek en
de Regeering derhalve niets kon laten afdingen.
Daarom moest hg zich ook verklaren tegen het
amendement van Cornudet, rechterzgde, ora de som
te brengen 600.000 de Regeering beschouwde dien
post als een motie van vertrouwenonttrok do
Kamer de Regeering haar vertrouwen, dan gingeu
al de Ministers heen. De gansche linkerzijde juichte
deze cordate taal toe en waarlgk met 332 tegen
116 stemmen werd besloten over te gaan tot de be
handeling van het artikel zelf.
In weerwil van de groote meerderheid gaven de
onverzoenlijken aan de rechterzijde en de Boulau-
gisten 't nog niet op en kwamen met nieuwe amen
dementen Lanjuinais, rechterzijde, stelde voor 800.000
De Minister-president Tirard zeiOnmogelijk, 't is
voor de verdediging der Republiekgeen centime
kan er af. En weer met groote meerderheid
313 tegen 187 het artikel goedgekeurd.
Voor de tweede maai geslagen, waagde men ter
rechterzijde een derde poging om het Ministerie
den voet dwars te zotten. Cornudet stelde voor,
dat bij het artikel de bepaling zou worden gevoegd,
dat de Minister van Binnenlandsche Zaken van de
besteding van het geld aan den Ministeraad of aan
den President der Republiek rekenschap zou geven.
Dit voorstel was direct tegen Constans gericht,
wiens eerlijkheid van anti-republikeinsche zijde vroe
ger zeer sterk in twijfel is getrokken. Weer ver-
wofpen met 306 tegen 191. Ten slotte werd bij
eindstemming de post aangenomen met 290 tegen
192 stemmen. Het was voor de Boulangisten een
rampzalige dag; op de aanneming van genoemde
post volgde de vernietiging van de1 verkiezing van
een der hunnen Goussot te St. Denis met
267 tegen 228 stemmen.
De Kamer van Afgevaardigden heeft gisteren met
266 tegen 222 stemmen, de verkiezing van den heer
Naquet vernietigd.
Te Weenen overleed eergisteren in den ouderdom
van 72 jaar de kardinaal Ganglbauer, aartsbisschop
van Weenen. Hij was van oorsprong een boeren
zoon in Ópper-Oostenrijk en klom door ijver en
nauwgezetheid op tot de hooge kerkelijke waardig
heid. Hij was een gematigd, algemeen bemind man.
van de Makelaars
De markt was heden onveranderd.
Loco Tankfust 8.65. Geïmporteerd fust f 8.70.
Januari-levering 8.55, December-levering 8,60.
Derde Klasse, trekking van Dinsdag 17 December.
No. 2501 25000.
No. 12013 1500.
No. 2452 1Q00.
No. 2770, 15026 400.
No. 2619 200.
No. 2696, 5705, 17160. 20738 jOO.
AMSTERDAM, 17 December.
(Per Telegraaf.)
Binnenlandsche fondsen onveranderd. Handelm.
contant 3*/%. Certif. dito 2*/j rescontre 2®'0. Ind.
Hand bank 1' hooger. Buitenland iets flauwer.
VERBETERING
Id dé advertentie der Stoomtram-Mij. Goada in ons Vorig
nummer! staat Retour Gouda-Bodegraven 0.67% dit moet
z^n f OW
GEBOREN: 13 Pee. Martinus Hendricns, ouders C. I.
van Leeuwen en M. Polet. Christina Jacoba Wilhelmina,
ouders H. W. Harms en M. W. Langeveld. - Cornelis,
ouders N. Oudijk en A. Verheul. 14. Gerrit, ouders G.
Breukman en A. »an Reede. 15. Johanna Bartha, ouders
H. Vizee eu H. Brandwijk. 16. Geertruida, ouders A. van
Ewgk en E. Kroeze. Pieternella Maria, onders A. Grendel
en I. M. van Leeuwen. 17. Marinus, ouders M. Ntuts
en M. Vos. Gezins, ouders A. Ze*erboom en G. Kuipers.
Johannes, ouders J. van der Kleijn en M. Ott.
OVERLEDEN 14 Dec. W. C. KooimaD, 12 ro. P.
van der Voorden, 2 j. 8 m. 17. A. Dekker, 3 ra.
Voorspoedig bevallen van een Zoon,
A. A. SCHIPPERS, geliefde Echtgenoote van
J. D. STAM,
Gouda17 Dec. 1889. Meubelmaker.
Heden overleed, tot diepe droefheid van
mij en zjjne Moeder, na een langdurig en ge
duldig lijden en voorzien van de laatste H.
Sacramenten, mijn hartelijk geliefde Echtge
noot JOHANNES JACOBUS van LEEUWEN,
mjj nalatende 3 kinderen te jong om het smar-
teljjk verlies te beseffen.
Wed J. J. van LEEUWEN—
Büstin.
De zaak zal door mij op denzelfden voet
worden voortgezet.