Builenlandscti Overzicht. PETR0LEUM-N0TEERINGEN 3323teStaats-loterij BEURSBERICHT. ADVERTENTIËN. Cantzlaar Schalkwijk, te Rotterdam. Burgerlijke Stand. den minuten van justitie en financiënmoeilijk val len het wetsontwerp te redden; zij zouden, dunkt ons, wjjs doen, indien zij het eenvoudig terugnamen. De Kamer benoemde nog met 25 van de 42 stem men tot commies-griffier, met ingang van 1 Januari, mr. H. Zillesen, commies-griffier der Tweede Kamer. Tweede Kamer. Zitting van Maandag 16 De cember. De begrooting voor Binnenlandsohe Zaken is zon der stemming aangenomen en vastgesteld op een be drag van circa 10,5 millioen. De minister heeft bjj dit debat getoond een zaakkundig administrateur te zjjn. Van alles behoorlijk op de hoogte, wist hij de verschillende posten uitnemend te verdedigen. Uit de discusste stippen wij aan, dat het amendement- Lieftinck om de ruïne van het slot Teiligen niet voor oudergang te behoeden met 48 togen 20 stemmen werd verworpen. De wijze waarop de hoer Lieftinok zijn voorstel verdedigde is karakteristiek. Hij wilde het slot onaangeroerd laten, evenals men dit van den vorigen eigenaar eischte. Hij wilde den tand des tijds stilletjes zijn gang laten gaan, om leelijke ruïnes te vernietigen de Staat moet niet tegen den tand des tijds concurreerendaar zijn onze finantiën niet tegen bestand. Als later 't slot geheel vervalt, plaatse men er een bord met de woorden„Hier stond het slot van Teylingen». Dat is een goedkoope manier, om historisohe herinneringen te bewaren. Op eene vraag van den heer Borgesius antwoordde de minister, dat het plan om schilderijen uit het Mauritshuis naar het Rijksmuseum te Amsterdam te laten overbrengen was opgegeven. Een aanval van den heer Eabius op de uitbrei ding van tfce normaalschool voor teekenonderwijzers met een nieuw gebouw voor leerschool werd even eens afgeslagen. De klacht van eenige leden, dat de Regeering geen open kaart gespeeld had met deze verhooging werd door den minister ontzenuwd, daar hij bewees dat do verslagen de Kamer gere geld op de hoogte gehouden hadden. Het amende ment viel met 56 tegen 24 stemmen. Na Binnenl. Zaken de Marine. De algemeene be raadslaging begon met een afkeurend betoog van den heer Serot over do torpedojagers. De heer Viruly voegde zich hierbij, doch had nog andere grieven, die meer de administratie betroffen en de wijze waarop de minister zijne begrooting had toe gelicht. In de avondzittingen keurden de heerenLand en Guyot 's ministers beleid af en werd door hen en anderen do jacht op den torpedojager voortgezet. Een amendement-Land tot schrapping van/ 750 voor adspirant-ingenieurs werd met 42 tegen 29 stemmen verworpen. Eenige dagen geleden belden twee personen, als fatsoenlijke burgerlieden gekleed, aan een huis te Oosterbeek aan en vroegen de aldaar inwonende juf frouw B. te mogen spreken, bij welke dame zij werden toegelaten. Een van hen bracht haar de groeten van haar neef te Apeldoorn en scheen dien zeer goed te kennen, daar hij op alle vragen voldoende wist te antwoorden. Eindelijk viel het gebrek op diens zaak en verhaalde hij, dat die niet meer zoo goed was als vroeger, en dat zij waren uitgezonden om haar voor haar neef eenig geld ter leen te vragen. De dame, die geen kwaad vermoedde, zeide, dat zij geen geld te missen had, maar dat zij over een paar dagen terug konden komen: zij zou dan zien wat zij kon nachten wegblijven, dit levert een geldige reden tot echtscheiding; om het proces te beginnen neemt ge dadelijk een advocaat. Als Jane Gray te Parijs ia, zal zij de verzoeking niet kunnen wederstaan om haar oude betrekkingen weer aan te knoopen en dan wei nig lust meer hebben om naar Duitschlam} terug te tflOTfin „Welke betrekkingen kan zij te Parijs hebben? Voor zoover ik weet, heeft zij slechts acht dagen te Parijs doorgebracht." „Mijnheef von Berghaupt, ik ben overtuigd, dat het voor u absoluut geen waarde meer kan hebben nadere inlichting te ontvangen omtrent de betrek kingen van eene vrouw, die ge den rug hebt toege keerd. Laat mij u echter eenvoudig mededeelen, dat Jane Gray niet acht dagen maar wel vijftien maanden te Parijs heeft vertoefd. Ge zult moeten toegeven, dat in zoo'n ldngen tijd zeer goed interes sante betrekkingen kunnen aangeknoopt worden." Koert antwoordde niet. In de verte blafte een hond, zwijgend voortgaande ontmoetten de heeren een dame, die in het hotel logeerde om de heerlijke boschlucht te genieten, en weldra stonden zij voor het hotel. Koert noodigde den advocaat 6p zijn kamer. „Met genoegen neem ik dit aan, mijnheer, doch ik moet u vooruit zeggen, dat ik niet lang kan blijven. Ik heb den koetsier gewenkt om in te spannen." Mijnheer Morris scheen inderdaad buitengewoon veel haast te hebben, hij bleef geen half uur in het hotel. Met een brief van Koert in de hand stapte doen. Twee dagen later kwam een van hen terug en ontving toen een bankbiljet van 40 en een gouden tientje, waarmede hij vertrok onder belofte dat hij zelf het geld terug zou brengen en er borg voor bleef. De man kwam een paar dagen late* terug en deelde haar toen mede, dat hij het bankje van 40 verloren had, vermoedelijk met het doel om er nog 40 bij te krijgen. De onnadenkende vrouw liet den man vertrekken zonder eenigen arg waan te krijgen, en stelde zich' met de belofte, dat hij toch aansprakelijk voor de terugbetaling was, tevreden. Thans is gebleken, dat de bewuste neef in goeden doen is, van niets af weet, en zij het slachtoffer van een paar sluwe oplichters is geworden. {Arnh. Ct.) Men schrijft uit Hellevoetsluis van 16 December aan de N. R. Ct. Do ziekte-verschijnselen bij schepelingen der marine alhier, waaromtrent in de N. R. Courant gemeld is, dat zij kenmerkend overeenkomen met de influenza houden aan. Keerdën de schepelingen van het wacht schip, op een paar uitzonderingen na, hersteld terug, gisteren en heden werden weder bootsmansleerlingen van Zr. Ms. instructieschip Nautilus naar het hospitaal gebracht, en dezen morgen nog een paar kanonniers. Ook enkele andere oorlogslieden, die aan den wal wonen, zijn aangetast, alsmede eenige burgers. Kan de heerscbende ziekte misschien niet geheel naar waarheid influenza worden genoemd, van epidemisch koortslijden durven wij veilig gewagen. Wanneer de oprichters van den anti-opiumbond in Nederland op algemeene deelneming in Indië rekenen, zullen zij, zegt de Java-Bode, waarschijnlijk bedrogen uitkomen. Voor een deel is dit zeker daaraan toe te schrijven, dat men afschaffing van het opiumgebruik heeft voorop gesteld en vervanging van het pachtstelsel door iets anders niet als doel maar als middel wil. Voor een ander deel echter aan het verschijnsel, dat de Europeesche bevolking eener kolonie zich in den iegel bijna uitsluitend om eigen belangen bekommert, en om die der Inlanders alleen, voor zoover zij met de eersten in verband staan, daarbij zich op zijn hoogst niets makende, dat de behartiging van hare eigene belangen van zelf tot welzijn strekt van de Inlanders, terwijl de meerder heid er, oprechter voor uitkomt, dat zij nietinover- zeesche gewesten is ten gerieve van den bruinen broeder. Vandaar dat voortdurendo inmenging van het moederland in de aangelegenheden eener kolonie even noodzakelijk is in het belang der Inlandsche bevolking als uitsluiting van de Europeesche parti culieren van het bestuur. Een bond, die zich ten doel zou stellen de afschaffing van de belastingen, die alleen de Europeanen treffen, zou in Indië meer deelneming vinden dan een die intrekking wil van een belastingheffing als de opiumpacht, welke door de geschiedenis is veroordeeld, de bevolking over levert aan eene bende uitheemsch gespuis, dat zich te haren koste verrijkt, onzedelijkheid, moord en doodslag in de hand werkt en de regeering verlaagt tot handlangster van lieden, die zij niet dan tot schade der Inlandsche bevolking over deze loslaat. Het is niet de vraag of régie dan wel licenties de zelfde voordeelen zullen opleveren en den smokkel-, handel zullen doen inkrimpen, maar alleen of het vuilste middel van belastingheffing nog langer zal blijven als een schande voor ons land gelijk de bran- hij in het rijtuig en reed rechtstreeks naar Wiesba den terug. Daar aangekomen beval hij den koetsier hem bui ten de stad naar de villa van den heer von Berg haupt te rijden. De vermoeide paarden draafden den straatweg naar Bibrich op en brachten den ad vocaat in een half uur naar de schoone villa. Mijnheer Morris stapte uit en schelde aan. De oppasser kwam opendoen. Deze man was nog niet vergeten, (J®* zija meesteres hem bevolen had den Engelschman slechts binnen te laten, wanneer mijn heer von Berghaupt van zijn reis teruggekeerd zou zijn. Hij had aanhoudend op den loer gelegen en vroeg nu op brutalen toon: „Wat verlangt ge?" „Het is mijn gewoonte niet aan een bediende mijn verlangen mede te deelen," antwoordde de ad vocaat scherp. „Laat mii binnen en dien mij aan bij mevrouw von Berghaupt." „Mevrouw heeft ton strengste verboden u niet binnen te laten, zoo lang mijnheer niet van zijn reis terug is. En ik zal wel oppassen, mijnheer, dat uw goudstukken mij niet voor de tweede maal verleiden." De Engelschman peinsde een oogenblik en zeide toen zeer bedaard: „Zeg aan mevrouw von Berhaupt, dat ik vandaag naar Londen terugkeer en het ten zeerste betreur niet persoonlijk afscheid te kunnen nemen. Mijn adres in Londen is niet voranderd. Ook had ik dewijnpacht in Ruslaud er eene is voor de regeering daar. En nu het gebleken is, dat noch de gouver neur-generaal, noch de minister van koloniën de zaak aanwillen «n aandurven, behooren zij door de uiting van de publieke opinie tot wegneming van den gruwel te worden gedwongen. Waar die uiting geschiedt door toetreding tot den anti-opiumbond late men zich in Nederland niet leidon dooi- het waarschijnlijk geringe deel dat Indië daaraan némen zalb\j elke kolonie gaat de stoom tot hei)zame maatregelen van het moederland uit. Do heer Saint-Saëns vestigt, zooals de heer 8. van Milligeu uit Parijs in Caecilia schrijft, in een Fransch blad de aandacht op een nieuw soort van harmonium, dat hij gezien heeft. Dit harmonium is uitgevonden door den heer Gontard uit Trebizonde (Turksch Azië) en moet, zoo wordt althans beweerd, een eind maken aan het gehoorbedervende van de tegenwoor dige piano's en harmoniums of orgels. Alle tonen hebben een afzonderlijken toets: c, cis, des, d, enz., en het schijnt, dat het den uitvinder gelukt is, deze gecompliceerde geschiedenis zoodanig te vereenvou digen, dat men zich na korte studie met gemak op dit instrument beweegt. Dan zou dus de onharmo nische toonladder niet meer uitsluitend bij de theo- rieleer dienst doen. Op de Parijsche tentoonstelling was dit instrument to zien; het had echter niemands aandacht getrokken, totdat de heer Saint-Saëns er die op heeft gevestigd. „Dezer dagen, zegt de heer var. Milligen, heb ik dit instrument bezichtigd en bespeeld. Met een enkel woord zal ik trachten een denkbeeld van dit har monium te geven. De zwarte toetsen zijn tusschen de heele tonen 5 in getal, namelijk boven iederen toon de onharmonische verwisseling, en tusschen de tonen 3 verhoogingen en verlagingen, nl. tusschen c en d: cis, des, eses: boven c: bis en boven d: cisis, enz. De zware toetsen zijn kleines en smaller, zoodat men overal gemakkelijk bij kan en men zich tusschen de zwarte toetsen zeer gemakkelijk op de witte kan bewegen. „Het is een waar genot ,qg>it orgel een volmaakt zuiver akkoord te hooren* ^^vooral zij, die wel eens door een koor a cappella volmaakt zuiver een akkoord hebben hooren inzetten (en dit komt zeldzamer voor dan men oppervlakkig zou denken) kunnen zich hier van een denkbeeld vormen. „Thans zal dit instrument in den handel gebracht worden in alle grootten en prijzen, zoodat het bezit voor allen bereikbaar wordt, en misschien dragea deze regelen er iets toe bij, dat ook bij ons te lande eene proef met deze nieuwe uitvinding wordt genomen. Aan het Conservatoire alhier wordt het reeds ingevoerd. „Ik kan natuurlijk niet booordeelen of voor piano's deze toepassing (vooral bij technische volmaaktheid, die onze tegenwoordige pianisten bezitten) doeltreffend zal blijken, maar voor zangscholen, kleine zangver- eenigingen (vooral koraalvereenigingen) en orgel- klassen acht ik deze uitvinding van groot gewicht, en daar ieder onderwijzer aan eene zangschool weet hoe gemakkelijk (mits men er van den beginne af aan op werkt) kinderen afstanden leeren treffèn, stel ik mij voor, dat zij spoediger zuiver zullen leeren zingen, hoewel natuurlijk de theoretische ver klaring tot later moet blijven rusten. „Na een half uur spelens bleek hot mij, dat het voor organisten of pianisten niet veel tijd zou kosten er spoedig op thuis te geraken, omdat alles gemak- gaarne vernomen of mijnheer von Berghaupt reeds uit Parijs aan zijn vrouw heeft geschreven maar laat ik zwijgen, dat helpt nu toch niet. Zeg vooral aan mevrouw, dat ik haar een vriendelijk vaarwel toeroep." Zonder zich ontstemd te toonen keerde de advo caat naar de koets terug en beval den koetsier naar Mainz te rijden. De dienstvaardigheid van dea huurkoetsier was echter ten einde. Hij verklaarde dat de paarden rust noodig hadden en te Bibrich gevoederd moesten worden. Mijnheer Morris deed zich gaarne voor als een humaan man, hij begreep, dat de paarden rust noo dig hadden en prees zolfs den koetsier, die liever zijn dieren naar eisch behandelde dan een extra- belooning verdiende. „Rijd mij dan naar het stoombootkantoor te J>i- brieh, dan zal ik met de boot wel naar Mainz torug- keeren," zeide hij. Met de boot voer mijnheer Morris van Bibncn naar Mainz. Daar nam hij bij de Houtpoort een huurrijtuig en reed daarmee naar het huis van me vrouw von Lauterer, eene zeer rijke weduwe. Be dochter van deze dame was de dweepster, die zien in het hoofd had gezet haar neef Koert te helpen redden uit de handen van zijn vrouw. Met een schijnvroom gezicht stapte mijnheer Morris ui en liet zich bij de jonkvrouw aandienen. Onmiddellijk werd hij bij deze dame toegelaten. {Wordt vervolgd keljk binnen het bereik ligt. Zooals uit mijn schrij ven reeds kan worden opgemaakt, liggen de dubbel- kruizen en dito mollen het meest verwijderd, deze komen dan ook het minst voor. Ook is er een transpositeur aan het instrument verbonden zoowel voor het geheel als voor enkele tonen. „De heer Saint-Saëns heeft gedurende eene maand dit instrument bestudeerd, en schijnt er nu geheel op thuis te zijn." Vrouw Fortuin begunstigt de stoutmoedigen", schrijft J. C. B. in 't Paleis van Justitie. Maar daar valt niet altoos op te rekenen. Ten slotte kan Fortuna, grillig als zij nu eenmaal is, den stout moedigen, die zij aanvankelijk scheen te begunstigen, den rug toedraaien, na hun een schop te hebben toegebracht, waardoor zij een leelijken tuimel kun nen doen. Dat heeft nu weer Millet ondervonden. Want, dat moet gezegd, Millet ging stoutmoedig te werk, erg stoutmoedig zelfs, en aanvankelijk werd zijn stoutmoedigheid met een roorbeeldeloos succes bekroond, totdat Doch laat ons het verhaal geven, zooals het der rechtbank gegeven wordt door mr. Rodolphe Rous seau, als gerechtsgeleerd raadsman optredende voor Gebr. Lacarriére Delatour, die, gezamenlijk met den heer Chabrier, de levering der verlichtings toestellen voor de goede stad Parijs hebben onder nomen. Den 29 October jl. betrapte een lantaarnopsteker in de rue de la Chapelle een persoon, die bezig was een lantaarn van haar voetstuk los te werken. „Wat doet gg daar?" vroeg hij hem. „Ik wel ik haal voor Lacarriére en Delatsour de lantaarn 8 weg, omdat er een nieuw systeem van verlichting wordt ingevoerd." De lantaarnopsteker, die dezen persoon (in wien ge reeds onzen stoutmoedigen Millet herkend hebt) kende als vroeger bediende bij de 'firma Chabrier, had volstrekt geen kwaad vermoeden, en liet hem ongestoord zijn gang gaan. Eerst 's avonds, toen hij weer bij bowusten lantaarnjMal was gekomen, be merkte hij, dat het nieuwe systeem van verlichting bestoud in haro totale afwezigheid, waarvan hij na tuurlijk rapport maakte. Maar nog sterker stuk verhaalt rar. Rousseau. Op een goeden dag betrappen eenige politieagenten een heele bende personen, als gaswerkers gekleed en bezig mot de lantaarns los te schroeven. Op de vraag der agonten, wat zg daar uitvoeren, antwoorden de gewaande gaswerkers alweer met de voorgewende verandering van verlichtingssysteera, voegen er bij. dat zij bij dat harde werkje doodmoe zijn geworden en laten, er zelfs op volgen „Als jelui ons een handje zoudt willen helpen, zou jelui brave kerels zijn. „En inderdaadde agenten, door deze voorbeeldelooze stoutmoedigheid misleid, hielpen de kerels een handje aan het weghalen der lantaarns Doch, zooals we zeiden, ten slotte gaf vrouw For tuin aan den stoutmoedigen Millet den sohop, eu zoo staat hij dan nu voor de rechtbank, beklaagd van diefstal. Naast hem staat, of zit, een uitdrager, Lambel ge naamd, ais heler. Deze heeft van Millet de gestolen lantarens gekocht tegen 3 francs het stuk, ofschoon ze wel 50 francs por stuk waard zijn alleen de bronzen kap is aan metaal reeds 12 francs waard. Als wel van zelf spreekt, had Lambel deze aau- koopeu van lantarens niet op zgn register ingeschre ven, zoodat hij zich, behalve op de aanklacht wegens heling, ook op die van overtreding der wotsbepalingen op het uitdragersberoep heeft te verantwoorden. Mede van zelf spreekt, dat hij beweert, bij die aankoopen volkomen te goeder trouw te zgn geweest, waarop de voorzitter hem echter wijst op het wapen der stad Pargs, dat op de lantarens prijkt en de beweringen van goede trouw toch waarlijk wat al te onaanemelijk maakt. Ten slotte wordt Millet veroordeeld tot zes, Lambel tot drie maanden gevangenisstraf, do laatstgenoemde daarenboven tot 400 francs boete wegens gemelde overtreding, en beiden tot 50 francs schadevergoeding aan de civiele partij. De Italiannsche minister van financiën heeft giste ren in de Kamer van Afgevaardigden een overzicht gegeven van den financioelen toestand. Dank zg den middelen, welke ter beschikking staan, is de geregelde dienst der kas verzekerd, niet slechts voor 1890/91, maar ook voor 1891/92. Bij het opmaken van het budget is de grootst mogelijke zuinigheid betracht, ten einde niet ge noodzaakt te zijn tot nieuwe belastingen de toevlucht te nemen. Het tekort op do begrooting van 1890/91 is 32 millioen, waaronder 1O'/g millioen buitengewone militaire uitgaven. Ten gevolge van het nieuwe financieele programma zijn de uitgaven met ongeveer 46 millioen vermin derd. Op dezelfde wijze voortgaande, zal het even wicht tusschen ontvangsten en uitgaveu zonder nieuwe belastingen hersteld worden. Te Essen is Zondag eene vergadering van 3000 mijnwerkers gehouden. Onder dankbare erkenning van de ondersteuning,' die zij bij de staatsautori- teiten hebbnn gevonden, werd er besloten, den uit slag der ontvangen toezeggingen af to wachten, van werkstaking af te zien, en eene vredelievende hooding te volgen. De Commissie van 12 leden, die door do vergadering van mijnwerkers te Gelsenkirchen is benoemd om voor de geheele opheffing der Sperre te waken, werd door de vergadering te Essen mede erkend. Blijkens een Reuter-telegram uit Waldenburg hebben ook in Pruisiseh-Silezië de mijnwerkers, althans voorloopig, van werkstaking afgezien. De Engelsche bladen bevatten allen uiterst hef tige artikelen tegen Portugal naar aanleiding van hetgeen in het Zambesi-gebied is voorgevallen. Allen eischen, dat lord Salisbury krachtiger optrede en sommigen verlangen zelfs, dat onmiddellijk een eskader naar Lissabon worde gezonden, ten einde een ultimatum te stellen. Indien de berichten, welke de Times nit Zanzibar heeft outvangen, juist zgn, dan is het volgende ge schied. De Engelsche gemachtigde Johnston had zich op last van lord Salisbury naar het Nyassa- meer begeven, ten einde met de stammen, die ten noorden van do Zambesi wonen vriendschappelijke betrekkingen aan te knoopen. Toen hij do rivier de Shire opstoomde, haalde Johnston majoor Serpa Pinto, den Portugetschen reiziger, in, die met 900, met achterlaadgeweren gewapende Zoeloe's op weg was naar het Nyas9a-meor. Johnston ging majoor Pinto voorbij eu sloot verdragen met de Makololo's die aan beide oevers der Shire wonen, waarbij zij zich met de Engelschen verbonden. Majoor Pinto, ziende dat de Engelschman hem te vlug af was geweest, keerde naar Mozambique terug en haalde versterking. Daarna ging hij weer naar het gebied der Makololo's, zocht twist en dwong den negers het gezag van Portugal te erken nen, nadat hg met zijn achterladers en Gatling- kanonnen een groote slachting onder hen had aan gericht. Aangemoedigd door deze overwinning, rukte de Portugeesche reiziger met ziju troep voort, ten einde op dezelfde wijze het geheele gebied tot het Nyassa-meer te onderwerpen. Dit is het verhaal, hetwelk de Times van het gebeurde geeft en waarbg de Portugeezen niet de fraaistë rol vervullen, Alvorens dit onvoorwaardelijk te kunnen aannemen dient men eerst de inlichtingen af te wachten, welke lord Salisbury te Lissabon heeft gevraagd, want de Eugelsche bladen zijn sedert de overneming van den spoor we; naar de Delagoa- baai en de inlijving van kot Zambesi-gebied, te fel gebeten op de Portugeezen, om in dit opzicht als onpartijdige rechters beschouwd te kunnen wonfen. Volgens de bladen te Lissabon heeft de zaak/zich geheel anders toegedragen en werd de enfbditie van majoor Pinto en den ingenieur Casteljrao door de Makolalo'9 aangevallen. De Portugeezen ver dedigden zich en dreven de aanvallers met verlies van 72 dooden terug. Dit feit was, naar zij zeggen, reeds den I9en November te Lissabon bekend, maar uitvoerige bijzonderheden ontbreken nog, daar de post, na het gevecht uit Mozambique vertrokken, nog niet te Lissabon is aangekomen. De Engelsche regeering is natuurlgk niet voor nemens iets te ondernemen tegen Portugal, voordat zg officieele bijzonderheden van de Portugeesche regeering heeft ontvangen. De Pall Mall Gazette. die verlangt dat onmiddellijk een eskader naar Lissabon worde gezonden, zal dus geduld moeten hebben, totdat do gevraagde ophelderingen aan het ministerie van buitenlandsche zaken zijn ontvangen. 't Was Zaterdag een goede zitting voor het Fran- sche Ministeriezulk een succes had niemand zeker ooit van de combinatie Tirard gedroomd. Aan de orde was de beraadslaging over den post van 1.600.00 voor geheime fondsen. De socialist Cou turier meende, dat het niet te pas kwam zulk een som toe te staan zonder rekening of verantwoor ding. De Minister Constans zeide, dat dio som noodig was voor de verdediging der Republiek en de Regeering derhalve niets kon laten afdingen. Daarom moest hg zich ook verklaren tegen het amendement van Cornudet, rechterzgde, ora de som te brengen 600.000 de Regeering beschouwde dien post als een motie van vertrouwenonttrok do Kamer de Regeering haar vertrouwen, dan gingeu al de Ministers heen. De gansche linkerzijde juichte deze cordate taal toe en waarlgk met 332 tegen 116 stemmen werd besloten over te gaan tot de be handeling van het artikel zelf. In weerwil van de groote meerderheid gaven de onverzoenlijken aan de rechterzijde en de Boulau- gisten 't nog niet op en kwamen met nieuwe amen dementen Lanjuinais, rechterzijde, stelde voor 800.000 De Minister-president Tirard zeiOnmogelijk, 't is voor de verdediging der Republiekgeen centime kan er af. En weer met groote meerderheid 313 tegen 187 het artikel goedgekeurd. Voor de tweede maai geslagen, waagde men ter rechterzijde een derde poging om het Ministerie den voet dwars te zotten. Cornudet stelde voor, dat bij het artikel de bepaling zou worden gevoegd, dat de Minister van Binnenlandsche Zaken van de besteding van het geld aan den Ministeraad of aan den President der Republiek rekenschap zou geven. Dit voorstel was direct tegen Constans gericht, wiens eerlijkheid van anti-republikeinsche zijde vroe ger zeer sterk in twijfel is getrokken. Weer ver- wofpen met 306 tegen 191. Ten slotte werd bij eindstemming de post aangenomen met 290 tegen 192 stemmen. Het was voor de Boulangisten een rampzalige dag; op de aanneming van genoemde post volgde de vernietiging van de1 verkiezing van een der hunnen Goussot te St. Denis met 267 tegen 228 stemmen. De Kamer van Afgevaardigden heeft gisteren met 266 tegen 222 stemmen, de verkiezing van den heer Naquet vernietigd. Te Weenen overleed eergisteren in den ouderdom van 72 jaar de kardinaal Ganglbauer, aartsbisschop van Weenen. Hij was van oorsprong een boeren zoon in Ópper-Oostenrijk en klom door ijver en nauwgezetheid op tot de hooge kerkelijke waardig heid. Hij was een gematigd, algemeen bemind man. van de Makelaars De markt was heden onveranderd. Loco Tankfust 8.65. Geïmporteerd fust f 8.70. Januari-levering 8.55, December-levering 8,60. Derde Klasse, trekking van Dinsdag 17 December. No. 2501 25000. No. 12013 1500. No. 2452 1Q00. No. 2770, 15026 400. No. 2619 200. No. 2696, 5705, 17160. 20738 jOO. AMSTERDAM, 17 December. (Per Telegraaf.) Binnenlandsche fondsen onveranderd. Handelm. contant 3*/%. Certif. dito 2*/j rescontre 2®'0. Ind. Hand bank 1' hooger. Buitenland iets flauwer. VERBETERING Id dé advertentie der Stoomtram-Mij. Goada in ons Vorig nummer! staat Retour Gouda-Bodegraven 0.67% dit moet z^n f OW GEBOREN: 13 Pee. Martinus Hendricns, ouders C. I. van Leeuwen en M. Polet. Christina Jacoba Wilhelmina, ouders H. W. Harms en M. W. Langeveld. - Cornelis, ouders N. Oudijk en A. Verheul. 14. Gerrit, ouders G. Breukman en A. »an Reede. 15. Johanna Bartha, ouders H. Vizee eu H. Brandwijk. 16. Geertruida, ouders A. van Ewgk en E. Kroeze. Pieternella Maria, onders A. Grendel en I. M. van Leeuwen. 17. Marinus, ouders M. Ntuts en M. Vos. Gezins, ouders A. Ze*erboom en G. Kuipers. Johannes, ouders J. van der Kleijn en M. Ott. OVERLEDEN 14 Dec. W. C. KooimaD, 12 ro. P. van der Voorden, 2 j. 8 m. 17. A. Dekker, 3 ra. Voorspoedig bevallen van een Zoon, A. A. SCHIPPERS, geliefde Echtgenoote van J. D. STAM, Gouda17 Dec. 1889. Meubelmaker. Heden overleed, tot diepe droefheid van mij en zjjne Moeder, na een langdurig en ge duldig lijden en voorzien van de laatste H. Sacramenten, mijn hartelijk geliefde Echtge noot JOHANNES JACOBUS van LEEUWEN, mjj nalatende 3 kinderen te jong om het smar- teljjk verlies te beseffen. Wed J. J. van LEEUWEN— Büstin. De zaak zal door mij op denzelfden voet worden voortgezet.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2