10. rs. BINNENLAND. n K° 4105. 1880. Vrijdag 27 December. •I CAP k, België, ye. T SLZxe CS-rsL3r. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken* I it De inzending van advertentiën kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave. J H i Hl Drogist, fumeriewinkels IIJEN, rewoon \4 i het beste wereld. iekten Uit hoofde van het Kerstfeest ver schijnt de GOÜDSCHE COURANT Woensdag en Donderdag NIET. Bfj deze Courant behoort een Bijvoegsel. FEUILLETON. BIX oor huiselijk pannen- en igen mits er iat 1 f' a in g. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. Bonte. j J 'Pt echte Pre- TWAALFDE HOOFDSTUK. tj De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prjjs per drie maanden ie 1.25, franco per post f 1.70. aanplakbiljetten maakt. Bovendien worden alle Advertentien gratie opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD 't welk des Maandags verschijnt. 3D0L tandpijn, ont- onaangename worden zeker olijks gebruik 10 kiiog*. nt, (Uil het EngeUch.} 8 der Zelf- ae uitspat" wat tot opluietering^van het geheel kan strekken, door de eerste firma’s van ons land geleverd wordt. Verdere bijzonderheden omtrent het uur van aan vang, den entreeprijs enz. i ■j herin ondwater, sechen 1-75. Dr POPP's le tanden ge- P’s Tandplom- tegen eiken ra. loemen-zeep Pransparant. »en, steepen, welke i weeg brengen. «Mondwater ra tijd. -W tenen. GOÜDSCHE COURANT. AD VERTENTIEN worden geplaatst van 1—5 regels h 50 Centeniedere regel meer 10 Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. indruk op het pu- van de Cantate in afb. Prijs verschrik- leugd lijdt, leering, die len van een ij het Ver- inrarkt 34, iet bedrag, ken boek- 81) Zijn zwarte kleeding steekt nog al af bij de bonte kleeding der overige passagiers. Hij is in de beste jaren van zijn leven en draagt een zwaren lichtblonden baard. Hij schijnt voor de overige passagiers ongenaak baar. De edele trekken van zijn gelaat drukken zekere treurigheid uit. Zonder eenige belangstelling laat hij nu en dan zijn blik over zijn medereizigers weiden. Toen de boot aan den steiger stilhield om een half uur te toeven, verliet deze heer de kajuit om ondanks den regen naar de drukte aan den wal te Iqjken. Daar kwam in ijlende vaart een rijtuig uit de stad aan; het hield op den steiger stil en daar stapte mynheer Morris uit. Zonder naar den koetsier om I en ging aan boord van de boot, giers maakte zich gereed om i verlaten. De advocaat werkte zich door die lieden heen en wilde naar de bovendeks-kajuit. O] voelde hij een hand op zijn s om en stond tegenover den langen heer, van wien wij gesproken hebben. GOUDA, 24 December 1889. Zondag 12 Januari e. k. zal in de zaal „Kunst min” van de sociëteit „Ons Genoegen” de uitvoering plaats hebben van de Christophorus-Cantate en een gedeelte uit het Weihnachts-Oratorium. Door het Goudsche publiek zal deze mededeeling ongetwijfeld met vreugde worden vernomen; vooral door hen, die, twee jaren geleden, het voorrecht hadden bij de oproering van het Weihnachts-Ora torium alhier tegenwoordig te zijn. En waarlijk het genot, toen den kunstliefhebbers aangeboden, belooft thans door de gecombineerde uitvoering van twee beroemde rijmposities in niet geringe mate ver hoogd te zullen worden. Over het Weihnachts- Oratorium behoeven wij weinig meer te zeggen Het groote succes, hiermee dn 1888 door het comité be haald, wettigt de veronderstelling, dat Deken Muller's seboone toonzetting voldoende aan onze lezers bekend is en door hen naar verdienste wordt gewaardeerd. Wat betreft de Christophorus-Cantate van Jos. Schmal- ohr, deze wordt door bevoegde beoordeelaars niet alleen als eene voortreffelijke compositie geroemd, maar zelfs in degelijkheid boven het Weihnachts- Oratorium gesteld. Professor M. J. A. Lans van het Seminarie Hageveld zegt o. a. in het H. Gre- gorius-blad: „Er ligt over het gansche werk (de Christophorus-Cantate) iet» edels, iets weldadigs bij al den eenvoud en de soberheid, waarin het uitmunt; kman Zoon. man, die met de jaren byna de plaats van oen zoon bij mij inneemt, zal mij recht aangenaam zijn.” Schijnbaar getroffen keek mijnheer Morris ter zijde. „Ik Zou gelukkig zijn, als u mij zoo’n eereplaats in uw hart wilde gunnen. Als trouw, liefde en dankbaarheid de middelen zijn om tot die eereplaats te geraken, dan hoop ik mettertyd dit doel van mijn streven te zullen bereiken.” De heeren gingen nu in de kajuit. De consul liet door den hofmeester een flesch Rijnwijn brengen en spoedig zaten de beide mannen tegenover elkander. „Laat mij u mijne oprechte deelneming betuigen over het afsterven van uw onvergefelijke echtgenoote,” begon de advocaat. „Wie haar gekend heeft, zal zeker haar noodlottig einde betreuren.” „Het is vriendelyk van u, mijn boste Morris, dat ge met zooveel liefde en piëteit denkt aan de vrouw, wiet nagedachtenis ihij altyd heilig zal zyn, ofschoon ge u nooit in haar gonegonheid hebt mogen ver heugen. Ik beb den afkeer van mijn vrouw jegens u nooit begrepen. Uw rustelooze ijver, uw talent, uw welgeslaagd streven waren toch wel geschikt om haar tot erkenning van uw goede hoedanigheden te dwingen. Doch vrouwen rekenen met andere factoren dan wy mannen. Ik ben echter overtuigd, dat dit mettertyd anders zou geworden zijn, als zij bij de stranding van de „King Richard” niet Door zijn gevoel overmeesterd voleindigde James Gray den zin niet, maar drukte de hand voor de oogen om eon traan weg te pinken. Een oogenblik stond mijnheer Morris verrast en verlegen, toen greep hij de hem aangeboden hand en vroeg beschroomd: „Heb ik de eer den consul Sir James Gray te zien?” Een hartelijke glimlach speelde om den mond van den langen heer. „Juist, mijn beste heer Morris! juist! Ik begrijp, dat het u moeielijk is mij zoo dadelyk te erkennen. Dat is zeker altijd zoo, als men een dood gewaanden vriend onverwacht voor zich ziet! Ik zou zelf niet minder verbluft staan kyken!” „Pardon, mijnheer! merkwaardig, bet geluk van u weder te zien, is niet zoo geheel onverwacht. Myn gemachtigde Wilkens Jeffers telegrafeerde my, dat mijn weldoener na treurige lotgevallen gelukkig te Londen was aangekomen en mij aan den Rijn wenschte te ontmoeten. Ik vertrok dadelijk uit Parijs en liet sedert een dag en nacht geen boot voorbijgaan zon der naar u te onderzoeken.” Een tweede handdruk beloonde den advocaat. „Laten wij in de kajuit gaan, myn vriendsprak James Gray. „Het regent weer harder. Bij een glas Rijnwijn kunnen wy daar ongestoord praten.” „Als u het goedvindt mijnheer, dan houd ik u gedurende uw verblijf in Duitschland gezelschap. Zonder onbescheiden te zijn, meen ik toch, dat ik u nuttig kan zyn. Valt het Duitsch-spreken ,Ik hoop er met mijn Duitsch wel te komen,” - - -v-x-van een en door annonces bekend geen spoor van effectbejag of sentimentaliteit; 't is de toon van Deken Müller’s Weihnachts-Oratorium, maar door een nog degelijker-musicus aangeslagen.” En iets vroeger zegt dezelfde recensent: „En soli èn koren èn begeleiding zijn Inderdaad verrukkelijk schoon en bezorgen derhalve aan zangers en hoorders een waar kunstgenot.” De tableaux-vivants, die bij het Weihnachts-Ora torium zoo overweldigend schoon bleken, maken ook bij de Christophorus-Cantate niet het minst aantrek kelijk gedeelte uit, De legende van H. ChriStopho- rus is trouwens wel geschikt, om ook door „levende beelden”-groepen een machtigen bliek te maken en de schoonheid niet geringe mate te verhoogen. De namen van de hoofdpersonen, onder wier lei ding of met wier medewerking de uitvoering zal geschieden, waarborgen ons, dit zoowel ten opzichte van het muzikale gedeelte als vaa de tableaux-vivants aan de strengste eischen zelfs van de kunst zal wor den beantwoord. Evenals voor twee jaren.ontmoeten ■ry weer als directeur voor <lyp zang den heer Mart. J. Bouman, als directeur voor ue „levende beelden” den heer P. J. Bertels, terwijl ook de heeren W. 0. Konincks en B. J. Spaanderman weer resp. als pianist en organist medewerken. Het Comité heeft daarenboven van de heeren W. Deckers (bariton) *s Bosch, Van E(bariton) Maassluis en B (tenor) den Haag de toezegging verkregen, dat zij ter liefde van den arme, voor wien het event, batig saldo bestemd is, als solisten in de Cantate zullen optreden. Ten slotte dient nog vermelding, dat door den meergenoeroden heer P. J. Bertels een geheel nieuw Gisteren had in de Sociëteit „Ons Genoegen" in tegenwoordigheid van een talrijk publiek het jaar- lijksch examen plaats van de Sterfelijke Muziekschool. Het met zorg gekozen programma werd tot ge noegen der aanwezigen uitgevoerd en het geheel gaf een gunstig getuigenis van het onderwys op ge noemde inrichting. De rolgende prijzen werden toegekend Eerste Zangklasse. Prijs: C. C. van Oudheusden, G. J. van Schaden burg, J. M. Coster, A. L. Breebaart, J. E. Maas kant, P. Spruijt, A. Schuling en 8. Olman. Aan moediging A. M. J. Biezenaar, P. C. Goedewaagen, L. R. v. d. Jagt, M. Stevens, H. M. J. Verzyl, W. Slingerland, M. Eereninck, A. P. van Lange en H. Bonte. Tweede Zangklasse a. Prijs: M. L. Ber tolman, S. van Leeuwen, J. G. R. Kropman en J. W. W. Rekkers. Aanmoediging: A. Verbeek, D. van Wijk, J. A. van Kesteren, A. M. Teeling, S. Puijt en M. van preveld. Tweede Zangklasse J. Prijs: W. A. Haverkamp, C. P. Spruijt, M. W. van Kekem, J. L. Nobel, E.'de Jong en Cor. Vor- ster. Aanmoediging: P. A. v. d. .Hoek, J. Spruijt, M. Dirkzwager en E. P. van Zutphen. Derde. Zangklasse. Prijs: M. J. van Uven, A. P. IJssel de Schepper, L. Buisman, H. W. Koning en M. W. Julius. Aan- meergenoerouen neer r. j. Beneis een geneoi nieuw moediging: A. J. H. Konincks, C. K. M. Kluit, M. decoratief is vervaardigd en dat de costumes en alles, J. Huber, H. M. J. W. Vermeulen en A. Burgersdijk. Vierde Zangklasse. Prys: F. van der Ring, E. Cats en C. deKo- --I “ing Munting. Aanmoediging: C. S. J. van Schou worden eerstdaags door wenburg en C. E. van Santen. ondanks den regen de stad aan; het hield op den steiger stil te zien baande hij zich een weg door het gewoel Een aantal passa- met pak en zak de boot r. mdeks-kajuit. Op eens nu on dan nutti; schouder, hij keerde zich j u niet moeilijk?” „I— - antwoordde de consul, „maar het gezelschap

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 1