IE BAAH
ta.
Advertentieblad
issen
RMS,
Markt.
BINNENLAND.
4110.
(V
JDA.”
dienende.
1890.
Vrijdag 3 Januari
Gouda en Omstreken.
Heet.
KOSTER.
duiker,
FEUILLETON.
Teczxe CS-xslst.
ISLUiS.
73en73a.
SCHUIT.
en Thee.
Nieuws- en Advertentieblad voor
:er, korff,
SL CACAO van
IN.
E
X VIJF CENTEN.
I
K
rijkste maatstaf tot vergelijking, de zevende plaats ten
dit
nkman Zoom.
TEA in ori-
*/4 kilo, prjja
Bovendien worden alle Ad verten tien gratia
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
't welk des Maandags verschijnt.
46,869
44,237
41,356
37,654
33,427
30,607
14,585
10,579
2,063
H
n
n
by onderzoek
ten zoowel een
gehalte.
I
(Uit het Engelsch.j
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
kilo ongeveer,
nen zich by het
iverheid zeer aan
^emakkelyk ver-
dringei
„Oh
Rjjkspostspaarbank werd aan het post-
da en de daaronder ressorteerende hulp.
gedurende de maand December 1889
o_ 2493,91; terugbetaald f 3106,40.
Het laatste, door dat kantoor uitgegeven, boekje
draagt het nummer 2095.
ADVERTENTIEN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centeniedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
In een vroeger nr. over de a. at. uitvoering van
de Cbristophorus-cantate op 12 Januari a. st.
sprekende noemden wij onder de solisten, die dan
zullen optreden, den heer van E(bariton)
uit Maassluis. Dit moet zijn Vlaardingen.
m de kraam op
>k alleen by M.
4 te Gouda, 5.
JIT. 1
.ijemoNd,
EN) eene lading
lèlkofen,
tot groote voorzichtigheid verplicht ben. Gin tegen
over u i 3!““
u het volgende mededeelen:
„De advocaat Morris van Londen, die zoo beroemd
is geworden door het proces-Gray, schrijft mij uit
Wiesbaden, dat hij zijn vrouw onder mijn behande
ling wil stellen. Zij verkeert in den waan, dat zij
met een Duitsoh officier gehuwd is. Werkelijk komt
de heer Morris met de dame te Parijs en vertrouwt
haar aan mij toe. Zijn opgaven blijken waarheid te
zijn: de dame beweert werkelijk de echtgenoote van
een mijnheer von Berghaupt te zijn. Nu komt u
mij hier verklaren, dat u de bedoelde echtgenoot is I
U begrijpt, dat ik de politie daarvan kennis moet
geven. U neemt mij niet kwalijk, mynheer de ba
ron, maar hoe pijnlijk ook voor mij terwille
van den goeden naam mijner inrichting, mag ik niet
anders handelen. Hier is een quaestie, die alleen
met de hulp der overheid kan worden opgelost!”
„Dat vind ik uitstekend, heer professor! Ik zal
mij onmiddellijk bij den Duitschen ambassadeur ver
voegen.”
„Zeer goed, mijnheer de baron'. Maar mag ik
vragen, wat het doel is van uw bezoek?”
„Ik wil mijn vrouw zien en haar mee naar huis
nemen.”
„Met het oog op de moeilijkheid, waarin ik mij
bevind, zal u toch voor het oogenblik Wel van CC
verlangen willen afzien?”
„Wil u my dan zeggen, hoe het met nujn vrouw gaat?”
in
1888.
5,059.
8.528.
916.
1,431.
1,348.
2,557.
3,168.
903.
714.
191.
36)
„En toch verzoek ik u, mij aan te melden,” zeide
Koert, het Fransch met een vreemd accent uitspre
kende. „Ik kom uit het buitenland en heb een
mde zaak!”
Ih, dat verandert! Wil u dan zoo goed zijn
binnen te gaan. Voor heeren uit Rusland is de
professor zelfs in den nacht te spreken. Wil u maar
vooruit gaan, de ontvangsalon staat open.”
Koert werd naar een zijvleugel van het gebouw
geleid en ging daar den bedoelden salon binnen.
De professor liet hem niet lang wachten, de portier
had zeker een Russisclien heer aangediend.
Met een buiging, die een dansmeester tot eer kon
strekken, begroette de professor den vermeenden Rus.
„Ik ben Koert von Berghaupt”
Verbaasd deed de professor een stap achteruit,
doch spoedig was hij zich weer meester on verzocht
Koert te gaan zitten.
„Mijn vrouw bevindt zich hier in uw huis.”
„Dat is zeer merkwaardig, heer baron. Ik sta
hier voor een zeer buitengewoon geval, waarin ik
te voorzichtigheid verplicht ben. Gin tegen- „Naar omstandigheden gaat het goed. Gisteren
mijne bedenkingen te rechtvaardigen, zal ik 'verlangde zij uitdrukkelijk brieven naar Engeland en
naar Duitschland te zenden. Ik verbied dat zelden,
maar natuurlijk worden die brieven nooit op de post
gebracht.”
„Zou u mij een paar regels van mijn vrouw willen
toonen, professor?”
„Daar ik de betrekkingen en den gezondheidstoe
stand der dame uit een ander oogpunt begin te
beschouwen, verzoek ik u een paar regels van uw
handschrift. Het geval is zoo buitengewoon, dat ik
zelf niet weet, wat ik er van moet denken. Aan
den eenen kant voorzie ik een schandaal, dat mijn
inrichting groot nadeel zal doen. Ik wil daarom
gaarne medewerken om deze aangelegenheid in stilte
af te doen, natuurlijk met assissentie van de Duit-
sclie of Engelsohe ambassade. Ik verlang niets van
u dan het afdoend bewijs dat u mijnheer von Berg
haupt en de echtgenoot van deze dame is. Hetzelfde
zal ik ook van den heer Morris verlangen.”
De eigenaardige positie, waarin Koert verkeerde,
was oorzaak, dat hij den Engelsohen advocaat niet
van bedrog kon beschuldigen, want mijnheer Morris
kon immers gehandeld hebben in het belang vu
zijn vriend. Ook was het voor Koert te pijnlijk om
de geheele geschiedenis aan den professor te ont
hullen. Hij vermeed daarom daarover te spreken,
doch de professor bemerkte dit en begon wantrouwen
te koesteren.
Toen de professor het nogmaals verzocht had,
■dvertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave.
Het bij ID. van Sijn Zoon te Rotterdam uitko-
mende Geïllustreerd Volksblad gaat zijn vierden
jaargang intreden en beantwoordt bij toeneming aan
het door .de oprichters beoogde doeldoor middel
van de pers een gunstigen invloed op de massa
uit, te oefenen.
„Met dank in het hart en op de lippen zeggen
de uitgevers mogen we den derden jaargang van
dit Volksblad sluiten, want de gunst van God en
menschen was bij dezen arbeid in klimmende mate
ons deel. De oude vrienden bleven en toonden
steeds warmer sympathie, en velen die bij den aan
vang koel en onverschillig waren begonnen op aan
drang van, andoren of wel door persoonlijke kennis
making belang te stellen in dezen tak ran inwendige
zending. De vaste wekelijksche oplaag wies met
enkele honderdtallen en vele duizenden exemplaren
werden dit jaar in losse ns. als zoovele zaadkorrels
op den vaderlandsohen akker gestrooid.
„Intusschen make nu niemand uit dezen juichtoon
op, dat wij in 1890 zijne of hare hulp wel ont
beren kunnen en deze onderneming thans ook op
financieel terrein zóó gunstig staat, dat zij voorts
wel op eigen beenen loopen kan. Neen, waarlijk,
hoeveel reden tot erkentelijkheid er wezen moge,
het moet nog altijd beter gaan en het gewenschte
cijfer van 5000 ex. per week, dat wij ons bij den
aanvang als noodzakelijk voorgesteld hebben, is nog
lang niet bereikt. Men trekke dus de hand niet
terug, maar reike haar ons toe, kan het zijn, met.
nog wat meerder warmte".
Wie uit de afwezigheid ran een behoorlijke wet
op de levensverzekering zou opmaken, dat in dit
bedrijf Nederland zoowat niets omgaat, vergist
zich. Integendeel het kapitaal, hierbij betrokken,
loopt in de millioenen en neemt geen ongunstige
plaats in de cijferrij der voornaamste landen.
Dit bewijst een belangwekkend staatje, voor-
GOUDSCHE courant.
Bij de drnkte, die er gisterenmiddag op de Haven
heerschto, is een persoon in het water geraakt,
doch gelukkig gered.
Ook hier ter stede doen zich enkele gevallen
voor van influenza.
i
D« uitgave dezer Courant geschiedt dagelyks
met uitzondering van 3on- en Feestdagen.
De prys per drie maanden is 1.25, franco
per post f 1.70.
Afzonderlijke Nommei
De ^sending van ai
GfAlDA U Januari 1890.
i Iet Corps Officieren der dd. Schutterij alhier
heeft gisteren, met da muziek van! het corps, den
Burgemeester dezer gofneente. Mr. A. A. van Bergen
Uzendoorn, den gebrdikelijken nieuwjaarsgroet ge-.
A bracht.
W -nt-
J Zaterdag 4 Januari a. st. des namiddags ten 2
ure wordt, in tegenwoordigheid van de leden van
den Gemeenteraad, het gebouw op de Westhaven
B. IBS, dat door den heer G. J. Steens Zjjnen aan
do Gemeente is ten. geschenke gegeven tot vestiging
van het Gymnasium, als zoodanig in gebruik gesteld
en ingewijd.
Voor de f"'
kantoor Gouda en de
kantoren
ingelegd
komende in het jongste nummer van de blaadjes,
die de Algemeens Maatschappij van levensverzekering
en Lijfrente teAmsterdam wekelijks uitgeeft. Het is eene
vergelijking van den stand der levensverzekeringen
op 31 Dec. 1888 en van den vooruitgang in dat
jaar per 1000 inwoners en in het geheel tusschen
II landen in Europa. Wegens gemis aan de noodige
bronnen, kon de directie, naar zij mededeelt, geen
volmaakte nauwkeurigheid verkrijgen. Bij benade
ring geven echter de cijfers den waren stand van
zaken aan. Daarbij is aangenomen dat de verzeke
ringen, in eenig Rijk gesloten door buitenlanders,
werden opgewogen door die, welke bewoners van
dat Rijk hebben aangegaan in vreemde landen.
Wat het verzekerde bedrag met betrekking tot
het aantal inwoners betreft, is Nederland de 6e in
de rij der genoemde. Ver bovenaan staat Engeland
Verzekerd kapitaal Vooruitgang
op 31 Dec. 1888
per 1000 inwoners.
Engeland152,629
Duitschland
Frankrjjk
Denemarken
Zwitserland
Nederland
Zweden
Oostenrijk-Hongarijn
Noorwegen
Italië
Rusland 1,808 200.
De derde plaats noemt ons land dus in met be
trekking tot den vooruitgang in 1888, de belang
rijkste maatstaf tot vergelijking, de zevende plaats ten
opzichte van het totaal verzekerd bedrag. Daarbij gaat
Engeland weder vooraanmet 5,340,000,000; dan volgen
Duitschland, Frankrijk, Oostenrijk-Hongarije, Zweden,
Rusland en daarna Nederland met 133,708,000,
Zwitserland, Denemarken, Italië en Noorwegen.