Dienstbode RK. BESSENSAP Luiermand Bultenlandsch Overzicht. PETROLEUM-NOTEERINGEN ADVERTENTIËN. J. WELTER, Hoogstraat. Korte schetsen uit de geschiedenis der Latijnsche School. Cantzlaar Schalkwijk, te Rotterdam. INGEZONDEN. Geachte Stadgenooten Hurarerlijke Stand. Haastrecht Mej. KNaLMANN. Wijdstraat, bij SLOTEMAKER Co. Ten daarvoor bij deze gelegenheid openlyk dank. Thans wordt het nieuwe gebouw, zeido spr., onder goede voorteekenon en de beste voornemens geopend. Het personeel der leeraren is voltallig voor de 5 klassen, die het gymnasium op het oogenblik bevat en aan het hoofd staat een man, die met grond wordt vertrouwd te zijn de recite man op d* rechte plaat»! Curatoren hopen dat hq zijn sehooue doch moei lijke taak lang moge vervullen 1 Voorts uitte spr. den wensoh dat steeds de zoo gewen.schte samenwerking en onmisbare harmonie mocht bestaan tussohen Rector en Leeraren, ook met die der Hoogere Burgerschool, waarna hq eindigde met Dr. Eggink, Inspeoteur over de gymnasia, dank te zeggen voor zqne tegenwoordigheid en het gym nasium in zqne bescherming aan te bevelen. Ook deze woorden werden luide toegojuioht. Daarop nam Dr. A. van IJsendqk, Rector aan het Gymnasium, het woord en sprak achtereenvol gens verschillende der aanwezigen toe. Allereerst den heer Steens Zijnen, dien hq roemde lis een Maecenat, den beschormer van kunsten ep weten schappen, die als groot industrieel tevens zoogroote belangstelling toonde in het hooger onderwijs, waar voor spr. hem hartelqken dank betnigde. Voorts sprak hq een woord van dank tot B. en W. en den Gemeenteraad voor zqne benoeming tot Rector onder belofte zqne beste krachten te zullen inspannen voor de belangen van het onderwijs. Vervolgens beval hij zich aan bjj hh. Curatoren e» hoopte dat de verstandhouding met dat Collegie steeds een prettige, aangename en opens zou zjjn. Daarop sprak hq den Inspecteur Dr. Eggink toe en den oud rector Dr^Terpstra, waarbij hq de hoop uitsprak dat hij een weinig van de achting der Goudsche inge zetenen zou verwerven, die zqn voorganger in zoo ruimen mate genoot. Voorts Dr. Julius, Directeur der H. B. school en beval zich ten slotte aan in de vriendschap zqner collega's waarbq hij den wensch uitte dat van het gegeven onderwijs steeds bezielende kracht zou uitgaan opdat de leerlingen zouden lee- ren denken en te vragen naar het hoe en waarom! Ten slotte wendde Spr. zich tot de leerlingen, wees hen op de spreuk in het Stadswapen: Per ardua ad at tra! Voorzeker ook de taak der gym nasiasten ia somtijds arduum, verre vsn aangenaam, ^maar steeds mochten zij bedenken dat juist wat met moeite verkregen wordt, vaak het meest waard is. Zij verkeerden nog in den gelukkigen leeftqd van de «wereld vol illnsie" waarvan de dichter zong: zij mogen van harte genieten ran ban jeugd, maar nooit vergeten dat het leven ook voor hen eene ernstige zqde heeft die niet uit het oog mag worden verloren I Gij znlt, eindigde spr. zijn toespraak tot de leerlingen, in dit gebouw in een nettere omgeving verkeeren als vele anderen, geen witte wanden of kale solderingen grijnzen u tegen, maar keurige behangsels en beschil derde plafonds ziet gij om u, moge gij steeds toonen een dergelijke schoone omgeving waard te zijn en door dat alles in eere te houden ook toonen prijs te stellen op het milde geschenk van den heer Steens Zjjnen! Ook deze spreker werd luide toegejuicht. Vervolgens werd de eerewijn rondgediend eu daarop het gebouw bezichtigd, dat een uitstekenden indruk maakt en in alle opzichten uitstekend is ingericht. ongelukken te voorkomen op het voetspoor van de Astociation pour précenir lei accidentde fabrique te Mühlhausen, wier werking bij van nabq gadegesla gen heeft. In tegenstelling met Dr. J. Th. Mou- ton, dié blqkens een door hem geschreven en door de Liberale Unie uitgegeven brochure van wettelijke voorsohrifteu in deze veel heil vorwacht, koesterde spr. de beste verwaohtingen van hot parciculier initiatief. Spr. zette de werking van eene vereeni- ging, zooals hq die wenschte, uiteen en toonde uan, dat die met een weinig goeden wil van do fabri kanten zeer gemakkelijk en met betrekkelijk weinig kosten tot stand kan komen. Ten slotte deed spr. ons kennis maken met ver scheidene toestellen, waardoor ongelukken, als door spr. bedoeld werden, te voorkomen zqn. De voordracht was zeer belangrqk en de Voor zitter van het Departement, de beer Dr. H. IJssol de Schepper, was voorzeker de tolk van allo aan wezigen, toen hjj den heer van Meetoren dank ba- tuigde voor hetgeen hq had ten beste gegeven. Wat goede postduiven waard, zqn, bleek dezer dagen op een verkooping te Brussel, waar 62 dnivon verkocht werden en 3600 francs opbrachten. Voor den paar duiven werd zelfs 362 francs betaald. De heer W. F. van Westerouën van Meeteren, uit Amsterdam, hield gisterenavond in eene ver gadering van het Departement «Gouda" der Ned. Mij. tot bevordering van Njjverheid de aangekon digde voordracht over Voorkoming van ongelukken in Fabrieken en Werkplaatten. Spr. betoogde de wenschelqkheid tot oprichting eener Nederlandecke Pereeniging, met het doel die Uit tal van plaatsen in ons tand wordt bericht dat er in meerdere of mindere mate de ongesteld heid heerscht, die door den een griep, door den ander influenza, door een derde zware verkoudheid wordt genoemd. In verschillende garnizoensplaatsen zqn buitengewoon veel zieken onder de mili tairen. Aan hot Handeliblad wordt medegedeeld, dat te Amsterdam een veertigtal telegraafbeambten en on geveer twintig telegrambestellers door de griep zqn aangetast. De Hotl. IJzeren Spoorwegmaatschappij heelt per annonce bekend gemaakt, dat zij, «tengevolge van het groot aantal zieken onder het spoorwegperso neel te beginnen Maandag a. st. den dienBt voor het aannemen van goederen enz. moet beperken uitsluitend tot de bestelkantoren. Aan het centraal station worden voorloopig geen bestelgoederen aan genomen." Op de scholen te Amsterdam is na de Kerat- vacantie het getal aanwezige leerlingen door de heerschende ziekte aanmerkelijk afgenomen. Op de Frederikschool o. a. ontbraken gisteren 66 van de 185 kinderen. Aan een der bankinstellingen aldaar zqn van de 50 bedienden 17 ongesteld, op een zetterq moesten 22 werklieden wegblijven, in een groot manufactu- rcnmag&zyn zqn 12 van de 23 bedienden bed legerig. Te Amsterdam zqn gisteren de qswedstrqden be gonnen. De vorige week waren Alex van Punscbin uit Petersburg, E. Godager en A. Narsing uit Helsing- fors, Ahrends uit Hamburg gekomon, en de onzen Pander, Jurrjena, Couvée, Venema e. a. waren gereed hen te ontvangen, en nu was het de dag voor den mijls wedstrijd. De baan werd zeer geroemd. Te twee uur vingen de wedstrijden aan. Eerst rijdt A. L. Couvée tegen Van Panschin, die hem spoedig vooruit schiet. Zoowat halverwege de baan valt Couvée. Panschin maakt de baan in 1 min. 26 Bec. Jurrjens rijdt alleen .omdat Tebbusa niet uitkomt. Hij legt de baan af in 1 min. 31»/, sec. en wordt luide toegejuicht. Hartman rqdt ook alléén en maakt do baan in 1 min. 31 sec. Nu volgen J. E. Jurtjens en De Boer, maar de eerste viel al dadelqk na het afgaan en De Boer reed do baan in 1 min. 36 seo. Godager, die de ohampionssjerp draagt, rqdt ook alleen. Hij wordt om zijn vasten slag zoor bewoi. - derd en hulde toegebracht. Hq maakt de baan in 1 min. 26»/, sec., dat is iets langer dan van Pansebin. Bolangwekkend is de strijd tussohen Narsong en Pander. Norseng ia en bljjffc eerst voor maar Pander zit hem vlak o, de hielon en komt oogenblikkelqk op hem aan. Narseng 1 min. 28'/s, Pander 1 min. 2.4daar mede is Panscbin's reoord van het vorig jaar ge slagen. Kaïnpers maakt de baan in 1 miu. 15. Ten slotte rijden Tjalma tegen Ahrendt van Hnmbur>. Tjalma houdt mooi vol, maar wordt toch gsslageu door Ahrendt in 1 min. 81»/,. Tjalma 1 min 81'/,. De beslissende uitslag om de gouden, zilveren en bronzen medaille, wordt meegemaakt door Pansohin 1 min. 28, Godager 1 min. 26»/„ Norseng 1 mir. 22", en Pander 1 min. 22»/,. Panschin rqdt tegen Godager en blqft eerst voor. met klein versohil. Panschin komt eerst aan in 1 m. 26 s. Godager in 1 m. 26'/,. Narseng komt weer tegen Pander op. Zjj geven elkaar weinig toe, Pander wordt luide toegejuicht. Hij schijn iets voor, en dat blqft zoo tot op het laatste oogen blik, even voor de einilljju. Dan valt hq, doch met de handen werkende, bijna kruipende bereikt hij nog voor Narseng de eitidlijn. Pander 1 min. 22»/, Narseng 1 min. 22'/,. De overwinning in dezen wedstrijd was dus voc. den Nederlander, die stormachtig werd toegtquicht. Pander gouden medaille, Narseng zilveren medaille, Panschin le bronzen medaille en Godager 2e bronzen medaille. Ublad Heden, op den dag van de plechtige inwijding van het Gymnasium, zullen de lotgevallen van d Latijnsche School, voor zoover zq aan het thans levende'' geslacht nog door mondelinge overlevering of door persoonlqke herinnering bekend zjjn, wellicht hier en daar het onderwerp van een gesprek hebben uitgemaakt Vooral zullen die ingezetenen van Gouda die hum. klassieke opleiding alhier hebben genoten, zich, voor een oogenblik althans, vervlogen dagen voor den geest geroepen hebben en zoodoende voor zichzelven en wellicht ook voor anderen bouwstof aangebracht heb ben voor een overzicht van de geschiedenis der Lc tqnsche School gedurende verschillende tientallen van jaren. Wellicht zqn er echter oolk onder onze Gondsohe medeburgers die, niet tevreden met datgene wat nog in de herinnering voortleeft, iets verder gaan en, door belangstelling of nieuwsgierigheid gedreven, hun Walvis of de Lange, van Wqngaerden opslaan om eens te zien of in die bekende beschrijvingen der stad Gouda iets te vinden is omtrent den oorsprong en de ontwikkeling van de Latjjnsche School. Nu wijden Walvis zoowel als de Lange van Wjjr.- gaerden (of liever de heor J. N. Scheltema, wat' het hoofdstuk over de scholen vindt men in het door den heer S. bewerkte derde deel) wel eenige blad zijden aan de geschiedenis onzer inrichting, doch Walvis is wel wat heel beknopt en de heer Schel tema, die op dit punt wat uitgebreider is, vefdient, voor dit onderdeel van zijn werk, niet al te vee. vertrouwen. Het zij mjj dus vergund van tjjd tot tjjd in dit dagblad eenige bijzonderheden mede te deelen die ik omtrent de oude Latqnsche School in het stedelijk archief heb gevonden. De welwillendheid van onzen «Als u het goedvindt, neem ik voor eigen ge bruik 0en beetje poeder uit het papier en het overige schenk ik u om bij een volgende gelegenheid te dienen.» «Dat ia goed, maar u raakt daardoor toch zelf niet in verlegenheid?" «De schrqf van avond nog naar Parqs om nieuwen •voorraad." Vlug vouwde de advocaat van oen stuk van een couvert een peperhuisje en stortte daarin een kleine hoeveelheid van het poeder. Toen ging hq met Sir James naar diens slaapkamer en plaatste zelf het glas water en het poeder op de nachttafel. Het was intusschen avond geworden. De advo caat zou met den consul dineeren doch hjj sloeg de uitnoodiging af, daar het meer dan tjjd was om naar mevrouw von Bcrghanpt te gaan. «Ga met God, waarde Morris en voltooi met be leid het werk, dat ge begonnen hebt. Mijn dank baarheid kent geen grenzen!» «Ik zal mijn werk voltooien, Sir! Denk vooral den drank in te nemen!" Met deze woorden nam de heer Morris afscheid en verliet het hötel om per spoor naar Wiesbaden te vertrekken. Vandaar zou hq met een rjjtuig naar de villa gaan. Terwijl h|j in de wachtkamer op het vertrek van den trein wachtte, was de droefheid op zijn gelsat te lezen. «Men zal het vergif naast het ledige glas vinden," mompelde hij. «Men zal den edelen man beklagen, die zich zoo het leven benam. O, wat zon ik wel willen geven, als ik hem het leren sparen kon!" Na het vertrek van mr. Morris was de consul zeer onrustig geworden, zonder dat hjj er de oorzaak van wist. Om wat tot kalmte te komen en om niet langer alleen te zqn, ging hjj naar beneden in de gezelschapszaal van bet hdtel. Tegen negen uur in den avond keerde hij naar zqn slaapkamer terug met het voornemen naar bed te gaan. Toen hij de slaapkamer binnentrad, was een dienst meisje bezig het bed gereed te maken en verder alles voor den logeergast op orde te stellen. Juist wilde zjj met een vriendelijk «goeden nacht" heen gaan, toen de consul het glas water en het poeder op de nachttafel vermiste. «Waar is het glas en het poedet?" vroeg hjj ontsteld. «01 was dat van u?" vroeg het meisje verlegen. «Ik dacht, dat het nog van den baron was, die van morgen vertrok. Hij nam altjjd een drankje om 's nachts beter te kunnen slapen. Men heeft verteld, dat het een soort van vergift was, om ongelukken te voorkomen heb ik het poeder en het water in de vuilnisbak geworpen." De consul was eerst ontevreden, maar hjj bedacht zich en zeide goedig: s't Is jammer, je hadt het niet moeten wegwerpen. Nu, ga maar heen, ik ben niet boos op je, omdat je meende goed te doen." Met een hoofdknik ging het meisje heen en nu moest Sir James te bed gaan, zonder het heilzame middel van den advocaat Het telegram von Koert kwam in den nacht aau en veroorzaakte Wambold groote ongerustheid. Den volgenden morgen snelde hjj er mee naar mevrouw von Reidersdorf en ging met haar naar de villa te Bibrich, ten einde met Koerts mama to raadplegen. Dat er iets buitengewoons moest gebeurd zqn, m voor de hand, maar geen van allen vermoedde het geringste van de waarheid. Van harte gaarne zou Wambold voldaan hebben aan Koerts verzoek om den advocaat te laten gevan gen nemen, maar mjjnheer Morris was immers naar Londen vertrokken!" In geval Koert onmiddellijk na het telegram uit Parijs was vertrokken, kon hjj dien morgen te Frank fort aankomen. Op verlangen der dames ging Erik daarom naar Frankfort om Koert en zijn vrouw aan het station te verwelkomen. Dat was echter te vergeefs. De geheele dagver liep zonder dat Koert en zjjn vrouw kwamen. Den volgenden dag belette zjjn dienst hem weder naar Frankfort te gaan, doch tegen den avond kwam hjj vrij van dienst en haastte zich toen naar de villa. Daar trof hjj Koert's mama, mevrouw von Rei dersdorf en de jonkvrouw von Lauterer aan. Tk ordt vervolgd.) hooggeachten archivaris den heer mr. D. N. Brou wer heeft mij in staat gosteld om stukken, die over de gesohiedonis van het Goudsche gymnasium eenig lioht konden verspreiden, te raadplegen en zoodoende eenige schetsen to leveren die, met al het gebrekkige dat er zeker aan zal kleven, toch altijd, als geput uit officieele bescheiden, wellicht eenige waarde kunnen hebben voor de lezers van dit blad. Ik begin dus met I. DE OORSPRONG DER LATIJNSCHE SCHOOL. Walvis en de Lange van Wijngaerden zijn het over den tjjd van oprichting der Goudsche Latjjnsche School niet geheel eens. Walvis (1) spreekt van eene vervallen Latijnsche School die in het jaar 1573 «door de Heeren Bur- gemeesteren weder in stand werd gebracht» terwijl de Lange van Wjjngaerilen (2) 't meent te moeten betwjjfelon of er wel, zoolang de Fraterheeren hier eene stichting hadden en dit was van 14761572 nog eene afzonderlijke Latjjnsche School heeft bestaan. Dat de Lange van Wijngaerden omtrent dit punt zjjn twijfel uitspreekt mag bijna als bewijs gelden dat directe aanwijzingen ontbreken. In de resolutiën der vroedschap van véér 1573 is dan ook niets te vinden waaruit men met zekerheid zou kunnen op maken dat er bepaaldelijk Latijn werd onderwezen op de «groote school" waarvan enkele spaarzame be richten staan opgeteekend. Dooh er zjjn tal van redenen op te noemen die het zoo goed als zeker maken dat de meening van Walvis de juiste is en dat dus de Latijnsche School niet dagteekent van het jaar 1573, maar dat zij na een tijdperk van verval op nieuw is ingericht. Gelijk we reeds zeiden zjjn er in de vroedschaps- boeken véér 1573 berichten te vinden omtrent eene groote, door een Rector beheerde school. De be naming van groote school" nu en de titel van Rec tor. doon reeds vermoeden dat daar Latjjn werd onderwezen. Dit vermoeden wordt tot zekerheid wanneer we lezen dat diezelfde groote school zonder eenige merk bare hervorming overgaat in die school, die dan vol gens d. L. v. W. eerst in 1578 met eenig recht de Latjjnsche School zou kunnen worden genoemd. Zoo zien wij dat den 16den November 1672 „de Reotor van den groten schoele" wordt gelioentieerd en dat den Burgemeesters de opdracht wordt gedaan een ander bekwaam rector aan te nemen. En op. den 27ste April 1573 deelen de Burgemeesters mode hoe zij met mr. Pauwels (Paulus Traudenius) reotor te Woerden in overleg zijn getreden om alhier rector te wezen. Op den 18den November eindelijk wordt besloten mr. Pauwels aan te nemen en tevens dat 't convent van de cellebroers zal gerepareerd worden, „suloz dat 't selve woenbaar en de propys wesen sal, omme daerinne schoei te moghen houden." Men ziet dus hieruit dat hier moeilijk sprake kan zijn van de oprichting eener Latijnsche school maar, gelijk later blijken zal, van een keerpunt in de ge schiedenis der otfde school die, geljjk de vroed- schapsresolntien ons herhaaldelijk doen zien, in een trenrigen staat van verval was geraakt. Men leze, om een voorbeeld te noemen, de klachten over de school in de vergadering der vroedschap van 6 Fe bruari 1651 waarinde burgemeosters te kennen geven „hoe dat dio schole deser stede hoe langer soe meer vergaat, deurdien datter geen meesters en zijn, die die kinderen wel instrneeren èn leeren» en als ge volg daarvan hoe vole ouders tot groot nadeel van de stad, naar elders verhuizen. Reeds véér 1673 bestond hier dus reeds een Latijnsche school aan het hoofd waarvan verschil lende rectorenhebben gestaan wier namen zoo nu en dan in de vroedschapsresolutiën vermeld staan. Jammer is het dat onder heit niet te vinden is de uaam van den beroemden Petrus Nannius van wien ik wel melding vind gemaakt in talrjjke rectoren- lijsten uit later tjjd doch niet in offloieele stukken. Toch is het zoo goed al» zeker dat Nannius hier in 1621 rector is geweest. In welk jaar nu die oudere sohool is opgericht, daaromtrent kan men zelfs geen enkele gissing wagen. Zeer waarschqnhjkis hot dat, evenals elders, ook in Gouda de van «^Latijn tegelijk met die van den Jmg, Ter wille van den kerkelijken dienst, van af overoude tjjden op de scholen is ge leerd en dat in den loop der tjjden het Latjjn als leorstof alleen op de groote school is blijven bestaan. Evenmin valt met zekerheid te zeggen op welke plaats de school véér de verplaatsing naar het Cel- lebroers-klooster (Groeneweg) gestaan heeft. Dooh niettegenstaande al die duistere punten meen ik toch met eenige zekerheid te hebben aangetoond dat er hier in Gouda, evenals trouwens in enkele andere plaatsen van ons laud, naast de stichting der Fra terheeren die ook onderwjjs mochten geven aan hen dio niet in hun huis verblijf hielden, toch nog eene afzonderlijke Latqnsohe school bestond die onder het oppertoezicht van de vroedschap gesteld was. K. (1) Heschrijving der stad Roefle I peg. 216. (2) Geschiedenis en Beschrijving der stad ven der Goode 111, peg. 575 ven het op het arohief berustend manuscript, verg. de bewerking van den Beer Scheltema pag. 74. De Engelsche rogeering heeft een handelstractaat gesloten met Bulgarije, waarvan de inhoud door de Bulgaarsche staatscouraut wordt medegedeeld. Voor Engebche koopwaren, die in Bulgarije wor den ingevoerd, wordt een invoerrecht geheven van 8 pet der waarde, indien zij ten minste niet be- hooren tot de meest begunstigde", waarvoor maar l1/! pet. wordt betaald. Voor alcohol, tabak, zout, kruit en andere artikelen, waarvoor volgens de wetten van het vorstendom accijns moet worden betaald, zal een afzonderlijk tarief worden vastgesteld. Van den anderen kant zullen van landbouwproduc ten en fabriekswaren uit Bulgarije, die in Engeland worden ingevoerd, niet meer goheven worden dan van de goederen uit andere landen, welke tot de meest bevoorrechte behooren. Dit tractaat is gesloten tot 13 Januari 1891. Is het dan door geen der beide partyen opgezegd, dan zal het geldig worden beschouwd tot 13 Janu ari 1892. Do Kussisohe pers is zeer boos over deze han delwijze van Engeland. De Petersburgscho Novosti verklaart, dat het tractaat van geener wharde is, indien het niet door den sultan, als leenheer van den vorst van Bul garije, wordt bekrachtigd. Er zijn thans berichten van dr. Peters, het hoofd der Duitsche Emin-pacha-expeditie ontvangen, die tot 8 October 11. loopen en hoop geven, dat de tijdingen over zijn dood ongegrond zyn geweest. Uit deze mededeelingen blijkt, dat dr. Peters zijn tocht uit het Subakinilandschap langs de Tana tot Maffa zonder moeilijkheden heeft voortgezet. Aoht'er Maffa moest een onbewoonde woestijD, waar vol komen gebrek aan water was, doorgetrokken worden wat met de grootste inspanning gepaard ging. Hierbij volgde dr. Peters de sporen van een Engel- sohe expoditie, die kort te voren denzelfden weg had ingeslagen. De expeditie zelf ontmoette dr. Peters niet, zij was door Somali's aangevallen en haar leider dr. Smith, luidendo de mededeelingen der inboorlingen, naar Ukamlo gevlucht, om naar Mom bas terug te keeren» Do marsch door de woestijn duurde van 16 tot 21 Sept. Op dien dag kwam dr. Peters te Odagalla aan, de eerste bewoon bare plaats in het Galla-sultanaat aan de boven-Tana. Een Duitsche mijl achter Odagalla legde dr. Peters een station aan, waarin hij een huis bouwde, naar oen zijner vrienden het »Von dor Heydt huis" genoemd. Hij eindigt zijn eersten brief met zijn tevredenheid te betuigen over den toestand en de vooruitzichten der expeditie. Spoedig hoopte hij naar het Kenia-gebergte te gaan en van daar naar het Baringo-meer om verder naar het gebied van Emin-pacha te marebeeren. Aan dezen eersten brief is een prosoriptum toe gevoegd, gedateerd Van-der-Heydt-huis 8 October, waaruit blijkt, dat de rust der expeditie in het nieuw aangelegde station niet van langen duur is geweest. Met den sultan dor Galla's Hugo had dr. Peters een voordeelig verdrag gesloten, dat echter de misnoegdheid dergrooton van Wagalla opwekte. Een gevecht had den 6en October plaats. Onder de gewonden der Wagalla's bevond zich de sultan Hugo. De Wagalla's vluchtten en dr. Peters bleef meester van het veld. Hij keerde naar zijn kamp terug, met het voornemen dit goed te versterken tegen de Somali's, die uit het Oosten kwamen oprukken. Een ander bericht in de Ruhrorter Zeitung meldt dat in het Neukirchner zendingsstation Ngao aan do Tanarivier in Nov. berichten van dr. Peters zijn ontvangen. Er wordt echter niet medegedeeld van welken tijd die brieven vaa dr. Peters zijn. Wanneer die niet later dan van 8 Ootober zijn, zoo geven zij niet meer zekerheid dan de eerstgenoemde. van de Makelaars De markt was heden onveranderd. Looo Tankfust 8.65. Geïmporteerd fust 8.60. Janoari-levering f 8.46. Uit naam van ruim Twee Honderd en Vijftig arme kinderen roepen wij U, Geaohte Stadgenooten heil en vrede toe big den aanvang van dit nieuwe jaar, en betuigen alle milde gevers en geefsters onzen hartelyken dank, omdat wij door uwe liefde in staat waren, in de verleden maand December dit getal arme kinderen menig gelukkig uur, en een goed gevulde maag te verschaffen. Die het genot wil smaken van met vrucht zijne gave besteed te zien, durven wjj vriendelijk uit te noodigen ons te komen bezoeken in de Vogelen zang Lokaal ,/Heil des Volks" op Maandag, Dinsdag, Woensdag, Donderdag en Zaterdagavond van af half zes tot zeveg uur. Op het vernemen dat sommigen al zeer karig en enkelen zelfs geen voedsel hadden genuttigd, wanneer zij om negen uur ter school kwamen, be sloten wij hen des morgens te 8 uur in ons lokaal te verzamelen, opdat ze toch gevoed de school kun nen bezoeken. Meenende naar den wens h van allen te handelen die hunne gave ons toevertrouw den, noemen wy ons met dankbaarheid, De Commissie, G. de RAADT. B. BELONJE. B. PUNSELIE. H. A. TOEN. GEBOREN1 Jan. Andries, oudera A. Bloot en M. de Jong. —f2. Hendrik, ouders H. den Hertog eo A Snel. 3. Cortajia^ Wilhelmina, ouders A. van der Draaij en J. de Keiaer, Margaretha, ouders S. van den Berg en C. van der Weijden. OVERLEDEN1 Jan. J. Spruit, wed. J. Vermeulen, 83 j. 2. J. van Leeuwen, 6 j. W. van Wijk, 18 j. 3. G. Brenkman, 3 w. P. A. Koppendraaier, 7 ra. C. E. van der Kaaij, 12 j. 8 ra. ONDERTKOUWD: 3 Jan. C. den Haag, 26 j. en S Zorg, 29 j. OVERLEDENh. Sirre. 15 j. v De Heer en Mevrouw TEMMINCK- Heülb betuigen hunnen dank voor de bljjken van belaugstelling bjj het ot erljjden van hunne Schoonzuster ontvangen. Geachte Begunstigers blijven wij erkentelijk dankbaar voor het verschenen jaar, met onze beste wenschen 0 toegezegd in dit nieuwjaar door J. B. GOEDHART en Echtgenoote. Nieuwe Visch- en Fruitwinkel. Mjjne wederkeerige beste wenschen aan allen, dio mjj bjj den aanvang van dit jaar belang stelling betoonden. G. A. 00 DIJK. Met wederkeerigen gelukwensch mijnen dank aan allen, die mij bij de intrede van dit jaar bljjken van belangstelling gaven. W. LOTSY. De Heer en Mevrouw SCHIM van de» LOEFF—Boonders betuigen, met wederkee rigen heilwensch, hunnen dank aan allen, die hun op 1 Januari bljjken van belangstelling gaven. Met wederkeerigen heilwensch betnigt de ondergeteekende zijn' dank aan allen, van wie hij bij de intrede van het Jaar bewjjzen van belangstelling heeft ontvangen. Dr. A. ROME1JN. Met wederkeerigen heilwensch betnigt de ondergeteekende zjjnen dank aan allen die hem bij de intrede van bet nieuwe jaar van hunne belangstelling deden binken. M. SPRÜIJT. De ondergeteekende betuigt, met wederkee rigen heilwensch, zjjnen dank voor de vele bewgzen van belangstelling op 1 Januari jl. ondervonden. G. C. FORTDUN DROOGLEEVER. Met wederkeerigen heilwensch betuig ik mijn dank aan allen die mg bjj de jaarsverwisseling bljjken van belangstelling gaven. A. H. van DILLEN. VRAAGT 1 Februari een flinke niet beneden de 20 jaar. Magazjjn van CORSETTEN, ONDERGOED en alle be- noodigdheden voor de

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 4