Dienstbode RK.
BESSENSAP
Luiermand
Bultenlandsch Overzicht.
PETROLEUM-NOTEERINGEN
ADVERTENTIËN.
J. WELTER, Hoogstraat.
Korte schetsen uit de geschiedenis
der Latijnsche School.
Cantzlaar Schalkwijk, te Rotterdam.
INGEZONDEN.
Geachte Stadgenooten
Hurarerlijke Stand.
Haastrecht
Mej. KNaLMANN. Wijdstraat,
bij SLOTEMAKER Co.
Ten daarvoor bij deze gelegenheid openlyk dank.
Thans wordt het nieuwe gebouw, zeido spr., onder
goede voorteekenon en de beste voornemens geopend.
Het personeel der leeraren is voltallig voor de 5
klassen, die het gymnasium op het oogenblik bevat en
aan het hoofd staat een man, die met grond wordt
vertrouwd te zijn de recite man op d* rechte plaat»!
Curatoren hopen dat hq zijn sehooue doch moei
lijke taak lang moge vervullen 1
Voorts uitte spr. den wensoh dat steeds de zoo
gewen.schte samenwerking en onmisbare harmonie
mocht bestaan tussohen Rector en Leeraren, ook met
die der Hoogere Burgerschool, waarna hq eindigde
met Dr. Eggink, Inspeoteur over de gymnasia, dank
te zeggen voor zqne tegenwoordigheid en het gym
nasium in zqne bescherming aan te bevelen.
Ook deze woorden werden luide toegojuioht.
Daarop nam Dr. A. van IJsendqk, Rector aan
het Gymnasium, het woord en sprak achtereenvol
gens verschillende der aanwezigen toe. Allereerst
den heer Steens Zijnen, dien hq roemde lis een
Maecenat, den beschormer van kunsten ep weten
schappen, die als groot industrieel tevens zoogroote
belangstelling toonde in het hooger onderwijs, waar
voor spr. hem hartelqken dank betnigde. Voorts
sprak hq een woord van dank tot B. en W. en den
Gemeenteraad voor zqne benoeming tot Rector onder
belofte zqne beste krachten te zullen inspannen voor
de belangen van het onderwijs.
Vervolgens beval hij zich aan bjj hh. Curatoren e»
hoopte dat de verstandhouding met dat Collegie steeds
een prettige, aangename en opens zou zjjn. Daarop
sprak hq den Inspecteur Dr. Eggink toe en den oud
rector Dr^Terpstra, waarbij hq de hoop uitsprak dat
hij een weinig van de achting der Goudsche inge
zetenen zou verwerven, die zqn voorganger in zoo
ruimen mate genoot. Voorts Dr. Julius, Directeur
der H. B. school en beval zich ten slotte aan in de
vriendschap zqner collega's waarbq hij den wensch
uitte dat van het gegeven onderwijs steeds bezielende
kracht zou uitgaan opdat de leerlingen zouden lee-
ren denken en te vragen naar het hoe en waarom!
Ten slotte wendde Spr. zich tot de leerlingen,
wees hen op de spreuk in het Stadswapen: Per
ardua ad at tra! Voorzeker ook de taak der gym
nasiasten ia somtijds arduum, verre vsn aangenaam,
^maar steeds mochten zij bedenken dat juist wat met
moeite verkregen wordt, vaak het meest waard is.
Zij verkeerden nog in den gelukkigen leeftqd van de
«wereld vol illnsie" waarvan de dichter zong: zij mogen
van harte genieten ran ban jeugd, maar nooit vergeten
dat het leven ook voor hen eene ernstige zqde heeft
die niet uit het oog mag worden verloren I Gij znlt,
eindigde spr. zijn toespraak tot de leerlingen, in dit
gebouw in een nettere omgeving verkeeren als vele
anderen, geen witte wanden of kale solderingen
grijnzen u tegen, maar keurige behangsels en beschil
derde plafonds ziet gij om u, moge gij steeds toonen
een dergelijke schoone omgeving waard te zijn en
door dat alles in eere te houden ook toonen prijs
te stellen op het milde geschenk van den heer
Steens Zjjnen!
Ook deze spreker werd luide toegejuicht.
Vervolgens werd de eerewijn rondgediend eu
daarop het gebouw bezichtigd, dat een uitstekenden
indruk maakt en in alle opzichten uitstekend is
ingericht.
ongelukken te voorkomen op het voetspoor van de
Astociation pour précenir lei accidentde fabrique te
Mühlhausen, wier werking bij van nabq gadegesla
gen heeft. In tegenstelling met Dr. J. Th. Mou-
ton, dié blqkens een door hem geschreven en door
de Liberale Unie uitgegeven brochure van wettelijke
voorsohrifteu in deze veel heil vorwacht, koesterde
spr. de beste verwaohtingen van hot parciculier
initiatief. Spr. zette de werking van eene vereeni-
ging, zooals hq die wenschte, uiteen en toonde uan,
dat die met een weinig goeden wil van do fabri
kanten zeer gemakkelijk en met betrekkelijk weinig
kosten tot stand kan komen.
Ten slotte deed spr. ons kennis maken met ver
scheidene toestellen, waardoor ongelukken, als door
spr. bedoeld werden, te voorkomen zqn.
De voordracht was zeer belangrqk en de Voor
zitter van het Departement, de beer Dr. H. IJssol
de Schepper, was voorzeker de tolk van allo aan
wezigen, toen hjj den heer van Meetoren dank ba-
tuigde voor hetgeen hq had ten beste gegeven.
Wat goede postduiven waard, zqn, bleek dezer
dagen op een verkooping te Brussel, waar 62
dnivon verkocht werden en 3600 francs opbrachten.
Voor den paar duiven werd zelfs 362 francs betaald.
De heer W. F. van Westerouën van Meeteren,
uit Amsterdam, hield gisterenavond in eene ver
gadering van het Departement «Gouda" der Ned.
Mij. tot bevordering van Njjverheid de aangekon
digde voordracht over Voorkoming van ongelukken in
Fabrieken en Werkplaatten.
Spr. betoogde de wenschelqkheid tot oprichting
eener Nederlandecke Pereeniging, met het doel die
Uit tal van plaatsen in ons tand wordt bericht
dat er in meerdere of mindere mate de ongesteld
heid heerscht, die door den een griep, door den
ander influenza, door een derde zware verkoudheid
wordt genoemd. In verschillende garnizoensplaatsen
zqn buitengewoon veel zieken onder de mili
tairen.
Aan hot Handeliblad wordt medegedeeld, dat te
Amsterdam een veertigtal telegraafbeambten en on
geveer twintig telegrambestellers door de griep zqn
aangetast.
De Hotl. IJzeren Spoorwegmaatschappij heelt per
annonce bekend gemaakt, dat zij, «tengevolge van
het groot aantal zieken onder het spoorwegperso
neel te beginnen Maandag a. st. den dienBt
voor het aannemen van goederen enz. moet beperken
uitsluitend tot de bestelkantoren. Aan het centraal
station worden voorloopig geen bestelgoederen aan
genomen."
Op de scholen te Amsterdam is na de Kerat-
vacantie het getal aanwezige leerlingen door de
heerschende ziekte aanmerkelijk afgenomen. Op de
Frederikschool o. a. ontbraken gisteren 66 van de
185 kinderen.
Aan een der bankinstellingen aldaar zqn van de
50 bedienden 17 ongesteld, op een zetterq moesten
22 werklieden wegblijven, in een groot manufactu-
rcnmag&zyn zqn 12 van de 23 bedienden bed
legerig.
Te Amsterdam zqn gisteren de qswedstrqden be
gonnen.
De vorige week waren Alex van Punscbin uit
Petersburg, E. Godager en A. Narsing uit Helsing-
fors, Ahrends uit Hamburg gekomon, en de onzen
Pander, Jurrjena, Couvée, Venema e. a. waren gereed
hen te ontvangen, en nu was het de dag voor den
mijls wedstrijd.
De baan werd zeer geroemd. Te twee uur vingen
de wedstrijden aan.
Eerst rijdt A. L. Couvée tegen Van Panschin,
die hem spoedig vooruit schiet. Zoowat halverwege
de baan valt Couvée. Panschin maakt de baan in
1 min. 26 Bec. Jurrjens rijdt alleen .omdat Tebbusa
niet uitkomt. Hij legt de baan af in 1 min. 31»/,
sec. en wordt luide toegejuicht. Hartman rqdt
ook alléén en maakt do baan in 1 min. 31 sec.
Nu volgen J. E. Jurtjens en De Boer, maar de
eerste viel al dadelqk na het afgaan en De Boer
reed do baan in 1 min. 36 seo.
Godager, die de ohampionssjerp draagt, rqdt ook
alleen. Hij wordt om zijn vasten slag zoor bewoi. -
derd en hulde toegebracht.
Hq maakt de baan in 1 min. 26»/, sec., dat is
iets langer dan van Pansebin. Bolangwekkend is
de strijd tussohen Narsong en Pander. Norseng ia
en bljjffc eerst voor maar Pander zit hem vlak o,
de hielon en komt oogenblikkelqk op hem aan.
Narseng 1 min. 28'/s, Pander 1 min. 2.4daar
mede is Panscbin's reoord van het vorig jaar ge
slagen.
Kaïnpers maakt de baan in 1 miu. 15. Ten
slotte rijden Tjalma tegen Ahrendt van Hnmbur>.
Tjalma houdt mooi vol, maar wordt toch gsslageu
door Ahrendt in 1 min. 81»/,. Tjalma 1 min 81'/,.
De beslissende uitslag om de gouden, zilveren en
bronzen medaille, wordt meegemaakt door Pansohin
1 min. 28, Godager 1 min. 26»/„ Norseng 1 mir.
22", en Pander 1 min. 22»/,.
Panschin rqdt tegen Godager en blqft eerst voor.
met klein versohil. Panschin komt eerst aan in
1 m. 26 s. Godager in 1 m. 26'/,. Narseng komt
weer tegen Pander op. Zjj geven elkaar weinig
toe, Pander wordt luide toegejuicht. Hij schijn
iets voor, en dat blqft zoo tot op het laatste oogen
blik, even voor de einilljju. Dan valt hq, doch
met de handen werkende, bijna kruipende bereikt
hij nog voor Narseng de eitidlijn. Pander 1 min. 22»/,
Narseng 1 min. 22'/,.
De overwinning in dezen wedstrijd was dus voc.
den Nederlander, die stormachtig werd toegtquicht.
Pander gouden medaille, Narseng zilveren medaille,
Panschin le bronzen medaille en Godager 2e bronzen
medaille. Ublad
Heden, op den dag van de plechtige inwijding
van het Gymnasium, zullen de lotgevallen van d
Latijnsche School, voor zoover zq aan het thans
levende'' geslacht nog door mondelinge overlevering
of door persoonlqke herinnering bekend zjjn, wellicht
hier en daar het onderwerp van een gesprek hebben
uitgemaakt
Vooral zullen die ingezetenen van Gouda die hum.
klassieke opleiding alhier hebben genoten, zich, voor
een oogenblik althans, vervlogen dagen voor den geest
geroepen hebben en zoodoende voor zichzelven en
wellicht ook voor anderen bouwstof aangebracht heb
ben voor een overzicht van de geschiedenis der Lc
tqnsche School gedurende verschillende tientallen
van jaren.
Wellicht zqn er echter oolk onder onze Gondsohe
medeburgers die, niet tevreden met datgene wat nog
in de herinnering voortleeft, iets verder gaan en,
door belangstelling of nieuwsgierigheid gedreven,
hun Walvis of de Lange, van Wqngaerden opslaan
om eens te zien of in die bekende beschrijvingen der
stad Gouda iets te vinden is omtrent den oorsprong
en de ontwikkeling van de Latjjnsche School.
Nu wijden Walvis zoowel als de Lange van Wjjr.-
gaerden (of liever de heor J. N. Scheltema, wat'
het hoofdstuk over de scholen vindt men in het door
den heer S. bewerkte derde deel) wel eenige blad
zijden aan de geschiedenis onzer inrichting, doch
Walvis is wel wat heel beknopt en de heer Schel
tema, die op dit punt wat uitgebreider is, vefdient,
voor dit onderdeel van zijn werk, niet al te vee.
vertrouwen.
Het zij mjj dus vergund van tjjd tot tjjd in dit
dagblad eenige bijzonderheden mede te deelen die
ik omtrent de oude Latqnsche School in het stedelijk
archief heb gevonden. De welwillendheid van onzen
«Als u het goedvindt, neem ik voor eigen ge
bruik 0en beetje poeder uit het papier en het overige
schenk ik u om bij een volgende gelegenheid te
dienen.»
«Dat ia goed, maar u raakt daardoor toch zelf
niet in verlegenheid?"
«De schrqf van avond nog naar Parqs om nieuwen
•voorraad."
Vlug vouwde de advocaat van oen stuk van een
couvert een peperhuisje en stortte daarin een kleine
hoeveelheid van het poeder. Toen ging hq met Sir
James naar diens slaapkamer en plaatste zelf het
glas water en het poeder op de nachttafel.
Het was intusschen avond geworden. De advo
caat zou met den consul dineeren doch hjj sloeg de
uitnoodiging af, daar het meer dan tjjd was om naar
mevrouw von Bcrghanpt te gaan.
«Ga met God, waarde Morris en voltooi met be
leid het werk, dat ge begonnen hebt. Mijn dank
baarheid kent geen grenzen!»
«Ik zal mijn werk voltooien, Sir! Denk vooral
den drank in te nemen!"
Met deze woorden nam de heer Morris afscheid
en verliet het hötel om per spoor naar Wiesbaden
te vertrekken. Vandaar zou hq met een rjjtuig naar
de villa gaan.
Terwijl h|j in de wachtkamer op het vertrek van
den trein wachtte, was de droefheid op zijn gelsat
te lezen.
«Men zal het vergif naast het ledige glas vinden,"
mompelde hij. «Men zal den edelen man beklagen,
die zich zoo het leven benam. O, wat zon ik wel
willen geven, als ik hem het leren sparen kon!"
Na het vertrek van mr. Morris was de consul zeer
onrustig geworden, zonder dat hjj er de oorzaak van
wist. Om wat tot kalmte te komen en om niet
langer alleen te zqn, ging hjj naar beneden in de
gezelschapszaal van bet hdtel. Tegen negen uur in
den avond keerde hij naar zqn slaapkamer terug met
het voornemen naar bed te gaan.
Toen hij de slaapkamer binnentrad, was een dienst
meisje bezig het bed gereed te maken en verder
alles voor den logeergast op orde te stellen. Juist
wilde zjj met een vriendelijk «goeden nacht" heen
gaan, toen de consul het glas water en het poeder
op de nachttafel vermiste.
«Waar is het glas en het poedet?" vroeg hjj
ontsteld.
«01 was dat van u?" vroeg het meisje verlegen.
«Ik dacht, dat het nog van den baron was, die van
morgen vertrok. Hij nam altjjd een drankje om
's nachts beter te kunnen slapen. Men heeft verteld,
dat het een soort van vergift was, om ongelukken
te voorkomen heb ik het poeder en het water in de
vuilnisbak geworpen."
De consul was eerst ontevreden, maar hjj bedacht
zich en zeide goedig:
s't Is jammer, je hadt het niet moeten wegwerpen.
Nu, ga maar heen, ik ben niet boos op je, omdat
je meende goed te doen."
Met een hoofdknik ging het meisje heen en nu
moest Sir James te bed gaan, zonder het heilzame
middel van den advocaat
Het telegram von Koert kwam in den nacht aau
en veroorzaakte Wambold groote ongerustheid. Den
volgenden morgen snelde hjj er mee naar mevrouw
von Reidersdorf en ging met haar naar de villa te
Bibrich, ten einde met Koerts mama to raadplegen.
Dat er iets buitengewoons moest gebeurd zqn, m
voor de hand, maar geen van allen vermoedde het
geringste van de waarheid.
Van harte gaarne zou Wambold voldaan hebben
aan Koerts verzoek om den advocaat te laten gevan
gen nemen, maar mjjnheer Morris was immers naar
Londen vertrokken!"
In geval Koert onmiddellijk na het telegram uit
Parijs was vertrokken, kon hjj dien morgen te Frank
fort aankomen. Op verlangen der dames ging Erik
daarom naar Frankfort om Koert en zijn vrouw aan
het station te verwelkomen.
Dat was echter te vergeefs. De geheele dagver
liep zonder dat Koert en zjjn vrouw kwamen. Den
volgenden dag belette zjjn dienst hem weder naar
Frankfort te gaan, doch tegen den avond kwam hjj
vrij van dienst en haastte zich toen naar de villa.
Daar trof hjj Koert's mama, mevrouw von Rei
dersdorf en de jonkvrouw von Lauterer aan.
Tk ordt vervolgd.)
hooggeachten archivaris den heer mr. D. N. Brou
wer heeft mij in staat gosteld om stukken, die
over de gesohiedonis van het Goudsche gymnasium
eenig lioht konden verspreiden, te raadplegen en
zoodoende eenige schetsen to leveren die, met al het
gebrekkige dat er zeker aan zal kleven, toch altijd,
als geput uit officieele bescheiden, wellicht eenige
waarde kunnen hebben voor de lezers van dit blad.
Ik begin dus met
I.
DE OORSPRONG DER LATIJNSCHE SCHOOL.
Walvis en de Lange van Wijngaerden zijn het over
den tjjd van oprichting der Goudsche Latjjnsche
School niet geheel eens.
Walvis (1) spreekt van eene vervallen Latijnsche
School die in het jaar 1573 «door de Heeren Bur-
gemeesteren weder in stand werd gebracht» terwijl
de Lange van Wjjngaerilen (2) 't meent te moeten
betwjjfelon of er wel, zoolang de Fraterheeren hier
eene stichting hadden en dit was van 14761572
nog eene afzonderlijke Latjjnsche School heeft
bestaan.
Dat de Lange van Wijngaerden omtrent dit punt
zjjn twijfel uitspreekt mag bijna als bewijs gelden
dat directe aanwijzingen ontbreken. In de resolutiën
der vroedschap van véér 1573 is dan ook niets te
vinden waaruit men met zekerheid zou kunnen op
maken dat er bepaaldelijk Latijn werd onderwezen
op de «groote school" waarvan enkele spaarzame be
richten staan opgeteekend.
Dooh er zjjn tal van redenen op te noemen die
het zoo goed als zeker maken dat de meening van
Walvis de juiste is en dat dus de Latijnsche School
niet dagteekent van het jaar 1573, maar dat zij na
een tijdperk van verval op nieuw is ingericht.
Gelijk we reeds zeiden zjjn er in de vroedschaps-
boeken véér 1573 berichten te vinden omtrent eene
groote, door een Rector beheerde school. De be
naming van groote school" nu en de titel van Rec
tor. doon reeds vermoeden dat daar Latjjn werd
onderwezen.
Dit vermoeden wordt tot zekerheid wanneer we
lezen dat diezelfde groote school zonder eenige merk
bare hervorming overgaat in die school, die dan vol
gens d. L. v. W. eerst in 1578 met eenig recht de
Latjjnsche School zou kunnen worden genoemd. Zoo
zien wij dat den 16den November 1672 „de Reotor
van den groten schoele" wordt gelioentieerd en dat
den Burgemeesters de opdracht wordt gedaan een
ander bekwaam rector aan te nemen. En op. den
27ste April 1573 deelen de Burgemeesters mode hoe
zij met mr. Pauwels (Paulus Traudenius) reotor te
Woerden in overleg zijn getreden om alhier rector
te wezen. Op den 18den November eindelijk wordt
besloten mr. Pauwels aan te nemen en tevens dat
't convent van de cellebroers zal gerepareerd worden,
„suloz dat 't selve woenbaar en de propys wesen sal,
omme daerinne schoei te moghen houden."
Men ziet dus hieruit dat hier moeilijk sprake kan
zijn van de oprichting eener Latijnsche school maar,
gelijk later blijken zal, van een keerpunt in de ge
schiedenis der otfde school die, geljjk de vroed-
schapsresolntien ons herhaaldelijk doen zien, in een
trenrigen staat van verval was geraakt. Men leze,
om een voorbeeld te noemen, de klachten over de
school in de vergadering der vroedschap van 6 Fe
bruari 1651 waarinde burgemeosters te kennen geven
„hoe dat dio schole deser stede hoe langer soe meer
vergaat, deurdien datter geen meesters en zijn, die
die kinderen wel instrneeren èn leeren» en als ge
volg daarvan hoe vole ouders tot groot nadeel van
de stad, naar elders verhuizen.
Reeds véér 1673 bestond hier dus reeds een
Latijnsche school aan het hoofd waarvan verschil
lende rectorenhebben gestaan wier namen zoo nu
en dan in de vroedschapsresolutiën vermeld staan.
Jammer is het dat onder heit niet te vinden is de
uaam van den beroemden Petrus Nannius van wien
ik wel melding vind gemaakt in talrjjke rectoren-
lijsten uit later tjjd doch niet in offloieele stukken.
Toch is het zoo goed al» zeker dat Nannius hier in
1621 rector is geweest.
In welk jaar nu die oudere sohool is opgericht,
daaromtrent kan men zelfs geen enkele gissing wagen.
Zeer waarschqnhjkis hot dat, evenals elders, ook
in Gouda de van «^Latijn tegelijk met
die van den Jmg, Ter wille van den kerkelijken
dienst, van af overoude tjjden op de scholen is ge
leerd en dat in den loop der tjjden het Latjjn als
leorstof alleen op de groote school is blijven bestaan.
Evenmin valt met zekerheid te zeggen op welke
plaats de school véér de verplaatsing naar het Cel-
lebroers-klooster (Groeneweg) gestaan heeft. Dooh
niettegenstaande al die duistere punten meen ik toch
met eenige zekerheid te hebben aangetoond dat er
hier in Gouda, evenals trouwens in enkele andere
plaatsen van ons laud, naast de stichting der Fra
terheeren die ook onderwjjs mochten geven aan hen
dio niet in hun huis verblijf hielden, toch nog eene
afzonderlijke Latqnsohe school bestond die onder het
oppertoezicht van de vroedschap gesteld was.
K.
(1) Heschrijving der stad Roefle I peg. 216.
(2) Geschiedenis en Beschrijving der stad ven der Goode
111, peg. 575 ven het op het arohief berustend manuscript,
verg. de bewerking van den Beer Scheltema pag. 74.
De Engelsche rogeering heeft een handelstractaat
gesloten met Bulgarije, waarvan de inhoud door de
Bulgaarsche staatscouraut wordt medegedeeld.
Voor Engebche koopwaren, die in Bulgarije wor
den ingevoerd, wordt een invoerrecht geheven van
8 pet der waarde, indien zij ten minste niet be-
hooren tot de meest begunstigde", waarvoor maar
l1/! pet. wordt betaald. Voor alcohol, tabak, zout,
kruit en andere artikelen, waarvoor volgens de
wetten van het vorstendom accijns moet worden
betaald, zal een afzonderlijk tarief worden vastgesteld.
Van den anderen kant zullen van landbouwproduc
ten en fabriekswaren uit Bulgarije, die in Engeland
worden ingevoerd, niet meer goheven worden dan
van de goederen uit andere landen, welke tot de
meest bevoorrechte behooren.
Dit tractaat is gesloten tot 13 Januari 1891.
Is het dan door geen der beide partyen opgezegd,
dan zal het geldig worden beschouwd tot 13 Janu
ari 1892.
Do Kussisohe pers is zeer boos over deze han
delwijze van Engeland.
De Petersburgscho Novosti verklaart, dat het
tractaat van geener wharde is, indien het niet door
den sultan, als leenheer van den vorst van Bul
garije, wordt bekrachtigd.
Er zijn thans berichten van dr. Peters, het
hoofd der Duitsche Emin-pacha-expeditie ontvangen,
die tot 8 October 11. loopen en hoop geven, dat
de tijdingen over zijn dood ongegrond zyn geweest.
Uit deze mededeelingen blijkt, dat dr. Peters zijn
tocht uit het Subakinilandschap langs de Tana tot
Maffa zonder moeilijkheden heeft voortgezet. Aoht'er
Maffa moest een onbewoonde woestijD, waar vol
komen gebrek aan water was, doorgetrokken worden
wat met de grootste inspanning gepaard ging.
Hierbij volgde dr. Peters de sporen van een Engel-
sohe expoditie, die kort te voren denzelfden weg
had ingeslagen. De expeditie zelf ontmoette dr.
Peters niet, zij was door Somali's aangevallen en
haar leider dr. Smith, luidendo de mededeelingen
der inboorlingen, naar Ukamlo gevlucht, om naar
Mom bas terug te keeren» Do marsch door de
woestijn duurde van 16 tot 21 Sept. Op dien dag
kwam dr. Peters te Odagalla aan, de eerste bewoon
bare plaats in het Galla-sultanaat aan de boven-Tana.
Een Duitsche mijl achter Odagalla legde dr.
Peters een station aan, waarin hij een huis bouwde,
naar oen zijner vrienden het »Von dor Heydt huis"
genoemd. Hij eindigt zijn eersten brief met zijn
tevredenheid te betuigen over den toestand en de
vooruitzichten der expeditie. Spoedig hoopte hij
naar het Kenia-gebergte te gaan en van daar naar
het Baringo-meer om verder naar het gebied van
Emin-pacha te marebeeren.
Aan dezen eersten brief is een prosoriptum toe
gevoegd, gedateerd Van-der-Heydt-huis 8 October,
waaruit blijkt, dat de rust der expeditie in het
nieuw aangelegde station niet van langen duur is
geweest. Met den sultan dor Galla's Hugo had dr.
Peters een voordeelig verdrag gesloten, dat echter
de misnoegdheid dergrooton van Wagalla opwekte.
Een gevecht had den 6en October plaats. Onder
de gewonden der Wagalla's bevond zich de sultan
Hugo. De Wagalla's vluchtten en dr. Peters bleef
meester van het veld. Hij keerde naar zijn kamp
terug, met het voornemen dit goed te versterken
tegen de Somali's, die uit het Oosten kwamen
oprukken.
Een ander bericht in de Ruhrorter Zeitung meldt
dat in het Neukirchner zendingsstation Ngao aan
do Tanarivier in Nov. berichten van dr. Peters zijn
ontvangen. Er wordt echter niet medegedeeld van
welken tijd die brieven vaa dr. Peters zijn. Wanneer
die niet later dan van 8 Ootober zijn, zoo geven zij
niet meer zekerheid dan de eerstgenoemde.
van de Makelaars
De markt was heden onveranderd.
Looo Tankfust 8.65. Geïmporteerd fust 8.60.
Janoari-levering f 8.46.
Uit naam van ruim Twee Honderd en Vijftig arme
kinderen roepen wij U, Geaohte Stadgenooten heil
en vrede toe big den aanvang van dit nieuwe jaar,
en betuigen alle milde gevers en geefsters onzen
hartelyken dank, omdat wij door uwe liefde in staat
waren, in de verleden maand December dit getal
arme kinderen menig gelukkig uur, en een goed
gevulde maag te verschaffen.
Die het genot wil smaken van met vrucht zijne
gave besteed te zien, durven wjj vriendelijk uit te
noodigen ons te komen bezoeken in de Vogelen
zang Lokaal ,/Heil des Volks" op Maandag, Dinsdag,
Woensdag, Donderdag en Zaterdagavond van af half
zes tot zeveg uur.
Op het vernemen dat sommigen al zeer karig
en enkelen zelfs geen voedsel hadden genuttigd,
wanneer zij om negen uur ter school kwamen, be
sloten wij hen des morgens te 8 uur in ons lokaal
te verzamelen, opdat ze toch gevoed de school kun
nen bezoeken. Meenende naar den wens h van
allen te handelen die hunne gave ons toevertrouw
den, noemen wy ons met dankbaarheid,
De Commissie,
G. de RAADT.
B. BELONJE.
B. PUNSELIE.
H. A. TOEN.
GEBOREN1 Jan. Andries, oudera A. Bloot en M. de
Jong. —f2. Hendrik, ouders H. den Hertog eo A Snel.
3. Cortajia^ Wilhelmina, ouders A. van der Draaij en
J. de Keiaer, Margaretha, ouders S. van den Berg en
C. van der Weijden.
OVERLEDEN1 Jan. J. Spruit, wed. J. Vermeulen,
83 j. 2. J. van Leeuwen, 6 j. W. van Wijk, 18 j.
3. G. Brenkman, 3 w. P. A. Koppendraaier, 7 ra.
C. E. van der Kaaij, 12 j. 8 ra.
ONDERTKOUWD: 3 Jan. C. den Haag, 26 j. en S
Zorg, 29 j.
OVERLEDENh. Sirre. 15 j.
v De Heer en Mevrouw TEMMINCK-
Heülb betuigen hunnen dank voor de bljjken
van belaugstelling bjj het ot erljjden van hunne
Schoonzuster ontvangen.
Geachte Begunstigers blijven wij erkentelijk
dankbaar voor het verschenen jaar, met onze
beste wenschen 0 toegezegd in dit nieuwjaar
door J. B. GOEDHART
en Echtgenoote.
Nieuwe Visch- en Fruitwinkel.
Mjjne wederkeerige beste wenschen aan allen,
dio mjj bjj den aanvang van dit jaar belang
stelling betoonden.
G. A. 00 DIJK.
Met wederkeerigen gelukwensch mijnen dank
aan allen, die mij bij de intrede van dit jaar
bljjken van belangstelling gaven.
W. LOTSY.
De Heer en Mevrouw SCHIM van de»
LOEFF—Boonders betuigen, met wederkee
rigen heilwensch, hunnen dank aan allen, die
hun op 1 Januari bljjken van belangstelling
gaven.
Met wederkeerigen heilwensch betnigt de
ondergeteekende zijn' dank aan allen, van wie
hij bij de intrede van het Jaar bewjjzen van
belangstelling heeft ontvangen.
Dr. A. ROME1JN.
Met wederkeerigen heilwensch betnigt de
ondergeteekende zjjnen dank aan allen die hem
bij de intrede van bet nieuwe jaar van hunne
belangstelling deden binken.
M. SPRÜIJT.
De ondergeteekende betuigt, met wederkee
rigen heilwensch, zjjnen dank voor de vele
bewgzen van belangstelling op 1 Januari jl.
ondervonden.
G. C. FORTDUN DROOGLEEVER.
Met wederkeerigen heilwensch betuig ik mijn
dank aan allen die mg bjj de jaarsverwisseling
bljjken van belangstelling gaven.
A. H. van DILLEN.
VRAAGT 1 Februari een flinke
niet beneden de 20 jaar.
Magazjjn van
CORSETTEN, ONDERGOED en alle be-
noodigdheden voor de