hels ,NDEN, I' 1 IETS GEHEIMZINNIGS. :ker [VEN ssen BINNENLAND. f 0° 4117. Zaterdag 11 Januari. 1800. 1 merk 73 en 73“ iek, per stuk. jyieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. erverij lerij, ng der Belgen. IER, KRDAM. De inzending van advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave. FEVILLETOX. ?IËN NEN. IT8EN. OEGEN,” tiling. - 9, 1 s Ko fi 85 ets, 45 cl. HP 8) Bü Zr. Ms. besluit van 7 Januari zijn benoemd tot kantonreohter-plaatsvervanger in het kanton Gouda, de hh. H. Kayser, ontvanger der registratie en do meinen te Gouda, en W. Lotsy, burgemeester van Bodegrave. k. 8. {Uil Kei Engelsch.) ■■■yrtk.a Bovendien worden alle Ad verten tien gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD *t welk des Maandags verschijnt. dacht Cou- mden door het INKMAN en >n it 4 goüdsche courant. n Hoest en »1 en mond stoomen van Ian tele, Costu- Sordjjnen, Be en- en Bont- b mstreken bij de E 73 en 73a Omtrent den invloed van „de griep” op het bak kersvak schrijft de Nederl. Bakkers-Crt. „Wij kennen bakkerijen, waar 7, 8 en 10 man mankeeren, die, natuurlijk, onmogelijk allen vervangen kunnen worden, zoodat het eind van het liedje is, dat de boel in de war loopt en er heel wat klanten onbediend blijven. „Het gevolg daarvan zou zijn dubbele schade, als een geschenk van 50 gezonden ten bate van hen, die zich het meest verdienstelijk hebben gemaakt bij de blussching van den brand bij de hh. van der Want in de Kuipersteeg. De militairen, die daarbij hulp verleenden, is een bedrag van f 15 uitgekeerd. klein meisje van een jaar of drie, in eene vuile witte jurk en dito schortje gekleed, met een klein bleek gezichtje en steile roode haren, dat al heen en weer schommelde op dien tak, en bedaard met haar een tonig gezang voortging, zonder in het minst door den aanblik der vreemde te worden verschrikt. Zij staarde Violet zonder van houding te veranderen verbaasd aan, toen zij haar zeide, dat zij niet zoo dicht bij het diepe water mocht spelen, want dat zij er zou invallen en verdrinken. Maar toen Violet zich tot haar bukte om haar op te tillen, hief het kind een vervaarlijk geschreeuw aan en verzette zich togen de bemoeiing der vreemde in een eigenaardig taaltje, dat zij met den besten wil niet kon verstaan. Zij dacht dat het kind van den tuinbaas of van eënen of anderen knecht zou zijn, en, niet recht wetende wat te beginnen, droeg zij het schreeuwend en wel naar huis, waar zij de haar reeds bekende dienstmeid naar zich toe zag komen. „Ik vond de kleine daar ginds zitten met hare voetjes nagenoeg in het water," zeide Violet. „O, juffrouw, wij kunnen haar niet van dien vijver afhouden; daar zit zij den ganschen dag te spelen. Komaan, Mono, het is tijd om naar bed te gaan. Foei, vuil kind, zie nu eens hoe je boezelaar er weer uitziet 1” Zij nam het kind, zeer in haar schik het kleine teugelooze wezen niet te behoeven op te zoeken, en droeg het in huis, terwijl Violet haar verbaasd na keek. Of hare kleine leerlinge ook zulk een wild vogeltje als hare zus wezen zou? Daar er nog altijd niemand verscheen die haar verzocht binnen te komen, 'ging zij maar weer op een nieuwen ontdekkingstocht naar buiten en nam nu den kant van het moeras in oogenschouw. Hier word het gras nooit gemaaid, naar het scheen, want het kroop tegen de muren op, en toen zij doorliep, zakten hare voeten van tijd tot tijd in onzichtbare plassen en waterkuilen, zoodat zij na eenige stappen te hebben gedaan tot boven de enkels nat werd. Zoo voorzichtig mogelijk vervolgde zij dien ongebaauden weg, voorbij een boschje van kleine beukjes en dicht heestergewas, totdat zij ten laatste, een laag neerhangenden tak ter zijde duwende, opeens vlak onder een dicht door klimop overscha- duwd venster stond. Op het eerste oogenblik zag zij niet eens, dat eene vrouw haar nieuwsgierig door het glas stond aan te zien. Zoodra Violet echter het vervallen gelaat met de doffe grijze oogen ge waar werd, wist zij zeker, dat zij mevrouw Rayner tegenover zich had; de gelijkenis met het kleine meisje bij de brug, was oen duidelijk herkennings- teeken. Violet trok zich zooveel mogelijk terug, veinzende niemand te hebben gezien. Want eene zekere uitdrukking in het dwalend, hopeloos, dof oog der dame zeide haar, dat zij hier den schijn op zich laadde, eene onbescheiden verspiedster te zjjn. Zij sloop voorzichtig weer in het huis terug en naar hare kamer, pakte koffers en doozen uit en ging toen aan hare moeder schrijven om bare goede aankomst te melden. Zij vertelde haar van de reis AD VERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. Voor de arrond.-rechtbank te Breda stond eergis teren terecht de heer mr. B. Daymonez. Deze, welke gedurende langen tijd in Frankrijk de rechten der Bourbons verdedigde en zich, ten einde eenige zaken te regelen, vervolgens naar Nederland had begeven, had zijn bevindingen, welke hij hier te lande om trent do familie De Bourbon opdeed, uiteengezet in eene brochure, die in Frankrijk gedrukt, onder den titel- van Un cnme de lèse Majesti trés chrétiinne in het licht kwam. Het verblijf in Nederland had de liefde voor de zaak der Bourbons wel eenigszins be koeld; in genoemd geschrift toch werden nog al grove aantijgingen gevonden, gericht aan het hoofd der Bourbons. Toen de brochure ook te Breda ten ver koop werd gesteld, volgde eene aanklacht tegen den schrijver. Slechte twee getuigen werden in deze zaak gehoord, waarvan de één, de heer Charles de Bour bon, voor de rechten zijner moeder optrad. Na een langdurig verhoor, dat nog gerekt werd, doordat de beklaagde geen Nederlandsch verstond, en hierin door een tolk moest worden bijgestaan, nam de offi cier van justitie zijn requisitoir en eischte 8 dagen gevangenisstraf. Alsnu nam de heer mr. H. A. van Mens, de ver dediger van beklaagde, het woord die uiteenzette, dat hier geen sprake was van beleediging. Hij ver zocht dan ook aan de rechtbank voor zijn cliënt, ontslag van alle rechtsvervolging. De uitspraak werd bepaald op Woensdag a (B. C.) Zij volgde een paadje vlak tegenover den voorge vel van het huis, en liep door tot zij aan de brug over den vijver kwam, die bij hare aankomst haar zoo in verrukking had gebracht. Hier ging de plan tengroei onbelemmerd voort. Het water was ten halve bedekt met kroos en waterlelies, en de hees ters en de dikke boomstronken deden ieder het hunne om aan den grooten vijver een eigenaardig aanzien te geven. Het pad dat zij was afgekomen, had aan beide kanten bootnen, die zich weer vereenigden met het kleine bosch, dat huis en tuin afsloot. Een paar ruwe planken, die over den vijver waren gelegd, vormden de verbinding van het voetpad langs het moeras, dat, van den heuvel komende, op het huis aanliep. Dit was de kortere weg, dien de heer Rayner straks had ingeslagen. Zij keerde weer naar den tuin terug en was dicht bij de brug, toen zij een zacht geluid hoorde, dat uit den grond scheen op te komen. Rondzien ie, ontdekte zij tusscheh de heesters, op een lagen boomtak gezeten en zoo dicht bij het water dat hare schoentjes in het slikkerig mos bleven kleven, een GOÜDA, 10 Januari 1890. Dinsdag 21 Januari e. k. wordt wederom door de goede zorgen van het hier bestaande Comité eene soiree gegeven, gedeeltelijk van muzikalen, gedeel telijk van letterkundigen aard. Dan treden nl. op twee Amsterdamsche damesMej. Nanny de Roever en .Mej. Titia van Gelder. Beider talenten staan in de hoofdstad en elders, waar zij optraden, hoog aan geschreven. Dit het programma, waarvan ons iazage werd gegund, blijkt dat een zeer genotrolle avond ons wacht. Git de mnziekale nro. vermelden wij Can m\o ben (Giordani), Die Rose (L. Spohr), Mondnacht (Schumann) en Zonnelied (Cath. van Rennes) en uit de letterkundigeLe Tritor et les deux hommes (La Fontaine), Les Prunes (Daudet), Voor de Liefste (Fr. Eeden) en La nuit de Mai (Alfr. de Musset). I Do inteekenljjsten worden dezer dagen rondge zonden. Ongetwjjfeld zullen velen deze soirée willen bijwonen, die zeer intéressant belooft te zijn. Heden nacht ongeveer kwart voor één uur is er brand uitgebroken bij J. T. Tasma, tapper in het Plantsoen tegenover den Kattensingel. Het pand is gedeeltelijk verbrand. De autoriteiten en de brand weer waren spoedig aanwezig. De Maatschappij van Algemeene Assurantie tegen gevaren van Brand en Gasontploffing te Brussel heeft EI 1890. h Tooneel.» en DOÜ. ,ng 7'/, uur. rijzen. De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prjjs per drie maanden is 1.25, franco per post f 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. De Regeering heeft geantwoord op het afdee- lingsverelag van de Eerste Kamer over het ontwerp tot voortzetting der arbeids-enquête. De Regeering acht het haar plicht om zoo noodig te bewijzen, dat de wetgever niet geven kan al wat van hem verlangd wordt, maar daarnevens moet deze doen al wat binnen zijn bereik ligt. De daartoe noodige gegevens moeten allereerst worden gezocht. Men behoeft niet te vreezen voor overijlde wets- voordrachten, hangende de enquête, maar partieele regeling van op zichzelf staande onderwerpen be hoeft daarom niet te worden uitgesloten. Ten aanziett van werkstakingen is de Reg. het met de Kamer eens, dat vooralsnog niet gebleken is van het onvoldoende der bestaande wetsbepalingen om de vrijheid van niet-deelnemers aan werkstakin gen te waarborgen. Het met overleg, en zoo noodig, krachtig optreden van de politie is de beste waarborg voor die vrij heid gebleken, en de Minister van Justitie is er daarom steeds op bedacht, die vrijheid door de au toriteiten te doen beschermen. Het ligt in de bedoeling, behalve de fabrieks nijverheid, ook de hand werksnij verheid, de verve ningen, de zeevisscherij, het vervoerwezen en de daarmede verwante beroepen, het verzekeringswezen en de pensioenfondsen in meer of minder wijden omvang als onderwerpen van studie aan de Staats commissie aantewijzen. Dé noodzakelijkheid van het indienen van een wetsontwerp tot aanvulling der Enquêtewet wordt niet uit het oog verloren.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 1