BaitenlanM Overzicht.
T.i
zich de zorg det Begeering over nog zóóvele andere
dingen uit te strekken, dat het moeilijk zou zjjn,
te zeggen, waar deze zou moeten beginnen en waar
eindigen.
Toch is het wensohelijk, dat iedet eigenaar van
boomen zorge, in den winter zooveel mogelijk de
rupsennesten uit zijne boomen te verwijderen. Im
mers terwijl de rupsen binnen deze nesten gedurende
het koude jaargetijde in half volwassen toestand zit
ten te sluimeren, beginnen zjj reeds zeer vroeg in
't voorjaar uit hare woningen te voorschijn te komen,
en in geen gering getal, want in elk nest bevinden
zich een honderdtal of eenige honderdtallen rupsen.
Zoodra het voorjaar ons een paar mooie dagen geeft,
en de knoppen der ooft- en andere boomen be
ginnen te zwellen, vangen de rupsen haro stroop
tochten aan ten minste over dag, want in den be
ginne keeren zij ttjgen den avond nog telkens in
haar nest terug. En juist in 't vroege voorjaar
worden zij, hoe klein zij dan soms ook nog mogen
wezen, het schadelijkst, daar zij dan de knoppen
doorknagen en aldns in zeer korten tijd groote
schpde teweeg brengenimmers als zij een knop
aantasten, hebben zij in een minimum vatj tijd een
aanzienlijk aantal blaadjes in hunnen oersten aanleg
voorgoed veïfcield, maar bovendien alras den aanleg
van een of meer bloesems bedorven. Vooral in
ooftboomgaardeu doen de nit de winternesten te
voorachjjn komende rupsen op deze wijze zeer veel
kwaad.
Daar de boomea gedurende den winter ontbladerd
zjjn, vallen de nesten zeer in 't oogen het is ook
■iet moeilijk, deze te vernielen. Men kan met be
hulp van een op oenen langen staak bevestigde
boomschaar de takjes afknippen, .waaraan de ne8ten
bevestigd zijn maar men late dan de neergevallen
nesten niet op den grond liggen, daar later in 't
voorjaar de rupsen ar uit te voorachjjn komen en
missohien toch in de boomen zouden klimmenmen
zoeke ze dos op en verbrande ze. Deze methode
heeft dit nadeel, dat men de boomen van vele takjes
moet berooven, temeer omdat een üest soms aan
twee of meer takjes is bevestigd. Men kan ook
de nesten aan de boomen laten zitten, maar ze flink
met lijooi 10 bestrijken, dan gaan de er in bevatte
rupsen onverbiddelijk dood. Men kan daartoe op
het uiteinde van een langen stok een met lijnolie
bevochtigden doek brengen, waarmede men de nesten
zoo goed mogelijk bestrijkt. Of wel men verbrande
de rupsen door middel van eene vlam. Daartoe
brenge men op 't uiteinden van een langen stok eene
spons, die men met petroleum overgiet, welke men
in brand steekt; de vlam honde men een paar mi
nuten lang onder het rupsennest. Doorgaans zullen
bjj déze operatie de twijgjes, waaraan dit nest zit,
niet noemenswaard lijden.
Het is nu nog de tjjd, om de rupsennesten te
wraioton -
Valache koffieboonen. De Berlijnsehe correspon
dent van de N. R. Ct. zendt de volgende ont
vangen mededeeling, die te Berlijn openbaar wordt
gemaakt.
„Eenigen tijd geleden hebben wij de aandacht ar
op gevestigd, dat er door eene Keulsche firgqa
kunstmatige koffieboonen onder den naaaq'van Gas-
sen's Kurutkaffee in den handel worden gebracht,
die [voor verreweg het grootste gedeelte uit waar-
delooze, ofschoon niet voor de gezondheid schade
lijke, stoffen bestaan. Zjj zjjn van een glazuur voor
zien, waardoor zij op echte boonen gelijken.
„Daaromtrent hebben wjj nu verder mede te
dealen, dat de destijds genoemde firma te Keulen
zich wel met geen eigonljjke handelszaken in kunst-
koffieophoudt, maar toch met den patenthouder F;
Gassen, insgelijks te Keulen, verbonden is tot eene
gemeenschappelijke onderneming, die ten doel heeft
uitbreiding van de fabricatie en het debiet der
door haar samengestelde kunstkoffieboonen-machines.
Ten dien einde worden door de vroeger genoemde
firma J. Heekhausen k Weies te Keulen, in vereeni-
ging met P. Gassen, gedrukte aanwijzingen ter
,„vejvaardiging van kunstkoffie in den vorm van
natuurlijke gebrande koffieboonen"» uitgegeven, waar
bij ouder anderen kleine, en op verlangen ook
grootere monsters dezer boonen worden aangeboden
zullende door 9, Gassen bg de aflevering der boven
bedoelde machines recepten ter vervaardiging van
koffiedeeg worden medegegeven.
«In die aanwijzingen wordt op de misleiding van
het publiek nog bijzonder gewerkt in deze woorden
Wanneer ergene aan een goed gelegen mnkelraam
een mengeel van onze kunetkoffie met SO u 30 of
40 percent echte koffie te kijk ligt, dan zal dit meng -
tel er preciee uitzien ateof het enkel en alleen eckte
kofke ie.*"
«Prof. dr. A. Stutzer, te Bonn, heeft eene eenvou
dige methode ter onderscheiding tusschen kunstmatige
en natuurlijke koffieboonen (zie ZciUckrift Jur die
angeicandte Ckemie, jaargang 1888, all. 24) openbaar
gemaakt. Volgens dat stuk ondersoheiden zich de
kunstboonen van de echte boonen hierdoor, dat zij
in ether dadelijk zinken, terwjji de echte wegens
haar vetgehalte in het begin grootendeels bovenop
blijven drijven. Wanneer koffieboonen in een heet,
sterk oxydeerend voeht (koningswater of zoo iets)
worden geworpen, dan ontkleuren do echte boonen
veel sneller dan de kunstmatige."
Het Dagblad bevat het volgende artikel over
«Influenza".
Dr. B. v. d. L. heeft zich zeer verdienstelijk ge
maakt door zgne raadgevingen aan gezonden, die
ook ïd dit blad zgn opgenomen. Wjj gelooven
niet, dat Óen geneesheer in hoofdzaak anderen raad
zon gegeven hebben. Dat kleine stukje moest op
school der jeugd worden ingeprent, want de meeste
dier raadgevingen moesten worden opgevolgd door
ieder, die wenscht gezond te zjjn en te bljjren. Zoo
het zich aanwennen om altijd door den neus, zoo
min mogelijk, liefst nooit, door den mond adem te
halen. Zoo nooit zakdoeken, handdoeken of ander
linnen goed te gebruiken 'twelk na 't gebruik door
andeken Met behoorlijk gewaeechen ie eu verder bij
het begin van alle ongesteldheden de oude spreuk
indaCïng te zij® en op te volgen «abstinentie et qnete
mulla magna morba curantnr, dat isdoor ont
houding en "rust worden vele zware ziekten genezën.
De hygeïst, E. 'Mahner, de gezond heidsapoatol,
vatte zijne legr samen in de sprenk «Pasten, Wasser
uné Geist!' onthouding van voedsel; reinheid en
het siiMjiiitend' gebruik van wjter als draaic, en
behfeéinching der gedachten. Dat laatste is bij alle
epidemien ee#s voorname zaak, mogelijk de voor-
naajnste voor hem of haar die gezond wil blijven.
Dr. Hoffmann von Feuchteraleben gaf dan ook een
voortreffelijk boekje«Do, gezondheidsleer der ziel"
geheeten, het motto «Volere audeDurf gezond
te zjjn.
Schrijver dezes, die een sanguinisch temperament
bezat, met een groote hoeveelheid fantaisie, tpenhjj
in de geneeskunde studeerde, ondervond hij bij het
beetudeeren der pathologie achtereenvolgens alle ver
schijnselen der ziekten, in wier wezen hjj trachtte
door te dringen.
Hjj waa goed op weg hypoohondrist te worden.
De lessen van Mahner, het lezen van Hoffmann's
boekje en verandering van werkkring hebben hem
voor die vreeseljjke kwaal bewaard,welke, helaas,
niet alleen den ouden dag van velen tot een treurige
maakt, maar ook een onophoudelijke kwelling is voor
hunne betrekkingen.
Iemand die de stellige overtuiging bezit, dat hjj
door eene heerschende epidemie niet zal worden aan
getast, loopt weinig gevaar. Later heb ik bij oholera-
en typhus-ljjders gewaakt,' en daar ik gerust «as,
en vertrouwde niet ziek te zullen worden, als ik mij
hield aan den gewonen gezonden leefregel, werd ik
niet ziek.
Mogelijk is het niet overbodig thans te wijzen
op den invloed van den toestand des geestes op de
gezondheid van den mensch. Zeer zeker is bet voor
velen niet mogelijk zich terstond de noodi"e ge
rustheid, het noodige geloof, eigen te maken, waar
door men zjjn gezondheid kan bewaren en zjjn
leven verlengen, maar door oefening en wil is ook
dit op den duur wel te verkrijgen. Hoe jonger men
er mede begint, natuurlijk hoe beter.
De invloed van dep geeat op de gezondheid van
den mensch wordt algemeen erkend. Velen keuren
dan ook af, dat in couranten berichten worden op
genomen van den voortgang en den stand van
epidemisch^ziekten. Dst geeft aanleiding tot onge
rustheid, zeggen zij, en niet ten onrechte. Maar op
hem die gezond ia' van geest, zullan dergelijke
mededeelingen geene schadelijke invloeden uitoefenen,
evenmin als het lezen van aankondigingen aan huizen,
waarin zich lijders aan besmettelijke ziekten bevinden.
Een nog niet geheel verklaard verschijnsel is, dat
de meeste epidemische ziekten hier te lande bijna
«altijd van hot oosten naar ,bet westen komen. Het
ontstaan der cholera heeft men toegeschreven aan
de offers te Mekka. De griep in 183233, 1858—
54 en 188889, aan overstroomingen in China.
Onderstel ttu, dst dit juist is, dan rijst de vraag:
hoe komen zo naar het .westen? Wij hebben nn
meestal westelijke winden. Door den wind kan ona
derhalve de griep niet zjjn toegewaaid; ook niet
door rivieren zijn toegestroomd. Wordt de griep dan
door mensohen overgebracht P Het ia mogelijk
ze kan zelfs worden overgebracht door menschen
die volkomen gezond zgn, die zelf de griep niet
gehau hebben en se' mogelijk nooit krijgen zullen.
Daar deze stelling ongetwijfeld velen zeer vreemd
zal voorkomen, zelfs ongeloofeljjk, eischt zij bowjja.
Wjj zullen trachten dat te leveren.
Alle reizigers die het eiland St. Kilda, het wes
telijkste der Sehotiche eilanden, bezochten, maken
melding van het aldaar bestaan van een ongesteld
heid, die tot nu toe niet kan verklaard worden.
Allen merken op, dat teratond na de aankomst
aldaar van een vreemd schip een influenza ontstaat,
die door de Engelschen «Stranger's cold" genoemd
wordt. Martin, de Herodotus der Westereilanden
van ^Schotland, zegt in zgne beschrijving van St.
Kilda: Er zjjn otfgeveer tweehonderd inwoners.
Zij zjjn goed gebouwd en spreken de Iersche taal.
Hunne zeden zijn-gelijk aan die der bewoners vstt
terwjji de heer Beade zijne druipnatte parapluie uit
schudde. Een paar dagen geleden zou zij zulk eene
ontmoeting met harea vriend van het jaebtwagentje,
wel aardig hebben gevonden, maar thans, na de
onbeleefdheid zijner zusters, was zij er verlegen mede.
Zoo zat zij dan stilzwijgend en hjj scheen door hare
inheid te zjjn aangestoken, althans hjj bleef
lich
aan den anderon kant van de loods tegen het beschot
gelfund staan, haar aanziende zonder te spreken. Zjj
zag dikke regendroppels óón voor één door eene
met van het dak op zijn hoed vallen, maar zij kon
er niet toe komen hem te waarschuwen. Zoo duurde
het een poosje, tot een bliksemstraal de loods ver-
tto err baar een uitroep van schrik ontlokte.
Is 'u bang? Wacht, dan zal ik voor u gaan staan."
'«Neen, dank u; ik ben volstrekt niet bang," ant-
wóordde zij, terwijl e%vpntzettende donderslag haar
zoó deed schrikken, dalyzij bijna omver viel.
[Hij zeide niets, glimlachte niet eens over haar
ontsteld gezicht, maar plaatste zich bedaard tosschen
haar en de opening, goodat zijn fraai profiel soherp
tegen de donkere lucht uitkwam.
„Ik zal blij zijn als het ophoudt,',' zeide zij öm-j>
iets te zeggen.
«Verlangt u zoo zeer'terug naar Elzenhof? Daar
is het niet dsoger dan hier."
«Maar daar kan men droge laarzen aantrekken."
„Heeft u natte voeten? Ja, natuurlijk, dat komt
Jan die- fijne stedslaarsjes, die deugen niet buiten.
TT zult rheumatfek krijgen of zoo iets," 'voegde hij
er bezorgd bij, met zjjne oogen te verj
droge laarzen zoekende.
«Neen, neen, zoo erg is bet niet! Zjj zijn sterker
dan zjj er uitzien. Dat is het ook niet, maar de
heer Bayner zal ongerust wezeh."
„De heer Bayner I En zal ook mevrouw Rayner
ongerust zijn?"
„O, Uegrouw Bayner is nergens ongerust over
Ten minste ik bedoel: zij is zoo stil en terug
houdend, dat dat-
„Dat de heer Rayner u veel beter bevalt?"
«O ja."
„Dat is met vele dame^ het geval."
„Mee vindt onwillekeurig iemand die praat en
lacht en opgeruimd van humeur is, aantrekkelijker
dan iemand die nooit spreekt, als een geest door het
huis dwaalt en onverschillig rondziet als men iets zegt."
„Zij bedoelt het misschien goed.'
„Dan moest zij die bedoeling duidelijk maken.
Zij kim toch niet denken, dat het lief is als zij mij
aanstaart alsof ik geen mtfnscbelijk wezen was. B»;
vendien weet zij, dat ik voor den eersten keer in
mijn leven in betrekking ben, en zij moet wel zien,
dat ik mij niet gelukkig gevoel."
De heer Beade boog zich tot haar over, maar
even snel rees hij weer overeind, •kuchte even en
maakte eene onderzoekende beweging naar buiten.
„Hoó dwaas, dacht zij, zulk eene mededeeling .te
gaan doen aan iemand die mij betrekkelijk vreemd
is 1" Zij voegde er nu vborzichtiger bij:
„Het is niet mooi van mij zoo te spreken, alsof
ik niet goed werd behandeld. Dat is ook niet het
geval. Als zjj maar een weinig minder koel was!"
„Misschien is haar "eigen leed zwaar te dragen."
„Wel peen; zij heeft een besten man, een lief
tehuis en wat zij wenscht kan zij krijgen. Ik zou
denken, dat zij al zeer zelfzuchtig moei, wezen om
zoo over haar gestorven kind te blijven tobben, in
plaats van haar best te doen het leven van haar
man aangenaam te maken." A
„Haar gestorren kind?"
„Ja, zjj had een zoontje; het ia een paar jaren
geleden gestorven, en dit verlies maakt haar nog
altjjd zoo stil en zoo somber."
„Zóo! Hoelang geleden heeft zij dat jougske ver
loren?" vroeg hij op vreemden, ongeloovigen toon.
„Ik geloof dat de heer Rayner zeide vóór een
jaar of vijf."
„Zoo! Dus de heer Bayner heeft u dit verteld P'
„Ja."
„En mevrouw is dien elag nooit te boren kannen
komen P"
„Neen. Het klinkt bijna ongeloofelijk; dunkt u
ook niet, dat eene begaafde vrouw, die boeken schrjjft
en bewonderd wordt, op die wjjze eene schaduw
blijft najagen? Het bevreemdt mjj dat zjj niet meer.
schrjjft; dat zon aan hare treurige gedaehten de.
beste afleiding geven."
„Zoo! schreef zij boeken? Heeft zijrn dat zelf
(ffordt vemolgt)
de nabijgelegens eilanden, maar iets ruwer. Zij zijn
niet onderhevig aan vele ziekten, maar zjj worden
verkouden zoo dikwijls vreemdoliagen tot hen komen
en gedurende eenigen tijd verblijven. Die ongesteld
heid duurt acht of tien dagen en zij zeggen, dat
zelfs zuigelingen er door worden aangetast. (Tweede
uitgaaf Londen 1718.)
De volgende beschrijver van St. Kilda was de
Bev. Anlay Macaulay, predikant van Ardn^mur-
chan, grootrader van lord Macaulay. Macculloóh in
zjjn „St. Kilda, Part and Present," (Edinburgh)
1878) steekt den draak met de verhalen van Martin
en Macaulay. Hjj zegt, dat ieder op het eiland
er aan geloofde, maar dat hij, bij zijn bezoek op
het eiland, geen verkouden mensch heeft gezien.
Evenwel getuigen alle andere bezoekers van het
eiland voer het bestaan der zonderlinge ziekte, die
echter zich soms eerst vertoont na het vertrek der
vreemdelingen. In 1860 werd, een paar dagen na
dat het oorlogschip Porcupine daar geweest was,
de geheele bevolking verkouden. Mr. Morgan kwam
tien dagen lator op het eiland. Toen heerschte daar
algemeen de influenza en zelfs een kind van nog
geen veertien dagen oud zag hij er door aangetast.
Na de achipbrenk van het oostenrijksche schip Peti
Dubrovacki, in Januari 1877, bad hetzelfde plaats.
Mr. Seton zegt - dat de St. Kildanen bewerende
ziekte zou heviger zijn, als de bezoekers komen
van Harria, dan als St. Kilda bezocht wordt van
uit Glasgow en verder gelegen plaatsen. De ziekte
begint gewoonlijk met 6en gevool van koude, stijf
heid in de kakon, pijn in hoofd en beenderen en
groote rermoeidZ en matheid, gewone kentee-
kenon van een zware verkoudheid, en is verge
zeld van hevige ontlastingen uit den neus, versnelden
pols, en een hevigen hoest, die vooral des nachts
den lijders kwelt. De ziekte tast het eerst de personen
aan, die het drnkat in aanraking komen met de
vreemdelingen, en breidt zioh dan uit over de ge
heele gemeente.
Natuurljjk heeft deze ziekte de aandaoht getrokken
der geneeskundigen, die op tallooze wijze hebben
getracht hare oorzaak to verklaren. Sommigen
meenden, dat zjj ontstond door den wind die waait
als vreemdelingen landen, niet door de vreemde
lingen zelven. Deze bewering beruste op de oryuiste
meening, dat men op St. Kilda slechts bij noord
oosten of oostenwind landen kan. Anderen zeiden,
dat de ongesteldheid ontstaat, omdat de eilanders
bjj de aankomst van een schip in zee gaan om
de vreemdelingen aan land te helpen. Hoe het zjj,
dit ia' zeker, dat deze ziekte nooit op het eiland
I heerscht dan na een bezoek vau vreemdelingen.
Het is gebleken dat ook elders zioh dergelijk
verschijnsel vertoont. Mr. Seton ia mogelijk de
eerste geweest om aan haar het uitsterven toe te
schrijven van eenige inlandscho stammen aan de
Amazonen-rivier. De ziekte, zegt hjj, ontstaat altijd
in een dorp, dat bezocht wordt door menschen uit
beschaafde nederzettingen. De ziekte breekt dan
uit onder de Indianen, terwjji de vreemdelingen
fsheet vrij bljjven. Het eenvoudig in aanraking
omen met beschaafde menschen is voldoende om
op eenige geheimzinnige wijze ze te doen ontstaan.
(BatesThe Naturalist on the River Amazon.)
Verder leest men in het verslag van den kruis
tocht van den liertog van Edinburgh met H. M.
S. Galathea in 186768, „Tristan d'Aconha is een
ongemeen gezond eiland, maar het is een zonder
ling feit dat, als een schip van St. Helena komende
het bezoekt,(dit zonder uitzondering eene ziekte aan
voert, die op influenza geljjkt."
Mi»s Gordon in haar „Cruise in a French Man-
of-War« zegt, dat de bewoners van Tauna in de
Stille Zuidzee, en voornamelijk de medicjjnmannen
aldaar, zich verzetten tegen het rondtrekken van
zendelingen, omdat de inlanders algemeen geloofden
dat dyssenterie, hoest en influenza, die onlangs voor
het eerst in deze eilandengroep verschenen, door de
blanke mannen waren veroorzaakt en, zonderling
genoeg, werd hunne bewering bevestigd door het
feit,dat de stam, waaronder de zendelingen leefden,
van deze ongesteldheden verschoond bleef.
- Ten gevolge var» het geloof, dat de zendelingen
ziekte aanbrachten, werden zij later van Tauna ver
dreven. Opj het nabijgelegen eiland l'otuua ver
scheen de dysentery en dit was de aanleiding tot
het vermoorden der onderwijzers uit Samoa, die daar
door m* Williams geplaatst waren.
Ook Ercmanga werd door dyssenterie beiocht, difl
een derde der bevolking wegsleepte. De inworters«
geloofden, dat ^de ziektes n het land was gebracht
door eenige voorwerpen, die zjj van de bemanning
van een schip gekregen hadden, eu wierpeh die
daarom in Ae. Op verscheidene andere eilanden
werden de zendelingen vermoord of verjaagd, om
geen andere reden dan dat, door met hen in aan
raking te komen, de inlanders ziek werden. Merk-
traardig is, dat de blanke mannen zelf gezond waren
r>n de overheden verklaarden, dat deze persopnljjkgeen
schuld hadden jran de door hen voortgebrachte ziekten.
Toen dr. Turner het eerst het eiland Nive bezocht
het ligt in het midden van den driehoek gevormd
door Tonga, Samoa en de Hervey-eilanden be
vond hjj, dat de inlanders zonder onderscheid alle
vreemdelingen doodden, niet slechts de blanken, maar
ook zjj wief canos uit Tonga of Samoa op het eiland
geraakten, en zelfs hunne eigene landlieden, die,
nadat zjj het eiland hadden verlaten, er terugkeerden.
Zjj werden gedood uit vrees dat zij vreemde ziekten
zouden invoeren. De vrees was zoo groot, dat zjj
bij het drijven van handel geeno voorwerpen aan
namen, maar de invoerder die aan een boom moest
ophangen, waar zij gedurendo eenige weken in qua
rantaine bleven. Miss Camming verklaart, dat in
fluenza in geheel Polynesië onbekend was, vóór de
blanke mannen er kwamen.
In het British „Medioai Journal" van 4 September
1886 beschrijft mr. B. Augustine Chudleigh een
dergelijke ziekte, die onder de Moaris den naam
draagt van Murri-rtiurri. Voornamelijk wjjst hjj op
hot eiland Wharekauri, een uit den Chatham archipel,
ongeveer vier honderd en tachtig mijlen ten oosten
van Nieuw-Zeeland. ongeveer de plaats der tegen
voeters van de St. Kildanen. Drar kent men nu
ook eene verkoudheid, die geheel overeenkomt met
een hevige influenza. De aanvallen duren slechts
een uur of vier, maar eo patiënten blijven gedurende
een dag of vier „zeer miserabel»; dan herstellen zij
langzamerhand geheel en al, zonder verdere nadeelige
gevolgen, tie aangetaste weet soms niet eens, dat
een vreemd schip aengekomen is. De influenza ver
spreidt zich terstond over het eiland en men is zóó
zeker van" de oorzaak, dat, als zij ontstaat, men van
uit de verwrjderdste plaatsen de te verzenden brieven
naar de haren te Waitangi zendt, zeker zijnde dat
«r gelegenheid is die te verzenden. Merkwaardig is,
dat eeu heuvel welken de inlanders beklimmen als
influenza ontstaat, om te zien of er eentg schip in
de haven ligt, de Dieffenbaoh heet en het schip 't
welk jaren lang geregeld dit eiland om handelsain-
gelegenheden bezocht, den naam van St. Kilda Kroeg.
Uit het voorgaande blijkt, dat ziekten kunnen
worden overgebracht door gezonden, of mogeljjk
beter gezegd: dat het in aanraking komen met
lieden uit andere streken voldoende is om bij eenige
stammen of personen influenza te doen ontstpan.
Terecht zou dan die ziekte haren naam hebben: ze
ontstapt door invloed, mogeljjk van uitstrooming of
uitwaseming van eeno stof, die nadeelig werkt op
hen die deze niet bezitten, of er niet aan gewoon zijn.
En nu staan wij voor de vraag: of ook door voor
werpen, bv. brieven uit dón vreemde influenza kan
ontstaanmaar ho^Ésrklaart men dan het verschjjnsel,
dat vooral ook telegraphisten worden aangetast?
De Fransche Kamer van Afgevaardigden is gis
teren overgegaan tot het samenstellen der bureaitx.
De vergadering was slecht bezocht.
De heer Floquet is tot voorzitter benoemd.
Gelijk reeds is gemeld, is de werkstaking der
mijnwerkers in het district Charleroi geëindigd, daar
de eigenaars der mjjnen den voorna&msten eisch
der werklieden tot verkorting van den werkdag
hebben ingewilligd. Door de mjjnwerkers is deze
tijding met groote blijdschap vernomen, want, ofschoon
zij besloten waren vol te kouden tot het uiterste,
leden zij toch met hun gezinnen veel, daar de ge
wone verdiensten niet door de bijdragen uit de reserve
kas konden worden vergoed.
Zondag jl. werden in vele plaatsen van het district
weer vergaderingen" gehouden. De besluiten om
tot het uiterste te volharden, welke overal werden
genomen, hebben zeker veel bijgedragen om de
directeuren tot insehikkeljjjtbeid te bewegen. Het
aantal der werkstakers was dan ook sjeeds toege
nomen. Het was reeds gestegen tot ongeveer 20,000
zoodat in het geheele district Charleroi slechts in
vier mjjnen nog werd gewerkt.
De berichten over de gezondheid van den jeugdi
gen koning van Sparg'e bljjven gunstig. De konin
gin-regentes heeft nu zelfs weer gelegenheid gevonden,
om rnet den heer Sagasta te beraadslagen over de
oplossigg der ministerieoie crisis, welke wegens
Alfonso's ziekte op den achtergrond is geraakt. De
kleine lijder fe weer geheel kalm. Hij slaapt goed
eu gebruikt meer voedsel, zoodat de geneesheeren
van meening zjjn, dat het gevaar is geweken.
De regeering ie bjjzonder op haar hoede tegen
het uitbreken van Carlistische bewegingen, omdat
terstond na de ziekte des konings gewag werd ge
maakt van een drukke telegraphische gemeenschap
tusschen Don Carlos en zijn ainhangers in Spanje.
Tot jjusver is Rechter noch door de republikeinen,
noch door de Carlisten eenige poging beproefd om
van de omstandigheden partij te trekken.
Levendig gapt het in de Duitsche binnenlandsche
politiek den Iaatsten tjjd toe, dank zjj den aanstaan
den rijksdagverkiezingen. Tusschen de kartelpartijen
en de ultra-cqnservatieven der Kreuzztg. is een vin
nige pennestrjjd uitgebroken, waarbjj men zich niet
ontziet over en weer den keizer tegen den vjjand ie
het vuur te brengen. Ziehier hoe de zaken staan.
Onder de enthousiasten van het kartel is een storm
losgebroken, toen de heer Von Hammeratein, de
hoofdredacteur van de Kreuzztgzijn candidatuur in
het door hem thans vertegenwoordigde district Stolp
terugtrok om plaats te maken voor den oud-minis
ter Von Puttkamer, terwijl hij tegelijkertjjd zich
candidaat stelde in het district Bielefeld, thans door
een nationaal-liberaal vertegenwoordigd. Bjj de
nationaal-liberalen en vrij-conservatieven wekte deze
handelwijze, waardoor het kartel, dat toch reeds fat
los op zijn beenen staat, bedreigd werd, de heftigste
verontwaardiging. Zij ontzagen zich niet er aam te
herinneren, hoe de keizer zich tegen de Kreuzztg
had verklaard. Men herinnert zich het opzienbarënd
artikel van 2 October 11. in den Reicktanzeiger. Ge
lijkertijd beweerden de nltra-conservatieven, dat,
mocht ook de Kreuzztg ia ongenade zjjn gevallen,
de heer Von Hammeratein zich toch in de gunst
des keizers mocht verheugen.
Nieuwe woede aan de zjjde der kartelbroeders,
die thans uitstrooiden, dat de keizer de handelwijze
van den heer Hammeratein een Bubenttreick had
genoemd; ten overvloede berichtten de officieuss
Berl. Pol. Nac/ir. dat de keizer, vertoornd over de
gedragingen der Kreuzztg., bevel had gegeven dit
blad volstrekt niet meer toe te laten in de keizerlijke
paleizen. Als antwoord verklaarde de Kreuzztg., dat
de uitgever der Berl. Pol. Nachr. een „Oostenrijk
sche jood" was, die een geheel onware voorstolling
van de zaak gaf. Indien de keizer werkeliik bevo
len had de Kreuzztg. niet meer ter lezing te leggen
in de keizerlijke paleizen, zoo kon het niet anders,
of men moest Z. M. leugens voorgehouden hebben.
In deze geheele intrige speelt dr. Hiazepeter, de
vroegere leermeester van kejzer Wilhelm II, een rol;
doch in verband met de tegenstrijdige berichten over
diens optreden, laat zich niet -vaststellen in hoeverre
hij de woordjn des keizers over de candidatuur va»
den heer Hammeratein meer of minder juist heeft
weergegeven.
In ieder geval werpt deze schermutseling met
"8 keizere naam in een verkiezingsstrijd een treurig
licht op de middelen, waarmede de „loyale" partjjen
in het Duitsche rijk oorlog voeren. Het is ieder
bekend, dat achter den heer Von Hammeratein en
de Kreuzztg. de geheele conservatieve partij staat,
voor zoover zjj van den wil des rijkskanseliers on
afhankelijk is. Reeds eenmaal, den 9 Febr. 1876,
richtte Bismarck in den rjjksdag zijn pjjlen tegen
de Kreuzztg. en verlangde hjj, dat niemand haar door
een abonnement indirect zou steunen, wijl ieder, die
het blad kocht, mede schuld droeg aan de leugens
en lasteringen, die daarin voorkwamen.
De toenmalige banvloek van den rijkskanselier heeft
de Kreuzztg. niet geschaad.
Of het verbod de Kreuzztg. in de keizerljjke pa
leizen te lezen, meer succes zal hebben, betwjjfelt de
Freie. Ztg. Feiteljjk zoo meent Richters orgaan
is de rjjkskanselier sedert 1876 in zjjn materieele
politiek veel meer tot de denkbeelden der Kreuzztg.
genaderd, dai deze ook in de verte kon veronder
stellen. In den grond der zaak bestrijdt de Kreuzztg.
ook minder den rijkskanselier, zjj houdt alleen re
kening met een tjjd na dan rijkskanselier.
Of deze berekening van het Junker-und-Mucker
orgaan goed is dan wel falikant zal uitkomen, kal
alleen de toekomst leeren. Ook de aanstaande rijks
dag-verkiezingen zjjn een schakel van de ketei,
welke het heden aan die toekomst bindt
Het Portugeesche ministerie onder leiding van
den liberalen staatsman De Castro, sedert 1886 aan
de regeering, is gevallen voorde openbare meening,
welke nog steeds zeer verstoon] is, dart Portugal
aan Engelands eisch tot ontruiming van het Shiró-
gebied heeft toegegeven. Het heftigst laten zich de
organen der republikeinsche partij uit De repu
blikeinen wijten natuurlijk het gebeurde aan de
monarchic en sporen zelfe aan tot oproer, ten einde
de monarchie te doen vallen.
Tot dusver heeft deze aansporing nog geen gevolg
gehad. Wel blijft het rumoerig in de straten en
houdt de volksmenigte openbare betoogingen, maar
fteze zjjn meer tegen de afgetreden ministers, dan
tegen de monarchie gericht
De heer Serpa Pimentel, de leider der conserva-
tief-liberalen, is door koning Karei met de samen
stelling van een Kabinet belast Indien deze staats,
man slaagt, zal het in de eerateplaats zjjn taax zjjn
de opgewondenheid te doen «waren en vooral de
herhaling te voorkomen van vijandeljjke betoogingen
tegen de Engelsche vertegenwoordigers. Overigens
zal ook de nieuwe president-minister wel niets
anders kunnen doen alp het antwoord erkennen,,
hetwelk door den Staatsraad, in overleg met den
koning op het ultimatum der Engelsche regeering
is genomen.
De groote grief, welke men. tegen den minister
van bnitenlandsche. zaken Barros Gomez heeft, is dat