BaitenlanM Overzicht. T.i zich de zorg det Begeering over nog zóóvele andere dingen uit te strekken, dat het moeilijk zou zjjn, te zeggen, waar deze zou moeten beginnen en waar eindigen. Toch is het wensohelijk, dat iedet eigenaar van boomen zorge, in den winter zooveel mogelijk de rupsennesten uit zijne boomen te verwijderen. Im mers terwijl de rupsen binnen deze nesten gedurende het koude jaargetijde in half volwassen toestand zit ten te sluimeren, beginnen zjj reeds zeer vroeg in 't voorjaar uit hare woningen te voorschijn te komen, en in geen gering getal, want in elk nest bevinden zich een honderdtal of eenige honderdtallen rupsen. Zoodra het voorjaar ons een paar mooie dagen geeft, en de knoppen der ooft- en andere boomen be ginnen te zwellen, vangen de rupsen haro stroop tochten aan ten minste over dag, want in den be ginne keeren zij ttjgen den avond nog telkens in haar nest terug. En juist in 't vroege voorjaar worden zij, hoe klein zij dan soms ook nog mogen wezen, het schadelijkst, daar zij dan de knoppen doorknagen en aldns in zeer korten tijd groote schpde teweeg brengenimmers als zij een knop aantasten, hebben zij in een minimum vatj tijd een aanzienlijk aantal blaadjes in hunnen oersten aanleg voorgoed veïfcield, maar bovendien alras den aanleg van een of meer bloesems bedorven. Vooral in ooftboomgaardeu doen de nit de winternesten te voorachjjn komende rupsen op deze wijze zeer veel kwaad. Daar de boomea gedurende den winter ontbladerd zjjn, vallen de nesten zeer in 't oogen het is ook ■iet moeilijk, deze te vernielen. Men kan met be hulp van een op oenen langen staak bevestigde boomschaar de takjes afknippen, .waaraan de ne8ten bevestigd zijn maar men late dan de neergevallen nesten niet op den grond liggen, daar later in 't voorjaar de rupsen ar uit te voorachjjn komen en missohien toch in de boomen zouden klimmenmen zoeke ze dos op en verbrande ze. Deze methode heeft dit nadeel, dat men de boomen van vele takjes moet berooven, temeer omdat een üest soms aan twee of meer takjes is bevestigd. Men kan ook de nesten aan de boomen laten zitten, maar ze flink met lijooi 10 bestrijken, dan gaan de er in bevatte rupsen onverbiddelijk dood. Men kan daartoe op het uiteinde van een langen stok een met lijnolie bevochtigden doek brengen, waarmede men de nesten zoo goed mogelijk bestrijkt. Of wel men verbrande de rupsen door middel van eene vlam. Daartoe brenge men op 't uiteinden van een langen stok eene spons, die men met petroleum overgiet, welke men in brand steekt; de vlam honde men een paar mi nuten lang onder het rupsennest. Doorgaans zullen bjj déze operatie de twijgjes, waaraan dit nest zit, niet noemenswaard lijden. Het is nu nog de tjjd, om de rupsennesten te wraioton - Valache koffieboonen. De Berlijnsehe correspon dent van de N. R. Ct. zendt de volgende ont vangen mededeeling, die te Berlijn openbaar wordt gemaakt. „Eenigen tijd geleden hebben wij de aandacht ar op gevestigd, dat er door eene Keulsche firgqa kunstmatige koffieboonen onder den naaaq'van Gas- sen's Kurutkaffee in den handel worden gebracht, die [voor verreweg het grootste gedeelte uit waar- delooze, ofschoon niet voor de gezondheid schade lijke, stoffen bestaan. Zjj zjjn van een glazuur voor zien, waardoor zij op echte boonen gelijken. „Daaromtrent hebben wjj nu verder mede te dealen, dat de destijds genoemde firma te Keulen zich wel met geen eigonljjke handelszaken in kunst- koffieophoudt, maar toch met den patenthouder F; Gassen, insgelijks te Keulen, verbonden is tot eene gemeenschappelijke onderneming, die ten doel heeft uitbreiding van de fabricatie en het debiet der door haar samengestelde kunstkoffieboonen-machines. Ten dien einde worden door de vroeger genoemde firma J. Heekhausen k Weies te Keulen, in vereeni- ging met P. Gassen, gedrukte aanwijzingen ter ,„vejvaardiging van kunstkoffie in den vorm van natuurlijke gebrande koffieboonen"» uitgegeven, waar bij ouder anderen kleine, en op verlangen ook grootere monsters dezer boonen worden aangeboden zullende door 9, Gassen bg de aflevering der boven bedoelde machines recepten ter vervaardiging van koffiedeeg worden medegegeven. «In die aanwijzingen wordt op de misleiding van het publiek nog bijzonder gewerkt in deze woorden Wanneer ergene aan een goed gelegen mnkelraam een mengeel van onze kunetkoffie met SO u 30 of 40 percent echte koffie te kijk ligt, dan zal dit meng - tel er preciee uitzien ateof het enkel en alleen eckte kofke ie.*" «Prof. dr. A. Stutzer, te Bonn, heeft eene eenvou dige methode ter onderscheiding tusschen kunstmatige en natuurlijke koffieboonen (zie ZciUckrift Jur die angeicandte Ckemie, jaargang 1888, all. 24) openbaar gemaakt. Volgens dat stuk ondersoheiden zich de kunstboonen van de echte boonen hierdoor, dat zij in ether dadelijk zinken, terwjji de echte wegens haar vetgehalte in het begin grootendeels bovenop blijven drijven. Wanneer koffieboonen in een heet, sterk oxydeerend voeht (koningswater of zoo iets) worden geworpen, dan ontkleuren do echte boonen veel sneller dan de kunstmatige." Het Dagblad bevat het volgende artikel over «Influenza". Dr. B. v. d. L. heeft zich zeer verdienstelijk ge maakt door zgne raadgevingen aan gezonden, die ook ïd dit blad zgn opgenomen. Wjj gelooven niet, dat Óen geneesheer in hoofdzaak anderen raad zon gegeven hebben. Dat kleine stukje moest op school der jeugd worden ingeprent, want de meeste dier raadgevingen moesten worden opgevolgd door ieder, die wenscht gezond te zjjn en te bljjren. Zoo het zich aanwennen om altijd door den neus, zoo min mogelijk, liefst nooit, door den mond adem te halen. Zoo nooit zakdoeken, handdoeken of ander linnen goed te gebruiken 'twelk na 't gebruik door andeken Met behoorlijk gewaeechen ie eu verder bij het begin van alle ongesteldheden de oude spreuk indaCïng te zij® en op te volgen «abstinentie et qnete mulla magna morba curantnr, dat isdoor ont houding en "rust worden vele zware ziekten genezën. De hygeïst, E. 'Mahner, de gezond heidsapoatol, vatte zijne legr samen in de sprenk «Pasten, Wasser uné Geist!' onthouding van voedsel; reinheid en het siiMjiiitend' gebruik van wjter als draaic, en behfeéinching der gedachten. Dat laatste is bij alle epidemien ee#s voorname zaak, mogelijk de voor- naajnste voor hem of haar die gezond wil blijven. Dr. Hoffmann von Feuchteraleben gaf dan ook een voortreffelijk boekje«Do, gezondheidsleer der ziel" geheeten, het motto «Volere audeDurf gezond te zjjn. Schrijver dezes, die een sanguinisch temperament bezat, met een groote hoeveelheid fantaisie, tpenhjj in de geneeskunde studeerde, ondervond hij bij het beetudeeren der pathologie achtereenvolgens alle ver schijnselen der ziekten, in wier wezen hjj trachtte door te dringen. Hjj waa goed op weg hypoohondrist te worden. De lessen van Mahner, het lezen van Hoffmann's boekje en verandering van werkkring hebben hem voor die vreeseljjke kwaal bewaard,welke, helaas, niet alleen den ouden dag van velen tot een treurige maakt, maar ook een onophoudelijke kwelling is voor hunne betrekkingen. Iemand die de stellige overtuiging bezit, dat hjj door eene heerschende epidemie niet zal worden aan getast, loopt weinig gevaar. Later heb ik bij oholera- en typhus-ljjders gewaakt,' en daar ik gerust «as, en vertrouwde niet ziek te zullen worden, als ik mij hield aan den gewonen gezonden leefregel, werd ik niet ziek. Mogelijk is het niet overbodig thans te wijzen op den invloed van den toestand des geestes op de gezondheid van den mensch. Zeer zeker is bet voor velen niet mogelijk zich terstond de noodi"e ge rustheid, het noodige geloof, eigen te maken, waar door men zjjn gezondheid kan bewaren en zjjn leven verlengen, maar door oefening en wil is ook dit op den duur wel te verkrijgen. Hoe jonger men er mede begint, natuurlijk hoe beter. De invloed van dep geeat op de gezondheid van den mensch wordt algemeen erkend. Velen keuren dan ook af, dat in couranten berichten worden op genomen van den voortgang en den stand van epidemisch^ziekten. Dst geeft aanleiding tot onge rustheid, zeggen zij, en niet ten onrechte. Maar op hem die gezond ia' van geest, zullan dergelijke mededeelingen geene schadelijke invloeden uitoefenen, evenmin als het lezen van aankondigingen aan huizen, waarin zich lijders aan besmettelijke ziekten bevinden. Een nog niet geheel verklaard verschijnsel is, dat de meeste epidemische ziekten hier te lande bijna «altijd van hot oosten naar ,bet westen komen. Het ontstaan der cholera heeft men toegeschreven aan de offers te Mekka. De griep in 183233, 1858— 54 en 188889, aan overstroomingen in China. Onderstel ttu, dst dit juist is, dan rijst de vraag: hoe komen zo naar het .westen? Wij hebben nn meestal westelijke winden. Door den wind kan ona derhalve de griep niet zjjn toegewaaid; ook niet door rivieren zijn toegestroomd. Wordt de griep dan door mensohen overgebracht P Het ia mogelijk ze kan zelfs worden overgebracht door menschen die volkomen gezond zgn, die zelf de griep niet gehau hebben en se' mogelijk nooit krijgen zullen. Daar deze stelling ongetwijfeld velen zeer vreemd zal voorkomen, zelfs ongeloofeljjk, eischt zij bowjja. Wjj zullen trachten dat te leveren. Alle reizigers die het eiland St. Kilda, het wes telijkste der Sehotiche eilanden, bezochten, maken melding van het aldaar bestaan van een ongesteld heid, die tot nu toe niet kan verklaard worden. Allen merken op, dat teratond na de aankomst aldaar van een vreemd schip een influenza ontstaat, die door de Engelschen «Stranger's cold" genoemd wordt. Martin, de Herodotus der Westereilanden van ^Schotland, zegt in zgne beschrijving van St. Kilda: Er zjjn otfgeveer tweehonderd inwoners. Zij zjjn goed gebouwd en spreken de Iersche taal. Hunne zeden zijn-gelijk aan die der bewoners vstt terwjji de heer Beade zijne druipnatte parapluie uit schudde. Een paar dagen geleden zou zij zulk eene ontmoeting met harea vriend van het jaebtwagentje, wel aardig hebben gevonden, maar thans, na de onbeleefdheid zijner zusters, was zij er verlegen mede. Zoo zat zij dan stilzwijgend en hjj scheen door hare inheid te zjjn aangestoken, althans hjj bleef lich aan den anderon kant van de loods tegen het beschot gelfund staan, haar aanziende zonder te spreken. Zjj zag dikke regendroppels óón voor één door eene met van het dak op zijn hoed vallen, maar zij kon er niet toe komen hem te waarschuwen. Zoo duurde het een poosje, tot een bliksemstraal de loods ver- tto err baar een uitroep van schrik ontlokte. Is 'u bang? Wacht, dan zal ik voor u gaan staan." '«Neen, dank u; ik ben volstrekt niet bang," ant- wóordde zij, terwijl e%vpntzettende donderslag haar zoó deed schrikken, dalyzij bijna omver viel. [Hij zeide niets, glimlachte niet eens over haar ontsteld gezicht, maar plaatste zich bedaard tosschen haar en de opening, goodat zijn fraai profiel soherp tegen de donkere lucht uitkwam. „Ik zal blij zijn als het ophoudt,',' zeide zij öm-j> iets te zeggen. «Verlangt u zoo zeer'terug naar Elzenhof? Daar is het niet dsoger dan hier." «Maar daar kan men droge laarzen aantrekken." „Heeft u natte voeten? Ja, natuurlijk, dat komt Jan die- fijne stedslaarsjes, die deugen niet buiten. TT zult rheumatfek krijgen of zoo iets," 'voegde hij er bezorgd bij, met zjjne oogen te verj droge laarzen zoekende. «Neen, neen, zoo erg is bet niet! Zjj zijn sterker dan zjj er uitzien. Dat is het ook niet, maar de heer Bayner zal ongerust wezeh." „De heer Bayner I En zal ook mevrouw Rayner ongerust zijn?" „O, Uegrouw Bayner is nergens ongerust over Ten minste ik bedoel: zij is zoo stil en terug houdend, dat dat- „Dat de heer Rayner u veel beter bevalt?" «O ja." „Dat is met vele dame^ het geval." „Mee vindt onwillekeurig iemand die praat en lacht en opgeruimd van humeur is, aantrekkelijker dan iemand die nooit spreekt, als een geest door het huis dwaalt en onverschillig rondziet als men iets zegt." „Zij bedoelt het misschien goed.' „Dan moest zij die bedoeling duidelijk maken. Zij kim toch niet denken, dat het lief is als zij mij aanstaart alsof ik geen mtfnscbelijk wezen was. B»; vendien weet zij, dat ik voor den eersten keer in mijn leven in betrekking ben, en zij moet wel zien, dat ik mij niet gelukkig gevoel." De heer Beade boog zich tot haar over, maar even snel rees hij weer overeind, •kuchte even en maakte eene onderzoekende beweging naar buiten. „Hoó dwaas, dacht zij, zulk eene mededeeling .te gaan doen aan iemand die mij betrekkelijk vreemd is 1" Zij voegde er nu vborzichtiger bij: „Het is niet mooi van mij zoo te spreken, alsof ik niet goed werd behandeld. Dat is ook niet het geval. Als zjj maar een weinig minder koel was!" „Misschien is haar "eigen leed zwaar te dragen." „Wel peen; zij heeft een besten man, een lief tehuis en wat zij wenscht kan zij krijgen. Ik zou denken, dat zij al zeer zelfzuchtig moei, wezen om zoo over haar gestorven kind te blijven tobben, in plaats van haar best te doen het leven van haar man aangenaam te maken." A „Haar gestorren kind?" „Ja, zjj had een zoontje; het ia een paar jaren geleden gestorven, en dit verlies maakt haar nog altjjd zoo stil en zoo somber." „Zóo! Hoelang geleden heeft zij dat jougske ver loren?" vroeg hij op vreemden, ongeloovigen toon. „Ik geloof dat de heer Rayner zeide vóór een jaar of vijf." „Zoo! Dus de heer Bayner heeft u dit verteld P' „Ja." „En mevrouw is dien elag nooit te boren kannen komen P" „Neen. Het klinkt bijna ongeloofelijk; dunkt u ook niet, dat eene begaafde vrouw, die boeken schrjjft en bewonderd wordt, op die wjjze eene schaduw blijft najagen? Het bevreemdt mjj dat zjj niet meer. schrjjft; dat zon aan hare treurige gedaehten de. beste afleiding geven." „Zoo! schreef zij boeken? Heeft zijrn dat zelf (ffordt vemolgt) de nabijgelegens eilanden, maar iets ruwer. Zij zijn niet onderhevig aan vele ziekten, maar zjj worden verkouden zoo dikwijls vreemdoliagen tot hen komen en gedurende eenigen tijd verblijven. Die ongesteld heid duurt acht of tien dagen en zij zeggen, dat zelfs zuigelingen er door worden aangetast. (Tweede uitgaaf Londen 1718.) De volgende beschrijver van St. Kilda was de Bev. Anlay Macaulay, predikant van Ardn^mur- chan, grootrader van lord Macaulay. Macculloóh in zjjn „St. Kilda, Part and Present," (Edinburgh) 1878) steekt den draak met de verhalen van Martin en Macaulay. Hjj zegt, dat ieder op het eiland er aan geloofde, maar dat hij, bij zijn bezoek op het eiland, geen verkouden mensch heeft gezien. Evenwel getuigen alle andere bezoekers van het eiland voer het bestaan der zonderlinge ziekte, die echter zich soms eerst vertoont na het vertrek der vreemdelingen. In 1860 werd, een paar dagen na dat het oorlogschip Porcupine daar geweest was, de geheele bevolking verkouden. Mr. Morgan kwam tien dagen lator op het eiland. Toen heerschte daar algemeen de influenza en zelfs een kind van nog geen veertien dagen oud zag hij er door aangetast. Na de achipbrenk van het oostenrijksche schip Peti Dubrovacki, in Januari 1877, bad hetzelfde plaats. Mr. Seton zegt - dat de St. Kildanen bewerende ziekte zou heviger zijn, als de bezoekers komen van Harria, dan als St. Kilda bezocht wordt van uit Glasgow en verder gelegen plaatsen. De ziekte begint gewoonlijk met 6en gevool van koude, stijf heid in de kakon, pijn in hoofd en beenderen en groote rermoeidZ en matheid, gewone kentee- kenon van een zware verkoudheid, en is verge zeld van hevige ontlastingen uit den neus, versnelden pols, en een hevigen hoest, die vooral des nachts den lijders kwelt. De ziekte tast het eerst de personen aan, die het drnkat in aanraking komen met de vreemdelingen, en breidt zioh dan uit over de ge heele gemeente. Natuurljjk heeft deze ziekte de aandaoht getrokken der geneeskundigen, die op tallooze wijze hebben getracht hare oorzaak to verklaren. Sommigen meenden, dat zjj ontstond door den wind die waait als vreemdelingen landen, niet door de vreemde lingen zelven. Deze bewering beruste op de oryuiste meening, dat men op St. Kilda slechts bij noord oosten of oostenwind landen kan. Anderen zeiden, dat de ongesteldheid ontstaat, omdat de eilanders bjj de aankomst van een schip in zee gaan om de vreemdelingen aan land te helpen. Hoe het zjj, dit ia' zeker, dat deze ziekte nooit op het eiland I heerscht dan na een bezoek vau vreemdelingen. Het is gebleken dat ook elders zioh dergelijk verschijnsel vertoont. Mr. Seton ia mogelijk de eerste geweest om aan haar het uitsterven toe te schrijven van eenige inlandscho stammen aan de Amazonen-rivier. De ziekte, zegt hjj, ontstaat altijd in een dorp, dat bezocht wordt door menschen uit beschaafde nederzettingen. De ziekte breekt dan uit onder de Indianen, terwjji de vreemdelingen fsheet vrij bljjven. Het eenvoudig in aanraking omen met beschaafde menschen is voldoende om op eenige geheimzinnige wijze ze te doen ontstaan. (BatesThe Naturalist on the River Amazon.) Verder leest men in het verslag van den kruis tocht van den liertog van Edinburgh met H. M. S. Galathea in 186768, „Tristan d'Aconha is een ongemeen gezond eiland, maar het is een zonder ling feit dat, als een schip van St. Helena komende het bezoekt,(dit zonder uitzondering eene ziekte aan voert, die op influenza geljjkt." Mi»s Gordon in haar „Cruise in a French Man- of-War« zegt, dat de bewoners van Tauna in de Stille Zuidzee, en voornamelijk de medicjjnmannen aldaar, zich verzetten tegen het rondtrekken van zendelingen, omdat de inlanders algemeen geloofden dat dyssenterie, hoest en influenza, die onlangs voor het eerst in deze eilandengroep verschenen, door de blanke mannen waren veroorzaakt en, zonderling genoeg, werd hunne bewering bevestigd door het feit,dat de stam, waaronder de zendelingen leefden, van deze ongesteldheden verschoond bleef. - Ten gevolge var» het geloof, dat de zendelingen ziekte aanbrachten, werden zij later van Tauna ver dreven. Opj het nabijgelegen eiland l'otuua ver scheen de dysentery en dit was de aanleiding tot het vermoorden der onderwijzers uit Samoa, die daar door m* Williams geplaatst waren. Ook Ercmanga werd door dyssenterie beiocht, difl een derde der bevolking wegsleepte. De inworters« geloofden, dat ^de ziektes n het land was gebracht door eenige voorwerpen, die zjj van de bemanning van een schip gekregen hadden, eu wierpeh die daarom in Ae. Op verscheidene andere eilanden werden de zendelingen vermoord of verjaagd, om geen andere reden dan dat, door met hen in aan raking te komen, de inlanders ziek werden. Merk- traardig is, dat de blanke mannen zelf gezond waren r>n de overheden verklaarden, dat deze persopnljjkgeen schuld hadden jran de door hen voortgebrachte ziekten. Toen dr. Turner het eerst het eiland Nive bezocht het ligt in het midden van den driehoek gevormd door Tonga, Samoa en de Hervey-eilanden be vond hjj, dat de inlanders zonder onderscheid alle vreemdelingen doodden, niet slechts de blanken, maar ook zjj wief canos uit Tonga of Samoa op het eiland geraakten, en zelfs hunne eigene landlieden, die, nadat zjj het eiland hadden verlaten, er terugkeerden. Zjj werden gedood uit vrees dat zij vreemde ziekten zouden invoeren. De vrees was zoo groot, dat zjj bij het drijven van handel geeno voorwerpen aan namen, maar de invoerder die aan een boom moest ophangen, waar zij gedurendo eenige weken in qua rantaine bleven. Miss Camming verklaart, dat in fluenza in geheel Polynesië onbekend was, vóór de blanke mannen er kwamen. In het British „Medioai Journal" van 4 September 1886 beschrijft mr. B. Augustine Chudleigh een dergelijke ziekte, die onder de Moaris den naam draagt van Murri-rtiurri. Voornamelijk wjjst hjj op hot eiland Wharekauri, een uit den Chatham archipel, ongeveer vier honderd en tachtig mijlen ten oosten van Nieuw-Zeeland. ongeveer de plaats der tegen voeters van de St. Kildanen. Drar kent men nu ook eene verkoudheid, die geheel overeenkomt met een hevige influenza. De aanvallen duren slechts een uur of vier, maar eo patiënten blijven gedurende een dag of vier „zeer miserabel»; dan herstellen zij langzamerhand geheel en al, zonder verdere nadeelige gevolgen, tie aangetaste weet soms niet eens, dat een vreemd schip aengekomen is. De influenza ver spreidt zich terstond over het eiland en men is zóó zeker van" de oorzaak, dat, als zij ontstaat, men van uit de verwrjderdste plaatsen de te verzenden brieven naar de haren te Waitangi zendt, zeker zijnde dat «r gelegenheid is die te verzenden. Merkwaardig is, dat eeu heuvel welken de inlanders beklimmen als influenza ontstaat, om te zien of er eentg schip in de haven ligt, de Dieffenbaoh heet en het schip 't welk jaren lang geregeld dit eiland om handelsain- gelegenheden bezocht, den naam van St. Kilda Kroeg. Uit het voorgaande blijkt, dat ziekten kunnen worden overgebracht door gezonden, of mogeljjk beter gezegd: dat het in aanraking komen met lieden uit andere streken voldoende is om bij eenige stammen of personen influenza te doen ontstpan. Terecht zou dan die ziekte haren naam hebben: ze ontstapt door invloed, mogeljjk van uitstrooming of uitwaseming van eeno stof, die nadeelig werkt op hen die deze niet bezitten, of er niet aan gewoon zijn. En nu staan wij voor de vraag: of ook door voor werpen, bv. brieven uit dón vreemde influenza kan ontstaanmaar ho^Ésrklaart men dan het verschjjnsel, dat vooral ook telegraphisten worden aangetast? De Fransche Kamer van Afgevaardigden is gis teren overgegaan tot het samenstellen der bureaitx. De vergadering was slecht bezocht. De heer Floquet is tot voorzitter benoemd. Gelijk reeds is gemeld, is de werkstaking der mijnwerkers in het district Charleroi geëindigd, daar de eigenaars der mjjnen den voorna&msten eisch der werklieden tot verkorting van den werkdag hebben ingewilligd. Door de mjjnwerkers is deze tijding met groote blijdschap vernomen, want, ofschoon zij besloten waren vol te kouden tot het uiterste, leden zij toch met hun gezinnen veel, daar de ge wone verdiensten niet door de bijdragen uit de reserve kas konden worden vergoed. Zondag jl. werden in vele plaatsen van het district weer vergaderingen" gehouden. De besluiten om tot het uiterste te volharden, welke overal werden genomen, hebben zeker veel bijgedragen om de directeuren tot insehikkeljjjtbeid te bewegen. Het aantal der werkstakers was dan ook sjeeds toege nomen. Het was reeds gestegen tot ongeveer 20,000 zoodat in het geheele district Charleroi slechts in vier mjjnen nog werd gewerkt. De berichten over de gezondheid van den jeugdi gen koning van Sparg'e bljjven gunstig. De konin gin-regentes heeft nu zelfs weer gelegenheid gevonden, om rnet den heer Sagasta te beraadslagen over de oplossigg der ministerieoie crisis, welke wegens Alfonso's ziekte op den achtergrond is geraakt. De kleine lijder fe weer geheel kalm. Hij slaapt goed eu gebruikt meer voedsel, zoodat de geneesheeren van meening zjjn, dat het gevaar is geweken. De regeering ie bjjzonder op haar hoede tegen het uitbreken van Carlistische bewegingen, omdat terstond na de ziekte des konings gewag werd ge maakt van een drukke telegraphische gemeenschap tusschen Don Carlos en zijn ainhangers in Spanje. Tot jjusver is Rechter noch door de republikeinen, noch door de Carlisten eenige poging beproefd om van de omstandigheden partij te trekken. Levendig gapt het in de Duitsche binnenlandsche politiek den Iaatsten tjjd toe, dank zjj den aanstaan den rijksdagverkiezingen. Tusschen de kartelpartijen en de ultra-cqnservatieven der Kreuzztg. is een vin nige pennestrjjd uitgebroken, waarbjj men zich niet ontziet over en weer den keizer tegen den vjjand ie het vuur te brengen. Ziehier hoe de zaken staan. Onder de enthousiasten van het kartel is een storm losgebroken, toen de heer Von Hammeratein, de hoofdredacteur van de Kreuzztgzijn candidatuur in het door hem thans vertegenwoordigde district Stolp terugtrok om plaats te maken voor den oud-minis ter Von Puttkamer, terwijl hij tegelijkertjjd zich candidaat stelde in het district Bielefeld, thans door een nationaal-liberaal vertegenwoordigd. Bjj de nationaal-liberalen en vrij-conservatieven wekte deze handelwijze, waardoor het kartel, dat toch reeds fat los op zijn beenen staat, bedreigd werd, de heftigste verontwaardiging. Zij ontzagen zich niet er aam te herinneren, hoe de keizer zich tegen de Kreuzztg had verklaard. Men herinnert zich het opzienbarënd artikel van 2 October 11. in den Reicktanzeiger. Ge lijkertijd beweerden de nltra-conservatieven, dat, mocht ook de Kreuzztg ia ongenade zjjn gevallen, de heer Von Hammeratein zich toch in de gunst des keizers mocht verheugen. Nieuwe woede aan de zjjde der kartelbroeders, die thans uitstrooiden, dat de keizer de handelwijze van den heer Hammeratein een Bubenttreick had genoemd; ten overvloede berichtten de officieuss Berl. Pol. Nac/ir. dat de keizer, vertoornd over de gedragingen der Kreuzztg., bevel had gegeven dit blad volstrekt niet meer toe te laten in de keizerlijke paleizen. Als antwoord verklaarde de Kreuzztg., dat de uitgever der Berl. Pol. Nachr. een „Oostenrijk sche jood" was, die een geheel onware voorstolling van de zaak gaf. Indien de keizer werkeliik bevo len had de Kreuzztg. niet meer ter lezing te leggen in de keizerlijke paleizen, zoo kon het niet anders, of men moest Z. M. leugens voorgehouden hebben. In deze geheele intrige speelt dr. Hiazepeter, de vroegere leermeester van kejzer Wilhelm II, een rol; doch in verband met de tegenstrijdige berichten over diens optreden, laat zich niet -vaststellen in hoeverre hij de woordjn des keizers over de candidatuur va» den heer Hammeratein meer of minder juist heeft weergegeven. In ieder geval werpt deze schermutseling met "8 keizere naam in een verkiezingsstrijd een treurig licht op de middelen, waarmede de „loyale" partjjen in het Duitsche rijk oorlog voeren. Het is ieder bekend, dat achter den heer Von Hammeratein en de Kreuzztg. de geheele conservatieve partij staat, voor zoover zjj van den wil des rijkskanseliers on afhankelijk is. Reeds eenmaal, den 9 Febr. 1876, richtte Bismarck in den rjjksdag zijn pjjlen tegen de Kreuzztg. en verlangde hjj, dat niemand haar door een abonnement indirect zou steunen, wijl ieder, die het blad kocht, mede schuld droeg aan de leugens en lasteringen, die daarin voorkwamen. De toenmalige banvloek van den rijkskanselier heeft de Kreuzztg. niet geschaad. Of het verbod de Kreuzztg. in de keizerljjke pa leizen te lezen, meer succes zal hebben, betwjjfelt de Freie. Ztg. Feiteljjk zoo meent Richters orgaan is de rjjkskanselier sedert 1876 in zjjn materieele politiek veel meer tot de denkbeelden der Kreuzztg. genaderd, dai deze ook in de verte kon veronder stellen. In den grond der zaak bestrijdt de Kreuzztg. ook minder den rijkskanselier, zjj houdt alleen re kening met een tjjd na dan rijkskanselier. Of deze berekening van het Junker-und-Mucker orgaan goed is dan wel falikant zal uitkomen, kal alleen de toekomst leeren. Ook de aanstaande rijks dag-verkiezingen zjjn een schakel van de ketei, welke het heden aan die toekomst bindt Het Portugeesche ministerie onder leiding van den liberalen staatsman De Castro, sedert 1886 aan de regeering, is gevallen voorde openbare meening, welke nog steeds zeer verstoon] is, dart Portugal aan Engelands eisch tot ontruiming van het Shiró- gebied heeft toegegeven. Het heftigst laten zich de organen der republikeinsche partij uit De repu blikeinen wijten natuurlijk het gebeurde aan de monarchic en sporen zelfe aan tot oproer, ten einde de monarchie te doen vallen. Tot dusver heeft deze aansporing nog geen gevolg gehad. Wel blijft het rumoerig in de straten en houdt de volksmenigte openbare betoogingen, maar fteze zjjn meer tegen de afgetreden ministers, dan tegen de monarchie gericht De heer Serpa Pimentel, de leider der conserva- tief-liberalen, is door koning Karei met de samen stelling van een Kabinet belast Indien deze staats, man slaagt, zal het in de eerateplaats zjjn taax zjjn de opgewondenheid te doen «waren en vooral de herhaling te voorkomen van vijandeljjke betoogingen tegen de Engelsche vertegenwoordigers. Overigens zal ook de nieuwe president-minister wel niets anders kunnen doen alp het antwoord erkennen,, hetwelk door den Staatsraad, in overleg met den koning op het ultimatum der Engelsche regeering is genomen. De groote grief, welke men. tegen den minister van bnitenlandsche. zaken Barros Gomez heeft, is dat

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2