BINNENLAND. Buitenlandsch Overzicht. sturen der plaatselgke kiesverenigingen in twijfelachtige districten en als zeker mag wor den aangenomen, dat men op vele plaatsen zwakker zon staan tegenover den vjjand, als de Unie er niet was. Wat het tweede punt betreft, zoo heeft de Liberal» Unie de gelegenheid gegeven tot het formuleeren van het liberaal programma in zake kiesrecht, onderwigs, belastingen, defensie. De groote verscheidenheid van meeningen, die daarbjj aan het licht is gekomen, bewijst, hoe noodig het was, dat de liberalen gelegenheid hadden die onderwerpen met elkander te be spreken. Ware de aansluiting der kiesvereeni- gingen algemeener geweest, dan zou men door middel van de Liberal» Unie nog veel beter weten, wat de liberalen in den lande denken dan men het thans weet. Maar men weet het nn althans veel beter dan eenige jaren geleden en dat men het weet, is een der vruchten van de groote moeite, die sommige bestuursleden van de Liberale Unie zich gegeven hebben. Zjj volbrengen daarbij een ondankbare taak. Zij wekken den tegenstand dergenen, diemee- nen dat er niet gewerkt wordt, omdat zjj niet tien xeerken en over het hoofd zien, dat niet alles wat gedaan wordt, in de courant mag vermeld worden. Zjj geven voorts grooten aanstoot aan hen, die de grootste verdienste van den liberaal zoeken in zjjn «zelfstandigheid", liever kop pigheid, en die, wanneer de Liberale Unie aan gaande eenig punt niet juist in hun zin han delt, dadeljjk den staf over die instelling breken. Zulke verkeerde opvattingen doen veel kwaad of kunnen het althans doen, indien zp alge meener ingang vinden bp onze partij. Ieder, die prijs stelt op onderlinge samenwerking, behoort dus niet lichtvaardig te oordeelen en voorzichtig te zijn, eer hjj besluit tot afschei ding van zijne geestverwanten. Eendracht maakt macht. GOUDA, 31 Januari 1890. Naar aanleiding van het bericht in het .V. e. d. fel. omtrent den gezondheidstoestand der Koninklijke fa milie, deelt men van welingelichte zijde mede, dat de Prinses reeds sedert ruim drie weken haar gewone lessen heeft hervat en bij gunstig weder uitging. De ongesteldheid, waaraan zij sedert de laatste dagen der Kerstvacantie eenigen tijd leed, was dan ook van lichten aard. H. M. de Koningin heeft zich ten gevolge eener zware verkoudheid eenige dagen moe ten ontzien, maar niet zoo, dat zij haar vertrekken niet heeft mogen verlaten. Te Utrecht bestond bij eenige dames het voor nemen om weder, als ten vorigen jare, eene poppen- tentoonstelling te houden, maar thans op veel grooter schaal en ten voordeele van het Nederlandsche gast huis voor ooglijden. De tijdsomstandigheden zijn echter oorzaak, dat men het denkbeeld vooralsnog niet zal ten uitvoer brengen. Men bericht uit Botterdam: Nu de influenza, dat schrikbeeld van alle the aterdirecteuren, hier ter stede schijnt te hebben uitgewoed, gaat de heer Saalborn weer voort op den ingeslagen weg, door tjjn begunstigers in kennis te stellen met het beste, wat het buitenland op het gebied van kunst aanbiedt. Zoo .ia Woensdagavond weer onverdeeld genot gesmaakt door het optreden van den tenorzanger Antonio d' Andrade, broeder van don onlangs opgetreden hmiton. In zang zoo wel als verschijning was het jpa Booul de Nangis, zooals men hem zioh denkt en wenscht. Stormachtig waren dan ook de toejuichingen, die hem vooral na het einde der vierde acte ten deel vielen en vjjf malen opnieuw voor het voetlioht riepen. In het succes deelde mejuffrouw Nicolai, die een Valentine te zien en te hooren gaf, zooals men van haar niet zon hebben verwacht. Staten-generaal. Kekstz Kmtin. Zitting van Donderdag 30 Januari. Bjj de behandeling van de begrooting voor Oorlog werden de bekende stellingen van den heer Tindal door den heer Van Royen overgenomen en in den vorm van vragen den minister voorgelegd. Deze hield vol, dat de mobilisatie voldoende is verzekerd en bood tot tweemaal toe aan in comité-generaal volledige inliohtiugen daaromtrent te verstrekken. De kamer was niet gezind van dat aanbod gebruik te maken, hetgeen zeker wel eenigszins vreemd was. Recht had de heer Van Royen met zijn stelling, dat 't niet voldoende is, dat de Minister zichzelf bewust is al het mogelijke te doen voor een snelle mobilisatie, maar dat hij de Kamer behoort te door dringen van het vertrouwen, dat een tjjdige mobili satie verzekerd is, Maar dan behoorde men ook, nu de Minister aanbood het zijne te doen om die zekerheid te sohenken, dat middel met beide handen aan te grijpen. Men wilde evenwel niet. Waarom niet Vertolkte de heer Wertheim de meening der Kamer toen hij een comité generaal afwees, omdat elke stem, voor de begrooting uitgebracht, dan zou aangehaald worden als een bewijs, dat de Minister de Kamer volkomen had gerustgesteld Misschien, maar het dunkt ons toch wat kras, op grond van die vreès, zich zelf ook de mogelijkheid te benemen, om gerustgesteld te worden. Slechts drie leden verklaarde zioh tegen dit hoofdstuk. Waar zijn de sleutels der schatkist? Die vraag werd bij de begrooting van Waterstaat behandeld door den heer Van Zuylen, dio het den heer Van Royen niet kon toegeven, dat ze bjj Oorlog en Marine berustten, maar die ze vond in den zak van den Minister van Waterstaat. De Minister was niet onhandig in zijn antwoorddie sleutels liggen op de tafel der Staten-Generaal. Hoe de begrooting van Waterstaat in de laatste jaren gestegen was door de veranderde omstandigheden, de vermeerderde be hoeften, en de wettelijke maatregelen, en hoe tegen over die uitgaven ook inkomsten stonden, werd door hem zeer duideljjk uiteengezet tegenover do historisch niet onaardige herinneringen van den heer Van Zuylen, die als oud-Thorbeckeaan en daarop droeg hjj roem toch ook wel had mogen be denken, dat het in Thorbcoke's richting lag met het verloopen van het getjj de bakens te verzetten. De heer Van Zuylen kon inderdaad zjjn oppervlakkig advies om de uitgaven tot de helft terug te brengen volstrekt niet volhouden. Tot slechts eenige wel willende wenken en opmerkingen gaf overigens de begrooting van dezen de Kamer zeer sympathieken Minister aanleiding. Toen waren de Surinaamache zaken aan de orde en wel voornameljjk de vreemde houding, door den gouverneur aangenomen tegenover de Koloniale Staten. De heer Wertheim was zeer gematigd in zjjn optreden on had althans de voldoening dat de minister moest erkennen, dat de vorm van fs Gouver neurs missive niet gelukkig is en dat diens geraakt heid Over een motie bljjkbaar voortvloeit uit zjjn gemis aan parlementaire ervaring. Heden voort zetting. Engeland'* „only general," lord Wolseley, bepleit in het Februari-nommer van Harper'e Magaiine een paar hervormingen in het Britsche leger. Wat hjj verlangt, is, in de eerste plaats, een hoogere soldij: minstens zes stuivers daags; in de tweede plaats eene meer bruikbare uniform. Hij wil, als eene oonceasie aan de jjdelheid van den jongen krjjgsmsa en diens „Mary int", den rooden rok ongemoeidtjaten voor de parade en de wandeling; doeh daarnovebs eiacht hjj eene eenvoudige, practische, haaskleurige kleeding voor den soldaat te velde. Geestig steekt hjj daar bjj den draak met de uniform der Britsche generaals, die hjj, in hunne roode rokken vol goudgalon en met hunne gepluimde steken, beter geschikt acht om de plaats in te nemen van deh aap op het draai orgel, dan om in vollen ernst troepen aan te voeren op het oorlogsveld. Lord Wolseley eindigt zjjn ar tikel met een vrome verzuchtiug naar eenen staats man, wijs en groot genoeg om Canada en Australië en al de vele landen, die Koningin Violoria huldigen als vorstin, saam te smeden tot een éénig Britsch imperium. Nadat het drama te Callantsoog jl. Zondag was afgespeeld, had tegen den avond meer nabjj Den Helder andermaal oen vreeseljjke zeeramp plaats. Te ongeveer 5 uur werd een tot nog toe onbekend ge bleven barksohip ontdekt, dat recht op de gronden aanhield en ongetwjjfeld zijn wissen ondergang te gemoet ging. Het duurde dan ook niet lang of men zag de arme schipbreukelingen noodseinon met flam bouwen gevenhet schip was aan den grand geraakt en de branding beukte het met al bare krachten. IJseljjke gedachte voorwaar, dat ten tweeden male van dezen droeven en niet te vergeten Zondag weder zoovele zeelieden een bitteren doodstrjjd stroden, en wol zoo uabjj ons! Wat vermocht men echter bjj zulk noodweer en felle duisternis tor redding? Zou t het niet roekeloos genoemd kunnen worden, om on der zulke omstandigheden de branding te willen trotseeren? De kans was al te groot er het leven bij te zullen laten. Onze koene en onverschrokken bootslieden echter vergaten dit alles en dachten alleen aan red ding der in nood verkeerende zeelieden. Men toog naar de reddingsboot, bemande die en weldra sleepte de „Hercules' haar de haven uit. Hoe menig oog staarde haar droevig na met de gedachte, of die kloeke borsten gfeen offers zouden worden van hunue stoutmoedigheid. Met angstige zjj het «t het foudraal nam en het in de onder gaande zon liet schitteren, maakte zjj in stilte de op merking dat als dat bergkristal was én vijftien shU- Hngs waarde had, het eene groote dwaasheid wsa echte diamanten te dragen, die zoo ontzettend veel kosten en niet mooier staan. Toen zjj het medaillon met welgevallen in het licht omhoog hield, hoorde zij eene stem achter zich „O, dat is zeker het waardeloos medaillon I» Natuurlijk was het 8arah. Zij kwam water bren gen en er was nog eene kan vol I Hare ongepaste opmerking en grijnslach waren te veel voor Violet. Zjj sloot hpt doosje en zeide uit de hoogte „Je begrijpt, Sarah, dat mjjnheer mjj geen geschenk van waarde zou geven. „Natuurljjk niet, juffrouwvoor zulke diensten als u heeft bewezen I» Zij zeide dit op zulk een boosaardigen toon, dat Violet, zoodra Sarah de kamer uit was, het doosje op de tafel wierp en in snikken uitbarstte. Toen zij weer wat tot kalmte was gekomen dacht zij over Sarah na. Bjjzonder vriendelijk was zij jegens niemand, maar zij kon Violet bepaald kwaadaardig aanzien. Maar zoo onaangenaam als in deze laatste dagen was zij anders toch niet. Violet begon te denken, dat het was uit jaloerschheidzij was zooveel langer hier in huis en men liet haar op jtare benedenkamer en vroeg haar niet om voor model te zitten. haar in ttehaml had gedrukt, op de tafel zette. I „U moet het mij niet kwalijk nemen en ook met boos op mij zijn, mijnheer; maar de gedachte, zulk een kostbaar sieraad te bezitten zou mij geen rust laten!" Hij begon hartelijk t» lachen. „Wat ben je toch een eenvoudig ding! Ik had 1 niet gedacht, dat eene Londensche dame zoo onin- gewijd, zou zijn om bergkristal voor echte diamanten I aan te zien!" riep hij vroolijk. „Dit medaillon, met zijne angstwekkende kostbaarheid, is slechts 10 of j 15 shillings waard. Ik vond het niet noodig voor zoo iets een nieuw doosje te laten maken; daarom legde ik het maar in dit oude foudraalvroeger heeft er eene broche in gezeten. Neen, beste meid, je be hoeft je over de geldswaarae van dat prul met on gerust te makenToch heeft het in mijne oogen eene bijzotplere waarde, maar om eene andere reden. Zie eens!" Hij keerde het om en nu zag.ztj aan den achter kant een naamcijfer en het jaartal 1793. „Wat zijn dat voor letters? Zii las „R. G. D." G D R verbeterde hij. „Gervas D. Rayner, mijne voorletters en die van mijn vader en poot- ader Dat het aan mijne grootmoeder heeft toe be- boord geeft er voor mij waarde aan. Maar ik heb buitendien nog een aantal souvenirs van haar. Mijne heeft meer dan genoeg echte juweelen, die zij bij de Bank laat' bewaren, omdat zij ze nooit draagt. Dus, juffrouw, u berooft er niemand van en doet mij genoegen door het aan te nemen. Ik zal aan de theetafel van de schenking melding maken. Dan zal je toch Vel gerustgesteld zijn in je al te groote be scheidenheid. Nu „Maar ik kan zulk een sieraad niet dragen, al is qj^Bvslochts van bergkristal" zeide zij, met eene laatste poging tot afwijzen van het cadeau. „Draag het dan onder je kleedje, dan zal hot schitteren der steenen niemajd de oogen verblinden," lachte hij, en met eene buiging bood hij haar het doosje ophieuw aan. Zij nam het aan, maar met alles behalve dankbare gevoelens. Zij trachtte dat te verbergen en betuigde haren dank zoo goed als zij kon. Aan zijne belotto getrouw, zeide de heer Rayner onder het thee drinken tot zij ne vrouw 1 Met de grootste moeite heb ik aan juffrouw Howart een waardeloos medaillon opgedrongen als 'bewijs mijner dankbaarheid voor hare moeite als model te willen dienenzij beweerde dat het niet voegzaam voor haar was, zoo iets te dragen." Violet zag dat Sarah, die juist iets op de tafel plaatste, haar nijdig aankeek. Mevrouw scheen oven- min in haar humeur. Dat medaillon bracht Violet reeds den eersten avond een onaangenaam oogenblik. Op haar kamer gekomen, ging zij op eenVler fauteuils zitten en haalde het doosje uit den zak o)ti hot geschenk nog eens goed te bezien. Het was toch prachtig, en toen t panning bleef men dan ook de terugkomst der reddingsboot verbeiden; gelukkig zij kwam na een paar uren behouden weder, maar met de ver schrikkelijke tijding, dat van het gestrande sohip niets meer was te bespeuren, zoodat het vrij le^et is, dat de geheele bemanning een ellendigen dood in de golven heeft gevonden. Voorwaar treurig! Dubbel treurig voor de stoute redders, die hier getoond hebben, dat alleen zuivere mensohenliefde bun ter redding aanspoort en die hun pogen nu, helaas! niet moohten bekroond zien. Hunne daad is niettemin eervol. Uit Wiesbaden wordt aan het Handelsblad geschre ven: „Het proces tussohen dr. Mezger en de badmaat- schappjj zal den lOden Maart voor het Landgoricht worden behandeld. Of de maatschappij dan nog be staan zal, is echter zeer onzeker. Naar men zegt, is de directie nu in onderhandeling met een ban kiershuis te Frankfort, dat de zaak wil overnemen. „De bouw van het Sanatorium vordert niets. Ofschoon het gebouw nu reeds onder dak moest zjjn, is men nog niet verder dan de fondamenten gekomen en op het oogenblik werken niet meer dan 4 man aan het groote gebouw. „Hoe de staat van zaken is, bleek onlangs uit een ander proces. De directie heeft een aanklacht inge diend tegen den eigenaar van het Rheinhotel, waar dr. Mezger nu de praktijk uitoefent en daarvoor 13 vertrekken tot zijn beschikking heeft. De direotie heeft van het Rheinhotel niet haar deel ontvangen van hetgeen de patiënten van dr. Mezger betalen, maar daarentegen beweert de eigenaar, dat de directie evenmin haar verplichtingen heeft vervuld, want zij heeft zich verbonden te zorgen, dat alle patiënten van dr. Mezger in zjjn hotel hun intrek zouden nemen. Dit heeft de directie niet gedaan, hoewel de eigenaar zjjn hotel alleen daarvoor heeft laten uitbreiden en groote onkosten heeft gemaakt. De hotel-eigenaar keert nu het blaadje om eu eischt nu op zijn beurt schadevergoeding van de directie voor deze uitgaven. „De advocaat der maatschappij, dr. Frey, erkende, dat de directie den heer Mozem (den eigenaar van het Rheinhotel) oen aanmerkelijke som schuldig is, maar de advocaat kon hierover nog niet in bijzon derheden treden, omdat hjj geen instructies had ont vangen van de maatsohappjj, die zich in zeer ongun- etigen toestand bevond en zelfs eenigen tijd in het geheel geen direoteur heeft gehad. Evenwel kon dr. Frey wel mededeelen, dat de directie, die nu toch geen belang meer hjj do zaak heeft, gaarne tot een schikking bereid is. „De advocaat van den heer Mozem, dr. Herz, merkte toen op, dat van een schikking alleen dan sprake kan wezen, indien de directie de verlangde schadeloosstelling geheel heeft betaald. De rechtbank stelde de zaak uit tot 1 April en gelaste der directie inmiddels de beschuldiging te weerleggen, welke de heer Mozem in een uitvoerig geschrift tegen haar heeft ingebraoht. „Hierbij moet nog worden opgemerkt, dat de directie zich wel jegens den heer Mozem heeft ver bonden om alle patiënten van dr. Mezger in zijn hotel in te kwartieren, maar dat dé. Mezger ont kent, dnt hij zioh jegens de directie heeft verbonden van al zijn patiënten te vergen, dat zjj in het Rheinhotel zouden wonen.' In den tuin van het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam is thans de Transvaalsche tentoonstelling te zien, die ten vorigen jare te Parijs zooveel be langstelling en bewondering wekte, en welke inzen ding dan ook niet minder dan 33 gouden, zilveren en andere bekroningen mocht verwerven. Het was een goede gedachte van enkele Amster dammers, om die inzending in haar geheel, uitge nomen natuurljjk de massa baar goud, aan te koopen, en naar Amsterdam over te brengen, teneinde het Nederlandsche volk meor van naderbij met Trans vaal hakend te maken. Deze tentoonstelling is dan ook een bezoek dubbel waard, en allen die de hoofdstad bezoeken, vooral den landbouwers, zouden wjj willen aanraden de voorwerpen, hier bijeenge bracht, eens nauwkeurig te gaan zien. Hot paviljoen, waarin do rjjke hulpbronnen van Transvaal, tegen de geringe entrée van 36 cent te zien zjjn, is geplaatst in dpn tuin van het Paleis voor Volksvlijt, en is toegankelijk op het midden van de galerij. Nauwelijks is men binnengetreden, of het oog wordt al dadelijk getrokken t}o°r een groot blok conglomeraat, ingezonden door de heeren Charleton en Mejjer. Het weegt 1500 kilo, werd 3d Meter onder boganen grond gevonden en bevat p. m. 5 ons goud op de ton kwarts van 1034 kilo. In eene vitrine daarnaast treft men de vergulde afgietsels aan van de klompen godegen goud, die op de Parjjsohe wereldtentoonstelling in natura aan wezig waren en die te zamen meer dan 3 millioen francs vertegenwoordigden. Zulk een waarde hadden verreweg de meesto bezoekers nog nooit bjjeengezien en niet weinigen bekroop de lust er een klomp van mede te nemen. Achter het blok conglomeraat verheft zich een vierzijdige vergulde pyramide, die ongeveer in het midden van het paviljoen is geplaatst en die eene graphische voorstelling geeft van de goudopbrengst te Witwatersrand van Mei 1888 tot 1 Mei 1889. Van maand tot maand is de opbrengst daarop aan gegeven. Zij bedroeg in 15 maanden 317.539 onsen of 9.843.349 grammenen had eene waarde van jO'/j millioen gulden. Van Mei 1889 tot op heden is de goudopbrengst al weder veel meer dan in het zelfde tjjdperk van 1888, omdat meer velden in exploitatie gebracht en daarbjj veel meer en veel verbeterde machines in working zijn gesteld. Uit de groote en kleine brokstukken van ver schillende ertsen, die op lange tafels zijn tentoon gesteld, bljjkt duidelijk, dat de Transvaal, behalve rijk aan goudvelden, ook rjjk is aan vele andere delfstoffen, Wjj treffen hier namelijk een klomp looderts aan, die ongeveer 15 a 30 kilo weegt. Maar ook zilver, tin, koper wordt op vele plaa'sen in den bodem veelvuldig aangetroffen, alle welke kostbare schatten waehten op werkkrachten, om uit de kloven en schachten der aarde gedolven te worden. De steenkool is er van uitmuntende kwaliteit, en wordt reeds op 3 meter onder den grond in dikke, vette lagen aangetroffen. Ook vele verfstoffen zijn in den grond aanwezig, waarvan men in een glazen legkast eene rijke ver zameling kon zien, benevens een stuk magneet-jjzer van den magneetberg, die met een wagen, voorzien van ijzeron wielbanden, wegens de aantrekkingskracht van den magneetsteen, niet kon bereden worden. Het plantenrijk, vooral de granentarwe, mais, rogge, haver, erwten, boonen en velerlei tuinvruchten, is rjjk vertegenwoordigd. De dikke, zware koren- en mais-aren, de kraohtige halmen van haver en rogge, doen onwillekeurig denken aan het land van belofte. En in die meening wordt men bevestigd, wanneer men het oog laat gaan over de vele soorten van wol, die bier geëxposeerd zijn, en waarvan o. a. eene dikke vaoht, afkomstig van een slechts 10 maanden ouden ram, te ParijB met goud werd bekroond. Bij eene nauwkeurige beschouwing der talrijke landbouw-producten, ziet men dadelijk, dat zoowel alle Europeesche producten, als de voortbrengselen der heete luchtstreken,, raat name tabak, thee, sui kerriet enz. enz., in Transvaal met uitstekend gevolg worden verbouwd. Het gras bereikt er eone overal elders ongekende hoogte. En moge nu ook al het donze, korte gras voor de zuivelproductie verkies- ljjker zjjn dan het 8 tot 9 voet lange gras der Transvaal door de ossen, schapen en paarden aldaar wordt het als dageljjksch voedsel met graagte ger bruikt. Wanneet men de uitstalling der geneeskrachtige kruiden nauwkeurig beschouwt, merkt men daarbij o. a. op koorts-kruid een andere dan de kina-bast, en de kanker-plant, welker bladeren gebezigd wor den tegen de gevaarlijkste aller ziekten, den kanker. Een twintigtal monsters van houtsoorten leveren het duidelijk bewijs, dat de flora in Transvaal welig tiert. De meeste monsters doen zich dicht en hard voor en zjjn meest alle daarenboven fijn van draad, zoodat zij het beste eikenhout ten onzent overtreffen. En dat die houtsoorten alles behalve gemakkelijk te bewerken zijn, kan men zien aan' de bakken en nappen, uit één stuk daaruit vervaardigd, gebeiteld of gesneden. Ofschoon ongetwijfeld zeer doelmatig, laat de netheid van bewerking veel te weuschen over. Dat in de dichte bosschen van Transvaal de woud bewoners dp verre na nog niet uitgeroeid zijn, daar van geven de talrijk geëxposeerde huiden van giraffen, antilopen, bevers, boschkatten, apen, slangen, alli gators enz., alsmede eene rijke collectie olifantstanden het beste bewijs. Opmerkelijk moet de verscheidenheid van het vo gelenkoor in dit gewest zjjn. Geeft Artis ons de levende bewijzen van de schoon gevederde vrienden van Afrika, hier zjjn het niet alleen de kostbare ou zeldzaam groote struisvederen, die een lust der oogen van de bezoekster zijn, maar de ornitholoog vindt hier eene collectie eieren en nesten met vogeleitjes zooals hjj ongetwijfeld nooit te voren bjjeenzag. Het fabriekswezen moet, volgens hetgeen hier te zien is, ook reeds in Transvaal eene tamelijke hoogte hebben bereikt. Jammer dat het alweder e^ne fabriek van geestrjjke drankon is, die het besfc is "uitgeko men. Een geheele vitrine is gevuld jnet likeuren en wjjnen en reukwateren uit de fiarthurloy Dis tillery in de nabijheid van Pretoria, dia helaas oeni- ge weken geleden gedeeltelijk is afgebrand, en die voor 10,000 pond sterling verzekerd was. Het is algemeen bekend, dat de Kaffers slechte landbouwers zijn, en daarom juist is Transvaal voor landbouwers uit Nederland zulk een goed arbeidsveld. Daarentegen zjjn de Kaffers uitmuntende mijnontgin- ners, eu gansch niet onbedreven in huisvljjt. Allerlei vlechtwerk, houtwerk, uit steen vervaardigd vaat werk geven daarvan het bewijs. Het zou ons te ver voerenwanneer wjj alles in de fijnste bijzonderheden zouden willen beschrijven. Wjj gaven een vluchtig overzicht van de Transvaalsche tentoonstelling, die het land en volk op aanschou welijke wijze voorstelt, eu waar soliede jongelieden, voor wie hier geen toekomst schjjnt weggelegd te zjjn, o. a. met kans op goeden uitslag hun fortuin zouden kunnen beproeven. In Duitsohland houdt bjjna iedereen zich bezig met de aanstaande verkiezingen, Op zulk een be trekkelijk verren afstand van den grooten dag is ie dereen nog vol moed, of houdt zich althans zoo. De Reichsanzeiger heeft weer eenige berichten van majoor Wissmann, waarin deze constateert, dat de inboorlingen overal de zijde der Duitschers kiezen, berichten geven omtrent de rebellen en tegen hen vechten, wat het beste bewijs zou zjjn, dat met de geleverde gevechten een verlichting van hun druk onder de Arabieren verkregen ie. Wissmann heeft alle invloedrijke hoofden der Arabieren, die hem in handen gevallen zjjn en wier deelneming aan den opstand bewezen was, laten ophangen. Vóórdat de beruchte Bushiri opgehangen werd, deelde deze aan Wissmann mede, dat de sultan van Zanzibar hem eerst heimelijk tegen de Duitschers heeft opgehitst, onder belofte dat hjj hem tot vizier over de geheele kust zou benoemen, zoodra de Duitsohera verdreven waren. Wissmann voegt aan deze bekentenis van Bushiri toe: bewijzen kon hij niet bjjbrengen. Toch klinkt het zeer waarschijnlijk. Indien de Belgische liberalen te Dinant zich van de verkiezing van een lid der Kamer eenige illusie hebben gemaakt, dan moet de uitslag hen zeker niet weinig hebben teleurgesteld. Uitgebraoht zijn 1191 stómmen, togen 1253 in Juni 1888 ter gele genheid van de periodieke verkiezingen. De candi daat der clerialen, de heer De Montpellier d'Anne- voye, heeft 706, de liberale candidaat, de heer De Sélys-Longchamps, slechts 463 stemmen verkregen. In Juni 1888 was de verhouding tusschen wijlen graaf de Liedekerke en den heer De Sélys 741 tegen 466, zoodat, in strijd met de verwachting, de liberale candidaat zelfs nog 3 stemmen achteruit-, in plaats van vooruitgegaan is. De correspondent van de Times te Kairo deelt mede van welko voorwaarden de Fransche regee ring haar goedkeuring van het ooDversie-plan en de daarmee verbonden afschaffing der heerendiensten afhankelijk heeft gesteld. De Fransche regeering verlangde ten eerste het instellen van een technische commissie, waarvan twee leden Fransohen, ten einde te beslissen hoe de 800,000 Egyptische pd. moeten besteed worden, die bestemd zijn voor de uitvoe ring van openbare werken en bovendien het vormen van een reservefonds ten behoeve van het leger en de politie. De eerste voorwaarde werd door de Egyptische regeering terstond voor volkomen onaannemelijk ver klaard. De Fransche regeering liet toen dezen eisch varen, maar over het legerfonds wordt nog onderhandeld. Nu bestaat er een reservefonds, maar dit telt slechts 700,000 pd., en eerst indien dit fonds 2,000,000 pd. rjjk is, mag daarvan 500,000 pd. voor het leger besteed worden. Frankrijk, dat niets liever zou zien dan dat de Engelsche soldaten Egypte verlieten, en daarom het Egyptische leger wil versterken, stelt nu voor na de afschaffing der heeróndiensten de geheele bate der conversie in het reservefonds te storten en on- middelljjk tot reorganisatie van het leger over te gaan. Dit is op het oogenblik het eenige punt van geschil tusschen de Engelsche en Fransche regee ringen. De onderhandelingen worden op de meest vriendschappelijke wijze voortgezet, zoodat er alle kans bestaat, dat beide het ook over dit punt eens worden. De Bulgaarsche regeering antwoordt op de nota, waarin de Russische regeering togen de bekende Bulgaarsche leeding heeft geprotesteerd. Niet alleen wordt betoogd, dat de regeering van prins Fer dinand van Coburg volkomen wettig is, maar ook handhaaft de Bulgaarsche regeering haar goed recht, wat de spoorwegen betreft. Noch het aanleggen van de spoorwegen, noch het verpanden der in komsten ten behoeve van de leening wordt in strjjd geacht met het tractaat van België. Dat de internationale betrekkingen tussohen Bul garije en de mogendheden niet beter zjjn, wordt ten zeerste door de Bulgaarsche regeering betreurd maar hiervoor aoht zjj zich niet verantwoordelijk. Burgerlijke Stand. Moordrecht GEBORENFraocina, oudera F. Kok en G. de Jong.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2