BINNENLAND.
Buitenlandsch Overzicht.
sturen der plaatselgke kiesverenigingen in
twijfelachtige districten en als zeker mag wor
den aangenomen, dat men op vele plaatsen
zwakker zon staan tegenover den vjjand, als
de Unie er niet was.
Wat het tweede punt betreft, zoo heeft de
Liberal» Unie de gelegenheid gegeven tot het
formuleeren van het liberaal programma in
zake kiesrecht, onderwigs, belastingen, defensie.
De groote verscheidenheid van meeningen, die
daarbjj aan het licht is gekomen, bewijst, hoe
noodig het was, dat de liberalen gelegenheid
hadden die onderwerpen met elkander te be
spreken. Ware de aansluiting der kiesvereeni-
gingen algemeener geweest, dan zou men door
middel van de Liberal» Unie nog veel beter
weten, wat de liberalen in den lande denken
dan men het thans weet. Maar men weet het
nn althans veel beter dan eenige jaren geleden
en dat men het weet, is een der vruchten van
de groote moeite, die sommige bestuursleden
van de Liberale Unie zich gegeven hebben.
Zjj volbrengen daarbij een ondankbare taak.
Zij wekken den tegenstand dergenen, diemee-
nen dat er niet gewerkt wordt, omdat zjj niet
tien xeerken en over het hoofd zien, dat niet
alles wat gedaan wordt, in de courant mag
vermeld worden.
Zjj geven voorts grooten aanstoot aan hen,
die de grootste verdienste van den liberaal
zoeken in zjjn «zelfstandigheid", liever kop
pigheid, en die, wanneer de Liberale Unie aan
gaande eenig punt niet juist in hun zin han
delt, dadeljjk den staf over die instelling breken.
Zulke verkeerde opvattingen doen veel kwaad
of kunnen het althans doen, indien zp alge
meener ingang vinden bp onze partij. Ieder,
die prijs stelt op onderlinge samenwerking,
behoort dus niet lichtvaardig te oordeelen en
voorzichtig te zijn, eer hjj besluit tot afschei
ding van zijne geestverwanten. Eendracht
maakt macht.
GOUDA, 31 Januari 1890.
Naar aanleiding van het bericht in het .V. e. d. fel.
omtrent den gezondheidstoestand der Koninklijke fa
milie, deelt men van welingelichte zijde mede, dat
de Prinses reeds sedert ruim drie weken haar gewone
lessen heeft hervat en bij gunstig weder uitging. De
ongesteldheid, waaraan zij sedert de laatste dagen
der Kerstvacantie eenigen tijd leed, was dan ook
van lichten aard. H. M. de Koningin heeft zich ten
gevolge eener zware verkoudheid eenige dagen moe
ten ontzien, maar niet zoo, dat zij haar vertrekken
niet heeft mogen verlaten.
Te Utrecht bestond bij eenige dames het voor
nemen om weder, als ten vorigen jare, eene poppen-
tentoonstelling te houden, maar thans op veel grooter
schaal en ten voordeele van het Nederlandsche gast
huis voor ooglijden. De tijdsomstandigheden zijn
echter oorzaak, dat men het denkbeeld vooralsnog
niet zal ten uitvoer brengen.
Men bericht uit Botterdam:
Nu de influenza, dat schrikbeeld van alle the
aterdirecteuren, hier ter stede schijnt te hebben
uitgewoed, gaat de heer Saalborn weer voort op den
ingeslagen weg, door tjjn begunstigers in kennis te
stellen met het beste, wat het buitenland op het
gebied van kunst aanbiedt. Zoo .ia Woensdagavond
weer onverdeeld genot gesmaakt door het optreden
van den tenorzanger Antonio d' Andrade, broeder
van don onlangs opgetreden hmiton. In zang zoo
wel als verschijning was het jpa Booul de Nangis,
zooals men hem zioh denkt en wenscht. Stormachtig
waren dan ook de toejuichingen, die hem vooral na
het einde der vierde acte ten deel vielen en vjjf
malen opnieuw voor het voetlioht riepen.
In het succes deelde mejuffrouw Nicolai, die een
Valentine te zien en te hooren gaf, zooals men van
haar niet zon hebben verwacht.
Staten-generaal. Kekstz Kmtin. Zitting
van Donderdag 30 Januari.
Bjj de behandeling van de begrooting voor Oorlog
werden de bekende stellingen van den heer Tindal
door den heer Van Royen overgenomen en in den
vorm van vragen den minister voorgelegd. Deze
hield vol, dat de mobilisatie voldoende is verzekerd
en bood tot tweemaal toe aan in comité-generaal
volledige inliohtiugen daaromtrent te verstrekken.
De kamer was niet gezind van dat aanbod gebruik
te maken, hetgeen zeker wel eenigszins vreemd was.
Recht had de heer Van Royen met zijn stelling,
dat 't niet voldoende is, dat de Minister zichzelf
bewust is al het mogelijke te doen voor een snelle
mobilisatie, maar dat hij de Kamer behoort te door
dringen van het vertrouwen, dat een tjjdige mobili
satie verzekerd is, Maar dan behoorde men ook,
nu de Minister aanbood het zijne te doen om die
zekerheid te sohenken, dat middel met beide handen
aan te grijpen. Men wilde evenwel niet. Waarom
niet Vertolkte de heer Wertheim de meening der
Kamer toen hij een comité generaal afwees, omdat
elke stem, voor de begrooting uitgebracht, dan zou
aangehaald worden als een bewijs, dat de Minister
de Kamer volkomen had gerustgesteld Misschien,
maar het dunkt ons toch wat kras, op grond van
die vreès, zich zelf ook de mogelijkheid te benemen,
om gerustgesteld te worden.
Slechts drie leden verklaarde zioh tegen dit
hoofdstuk.
Waar zijn de sleutels der schatkist? Die vraag
werd bij de begrooting van Waterstaat behandeld
door den heer Van Zuylen, dio het den heer Van
Royen niet kon toegeven, dat ze bjj Oorlog en
Marine berustten, maar die ze vond in den zak van
den Minister van Waterstaat. De Minister was
niet onhandig in zijn antwoorddie sleutels liggen
op de tafel der Staten-Generaal. Hoe de begrooting
van Waterstaat in de laatste jaren gestegen was door
de veranderde omstandigheden, de vermeerderde be
hoeften, en de wettelijke maatregelen, en hoe tegen
over die uitgaven ook inkomsten stonden, werd
door hem zeer duideljjk uiteengezet tegenover do
historisch niet onaardige herinneringen van den heer
Van Zuylen, die als oud-Thorbeckeaan en daarop
droeg hjj roem toch ook wel had mogen be
denken, dat het in Thorbcoke's richting lag met het
verloopen van het getjj de bakens te verzetten. De
heer Van Zuylen kon inderdaad zjjn oppervlakkig
advies om de uitgaven tot de helft terug te brengen
volstrekt niet volhouden. Tot slechts eenige wel
willende wenken en opmerkingen gaf overigens de
begrooting van dezen de Kamer zeer sympathieken
Minister aanleiding.
Toen waren de Surinaamache zaken aan de orde
en wel voornameljjk de vreemde houding, door den
gouverneur aangenomen tegenover de Koloniale
Staten. De heer Wertheim was zeer gematigd in
zjjn optreden on had althans de voldoening dat de
minister moest erkennen, dat de vorm van fs Gouver
neurs missive niet gelukkig is en dat diens geraakt
heid Over een motie bljjkbaar voortvloeit uit zjjn
gemis aan parlementaire ervaring. Heden voort
zetting.
Engeland'* „only general," lord Wolseley, bepleit
in het Februari-nommer van Harper'e Magaiine een
paar hervormingen in het Britsche leger. Wat hjj
verlangt, is, in de eerste plaats, een hoogere soldij:
minstens zes stuivers daags; in de tweede plaats eene
meer bruikbare uniform. Hij wil, als eene oonceasie
aan de jjdelheid van den jongen krjjgsmsa en diens
„Mary int", den rooden rok ongemoeidtjaten voor
de parade en de wandeling; doeh daarnovebs eiacht
hjj eene eenvoudige, practische, haaskleurige kleeding
voor den soldaat te velde. Geestig steekt hjj daar
bjj den draak met de uniform der Britsche generaals,
die hjj, in hunne roode rokken vol goudgalon en
met hunne gepluimde steken, beter geschikt acht
om de plaats in te nemen van deh aap op het draai
orgel, dan om in vollen ernst troepen aan te voeren
op het oorlogsveld. Lord Wolseley eindigt zjjn ar
tikel met een vrome verzuchtiug naar eenen staats
man, wijs en groot genoeg om Canada en Australië
en al de vele landen, die Koningin Violoria huldigen
als vorstin, saam te smeden tot een éénig Britsch
imperium.
Nadat het drama te Callantsoog jl. Zondag was
afgespeeld, had tegen den avond meer nabjj Den
Helder andermaal oen vreeseljjke zeeramp plaats. Te
ongeveer 5 uur werd een tot nog toe onbekend ge
bleven barksohip ontdekt, dat recht op de gronden
aanhield en ongetwjjfeld zijn wissen ondergang te
gemoet ging. Het duurde dan ook niet lang of men
zag de arme schipbreukelingen noodseinon met flam
bouwen gevenhet schip was aan den grand geraakt
en de branding beukte het met al bare krachten.
IJseljjke gedachte voorwaar, dat ten tweeden male
van dezen droeven en niet te vergeten Zondag weder
zoovele zeelieden een bitteren doodstrjjd stroden, en
wol zoo uabjj ons! Wat vermocht men echter bjj
zulk noodweer en felle duisternis tor redding? Zou
t het niet roekeloos genoemd kunnen worden, om on
der zulke omstandigheden de branding te willen
trotseeren?
De kans was al te groot er het leven bij te zullen
laten. Onze koene en onverschrokken bootslieden
echter vergaten dit alles en dachten alleen aan red
ding der in nood verkeerende zeelieden. Men toog
naar de reddingsboot, bemande die en weldra sleepte
de „Hercules' haar de haven uit.
Hoe menig oog staarde haar droevig na met de
gedachte, of die kloeke borsten gfeen offers zouden
worden van hunue stoutmoedigheid. Met angstige
zjj het «t het foudraal nam en het in de onder
gaande zon liet schitteren, maakte zjj in stilte de op
merking dat als dat bergkristal was én vijftien shU-
Hngs waarde had, het eene groote dwaasheid wsa
echte diamanten te dragen, die zoo ontzettend veel
kosten en niet mooier staan. Toen zjj het medaillon
met welgevallen in het licht omhoog hield, hoorde
zij eene stem achter zich
„O, dat is zeker het waardeloos medaillon I»
Natuurlijk was het 8arah. Zij kwam water bren
gen en er was nog eene kan vol I Hare ongepaste
opmerking en grijnslach waren te veel voor Violet.
Zjj sloot hpt doosje en zeide uit de hoogte
„Je begrijpt, Sarah, dat mjjnheer mjj geen geschenk
van waarde zou geven.
„Natuurljjk niet, juffrouwvoor zulke diensten als
u heeft bewezen I»
Zij zeide dit op zulk een boosaardigen toon, dat
Violet, zoodra Sarah de kamer uit was, het doosje
op de tafel wierp en in snikken uitbarstte.
Toen zij weer wat tot kalmte was gekomen dacht
zij over Sarah na. Bjjzonder vriendelijk was zij jegens
niemand, maar zij kon Violet bepaald kwaadaardig
aanzien.
Maar zoo onaangenaam als in deze laatste dagen
was zij anders toch niet. Violet begon te denken,
dat het was uit jaloerschheidzij was zooveel langer
hier in huis en men liet haar op jtare benedenkamer
en vroeg haar niet om voor model te zitten.
haar in ttehaml had gedrukt, op de tafel zette. I
„U moet het mij niet kwalijk nemen en ook met
boos op mij zijn, mijnheer; maar de gedachte, zulk
een kostbaar sieraad te bezitten zou mij geen rust
laten!"
Hij begon hartelijk t» lachen.
„Wat ben je toch een eenvoudig ding! Ik had 1
niet gedacht, dat eene Londensche dame zoo onin-
gewijd, zou zijn om bergkristal voor echte diamanten I
aan te zien!" riep hij vroolijk. „Dit medaillon, met
zijne angstwekkende kostbaarheid, is slechts 10 of j
15 shillings waard. Ik vond het niet noodig voor
zoo iets een nieuw doosje te laten maken; daarom
legde ik het maar in dit oude foudraalvroeger heeft
er eene broche in gezeten. Neen, beste meid, je be
hoeft je over de geldswaarae van dat prul met on
gerust te makenToch heeft het in mijne oogen
eene bijzotplere waarde, maar om eene andere reden.
Zie eens!"
Hij keerde het om en nu zag.ztj aan den achter
kant een naamcijfer en het jaartal 1793. „Wat zijn
dat voor letters?
Zii las „R. G. D."
G D R verbeterde hij. „Gervas D. Rayner,
mijne voorletters en die van mijn vader en poot-
ader Dat het aan mijne grootmoeder heeft toe be-
boord geeft er voor mij waarde aan. Maar ik heb
buitendien nog een aantal souvenirs van haar. Mijne
heeft meer dan genoeg echte juweelen, die zij
bij de Bank laat' bewaren, omdat zij ze nooit draagt.
Dus, juffrouw, u berooft er niemand van en doet mij
genoegen door het aan te nemen. Ik zal aan de
theetafel van de schenking melding maken. Dan zal
je toch Vel gerustgesteld zijn in je al te groote be
scheidenheid. Nu
„Maar ik kan zulk een sieraad niet dragen, al is
qj^Bvslochts van bergkristal" zeide zij, met eene
laatste poging tot afwijzen van het cadeau.
„Draag het dan onder je kleedje, dan zal hot
schitteren der steenen niemajd de oogen verblinden,"
lachte hij, en met eene buiging bood hij haar het
doosje ophieuw aan.
Zij nam het aan, maar met alles behalve dankbare
gevoelens. Zij trachtte dat te verbergen en betuigde
haren dank zoo goed als zij kon.
Aan zijne belotto getrouw, zeide de heer Rayner
onder het thee drinken tot zij ne vrouw 1
Met de grootste moeite heb ik aan juffrouw Howart
een waardeloos medaillon opgedrongen als 'bewijs
mijner dankbaarheid voor hare moeite als model te
willen dienenzij beweerde dat het niet voegzaam
voor haar was, zoo iets te dragen."
Violet zag dat Sarah, die juist iets op de tafel
plaatste, haar nijdig aankeek. Mevrouw scheen oven-
min in haar humeur.
Dat medaillon bracht Violet reeds den eersten
avond een onaangenaam oogenblik. Op haar kamer
gekomen, ging zij op eenVler fauteuils zitten en
haalde het doosje uit den zak o)ti hot geschenk nog
eens goed te bezien. Het was toch prachtig, en toen
t
panning bleef men dan ook de terugkomst der
reddingsboot verbeiden; gelukkig zij kwam na
een paar uren behouden weder, maar met de ver
schrikkelijke tijding, dat van het gestrande sohip
niets meer was te bespeuren, zoodat het vrij le^et
is, dat de geheele bemanning een ellendigen dood
in de golven heeft gevonden. Voorwaar treurig!
Dubbel treurig voor de stoute redders, die hier
getoond hebben, dat alleen zuivere mensohenliefde
bun ter redding aanspoort en die hun pogen nu,
helaas! niet moohten bekroond zien. Hunne daad is
niettemin eervol.
Uit Wiesbaden wordt aan het Handelsblad geschre
ven:
„Het proces tussohen dr. Mezger en de badmaat-
schappjj zal den lOden Maart voor het Landgoricht
worden behandeld. Of de maatschappij dan nog be
staan zal, is echter zeer onzeker. Naar men zegt,
is de directie nu in onderhandeling met een ban
kiershuis te Frankfort, dat de zaak wil overnemen.
„De bouw van het Sanatorium vordert niets.
Ofschoon het gebouw nu reeds onder dak moest zjjn,
is men nog niet verder dan de fondamenten gekomen
en op het oogenblik werken niet meer dan 4 man
aan het groote gebouw.
„Hoe de staat van zaken is, bleek onlangs uit een
ander proces. De directie heeft een aanklacht inge
diend tegen den eigenaar van het Rheinhotel, waar
dr. Mezger nu de praktijk uitoefent en daarvoor
13 vertrekken tot zijn beschikking heeft. De direotie
heeft van het Rheinhotel niet haar deel ontvangen
van hetgeen de patiënten van dr. Mezger betalen,
maar daarentegen beweert de eigenaar, dat de directie
evenmin haar verplichtingen heeft vervuld, want zij
heeft zich verbonden te zorgen, dat alle patiënten
van dr. Mezger in zjjn hotel hun intrek zouden
nemen. Dit heeft de directie niet gedaan, hoewel
de eigenaar zjjn hotel alleen daarvoor heeft laten
uitbreiden en groote onkosten heeft gemaakt. De
hotel-eigenaar keert nu het blaadje om eu eischt
nu op zijn beurt schadevergoeding van de directie
voor deze uitgaven.
„De advocaat der maatschappij, dr. Frey, erkende,
dat de directie den heer Mozem (den eigenaar van
het Rheinhotel) oen aanmerkelijke som schuldig is,
maar de advocaat kon hierover nog niet in bijzon
derheden treden, omdat hjj geen instructies had ont
vangen van de maatsohappjj, die zich in zeer ongun-
etigen toestand bevond en zelfs eenigen tijd in het
geheel geen direoteur heeft gehad. Evenwel kon dr.
Frey wel mededeelen, dat de directie, die nu toch
geen belang meer hjj do zaak heeft, gaarne tot een
schikking bereid is.
„De advocaat van den heer Mozem, dr. Herz,
merkte toen op, dat van een schikking alleen dan
sprake kan wezen, indien de directie de verlangde
schadeloosstelling geheel heeft betaald. De rechtbank
stelde de zaak uit tot 1 April en gelaste der directie
inmiddels de beschuldiging te weerleggen, welke
de heer Mozem in een uitvoerig geschrift tegen
haar heeft ingebraoht.
„Hierbij moet nog worden opgemerkt, dat de
directie zich wel jegens den heer Mozem heeft ver
bonden om alle patiënten van dr. Mezger in zijn
hotel in te kwartieren, maar dat dé. Mezger ont
kent, dnt hij zioh jegens de directie heeft verbonden
van al zijn patiënten te vergen, dat zjj in het
Rheinhotel zouden wonen.'
In den tuin van het Paleis voor Volksvlijt te
Amsterdam is thans de Transvaalsche tentoonstelling
te zien, die ten vorigen jare te Parijs zooveel be
langstelling en bewondering wekte, en welke inzen
ding dan ook niet minder dan 33 gouden, zilveren
en andere bekroningen mocht verwerven.
Het was een goede gedachte van enkele Amster
dammers, om die inzending in haar geheel, uitge
nomen natuurljjk de massa baar goud, aan te koopen,
en naar Amsterdam over te brengen, teneinde het
Nederlandsche volk meor van naderbij met Trans
vaal hakend te maken. Deze tentoonstelling is dan
ook een bezoek dubbel waard, en allen die de
hoofdstad bezoeken, vooral den landbouwers, zouden
wjj willen aanraden de voorwerpen, hier bijeenge
bracht, eens nauwkeurig te gaan zien.
Hot paviljoen, waarin do rjjke hulpbronnen van
Transvaal, tegen de geringe entrée van 36 cent te
zien zjjn, is geplaatst in dpn tuin van het Paleis
voor Volksvlijt, en is toegankelijk op het midden
van de galerij.
Nauwelijks is men binnengetreden, of het oog
wordt al dadelijk getrokken t}o°r een groot blok
conglomeraat, ingezonden door de heeren Charleton
en Mejjer. Het weegt 1500 kilo, werd 3d Meter
onder boganen grond gevonden en bevat p. m. 5 ons
goud op de ton kwarts van 1034 kilo.
In eene vitrine daarnaast treft men de vergulde
afgietsels aan van de klompen godegen goud, die
op de Parjjsohe wereldtentoonstelling in natura aan
wezig waren en die te zamen meer dan 3 millioen
francs vertegenwoordigden. Zulk een waarde hadden
verreweg de meesto bezoekers nog nooit bjjeengezien
en niet weinigen bekroop de lust er een klomp
van mede te nemen.
Achter het blok conglomeraat verheft zich een
vierzijdige vergulde pyramide, die ongeveer in het
midden van het paviljoen is geplaatst en die eene
graphische voorstelling geeft van de goudopbrengst
te Witwatersrand van Mei 1888 tot 1 Mei 1889.
Van maand tot maand is de opbrengst daarop aan
gegeven. Zij bedroeg in 15 maanden 317.539 onsen
of 9.843.349 grammenen had eene waarde van
jO'/j millioen gulden. Van Mei 1889 tot op heden
is de goudopbrengst al weder veel meer dan in het
zelfde tjjdperk van 1888, omdat meer velden in
exploitatie gebracht en daarbjj veel meer en veel
verbeterde machines in working zijn gesteld.
Uit de groote en kleine brokstukken van ver
schillende ertsen, die op lange tafels zijn tentoon
gesteld, bljjkt duidelijk, dat de Transvaal, behalve
rijk aan goudvelden, ook rjjk is aan vele andere
delfstoffen, Wjj treffen hier namelijk een klomp
looderts aan, die ongeveer 15 a 30 kilo weegt. Maar
ook zilver, tin, koper wordt op vele plaa'sen in den
bodem veelvuldig aangetroffen, alle welke kostbare
schatten waehten op werkkrachten, om uit de kloven
en schachten der aarde gedolven te worden.
De steenkool is er van uitmuntende kwaliteit, en
wordt reeds op 3 meter onder den grond in dikke,
vette lagen aangetroffen.
Ook vele verfstoffen zijn in den grond aanwezig,
waarvan men in een glazen legkast eene rijke ver
zameling kon zien, benevens een stuk magneet-jjzer
van den magneetberg, die met een wagen, voorzien
van ijzeron wielbanden, wegens de aantrekkingskracht
van den magneetsteen, niet kon bereden worden.
Het plantenrijk, vooral de granentarwe, mais,
rogge, haver, erwten, boonen en velerlei tuinvruchten,
is rjjk vertegenwoordigd. De dikke, zware koren-
en mais-aren, de kraohtige halmen van haver en
rogge, doen onwillekeurig denken aan het land van
belofte. En in die meening wordt men bevestigd,
wanneer men het oog laat gaan over de vele
soorten van wol, die bier geëxposeerd zijn, en
waarvan o. a. eene dikke vaoht, afkomstig van een
slechts 10 maanden ouden ram, te ParijB met goud
werd bekroond.
Bij eene nauwkeurige beschouwing der talrijke
landbouw-producten, ziet men dadelijk, dat zoowel
alle Europeesche producten, als de voortbrengselen
der heete luchtstreken,, raat name tabak, thee, sui
kerriet enz. enz., in Transvaal met uitstekend gevolg
worden verbouwd. Het gras bereikt er eone overal
elders ongekende hoogte. En moge nu ook al het
donze, korte gras voor de zuivelproductie verkies-
ljjker zjjn dan het 8 tot 9 voet lange gras der
Transvaal door de ossen, schapen en paarden aldaar
wordt het als dageljjksch voedsel met graagte ger
bruikt.
Wanneet men de uitstalling der geneeskrachtige
kruiden nauwkeurig beschouwt, merkt men daarbij
o. a. op koorts-kruid een andere dan de kina-bast,
en de kanker-plant, welker bladeren gebezigd wor
den tegen de gevaarlijkste aller ziekten, den kanker.
Een twintigtal monsters van houtsoorten leveren
het duidelijk bewijs, dat de flora in Transvaal welig
tiert. De meeste monsters doen zich dicht en hard
voor en zjjn meest alle daarenboven fijn van draad,
zoodat zij het beste eikenhout ten onzent overtreffen.
En dat die houtsoorten alles behalve gemakkelijk
te bewerken zijn, kan men zien aan' de bakken en
nappen, uit één stuk daaruit vervaardigd, gebeiteld
of gesneden. Ofschoon ongetwijfeld zeer doelmatig,
laat de netheid van bewerking veel te weuschen over.
Dat in de dichte bosschen van Transvaal de woud
bewoners dp verre na nog niet uitgeroeid zijn, daar
van geven de talrijk geëxposeerde huiden van giraffen,
antilopen, bevers, boschkatten, apen, slangen, alli
gators enz., alsmede eene rijke collectie olifantstanden
het beste bewijs.
Opmerkelijk moet de verscheidenheid van het vo
gelenkoor in dit gewest zjjn. Geeft Artis ons de
levende bewijzen van de schoon gevederde vrienden
van Afrika, hier zjjn het niet alleen de kostbare ou
zeldzaam groote struisvederen, die een lust der oogen
van de bezoekster zijn, maar de ornitholoog vindt
hier eene collectie eieren en nesten met vogeleitjes
zooals hjj ongetwijfeld nooit te voren bjjeenzag.
Het fabriekswezen moet, volgens hetgeen hier te
zien is, ook reeds in Transvaal eene tamelijke hoogte
hebben bereikt. Jammer dat het alweder e^ne fabriek
van geestrjjke drankon is, die het besfc is "uitgeko
men. Een geheele vitrine is gevuld jnet likeuren
en wjjnen en reukwateren uit de fiarthurloy Dis
tillery in de nabijheid van Pretoria, dia helaas oeni-
ge weken geleden gedeeltelijk is afgebrand, en die
voor 10,000 pond sterling verzekerd was.
Het is algemeen bekend, dat de Kaffers slechte
landbouwers zijn, en daarom juist is Transvaal voor
landbouwers uit Nederland zulk een goed arbeidsveld.
Daarentegen zjjn de Kaffers uitmuntende mijnontgin-
ners, eu gansch niet onbedreven in huisvljjt. Allerlei
vlechtwerk, houtwerk, uit steen vervaardigd vaat
werk geven daarvan het bewijs.
Het zou ons te ver voerenwanneer wjj alles in de
fijnste bijzonderheden zouden willen beschrijven. Wjj
gaven een vluchtig overzicht van de Transvaalsche
tentoonstelling, die het land en volk op aanschou
welijke wijze voorstelt, eu waar soliede jongelieden,
voor wie hier geen toekomst schjjnt weggelegd te
zjjn, o. a. met kans op goeden uitslag hun fortuin
zouden kunnen beproeven.
In Duitsohland houdt bjjna iedereen zich bezig
met de aanstaande verkiezingen, Op zulk een be
trekkelijk verren afstand van den grooten dag is ie
dereen nog vol moed, of houdt zich althans zoo.
De Reichsanzeiger heeft weer eenige berichten
van majoor Wissmann, waarin deze constateert, dat
de inboorlingen overal de zijde der Duitschers kiezen,
berichten geven omtrent de rebellen en tegen hen
vechten, wat het beste bewijs zou zjjn, dat met de
geleverde gevechten een verlichting van hun druk
onder de Arabieren verkregen ie. Wissmann heeft
alle invloedrijke hoofden der Arabieren, die hem in
handen gevallen zjjn en wier deelneming aan den
opstand bewezen was, laten ophangen. Vóórdat de
beruchte Bushiri opgehangen werd, deelde deze aan
Wissmann mede, dat de sultan van Zanzibar hem
eerst heimelijk tegen de Duitschers heeft opgehitst,
onder belofte dat hjj hem tot vizier over de geheele
kust zou benoemen, zoodra de Duitsohera verdreven
waren. Wissmann voegt aan deze bekentenis van
Bushiri toe: bewijzen kon hij niet bjjbrengen. Toch
klinkt het zeer waarschijnlijk.
Indien de Belgische liberalen te Dinant zich van
de verkiezing van een lid der Kamer eenige illusie
hebben gemaakt, dan moet de uitslag hen zeker
niet weinig hebben teleurgesteld. Uitgebraoht zijn
1191 stómmen, togen 1253 in Juni 1888 ter gele
genheid van de periodieke verkiezingen. De candi
daat der clerialen, de heer De Montpellier d'Anne-
voye, heeft 706, de liberale candidaat, de heer De
Sélys-Longchamps, slechts 463 stemmen verkregen.
In Juni 1888 was de verhouding tusschen wijlen
graaf de Liedekerke en den heer De Sélys 741
tegen 466, zoodat, in strijd met de verwachting, de
liberale candidaat zelfs nog 3 stemmen achteruit-,
in plaats van vooruitgegaan is.
De correspondent van de Times te Kairo deelt
mede van welko voorwaarden de Fransche regee
ring haar goedkeuring van het ooDversie-plan en de
daarmee verbonden afschaffing der heerendiensten
afhankelijk heeft gesteld. De Fransche regeering
verlangde ten eerste het instellen van een technische
commissie, waarvan twee leden Fransohen, ten einde
te beslissen hoe de 800,000 Egyptische pd. moeten
besteed worden, die bestemd zijn voor de uitvoe
ring van openbare werken en bovendien het vormen
van een reservefonds ten behoeve van het leger
en de politie.
De eerste voorwaarde werd door de Egyptische
regeering terstond voor volkomen onaannemelijk ver
klaard. De Fransche regeering liet toen dezen
eisch varen, maar over het legerfonds wordt nog
onderhandeld. Nu bestaat er een reservefonds, maar
dit telt slechts 700,000 pd., en eerst indien dit
fonds 2,000,000 pd. rjjk is, mag daarvan 500,000
pd. voor het leger besteed worden.
Frankrijk, dat niets liever zou zien dan dat de
Engelsche soldaten Egypte verlieten, en daarom het
Egyptische leger wil versterken, stelt nu voor na
de afschaffing der heeróndiensten de geheele bate
der conversie in het reservefonds te storten en on-
middelljjk tot reorganisatie van het leger over te
gaan.
Dit is op het oogenblik het eenige punt van
geschil tusschen de Engelsche en Fransche regee
ringen. De onderhandelingen worden op de meest
vriendschappelijke wijze voortgezet, zoodat er alle
kans bestaat, dat beide het ook over dit punt eens
worden.
De Bulgaarsche regeering antwoordt op de nota,
waarin de Russische regeering togen de bekende
Bulgaarsche leeding heeft geprotesteerd. Niet alleen
wordt betoogd, dat de regeering van prins Fer
dinand van Coburg volkomen wettig is, maar ook
handhaaft de Bulgaarsche regeering haar goed recht,
wat de spoorwegen betreft. Noch het aanleggen
van de spoorwegen, noch het verpanden der in
komsten ten behoeve van de leening wordt in strjjd
geacht met het tractaat van België.
Dat de internationale betrekkingen tussohen Bul
garije en de mogendheden niet beter zjjn, wordt
ten zeerste door de Bulgaarsche regeering betreurd
maar hiervoor aoht zjj zich niet verantwoordelijk.
Burgerlijke Stand.
Moordrecht
GEBORENFraocina, oudera F. Kok en G. de Jong.