Buitenlandscli Overzicht. rich in Yoorloopige hechtenis betond, een verdediger tres toegevoegd, in overeen»temming met Kt 133 strafvordering (*indien b|j de venrijzing naar de tereohtiitting ter sake van een misdrijf, de bekl. zich te dier sake in vereekerde bewaring bevindt en wordt gehouden "i bepaalt de rechtbank, dat aan den bekl. ambtshalve een raadsman aal worden toege voegd" ent.) De beklaagde weigerde echter den bystand van rijn officieelen raadsman en deze vroeg da beslissing van de rechtbank. Deze op haar beurt liet zich voorlichten door het O. M., dat als zijne meening te kennen gaf, dat de bijstand van den raadsman is een gunst, "dat een gunst niet mag opgedrongen en dat derhalve bij de gebleken wei gering van den beklaagde om de verdediging van den raadsman te accepteeren, de laatste genist naar huis moest gaan. De rechtbank vereenigde zich met dit advies (dat noch als conolusie, noch als requiai- toir kon gelden, omdat het niet in de wot bekend is) en dechargeerde den verdediger. De beklaagde, veroordeeld, apelieerde. Het O. M. bij 'tHof betoogde uitvoerig dat het eerste onder zoek voor nietig gebonden moeft worden, omdat de verdediger had ontbroken. Dezer dagen gaf het Hof in deze zaak arrest. Er is voldaan aan art 183 Strafvord. (hierboven medegedeeld), want de rechtbank in raadkamer had een verdediger benoemd. Toevoeging beeft dus plaats gehad. Maar niet verdediging. Dat behoeft ook niet. Toevoeging sluit niet per se verdediging in rich en nergens is op straffe van nietigheid bepaald dat de behandeling niet zonder verdediging kan plaats vinden. Daarbij komt nog, dat uit het wetsvoorschrift dat de niet preventief gevangene zich kan, maar niet behoeft te laten verdedigen in verband met de bedoeling der wet die toevoeging aan hen, die in hechtenis zijn, doet berusten op bet feit dat de gedetineerden niet gelijk hen die op vrije voeten zijn, volgt dat een beklaagde zich eene verdediging niet behoeft te laten welgevallen. Op dat beginsel, hetwelk gelijk men ziet, het Hof afleidt uit de wet, zou in breuk gemaakt worden, ala men den bekl. eene ver dediging opdrong. Uitspraak: beschrijving van het vonnis der rechtbank, wat de toevoeging en verde diging betreft, vermindering van de straf der be klaagden met één jaar. In hnn Memorie van Antwoord handhaven de heeren Borgesius c. s. hun belasting-voorstellen niet geheel onveranderd. Zy verlagen nl. het percentage der inkomsten belasting van 6 op 5 pCt-, met be houd der progressie, en verder mot een zekeren aftrek van het inkomen, naar verhouding van het aantal kinderen en pupillen in de laagste 13 klas sen, zoodanig, dat deze vermindering bedraagt voor elk banner, indien het getal kinderen is een twee drie of meer 8 pCt. 7 pCt. 6 pCt in de «erste 6 kl. 6 5 4 a 7e en 8e 4(3, 3 (9e en 10e 8 1'/,» 1 He en 13e De voorstellers beantwoorden uitvoerig de be zwaren, opgeworpen tegen hun inkomstenbelasting. Zij erkennen, dat herziening van enkele bepalingen der gemeentewet dringend noodig er door zal wor den. Het belastinggebied der gemeenten wordt ver ruimd, wijl de gemeenten onbeperkt opcenten op de inkomstenbelasting zullen mogen heffen. Men heeft er echter beswaar tegen, dat de inkomens beneden da 600 vrjj van de opoenten zullen zijn, wijl zij ook niet io de inkomstenbelasting zullen bijdragen. Men vreest dat in kleine gemeenten dientengevolge de vereisohte inkemsten niet kunnen verkregen worden. Dit bezwaar is eohtor te ondervangen door eenige opoenten meer te heffen. Bovendien niets belet, gelijk de voorstellers nader betoogen, de eigon directe belasting naast de rijksinkomstenbelasting te laten voortbestaan en dit zal dikwerf noodig zijn, wijl art. 847 gemeentewet heffing van opeenten op het personeel verbiedt, als er geene eigen directo belasting wordt geheven, waarvan de opbrengst met het bedrag der te heffen opeenten op het personeel ten minste gelijk staat. Al snllen de gemeenten alzoo niet in ongelegen heid komen, tooh is het wer.achelijk, zoo spoedig mogelijk na de aanneming dezer voorstellen tot her ziening der gemeentewet over te gaante reobt toch heeft minister Heemskerk gezegd, dat het op den duur niet gaat naar tweeërlei grondslag van taxatie, waardoor de Staat en de gemeentofiacus met elkander in aanraking komen, de belasting in de gemeente te heffen. In 1884 was dan ook een wetsontwerp, om daarin te voorzien, by den Raad van Siato in behande ling. Door de verwerping van art. 1 der klaasen belasting is ook dat ontwerp verdwenen, véérdat het nog de Kamer had boreikt; doch de zaak is in elk geval voorbereid, en de Begeering heeft hot dus in hare macht om, zoo zij het noodig oordeelt, de bedoelde wijzigingen nog zoé tijdig voor te dra gen, dat zjj te geïjjk met deze ontwerpen in werking kunnen treden. Uit het voorgaande blijkt, zegt de Mem. v. Antw., dat de voorstellen ook geenszins kunnen deelen in de meening van die leden, die beweerden, dat zij, nu van regeeringswege een vooretel tot herziening der gemeentelijke belastingen is toegezegd, beter hadden gedaan de behandeling van dat vooretel af te wachten. Reeds werd daartegen van andere zijde opgemerkt, dat afdoende verbetering der gemeente- financien niet kan verkregen «orden doof verande ring van het plaatselijk belastingstelsel alléén,' maar dat daarvoor ook overbrenging van gemeentelijke lasten op het Ryk noodig zal blijken. Doch afge zien daarvan is, naar de masning der vooretellen, het vraagstuk van betere verdeeling van Rijkslasten zóó urgent, dat de beslissing daarover, niet mag worden afhankelijk gemaakt van de vraag of het den minister van financien zal gelukken, verbetering in bet gemeentelijk belastingstelsel tot stand te brengen. Zelfs is er veel te zeggen voor de meening, dat eerst moet beslist worden, of een inkomstenbelasting in de rij der Rijksbelastingen behoort te worden opgenomen, vóórdat wijziging wordt voorgesteld in de regelen voor de heffing der gemeentelijke be lastingen. By het tot stand komen dezer voorstellen zal do minister van financien bij zijne plannen met de verandéring, in het Bijkabelaatingstelsel gebracht, rekening moeten houden.' Wat ia een echte Stradivarius? De Schotsehe rechter lord Kinloeh had dezer dagen een moeilijke rechtsvraag te beslissen. Ziehier de zaak. Ren wel gesteld vischhandelaar, J. Johnston te Glasgow, is verzot op oóde violenhij kan zelf geen noot spelen, hij weet niets van muziek, maar hij beeft nn eenmaal i liefhebberij in oude riolen en geeft schatten er voor uit, zijn oolleotie omvat exemplaren van Stradivari, Steiner, Amati, Guarnerius, Lupot en anderen. Op zekeren dag hoort hij dat Mn handelaar een echte Antonius Stradivarius heeft uit 't jaar 1701, toen de groote instrumentmaker zijn hoogste standpunt had bereikt. Hij gaat er op af en koopt 't stuk, voor f 3000 gulden oontanten en twee violen, éen van Lupot en éen van Guarnerius, die samen op 8600 worden gesohat, in ruil er bij. Kort daarna komt een kenner aan onzen vischkooner vertellen dat de Stradivarius gedeeltelijk van modern maaksel is. Uit den zevenden hemel gevallen (die, zooals men zegt, geheel met violen is behangen), zendt de bedrogene kooper zijn zoon naar Londen om alle kenners af te loopen en waarlijk, hij komt er «ehter dat een ken ner het instrqment zelf heeft in orde gemaakt. De buik wu onbetwistbaar van Stndivarins en 't achter blad ook, maar 't bovenstuk was van een ander in strument er aangebracht. Daarop daagde de kooper zyn leveranoier voor 't gerecht en eiachte vernietiging van den koop en restitutie. Maar aangezien des kundigen verklaarden dat schier alle ala echte Stra divariussen verkochte violen op die manier in elkander zitteu en in elk geval bewezen waa dat het instru ment voor verreweg het grootste deel afkomstig was van dengene wiens naam het droeg, wist de Schotsohe rechter er niet beter op dan de uitspraak te ver dagen om er zich over te bereden. Salomon zou indertijd misschien dit vonnis hebben geveldde leveranoier wordt veroordeeld om, zoo de kooper dit verlangt, bem alsnog een echt Stradivarius boven stuk aan de viool te leveren 1 Te Berlijn zullen bier-automaten geplaatst worden. Men werpt een 10-pfennigstuk in een bus en dade lijk stroomt aan de andere zijde een straal heerlijk bier in het glas, dat men onder de kraan houdt. Bij het plaatsen dezer toestellen is een bezwaar, nl. de vraag waar? Koffiehuisboudera zullen er voor bedanken ze in huis te halen en op straat zouden ze vrij wat 'aat veroorzaken. Bovendien zullen de kenners het bier dat eruit koot een beetje wantrou wen. De echte Beriijnsehe bierdrinkers hebben nog niet veel op met deze nieuwe uitvinding. Gelqk men weet, loofde de Hao-York World, die Nelly Bly op een reis om de wereld zond, een prijs uit voor hem, die den juisten otzoo-juist-mogeljjken tijd zou raden, waarin zij die reis deed. Het blad ontving 937,438 antwoorden, waarvan er ruim 160 binnen 1/4 minuut juist waren. Het beste was: 73 dagen 6 uur, 11 minuten, 14*/, seconden geraden, of 8/5 seoonden over den juisten tijd, zoodat aan den inzender van dit antwoord de piys oen reia heen en woer naar Europa .is toegekend. Uit Amsterdam schrijft men: De commissie van enquête door werklieden sohynt haar onderzoek bijna ten einde gebracht, maar ook haar tuk wel een weinig al te gemakkelijk qpgevat te hebben. (Te oonleelen althans nsar de woorden die een kleermaker in de Zondag gehouden openbare bijeenkomst bezigde.) Werden toch in vorige bijeenkomsten de resul taten van (bet onderzoek der werklisden-oommissie verre gesteld boven die der staats-commisaie, de man, die Zondag san hel woord wu, verkondigde openlijk, dat slechts weinig grioven over kleermakers- patroons waren vernomen. Tooh meende hij dat er luar doel te bereiken; dat mjjn hulpgeroep den hoer Rayner boven bracht en dat bij, buiten de deur stunde, baar zoo lang riep tot zjj bij hem kwam. Zie, hier is die doek nog." Zij haalde dien nit eene der laden te voorschijn, waarin zij hem bad weggestopt. De doek rook nog sterk uur het zoetachtig vocht. Jane's goedhartig gelaat wu één en al verbazing en voldoening. ,Wat ben ik blij, juffrouwIk zou wel willen dansen 1 Zij vertelde ons, dat mijnheer haar in het donker van de trappen had geworpen omdat zij hem bespiedde, en toen weer bij u naar boven was ge- gun zonder verder naar haar om te zien. Zij heeft zich hij den val bezeerd, dat is waarhet is haar welverdiend loon. Men kan die Sarah nooit geloo- ven. En dan baar verhaal over wat hier in huis zooal voorvielWij hebben er zoo om gelachen met ons beiden in de keuken Jane bleef nog over Sarah babbelen tot zjj eindelijk de kamer aio kant had gemaakttoen verliet zjj Violet met een gezicht, waarop zij al hare vriend schap trachtte te kennen te geven. Dus, Sarah had getracht den goeden naam van Violet te bezoedelendit waa bet ergste van al, en zjj wilde geen nacht meer met haar in hetzelfde huis doorbrengen. Zij zou daarom oumiddelljjk Elzonhof verlaten en begon terstond haren koffer te pakken. Zij zon nn met mijnheer in de boekenkamer spreken, hem haar besluit mededeelen en hem verzoeken, reeds dienzelfden middag te mogen heengaan. Het speet haar Elzenhof te moeten verlaten en der, heer Rayner en de lieve kleine Haidee. Bovendien wu er nog iets, wat haar het afscheid van Geldham moeieljjk maakte. De schrik van dien nacht en alles wat zjj nu had gehootd, wogen zwaarder dan elke beden king; zelfs nu, bij helderlichten dag, kon zij niet in de hoeken van hare anders zoo gezellige kamer rondzien, zonder dat een zenuwachtige angst haar bekroop. Zjj wu gereed met het pakken van koffer en doo- zen en gigg naar de boekenkamer. Den bewusten doek had zjj opgerold in den zak, als betvjjs dat zjj niet gedroomd of het zich verbeeld had, want zjj verwachtte dat mijnheer dat zou zeggen. «Binnenriep mijnheer Rayner op haar klappen aan de deur. Na haar te hebben doen plaats nemen, verzocht bij bur even te willen wachten, terwijl hij met Sam sprak. Hjj ging «o kamer uit, en zeer voorzichtig sloot Violet vriendschap met zijn grooten hond. Hij wu daarvoor bijzonder gevoelig en legde zjjn fraaien kop tegen haar knie, toen zij, opziende, Sarah in de kamer ontdekte. Violet sprong op' en met een half onderdrukten kreet greep zij naar de bel. «Doe dat niet," zeide Sarah zacht. (Wacht ten minste luister eerst. Ik zal op een afstand blijven staan. Mijnheer zal terstond terugkomen hij zou je niet lang alleen willen laten," voegde zij er met een hatelijken lach bij. „Ik zal u geen kwaad doen en ik wilde uw brief evenmin stelen; volstrekt niet. Ik wilde hem alleen maar lazen. Ik ben een weinig nieuwsgierig en ik geef niet om de manier, waarop ik iets te weten kom als ik er achter wil komen. Dat vocht op den doek zou n niet hebben gedeerd; het zou n enkel wat vuter hebben doen slapen, zoodat ik het papier kon wegnemen. Ik heb den brief teruggebracht. Het spjjt mij, dat ik u bang heb gemukt en ik ben hier gekomen om u vergiffenis te vragen." „Neen, dat kan ik niet, ten minste nog niet. Dien briel te stelen om den schrik dat zou ik je ver geven, maar de manier waarop je mjj hebt aange zien, die vreeselijke, wreede oogen, alsof je mjj wildet vermoorden -A dat kan ik niet vergeten en ook niet vergeven. En je hebt mij erger kwaad gedaan dan dat. Je hebt aan de dienstboden verteld, dat de heer Rayner op mijn kamer was. Dat was slecht van je, Sarab, Jp wist, dat het niet waar wul" (Dat heeft Jane zeker verteld I Dat heb ik niet gezegd, maar zij maakt van niets een heel verhaal. U weet welk een praatster zjj is, juffrouw.» Dat wist Violet, maar zy wu overtuigd, dat Jane in dit geval niet had overdreven. Sarah begon op nieuw, doch nu op smeekenden toon: (U is hard tegenover eene arme dienstbode, juf frouw, en dat is niet edelmoedig van u. Ik wil het niet ontkennen, ik wu jaloersch op n, en ik zon dolgraag aa» mijnheer de bewijzen hebben geleverd, dat u in geheime briefwisseling met eon jong heer stond. Wordt vervolgd.) Cl in zijn vak ook niet weinig onregelmatighedan zouden beslaan, en hjj (hoopte dat, wanneer de staatscommissie hur onderzoek woder opvatte, ook zijn metier in dat onderzoek zou worden opgenomen." Want dat de naaimachines veel handenarbeid had den weggenomen, dat de oonfeetiemagazynen den burgerpatroon» op ongehoorde en onhoudbare wyze concurrentie undoden, waaronder de werkman het meest lijilt, dat waren feiten, die de ooramUsie van nabij moest leeren kennen, en de misbruiken moest tegengaan. Tegen de praktijken van een groot con fectiemagazijn op het Rokin alhier, «aar wel geen winkel gedreven wordt, maar die in de Kalverstraat wel 5 a 6 filialen heeft, trok spreker vooral te velde. Hy verklaarde dat de stukwerkers voor dit magazijn niet meer dan 17 tot 33 oenten ontvingen voor het maken van een pantalon. Hierna braeht een sohoenmaker enkele onregel matigheden in zijn vak ter sprake. Grove grieven tegen bepaalde personen of inriohtingen werdon niet vernomen. Evenals zijn voorganger hield ook hij eene lange rede over den ongunstigen toestand, waarin de werkman oyer 't algemeen verkeert. Aan gezien de eerste spreker vooral wat al te lang van stof was geweest, gaf de voorzitter Nienwenhnyzen geen gelegenheid voor debat. Hy was van meenidg dat de vergadering het wel met den spreker eens zou zyn, en sloot de bijeenkomst, die door nauwelijks 800 personen werd bijgewoond. De pas opgerichte Amsterdamsche afdeeling van den Nederland8ohen Bond MaaUchappelijk Belang hield eergisteravond eene openbare vergadering. De heer Mr. H. Munsink sprak daarin over de middelen tit vermindering van het aantal faillme- menten. In 1876 was het getal faillissementen in Amsterdam 345, in 1883 is dit verder aangegroeid tot 990. Geen wonder, zei spr., dat zy, die onder do faillisaementen lijder, en steed» meer ljjden, zich afvragen wat zij moeten doen om hunne belangen bjj die faillissementen beter behandeld te zien. Een goede wettelijke regeling is zeker zeer gewenscht, maar bij do wet komt het aan op de toepusing en deze laat bjj de bestaande wet op de faillissementen al heel veel te wensehen. Failliet en insolvent zyn, vroeger een schande, is dat thans niet meer. Vandaar dat de faillissementen steeds talrjjker en schadelijker worden, en dat men er veel spoediger dan vroeger toe overgaat, niet gedwongen, uur dikwjjls door vrijwillige aangifte. Vaak gaan de crediteuren met 3 of 1 pCt. naar huis en wordt de failliet gedéchargeerd, terwijl men zioh dan afvraagt of deze er op die manier toeh niet al te gemak kelijk afkomt? Een der hoofdoorzaken van dezen stand van zaken is, dat de crediteuren te liohtvaardig hunno toestem ming goven. Zij nemen gowoonlijk het bedrag hun ner schuldvordering in rekening en daar er meer crediteuren zyn met kleine bedragen, dwingen zjj de enkelen met grootere bedragen hunne goedkeuring te geven. Elk crediteur stelle zich deze vraagheeft de failliet zich gedragen, dat men hem opnieuw vertrou wen kan sohenken? Is het faillissement gevolg van schuld of omstandigheden? In het eerste geval molt men niet het accoord toestemmen, in het tweede geval wèl, hoe groqthet aantal percenten zjj dat/hij aanbiedt. Moeilijk is het weUe oordeelen wat sohuld is of niet, mur ieder trachte zioh toch dat oordeel te vormen. Heeft men geen gegeven, dan moet men 1 volgens spr. de schuld van den failliet aannemen bjj heeft in ieder geval het in hem gesteld vertrou wen bedrogen. Maar in ieder geval zorge de crediteur dat zijne vordering op do eerste verificatievergadering worde geverifieerd, opdat hij invloed kunnen oefe nen op den loop van het faillissement. Ook make men voortaan streng onderscheid tus- schen hem die insolvent verklaard en hem die ge homologeerd is. Den eerste schenke men in 't ver volg geen krediet. Alléén oomptant worde aan hem verkocht ey daarvoor is het nuttig, dat bijv. deze Vereeniging een register aanlegge van hom die failliet of insolvent zijn verklaard, met verdere inlich tingen over den aard van het faillissement. Ook raadde spr. ten slotte aansluiting van de zaak der gefailleerden in de meeste gevallen gewenscht, Er werd gelegenheid gegeven tot debat, waarvan de heer J. Levy gebruik maakte, om den wensch uit te spreken, dat de Kamers ren Koophandel zich wenden tot de Regeering met verzoek- tot herziening van de wet op de faillissementen in dien zin o. a., dat aecoorden beneden 80 pCt. niet geholomogeerd zouden kunnen worden en dat elk oreditenr het reoht erlangde om actief en passief van den faillieten boedel over te nemen, mits alle orediteuren uitbetalende. De heer mr. Z. van den Bergh wees op de nietuitvoerbaarheid van enkele adviezen vau den inleider, o. a. waar deze zei, dat de crediteur schuld moest aannemen, waar hij geen gegevens had om over schuld of onschuld te oordeelen. Neemt men dit aan, dan kunnen er minstens 90 pet. na de faillissementen tegen het aceoord stemmefi. Ook is het groote nadeel, dat de meeste curatoren jonge pas aankomende advocaten zyn, die geen toeten of blazen van de praktijk weten. Spr. drong aan op betere regeling van de toevoe ging van den ourator en van de bezoldiging van deze. Ook wensohte hjj vooral betere toepassing van de bestaande wet en handhaving van den eisoh, dat alle kooplieden moeten boekhouden en die boeken moeten kunnen toonen, opdat er tijdens het faillissement niet geknoeid kunne worden. Van een register verwachtte de spreker niet veel. Iemand die gefailleerd is, gaat morgen handelen op naam van zijne vrouw. In al die gevallen moet de wetgever voorzien. Do heer mr. Van Lejjen wenschte een mini mum aan te nemen voor homologatie-acooorden. In zjjn repliek wees de inleider er o. a. op, dat het niet zijn doel was geweest in het licht te stellen w«t de wetgever kan doen, maar wel wat de kooplieden al dadelijk zelf kunneu doen om faillissementen zooveel mogelijk te voorkomen. Voor 't overige liet hij in het midden of hjj het al of niet eens was met do in het debat geuite rechts kundige meeuingen. Wel verklaarde hij zioh bereid de zaak later van een rechtskundig standpuut te beschouwen. De vergadering werd hierna gesloten. De uitslag der verkiezing van twee senaatsleden te Namen is ongunstig geweest voor de liberalen. Do partijverhouding is in dat arrondissement sedert de periodieke verkiezingen van 1888 niet» veranderd toen gelyk nu zegevierden de clericalen met eone meerderheid van 300 stemmen. De elerioale caodi- daten, de heeren de Pitteurs en Moncheur, hebben gisteren verkregen 1763 en 1739 atemmon, de liberale eanilidaten, de heeren Borgnet en Stuers 1561 en 1499 stemmen. Volgens de Inüpendance bdge is het voorstel van België tor oonfereutie tot bestrijding van do slavernij te Brussel, strekkende om den invoer vun wapenen in Afrika geheel te verbieden, als door de meerder heid onuitvoerbaar geacht, definitief ter zyde gesteld en verrangen door een ander, volgens hetwelk elke staat, die in Afrika bezittingen heeft, ten aanzien van zijn eigen grondgebied een wakend oog over den invoer van wapenen houden zal en op alle beslag zal leggen, welke voor slavenhalers bestemd mochten zyn. De Reichtanztiger bevat een Kabinetschrijven van den keizer i. d. 4 dezer aan den minister van koop handel. De keizer herinnert, dat hij bjj de aanvaarding der regeering zyn besluit heeft te konnen gegeven om voor verdere ontwikkeling der wetgeving in ge lijke richting te zorgen ale zyn grootvader in chris- telijken zin deed voor dat gedeelte der bevolking, hetwelk zich in minder voordeeligén maatschappe- lijken toestand bevindt. Welk goed gevolg de maatregelen ook mogen hebben, tot dusver door wetgeving en bestuur geno men ter verbetering van den toestand der arbeiders klasse, toch beantwoorden zij niet volkomen aan het voorgestelde doel. Nevens de verdere uitwerking der wet op de verzekering der arbeiders moeten de bestaande wettelijke bepalingen omtrent den toestand- der fabriekarbeiders aan een nader onderzoek worden onderworpen, ten einde op dit gebied nauwkeurig bekend te worden met de klachten en wensehen en daaraan zooveel mogelijk te gemoet te komen. Het is de taak van het gezag, den duur en den aard van den arbeid op zoodanige wijze te regelen, dat waarborgen worden verschaft voor do gezondheid, de zedelijkheid, de maatschappelijke behoeften der arbeiders en hun aanspraak op gelijke wettelijke bescherming. Tyot handhaving van den vrede tusachCn patroons en werklieden behooren wettelijke bepalingen te be staan, in dier voege dat de arbeiders door middel van vertegenwoordigers, die hun vertrouwen bezitten, kunnen deel nemen aan do regeling hunner gemeen schappelijke belangen, en tevens bevoegd zijn tot behartiging hunner aangelegenheden bij onderhan delingen met de werkgevers en met de regeerings- organen. Door dergelijke maatregelen kunnen de werklieden op volkomen vredelievende -wijze hunne wensehen en bezwaren kenbaar maken, en wordt de Staatsoverheid in de gelegenheid gesteld voortdurend op de hoogte te blijven van den toestand der arbeiders en met hen voèling te houden. Wat het mijnwezen betreft, wenscht de keizer oene nieuwe regeling door het Banstellen van mynbeambten, die toezicht zullen oefenen, op gelijke wijze als de fabrieksinspeoteurs. Ter voorbereiding van de hierop betrekking heb benden voorstellen, zal de Staatsraad bijeenkomen onder voorzitting des keizers en oader toevoeging van zoodanige zaakkundige personen, als door den keizer zullen worden aangewezen. Da Terkiezingsr^evoaringeii hqn in Duitsobhnd aan de orde van den dag. De heer Miquel, de burgemeester van Frankfort en een van de hoofd leiders der nalionaal-liberale party, hield te Kai- serslautern eene rede, waarin hy het bekende pro gram zijner partij uitvoerig toelichtte. Daarbij kwam natuurlijk ook de koloniale staq£kunde ter sprake, welke door den heer Miquel ten krachtigste werd verdedigd, «Onze tegenstanders" zeide Miquel «ver langen dat wy onze koloniale ondernemingen zullen opgeven, maar vraag eens aan de Nederlandep, hoe zy er over zouden denken om Java op "te geven? Dan zoudt ge hen eens vreemde gezichten zien zetten." De rede van den heer Miquel werd door 4000 kiezers by getroond en toegejuicht. De leider der nationa&l-liberalen was dus gelukkiger dan de beer Eugen Richter, die ook uit Berlijn naar Zaid- Duitschland reisde om daar verkiezingsredevoeringen te houden. Te Bockeubeim verbood de politte den heer Richter te spreken, omdat het aan^l kiezers, die den FortsschrUtmann wilden hooren, zoo groot was, dat er gevaar bestond voor gedrang. De bij eenkomst werd op dien grond ontbonden, maar de heer Richter begaf zich toen naar een koffiehuis, waar een vijftigtal zijner aanhangers byeep waren. Toen Richter binnenkwam, begroetten zy liuu leider met een uhochdoch onmiddellijk kwam de politie in het lokaal en verklaarde, dat zij terstond zou sluiten, zoodra weer uhochwerd geroepen. Veè*tien politieagenten bleven in het lokaal, ten einde toe zicht te houden. De Fortschrittler klaagt natuurlyk in zijn blad zeer over de wijze, waarop de Pruisische politie hem behandelde. Te Mauniieim (in Baden) en te Neustadt (in Beieren) word hij niet gohindord, en kou hy rustig zijn redevoeringen houden, maar alleen de Pruisische p^itie hiefd henv vpor «staats gevaarlijk", een opvatting, waarop de heer Richter, vooral tijdens den verkiezingstrijd natuurlijk aller minst gesteld is. In Saksen kwam het na een socialistische kiezers vergadering tot ernstige ongeregeldheden. Te Stass- furth had do sociaal-democraat Heine gesproken. De politie wilde na afloop de menigte verstrooien, doch stuitte op zoo heftigen tegenstand, dat zij van de scherpe wapenen gebruik moest maken. Vier mannen werden daarbij gewond en zelfs wordt ge zegd, dat een vrouw er bet leven liet. De Portugeezen schynen nog niet tot het gezond verstand teruggekeerd. De studenten te Lissabon hobben naar verschillende academiesteden brieven gezonden om een protest en ondersteuning te Vragen «voor hun broeders tegen Engelands gewelddaad." Die te Parys, Rome en Genève hebben hun deel neming betuigd, maar de Beriijnsehe studenten, die ook zulk een schrijven hadden ontvangen, hebben het stuk «voor kennisgeving aangenomen." De Katholieke vereeniging te Oporto heeft een groote bijeenkomst gehouden om op te komen tegen het ultimatum van lord Salisbury. Te gelijkertijd be gaven zioh de leden der letterkundige vereeniging Aiucandro Herculano en der handelsvereeniging dier zeilde stad in optocht naar do consuls van Rusland, Frankrijk, Spanje, Duitschland en Italië om daar adressen van daukbetuiging te overhandigen. Een talrijke menigte begeleidde hou met de kreten «Leve Portugal, leven do bevriende volken 1" Verder wordt uit Lissabon nog gemeld, dat de ver zending van het verzoek aan de Mogendheden om een conferentie tot morgen is uitgesteld, omdat de Regeering eerst do terugkomst van den gezant te Londen, die, zooals men weet, vervaugen wordt, wilde afwachten. MARKTBERICHTEN. Gouda, 6 Februari 1890. De stemming voor granen biyft steeds zeer flauw. Alleen puike gorst maakt hierop een gnhstige uit zondering. Tarwe. Zeeuwsohe 7.10 a 7.50. Mindere dito 6.70 a 6 90. Polder 5.70 a 6.15. Af wijkende 5.25 a 5.50. Rogge; Zeeuwsche 5.40 a 5.70, Polder ƒ4.80 a ƒ6.10. Buitenlandsche per 70 KG. 5.80 a 5.40. Gerstwinter 4.90 a 5.25, Zomer 4.30 a 4.75, Chevalier ƒ5.25 a 6.25. Haver: per Heet. 3.50 a /4.25, per 100 kilo 7.25 a 1.25. Hennep-zaad; Inlandsch 6.40 a 6.60. Buitenlandsch 5.25 a 6.50. Erwten kookerwten 8.25 a 9.Niet ko kende 5.50 k 6.Boonen bruineboonen 8.60 a 9.mindere 6.50 k 7.60, witte boonen 9.a 9.25, duivenboonen 6.10 a 6.60, paardenboonen 5,25 a 5.50. Kanarie zaad 7-a 8.Maïs per 100 kilo: Bonte Araerikaansche 5.70 a 5.90, Cinquantiue 6.50 a 6.75. De veemarkt met weinig aanvoer, haadel en prij zen blijven stationair. Vette varkens, tamelijke aan-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2