4 IETS GEHEIMZINNIGS. ÏÏG. F BIKTNENLAND. Maandag IT^Februarl. N° 4148. 1890. Nieuws- en FEUILLETON. I 1890, ville ille). Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. herijen ia—Boda- 8DAG 25 n hot Lo- I 51.” Do inzending van advertontlén kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave. van eene 3n Badln- 4. BORN. E van 82 s de Boe- vVmrokt i geopend meterdam. liUct. te «verkool niet. Zij zyn veel meer ontwikkeld. {Uil iet n.. De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met nitumdering van Zon- en Feestdagen. De prjjs per drie maanden ia 1.25, franco per poet 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. Bovendien worden alle Ad verten tien gratie opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD 't welk des Maandags verschijnt. II «Is 3 Akten, ■a. legie: taaikMlral* na Larocln Vljn. In- bmAmtmi. goudsche courant. Februari Loting: Zondagen 10 tot des Bcretarie en liggen. >or den Ge- Ww*. Z<M. er A. H. THIM. AD VEBTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. GR00TE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. De voor de rechtbank te Assen behandelde zaak van oplichterij tegen H. M. F. v. D., beheerder der firma W. v. G., uitgeefster van het Ned. tuinbouw blad Floralia, heeft zich als volgt toegedragen: In dat blad werd in November 1889 door een houden- koopman te Arnhem eene advertentie geplaatst, waarin voor 40 een Engelsch dameshondje te koop werd aangeboden. De liefhebber, mede te Arnhem, schreef over dat hondje aan de redactie van floralia, en zond later nog een telegram, om de voorkeur te mogen hebben. De beklaagde hield den brief en het telegram achterwege, maar deed zelf een bod van 25 voor het hondje. De koop werd gesloten. Beklaagde deed zich toen zelf bij den liefhebber als de steller der advertentie voor en verkocht aan dezen het hondje voor 40. IDER8 van 8DAG den lags ten 1 hryving in STEDEN: ran 275.— i de Turf- en i 0.99. M) Zij Was Meds aan complimenten gewoon geraakt. «Waarom tonden mooie meisjes niet evenveel loeren als leelijke, mijnheer Carruthers?” «Noem my toch niet «mijnheer Carruthers” niemand noemt my zoo althans niet in mijn kring. ■Als m''liever nog niet dadelijk «Tom” wilt zeggen, laat den naam dan maar geheel rusten. Ik bedoel, dat leelijke' meisjes door hare talenten de opmerk zaamheid moeten trekken, die mooie meisjes vanzelf op haar persoon gevestigd weten, zonder er de minste moeite voor te doen.” «Jawel; maar als je er van leven moet, wordt het eene geheel andere zaak. Als men gouvernante is, vragen de menschen er niet naar hóe je er uit ziet, maar wel -Wat je weet.” NadMttend streek hij over zijn fraaien knevel en haar ernstig aanziende, zelde'm: «Je.-Hwaan had ik niet gedacht, U moet roker in veel dingen les geren? weet stellig eene me nigte dingen, meer dan eene van de 'dames die hier zijn.” Men meldt nit Roermond: Naar het schijnt willen burgemeester en wethouders er toe overgaan alhier langzamerhand het carnaval af te schaffen. Werd er in vorige jaren drie dagen vergunning gageren om gemaskerd op straat te ver schijnen, verleden jaar werden daarvoor slechts twee dagen aangewezen, en dit jaar is afgekondigd, dat men zich alleenlijk op den 17en en 18en dezer van des namiddags tot ’s avonds elf uur gemaskerd ia het openbaar mag vertoonen, en dat op dat uur do carrousels, tenten, enz. gesloten moeten zyn. Dat de maatregel, om zich te 11 uren te moeten ontmaskeren, aan de politie groole moeilijkheden zal verschaffen, is duidelijk. Den volgenden morgen was rij het eerst vazallen beneden en ging den tuin in, want het was heerlijk weer. Zij genoot naar hartelust van de bloemen; liep de moestuinen door en keek nieuwsgierig naar de broeibakken, toen zij opeens bij eene met stoom verwarmde trekkast don hoek omslaande, Tom Parkes, GOUDA, 15 Februari 1890. VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD. Dinsdag den 18 Februari 1890, des namiddags ten 1 ure. Aan de orde: De Rekening en Verantwoording der baten en lasten van het voormalig Armbestuur van Stein, dienst 1888. Het voorstel betreffende de oprichting van- en de vaststelling van een Reglement voor het Hoffmans- Gesticht. Men verneemt, dat de voordracht tot aanvulling vaa het ministerie aan Z. M. den Koning is toege zonden. Wordt die voordracht goedgekeurd, dan zou het gevolg zijn, dat het ministerie aanbliïfl, de aanvrage om ontslag van den minister Keucbenius wordt aangenomen, geen verwisseling van portefeuilles zal plaats hebben, en als opvolger van den minister Keucbenius zal worden benoemd iemand, die niet eene Indische loopbaan heeft vervuld. Dezer dagen is voor het ernst gebruik getBaakt van de bevoegdheid, bij het nieuwe strafwetboek aan den minister van justitie gegeven, om een ge vangene voorwaardelijk in vrijheid te stellen. Een veroordeelde is op die wyze uit de gevangenis te Amsterdam ontslagen, terwijl nog acht maanden van zijn straftijd onvervuld zijn welke hy nu, zich goed gedragende, in vrijheid kan doorbrengon. (Aeoe^sosf.) De agenten der verschillende militieverzekering-. maatschappijen in ons vaderland besteden thans in Friesland voor een plaatsvervanger 325 a f 850, voor een nummerverwisselaar f 170 a f 190. Deze prijzen zijn laag, doch het getal liefhebbers om zich te «verkoopen” is zeer groot, vooral onder de boeren knechts. Nu de loting begonnen is, wordt de mede dinging tusschen de verschillende Maatschappijen grooter, ten bate der aanstaande plaatsvervangers en nummerverwisselaars, die daardoor hoogere sommen kunnen bedingen. Ook de veenstreken leveren een aanzienlijk contingent plaatsvervangers. (Ilaarl. Cl.') «Wees niet zoo haastig. Zij komt nog in geen half uur boven en «meneer” evenmin. Ik heb nauwelijks een woord met je kunnen praten.” Opeens schoot het haar te binnen wie de spreker was. Het was de stem van mijnheer Rayner’s ge- heimzinnigen bezoeker, en tevens dezelfde stem die zij in het plantsoen tot Sarah had hooren spreken. De persoon, met wie hij het nu zoo druk had en die hjj wilde kussen, was de kamenier van lady Mills. Het was vreemd, maar Violet kon er niet langer aan twijfelen: de onderdanige huisknecht op het por taal, de bezoeker op Elzenhof, die in mynheers stu deerkamer was ontvangen en de man die zoo» ver trouwelijk met Sarah en Tom Parkes omging, was één en dezelfde persoon. Zy was geducht slaperig en ook waren hare ge dachten vervuld van de zoo pas gemaakte vreemd soortige ontdekking, maar toch legde zy vóór zy naar bed ging zij dacht het ten minste haar mooi; maar lastig medaillon voorzichtig in het hoekje van hare cassette, op de gewone plaats, vast besloten het nooit weor te dragen. Een der lezers van de Ariut. Ct. schrijft, ten bewijze dat de wetenschap van wylen den beroemden meteoroloog prof. Buys Ballot wel eens faalde, aan dat blad het volgende «Zooals u bekend is, had de professor een buiten dicht bij Epe, en was het hom een genot, zoo dikwyls hij zich daar bevond, eens ongestoord op de heide te kunnen dwalen. «Op een van die zwerftochten gebeurde het, dat die een stuk uit de ijskorst zaagde, wegvoerde en zich toeeigende tot schadevergoeding te dier zake veroordeeld, en tevens in de proceskosten der drie instantiën. Ik zou geen gesprek kunnen voeren zooals zij.” «Dat verhoede de hemel!” mompelde hij: «Zij kunnen stekelige dingen zeggen; dat is ook alles. Heeft u eene van haar vroeger ooit ontmoet?” «Neen; nooit vóór heden. «Kent u iemand van de menschen met wie ik omga? Kent u bij vooibeeld de Temples, van Crawly Hall?” -Neen.” u nooit in het Westen van Engeland geweest? In Derbyshire.” «Neen.” Hij zag aarzelend 'voor zich uit, maar alsof hij plotseling tot een besluit kwam vroeg hij: «Kent u de Dalstons?” Nee neen.” «Lord Dalston, kent u hem niet en al zijne dwaas heden?” «Neen, maar zijn naam kwam mij bekend yoor en ikdacht er over, waar ik dien meer heb gehoord. Kan ik hem soms in de courant hebben gelezen?” De heer Carruthers scheen te denken, dat rij niet over de Dalstons wilde spreken, en liet na een paal; vergeefsche pogingen om haar geheugen te hulp te komen het onderwerp rusten. Toen Violet op een uur dat op Elzenhof iedereen sliep, naar hare kamer ging, vergiste zij ziph in de gangen en kwam in eene, die naar de dienstboden kamers leidde. Zij hoorde een man op overredenden toon zeggen: Men schrijft ons uit 'sHage dd. 14 Februari: In uwe courant van 9 Januari ’89 meldde uw berichtgever eene niet-onbelangryke beslissing van het Gerechtshof te ’s Hertogenbosch dd. 4 Dec. '88 (speciaal belangrijk voor landeigenaren en schaatsen rijders) waarbij uitgemaakt werd dat de eigenaar van een weiland wiens grond is ondergeloopen en met water overdekt (welk water tot ijs was overgegaan) niet tevens wordt eigenaar van de ijskorst welke zich op zijn weiland gevormd heeft, zoodat hij dus onbe voegd is om schadevergoeding wegens onrechtmatige daad te vorderen van Jengene die, ondanks het ver bod van den eigenaar om het weiland te betreden waarop «verboden toegang” stond aangekondigd desniettemin die ijskorst betreedt, er een stuk uit zaagt, het wegvoert en zich toeeigent. Volgens die beslissing kan men straffeloos tegen den wil des eigenaars schaatsenrijden op zoogenaamd ondergeloopen land dat met ijs is overdekt. Onlangs heeft de Hooge Baad by arrest van 13 December 11. ’s Hofs beslissing vernietigd en in het hoogste res sort uitgemaakt: dat het betreden van eene op eeu bepaald land vastgevroren ijskorst tegen den wil van den eigenaar van den ondergrond, wèl is eene onrecht matige daad, De Hooge Raad overwoog dat, wat er moge zyn van de vraag wie eigenaar is van de op een bepaald land vast gevroren ijskorst, het betreden daarvan tegen den wil des eigenaars van den ondergrond is onrechtmatig omdat het recht des eigenaars om het betreden van zyn grond te verbieden volgt uit zyne bevoegdheid om het vrije'genot zijner zaak te hebben, terwijl het onverschillig is of die grond door eene laag van ijs, water, of andere zelfstandigheid bedekt is dewyl het betreden dier laag niet mogelijk is zonder de grenzen van het erf te overechryden en middellijk met de bovenlaag ook don ondergrond te betreden. Indirect heeft do Hooge Raad dus beslist dat de eigenaar van den grond óók is eigenaar van de op of boven dien grond vastgevroren ijskorst, en in ieder geval in het hoogste ressort uitgemaakt dat schaat senrijders het ijs op den grond of het land vau de eigenaren niet mogen betreden tegen den wil dier eigenaren. Tengevolge van deze beslissing werd de persoon

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 1