ARDS.
'GEN,
end
ooi-,
ind,
ader gele-
N° 4153.
1890.
IETS GEHEIMZINNIGS.
S,
Huideelt.
dagen tpd
nste pjjn te
i gevoeligste
BINNENLAND.
en
Zaterdag 22 Februari.
merk
KG.
3 en 73
itiaren.
rceelen en
JNieuwa- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
advertentlön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave.
De inzending van
ie),
happen,
FEUILLETON.
‘f.It.'Jo'
IS cis, 45 ct.
T.
zamenljjlce
iformatiën,
ornoemden
Een jeugdig socialist die verleden jaar een schot
schrift, vlugschrift of pamflet, getiteld: „eene bloed-
itsenwedstrijd te
flati dat spreekt
den Heer Jurrjens als Vertegenwoordiger der
Amsterdamsche school" nog het
De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prjjs per drie maanden is 1.25, franco
per post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
ing te zien.
Bovendien worden alle Advertentien gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
't welk des Maandags verschijnt.
4 MAART
de Bouw-
IE
:ng
(Vit iet Engeluk.)
altijd
„Nu, waar bewaart zij dat garnituur?" vroeg mijn
heer geeuwende, alsof het hem begon te vervelen.
„,Is het toch waar?» vroeg hij met een weinig
dieer belangstelling.
niemand in huis, niet/ sens
weet waar zij het verstopt?
manton onder haar kussen?
Mijnheer stond op.
GOUDA, 21 Februari 1890.
By kon. besl. van 19 Fehr, is met ingang van
1 April 1890, op hun verzoek, eervol ontslag ver
leend aan dr. J. J. Kreenen, als inspecteur van
het lager onderwjjs in de derde inspectie, en aan
A. Moens, als inspecteur van hot lager onderwjjs
in de tweede inspectie, met dankbetuiging voor de
door hen gedurende vele jaren den lande bewezen
diensten.
r A EKENS,
n, Blokwa-
i, Usslede,
i
e Sehoon-
IDAG 28
's mor
st Rbcht-
open:
«9)
«O neon, mijnheer! het wonderljjkste komt nog!
Toen ik van morgen zou wegrijden, bracht de be
diende van den heer Carruthers het mij terug; hij
zeide, het op de trap te hebben opgeraapt. Het
plaatje, waarop die naamcijfers staan, was er echter
van verdwenen. Vindt u dat niet zeer vreemd?”
.Niet zoo erg vreemd, als je bedenkt dat het
medaillon van bergkristal is. Indien het diamanten
waren, zou het zeker te verwonderen zijn dat hij
het teruggaf. Zulk een zorgeloos klein poesje ver
dient waarlijk geene kostbaarheden te bezitten. Wat
zoudt ge doen als je eens echte diamanten te be
waren hadt?”
«Ik hoop dat ik die nooit zal bezitten, mijnheer!”
«Meen je dat in ernst?” vroeg hij twijfelend.
«Ik verbeeld mij, dat het eene te groote verant
woordelijkheid is voor de eigenares.”
«Ik verbeeld mjj, dat je prachtige juweelen zult
hebben gezien, op Denhamcourt,” zeide hij lachend.
Zij droegen er slechts weinige; maar ik geloof wel
dat zij er vele bezitten. Van óéne dame, de vrouw
van een rijk koopman, vertelde men, dat zij verruk-
goüdsche courant.
zei 50 ets.
N, Coiffeur.
v. TÜIJLL.
keljjke diamanten bezit."
«En hoe heet die gelukkige dame?"
«Mevrouw Cunningham."
«Hoe vond mevrouw Cunningham je medaillon?"
«Zy kon niet gelooven dat het niet echt was en
beknorde mij over de achteloosheid, waarmede ik
roet het medaillon omging, maar
«Mevrouw is zeker erg zorgvuldig in het bergen
van haar kostbaar garnituur?"
«Ja, en hoe! Zij heeft één zeer kostbaar stel dia
manten en «cats eyes
Door eene plotselinge beweging trapte mijnheer
dep hond op den staart, zoodat tiij jankte. Zij hield
op om het dier te troosten.
«Verder, verder!” riep mijnheer ongeduldig.
„Wat vertelde ik ook weer? O, ja, nu weet ik
bet al, van mevrouw Cunningham’s juweelen. Zij
heeft een stol uitermate kostbare diamanten en
wat zij noemde «cats eyes", en dat bewaart zij
altijd
„Nu, waar bewaart zij dat garnituur?" vroeg mijn
heer geeuwende, alsof het hem begon te vervelen.
«Zjj draagt het altijd bij zich."
„Is het toch waar?» vroeg hij met een weinig
ifieer belangstelling.
«Ja, heusch. Zij heeft het mjj zelve verteld. En
haar eigen kamenier,
Zjj slaapt met de dia-
belasting" had geschreven, doen drukken en ver
spreiden onder de lotolingen, stond gisteren in appèl
van een vonnis der arrondissements-rechtbank te
Botterdam als geïntimeerde terecht voor het gerechts
hof te ’s Gravenhage, omdat hij in dat geschrift de
miliciens zou hebben opgeruid tot insubordinatie.
Uitvoerig lichtte de advooaat-generaal zijn requi
sitoir toe, vorderde vernietiging van het vonnis der
rechtbank te Botterdam, waai bij de beklaagde was
ontslagen van rechtsvervolging, en eischte zijn ver-
oordeeling tot eene gevangenisstraf van drie maanden.
De toegevoegde verdediger inr. Patijn, hoewel in
het minst geen sympathie gevoelende voor de rich
ting waarvan het geïncrimineerde geschriftje getui
genis aflegt, en zelfs met kracht wijzende op den
verderfeljjken invloed, dien zulke phrases konden
uitoefenen, meende toch dat van eene veroordeeling
wegens opruiing geen sprake kan zijn. In eene
uitvoerige rede, gesteund door litteratuur, ook van
buitenlandsche rechtsgeleerden, trachtte hij zijne
meaning ingang te doen vinden bij het Hof.
De beklaagde zalf trachtte ten slotte zijn verde
diger vrij te pleiten van alle socialistische besmet-
Uitspraak 1 Maart.
Van den internationalen
Berlijn bericht het Berliner
van
„beroemde Amsterdamsche school" nog
volgende
«Aan het internationale snelrijden op een baan
van 400 meter namen 7 tyeeren deel, in twee groe
pen. De eerste wedloop was zeer belangwekkend,
do NoOrdsche rijder Olsen van de vereeniging Berlin
die indertijd het meesterschap won, mat zich daarin
met den Nederlandschen rijder Jurijens, in sport
kringen welbekend door de wedstrijden om het
wereldmeesterschap, en den Heer Biecken, van de
vereeniging Hamburg-Borgfelde.
„Na een zeer spannendon strijd was de Neder
lander Jurrjens overwinnaar, met 8 minuten 34
seconden. Hij had tot het laatst een korten krach-
tigen slag volgehouden. Slechts seconde meer
had Olsen noodig voor het afleggen van de baan.
Deze reed met lange, kalme slagen; maar hij was
op het laatst eenigszins vermoeid. Biecken was
nummer drie met 8 minuten, 40 seconden. De
overigen, van de tweede groep, hadden meer dan
9 minuten noodig.
„Bij de algemeer.e snelrijderjj, twee aan twee op
een baan .van 2000 meter, waren Jurrjens en Olsen
door het lot aangewezen om samen te rijden. Na
tuurlijk wekte die wedloop de meeste belangstelling.
Eerst was Jurijens vooraan, maar bij de laatste
ronde kwam Olsen opzetten, en hij had misschien
kans op overwinning, toen hij op 20 meter afstands
van het eind der baan viel, zoodat Jurrjens orerwon
roet 4 minuten 5 seconden. Den tweeden prijs won
de Deen Schon, met 4 minuten 16*/4 seconden."
Omtrent het óproer aan boord van het stoomschip
Tromp schrijft de Held. Cl. nog:
Den twijfel vanwege het departement, of de Tromp
reedt in de wateren van Suriname kan zijn aange
komen, kunnen wij niet begrijpen, tenzij de Tromp
nog een andere bestemming heeft gehad alvorens
Paramaribo aan te doen, want het is toch aan het
departement even goed als aan ons bekend dat ge
noemd schip reeds den 14 Januari de Plata-rivier
heeft verlaten. Tusschen dien datum en nu liggen
35 dsgen.
Men heeft ons bericht, dst de muitende bemanning
den heer Thorbecke overboord heeft geworpen, maar
•dat hjj gered is.
Dat reeds vroeger door een marinier een poging
is gedaan om den heer Thorbecke neer te zonieten,
is van algemeens bekendheid. De soldaat boet er
voor met 10 jaren gevangenisstraf.
Ook op een der beide andere bodems van het
eskader, waarvan de Tromp deel uitmaakte, nl. op
de Mjek, moeten verregaande ongeregeldheden zijn
voorgevallen.
ADVERTENTIEN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centeniedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
Tusschen 5*/» en 6 uur gisteienochtend werd
ontdekt, dat een hevige brand woedde in den Stads
schouwburg, aan het Leidscheplein te Amsterdam,
waar den avond te voren, ter gelegenheid van 's Ko-
nings veijaardag, was opgevoerd De terugkeer van
den koloniaal, welk stuk met een door bengaalsch
vuur verlichte apotheose besloten wordt, wat ver
moeden doet, dat een vonk in het oude vermolmde
decoratief is gevallen.
Kwart over drieën had een brandwacht van den
post LeidschekadeLeidscheplein nog de gewone
ronde gedaan en niets verdachts bespeurd, ofschoon
toen het vuur op de plek, waar de brand is ont
staan, reeds geruimen tijd moet gesmeuld hebben.
Zoodra het vuur, door den sterken zuid-oosten wind
aangewakkerd, zich een uitweg naar buiten baande,
stond in een oogwenk de achtergevel over zijn ge-
„Ik denk, dat zelfs een hoop diamanten onder je
kussen niet in slaat zou zijn je van nacht wakker
te houden. Je bent zeker erg vermoeid.”
Hjj ruimde nog een weinig op, alsof hij voorne
mens was ook dadelijk naar bed te gaan, maar hij
zag er volstrekt niet slaperig uit. Zijne oogen flik
kerden. Hij gaf haar de kaars.
„Droom prettig van Denhamcourt, prinsesje; eigen
lijk verdien je het niet! Zulke geheimen te verraden,
die je in vertrouwen zijn medegedeeld! Het is al
heel erg!”
„Och mijnheer! Alsof het er op aankwam
tegen u!” riep zij lachende, terwijl zij de deur
opendeed.
„Nu ja; gelukkig heb je het maar alleen aan mij
verteld 1” antwoordde hij, nu ook met een vriende-
lijken glimlach.
Mijnheer had gelijk; zij was vermoeid, zelfs zóó
dat zij zich den andoren morgen versliep en niet be
neden kwam vóór het ontbijt half was afgeloopen.
Men had vandaag bijzonder precies op tijd ontbeten.
Op het oogenblik, toen zij binnenkwam reed, tot hare
verbazing de calèche voor en, tot hare nog veel
grootere verwondering, zag zjj mevrouw, gekleed om
uit te gaan, aan tafel zitten.
„Wij hebben genoeg van u, juffrouw,” begun do
heer Bayner, die schik had in haar verbaasd gezicht,
«en daarom loopen wij allen weg en laten u alleen
op Elzenhof achter.”