Buiteniandsch Overzicht. PETR0LEUM-N0TEERINGEN Oantzlaar Schalkwijk, te Rotterdam. bijna allen van vreemden oorsprong. (Zie o. a. F. Nagtglas, Levensberichteh van Zeeuwen.) Het rijke Middelburg lokte in den bloeitijd der Republiek en nog lang daarna tal van vreemdelingen. Vandaar de velerlei uitboemsche familienamen onder alle standen in die stad. Een groot gedeelte der wal- chersche boeren schijnt van fransche of waalsche afkomst te zgn. Velen dragen nog min of meer verbasterde Iransche geslachtsnamen. In westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen daarentegen moeten niet weinig afstammelingen wonen van vluchtelingen uit Sals- burg en omstreken. In oostelgk Zeeuwsch-Vlaan deren vindt men families van spaanschen bloede. 0Sedert ruim oen halve eeuw wordt Zuid-Beveland overstroomd door emigranten uit de overige zeeuw* sche eilanden en van de zuidzijde der Wester- Scheldeboorden. De Katholieken onder hen zijn bijna allen van zeeuwsche of belgischt-vlaamsche afkomst. Te Goes wonen buitengewoon veel menschen, die geen goboren Goesenaars of kinderen van niet- Goesenaars zyn. Zij komen of kwamen uit alle windstreken. Hoe het echter staat met de afstamming der oudere zuld-bevelandsche families, zoo aanzienlijke als geringe, durf ik niet vast zeggen. Vermoedelyk zijn de oude „Goesenaars", zooals alle Zuid-Beve landers vaak genoemd vorden, moer „van vreemde smetten vrij" gebleven. Het goesche land is lang spaansch gebleven, bezat niets dan een klein land stadje, was uitsluitend eeu landbouwende streek en lag voorheen zeer geïsoleerd. Ook bleven sommige ambachtsheeren in hur. heerlijkheid wonen onder de Republiekzij zullen zeker geen vreemdelingen ge lokt hebben, om zich op de vingers te laten kijken. Zeker is het, dat er in Zuid-Bevelaud enkele fami lies woonachtig zijn, die aldaar eeuwen vertoefd hebbenhet zijn meestal zeer in verval geraakte patricische geslachten. Oude, nog bloeiende regen ten-families van goesche afkomst vindt men er niet meer, voor zoover mij bekend is. Een der gezondste plekjes der wereld schijnt wel het eiland Lesbos te zijn, wegens zijn uitstekend klimaat. De gelukkige gevolgen daarvan openbaren er zich, volgens het Turksche blad Murabet, door, algemeenen hoogen ouderdom, want noch in Mitylene noch op het overige gedeelte van het eiland is het iets bijzonders meer, als iemand boven de honderd jaar oud wordt. Zoo wordt eené vrouw op het eiland gevonden, die 145 jaaren oud en nog heel kras is. Mezzini, de zoon van Ism&ël Aga, telt 130 jaar, de schoenmaker Xalil Aga 120 en Asik in 't dorp Argas 115 jaren. Vergeleken bij ons zoo afwisselend en meestal niet gunstig klimaat, is dat gelukkige eiland werkelijk door ons te benijden. Zou er geen herstellingsoord zijn op te richten P Op het zuidelijk eiland van Nieuw-Zeeland is een waterval ontdekt, welke tot de merkwaardigste op aarde kau gerekend worden. De toegang ^derwaarts is evenwel met groote plaatselijke zwarigheden ver bonden, daar hij gelegen is te midden van met sneeuw bedekte bergen, talrijke gletschers en groot- sche bergmeeren. De hoogste der thans bekende watervallen is in Californie, waar het water van een hoogte van 2550 voet naar beneden stort, Dan volgt de Orco-val op den Monte-Rosa in Zwitserland mot 2400 voet val booste in twee sprongen. De nieuw 'ontdekte val optNieuw-Zeeland neemt met 1904 voét Beaconsburgh zou aankomen, af te halen. De heer Reade was op reis geweest om papieren in orde te brengen, in verband met den aankoop eener boer derij, een paar mijlen verder op, want hij had aan zijn zoon beloofd, dat hij die zou koopen in zijne afwezigheid. „Wij gaan nu eerst naar dokter Lowe en dan ga je met mij naar het station om papa af te halen." Zij protesteerde hiertegen, zeggende dat zij met den dokter naar huis wilde rijden, maar zij liet zich door hem bepraten. „Waarvoor heb je eene boerderij noodig, Lau rence?" vroeg zij, toen zij buiten het stationshek stonden te wachten. Zij was in het rijtuig blijven zitten- en hield de teugels vast, uit vrees dat het vreemde reisgezelschap van den jongen heer Reade te veel opzien zou baren als zij uitstapte en met hem in de wachtkamer ging. Maar hij bleef naast haar staan en hield gedurende het praten haar hand, onder den regenmantel, stevig vast. „Waarvoor ik eene boerderij noodig heb? Om een tehuis voor jou te hebben en iets om voor ons den kost te verdienen. Ik heb een beetje verstand van de landbouw, en het komt er bovendien minder op aan of ik in den eersten tijd al eens wat verlies bij de zaken." „Waarom wilde je een „thuis" hebben voor zulk eene „rolleerde coquette" die je gisteren zeidet nooit terug te willen zien?" „Men is toch niet verplicht rekenschap af te leg- valhoogte de derde plaats in deze voert in drie opeenvolgende vallen meer water dalwaarts dan, de beide eerstgenoemde te zamen. In de vierde plaats komt dan een waterval van 1400 voet hoogte in de Pyreueeen. De Niagara-val voert van alle watervallen op aarde de grootste hoevoelheid water af. Uit Paramaribo schryft men aan do N. R. Ct. De zending van mr. Kalff naar Noderland, om aldaar de houding van gouverneur Lohman bij de regeering te gaan verdedigeu, is iets zóó ongehoords dat wjj het niet konden gelooven, eer wij dien jeugdigen rechterlijken ambtenaar zagen vertrekkon, niet met buiteniandsch verlof om gozoudheidsredenen zooals vroeger, of met ontslag, maar als koerier van den gouverneur. Wij zijn benieuwd wie de kosten van de heen- en weerreis per mail en van het verblijf in Nederland betalen zal, en zyn overtuigd dat elke poging om hiervan eene begrootingspost te maken zoowel hier als in Noderland zal schipbreuk lijden, daar het eeuo uitgaaf is niet ten algemeenen nutte of in het algemeen belang, maar uitsluitend ten behoeve van den heer Lohman. Velen denken, dat de heer KalfT (doch dat is eene bloote onder stelling) zelf pleizier had om weer eens over te wip pen. In den korteu tijd, dat hij hier is, is het reeds zijne dorde reis naar Europa. Dergelijke uitstapjes schijnen hem dus niet onwelkom, zegt men, en dan mag hij die nu ook eens zelf bekos tigen. Bloeiend als eene roos, heette het vroeger dat hij om gezondheidsredenen gingnu heet het op last van den gouverneurDooh de heer Kalff is een onafzetbaar ambtenaar, door den Koning be noemd, en van eenen dergelijken „last" van den gouverneur, buiten zijnen rechterswerkkring om, kon dus geen sprake ziju. Gesteld dus dat hij die zending niet zelf heeft uitgelokt, had hij 's gouver neurs aanzoek daartoe niet mogen inwilligen. In geen geval zal hij de kostou van zijne pleizier- reis op de uitgeputte kolonie kungen verhalen. An deren meenen, dat in den korten tyd van zgn be stuur de financiën van mr. Lohman zoo zijn vooruitgegaan, dat hij zich «ie weelde van zulk eenen duren boodschapper thans reeds zou kunnen ver- 'oorloven. De kosten evenwel daargelaten, mag men toch niet voorbgzien, dat eeu lid van het Hof van justitie (onze jeugdige vriend Kalff bezit geenerlei administratieve of politieke nevenbetrekking) door den Koning benoemd wordt uitsluitend voor de rechtspraak, eri geenszins om op zulk een tijdroo- venden voet voor boodschaplooper van deu gouverneur of wien ook te spelen. Ongetwijfeld zal de rechtspraak (nog een ander lid van het Hof is met verlof afwezig) door deze nieuwe, geheel noodelooze, afwezigheid wérden be nadeeld. Zal de regeering dit alles toelaten En zal de Vertegenwoordiging er dan het zwijgen toe doen? Of zal aan mr. Kalff worden beduid, dat hg onver wijld de terugreis zal hebben aan te nemen, en voortaan zich houden moet aan het werk, waarvoor hij is aangesteld? En moet eene herhaling van dergelijke grappeu niet worden voorkomen? Waarom, vragen wij hier allen, heeft de gouverneur den gewoneu weg niet bewandeld, en papier, peu en inkt gebruikt of door den gouvernements-secreta- ris doen gebruiken Is hij hier bevreesd voor het ncripta manent? Is gen van elk woord dat raèn zegt, kleine heks?" j lachte hij. „Je dacht niet dat ik in ernst plan had je nooit terug te zien. Dat geloofde je immers niet?" „Het zou mg niets hebbén kunnen schelen!" „Daar hebben wij de coquette alweer? Je zoudt me zulke sprookjes nooit hebben verteld, vóór je op Deuhamcourt les had genomen. Ik wilde je mor genavond komen bezoeken. Ik ben heden den ge- heelen dag op Lawley geweest en ik moet er morgen weer met mijn vader heen. Maar morgen avond kom ik op Elzenhof en vraag ronduit naar je. Denk et om dat ge niet uitgaat!" „Ik beloof niets." „En dan kunnen wij heerlijk een poos samen pra ten, want de heer Rayner is, ditmaal zij dank, niet thuis; ik zal je een adres opgeven waar je mij je brieven kant zenden." Zij waren zoo in hun gesprek verdiept, dat Violet er niet op had gelet hoe een man vlak'achter hen stond. Laurence keek nu om en ontdekte dat de trein was aangekomen terwijl zij aan het keuvelen waren. „Goede hemel! Wacht hier op mij,lieveling!" riep hij haastig, en nu liep hij met zulk eene vaart weg, dat hij tegen den man die als een aardwerker was gekleed, aanbonsde en hem den hoed van het hoofd stootte! faon hij met zijn vader, die Violet zeer vriendelijk groette, terugkeerde, zag hij erg bleek, en bezorgd het misschien te doen om geen enkel spoor tq doen overblijven van de voorstelling van zaken, die men als goed christen, naar waarheid, en dus onbewimpeld, zou moeten geven Mag vraagt hier een ieder mag iemand van den naam van Lohman tegonwoordig alles doen? Een van de grootste Amerikaansche millionaire, do heer Andrew Carnegie, heeft in het Juli-nommer van de „North-American Review" een opstel ge plaatst over do plichten van ryke lieden, dat bijzon der de aandacht getrokken heeft, o. a. in Engeland door den heer Gladstone ter sprake gebracht en ten onzent in de "Wetenschappelijke Bladen" overgeno men is. Carnegie's betoog kwam hierop neer dat het verwerven van 'zulke monsterachtig groote vermogens, als tegenwoordig het meest in Amerika voorkomen op zichzelf volstrekt niet opgeoorloofd of verkeerd is, maar tot bevordering van het algemeen belang kau strekken, indien de bezitters er van zich hunne verplichtingen bewust zjjn. Zij moeten zich beschouwen, niet als eigenaars hunner schatten, maar als beheerders er van ten algemeenen nutte. Aan hunne wettige erfgenamen moeten zij niet meer dan matige middelen van bestaan nalaten, liet ove rige behooren zjj te besteden tot het stichten van inrichtingen van openbaar uut of van barmhartig heid, en dut wel bij hun leven, niet bij testamen taire beschikking na hun overlijden, in welk geval zegt jCarnegio de persoonlyke verdiensto grootendeels verloren gaat. De daad bij het woord voegende, hoeft de heer Carnegie aan de steden Alleghany-City en Pittsburg eene kostbare openbare boekerjj ten geschenke ge geven. Die in de eerstgenoemde stad is onlangs, in tegenwoordigheid van den president der republiek, feestelijk geopend. Na ruim 36 jaren in tuchthuis en gevangenis te hebbeii doorgebracht, was de 59jurige J. H. Röhde op 3 Ocfobor des vorigen jaars weder ontslagen met een uitgaanskas van ƒ273. Hij nam zijn iutrek bij eenvoudigo burgerlieden te Amsterdam en noemde zich eommiaaionair, maar giug bij voorkeur des avonds uit; hij zeide dat hij wel eens 's nachts uit bleef, doch dan behoefde men zich niet ongerust te maken, daar hij voor zaken naar Naarden ging. Maar op 29 Docorabor werd R. weder gevangen ge nomen, verdacht van verschillende diefstallen bij nacht door middel van braak en Donderdag stond hij weder terecht wegens drie dtcfstallen, waarvoor O. M. 10 jaren en 8 maanden gevangenisstraf eischte. Op zijn 70e jaar, als hg dit haalt, zal deze treu rige man dan 47 jaren gevangenisstraf achter don rug hebben. Zeven-on-veertig van de zeventig jaren Een reis om de wereld als eon uitstapje voor eene zomer vacantie, wordt waarschijnlijk door den aanleg van oen nieuwen spoorweg in Rnsland, die tevens de langste spoorbaan dor wereld zal zijn. Deze is in wording door don aanleg der Siberisch-trans- Aziatische lijn van Petersburg over Irkutsk naar Wladiwostok aan den Stillen Oceaan. De Canadeo- sche spoorweg heeft een lengte van 5000 kilometers, de Noord-Pacificbaan van 6500, terwyl de nieuwe ^iberisch-trans-Aziatische lijn 6500 kilometers lang zal zijn. Tegenwoordig heeft een brief van Peters- burg naar Wladiwostok nog 2'/j, maand in den zomer in den winter zelfs 4 maanden noodig, na?«'t gereed- liet hij zijne oogen ronddwalen. „Weet je wie die man was, tegen wien ik aan liep?" fluisterde hij. „Die aardwerker?" „Het was geen aardwerker, het was de heer Rayner." „Maar Laurence." „Hij was het; ik verzeker het je. Wat had hij hier, zoo vermomd, te doen? Hij kwam met dezen trein. Hij heeft stellig ons gesprek afgeluisterd. Let eens op, Violet, wat ik zeg-, ik zal je nooit te rugzien „Maar Laurence, hoe kon hij dat teweeg bren gen? Je komt morgen avond en, vraagt naar mij „Luister goed, Violet," viel hg haar in de rede; „als je mij morgen avond om zeven uren nog niet hebt zien komen, ga dau voor half acht naar je „nestje" in het plantsoen; maar heel zeker, daar reken ik op." „Goed Laurence. Ik beloof het!" Gedurende den rit naar huis praatte de oude heer Reade vriendelijk met haar; Laurence zat stil, trok nu en dan bezorgd haar regenmantel wat hooger tegen haar hals en sloeg haar oplettend gade, terwijl zij met zijn vader sprak: zelf zeide hij echter nau welijks een paar woordefi. {Wordt vervolgd maken der nieuwe spoorlijn zal de overtocht in 12 dagen kunnen geschieden. De nieuwe baan zal het ook mogelijk maken, in 40 dagen om de aarde te reizen, zoodat aulk een tocht dan wellicht nog eens een vacantie- of een huwelijkRreisje zal worden. Over de inneming zonder slag of stoot van de drie bentings, die aan onze troepen te Atjeh den 26sten Juli van het vorige jaar zooveel offers heb ben gekost, zijn sedert 6 Januari, den dag var. dit wapenfeit, uitvoerige berichten ontvangen. CMt alles is opnieuw gebleken zegt do Java-Bode dat het vroeger bij Kotta Pohama gebeurde onze positie volstrekt uiet zoo had verergerd als velen wel meen den, dat er van een geregeld beleg van onze stel lingen door den vijand geen sprake was, dat men dus zeer verstandig heelt gehandeld door toen niet dadelijk van systeem te vêrandereu, en dat wij geen goed georganiseerde strijdmacht tegenover ons heb ben, maar slechts losse benden, die, wanneer zij daartoe- kans zien, in vereeniging met onze vijanden binnen en buiten de linie hun slag trachten te slaan. Het nomen van do positie Kota Toenakoe zal zeker ons prestige bij do oorlogspartij wel wat hebben verhoogd, maar het is toch de vraag of niet nog steeds zooveel mogelijk geduld moet worden geoe fend en men niet den pretendent-sultan zoo min mogelijk moet doen bemerken, dat naar zijne onder werping reikhalzend wordt uitgezien. Dat inlus- schon dit laatsto wel gedaan wordt door hen, die op Atjoh met de leiding der zaken zijn bolast en die gaarne vandaar weg willen, is hun niet euvel te dui den, en zoo is het ook te verklaren dat een tweede tocht van Toekoe Nek naar Keraala wordt beraamd, al is daarvan even weinig resultaat te wachten van don eersten, vooral daar do oorlogspartij, minder lichtgeloovig dan de Minister van Koloniën, ook nu niet zal meenen, dat Nek uit eigen beweging komt. Do blokkade van Atjeh's Noordkust wordt streng volgehoudenop drie schepen na, die te Amboina, Bqndjermassin en Palerabang zijn gestationneerd, bevindt zich thans de geheele beschikbare Indische marine in de wateren van Atjeh. Over deze operatie wordt van 12 Jan. in oen brief uit Atjeh aan de Jave-Bode nog het volgende geschreven Heb ik in mijue verige correspondentie in grove trekken de inbezitname der 3 vijandelijke bentings gemeld, thans kan ik daaraan nog toevoegen, dat de 3 detachementen uit Kota Pohama, Pakan Kroong Tjoet en Lamjong gecommandeerd werden respectie velijk door de luitenants Web, Schroder en Mathijsen, torwijl het geheel geleid werd door don chef van den staf, den kapitein van Heutz. De weg, die genomen werd, was dezelfde als die indertijd door de pa trouille Veerman is gevolgd, zoodat men dan ook, eveuals Veerman, het eerst voor Kota Toeankoe kwam. Na de lagune overgetrokken te zijn vond men Kota liagoe, de door ons op 26 Juli 1889 genomen benting, en noordwaarts van deze Kota Baroe. Kotu Hagoe scheen na 26 Juli door de Atjehers reeds gedeeltelijk geslecht te zijn, om het dicht bijge legen Kota Baroe meer te kunnen versterken. Deze benting bad een aarden wal van p. m. 5 m. dikte, en ware de benting dien nacht bezet geweest, zoo had men geduchten tegenstand ontmoet. Het 14e en 3e bat. waren echter in de nabijheid, om zoo noodig hulp te verleeneu. Het^vérdere van dien dag (6 Januari) werd besteed opfde genomen bentings in eenigszins bewoonbaren téestand te brengen, waarbij de aanwezige troepen voorwaarts in stelling bleven liggen. Gedu rende den nacht bleven 100 man van het 14e bat. do bentings bewaken. Den volgenden morgen kwamen 2 compagoiën van het 12e bat. inf. en ongeveer 150 dwangarbeiders een begin maken met het openkappen van het terrein, eu deze compagniën bleven den vol genden nacht de benting bewaken. Dien dag was geen sobot gelost geworden, hoewel zich in den na middag in den rand van Jcampong Tjadé Kedjoeran een tiental Atjehers vertoonden. Des middags kwam een Atjeher uit die kampong vragen, wel zoo goed te willen zijn de kampong te sparen. Toen den volgenden morgen echter een groot aantal schoten in die richting gehoord werden, bleek het al spcedig, dat juist uit die kampong de eerste kogels onq wer den toegezonden. Natuurlijk dat ons kruit en lood toen ook niet gespaaid bleef. Dien dag bekwamen wij twee dooden, den iil. fusolier Sakia, no. 28172, en den Europ: fuselier van Garderen, no. 25287, beiden van het 12e bat. inf. Men gaat nu steeds voort met het openkappen van het terrein. Dat het laatste werk, het slechten der bentings, zeker niet het pleizierigste werk zal zijn, ligt voor dè hand. Onder de zaken, tot do vroeger bestaande orde behoorende, welke de wilde stormvloed der om wenteling in 1789 in Frankrijk met vernielend ge weld verwoestte of deed verdwijnen, behoorden ook de op zichzelf onschuldige speelkaarten. Wat? Ko ning, koningin, boer! Er was immers geen Koning, er zouden voortaan geen heeren, edel vrouwen of boeren zijn, maar niets dan vrijheid, gelijkheid, biirgers on burgeressen Daarom vond men toen speelkaarten der Fransche Republiek uit, die, het eerst verschijnend in 1793, als de eigenaardigste kaart e-blaadjes, die de wereld ooit gezien had, een kortstondig modebestaan hadden. Daar het genie de plaats der koningen zoude inne men, werden op deze kaarten de heeren of koningen geniën genoemd, en wel: hartengenie of genie des oorlogs, ruiten-genie of genie vau- den handel, kla veren- of vrede-genie en schoppen- ot kunst-genie. Deze geniën waren deels naar den smaak van dien tijd uitgerust met strijdlustige oorlogs-atributen, deels met zinnebeelden der. nieuwe of der oud-Romeinsche staatsregeling. Evenzoo hadden de vrouwen, in plaats van haren vroegeren titel van koningin, dien van „vrijheid" gekregen, wat in de toenmalige ooren vrij wat beter klonk, en tengevolge daarvan ontstonden de namen: harte-vrijheid of vrijheid vaq eeredienst, ruiten- vrijheid of vrijheid van handel en bedrijf, klaveren- vrijheid of vrijheid van het huwelijk en schoppen- vrijheid of vrijheid der drukpers, en als de voor naamste zinnebeelden der betreffende ex-koninginuon, speelden eene eerste rol de phrygische muts, een hooren van overvloed, een vaandel met het verlokkende woord „echtscheiding," gedragen door de vrijheid in persoon, zoowel als de strijdknods der kracht en de alarmtrompet der faam met en benevens de leus „lipht." Nu de gelijkheid was gekomen in de plaats der boeren en knechten, werd harten-boer: gelijkheid van het hart of der plichten, voorgesteld door een indrukwekkenden nationaal-gardist met de nadere verduidelijking: „veiligheid"; ruitenboer werd: ge lijkheid van kleuren, in de gedaante van een pootigen neger, dr.e zijn vroeger slavenjuk met de voeten ver treedt; klaverenboer werd: gelijkheid van rechten, in den persoon van een rechter met de weegschaal, en sehopponboer stelde de gelijkheid van rang voor, als men dit ton minste kon begrijpen uit de voorstelling van een gewapenden sans-culotte die, zittende op een steen der vernielde Bastille, zich vermaakte met het vertrappen van adellijke wapens en -titels. Onclnnks al die schoone en leerrijke zinnebeelden, gingen deze origineel© speelkaarten der eerste Fran sche Republiek denzelfden weg op als zij zelve: zij verdwenen, nadat zij het kortstondig bestaan eener raode-één-dags-vlieg hadden geleid, tegelijk met de vrijheid en gelijkheid, tot welker verheerlijking zij waren uitgevonden. {Zondagsblad.) De vindingrijkheid der Chineezen, ook in tui- nierswerk, blijkt uit de drijvende tuinon, die zij ver vaardigen. In do maand April wordt er van bam boesriet een vlot gegsiaakt, tien of twaalf voet lang en ongeveer half *oo breed. De rieten worden aan elkander gebonden met een duim tusschenruimte. Er wordt eeue laag stroo van een duim dikte over heen gespreid en daarover eene* jtwoe duim dikke laag kleverige modder, uit een" kanaal of waterplas gebaggerd, waar het zaad in gezaaid wordt. Dan wordt het vlot aan den oever va|| oen stil water ge meerd en vereischt geen verdere zorg. Al spoedig zakt het stroo en de bodem ook en verkrijgen de wortels hun voedsel alleen uit het water. Binnen een week of drie is het vlet bedekt met den wilden wijngaard, waarvan de stengels en wortels verzameld worden om ze te koken. In den herfst hebben zijn kleine, witte knoppen en gele stengels tusschen de ronde bladen een zeer aardig aauzien. Op sommige plaatsen wordt moerassig land op die wijze voordeelig bebouwd. Behalve deze drijvende groentetuinen zijn er ook drijvende rijstvelden. Op vlotten als bovenvermeld wordt zeewier en modder als bodem gelegd, en wan neer de scheuten van de rijstplant zoover zijn, dat zij overgeplant kunnen wordÖn", worden zij in deu drijvenden bodem gezet, die, door de wortels van het zeewier vastheid verkregen hebbende, de planten het geheelo sqizoen door in goeden staat houdt. De aldus geplaute rijst rijpt binnen zestig a zeventig dagen, in plaats van honderd. De vlotten worden aan den oever vastgelegd en drijven op meren of wateren, die geen sterke strooming hebben. Tot dusver is de uitslag van 318 verkiezingen vbor den Duitschen rijksdag bekend, waaronder meer dan 120 herstemmingen. Elk nieuw bericht, dat ontvangen wordt, vergroot de nederlaag <der Aar^-partijon, voornamelijk der nationaal-liberalen, en bevestigt de onverwachte ze gepraal der sociaal democraten en vrijzinnigen, voor wie in een groot aantal districten de herstemmin gen gunstiger staan dan voor de tegenpartij. In enkele gevallen is het nog onzeker, of het tot eene herstemming of tot eene definitieve zegepraal zal komen. Naar *een zorgvuldige telling is de uitslag tot dusver Gekozen: Centrum 66, Polen 15, Elzassers 10; deze drie partijen te zamen 14 herstemmingen. Conservatieven: gekozen 31, herstemmingen 21. Vrij-oonservatieven: gekozen 13, herstemmingen 19. Nationaqj-liberalen-. gekozen 15, herstemmingen 56. Vrijzinnigen: gekozen 20, hei stemmingen 62. Democratische volkspartijgekozen 2, herstem mingen 9. oociaal-democratengekozen 20, herstemmingen 56. De vrijzinnigen rekqpen op 60 mandaten. Bennigsen is niet gekozen, maar komt in herstem ming met den candidaat der sociaal-democraten. De leider der conservatieven, Helldorff, hoeft in zijn oud district moeten onderdoen voor den can didaat der vrijzinnigen. Stöcker komt in herstemming met Trager, van de vrijzinnige partij. Volgens de Bol. Nachriehten bestaat geen grond voor den twijfel, als zou de conferentie ter bescher ming der arbeiders niet spoedig te Berlijn bijeen komen. Oostenrijk-Hongarije, Italië, Frankrijk, Groot- Britannië, Zwitserland, België, Nederland, Zweden en Noorwegen hebben hun deelneming toegezegd. Rusland on de Vereenigde Staten van Noord-Ahie- ^ika hebben geweigerd, op grond dat zij minder rechtstreeks bij de zaak belang hebben. Zaterdagavond eindigde de termijn van tien dagen, welke deu hertog van Orleans is toegestaan om in hooger beroep te komen tegen zijn veroordeeling door de Parijsche rechtbank. De hertog heeft geen gebruik gemaakt van zijn recht en derhalve moest Zaterdagavond een besluit worden genomen. In den ministerraad kon men het niet eens worden over het geval. De heeren Tirard en Constans ver klaarden zich er voor den hertog onmiddellijk over de grenzen te laten brengen, maar de overige mi nisters waren er voor eerst na verloop van oenigen tijd kwijtschelding van straf zou worden verleend. Toch gelooft men dat een beslissing in den eersten zin zal wordea genomen, omdat president Carnot zich op hetzelfde standpunt stelt als de heeren Tirard en Constans. Eenige Parijsche bladen weten zelfs mede te doe len, dat alle voorbereidende maatregelen reeds zijn genomen. De prefect van politie heeft den hertog medegedeeld, dat hij in den nacht van de Conciergerie naar de' centrale gevangenis zal worden overgebracht, De pre%ct zal den prins dan het decreet voorlezen, waarbij de president de straf kwijtscheldt en hem terstond naar het station brengen. Onder geleide van een paar beambten der Parijsche politie zal de prins dan terstond worden vervoerd naar Zwitserland, van waar hij is gekomen. Yan het Portugeesch Engelsche geschil hoort men weinig meer, ook niet van het Portugeesche verzoek ora een conferentie op grond van het Congo- tractaat. Zou men dat verzoek stilzwijgend in de doos hebben gedaan, omdat er ten gevolge van den onwil van Engeland toch geen kans bestaat de zaak hiqrmee uit de wereld te helpen! Misschien.,'t Heet nu althans dat de Portugeesche Repeering de hoop nog niet heeft opgegeven, dat Engeland, rekening houdend met haar moeilijke positie, zekere conces sies zal doen, waahloor zij op een schijnsucces kon wijzen om de publieke opinio tevreden te stellen. De Engelsche Regeering verzekert, dat zij twee jaren geleden reeds Portugal heeft gewaarschuwd, dat zij geen aanspraak op land onder Engelsch protectoraat of van Engelsche nederzettingen zou erkennen. Vroeger heeft de Engelsche Regeering zich op dit punt wol eens minder beslist uitgelaten. De nog altijd niet door de Mogendheden erkende Vorst van Bulgarije, Prins Ferdinand van Koburg, staat niet bekend als een man van groote bekwaam heden. Men schreef indertijd het aanvaarden van de Bulgaarsche betrekking toe aan een soort van: waaghalzerij, waartoe hij voornamelijk door zgn mama, Prinses Clementine, gedreven werd. De dezer dagen overleden Hongaarsche staatsman Andrassy, die vroeger Ferdinand nog al eens zag, lang vóór er sprake was van zijn Bulgaarsche onderneming, moet zich een paar jaar geleden gunstig over hem uit gelaten hebben. Andrassy verklaarde, dat Prins Ferdinand een helderheid yan oordeel had eu zulk eeu mate vali voorzichtigheid als hij zelden by iemand van dien leeftijd had aangetroffen. Als ik met hem sprak, zeide Andrassy o. a. kreeg ik den indruk van mot een detectie!' te doen te hebben, die mij wilde uithooreu. 't Spreekt van zelf, dat dit oordeel spoedig de rondte zal doen door de pers. van de Makelaars De markt was heden onveranderd. Loco Tankfust 8.30. Geïmporteerd fust 8.40

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2