Bultenlandsch Overzicht, to. g. Ahmed Kantiöaj. die snel wyder werd, zoodat in 20 minuten de kleine stroom een woeste waterval was geworden. De pak huis-maatschappij heeft voor een groot deel schuld aan het ongeluk, daar zy voor voldoenden afvoer van het water ingeval van overvloed had moeten zorgen. Volgens een ingenieur, den hoer Wagner uit San Franetsco, was ook de dam niet in orde. On geveer anderhalf jaar geleden had hij reeds het bouwwerk afgekeurd, maar men had zijn waarschu wing in den wind geslagen. De Netc-York herald had berichten uit Phoenix, daar aangebracht door een man te paard, die den geheolon afstand in den tijd van 5 uren had afgelegd, zoodat zijn paard dood neerviel toen hij die stad bereikte. Volgens hem was alles dn het dal benedon den dam mijlen ver weggespoeld, geheele rotsen werden als houtspaanders medegesleurd door het water, welks geluid tot op grooten afstand gehoord werd. Er waren vele goud zoekers op de lager gelegen gronden, die wel allen zullen zijn omgekomen. stemming hebben onthouden. Toch is de heer lleyledy, met groote meerderheid (108 van de 121 stemmo'u, terwijl 2 stemmen blanco en 11 stemmon op 8 ver schillende personen waren uitgebracht) herkozen. De beteekenis dier stemming blykt uit eon strooibiljet, waarin do kiezers uitgonoodigd werden hun stem op den heer Heylidy uit te brengen als protest tegen de daden van don gouverneur. Mr. lieylidy heeft do op hem uitgebrachte benoe ming, onder dankbetuiging voor het in hem gestelde vertrouwen zooals na de gebeurtenissen die tot zyn bedanken aanleiding hebben gegeven te ver wachten was niet aanvaard, zoodat binnenkort eone nieuwe verkiezing zal plaats vinden. Ten gevolge van het vroeger medegedeelde omtrent de bedreigingen van den heer Lohmau tot de afzet bare ambtenaren die leden der Koloniale Staten zijn gesproken, worden nu iu een der Suridaamscho cou- ranten de kiezers aangemaand geen ambtenaar af te vaardigen. „In het Gouvernement*-Advertentieblad, de officieele Surinaamsche courant, uit de koloniale kas bezoldigd, die door een der Hernhutters, don hoer Heyde, wordt uitgegeven, worden, schrijft een berichtgever aan de N. R. C., natuurlijk onder het hoofd: Niet-officieel gedeelte de negers thans niets meer of minder dan stelselmatig opgeruid tegen het overige deel der bevolking, dat naar men hun wijs tracht te ma ken er op uit zou zijn die zoogenaamde „mindere bevolking" te onderdrukken, en dat de heer Lohman gekomen is om do negers van het juk der blanken te bevrijdeu, zoodat hun belang dus dringend vordert dat hij voor hen behouden blyve. „Verbeeldt u, aldus gaat de schrijver voort, een request, ten doel hebbende den heer Lohman als gouverneur te behouden, uitsluitend onderteekend door negers on Chineezen, die nauwlijks huune namen kunnen teekenen, doch die men zoover heeft weten te brengen dat zij, om van andere dingen niet te spreken, verklaren geenszins ingenomen te zijn „met de wijze, waarop de Koloniale Staten tegen Uwe Exellentie zijn opgetreden", en dat „de overgroote meerderheid der bevolking geene sympathie gevoelt voor de redevoeringen gehouden in de laatste verga- neringen Jer Staten. Zoo wordt het onbeschaafde deel der bevolking op gezet tegen de koloniale vertegenwoordiging, gekozen door het volk en het bestuur, van de onwetendheid der negers misbruik gemaakt om te doen gelooven dat de Koloniale Staten zijn opgetreden" tegen den gouverneur, terwijl men zeer goed weet, dat de Staten zijn aangevallen; dien negers wijs goinaakt dat de overige bevolking en de Staten had- i den gewild dat hun bloed vergoten werd, doch dat de gouverneur zich daartoe niet heeft willen leenen. «De heer Lohman en zijne clique spelen gevaar lijk spel. Het is vele negers nog versch in het ge heugen dat zij slavon waren van de blanke bevolking en het zou wel eens kunnen blijken dat hartstochten werden opgwekt die niet meer te be-Iwir.genzullen zijn. «Eer. ieder die hier belangen heeft, vraagt zich t af waar dat alles op uitloopen zal." Volgens den schrijver is den ambtenaren door de houding van den gouverneur zoo zeer de schrik om het hart «geslagen, da. velen, bij de verkiezing van de Koloniale Staten, noodig geworden door het bedanken van den heer mr. C. J. Heyledy. zich van Hoe sterk de inbeeldiugskracht soms is, toont het j volgende aan de Deutncke Medicinal Zeitung ontleende I geval. Dr. S. werd 's nachts bij een 55-jarig heer I geroepen, die tengevolge van het inslikken van zijn valsch gebit in zeer groote benauwdheid verkeerde. Dr. S. vond den patient zeer angstig, met blauwend j gezicht, met rooue, uitpuilende oogen, versnelden polsslag en bemoeilijkte ademhaling. Bij onderzoek j van don slokdarm bevond hij links, ter hoogte van het sleutelbeen, een harde, vooruitstekende plaats. Daar de Dyspnoc (gebrek aan adem) voortdurend toenam en gevaarlijk dreigde te worden, en de proe ven met een vaugsonde geen gunstig resultaat gaveu, besloot dr. S., temeer daar de patient dit verlangde, den slokdarm open te snijden. Tot zijn groote ver- I wondering vond hij daarin na de opening geen vreemd lichaam. Toea de patient uit de chloroforra-ver- i dooving ontwaakte en hoorde dat men niets in den slokdarm gevonden had, voelde hij plotseling hevige maagkrampen, ,oie steeds toenamen. Hoe groot was I echter de verrassing, toen men het gebit den vol genden dag ouder de sofa vond. Zoodra men dit den patient zeide, verminderden de pijnen in de maagstreek en uadat binnen eenige weken de operatie- wond genezen was, herstelde de patient ook spoedig. Een hardnekkige gevangene. Naar aanleiding van het geval met den hertog an Orleans schrijft Augusta Vacquerie in de Rappel: «De koningsgezinde bladen schijnen hunne lezers voor zeer dom aan te zien, daar zij den zet van een jongen speculant, die zich ter wille van eene flinke civiele lijst, oenigo maanden gevangenschap getroost, als een heldendaad voorstel len Ik heb iemand gekend die zich, een tijd ge vangen liet zetten met hoop op veel geringer voordeel dan de hertog van Orleans. Het was een talentvol teekenaar, die echter zeer gierig was. Hij was iemand 5000 fr. schuldig en hoewel hij deze som kon be talen, wilde hij, iets wat wel meer voorkomt, haar liever behouden. Het was in den tijd,' toen de gij- 1 zeling nog bestond. «Toen de schuldeischer, in weerwil van al zijn pogingen niets ontving, liet bij onzen Apelles gijzelen. Deze betaalde niets eu ging rustig, vroolijk zelfs, de gevangenis binnen. Na eenige weken trok de schuld eischer een zuur gezicht. Hij moest de kosten voor den gevangene betalen, die 45 frs. per inaand be droegen eu leed dus een nog grooter verlies. Hij ging naar de gevangenis. «Nu" zeide hij tot zyn schuldenaar, «'tzal je nu toch wel eindelijk ver velen." «Mij?" was het antwoord, «ik ben nooit zoo gelukkig geweest als nu." «Verlaat toch de gevangenis, zorg toch datje vrij komtl" «Dat meent ge niet." Kwaad vertrok de schuldeischer. Nadat hij zes maanden voor den gevangene betaald had, kwam hy weer terug. Maar ge kunt hier toch niet eeuwig kniezen!" «Maar ik knies in 'tgeheel niet!" «Ik heb medelyden met je. Je bont me 5000 fr schuldig: geef 3000 frs. eu ik quitteer je voor het ge-* heele bedrag!" «Geen rooden duit krijgt ge !-- «Al treur je je hier dan ook dood.... ik kom niet terug." En woedend spoedde de schuldeischer zich weg. Na zes maanden kwam hy weer. «Wat zeg je van 2000 fr.«Geen centime." «Van 1500 frs dan?" De teekenaar glimlachte. «Waarde heer schuldeischer," zeide hij, «u bent een edel raensch, maar u kunt zich geen begrip vormen vnn hetkostelykolovon- tje, dat ik hier heb. bent zoo overbeleefd om kost en inwoning voor mij te betalen. Daar niemand mij hier stoort, hob ik geen uitgaven en ik kon heerlijk wer ken van 's morgens tot 's avonds. Ik maak teekenin- gen, die ik later zal verkoopeiu Het mes snijdt hier niet van twee maar van drie kanten; kan het in 't pa- 1 radijs schooner zyn? Doe my maar écn pleizier eu laat mij hier zoo lang mogelijk blijven." De schuld- oischer begreep nu met wion hy te doen had, be taalde geen kosten meer eu ging en bleef weg. «Ik heb" voe'^t Vacquerie hieraan toe, «dezen man nooit als een held beschouwd eu toch zat hij langer in den kerker dan de hertog van Orleans en doze hoopt toch op meer dan 45 frs. 's maand*. Gemoedelijke spoorwegtoestanden, keerschen in Honduras. De New-Yorksche Electric-Pattern geeft daarvan de volgende schildering, die waarlyk niet woordelijk genomen moet worden. Een inwoner van New-1 ork komt aan het station en vraagt den luie- renden en eigaretten rookenden omstanders«Gaut er van middag een trein?" «Wie weet?" luidt hot antwoord. «Het kan zijn, hot kan ook niet zijn." Ondertusscben vindt hij op den aangegeven tyd werkelijk eenige menschen byeen, die de reis willen beginnen en zoo wordt de eenige locomotief voor een wrakken open wagen gezet. Op het oogenblik echter, dat men wil vertrokken herinnert zich oen der •Spaansche passagiers, dat hij vergeten heeft eenige brieven te schrijven en springt den waggon uit, tot schrik van d. n Noord-Amerikaan, die vreest dat de trein zal wachten. Men reist echter af, doch wacht op het eerste station. Hier wordt men door den vergeotachtigen Spanjaard inge haald, die op een muildier is gestegen, en gaat verder. Na oen poos staat de trein uit eigen beweging stil. «What is the matter?" Niets. Het vuur is maar uitgegaan. En dadelijk gaan machinist en stoker in een boschje aan den weg en hakken zooveel hout, dat het vuur kan aangemaakt worden en dan gaat het weer «voorwaarts." Na een half uur krijgen de treinbeambten honger. Y\at gebeurt:* Men houdt stil en gaat gemoedelijk in de nubijheid van de spoorbaan eten koopen. Maar liet mooiste moet nog komen. De spoorbaan bezit maar een reseiverail, die op den tender wordt mede- gesleept. Wordt nu, wat van tijd tot tijd voorkomt, door de inwoners oen stuk rail gestolen, dan maakt de trein voor de leemte halt, de beambten springen hatelijke vrouw den baas speelde. Het zou niet lang duren dat was één troost. Violet zou aan den heer Rayner vertellen, wat zij Dinsdag nacht had gezien, en dat Laurence dien avond die mannen bij het hek had zien wachten het was misschien beter niet juist Laurence te noemen en dan ook over die vreemde manieren van Tom Parkes met mijnheer spieken de man had haar kennelijk ont weken op Denhamcourt. Over Gordon, die, hoe wist Violet niet, eeuigszins met hem bevriend scheen te zijn, durfde zij niets te zeggen. Onwillekeurig kwam het zonderling verdwijnen van haar medaillon en het even zonderling terug brengen daarvan weer in hare gedachten. Ook ^1 zoo geheimzinnig! Nu, morgen was de heer ltayner thuis, en daarmede kwam aan die onaangename ver houding met Sarah ten minste een einde. Tot hare teleurstelling was er den anderen morgen een brief voor haar van mijnheer; hij kwam niet vóór Maandag thuis; het briefje dat zij Woensdag had geschreven had hij ontvangenhij vond het ook beter dat mevrouw Rayner boven in huis ging slapen, daar, zooals Violet hem had medegedeeld, het weder regenachtig was. Hij schreef verder: «Het zal misschien eenige moeite kosten, haar tot het verlaten van bare eigene kamers over te halen. Maar ik ben bepaald ongerust over haar en verzoek u, beste juffrouw, uwe overredinsgave met alle kracht te bezigen. U kunt haar zeggen, dat de verandering slechts tijdelijk is, dat zij. weer naar beneden kan j verhuizen zoodra het weder warmer wordt; zeg haar, dat zij er mij zooveel genoegen mede zou doen; ze<r haar alles wat u denkt dat haar tot die verandering zal doen besluiten. Ik koester groote verwachtingen van uw diplomatiek talent en hoop op den besten uitslag van uwe pogingen. Aan Sarah heb ik schrif- ^lijk order gegeven, de groote boven-voorkamer op te knappen." r Violet was recht in haar schik met den briefnu zou zij mevrouw Rayner toch iets goeds kunnen doen, die arme vrouw! Zij had een paar flinke wa- penen om haar tegenzin in de verandering van kamers te overwinnen; ten eerste den wensch, in het vrien delijk schrijven van haar echtgenoot uitgesproken, en dan h,#e liefde voor Haidee, en Viulet zou daar van goed gebruik weter, te maken. «Mevrouw Rayner is vandaag wel genoeg om van avond met u thee te drinken, juffrouw," kwam Sarah zeggen. Heel goed, dan zou het gesprek gemakkelijk op die quaestie zijn te brengen; zij vond de gelegenheid gunstig. Na het eten liep zij nog even den tuin in, en toen zag zij Sarah in de verte het hek uit gaan dat op den straatweg* yitkorat. In het huis rugkeerende, vroeg zij aan Jane waar Sarah was en vernam, dat zij naar Beaconsburgh was om eenige kruidenierswaren te koopen. Violet had gezien, dat zij eene zwarte tasch in de hand droeg. Sarah voor eene poos de deur uit! dat was het juiste tijdstip om met mevrouw te praten. Maar zoo ongevraagd bij haar binnengaan, durfde zy niet. Zij zou eerst eens op verkenning uitgaan. Met een paai goede overschoenen aan ging zij maar vast een paar bloemen plukken, en liep toen langs de zijde van het huis,^ waarop de ramen van mevrouw Rayner uitkwamen. Zij liep daar tö drentelen en te neuricn, tot mevrouw voor hot gesloten venster kwam. Violet riep haar glimlachend «goeden dag!" toe en maakte het gebaar, haar de bloemen te willen geven. Me vrouw scheen het raam niet gaarne te willen open doen, maar toen zy h ire hanR aarzelend op de kruk JY®,ön een klein eindje opendeed, begon Violet dadelijk over iets te spreken, waarvan zij zeker was op hare -ympatbie te kunnen rekenen. Sarah is naar Beaconsburgh; ik zag haar weg gaan. Ik hoop dat zij een poos zal uitblijven." Het ging goed. Mevrouw opende het raam en Violet zag dat er aan den binnenkant tralies waren. '/Haidee is zooveel beier van daag, mevrouw, dat ik alle hoop heb, als wy een goed vuur in de eet kamer aanleggen, haar morgen een poosje beneden te kunnen brengen. Zij vroeg mij waarom u van daag niet boven bij haar waart gekomen, en toen ik haar zeide, dat u zich niet wel gevoeldet, was zy bezorgd over u." «Geef haar een kus van mij," zeide mevrouw met een flauw glimlachje. «Ik zou haar niet half zooveel goed kunnen doen als u. Ik dank u wel juffrouw voor uwe goede zorgen." Wordt vervolgd.) er af, bevestigen de reserrerail zoo goed en kwaad als het kan, do trein rijdt er dan overheen, waarop men het kostbare stuk rail weer oplicht en iftlaadt! Deze modelspoor brengt het tot een gemiddelde snel heid van5 a 6 KM. per uur. Een kalm voet ganger houdt dezen bliksemtrein dus bij. De llaagsche briefschrijver der Amhetmche courant schrijft in zijn jongsten brief o. a. het volgende aardige schetsje Er was hier tér stede nog iets meer vreugde op 's konings veijaardag dan in de laatste jaren. Want bot was bekend geworden, dat Z. M. den ministers had laten verzoeken voordrachten in de J^eeuwenorde te doen, en menigeen popelde al dagen te voren 't hart van blijde vernachting. Het is aardig in zulke dagen de gezichten op de sociëteit waar te nemon, de gezichten namelijk van heil, die in eenige relatie tot dit symbolisch, heraldiek godierte staan, hotzij als verbeiders, de andere gezichten konqen niet in aanmerking, dan alleen als toeschouwers. De ge lukkigen, die de streepjes reeds in 't knoopsgat dragon, ontloenen aan het gerucht, dat er voor drachten opgemaakt worden, een buitengewone deftig heid. Zij zwellen op in het volle besef van de hi^i reeds to beurt gevallen waardigheid, bij het aan schouwen van het gewoel en gedrang om de kruisjes, dat hen omringt 6u waarin zij ook dikwijls door de verbeiders getrokken worden om voorspraak en ondersteuning te vragen. Misschien maakt do deftig heid bij reeds gedecoreerden ook wel voor spanning plaats, wanneer zij namelijk meenen in aanmerking te komen voor verhooging van rang - daarvan weet ik echter niet mee te praten, zulko hooggeplaatste en hoogst verdienstelijke hoeren keil ik niet genoog. Maar 4e verbeiders weren zich geducht. Er schijnt, hoe vreerad 't ook klinke, hoegenaamd niets in te zijn gelegen, dat men zich zelf persoonlijk voor een ridderkruis aanbeveelt, of er zelfs schriftelijk bij eerbiedig request aan Z. M. met aanvoering van motieven van voortreffelijkheid natuurlijk, om vr utgt. Dit gebeurt menigmaal en iu de llaagsche kringen wordt dat volstrekt niet afgekeurd. Men wordt zoo licht vergeten, zegt de een. waarom zou ik dan de aandacht niet op mij zelf mogen vosiigen de regee- ring heeft immers te beslissen Och, zegt eon ander wat mij betreft, ik geef om de ouderscheiding zelve niet zooveel, want enz. enz. (bekende tiraden), maar nu A. en B. en 0. die denzelfden rang bekleeden als ilc eu niet meer dienstjaren tellen, ridders van den Jjtuw zijn komt mij dit, dunkt mij ook toe het is eene kwestie van pure billykheid. Anderen weer verlangen naar de onderscheiding ter wille van hunne vrouw Ja, een kapitein van de jagers heeft mij eens gezegd, dat oen majoor van het leger minstens de Eikenkroon moest hebben, een rogiment-koiumandant den Leeuwdat boorde er nu eenmaal bij, zeide hij, eu wanneor ze die ordoteekens niet, hadden, dan zouden ze niet voor «vol" aangezien worden door hun officierskorps, noch door den troep. Ik weot niet ot van deze beweringen iete waar is indien het zoo is, dan deed men 't eenvoudigst met alle kolonels, alle hoofdingeaiours, alle referendarissen, enz. enz. van rechtswege tót ridders van don Ne- derlandnchen Ijieuw te maken, tegelijk met de aan vaarding van liuoue betrekking. Daar er geen wet op die orde bestaat, hoewel de grondwet die ver- eischt, kan men dat vrijelijk doen. Met de Eiken krooneone Luxemburgsche decoratie, zou het eclitor bezwaar hobbeu. Maar, om verder te gaan, op den dag van het bekend worden dor kruiseubedeeling is het aardig contrast pas merkbaar. Zoodra er iets is uitgelekt, hetgeen geschiedt lang vóórdat de defiige Siaatn- courant 't den volke kond doet, komen de nieuwe ridders al in 't publiek om zich te laten gelukwen- scheii. Stralende, glimmende gezichten, die 't on- noodig maken een blik op het knoopsgat te slaan of een vraag te doen, verkondigen het nieuws al van verrezelfs de veelvuldig voorkomende bijge voegde wenk, dat de gedecoreerde militair of civiele ambtenaar nu maar pensioen moet vragen, kan de eerste groote vreugde niet wegnemen noch tempe ren. En dan die lange gezichten van de anderen maar neen, ik wil den schijn niet hebben van uit leedvermaak te schrijven ik wensch daarentegen alle teleurgestelden door de besluiten van 17 Fe bruari 1^90 bij '8 konings volgenden veijaardag eene schitterende revanche toe. «Eigen haard" brengt een mededegling, waaruit opnieuw blykt, dat het tabakrooken eon voorbehoed middel is tegen verschoidene ziekten. Een natuurkundige, de heer Tassenari, beschrijft de volgende proef. Hij blies den rook van een sigaar of van eon cigaret in een gesloten ruimte, die den vorm had van een dubbelen trechter of van twee met de grondvlakken tegen elkander geplaatste kegels, en ging daarmede 30 a 35 minuten voori, totdat v,jf gram tabak verbruikt was. In die ruimte hij vooraf aan een platina-drand een smal linnen lapje opgehangen, dat gedrenkt tfa9 in eene met mikroben bevolkte vloeistof. Liet hij nti, na de pioef, het lapje vallen in een huisje met van mikroben geheel vrije, maar hun ontwikkeling sterk begunsti gende oplossing van galatino, dan ontwikkelden zich daarin die mikroskopische wezentjes niet of slechts zeer langhaam Hij vond zelfs, dat dn de cholerabacil en die van typhoïde- koorts geheel onschadelijk waren gemaakt. Deze proeven brengen het door eenige Ameriknnn- sche geneesheoren vermelde feit in herinnering, dat rooker's iu den reg/d gevrijwaard zijn voor de gelo koorts. Toen bij den brand in den stadsschouwburg te Amsterdam velen zich ongerust maakten, of Amster dam vaiwgemeentewege wei een nieuwen schouwburg kon krijgon, dacht men niet, dat reeds weinigo da gen na de verwoesting maatregelen zouden worden ontworpen, om den eersten Kunsttempel der hoofd stad, die te loor gegaan was, te vervangen. Eenige weinige mannen van invloed zijn reeds aan den arbeid getogen. De •penbaio meening, rekening houdende met do tegenwoordige samen stelling van onzen gemeenteraad, begrijpt zeer wel, dat waar oen zoo noodige handels-instelling als een nieuwe Beurs, vele jaren op zich laat wachten, men voor een gebouw ten diensten der kunst kwalijk met vrucht een beroep op de stedelijke geldkist zal kun nen doen. Zulk eeu beroep zou vermoedelijk ook op den krachtigen tegenstand van vele raadsleden afstuiten. Vandaar dan ook, dat zij, die zich bezig houden met plannen om Amsterdam een nieuwen schouwburg te verschaffen, op den voorgrond stellen dat daartoe van gemeentewege slechts een bescheiden offer mag worden gevraagd, althans niet aanzienlijker dan zij tot dusver jaarlijks op de begrooting voor de zaak afzonderde De plannen, om op waardige wijze in de be hoefte aan een schouwburg te voorzien, makeu op dit oogenblik het onderwerp uit vnn gedaohten- wisseliug tusscheu hen, die bij den goeden wil, ook de macht hebben die plannen te verwezenlijken. Daarom is er reden zich te verwonderen over de modedeeling dor bladen, dat men op liet Panorama- gebouw het oog zou hebben gevestigd-want de be doeling der ontworpers bepaalt zich niet tot een nieuwen schouwburgzy willen eon kunsttempel doen verrijzen, die in alle opzichten rekening zal houden met den geest en de eischen des tijds. Ver moedelijk zal aan deze plannen spoedig meerdere openbaarheid kunnen worden gegeven. Utr. Dagblad). Op de gevaren der slaapwaggons voor het over brengen van longtering wordt in een der jongste nummers van de Deutnche Medhiual-Zeitnng gewezen. In de slaapwaggons, zoo wordt in bedoeld aftikel gezegd, zijn allo omstandigheden gunstig voor het verspreiden van longtering. De waggon is slecht geventileerd en warm van 16 tot 30 personen worden te zamen gebracht in een ruimte, misschien zoo groot als een kleine kamer, maar nooit groot genoeg om te dienen als slaapvertrek voor eenige menschelijko wezens. Daar iedereen bang is voor tocht, worden de raampjes dicht gehouden, waar door de vrye doorstrooming van versche lucht wordt beletwat do hoestenden opgeven, wordt meestal op den grond of in open bakken gespuwd, en de hooge temperatnur, welko er heerscht, werkt mede tot het verspreiden van de daarin vervatte schade lijke kiemen. De reiziger laat zich doorgaans gerust stellen door do schoone lakens en bed-overtrekken, maar de wollen dekens, matrassen, kleeden en, wat hot ergst is, do gordynen, blijven dezelfde, tot zij onbruik baar geworden zijn. Bedenkt men nu, dat elke waggon oen tering lijder vervoert of vervoerd heeft, b. v. op reis naar een ander klimaat, en dat door onwotendheid, zorgeloosheid of zwakte op bedden, gordijnen, enz., besmettingskiemen komen, dan is het duidelijk dat deze, gedroogd en door den wagen verspreid, in de longen der reizigers moeten dringen. Daarom moeten de gordijnen van pluche of zijde worden afgeschaft: de banken moeten overtrokken worden met glad leder, dat afgewasschen kan worden, en de tapijten moeten na elke reis in de open lucht uitgeklopt of, nog beter, geheel afgeschaft worden, zoodat men in den wagen niets heeft dan een planken vloer. Voorts raadt den schrijver aan, de dekens en bed- overtrekken uit te stoomen, de raatrassen met gutta percha of een dergelijke stof te overtrekken, welke afgewaschen kan worden, en vooral den zieken in een afzonderlijke afdeeling plaats te geven, welke van het overige gedeelte des waggons goed is afge scheiden. Omtrent de redenen, die aanleiding hebben ge geven tot de gevangenneming te Massowah en latere terdoodveroordeling van Ahmed Kantibaj en Mussa- el-Akkad deelt de Eanfulla het volgende mede: Hot hoofdbestuur te Massowah koesterde reeds sedert eenigen tijd vermoedens omtrent het bestaan van een of ander complot. De iuboorlingeu werden dientengevolge nauwlettend nagegaan, waarop den 5en Februari te Arkika de gevangeuneming volgde, na eene hevig worsteling, van drie inboorlingen, die tor sluiks Massowah haddeu verlaten. Een hunner wist te ontsnappen; de beide anderen werden ieder in 't bezit gevonden van een exemplaar van novens- gaanden brief van Kantibaj: Aan Ras Mangascia, saluut door JCanribaj Ahmed, Sultan der Hababs. Ik en mijn broeder Mussa-el Agat zijn, als altijd, uwe vrienden en wij zetten het werk ten uwen gunste eq in 't algemeen belang voort. Alles is thans ge reed om Massowah in onze handen te doen vallen. De Italiaansche generaal Orero is met het gros zijner troepen bij Adua, en in Massowah bevinden zich ternauwernood tweehonderd Italiaansche soldaten. Wij zullen een raiddel vinden om de schepen, ter onderdrukking van den slavenhandel op de zuide lijke en noordelijke kusten, te verwijderen. Gedurende het laatste kwartier der maan (16 Febr.) zullen wij des nachts het dorpje vanRasMudarin brand steken, en terwijl dan de officieren en manschappon zich daar bevinden om den brand te blusschen, zullen wij, gebruik makende van de verwarring en verbazing, het hoofdkwartier overrompelen, ons meester maken van het geld en de wapenen, en de Italianen afmakeu. Op dat uur (als de duisternis haar toppunt heeft bereikt) zullen al mijne Habab's, die zich in grooten getale van Amberenia naar Abd-el-Kader zullen be- goven om daar het signaal en mijne Arabieren van Otumlo en Monkullo af te wachten, te Mnssowah zijn aangekomen. Wij kunnen over een groot aantal goede wapenen beschikken, welke op veilige plaatsen zijn verborgen. Nog geef ik er u kennis van dat Mussa-el-Agat zich met Osman Digma en den Emir van Kassala verstaan, en ook de Derwischen zullen zich tegelijker tijd met ons in bewoging stellen om ons te helpen de Italianen te bevechten. Wij verzoeken u daarom ons terzijde (0 staan en zoo spoedig mogelijk naar Massowah te komen. Mijn broeder Mussa-el-Agat bezit zeer veel geld. Do sommen, die wij aau u afgezonden hebben, zullen reeds in uw bezit zijn; ik kan u verzekeren, dat wij hier nog vele, vele duizende talleri's hebben, zoodat wij ons doel volkomen kunnen bereiken. Gelijk men weot, is het voornemen de uitgespro ken vdoodvonnissen niet te voltrekken, deels°omdat men daarvan eenen goeden indruk bij de bevolking verwacht, deels ook omdat het vermoeden nog niet geheel is uitgesloten, dat hier persoonlijke vijandschap tegen den rijken Mussa in het spel is en hem een valstrik werd gespannen. De Franseho minister vnn bnitenlandsche zaken, de heer Spulier, heeft den Duiisciien gezant, graaf Münstor, ontvangen en hem mondeling verklaard, dat de Fransche regeering »h beginsel besloten heeft! aan de conferentie to Berlijn deel te nemen. De herstemmingen voor den Dnitschen Kijksda» zullen reeds den lsten Maart beginnen. Alle her stemmingen worden niet op denzelfden dag ge houden, omdat de uitslag der eerste verkiezingen niet in alle plaatsen even snel kon worden vastge steld en de bepaling van den tweeden verkiezingsdag van het tijdstip der officieele afkondiging afhatik'elp is. Zoo b. v. is do tweede stemming bepaald voor Kiel en Erlangen op 3 Maart en voor Bochum on 6 Maart. Te Berlijn zal de strijd tussohen de sociaal democraten en de liberalen reeds den lsten Maart beslist worden. De kansen voer de liberalen staan tot dusver niet slecht, omdat een gedeelte der nationaal-iiberalen, ten einde de socialisten te weren, vermoedelijk op de liberale candidaten zal stemmen' Nn do regeering afhankelijk wordt van het Cen- trum, wordt natuurlijk reeds gesproken over den prijs, dien de hoer Windthorst voor zijn steun zal vragen. Na het intrekken van de Meiwetten is de schoolquaestie door de clericaleu op het program gesteld, maar met de schoolquoestie iu Pruisen heeft de Duitsche Rijksdag niets te maken. Hoe zal de heer Windthorst het dus aanlegden om toch de volksschool in Pruisen woer in ^de macht der kerk te brongen «Dit is zeer duidelijk meent de National Zeitung do heer Windthorst zal der Rijksregeering zijn steun woigeren, indien zij hem niet in den Pruisischen Landdag daarvoor haar steun geeft bij de oplossing der schoolquaestie in zijn geest." De liberalen maken zich hierover nog niet onge rust. Ten minste zij hebben er geen bezwaar in gezien een vïrbond te sluiten met het Centrum,

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2