Bultenlandsch Overzicht,
to. g. Ahmed Kantiöaj.
die snel wyder werd, zoodat in 20 minuten de kleine
stroom een woeste waterval was geworden. De pak
huis-maatschappij heeft voor een groot deel schuld
aan het ongeluk, daar zy voor voldoenden afvoer
van het water ingeval van overvloed had moeten
zorgen. Volgens een ingenieur, den hoer Wagner uit
San Franetsco, was ook de dam niet in orde. On
geveer anderhalf jaar geleden had hij reeds het
bouwwerk afgekeurd, maar men had zijn waarschu
wing in den wind geslagen. De Netc-York herald
had berichten uit Phoenix, daar aangebracht door
een man te paard, die den geheolon afstand in den
tijd van 5 uren had afgelegd, zoodat zijn paard dood
neerviel toen hij die stad bereikte. Volgens hem
was alles dn het dal benedon den dam mijlen ver
weggespoeld, geheele rotsen werden als houtspaanders
medegesleurd door het water, welks geluid tot op
grooten afstand gehoord werd. Er waren vele goud
zoekers op de lager gelegen gronden, die wel allen
zullen zijn omgekomen.
stemming hebben onthouden. Toch is de heer lleyledy,
met groote meerderheid (108 van de 121 stemmo'u,
terwijl 2 stemmen blanco en 11 stemmon op 8 ver
schillende personen waren uitgebracht) herkozen. De
beteekenis dier stemming blykt uit eon strooibiljet,
waarin do kiezers uitgonoodigd werden hun stem op
den heer Heylidy uit te brengen als protest tegen
de daden van don gouverneur.
Mr. lieylidy heeft do op hem uitgebrachte benoe
ming, onder dankbetuiging voor het in hem gestelde
vertrouwen zooals na de gebeurtenissen die tot
zyn bedanken aanleiding hebben gegeven te ver
wachten was niet aanvaard, zoodat binnenkort eone
nieuwe verkiezing zal plaats vinden.
Ten gevolge van het vroeger medegedeelde omtrent
de bedreigingen van den heer Lohmau tot de afzet
bare ambtenaren die leden der Koloniale Staten zijn
gesproken, worden nu iu een der Suridaamscho cou-
ranten de kiezers aangemaand geen ambtenaar af te
vaardigen.
„In het Gouvernement*-Advertentieblad, de officieele
Surinaamsche courant, uit de koloniale kas bezoldigd,
die door een der Hernhutters, don hoer Heyde, wordt
uitgegeven, worden, schrijft een berichtgever aan de
N. R. C., natuurlijk onder het hoofd: Niet-officieel
gedeelte de negers thans niets meer of minder dan
stelselmatig opgeruid tegen het overige deel der
bevolking, dat naar men hun wijs tracht te ma
ken er op uit zou zijn die zoogenaamde „mindere
bevolking" te onderdrukken, en dat de heer Lohman
gekomen is om do negers van het juk der blanken
te bevrijdeu, zoodat hun belang dus dringend vordert
dat hij voor hen behouden blyve.
„Verbeeldt u, aldus gaat de schrijver voort, een
request, ten doel hebbende den heer Lohman als
gouverneur te behouden, uitsluitend onderteekend door
negers on Chineezen, die nauwlijks huune namen
kunnen teekenen, doch die men zoover heeft weten
te brengen dat zij, om van andere dingen niet te
spreken, verklaren geenszins ingenomen te zijn „met
de wijze, waarop de Koloniale Staten tegen Uwe
Exellentie zijn opgetreden", en dat „de overgroote
meerderheid der bevolking geene sympathie gevoelt
voor de redevoeringen gehouden in de laatste verga-
neringen Jer Staten.
Zoo wordt het onbeschaafde deel der bevolking op
gezet tegen de koloniale vertegenwoordiging, gekozen
door het volk en het bestuur, van de onwetendheid
der negers misbruik gemaakt om te doen gelooven
dat de Koloniale Staten zijn opgetreden" tegen den
gouverneur, terwijl men zeer goed weet, dat de
Staten zijn aangevallen; dien negers wijs goinaakt
dat de overige bevolking en de Staten had- i
den gewild dat hun bloed vergoten werd,
doch dat de gouverneur zich daartoe niet heeft
willen leenen.
«De heer Lohman en zijne clique spelen gevaar
lijk spel. Het is vele negers nog versch in het ge
heugen dat zij slavon waren van de blanke bevolking
en het zou wel eens kunnen blijken dat hartstochten
werden opgwekt die niet meer te be-Iwir.genzullen zijn.
«Eer. ieder die hier belangen heeft, vraagt zich t
af waar dat alles op uitloopen zal."
Volgens den schrijver is den ambtenaren door de
houding van den gouverneur zoo zeer de schrik om
het hart «geslagen, da. velen, bij de verkiezing van
de Koloniale Staten, noodig geworden door het
bedanken van den heer mr. C. J. Heyledy. zich van
Hoe sterk de inbeeldiugskracht soms is, toont het
j volgende aan de Deutncke Medicinal Zeitung ontleende
I geval. Dr. S. werd 's nachts bij een 55-jarig heer
I geroepen, die tengevolge van het inslikken van zijn
valsch gebit in zeer groote benauwdheid verkeerde.
Dr. S. vond den patient zeer angstig, met blauwend
j gezicht, met rooue, uitpuilende oogen, versnelden
polsslag en bemoeilijkte ademhaling. Bij onderzoek
j van don slokdarm bevond hij links, ter hoogte van
het sleutelbeen, een harde, vooruitstekende plaats.
Daar de Dyspnoc (gebrek aan adem) voortdurend
toenam en gevaarlijk dreigde te worden, en de proe
ven met een vaugsonde geen gunstig resultaat gaveu,
besloot dr. S., temeer daar de patient dit verlangde,
den slokdarm open te snijden. Tot zijn groote ver-
I wondering vond hij daarin na de opening geen vreemd
lichaam. Toea de patient uit de chloroforra-ver-
i dooving ontwaakte en hoorde dat men niets in den
slokdarm gevonden had, voelde hij plotseling hevige
maagkrampen, ,oie steeds toenamen. Hoe groot was
I echter de verrassing, toen men het gebit den vol
genden dag ouder de sofa vond. Zoodra men dit
den patient zeide, verminderden de pijnen in de
maagstreek en uadat binnen eenige weken de operatie-
wond genezen was, herstelde de patient ook spoedig.
Een hardnekkige gevangene. Naar aanleiding van
het geval met den hertog an Orleans schrijft Augusta
Vacquerie in de Rappel: «De koningsgezinde bladen
schijnen hunne lezers voor zeer dom aan te zien,
daar zij den zet van een jongen speculant, die zich
ter wille van eene flinke civiele lijst, oenigo maanden
gevangenschap getroost, als een heldendaad voorstel
len Ik heb iemand gekend die zich, een tijd ge
vangen liet zetten met hoop op veel geringer voordeel
dan de hertog van Orleans. Het was een talentvol
teekenaar, die echter zeer gierig was. Hij was iemand
5000 fr. schuldig en hoewel hij deze som kon be
talen, wilde hij, iets wat wel meer voorkomt, haar
liever behouden. Het was in den tijd,' toen de gij- 1
zeling nog bestond.
«Toen de schuldeischer, in weerwil van al zijn
pogingen niets ontving, liet bij onzen Apelles gijzelen.
Deze betaalde niets eu ging rustig, vroolijk zelfs, de
gevangenis binnen. Na eenige weken trok de schuld
eischer een zuur gezicht. Hij moest de kosten voor
den gevangene betalen, die 45 frs. per inaand be
droegen eu leed dus een nog grooter verlies. Hij
ging naar de gevangenis. «Nu" zeide hij tot zyn
schuldenaar, «'tzal je nu toch wel eindelijk ver
velen." «Mij?" was het antwoord, «ik ben nooit
zoo gelukkig geweest als nu." «Verlaat toch de
gevangenis, zorg toch datje vrij komtl" «Dat meent
ge niet." Kwaad vertrok de schuldeischer. Nadat hij
zes maanden voor den gevangene betaald had, kwam
hy weer terug. Maar ge kunt hier toch niet eeuwig
kniezen!" «Maar ik knies in 'tgeheel niet!"
«Ik heb medelyden met je. Je bont me 5000 fr
schuldig: geef 3000 frs. eu ik quitteer je voor het ge-*
heele bedrag!" «Geen rooden duit krijgt ge !--
«Al treur je je hier dan ook dood.... ik kom niet
terug." En woedend spoedde de schuldeischer zich
weg. Na zes maanden kwam hy weer. «Wat zeg je
van 2000 fr.«Geen centime." «Van 1500 frs
dan?" De teekenaar glimlachte. «Waarde heer
schuldeischer," zeide hij, «u bent een edel raensch, maar
u kunt zich geen begrip vormen vnn hetkostelykolovon-
tje, dat ik hier heb. bent zoo overbeleefd om kost en
inwoning voor mij te betalen. Daar niemand mij hier
stoort, hob ik geen uitgaven en ik kon heerlijk wer
ken van 's morgens tot 's avonds. Ik maak teekenin-
gen, die ik later zal verkoopeiu Het mes snijdt hier
niet van twee maar van drie kanten; kan het in 't pa-
1 radijs schooner zyn? Doe my maar écn pleizier eu
laat mij hier zoo lang mogelijk blijven." De schuld-
oischer begreep nu met wion hy te doen had, be
taalde geen kosten meer eu ging en bleef weg.
«Ik heb" voe'^t Vacquerie hieraan toe, «dezen
man nooit als een held beschouwd eu toch zat hij
langer in den kerker dan de hertog van Orleans en
doze hoopt toch op meer dan 45 frs. 's maand*.
Gemoedelijke spoorwegtoestanden, keerschen in
Honduras. De New-Yorksche Electric-Pattern geeft
daarvan de volgende schildering, die waarlyk niet
woordelijk genomen moet worden. Een inwoner van
New-1 ork komt aan het station en vraagt den luie-
renden en eigaretten rookenden omstanders«Gaut
er van middag een trein?" «Wie weet?" luidt
hot antwoord. «Het kan zijn, hot kan ook niet zijn."
Ondertusscben vindt hij op den aangegeven tyd
werkelijk eenige menschen byeen, die de reis willen
beginnen en zoo wordt de eenige locomotief voor
een wrakken open wagen gezet.
Op het oogenblik echter, dat men wil vertrokken
herinnert zich oen der •Spaansche passagiers, dat hij
vergeten heeft eenige brieven te schrijven en springt
den waggon uit, tot schrik van d. n Noord-Amerikaan,
die vreest dat de trein zal wachten. Men reist
echter af, doch wacht op het eerste station. Hier
wordt men door den vergeotachtigen Spanjaard inge
haald, die op een muildier is gestegen, en gaat verder.
Na oen poos staat de trein uit eigen beweging stil.
«What is the matter?" Niets. Het vuur is maar
uitgegaan. En dadelijk gaan machinist en stoker in
een boschje aan den weg en hakken zooveel hout, dat
het vuur kan aangemaakt worden en dan gaat het
weer «voorwaarts." Na een half uur krijgen de
treinbeambten honger.
Y\at gebeurt:* Men houdt stil en gaat gemoedelijk
in de nubijheid van de spoorbaan eten koopen. Maar
liet mooiste moet nog komen. De spoorbaan bezit
maar een reseiverail, die op den tender wordt mede-
gesleept. Wordt nu, wat van tijd tot tijd voorkomt,
door de inwoners oen stuk rail gestolen, dan maakt
de trein voor de leemte halt, de beambten springen
hatelijke vrouw den baas speelde. Het zou niet
lang duren dat was één troost. Violet zou aan
den heer Rayner vertellen, wat zij Dinsdag nacht
had gezien, en dat Laurence dien avond die mannen
bij het hek had zien wachten het was misschien
beter niet juist Laurence te noemen en dan ook
over die vreemde manieren van Tom Parkes met
mijnheer spieken de man had haar kennelijk ont
weken op Denhamcourt. Over Gordon, die, hoe wist
Violet niet, eeuigszins met hem bevriend scheen te
zijn, durfde zij niets te zeggen.
Onwillekeurig kwam het zonderling verdwijnen
van haar medaillon en het even zonderling terug
brengen daarvan weer in hare gedachten. Ook ^1
zoo geheimzinnig! Nu, morgen was de heer ltayner
thuis, en daarmede kwam aan die onaangename ver
houding met Sarah ten minste een einde.
Tot hare teleurstelling was er den anderen morgen
een brief voor haar van mijnheer; hij kwam niet
vóór Maandag thuis; het briefje dat zij Woensdag
had geschreven had hij ontvangenhij vond het ook
beter dat mevrouw Rayner boven in huis ging slapen,
daar, zooals Violet hem had medegedeeld, het weder
regenachtig was. Hij schreef verder:
«Het zal misschien eenige moeite kosten, haar tot
het verlaten van bare eigene kamers over te halen.
Maar ik ben bepaald ongerust over haar en verzoek
u, beste juffrouw, uwe overredinsgave met alle kracht
te bezigen. U kunt haar zeggen, dat de verandering
slechts tijdelijk is, dat zij. weer naar beneden kan j
verhuizen zoodra het weder warmer wordt; zeg haar,
dat zij er mij zooveel genoegen mede zou doen; ze<r
haar alles wat u denkt dat haar tot die verandering
zal doen besluiten. Ik koester groote verwachtingen
van uw diplomatiek talent en hoop op den besten
uitslag van uwe pogingen. Aan Sarah heb ik schrif-
^lijk order gegeven, de groote boven-voorkamer op
te knappen." r
Violet was recht in haar schik met den briefnu
zou zij mevrouw Rayner toch iets goeds kunnen
doen, die arme vrouw! Zij had een paar flinke wa-
penen om haar tegenzin in de verandering van kamers
te overwinnen; ten eerste den wensch, in het vrien
delijk schrijven van haar echtgenoot uitgesproken,
en dan h,#e liefde voor Haidee, en Viulet zou daar
van goed gebruik weter, te maken.
«Mevrouw Rayner is vandaag wel genoeg om van
avond met u thee te drinken, juffrouw," kwam Sarah
zeggen.
Heel goed, dan zou het gesprek gemakkelijk op
die quaestie zijn te brengen; zij vond de gelegenheid
gunstig. Na het eten liep zij nog even den tuin
in, en toen zag zij Sarah in de verte het hek uit
gaan dat op den straatweg* yitkorat. In het huis
rugkeerende, vroeg zij aan Jane waar Sarah was
en vernam, dat zij naar Beaconsburgh was om eenige
kruidenierswaren te koopen. Violet had gezien, dat
zij eene zwarte tasch in de hand droeg.
Sarah voor eene poos de deur uit! dat was het
juiste tijdstip om met mevrouw te praten. Maar
zoo ongevraagd bij haar binnengaan, durfde zy niet.
Zij zou eerst eens op verkenning uitgaan. Met een
paai goede overschoenen aan ging zij maar vast een
paar bloemen plukken, en liep toen langs de zijde
van het huis,^ waarop de ramen van mevrouw Rayner
uitkwamen. Zij liep daar tö drentelen en te neuricn,
tot mevrouw voor hot gesloten venster kwam. Violet
riep haar glimlachend «goeden dag!" toe en maakte
het gebaar, haar de bloemen te willen geven. Me
vrouw scheen het raam niet gaarne te willen open
doen, maar toen zy h ire hanR aarzelend op de kruk
JY®,ön een klein eindje opendeed, begon Violet
dadelijk over iets te spreken, waarvan zij zeker was
op hare -ympatbie te kunnen rekenen.
Sarah is naar Beaconsburgh; ik zag haar weg
gaan. Ik hoop dat zij een poos zal uitblijven."
Het ging goed. Mevrouw opende het raam en
Violet zag dat er aan den binnenkant tralies waren.
'/Haidee is zooveel beier van daag, mevrouw, dat
ik alle hoop heb, als wy een goed vuur in de eet
kamer aanleggen, haar morgen een poosje beneden
te kunnen brengen. Zij vroeg mij waarom u van
daag niet boven bij haar waart gekomen, en toen ik
haar zeide, dat u zich niet wel gevoeldet, was zy
bezorgd over u."
«Geef haar een kus van mij," zeide mevrouw met
een flauw glimlachje. «Ik zou haar niet half zooveel
goed kunnen doen als u. Ik dank u wel juffrouw
voor uwe goede zorgen."
Wordt vervolgd.)
er af, bevestigen de reserrerail zoo goed en kwaad
als het kan, do trein rijdt er dan overheen, waarop
men het kostbare stuk rail weer oplicht en iftlaadt!
Deze modelspoor brengt het tot een gemiddelde snel
heid van5 a 6 KM. per uur. Een kalm voet
ganger houdt dezen bliksemtrein dus bij.
De llaagsche briefschrijver der Amhetmche courant
schrijft in zijn jongsten brief o. a. het volgende
aardige schetsje
Er was hier tér stede nog iets meer vreugde op
's konings veijaardag dan in de laatste jaren. Want
bot was bekend geworden, dat Z. M. den ministers
had laten verzoeken voordrachten in de J^eeuwenorde
te doen, en menigeen popelde al dagen te voren 't
hart van blijde vernachting. Het is aardig in zulke
dagen de gezichten op de sociëteit waar te nemon,
de gezichten namelijk van heil, die in eenige relatie
tot dit symbolisch, heraldiek godierte staan, hotzij
als verbeiders, de andere gezichten konqen niet in
aanmerking, dan alleen als toeschouwers. De ge
lukkigen, die de streepjes reeds in 't knoopsgat
dragon, ontloenen aan het gerucht, dat er voor
drachten opgemaakt worden, een buitengewone deftig
heid. Zij zwellen op in het volle besef van de hi^i
reeds to beurt gevallen waardigheid, bij het aan
schouwen van het gewoel en gedrang om de kruisjes,
dat hen omringt 6u waarin zij ook dikwijls door
de verbeiders getrokken worden om voorspraak en
ondersteuning te vragen. Misschien maakt do deftig
heid bij reeds gedecoreerden ook wel voor spanning
plaats, wanneer zij namelijk meenen in aanmerking
te komen voor verhooging van rang - daarvan weet
ik echter niet mee te praten, zulko hooggeplaatste
en hoogst verdienstelijke hoeren keil ik niet genoog.
Maar 4e verbeiders weren zich geducht. Er schijnt,
hoe vreerad 't ook klinke, hoegenaamd niets in te
zijn gelegen, dat men zich zelf persoonlijk voor een
ridderkruis aanbeveelt, of er zelfs schriftelijk bij
eerbiedig request aan Z. M. met aanvoering van
motieven van voortreffelijkheid natuurlijk, om vr utgt.
Dit gebeurt menigmaal en iu de llaagsche kringen
wordt dat volstrekt niet afgekeurd. Men wordt zoo
licht vergeten, zegt de een. waarom zou ik dan de
aandacht niet op mij zelf mogen vosiigen de regee-
ring heeft immers te beslissen Och, zegt eon ander
wat mij betreft, ik geef om de ouderscheiding zelve
niet zooveel, want enz. enz. (bekende tiraden), maar
nu A. en B. en 0. die denzelfden rang bekleeden
als ilc eu niet meer dienstjaren tellen, ridders van
den Jjtuw zijn komt mij dit, dunkt mij ook toe
het is eene kwestie van pure billykheid. Anderen
weer verlangen naar de onderscheiding ter wille
van hunne vrouw Ja, een kapitein van de
jagers heeft mij eens gezegd, dat oen majoor van
het leger minstens de Eikenkroon moest hebben, een
rogiment-koiumandant den Leeuwdat boorde er nu
eenmaal bij, zeide hij, eu wanneor ze die ordoteekens
niet, hadden, dan zouden ze niet voor «vol" aangezien
worden door hun officierskorps, noch door den troep.
Ik weot niet ot van deze beweringen iete waar is
indien het zoo is, dan deed men 't eenvoudigst met
alle kolonels, alle hoofdingeaiours, alle referendarissen,
enz. enz. van rechtswege tót ridders van don Ne-
derlandnchen Ijieuw te maken, tegelijk met de aan
vaarding van liuoue betrekking. Daar er geen wet
op die orde bestaat, hoewel de grondwet die ver-
eischt, kan men dat vrijelijk doen. Met de Eiken
krooneone Luxemburgsche decoratie, zou het eclitor
bezwaar hobbeu.
Maar, om verder te gaan, op den dag van het
bekend worden dor kruiseubedeeling is het aardig
contrast pas merkbaar. Zoodra er iets is uitgelekt,
hetgeen geschiedt lang vóórdat de defiige Siaatn-
courant 't den volke kond doet, komen de nieuwe
ridders al in 't publiek om zich te laten gelukwen-
scheii. Stralende, glimmende gezichten, die 't on-
noodig maken een blik op het knoopsgat te slaan
of een vraag te doen, verkondigen het nieuws al
van verrezelfs de veelvuldig voorkomende bijge
voegde wenk, dat de gedecoreerde militair of civiele
ambtenaar nu maar pensioen moet vragen, kan de
eerste groote vreugde niet wegnemen noch tempe
ren. En dan die lange gezichten van de anderen
maar neen, ik wil den schijn niet hebben van
uit leedvermaak te schrijven ik wensch daarentegen
alle teleurgestelden door de besluiten van 17 Fe
bruari 1^90 bij '8 konings volgenden veijaardag eene
schitterende revanche toe.
«Eigen haard" brengt een mededegling, waaruit
opnieuw blykt, dat het tabakrooken eon voorbehoed
middel is tegen verschoidene ziekten.
Een natuurkundige, de heer Tassenari, beschrijft
de volgende proef. Hij blies den rook van een sigaar
of van eon cigaret in een gesloten ruimte, die den
vorm had van een dubbelen trechter of van twee
met de grondvlakken tegen elkander geplaatste kegels,
en ging daarmede 30 a 35 minuten voori, totdat
v,jf gram tabak verbruikt was. In die ruimte
hij vooraf aan een platina-drand een smal linnen
lapje opgehangen, dat gedrenkt tfa9 in eene met
mikroben bevolkte vloeistof. Liet hij nti, na de pioef,
het lapje vallen in een huisje met van mikroben
geheel vrije, maar hun ontwikkeling sterk begunsti
gende oplossing van galatino, dan ontwikkelden zich
daarin die mikroskopische wezentjes niet of slechts
zeer langhaam Hij vond zelfs, dat dn de cholerabacil
en die van typhoïde- koorts geheel onschadelijk
waren gemaakt.
Deze proeven brengen het door eenige Ameriknnn-
sche geneesheoren vermelde feit in herinnering, dat
rooker's iu den reg/d gevrijwaard zijn voor de gelo
koorts.
Toen bij den brand in den stadsschouwburg te
Amsterdam velen zich ongerust maakten, of Amster
dam vaiwgemeentewege wei een nieuwen schouwburg
kon krijgon, dacht men niet, dat reeds weinigo da
gen na de verwoesting maatregelen zouden worden
ontworpen, om den eersten Kunsttempel der hoofd
stad, die te loor gegaan was, te vervangen.
Eenige weinige mannen van invloed zijn reeds
aan den arbeid getogen. De •penbaio meening,
rekening houdende met do tegenwoordige samen
stelling van onzen gemeenteraad, begrijpt zeer wel,
dat waar oen zoo noodige handels-instelling als een
nieuwe Beurs, vele jaren op zich laat wachten, men
voor een gebouw ten diensten der kunst kwalijk met
vrucht een beroep op de stedelijke geldkist zal kun
nen doen. Zulk eeu beroep zou vermoedelijk ook
op den krachtigen tegenstand van vele raadsleden
afstuiten. Vandaar dan ook, dat zij, die zich bezig
houden met plannen om Amsterdam een nieuwen
schouwburg te verschaffen, op den voorgrond stellen
dat daartoe van gemeentewege slechts een bescheiden
offer mag worden gevraagd, althans niet aanzienlijker
dan zij tot dusver jaarlijks op de begrooting voor de
zaak afzonderde
De plannen, om op waardige wijze in de be
hoefte aan een schouwburg te voorzien, makeu op
dit oogenblik het onderwerp uit vnn gedaohten-
wisseliug tusscheu hen, die bij den goeden wil, ook
de macht hebben die plannen te verwezenlijken.
Daarom is er reden zich te verwonderen over de
modedeeling dor bladen, dat men op liet Panorama-
gebouw het oog zou hebben gevestigd-want de be
doeling der ontworpers bepaalt zich niet tot een
nieuwen schouwburgzy willen eon kunsttempel
doen verrijzen, die in alle opzichten rekening zal
houden met den geest en de eischen des tijds. Ver
moedelijk zal aan deze plannen spoedig meerdere
openbaarheid kunnen worden gegeven.
Utr. Dagblad).
Op de gevaren der slaapwaggons voor het over
brengen van longtering wordt in een der jongste
nummers van de Deutnche Medhiual-Zeitnng gewezen.
In de slaapwaggons, zoo wordt in bedoeld aftikel
gezegd, zijn allo omstandigheden gunstig voor het
verspreiden van longtering. De waggon is slecht
geventileerd en warm van 16 tot 30 personen
worden te zamen gebracht in een ruimte, misschien
zoo groot als een kleine kamer, maar nooit groot
genoeg om te dienen als slaapvertrek voor eenige
menschelijko wezens. Daar iedereen bang is voor
tocht, worden de raampjes dicht gehouden, waar
door de vrye doorstrooming van versche lucht wordt
beletwat do hoestenden opgeven, wordt meestal
op den grond of in open bakken gespuwd, en de
hooge temperatnur, welko er heerscht, werkt mede
tot het verspreiden van de daarin vervatte schade
lijke kiemen.
De reiziger laat zich doorgaans gerust stellen door
do schoone lakens en bed-overtrekken, maar de
wollen dekens, matrassen, kleeden en, wat hot ergst
is, do gordynen, blijven dezelfde, tot zij onbruik
baar geworden zijn.
Bedenkt men nu, dat elke waggon oen tering
lijder vervoert of vervoerd heeft, b. v. op reis naar
een ander klimaat, en dat door onwotendheid,
zorgeloosheid of zwakte op bedden, gordijnen, enz.,
besmettingskiemen komen, dan is het duidelijk dat
deze, gedroogd en door den wagen verspreid, in de
longen der reizigers moeten dringen. Daarom moeten
de gordijnen van pluche of zijde worden afgeschaft:
de banken moeten overtrokken worden met glad
leder, dat afgewasschen kan worden, en de tapijten
moeten na elke reis in de open lucht uitgeklopt
of, nog beter, geheel afgeschaft worden, zoodat men
in den wagen niets heeft dan een planken vloer.
Voorts raadt den schrijver aan, de dekens en bed-
overtrekken uit te stoomen, de raatrassen met gutta
percha of een dergelijke stof te overtrekken, welke
afgewaschen kan worden, en vooral den zieken in
een afzonderlijke afdeeling plaats te geven, welke
van het overige gedeelte des waggons goed is afge
scheiden.
Omtrent de redenen, die aanleiding hebben ge
geven tot de gevangenneming te Massowah en latere
terdoodveroordeling van Ahmed Kantibaj en Mussa-
el-Akkad deelt de Eanfulla het volgende mede:
Hot hoofdbestuur te Massowah koesterde reeds
sedert eenigen tijd vermoedens omtrent het bestaan
van een of ander complot. De iuboorlingeu werden
dientengevolge nauwlettend nagegaan, waarop den
5en Februari te Arkika de gevangeuneming volgde,
na eene hevig worsteling, van drie inboorlingen, die
tor sluiks Massowah haddeu verlaten. Een hunner
wist te ontsnappen; de beide anderen werden ieder
in 't bezit gevonden van een exemplaar van novens-
gaanden brief van Kantibaj:
Aan Ras Mangascia, saluut door JCanribaj Ahmed,
Sultan der Hababs.
Ik en mijn broeder Mussa-el Agat zijn, als altijd,
uwe vrienden en wij zetten het werk ten uwen gunste
eq in 't algemeen belang voort. Alles is thans ge
reed om Massowah in onze handen te doen vallen.
De Italiaansche generaal Orero is met het gros
zijner troepen bij Adua, en in Massowah bevinden
zich ternauwernood tweehonderd Italiaansche soldaten.
Wij zullen een raiddel vinden om de schepen, ter
onderdrukking van den slavenhandel op de zuide
lijke en noordelijke kusten, te verwijderen.
Gedurende het laatste kwartier der maan (16 Febr.)
zullen wij des nachts het dorpje vanRasMudarin brand
steken, en terwijl dan de officieren en manschappon zich
daar bevinden om den brand te blusschen, zullen wij,
gebruik makende van de verwarring en verbazing,
het hoofdkwartier overrompelen, ons meester maken
van het geld en de wapenen, en de Italianen afmakeu.
Op dat uur (als de duisternis haar toppunt heeft
bereikt) zullen al mijne Habab's, die zich in grooten
getale van Amberenia naar Abd-el-Kader zullen be-
goven om daar het signaal en mijne Arabieren van
Otumlo en Monkullo af te wachten, te Mnssowah
zijn aangekomen.
Wij kunnen over een groot aantal goede wapenen
beschikken, welke op veilige plaatsen zijn verborgen.
Nog geef ik er u kennis van dat Mussa-el-Agat
zich met Osman Digma en den Emir van Kassala
verstaan, en ook de Derwischen zullen zich tegelijker
tijd met ons in bewoging stellen om ons te helpen
de Italianen te bevechten.
Wij verzoeken u daarom ons terzijde (0 staan en
zoo spoedig mogelijk naar Massowah te komen. Mijn
broeder Mussa-el-Agat bezit zeer veel geld. Do
sommen, die wij aau u afgezonden hebben, zullen
reeds in uw bezit zijn; ik kan u verzekeren, dat wij
hier nog vele, vele duizende talleri's hebben, zoodat
wij ons doel volkomen kunnen bereiken.
Gelijk men weot, is het voornemen de uitgespro
ken vdoodvonnissen niet te voltrekken, deels°omdat
men daarvan eenen goeden indruk bij de bevolking
verwacht, deels ook omdat het vermoeden nog niet
geheel is uitgesloten, dat hier persoonlijke vijandschap
tegen den rijken Mussa in het spel is en hem een
valstrik werd gespannen.
De Franseho minister vnn bnitenlandsche zaken,
de heer Spulier, heeft den Duiisciien gezant, graaf
Münstor, ontvangen en hem mondeling verklaard,
dat de Fransche regeering »h beginsel besloten heeft!
aan de conferentie to Berlijn deel te nemen.
De herstemmingen voor den Dnitschen Kijksda»
zullen reeds den lsten Maart beginnen. Alle her
stemmingen worden niet op denzelfden dag ge
houden, omdat de uitslag der eerste verkiezingen
niet in alle plaatsen even snel kon worden vastge
steld en de bepaling van den tweeden verkiezingsdag
van het tijdstip der officieele afkondiging afhatik'elp
is. Zoo b. v. is do tweede stemming bepaald voor
Kiel en Erlangen op 3 Maart en voor Bochum on
6 Maart.
Te Berlijn zal de strijd tussohen de sociaal
democraten en de liberalen reeds den lsten Maart
beslist worden. De kansen voer de liberalen staan
tot dusver niet slecht, omdat een gedeelte der
nationaal-iiberalen, ten einde de socialisten te weren,
vermoedelijk op de liberale candidaten zal stemmen'
Nn do regeering afhankelijk wordt van het Cen-
trum, wordt natuurlijk reeds gesproken over den
prijs, dien de hoer Windthorst voor zijn steun zal
vragen. Na het intrekken van de Meiwetten is de
schoolquaestie door de clericaleu op het program
gesteld, maar met de schoolquoestie iu Pruisen heeft
de Duitsche Rijksdag niets te maken.
Hoe zal de heer Windthorst het dus aanlegden
om toch de volksschool in Pruisen woer in ^de
macht der kerk te brongen «Dit is zeer duidelijk
meent de National Zeitung do heer Windthorst
zal der Rijksregeering zijn steun woigeren, indien
zij hem niet in den Pruisischen Landdag daarvoor
haar steun geeft bij de oplossing der schoolquaestie
in zijn geest."
De liberalen maken zich hierover nog niet onge
rust. Ten minste zij hebben er geen bezwaar in
gezien een vïrbond te sluiten met het Centrum,