OSSMifSOSl
KAMER gevraagd.
TE KOOP!!
eene Dienstbode
DAGMEID gevraagd.
GEKLEURDE
TRICOT-TAILLES.
Een Net Jongmensch
Baitenlandsch Overzicht.
APVERTENTIËN.
D. de JONG, Jr.
Jumbo Poetspomade
van Gebrs. SNEL,
Amsterdam.
Korte schetsen uit de geschiedenis
der Latijnsche School.
POLITIE.
POSTEHJiT EIST.
Openbare Verkooping
Ypen Stammen met kophout en takken,
KENNISGEVING.
Een vriendelijk verzoek aan
Heeren Librye-meesteren,
Burgerlijke Stand.
Moordrecht
Mevr. ROOZEBOOM
EEN FLINKE
Kattensingel Q 188.
KUIPERSTRAAT
OPRUIMING.
SCHENK en Zn.
Chemische Fabriek Zevenaar.
Het verzoek werd verworpen met 20 tegen 17
stemmen. {Rijn- en IJselbode.)
Donderdagavond vergaderde te Reouwijk hot lees
gezelschap. Op deze vijfde bijeenkomst trad als
spreker op de heer Dr. J. J. Schreudcr, met eene
lezing getiteld: «Brieven* door Dr. E. Laurillard.-
Na deze lezing volgden bijdragen van de heoren
Kapteijn, Kruijt, Minjon, Van Slijpe, Goudswaard
en Van Ree, waarna de vergadering gesloten werd.
Door de heerschende ziekte is sohool A te
Reeuwijk, wegens gebrek aan personeel, voorloopig
gesloten.
"Woensdagavond tiad to Stolwijk in de vergade
ring van* de afdeeling van den Protestantenbond de
heer Keller van Hoorn, als spreker optrad. Ziju
onderwerp had tot strekking do onschatbare waarde
van den bijbel te betogen, mits met oordeel ge
lezen. Ofschoon de zaal goed werd gevuld, had
men een speld kunnen hooren vallen zoo was het
publiek onder den indruk van het gesprokene.
Ook nog eenige door den spreker voorgedragon
dichtstukjes werden met veel genoegen gehoord,
zoodat wel nimmer oprechter dan ditmaal het publiek
instemde met den hartelijken dank en vooral met
het zoo mogelijk tot weerziens, hem door onzen
voorzitter bij het sluiten der bijeenkomst toege
voegd. (ScAoonk, Ct.)
Sta ten-generaal. Tweede Kamer. Zitting
van Vrijdag 28 Februari.
De zitting begon met de keuze van een commies
griffier in plaats van Mr. Zillesen, die naar de Eerste
Kamer is overgegaan. Het salaris werd bepaald op
1800. Uitgobracht werden in vier stemmingen
tusschen 80 en 84 stemmen. Merkwaardig was het
dat, waar de beide fractiën der meerderheid streden
om ieder hun eigen candidaat er door te halen, ten
slotte de liberale candidaat Mr. R. J. H. Patijn met
de buit ging strijken. De heer Savornin Lohman Az.
(anti-revolutionair) bracht het tot 20, de heer Vos
de Wael (Katholiek) tot 24 stemmen, de heer Patijn
Jr. tot 36 stemmen, zoodat eene herstemming tusschen
de beide laatsten moest beslissen. Patijn behaalde
de overwinning' met 44 tegen 40 stemmen op Vos
de Wael. Klaarblijkelijk hebben een paar anti-re
volutionairen het niet van zich kunnen verkrijgen
weder een Katholiek voort te helpen. Een fraaie
illustratie van het bekende spreekwoord der twee
honden, die om een been vechten.
Nog onder den indruk dezer verrassing heerschte
er weinig lust tot algemeen debat over de belangrijke
pensioenwetten, die thans aan de orde waren. Alleen
de heer Clercx zeide iets ter verdediging der regee-
ringsontwerpen en ten gunste der oude weduwen,
waarna art. 1 werd goedgekeurd. De verdere be
raadslaging wérd tot Dinsdag uitgesteld, daar de com
missie van rapporteurs nog niet in de gelegenheid
geweest was over de amendementen te beraadslagen.
De heer A. van Dedem vroeg verlof om tot de
Reg. eenige vragen te mogen richten over de plaats
geh.id hebbende mjnistórieele crisis.
Het gevraagde verlof werd verleend. De dag der
discussie zal nader worden bepaald.
De heer Tak van Poortvliet had den voorzitter
het woord gevraagd om verlof te verzoeken eenige
vragen te doen naar aanleiding van de verschuivingen
in 't Ministerie. Na het door den heer v. Dedem be
komen verlof om de ministerieele crisis in haar ge-
heelen omvang ter sprake te brengen, zou ook voor
hem de gelegenheid ontstaan om het gewenschte licht
to erlangen. Hij achtte dus daarvoor geen afzon
derlijk besluit meer noodig.
of wilt u misschien liever dadelijk van nacht boven
slapen, mevrouw?" vervolgde Violet vriendelijk.
//Morgen," zeide zij met een strak kon blik. Violet
wendde zich dus weer tot Sarah.
//Ik zal het wel bij mijnheer verantwoorden, als
er eenig misverstand mocht bestaan."
z/Het is goed, juffrouw," zeide Sarah.
Voor de tweede maal werkte het noemen van den
naam van den heer Rayner als een tooverraiddel.
Na de thee verbaasde mevrouw Violet door eene
waarschuwing, die bewees, dat zij wel degelijk scherp
op alles lette wat rondom haar gebeurde. Zij kwam
naast haar bij den haard staan, terwijl Sarah de tafel
afruimde, en toen deze iets naar de keuken bracht,
fluisterde zij Vtblet in het oor:
z/Wees voorzichtig zij haat u en zij is gevaarlijk!"
Violet zag haar vragend aan, maar Sarah was reeds
weder in de kamer en mevrouw Rayner's gelaat
stond even strak als te voreu.
Die waarschuwing maakte geen bijzonderen indruk
op Violet. Zij was reeds lang gewoon in Sarah eene
vijandin te zien; maar dat de waarschuwing van die
zijde kwam, trof haar zeer. Midden in de op dezen
avond volgenden nacht werd Violet wakker, zonder
te weten waardoor. Zij was dadelijk helder wakker;
zij zag dat Haidee rustig sliep en dat het vuur in
den haard wel nog brandde, maar flauw; zij wilde
opstaan en het vuur iets aanwakkeren, toen zij een
geluid, baast te zacht om het geluid te kunnen
noemen, bij de deur hoorde. Zij hield haren adem
VI.
VERANDERDE TOESTANDEN.
Met het ontslag, in 1623 aan Gerardus Traude-
niua verleend, begint een nieuw tijdperk in de
geschiedenis der School. Tot nog toe hadden de
Traudeniussen elkander opgevplgd alsof het van
zelf sprak dal het Rectoraat in hnnde#moest blijven
van de leden van hun geslacht. Geen oogenbiik
hadden de Scholasters er over gedacht om, zoolang
or nog maar één Traudenius beschikbaar was, het
beheer der School aan iemand anders op te dragen.
Slechte gevolgen had, voor zoover wy kunnen nagaan,
die familieregering niet gehad. Want, mocht ai
Gerardus wellicht minder ambitie voor zijne botrok-
king gehad hebben, hy legde zijn ambt dan ook
neder en verkoos dus het aftreden boven een
onwaardig aanblijven. Vaa een achteruitgang der
school bernerkeu «rij dan ook niets. Wel was het
aautal leerlingen de laatste jaren afgenomen, maar
het zou onbillyk zijn dit aan slecht beheer of
mindere bekwaamheid toe te schrijven. Immers de
grond vau de vermindering van het getal scholieren
moet gezocht worden in de omstandigheid dat de
Groote School haar monopolie langzamerhand verloor
en* de stedelijke regeering moest erkennen dat ook
de bijscholen haar recht van bestaan hadden. Do
Groote School werd langzamerhand, niet alleen in
naam, maar ook inderdaad de Latjneche School bij
uitnemendheid, dus eene inrichting waar de leer
lingen in de eerste plaats werden ingeleid in de
studie der Oudheid. En dil moest zij' meer en
meer worden, indien zij wilde beantwoorden aan de
eischen des ïyds. Bijgevolg geraakte dat gedeelte
van het onderwys, dat wij lager uoemen, eenigszins
op den achtergrond on kwam dat grootendeels (in
handen van geadmitteerde schoolmeesters en school
jufvrouwen, die in vrij grooten getale bier particu
liere scholen hielden.
Uit het gezegde blijkt duidelijk, dat de School
thans eene geheel an'lere beteekeni? kreeg en dat
het van belang was om, desnoods met opoffering
van geld, nieuwe krachten van elders te doen komen
om, ook onder de gewijzigde omstandigheden, den
ouden roem der school te haudhaven. Zoo begrepen
het ook de Scholasters. Er was nog wel een zoon
van den ouden Traudenius, nl. Cornelis, dio wel
licht aanspraak had kunnen maken op het Rectoraat,
maar terecht zagen de Scholasters in, dat het niet
dan nuttig voor de school kon zijn, wanneer voor
loopig eens met de traditie gebroken werd en een
ander Rector werd aangesteld.
Men beriep den Amersfoortschen Rector Jac.
Hovius en wel op een tracteraent van 600 jaarlijks.
Hot met hem gesloten contract, dat in het Stads-
register te vinden is, biedt niets opmerkelijks aan,
maar bevat in hoofdzaak dezelfde voorwaarden als
die, waaronder zijn voorganger was aangesteld en waar
van ik in iiijue vorige schets de voornaamste punten
heb medegedeeld. Alleen zij vermeld dat bij voor zeven
jaren werd aangenomen, welke termijn evenwel later
ferlengd schijnt te zijn, ilaar bij tot aan zijn dood in
1634 Rector bleef. Onder zijn Rectoraat stelden
de Scholasters aan de vroedschap voor, om nog een
meester meer aan te stellen, welk voorstel evenwel
niet aangenomen werd. Dit voorstel, dat waar
schijnlijk van Hovius is uitgegaan, had natuurlijk
ten doel om het aantal loci of klassen tot het getal
van zos uit te breiden, welk getal dan ook was
voorgeschreven door de Schoolordre in 1625 gemaakt
door de Staten van Holland en West-Friesland. Op
die schooloTdeT komen wij lator terug, doch willen
thans alleen zeggen, dat evenmin hier als elders,
bedoelde order in alle onderdeelen nauwkeurig is
in en luisterde. Alles was stil. Nu vernam zij weer
een gedempt geschuifel, alsof een voorwerp zacht
van de ééne trede op de andere werd verplaatst;
verder niets. Op de trap naar de torenkamer lag
geen looper. Zachtkens kroop zij uit haar bed en
stak licht aan. Om het gekras van een lucifer op
het doosje te vermijden stak zij dien aan het vuur
aan, sloop near de kamerdeur en legde het oor aan
het sleutelgat. Na een oogenbiik van stilte hoorde
zij hetzelfde geschuifel. Zou Nap ook onderzoeken,
of de eene trede gemakkelijker ligplaats voor hem
was dan de andere? IntussChen, wie of'wat duar
beneden gleed of schuifelde, moest nu toch zoowat
een trede of zes, zeven zijn gedaald. Alle sloten op
Elzenhof waren volmaakt in orde en geene enkele
deur kraakte. Violet raapte haren moed bijeen en
besloot den indringer, raenscb, dier, of wat het wezen
mocht, te verschrikken. Zonder het minste geluid
draaide zij den sleutel om, vervolgens den knop, en
plotseling rukte zij de deur open, sta'mpte met den
voet op den grond en bewoog do kaars snel heen
en weer. Zij hoorde, hoe Haide^een gil gaf
aan haar had zij niet gedacht. Haar list gelukte
overigens maar al te goed. Eene gedaante, die op
de trap in elkander gedoken zat, sprong overeind.
Aet was Sarah.
Nog eer Violet tijd had gehad haar woest, ont
steld gelaat meer dan vluchtig te zieir, gleed Sarah's
voet uit, en met een doordringendeu gil viel zij
achterover de trap af. Er was eene wenteling in
opgevolgd. Het Rectoraat van Hovius biedt overigens
niets aan, dat der vermelding waardig is. In de
resolution der vroedschap vindon wij gedurende dit
tijdperk niets dat op onze school betrekking heeft.
Wij zonderen natuurlijk herhaaldelijke aanvragen om
hoogere bezoldigingen uit, waarmede vooral een
zekere meester Ellerus de heeren regeerders lastig
valt. De Rector zelf tracht ook zoo nu en dan
eens -zijne geldelijke positie te verbeteren. En niet
zonder succes. Een extratje van 200 tonnen turf,
die hem per jaar eershalve waren geschonken, weet
hij om te zetten in oen bedrag van 60 per jaar,
wat hem zeker voordeeliger uitkwam. Ook uit
oukele posten op de schoolrekeningeu blijkt dat de
Scholasters ten opzichte van hem nog al royaal
waron.
Op Hovius volgde de zoooven genoemde Cornelis
Traudenius.
Deze had vroeger, onder zijn broeders Willem en
Gerhard, het Conrectoraat bekleed, doch whs gedu
rende de eerste jaren van Hovius' Rectorschap uiet
aau de School verbonden. Wellicht had hij voor
een tyd zijn ambt als leeraar vaarwel gezegd om
elders meerdere kundighoden op te doen, gelyk
het, zooals ik reeds vroeger zei, wel meer gedaan
werd. In 1628 vinden wij hem terug als meester
in de 2de Latijnsche Schooi. Zijne plaats ais oonrec -
tor was toen ingenomen door een ander, een zekeren
Maorten Straffintvelt die nog jaren lang daarna de
zelfde post heeft bekleed.
Traudenius werd niet aangesteld op dezelfde voor
waarden als Hovius het geen billijk zou goweest
zijn maar op die waarop zijn broeder Gerhardus
zijn ambt aanvaard had. 't Had er werkelyk iets
van alsof meu zeggen wilde „een Traudenius doet
het wol voor minder.Doch vier jaar later - in
1638 - werd zijn tractament toch op 900 gebracht
en geuoot ook by verder vele gunsten van de zyde
der Scholasters.
Zijne plaats als meester in de 2de klasse bleef
onvervuld, doch aan den auderen kant vergrootte meu
het onderwyzenr! personeel door de aanstelling van
een afzonderlijken schrijfmeester, die zekor de leer-
lingeu niet alleen gewoon moest leereu schrijven,
doch vooral de prachtige letters moest leeren tee-
konen, die wij in titels en initialen van menig
manuscript van dien tyd aantreffen.
Intusschen kon de aanstelling van dezen schrijf
meester het gemis van een Latijnse ben meester niet
vergoeden. Wij verwonderen er ons dan ook eenigs
zins over, dat de Scholasters, die ten tyde van Hovius'
Rectoraat nog een nieuwen meester wenschten aan te
•tellen, er thans geen bezwaar in zien, om het met
een Latijnschen meester minder te doen. De eenige
verklaring, die wij hiervoor kunnen vinden, ia, dat
Hovius, als vreemde, aan de Scholaster! moer eischen
durfde stellen dan Traudenius, wiens positie minder
onafhankelijk was.
Dat deze verklaring, niet zonder grond ia, blykt
uit de omstandigheid dat in 1658, onder een anderen
Rector, weer een Latynsche meester ia aangesteld.
Die nieuwe Rector was Johannes Wourdauus, uit
Tiel, die in 1648 Traudenius opvolgde. Onder zijn
Rectoraat nam de school bijzonder in bloei toe.
Wourdanus werd dan ook door Scholasters met zeer
veel onderscheiding behandold. HiL genoot meer
malen de eer op een diner of soupér van de Heeren
genoodigd te worden. Want ook hierin waren de
tijden veranderd; Jiet eenvoudig glaasje wijn van
vroeger was vervangen door formeele soupers, waar
aan de pasteibakker niet zelden een aardig sommetje
verdiende. De school had een wel voorziene wyn-
1) l'aulu» Traudeniaa had dua rijf rooua, die, even ala hij
«zelf aan de I stijnache School zyn werkzaam geweeat, nl. Jas
(die ala meeater acbijnt geatorven te1 zyn.) Dirk, Willem,
Gerhard en Cornelioa.
de torentrap. Violet zag, terwijl zij bevende aan de
deur stond, hoe Sarah's hand in doodangst de leu
ning trachtte te grijpen om zich te redden, maar
het was te vergeefs. Violet hoorde eene doffe boiu}
en toen een vreeselijk steunen. Sarah was van bo^
ven af naar beneden geslagen en lag nu beneden op
den grond.
Een oogenbiik stond Violet verstijfd van schrik
tegen den muur. Toen, hoewel bevende, zoodat zij
bijna de trap niet kon vinden, stapte zij vooruit om
naar beneden te gaan. Maar op de tweede trede
gjeed haar voet üit en als '>ij liiet door den angst
vanzelf langzaam had geloopen, zou ook zij naar be
neden zijn gestprt. Op de volgende trede gleed zij
weer uit en toen zij, zeer voorzichtig, den voet op
de daaraanvolgende trede zette, ontdekte zij een dun
touw, dat er dwars over heen gespannen lag.
Door eene invallende gedachte gedreven, ging zy
op do trap zitten en bevoelde de trede waarop z|j
zat met de hand. Zij was glibberig, evenals de
andere treden die onder het bereik van hare hand
lagen. De torentrap was donker, zelfs bij dag, en
als zij op hare gewone manier, tamelijk snel, naar
beneden was geloopen, had niets haar kunnen redden.
Het was eene hinderlaag van Sarah, zoo al niet om
Violet voorgoed kwyt te raken, dan toch om haar
ernstige kwetsuren te bezorgen. Wat zij had ge
hoord, was het insmeren van de treden, één voor
één, geweest.
{Wordt vervolgd.)
kelder, die herhaaldelijk moest aangevuld worden,
en ook elders, in den Doelen, werden schitterende
maaltijden gegeven. Wij zullen hier maar verder
over zwijgen, en den Scholasters de eer nageven dat
ze ondertusschen niet vergoten goed voorde School
te zorgen, en vooral niet nalieten om het schoolfonds,
waarvan wij nog heden ten dage de vruchten pluk
ken, zoo voordeelig mogelijk te beleggen. K.
In vrij betrouwbare Duitscbo beriebteu wordt half
erkend, dat er sprake kan geweest zijn van Bismarkos
aftreden ala Pruisisch Ministerpresident, maar ove
rigens geconstateerd, dat de uitslag van de verkie
zingen van dien aard is, dat de Rijkskanselier vast
en zeker blijft. Dat echter de oorzaak van Bismarck's
verlangen om heen te gaan, zelfs voor een deel, zou
moeten worden gezocht in mindere overeenstemming
met 's Keizers denkbeelden, inzonderheid in sociale
zaken, schijnt niet het geval te zijn. In de eerste
plaats is daarvoor Bismarcks monarchale overtuiging
te sterk ontwikkeld. Tweeden-, neemt de Rijkskan
selier te ijverig deel aan het voorloopig onderzoek
in den Staatsraad en ligt ook de verdere uitbreiding
van de sooiale wetgeving te zeer in den geest, waarin
hij zich vroeger over de zaak heeft uitgelaten. Op
zijn hoogst zou er verschil kunnen bestaan ten op
zichte van den tijd van behandeling.
Men is zeker niet ver van de waarheid, wanneer
men aanneemt, dat Bismarck liever nog wat had
willen wachten met de voortzetting der sociale her
vorming om eerst de werking van de arbeidersonge
luk-, invalieden- en pensioenwet af te wachten, maar
om een opportuniteitsquaestie zou een Bismarck zich
nooit van zijn Vorst scheiden.
De Berlgnsche liberale bladen sporen de kiezers
hunner partij dringend aan bij den tweeden strijd bij
de stembus, die beden in de hoofdstad plaats yindt,
vooral niet thuis te blijven. „De thuis gebleven kie
zers moeten den doorslag geven" zegt de Fremnnige
Zeitung, en dan berekent het blad, dat in het tweede
district bq de eerste verkiezing nog van de 70,000
kiezers 16,800 zijn thuisgebleven. Professor Virchow
verkreeg toen 18,846 en de socialistische boekbinder
Janiszenski 20,285 .temmen.
In het derde district bleven van de 34,000 kiezers
ruim 9,000 thuis. De sociaal-democraat Wildberger
verkreeg 12,287 en de liberale advokaat Munckel
11,566 stemmen. Beide socialisten hebben dus reeds
een voorsprong, maar daar deze wijken der hoofdstad
grootendeela door liberale kiezers bewoond worden,
vertrouwen de liberalen, dat ook huu candidaten het
moeten wionen, indien de thuisbiyvers nu opkomen.
In het eerste district komt de liberale candidaat
dr. Trager in herstemming met den conservatief
Zeidler. Trager verkreeg 6673 en Zeidlor 4690
stemmen, terwgl de sociaal-democraat 3586 stemmen
verkreeg. De liberalen loopen dus iu dit district
geen gevaar, evenmin als in het vijfde district, waar
de liberale advokaat Baumbach in het strgdperk moet
treden tegen den socialist Auerbach. Baumbach ver
kreeg toen 10,000 en Auerbach 7000 stemmen.
De eenige liberalen, die dus gevaar loopen zijn
Virchow en Munckel. De kansen zijn echter bet
gunstigste voor de liberalen, omdat deze ook op der,
steun van een groot deel der andere burger-partgen
kannen rekenen, terwgl de «ooiaal-democraten alleen
op eigen krachten moeten steunon.
De commissie uit den Zweedseben Rijksraad heoft
verslag uitgebraoht over de handelstractaten.
De minister Aekerhielm betoogde, dat het ver
langen der tegenwoordige handelstractaten niet mo-
gelijk was, maar dat, voordat de inhoud der nieuwe
tractaten kan worden vastgesteld, overleg met de
andere regeeringen noodig is. De minister van
buitenlandsche zaken, graaf Loewenhanpt, stelde
zich op betzelfde standpunt.
De beide Kamers besloten toen tot de regeering
het verzoek te richten de handelsverdragen met
Spanje en Frankrijk op te zeggen, zoodat deze den
lsteu Februari 1892 ophouden van kracht te zijn.
Iu de Eerste Kamer werd dit besluit genomen met
83 tegen 46 en in de Tweede Kamer met 148 tegen
98 stemmen.
GEVONDEN VOORWERPEN.
In de maand Februari 1890 zyn de volgende
voorwerpen als gevonden gedeponeerd aan het Bu
reau van Politie
1 portemonnaie inhoudende 0.14, l witte vrou
wenzak inhoudende 2 halve centstukken en een pa
relmoeren knoop, 1 portemonnaie inhoudende 5 cen
ten, 1 bloedkoralen armband met gouden Bluiting,
1 stuk hruin lustre, 1'glacé handschoen, 1 gouden
potloodpen, 1 zilveren oorknopje, 1 gouden armband,
2 fantaisie armbanden en een pakje spelden, 1 pols
mofje, 1 R. C. Kerkboekje, I stalenboek, 1 beursje
inhoudende 20 centen, 1 kinderwantje, 1 brillen-
huis met bril, 18 nieuwe planken (zoogenaamde soij-
deelan), 1 klok keu voer, 1 zakmesje, 1 horlogeketting
(nickel), 1 zilveren viugerhoed, 1 rozenkrans gebor
gen iu een eivormig beenen dop.
De gevonden voorwerpen in de maand Augustus
1889 en niet door de verliezers afgehaald, zyn ter
beschikking vau de respectieve vinders mei inacht
neming van art. 2014 Burgerlijk Wetboek.
Bureau voor gevonden voorwerpen zooveel moge
lijk geopend van 11l uur 's morgens.
De Commissaris van Politie te Gouda,
J. W. TUINENBURG.
RIJST van BRIEVEN geadresseerd aan onbe
kenden gedurende de le helft der maand Februari
1890, welke door tusschenkomst van het postkantoor
te Oouda terug zgn te verkrggen.
Van OOUDA:
Mevr, Hegnis, AmsterdamVerkade, Boskoop
Scharel, BredaMej. L. Braam, 's GravenhageMej.
J. van Wijk, 's GravenhageW. van Vliet, Haarlem;
L. Tggerman, Kralingen; A. W. Verwoerd, Ouder
kerk a/y. A. van Rijn, Reeuwgk.
Van UAASTRECHT:
L. Kontrin, Deventer: Manscbot, Gonderak; K.
Krooswijk, Hazerswoude.
Van WADDINGSVEEN
Oonda van Rosaum, Amsterdam; Willemstraat
129, Kralingen.
GOUDA, den 28n-Februari 1890.
De Directeur y/h. Postkantoor,
VORSTER.
Een BEER z. b. b. h. h. zoekt tegen 1
April a. s. bg nette lieden een vrije Kamer met
Kost en Bediening,
Brieven franco onder No. 1969, aan het
Bnrean dezer Courant.
voor 12.eene prachtig werkende TRAP-
NAAIMACHINE (Wkiler Wilson).
Adres fr. brieven onder No. 1968, aan het
Bureau dezer Courant.
GEVRAAGD tegen MEI.
lnformatiën ter boekdrukkerij van B. A.
VBRZIJL, Korte Tiendeweg.
op WOENSDAG 5 MAART 1890, v.m. 10
uur van een
aan de Kattensingel voor de Pastorie derChr.
Ger. Gemeente te Gouda.
Nadere inlichtingen te bekomen ten kantore
van de Deurwaarders Van de WERVE te Gouda.
De BURGEMEESTER van GOUDA, brengt bg
deze ter kennia van de belanghebbenden, dat door
den Heer Provincialen Inspecteur der Directe Belas
tingen enz. te Rotterdam op den 26sten Februari
1890 zgn executoir vsrklaard: de kohieren Nrs. 8,
9 en 10 voor de belasting op het Personeel dienst
1889—1890.
Dat voormelde KOHIEREN ter invordering zijn
gqjteid in handen van den Heer Ontvanger, dat
ieaer, die daarop voorkomt verplicht is, zijnen aanslag
op den bg den wet bepaalden voet te voldoen, en
1 dat heden ingaat de termgn van DRIE MAANDEN,
biunen welken de reclames behooren te worden
ingediend.
I GOUDA, den 28 Februari 1890.
De Burgemeester voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
INGEZONDEN.
leliiK
Libr
Hooggeachte Heeren!
Zon er toch geen mogelijkheid bestaan dat onze
kostelgke Bibliotheek, gedurende die enkele urm dat
zg geopend ia, ook verwarmd wordef Er is een
schoorsteen, maar (gelgk de custos mg verleden week
zeide, toen ik bgkans verkleumd een en ander na moest
zoeken) «in een eeuw is er niet gestookt."
Ik bid Ubrengt daar verandering in, ter wille
van de boeken en van de mensohen! Want men
kan niet elk boekwerk zich tehuis laten bezorgen;
men moet soms tien, twintig doelen napluizen eer men
het begeerde vindt; en werkelgk het it er bg deze
koude niet uit te houden.
Hoe dankbaar zou U voor een weinigje warmte
aldaar, met vele anderen, zgn
Uw dienstw. dienaar,
J. H. GUNNING JHz.
GEBOREN 26 Febr. Cornelis, ouders G. Uithol en J.
Jtosen. 27. Agatha Adrians, onders T. C. Homes en M
Hofman.
OVERLEDEN 27 Febr. P. J. van Gent, 41 j. 28.
C. Happel, huisvr. ran G. de Keyzer 76 j. L. Zorg, 68 j.
ONDERTROUWD: 28 Febr. A. H. Schefller, 22 en
A. M. den Held, 21 j.
GEBOREN Willemina Frederika, oudara A. Rielreld en
G. ran Grieken.
OVERLEDEN: B. J. Smits, 74j.
Heden oveileed zacht en kalm in den
ouderdom van JA jaar, onze geliefde Zuster
BARTHA JOHANNA, Wed. van den WelEd.
Heer C. Spbüijt Stolk.
A. SMITS.
M. J. SMITS.
Gouderak26 Febr. 1890.
Eenige en alyemeene kennisgeving.
vraagt tegen MEI
wegens huweljjk der tegenwoordige.
Inlichtingen, Atteaten en Prijscouranten gratia.
voor DAMES en MEISJES.
WüRDT GEVRAAGD om spoedigin dienst
te treden
voor KANTOOR- en LOOPWERK.
Schriftelijke aanbiedingen onder No. 1970
aan het Bnrean dezer Courant.
Komjjnsteeg K. 52,
beveelt zich aan tot het in- en verkoopen van
oude Meubelen, Kleeren, Boeken, Conranten,
Koper, Lood, Zink, IJzer, Winkels opruimingen
enz. Dagelijks te ontbieden.
D. db JONG, Jr., Komynsteeg K. 52.
is de beste en goedkoopste der'
wereld. Alom verkrijgbaar in
TBmImaIk doozen a 5, 7<en 12:/, Cents.
TRADE MARK:
Verkrijgbaar te Gouda bg F.
OODSHOORN, Kleiweg en bg
G. H. LAKERVELD, Gouwó
C. 96;
te Schoonhoven bg P. FIJN va» DRA AT;
Alblasserdam bij de Wed. J. de BOER
Giesendam bg Wed. v. d. HEUVEL en
Leerdam bjj A. van WIJK.
Asperen bg D. VERMEIJ.
Probeert s. v. p. de SOUCHON-THEE No 3,
h 1.25 per kilo.