Politiekerede van den keer Fabius.
Buitenlandsch Overzicht.
TOONEEL.
doorgebracht, duidelijker wordt geregeld. De heer
Land trok zgn amendement betreffende de niet toepas
selijkheid der wet op de werklieden bij de inrich
tingen van see- en landmacht is, nadat de Minister
verklaard had, dat dit punt beter geregeld kon wor
den bij de onderhanden wetsvoordracht betreffende
de pensioenen dezer werklieden.
Lenige opgaven omtrent de lijkenverbranding too-
nen aan, dat die meer en meer in gebruik komt,
Te Woking was het gemiddelde aantal in de jaren
1884 tot 1887 slechts acht, in 1888 26, doch in
1889 reeds 46, waardoor het gezaraelijk aantal aldaar
tot juist 100 is geklommen, terwijl in de afgeloopen
maanden van het loopende jaar alle weken dooder.
verbrand werden. In Frankrgk zijn in het nieuwe
crematorium te Parijs in 1889 35 lijken verbrand,
doch het aantal levenloos geboren kinderen en de
dooden uit de hospitalen en de anatomische scholen
zijn veel grooter in aantal, zoodat de inrichting dan
ook thans doorloopend in gebruik is, daar de ge
neeskundigen bladen het totaalcijfer op bijna 3000
stellen. Te Rome waren de cqfers 119 in 1886,
155 in 1887 en 202 in 1888; die over het afge
loopen jaar zijn nog niet bekend gemaakt. Ook te
Miliaan en in andere groote Italiaansche steden neemt
het aantal voortdurend toe, evenals in Duitschland
en de Vereenigtfe Staten van Noord-Amerika.
Zaterdag namiddag had zich voor de Haarlemsche
rechtbank te verantwoorden Jan Mensinga, zonder
vaste woonplaats, ter zake
I. dat hij op of omstreeks 4 Februari jl. onder
Hillegom, zonder tot de uitoefening der .genees
kunde eeuige bevoegdheid te bezitten, als zijnde hij
niet tot het beroep van genees- en heelkundige
toegelaten, buiten noodzaak die kunst en dat beroep
heeft uitgeoefend, door onder genot van geldelijke
belooning of vergoeding aan verschillende ingezetenen
genees-of heelkundigen raad of bijstand t^verleenen,
o. a. lo. aau Haagje Guijt, huisvrouw van R. M.
Taat2o. aan de zesjarige Johanna Rebecca Philippo
en 3q. aew Johanna Maria Krobs, welke, wat No. 1
en 3 betreft, aan ziekte der beenen lijdende waren,
zoodanig, dat deze personen niet of zeer moeilijk
konden loopen, terwgl No. 2 aan klierziekte leed,
aan welke patiënten, nu zich over ieders toestand
en kwalen te hebben doen inlichten en verschillende
lichaamsdeelen te hebben bezichtigd en betast, hij
tot genees- of heelkundig doeleinde het gebruik
van zalf ter besmering met of zonder het inwendig
gebruik van eene vloeistof heeft voorgeschreven, en
daartoe aan ieder hunner één of meer doosjes met
eene zalfachtige zelfstandigheid, benevens een flesehje
met vloeiitof, alles voorzien van of met aangifte
eener gebruiksaanwijzing, heeft verstrekt, terwijl bij
bovendien de hand van No. 2 met zalf heeft be
streken en daarop een linnen verband gelegd, dat
volgens zijne aanwijzing om de vijf dagen moest
worden vernieuwden dat hij
II. zonder middelen van bestaan heeft rondge-
zworven.
Hoe het in 's Hemelsnaam mogelijk is, dat er nog
personen zijn te vinden geweest die zich door dezen
beklaagde hebben laten bedotten, is onbegrijpelijk.
Reeds zijn uiterlgk had daarvan moeten terughouden
want dit is lang niet slim, doch eene zekere mate j
van gevatheid heeft hij wel, want hoe de president I
zich ook vermoeide om 'te weten te komen, waar
zij zelve heeft de ontknooping verhaast. Op onze reis
hebben wij ons te Parijs opgehouden, om daar een
avond le blijven. Zoodra wij op onze kamers waren,
maakte ik mijn schrijfcasset open en schreef een brief
aan mijn lieveling. Ik wilde je vertellen hoe ik op
het dek van de -stoomboot had op en neer geloopen
en in den spoorwagen gezeten had, altijd met mijne
gedachten bij jou en bij den laatsten blik dien ik
in je mooie oogen had mogen slaan, op dien tocht
van Dinsdag avond hoelang schijnt het mij reeds
geleden te zijnIk verliet het vertrek voor een paar
minuten om iets voor onzen avondmaaltijd te bestel
len; mijn brief lag gesloten op de tafel aan uw adres
hij lag gereed om in een omslag aan mevrouw Man
ners te worden ingesloten. Terugkomende, vond ik
mijne moeder met mgn brief aan jou, dien zg had
opengescheurd, in de hand; zij las. Wij hadden een
heftig tooneel. Ik verlangde mijn brief terug en zij
verscheurde dien en wierp de stukken in het vuur,
onder het spreken van eenige woorden over jou, die
al mijne zelfbeheersching op de vlucht joegen. Ik
zeide haar, dat zij over mijne aanstaande vrouw sprak.
„Je aanstaande vrouw!" riep zij, zich in hare volle I
lengte oprichtende en hare stem met die kracht ver-1
heffende, waardoor mijn vader gewoon is geheel te
worden beheerscht„dat is mejuffrouw Langham van
Greytowers."
„U is verkeerd onderricht, mama. Bij zulke din
gen is het zeer aan te raden zijne inlichtingen bij
den persoon zelf in te winnen. Uwe aanstaande
hg de ingrediënten voor zijne medicgnen had ge
kocht, dit kwam door zijne ontwgkende antwoorden
niet aan het lichtde medicgnenwaren ter terecht
zitting aanwezig en bestonden uit middelen tegen
hoofdpijn, hartpgn, kiespijn en andere. De zalf
was niet anders dan reuzel, met levertraan vermengd,
hetgeen door den scheikundige, den heer v. d. Sleen,
werd geoonstateerd, terwijl de versohillende vloei
stoffen aftreksels zijn van calmuswortel, waaraan
versohillende kleurtjes waren gegeven.
De beklaagde maakte den goedgeloovigen raenschen
wijs dat hij met den helm was geboren en het daar
door veel beter wist dan professoren en doktoren.
Hij ontk»nde geld voor zijne medicijnen te hebben
gevraagd men had het hem gegeven.
Philippo, de vader van No. 2 verklaarde dat hg
de zalf op de hand zou hebben laten liggen nis ze
hom, niet was afgeuomen, want hot sproekwoord
zeide„de kunst loopt langs den weg" en als dan
de gewone doctoren de patient hebben opgegeven,
probeer men alïea. Men kan het dan toch maar
nooit weten.
Kops, ^le vader van No. 3. had het toegelaten
dat zgne dochter zalf gebruikte, en deze bad den
volgenden morgen gezegd, dat ze veel verlichting
gevoelde. Ook daar had de dokter van Hillegom
gepractiseerd, maar geen herstel was daarvan het
gevolg geweest, daarom had ook de familie Kops
geoordeeld dat men het dan toch maar nooit kan
weten.
De officier van justitie oordeelde, dat beklaagde
zich had schuldig gemaakt aan het hem teu laste
gelegde en eischte wegens het onbevoegd, zonder
noodzaak uitoefenen der heel- en geneeskundige
practijk f 25 boete subs. 10 dagen gevangenisstraf
en wegens landlooperij 12 dagen hechtenis en ver
zending naar eene rijkswerkinrichting voor den tgd
van 2 jaar.
De rechtbank doet a. s. Donderdag uitspraak.
Een aantal hoedenmakers in Duitschland hebben
zich verbonden, geeu gevolg te geven aan den eisch
der socialisten omtrent de hoedenmerken. Zooals
namelgk reeds is gemeld, was er een socialistisch
manifest uitgevaardigd, waarin gezegd werd, dat
voortaan dë werklieden geen andere hoeden meer
mochten koopen dan die voorzien waren van een
merk, hetwelk eeu socialistisch comité voor een ge
ring bedrag per 109 stuks aan de hoedenmakers zou
afleveren, uitgezonderd aan die, welke met het bwtuur
der werklieden-vereeniging overhoop liggen Dit
manifest is aan alle fabriekanten en verkoopers van
boeden toegezonden. Dientengevolge hebben eenige
hoedenfabriekanten nu bekend gemaakt, dat zij daar
aan geen gevolg zullen geven, en onmiddelijk hebben
reeds een aantal anderen die verklaring mede onder
teekend. Tot deze laatsten bebooren de meeste fa
brikanten en groothandelaars in goedkoope vilten
hoeden, juist de soort die door de werklieden worden
gedragen.
Weinig hadden wij gedacht toen een drietal weken
geleden de laatste abonnement*- voorstelling plaats
had van de Vereeniging liet Nederlandoeh Tooneel,
dat wij hare artisten zoo spoedig weder in ons
midden zouden zien. De reden is bekend. De
droeve ramp van 20 Februari gaf de Directie van
schoondochter is mejuffrouw Violet Howart, het
mooiste meisje van Norfolk of daarbuiten. Als u er
zoo bijzonder op is gesteld, mejuffrouw Langham
uwe schoondochter te noemen, bewaar haar dan voor
Jack. Het zal haar misschien niet kunnen schelen
op hem te wachten."
«Ik was er op voorbereid, een stroom van toor-
nige woorden te hooren losbarsten, maar zij waa zoo
verbaasd, dat deze forache toespraak mij over de
eerste moeielijkheid waarlijk heen heeft geholpen.
Thans neemt zij mijne attenties koeltjes aan en wij
verkeeren op een tamelijk onaangenamen voet samen;
maar zij weet nu toch, dat zij hare heerschappij
over haren oudsten zoon heeft verloren. Het spjjt
mij maar, lieveling, dat mijne belofte, aan papa ge
daan, mij verhinderd heeft haar dit een en ander nog
in Engeland zijnde mede te deelen, want ik begrijp
best, dat'deze «reis tot herstel van hare gezondheid"
niet» anders is geweest dan eene streek eene sa
menzwering, want er waren er twee in gemoeid
om mij van jou te verwijderen. Zooals de zaken nu
staan, vrees ik toch de twee maanden hier te moeten
blijven die ik haar heb beloofd. Zij zal mij daarvan
niet ontalaan.
«Maar ik ben in ontzettenden angst over jou. Ik
zal je niet ver.lrietig maken, door je alle angstige
gedachten mede te deelen die in mij opkomen. Maar
liefste Violet, ik verzoek je dringend, mij ook het
kleinste en minstbeteekenende dat op Elzenhof voor
valt to schrijven. De Hemel geve dat je niet veel
«Ons Genoegen» aanleiding met loffelijken spoed
onze schouwburgzaal ter besohikking te stellen voor
eene benefice-voorstelling. Een alleszins goed denk
beeld immers van haar oprichting af is voor
noemde vereeniging' hier geregeld jaarlijks opge
treden en sommige harer artisten kennen wij nog
van veel vroeger. Wie herinnert zich niet Louis
Bouwmeester met Judels voorstellingen gevende in
Mn «welingerichte kermistent» op de groote Markt?
Wie denkt niet met zeker genoegen terug aan de
tooneel-soirees in «Nut en Vormaak» (die reeds zoo
ver achter ons liggen, dat het hedendaagsche «jongo
Gouda» misschien vreemd zal opkijken als het
hoort, dat daar ooit zulke voorstellingen werden
gegeven)? Wie roept zich niet gaarne voor den
geest de abonnements-voorstellingen van de Vmenig de
Tooneelieten, wier loden later bijna allen overgingen
bij het Nederlaiuhck Toatteel l In zoovele jaren ont
staat er zekere band van sympathie tusschen de
artisten en het publiek eu van die sympathie bij
eene gelegenheid als deze te doen blijken was zeker
menigeen aangenaam.
De voorstelling van gisteren opgevoerd werd
het tooneelspel Dk Fabmmsbaas van Henry Arthur
Jones viel blijkbaar zeer in don smaak van het
publiek. Wat een verschil met do vorige voor
stelling 1 Toen waren er geen handen op elkaar te
krijgen (om de geijkte term te gebruiken) en thans
werd er telkens en herhaaldelijk geapplaudisseerd.
Het was dan ook Mn eigenaardig genot Bouw
meester weder eens Mn rol te zien vervullen, zoo
bij uitstek geschikt om zijn talent te doen uitko
men. Hij was zoo geheel en al de man, peinzend
over eene uitvinding, soms wanhopende aan het
succes, even later vol goeden moed en stMds wer
kend en denkend om zijn geliefd ideaal le verwe
zenlijken. Doch hij was meer dan dat, hij was ook
«vader» en wat voor Mn? Is het mogelijk Mn
aandoenlijker tooneelfje te scheppen als dat in het
2e bedrijf, waar Blenkarn en zjjne dochter Mary
dat hoogst pijnlijke onderhoud hebben. Wat Mn
innigheid van gevoel sprak er uit zijne gehMle per
soonlijkheid waar hg zijn volle vertrouwen te ken
nen gaf in de reinheid eu onschuld zijner doehter
en hoe natuurlijk schetste bij ons den man, wien de
Mr van zjjn kind alles is. Zijn smeekbede aan de
Godheid om eenmaal in de gelegenheid te worden-
gesteid zich te wreken op hen, die zijn kind onge—
lokkig gemaakt hadden, was evenMns uitstekend en
toen hij later die bede verboord zagtoen hem de
macht verleend werd om zijne vijanden met gelijke
munt te betalen toen hjj, op het punt hen in armoede
en ellende te storten, plotseling zich als 't ware zag
toegesproken door zijn dood gewaande dochter, die
hem tot vergevingsgezindheid drong een edeler
wraak koos, was hij de groote toonMlapeler in de
volle kracht van zijn talent. Het publiek was ge
heel onder den indmk en juichte hem ten slotte
luide toe. Na Bouwmeester verdient Mevr. Holtrop
genoemd te worden voor hasr schoon spel. In het
genoemde 2e bedrijf oogstte zg terecht aller bijval
in. Dat de heer Schulze goed op zijn plaats was in
de rol van Jetee Tegg zal zeker niemand tegenspre
ken. Wat hier ter stede zelden gebeurt (en geluk-
kig, want het werkt vaak storend op de handeling)
geschiedde thans bij hem, midden lin een bedrijf
werd hjj zóó geapplaudiseerd dat hjj even terug
kwam om een beleefde buiging te maken voor het
publiek. Het bevreemdde ons, dat hjj zulks deed.
te vertellen moogt hebben! En nu smeek ik je nog
eens aan deze mjjne ernstige, ptochtige bede gevolg
te geven. Vertrouw r.iemand je brieven toe; breng
ze niet eens zelf naar de poet, maar geef ze aan
mjjne jongste zuster, om ze aan mij op te zenden.
Zij geeft les in de Zondagschool. Breng mevrouw
Manners er toe, je onder Mn of ander voorwendsel
naar «de Hall" te zenden. Tracht Maud alleen te
spreken, en je zult zien, dat zjj wil doen wat je van
haar verlangt Zeg haar, dat zjj hare laatate belofte
aan mjj, in de oranjerie gedaan, niet moet vergeten
dat ik dan cok mijn woord tegenover haar zal
houden.
«Bewaar dezen brief, waar niemand hem kan vin
den (vooral niet in je lessenaar), als je hem ten
minste niet wil veraoheuren. Ik verlang, als Mn
hongerlijdende naar brood, naar een blik op je lief
gelaat; ik kan er niet aan denken, hoe die kleine
handjes liefkoozende om mijn hals lagen zonder dat
de tranen in mjjne oogen opwellen.
«Ik denk soma, dat ik in de zm zal moeten
springen, als ik geen middel weet te vinden, vroeger
dan over twee maanden bjj je terug te komen.
«Vaarwel! De Hemel zegen» je. Schrjjf mjj alles
tot je, gezond en weibehouden, weer in de armen
znlt rusten van je
voor Muwig liefhebbende
Laurence."
(Wordt vervolgd.)
Stelt u toch voor, dat ook andere acteurs dat
deden, dan had b. v. Bouwmeester gisteren veel werk
gehad en als dan de dames dat voorbeeld volgden,
dan zou zeker een zeer curieus effect worden ver
kregen door die telkens terugkeerende dames en
heeren.
Het derde bedrijf had, ook wat het décors betreft,
veel bijval Die gloeiendo ovens, waar men
„heosche" vlammen en rook zag uitslaan, maakten
goed effect. Op ons tooneel is zoo iets zelden gezien.
De voordracht vau den heer Fabiua in de zaal
Nut en Vermaak werd gisterenavond bijgewoond door
een nietf. zeer talrijk publiek, grootendeels uit geest
verwanten bestaande. Met talent en van tijd tot tijd
niet zonder vuur zette de redenaar den tegenwoor-
digen politieleen toestand uiteen en beschouwde dien,
van zijn standpunt, jn het licht der parlementaire
geschiedenis der laatste jaren.
Hij begon met zijn dank te betuigen aan de kies-
vereeniging Nederland en Oranje, die hem in de ge
legenheid stelde te dezer stede op te treden. Dit
bewees, dat deze vereeniging eene juiste opvatting
had van haar taak. Evenals de landman zijn grond
bg tijds bewerkt om ia den zomer te oogsten, be-
hooren de kiesvereenigingon niet alleen koortsachtigen
ijver te toonen bij de geopende stembus, maar bij
tijds den politieken akker te bewerken. De stembus
ontvangt de vrucht van hetgeen te rechter tijd en
vooraf gezaaid is. Daartoe acht hij het gesproken
en geschreven woord een uitnemend middel. Ook
het optreden der volksvertegenwoordigers zeiven onder
hun kiezers, gelijk onlangs te Amersfoort geschiedde,
doch maar al te veel nagelaten wordt. Een politieke
paftij ontleent haar kracht aan het volk en daarom
behooren de vertegenwoordigers en leiders in voort
durende voeling te zijn met het volk, zijn behoeften en
nooden te leeren kennen en zich te bedienen van de
kiesvereenigingen om de kiezers voor te lichten en
den volksgeest te bewerken. Dit geldt vooral bij
de auti-revolutionaireu op het tegenwoordig oogen-
blik. Allerminst mag bij hen de verkeerde raeening
post vatten, dat thans, nu de partg aan het roer is,
eon tgdperk van rust is ingetreden. Het omgekeerde
is juist waar; de regeering van vrienden is gevaarlijk,
omdat zij zorgeloosheid kweekt; eene partij, die aan
de regeering is, gaat vanzelf achteruit. Het is waar,
de tegenwoordige regeering heeft zich verdienstelijk
gemaakt door practisoh te toonen, dat eene andere
schoolwet dan die van 1857 mogelijk is. Baron
Mackay heeft schitterend bewezen, dat de 20 jaar
lang herhaalde bewering der liberalen, dat geen andere
schoolwet kon worden geleverd door de anti-liberalen,
onhoudbaar was. In een jaar tijds heeft Mackay
eene oplossing gevonden, die werkelijk dien naam
verdient en door liberalen is aanvaard, en daarmede
het verwijt, dat sedert het ministerie-v. d. Brugghen
steeds herhaald werd, gelogenstraft, dat de anti-re
volutionairen, minister geworden, niets anders zouden
kunnen doen dAn de neutrale school handhaven. Doch
dit succes mag geen aanleiding geven tot de raeening,
dat thans een tgdperk van rust is aangebroken.
Wanneer de hoofden eener partij als regeering op
treden, wordt hqre positie niet versterkt, maar
verzwakt, lo. Omdat zg dan eene in 'loog vallende
positie innemen en de gelegenheid tot het maken
van fouten zoo groot wordt. Deze feiten komen
dAn tèn laste der partij en van het beginsel, die
daarvan den terugslag ondervinden. Hoe nood-
/.a kei ijk het dus is de uitnemende mannen aan het
gezag te brengen, is het toch gevaarlijk, want de regee-
ringspartij raakt er door ten achter bij de andere
partijen. *2o. De tegenpartij heeft gelegenheid schoone
voorspiegelingen te maken van hetgeen zij doen zal,
als zij weder het roer in handen heeft. Dit doen
de liberalen nu reeds. Zij vergeten de schilderij
die Prof. Buys heeft opgehangen in de Gids van
88 van de 40-jarige heerschappg der liberalen, welke
hun regeerkracht heeft ondermijnd; zie daar eens
de tekortkomingen der liberalen geschetst door een
hunner eigen coryphoeën en wat hun bewind, ge
bracht of liever niet gebracht heeft. En thans is
het kabinet Mackay nauwelglcs aan het bewind of
men eischt in koortsachtige haast alles wat verzuimd
is. De schoolwet is tot stand gekomen, doch dat
is niet voldoendebelastinghervorming, defensie enz.
moet in eens klaar zgn. De 5 liberale leden, die
de voorstellen Borgesius steunen, hebben geen ander
doel dan bij de kiezers de meening te wekken, dat
de liberalen meer en beter zouden doen dan de
tegenwoordige regeering. 3o. De onderliggende
partg heeft het voordeel, dat de druk de eenheid
of althans een schijn van oenheid in het leven roept.
Het meerderheid zgn werkt ontbindend, het zijn in
do minderheid vereenigt. Toch is bg de liberalen
de eenheid maar schgn. De schoolwet heeft ver
deeldheid gebracht; zie de laatste vergadering van
Burgerplicht te Amsterdamde Eerste kamer heeft
het bg vele liberalen verkorven en de val vau Keu-
chenius is geen voldoende boetedoening geweest om
weer in genade te worden aangenomen. De Amster-
dam8che rami vraagt afschaffing der theologische
faculteit met liberale stemmen voor eu tegen. Over
de defensie zijn de liberalen verdeeldzoo ook over
de voorstellen Borgesius, de liberale Unie is ver
deeld. En toch stoffen zij op hun eenheid, in tegen
stelling met de regeeringsmeerderheid, die uit anti
revolutionairen en Roomschen bestaat. Die eenheid
is maar schijnbij de liberalen, zooveel hoofden
zooveel zinnen. Als zij ons het monsterverbond
verwijten, denke men aan het spreekwoord van den
pot en den ketel of liever aan dat van don balk eu
den splinter.
Sprekers conclusie is, dat hef zitten in den raad
des konings geen voordeel aanbrengt en niet raag zijn
een aanleiding tot rusten. Men spiegele zich aan
de oude conservatieven, die door kunstmiddelen
en handigheden zich in het gezag handhaafden en
zich hebben dood geregeerd. Hun eenige streven
was de liberalen to weren, doch Groen vreesde de
liberalen niet en meende dat de liberale partij aau
het roer haar eigen graf zou delvende uitkomst
heeft in 1888 bewezen, dat hij juist zag. Begin
sel moet tegenover beginsel staan en boven alles
gaan.
Do spreker kwam daarna op de laatste politieke
gebeurtenissen. In de eerste plaats de afstemming
van de bogrooting van koloniën door de Eerste Kamer,
in strijd met de ware constitutkraeele leer, die geen
afstemming toelaat om redenen buiten de begrooting.
De liberaal Pynappel heeft zich daaraan gehouden en
ook Thorbecke beschouwde verwerping van het bud
get als een dwangmiddelen oorlogsverklaring, een
laatste redmiddel. Toch heeft de Eerste Kamer dit
toegepast, zooals een voornaam(?) woordvoerder in Bur
gerplicht zeide, in een bui van onverklaarbare nurksch-
heid om den meest in 'toog vallenden anti-revolu
tionair te treffen. Wat stond nu de Regeering te
doen? Ontbinding der 2o Kamer had geen zin; de
Eerste Kamer zou ongewijzigd terugkomen op een
paar leden na en zou blijven, zooalyhet Handelsblad
zegt, „het bolwerk der liberate/^artij." Vroeger
heette ze „het bolwerk der Kroon;" hoe de tijden
toch veranderen kunnen! IjJj» tweede uitweg was,
dat het geheele rainisterié^zgn ontslag nam en inder
daad vele aiiti-revohUttmairen hadden dit gewenscht.
Toch heett hej^^^mnisterie een derden uitweg de
voorkeur gegeven, het heeft Keuchenius vervangen
door Lohraan. Is dit een reden om te juichen, zooals
hier en daar g< scbiedt in de anti-revolutionaire pers.
Spreker waarschuwt er tegen. Moet men berusten,
zich verblijden of afkeuren? Dat hangt af van de
gronden, waarop zal blijken dat 4ie oplossing be
rust. Men bedenke wel, blinde Steun geeft een
gouvernement geen kracht. Men handhave voor
alles de beginselen. Men volge niet de conserva-
tieven na, die met hun ministerie door dik en dun j
gaan; daardoor wordt de rainisterieele verantwoor
delijkheid ondermijnd. Het Kabinet is verantwoor
delijk voor de oplossing en moet die behoorlijk moti-
veeren. Deze eisch is niet hostiel, evenmin als de
interpellatieVan Dedem. Het Kabinet zal er prijs
op stellen licht te kunneu verschaffen, want van half
donker houden wij niet. De conservatieven beschouwen
de Kamer als een raad van State, die wetten onder
zoekt, de anti-revolutionairen zien in haar de volks
vertegenwoordiging, die zelfstandig blijft en verant
woording vraagt, Men scborte dus het oordeel op tot
meer licht komt en trompette niet den lof uit van
Lohraan. De ondervinding heeft daarenboven ge
leerd, dat men voorzichtig moet zijn en dat het
juichen om personen teleurstelling kan baren. De
liberalen juichten toen Kappeyne minister werd; dat
was de man met zijn groote kabinet en wat is er
van geworden? De anti-rovolutionairen juichten in
1857 toen Van der Brugghen optrad en in 1866
toen graaf Van Zuijleu minister werd en nun teleur
stelling was groot. Geenpersonen, maar het chris
telijk beginsel, daarop komt het aan; dus het minis
terschap van Lohman moet nog blijken een voordeel
voor de partij te zijn. Het is een verderfelijke waan,
dat men dit kabinet blindelings moet steunen. Wij
staan zelfstandig tegenover het ministerie, hetgeen
niet hetzelfde is als vijandelijk. Zoo ook de anti
revolutionairen in de Kamer. Bij de liberalen is
het ministerie de dienaar, bij de conservatieven de
leidsman der meerderheid, de auti-revolutionairen
staan zelfstandig in de Kamer tegenover de Regee
ring en daar buiten ook tegenover de kamerleden.
Niemand onzer zal b.v. aan Prof. De Geer het ver
wijt besparen, dat hij afwezig was in de Kamer,
toen zgn stein aan een jong en veelbelovend anti
revolutionair eene begeerde betrekking had kunnen
bezorgen.
Of het optreden van jhr. Lohman gewenscht was,
daarover heeft spr. geen oordeel. Ma^r afgescheiden
van het verlies dat de Vrije Universiteit thans lijdt,
moet spr. als zijn meening zeggen, dat het rationeel
en constitutioneel is, dat de leider eener meerderheid
zitting neemt in het Kabinet. Vroeger weerde men
Thorbecke, dit was verkeerd; iedere partij, die
aan het bewind is, stelt er prijs op, dat de beste
harer mannen tot de regeeringstaak wordt geroepen.
Maar reeds de naam Lohman alarmeertHier repeteert
zich weder de historie. Van d. Brugghen werd minister,
omdat de naam van Groen alarmeerde. Thorbecke
was de boeman der conservatieven, gelijk Kuvper
thans van de liberalen. Prof. Thorbecke trok volgens
de conservatieven aan de draden, die zijne marionet
ten in beweging bracht en thans, zeggen de liberalen
hetzelfde van Prof. Kuyper. Dergelijke namen alar
meeren, ja, maar aan den anderen kant gaat er be
zieling van uit; het niet-alarmeeren is geen ver
dienste, want dat bewijst afwezigheid van kracht en
moed.
Wat is er te wachten van Lohman? Men make
zich geen overdreven voorstellingen, want deRegee-
riug moet rekening houden met de Eerste Kamer
over het algemeen zijn de anti-revolutionairen be
reid de positie in acht te nemen. Deze Regeering
moet thans, evenmin als bij de schoolwet, een partij be-
voordeelende antirevolutionairen verlangen geen
be voorrechting,maar gelijk recht voor allen. Groen nam
reeds in 62 genoegen met scheiding vau kerk en
staat, die de liberalen krachtens hun beginsel kun
nen toestaan en dat blijft een eisch van dezen tijd.
Maar dan ook scheiding in werkelijkheid en overal.
Geen theologische faculteit van staatswege b. v. De
Amsterdamsche raad heeft, met hulp van liberalen,
die zaak aan de orde gebracht en Lohman kan in
1890 Groens eisch van '62 in vervulling doen
komen. Dan komt de defensie en het kiesrecht.
Maar alvorens het kiesrecht grondig kan worden
herzieD, moet men de vraag beantwoordenWat
zijn do Staten-generaal Tegenwoordig vindt alleen
de politiek daar uiting, en toch een volk leeft niet
alleen van staatkunde. Andere volksbelangen en
maatschappelijke behoeften komen bij de verkiezing
nauwelijks in aanmerking Dat komt omdat het
beginselvertegenwoordiging van bet volk niet
zuiver is doorgevoerd. Na de revolutie moest het
volk zich zelf regeeren, maar men ging niet conse
quent te werk. Beperkte kiesbevoegdheid als eerste
remtoestel. Eerste kamer als tweede rem om de
volksmeening te muilbanden. Men heeft thans de
tweemaal afgeknotte toepassing van het beginsel
der volkssou vereiniteit. Eerst moet dus de vraag op
gelost wordenwat moet de kamer zijndan eerst
is hervorming van het kiesstelsel mogelijk. De
Fransche revolutie heeft de maatschappij uit haar
verband gerukt, er is geen maatschappij meer,
maar klassen die elkander beoorlogen op leven en
dood. Voorshands is grondige oplossing der kies-
quaestie onmogelijk gezette studie der sociale vraag
stukken kan misschien den weg effenen. Doch in de
allereerste plaats moet worden gestreefd naar schei
ding van Kerk en Staat, die reeds het ideaal was
van Groen en waartoe de liberale partij kan mede
werken.
Do bijeenkomst werd met gebed geopend en ge
sloten.
De Duitsohe bladen deelen nog steeds Bijzonder
heden mede van den ijver des Keizers in den Prni-
sischen Staatsraad en de voorkomende wijze, waarop
de leden der sociale afdeeling op het paleis zijn ont
vangen. Onder de genoodigdeu behoorden ook de
arbeiders, die als specialiteiten gehoord waren. Een
dier arbeiders iverd persoonlijk door den Keizer
aangesproken en bij het onderhoud hoorde Z. M. dat
hij met een socialist te doen had. De Keizer wendde
zich echter niet af, maar had met den man een vrij
lang gesprek, waarin hjj zijn meeaing rondweg mede
deelde. Overigens wordt verteld, dat de Keizer zioh
in den Staataraad heeft uitgelaten, dat hjj met de
sociaal-democraten wel weg zou weten, iets wat
door sommigen wordt opgevat als Mn voorspelling
van het uitvaardigen vand en grooten staat van beleg,
wanneer de sociaal-democraten standjes beginnen.
Ook Bismarek onderhield zich na het diner druk
met verschillende leden. Het resultaat van het on
derzoek zal nu tot wetsontwerpen worden omgewerkt
en dan den Bondsraad worden toegezonden. De tgd
der hjjeenroeping van den nieuwen Rijksdag hangt
hiermoe samen. Ook zal de slotsom van het onderzoek
van den Staatsraad op de conferentie worden gebruikt
Behoudens enkele verkiezingen is de uitslag der
herstemmingen voor den Dnitschen Rijksdag bekend.
Nu komen nog de Nackmaklen, de aanvullingsver
kiezingen, omdat vele candidaten in neer dan een
district zijn gekozen. De leider van den conser
vatieven vleugel van het centrum, baren VonSchor-
lemer-Alst is te Bochum on te Soest gekozsa, en
hetzelfde is o. s. het geval met de liberale leiders
Von ForckenbMk, Rickert en Trager.
Aan de beoordMling van den toestand doen deze
verkiezingen Mhter weinig, want de gekozenen nemen
doorgaans aan voor de hacheljjkste districten en