Politiekerede van den keer Fabius. Buitenlandsch Overzicht. TOONEEL. doorgebracht, duidelijker wordt geregeld. De heer Land trok zgn amendement betreffende de niet toepas selijkheid der wet op de werklieden bij de inrich tingen van see- en landmacht is, nadat de Minister verklaard had, dat dit punt beter geregeld kon wor den bij de onderhanden wetsvoordracht betreffende de pensioenen dezer werklieden. Lenige opgaven omtrent de lijkenverbranding too- nen aan, dat die meer en meer in gebruik komt, Te Woking was het gemiddelde aantal in de jaren 1884 tot 1887 slechts acht, in 1888 26, doch in 1889 reeds 46, waardoor het gezaraelijk aantal aldaar tot juist 100 is geklommen, terwijl in de afgeloopen maanden van het loopende jaar alle weken dooder. verbrand werden. In Frankrgk zijn in het nieuwe crematorium te Parijs in 1889 35 lijken verbrand, doch het aantal levenloos geboren kinderen en de dooden uit de hospitalen en de anatomische scholen zijn veel grooter in aantal, zoodat de inrichting dan ook thans doorloopend in gebruik is, daar de ge neeskundigen bladen het totaalcijfer op bijna 3000 stellen. Te Rome waren de cqfers 119 in 1886, 155 in 1887 en 202 in 1888; die over het afge loopen jaar zijn nog niet bekend gemaakt. Ook te Miliaan en in andere groote Italiaansche steden neemt het aantal voortdurend toe, evenals in Duitschland en de Vereenigtfe Staten van Noord-Amerika. Zaterdag namiddag had zich voor de Haarlemsche rechtbank te verantwoorden Jan Mensinga, zonder vaste woonplaats, ter zake I. dat hij op of omstreeks 4 Februari jl. onder Hillegom, zonder tot de uitoefening der .genees kunde eeuige bevoegdheid te bezitten, als zijnde hij niet tot het beroep van genees- en heelkundige toegelaten, buiten noodzaak die kunst en dat beroep heeft uitgeoefend, door onder genot van geldelijke belooning of vergoeding aan verschillende ingezetenen genees-of heelkundigen raad of bijstand t^verleenen, o. a. lo. aau Haagje Guijt, huisvrouw van R. M. Taat2o. aan de zesjarige Johanna Rebecca Philippo en 3q. aew Johanna Maria Krobs, welke, wat No. 1 en 3 betreft, aan ziekte der beenen lijdende waren, zoodanig, dat deze personen niet of zeer moeilijk konden loopen, terwgl No. 2 aan klierziekte leed, aan welke patiënten, nu zich over ieders toestand en kwalen te hebben doen inlichten en verschillende lichaamsdeelen te hebben bezichtigd en betast, hij tot genees- of heelkundig doeleinde het gebruik van zalf ter besmering met of zonder het inwendig gebruik van eene vloeistof heeft voorgeschreven, en daartoe aan ieder hunner één of meer doosjes met eene zalfachtige zelfstandigheid, benevens een flesehje met vloeiitof, alles voorzien van of met aangifte eener gebruiksaanwijzing, heeft verstrekt, terwijl bij bovendien de hand van No. 2 met zalf heeft be streken en daarop een linnen verband gelegd, dat volgens zijne aanwijzing om de vijf dagen moest worden vernieuwden dat hij II. zonder middelen van bestaan heeft rondge- zworven. Hoe het in 's Hemelsnaam mogelijk is, dat er nog personen zijn te vinden geweest die zich door dezen beklaagde hebben laten bedotten, is onbegrijpelijk. Reeds zijn uiterlgk had daarvan moeten terughouden want dit is lang niet slim, doch eene zekere mate j van gevatheid heeft hij wel, want hoe de president I zich ook vermoeide om 'te weten te komen, waar zij zelve heeft de ontknooping verhaast. Op onze reis hebben wij ons te Parijs opgehouden, om daar een avond le blijven. Zoodra wij op onze kamers waren, maakte ik mijn schrijfcasset open en schreef een brief aan mijn lieveling. Ik wilde je vertellen hoe ik op het dek van de -stoomboot had op en neer geloopen en in den spoorwagen gezeten had, altijd met mijne gedachten bij jou en bij den laatsten blik dien ik in je mooie oogen had mogen slaan, op dien tocht van Dinsdag avond hoelang schijnt het mij reeds geleden te zijnIk verliet het vertrek voor een paar minuten om iets voor onzen avondmaaltijd te bestel len; mijn brief lag gesloten op de tafel aan uw adres hij lag gereed om in een omslag aan mevrouw Man ners te worden ingesloten. Terugkomende, vond ik mijne moeder met mgn brief aan jou, dien zg had opengescheurd, in de hand; zij las. Wij hadden een heftig tooneel. Ik verlangde mijn brief terug en zij verscheurde dien en wierp de stukken in het vuur, onder het spreken van eenige woorden over jou, die al mijne zelfbeheersching op de vlucht joegen. Ik zeide haar, dat zij over mijne aanstaande vrouw sprak. „Je aanstaande vrouw!" riep zij, zich in hare volle I lengte oprichtende en hare stem met die kracht ver-1 heffende, waardoor mijn vader gewoon is geheel te worden beheerscht„dat is mejuffrouw Langham van Greytowers." „U is verkeerd onderricht, mama. Bij zulke din gen is het zeer aan te raden zijne inlichtingen bij den persoon zelf in te winnen. Uwe aanstaande hg de ingrediënten voor zijne medicgnen had ge kocht, dit kwam door zijne ontwgkende antwoorden niet aan het lichtde medicgnenwaren ter terecht zitting aanwezig en bestonden uit middelen tegen hoofdpijn, hartpgn, kiespijn en andere. De zalf was niet anders dan reuzel, met levertraan vermengd, hetgeen door den scheikundige, den heer v. d. Sleen, werd geoonstateerd, terwijl de versohillende vloei stoffen aftreksels zijn van calmuswortel, waaraan versohillende kleurtjes waren gegeven. De beklaagde maakte den goedgeloovigen raenschen wijs dat hij met den helm was geboren en het daar door veel beter wist dan professoren en doktoren. Hij ontk»nde geld voor zijne medicijnen te hebben gevraagd men had het hem gegeven. Philippo, de vader van No. 2 verklaarde dat hg de zalf op de hand zou hebben laten liggen nis ze hom, niet was afgeuomen, want hot sproekwoord zeide„de kunst loopt langs den weg" en als dan de gewone doctoren de patient hebben opgegeven, probeer men alïea. Men kan het dan toch maar nooit weten. Kops, ^le vader van No. 3. had het toegelaten dat zgne dochter zalf gebruikte, en deze bad den volgenden morgen gezegd, dat ze veel verlichting gevoelde. Ook daar had de dokter van Hillegom gepractiseerd, maar geen herstel was daarvan het gevolg geweest, daarom had ook de familie Kops geoordeeld dat men het dan toch maar nooit kan weten. De officier van justitie oordeelde, dat beklaagde zich had schuldig gemaakt aan het hem teu laste gelegde en eischte wegens het onbevoegd, zonder noodzaak uitoefenen der heel- en geneeskundige practijk f 25 boete subs. 10 dagen gevangenisstraf en wegens landlooperij 12 dagen hechtenis en ver zending naar eene rijkswerkinrichting voor den tgd van 2 jaar. De rechtbank doet a. s. Donderdag uitspraak. Een aantal hoedenmakers in Duitschland hebben zich verbonden, geeu gevolg te geven aan den eisch der socialisten omtrent de hoedenmerken. Zooals namelgk reeds is gemeld, was er een socialistisch manifest uitgevaardigd, waarin gezegd werd, dat voortaan dë werklieden geen andere hoeden meer mochten koopen dan die voorzien waren van een merk, hetwelk eeu socialistisch comité voor een ge ring bedrag per 109 stuks aan de hoedenmakers zou afleveren, uitgezonderd aan die, welke met het bwtuur der werklieden-vereeniging overhoop liggen Dit manifest is aan alle fabriekanten en verkoopers van boeden toegezonden. Dientengevolge hebben eenige hoedenfabriekanten nu bekend gemaakt, dat zij daar aan geen gevolg zullen geven, en onmiddelijk hebben reeds een aantal anderen die verklaring mede onder teekend. Tot deze laatsten bebooren de meeste fa brikanten en groothandelaars in goedkoope vilten hoeden, juist de soort die door de werklieden worden gedragen. Weinig hadden wij gedacht toen een drietal weken geleden de laatste abonnement*- voorstelling plaats had van de Vereeniging liet Nederlandoeh Tooneel, dat wij hare artisten zoo spoedig weder in ons midden zouden zien. De reden is bekend. De droeve ramp van 20 Februari gaf de Directie van schoondochter is mejuffrouw Violet Howart, het mooiste meisje van Norfolk of daarbuiten. Als u er zoo bijzonder op is gesteld, mejuffrouw Langham uwe schoondochter te noemen, bewaar haar dan voor Jack. Het zal haar misschien niet kunnen schelen op hem te wachten." «Ik was er op voorbereid, een stroom van toor- nige woorden te hooren losbarsten, maar zij waa zoo verbaasd, dat deze forache toespraak mij over de eerste moeielijkheid waarlijk heen heeft geholpen. Thans neemt zij mijne attenties koeltjes aan en wij verkeeren op een tamelijk onaangenamen voet samen; maar zij weet nu toch, dat zij hare heerschappij over haren oudsten zoon heeft verloren. Het spjjt mij maar, lieveling, dat mijne belofte, aan papa ge daan, mij verhinderd heeft haar dit een en ander nog in Engeland zijnde mede te deelen, want ik begrijp best, dat'deze «reis tot herstel van hare gezondheid" niet» anders is geweest dan eene streek eene sa menzwering, want er waren er twee in gemoeid om mij van jou te verwijderen. Zooals de zaken nu staan, vrees ik toch de twee maanden hier te moeten blijven die ik haar heb beloofd. Zij zal mij daarvan niet ontalaan. «Maar ik ben in ontzettenden angst over jou. Ik zal je niet ver.lrietig maken, door je alle angstige gedachten mede te deelen die in mij opkomen. Maar liefste Violet, ik verzoek je dringend, mij ook het kleinste en minstbeteekenende dat op Elzenhof voor valt to schrijven. De Hemel geve dat je niet veel «Ons Genoegen» aanleiding met loffelijken spoed onze schouwburgzaal ter besohikking te stellen voor eene benefice-voorstelling. Een alleszins goed denk beeld immers van haar oprichting af is voor noemde vereeniging' hier geregeld jaarlijks opge treden en sommige harer artisten kennen wij nog van veel vroeger. Wie herinnert zich niet Louis Bouwmeester met Judels voorstellingen gevende in Mn «welingerichte kermistent» op de groote Markt? Wie denkt niet met zeker genoegen terug aan de tooneel-soirees in «Nut en Vormaak» (die reeds zoo ver achter ons liggen, dat het hedendaagsche «jongo Gouda» misschien vreemd zal opkijken als het hoort, dat daar ooit zulke voorstellingen werden gegeven)? Wie roept zich niet gaarne voor den geest de abonnements-voorstellingen van de Vmenig de Tooneelieten, wier loden later bijna allen overgingen bij het Nederlaiuhck Toatteel l In zoovele jaren ont staat er zekere band van sympathie tusschen de artisten en het publiek eu van die sympathie bij eene gelegenheid als deze te doen blijken was zeker menigeen aangenaam. De voorstelling van gisteren opgevoerd werd het tooneelspel Dk Fabmmsbaas van Henry Arthur Jones viel blijkbaar zeer in don smaak van het publiek. Wat een verschil met do vorige voor stelling 1 Toen waren er geen handen op elkaar te krijgen (om de geijkte term te gebruiken) en thans werd er telkens en herhaaldelijk geapplaudisseerd. Het was dan ook Mn eigenaardig genot Bouw meester weder eens Mn rol te zien vervullen, zoo bij uitstek geschikt om zijn talent te doen uitko men. Hij was zoo geheel en al de man, peinzend over eene uitvinding, soms wanhopende aan het succes, even later vol goeden moed en stMds wer kend en denkend om zijn geliefd ideaal le verwe zenlijken. Doch hij was meer dan dat, hij was ook «vader» en wat voor Mn? Is het mogelijk Mn aandoenlijker tooneelfje te scheppen als dat in het 2e bedrijf, waar Blenkarn en zjjne dochter Mary dat hoogst pijnlijke onderhoud hebben. Wat Mn innigheid van gevoel sprak er uit zijne gehMle per soonlijkheid waar hg zijn volle vertrouwen te ken nen gaf in de reinheid eu onschuld zijner doehter en hoe natuurlijk schetste bij ons den man, wien de Mr van zjjn kind alles is. Zijn smeekbede aan de Godheid om eenmaal in de gelegenheid te worden- gesteid zich te wreken op hen, die zijn kind onge— lokkig gemaakt hadden, was evenMns uitstekend en toen hij later die bede verboord zagtoen hem de macht verleend werd om zijne vijanden met gelijke munt te betalen toen hjj, op het punt hen in armoede en ellende te storten, plotseling zich als 't ware zag toegesproken door zijn dood gewaande dochter, die hem tot vergevingsgezindheid drong een edeler wraak koos, was hij de groote toonMlapeler in de volle kracht van zijn talent. Het publiek was ge heel onder den indmk en juichte hem ten slotte luide toe. Na Bouwmeester verdient Mevr. Holtrop genoemd te worden voor hasr schoon spel. In het genoemde 2e bedrijf oogstte zg terecht aller bijval in. Dat de heer Schulze goed op zijn plaats was in de rol van Jetee Tegg zal zeker niemand tegenspre ken. Wat hier ter stede zelden gebeurt (en geluk- kig, want het werkt vaak storend op de handeling) geschiedde thans bij hem, midden lin een bedrijf werd hjj zóó geapplaudiseerd dat hjj even terug kwam om een beleefde buiging te maken voor het publiek. Het bevreemdde ons, dat hjj zulks deed. te vertellen moogt hebben! En nu smeek ik je nog eens aan deze mjjne ernstige, ptochtige bede gevolg te geven. Vertrouw r.iemand je brieven toe; breng ze niet eens zelf naar de poet, maar geef ze aan mjjne jongste zuster, om ze aan mij op te zenden. Zij geeft les in de Zondagschool. Breng mevrouw Manners er toe, je onder Mn of ander voorwendsel naar «de Hall" te zenden. Tracht Maud alleen te spreken, en je zult zien, dat zjj wil doen wat je van haar verlangt Zeg haar, dat zjj hare laatate belofte aan mjj, in de oranjerie gedaan, niet moet vergeten dat ik dan cok mijn woord tegenover haar zal houden. «Bewaar dezen brief, waar niemand hem kan vin den (vooral niet in je lessenaar), als je hem ten minste niet wil veraoheuren. Ik verlang, als Mn hongerlijdende naar brood, naar een blik op je lief gelaat; ik kan er niet aan denken, hoe die kleine handjes liefkoozende om mijn hals lagen zonder dat de tranen in mjjne oogen opwellen. «Ik denk soma, dat ik in de zm zal moeten springen, als ik geen middel weet te vinden, vroeger dan over twee maanden bjj je terug te komen. «Vaarwel! De Hemel zegen» je. Schrjjf mjj alles tot je, gezond en weibehouden, weer in de armen znlt rusten van je voor Muwig liefhebbende Laurence." (Wordt vervolgd.) Stelt u toch voor, dat ook andere acteurs dat deden, dan had b. v. Bouwmeester gisteren veel werk gehad en als dan de dames dat voorbeeld volgden, dan zou zeker een zeer curieus effect worden ver kregen door die telkens terugkeerende dames en heeren. Het derde bedrijf had, ook wat het décors betreft, veel bijval Die gloeiendo ovens, waar men „heosche" vlammen en rook zag uitslaan, maakten goed effect. Op ons tooneel is zoo iets zelden gezien. De voordracht vau den heer Fabiua in de zaal Nut en Vermaak werd gisterenavond bijgewoond door een nietf. zeer talrijk publiek, grootendeels uit geest verwanten bestaande. Met talent en van tijd tot tijd niet zonder vuur zette de redenaar den tegenwoor- digen politieleen toestand uiteen en beschouwde dien, van zijn standpunt, jn het licht der parlementaire geschiedenis der laatste jaren. Hij begon met zijn dank te betuigen aan de kies- vereeniging Nederland en Oranje, die hem in de ge legenheid stelde te dezer stede op te treden. Dit bewees, dat deze vereeniging eene juiste opvatting had van haar taak. Evenals de landman zijn grond bg tijds bewerkt om ia den zomer te oogsten, be- hooren de kiesvereenigingon niet alleen koortsachtigen ijver te toonen bij de geopende stembus, maar bij tijds den politieken akker te bewerken. De stembus ontvangt de vrucht van hetgeen te rechter tijd en vooraf gezaaid is. Daartoe acht hij het gesproken en geschreven woord een uitnemend middel. Ook het optreden der volksvertegenwoordigers zeiven onder hun kiezers, gelijk onlangs te Amersfoort geschiedde, doch maar al te veel nagelaten wordt. Een politieke paftij ontleent haar kracht aan het volk en daarom behooren de vertegenwoordigers en leiders in voort durende voeling te zijn met het volk, zijn behoeften en nooden te leeren kennen en zich te bedienen van de kiesvereenigingen om de kiezers voor te lichten en den volksgeest te bewerken. Dit geldt vooral bij de auti-revolutionaireu op het tegenwoordig oogen- blik. Allerminst mag bij hen de verkeerde raeening post vatten, dat thans, nu de partg aan het roer is, eon tgdperk van rust is ingetreden. Het omgekeerde is juist waar; de regeering van vrienden is gevaarlijk, omdat zij zorgeloosheid kweekt; eene partij, die aan de regeering is, gaat vanzelf achteruit. Het is waar, de tegenwoordige regeering heeft zich verdienstelijk gemaakt door practisoh te toonen, dat eene andere schoolwet dan die van 1857 mogelijk is. Baron Mackay heeft schitterend bewezen, dat de 20 jaar lang herhaalde bewering der liberalen, dat geen andere schoolwet kon worden geleverd door de anti-liberalen, onhoudbaar was. In een jaar tijds heeft Mackay eene oplossing gevonden, die werkelijk dien naam verdient en door liberalen is aanvaard, en daarmede het verwijt, dat sedert het ministerie-v. d. Brugghen steeds herhaald werd, gelogenstraft, dat de anti-re volutionairen, minister geworden, niets anders zouden kunnen doen dAn de neutrale school handhaven. Doch dit succes mag geen aanleiding geven tot de raeening, dat thans een tgdperk van rust is aangebroken. Wanneer de hoofden eener partij als regeering op treden, wordt hqre positie niet versterkt, maar verzwakt, lo. Omdat zg dan eene in 'loog vallende positie innemen en de gelegenheid tot het maken van fouten zoo groot wordt. Deze feiten komen dAn tèn laste der partij en van het beginsel, die daarvan den terugslag ondervinden. Hoe nood- /.a kei ijk het dus is de uitnemende mannen aan het gezag te brengen, is het toch gevaarlijk, want de regee- ringspartij raakt er door ten achter bij de andere partijen. *2o. De tegenpartij heeft gelegenheid schoone voorspiegelingen te maken van hetgeen zij doen zal, als zij weder het roer in handen heeft. Dit doen de liberalen nu reeds. Zij vergeten de schilderij die Prof. Buys heeft opgehangen in de Gids van 88 van de 40-jarige heerschappg der liberalen, welke hun regeerkracht heeft ondermijnd; zie daar eens de tekortkomingen der liberalen geschetst door een hunner eigen coryphoeën en wat hun bewind, ge bracht of liever niet gebracht heeft. En thans is het kabinet Mackay nauwelglcs aan het bewind of men eischt in koortsachtige haast alles wat verzuimd is. De schoolwet is tot stand gekomen, doch dat is niet voldoendebelastinghervorming, defensie enz. moet in eens klaar zgn. De 5 liberale leden, die de voorstellen Borgesius steunen, hebben geen ander doel dan bij de kiezers de meening te wekken, dat de liberalen meer en beter zouden doen dan de tegenwoordige regeering. 3o. De onderliggende partg heeft het voordeel, dat de druk de eenheid of althans een schijn van oenheid in het leven roept. Het meerderheid zgn werkt ontbindend, het zijn in do minderheid vereenigt. Toch is bg de liberalen de eenheid maar schgn. De schoolwet heeft ver deeldheid gebracht; zie de laatste vergadering van Burgerplicht te Amsterdamde Eerste kamer heeft het bg vele liberalen verkorven en de val vau Keu- chenius is geen voldoende boetedoening geweest om weer in genade te worden aangenomen. De Amster- dam8che rami vraagt afschaffing der theologische faculteit met liberale stemmen voor eu tegen. Over de defensie zijn de liberalen verdeeldzoo ook over de voorstellen Borgesius, de liberale Unie is ver deeld. En toch stoffen zij op hun eenheid, in tegen stelling met de regeeringsmeerderheid, die uit anti revolutionairen en Roomschen bestaat. Die eenheid is maar schijnbij de liberalen, zooveel hoofden zooveel zinnen. Als zij ons het monsterverbond verwijten, denke men aan het spreekwoord van den pot en den ketel of liever aan dat van don balk eu den splinter. Sprekers conclusie is, dat hef zitten in den raad des konings geen voordeel aanbrengt en niet raag zijn een aanleiding tot rusten. Men spiegele zich aan de oude conservatieven, die door kunstmiddelen en handigheden zich in het gezag handhaafden en zich hebben dood geregeerd. Hun eenige streven was de liberalen to weren, doch Groen vreesde de liberalen niet en meende dat de liberale partij aau het roer haar eigen graf zou delvende uitkomst heeft in 1888 bewezen, dat hij juist zag. Begin sel moet tegenover beginsel staan en boven alles gaan. Do spreker kwam daarna op de laatste politieke gebeurtenissen. In de eerste plaats de afstemming van de bogrooting van koloniën door de Eerste Kamer, in strijd met de ware constitutkraeele leer, die geen afstemming toelaat om redenen buiten de begrooting. De liberaal Pynappel heeft zich daaraan gehouden en ook Thorbecke beschouwde verwerping van het bud get als een dwangmiddelen oorlogsverklaring, een laatste redmiddel. Toch heeft de Eerste Kamer dit toegepast, zooals een voornaam(?) woordvoerder in Bur gerplicht zeide, in een bui van onverklaarbare nurksch- heid om den meest in 'toog vallenden anti-revolu tionair te treffen. Wat stond nu de Regeering te doen? Ontbinding der 2o Kamer had geen zin; de Eerste Kamer zou ongewijzigd terugkomen op een paar leden na en zou blijven, zooalyhet Handelsblad zegt, „het bolwerk der liberate/^artij." Vroeger heette ze „het bolwerk der Kroon;" hoe de tijden toch veranderen kunnen! IjJj» tweede uitweg was, dat het geheele rainisterié^zgn ontslag nam en inder daad vele aiiti-revohUttmairen hadden dit gewenscht. Toch heett hej^^^mnisterie een derden uitweg de voorkeur gegeven, het heeft Keuchenius vervangen door Lohraan. Is dit een reden om te juichen, zooals hier en daar g< scbiedt in de anti-revolutionaire pers. Spreker waarschuwt er tegen. Moet men berusten, zich verblijden of afkeuren? Dat hangt af van de gronden, waarop zal blijken dat 4ie oplossing be rust. Men bedenke wel, blinde Steun geeft een gouvernement geen kracht. Men handhave voor alles de beginselen. Men volge niet de conserva- tieven na, die met hun ministerie door dik en dun j gaan; daardoor wordt de rainisterieele verantwoor delijkheid ondermijnd. Het Kabinet is verantwoor delijk voor de oplossing en moet die behoorlijk moti- veeren. Deze eisch is niet hostiel, evenmin als de interpellatieVan Dedem. Het Kabinet zal er prijs op stellen licht te kunneu verschaffen, want van half donker houden wij niet. De conservatieven beschouwen de Kamer als een raad van State, die wetten onder zoekt, de anti-revolutionairen zien in haar de volks vertegenwoordiging, die zelfstandig blijft en verant woording vraagt, Men scborte dus het oordeel op tot meer licht komt en trompette niet den lof uit van Lohraan. De ondervinding heeft daarenboven ge leerd, dat men voorzichtig moet zijn en dat het juichen om personen teleurstelling kan baren. De liberalen juichten toen Kappeyne minister werd; dat was de man met zijn groote kabinet en wat is er van geworden? De anti-rovolutionairen juichten in 1857 toen Van der Brugghen optrad en in 1866 toen graaf Van Zuijleu minister werd en nun teleur stelling was groot. Geenpersonen, maar het chris telijk beginsel, daarop komt het aan; dus het minis terschap van Lohman moet nog blijken een voordeel voor de partij te zijn. Het is een verderfelijke waan, dat men dit kabinet blindelings moet steunen. Wij staan zelfstandig tegenover het ministerie, hetgeen niet hetzelfde is als vijandelijk. Zoo ook de anti revolutionairen in de Kamer. Bij de liberalen is het ministerie de dienaar, bij de conservatieven de leidsman der meerderheid, de auti-revolutionairen staan zelfstandig in de Kamer tegenover de Regee ring en daar buiten ook tegenover de kamerleden. Niemand onzer zal b.v. aan Prof. De Geer het ver wijt besparen, dat hij afwezig was in de Kamer, toen zgn stein aan een jong en veelbelovend anti revolutionair eene begeerde betrekking had kunnen bezorgen. Of het optreden van jhr. Lohman gewenscht was, daarover heeft spr. geen oordeel. Ma^r afgescheiden van het verlies dat de Vrije Universiteit thans lijdt, moet spr. als zijn meening zeggen, dat het rationeel en constitutioneel is, dat de leider eener meerderheid zitting neemt in het Kabinet. Vroeger weerde men Thorbecke, dit was verkeerd; iedere partij, die aan het bewind is, stelt er prijs op, dat de beste harer mannen tot de regeeringstaak wordt geroepen. Maar reeds de naam Lohman alarmeertHier repeteert zich weder de historie. Van d. Brugghen werd minister, omdat de naam van Groen alarmeerde. Thorbecke was de boeman der conservatieven, gelijk Kuvper thans van de liberalen. Prof. Thorbecke trok volgens de conservatieven aan de draden, die zijne marionet ten in beweging bracht en thans, zeggen de liberalen hetzelfde van Prof. Kuyper. Dergelijke namen alar meeren, ja, maar aan den anderen kant gaat er be zieling van uit; het niet-alarmeeren is geen ver dienste, want dat bewijst afwezigheid van kracht en moed. Wat is er te wachten van Lohman? Men make zich geen overdreven voorstellingen, want deRegee- riug moet rekening houden met de Eerste Kamer over het algemeen zijn de anti-revolutionairen be reid de positie in acht te nemen. Deze Regeering moet thans, evenmin als bij de schoolwet, een partij be- voordeelende antirevolutionairen verlangen geen be voorrechting,maar gelijk recht voor allen. Groen nam reeds in 62 genoegen met scheiding vau kerk en staat, die de liberalen krachtens hun beginsel kun nen toestaan en dat blijft een eisch van dezen tijd. Maar dan ook scheiding in werkelijkheid en overal. Geen theologische faculteit van staatswege b. v. De Amsterdamsche raad heeft, met hulp van liberalen, die zaak aan de orde gebracht en Lohman kan in 1890 Groens eisch van '62 in vervulling doen komen. Dan komt de defensie en het kiesrecht. Maar alvorens het kiesrecht grondig kan worden herzieD, moet men de vraag beantwoordenWat zijn do Staten-generaal Tegenwoordig vindt alleen de politiek daar uiting, en toch een volk leeft niet alleen van staatkunde. Andere volksbelangen en maatschappelijke behoeften komen bij de verkiezing nauwelijks in aanmerking Dat komt omdat het beginselvertegenwoordiging van bet volk niet zuiver is doorgevoerd. Na de revolutie moest het volk zich zelf regeeren, maar men ging niet conse quent te werk. Beperkte kiesbevoegdheid als eerste remtoestel. Eerste kamer als tweede rem om de volksmeening te muilbanden. Men heeft thans de tweemaal afgeknotte toepassing van het beginsel der volkssou vereiniteit. Eerst moet dus de vraag op gelost wordenwat moet de kamer zijndan eerst is hervorming van het kiesstelsel mogelijk. De Fransche revolutie heeft de maatschappij uit haar verband gerukt, er is geen maatschappij meer, maar klassen die elkander beoorlogen op leven en dood. Voorshands is grondige oplossing der kies- quaestie onmogelijk gezette studie der sociale vraag stukken kan misschien den weg effenen. Doch in de allereerste plaats moet worden gestreefd naar schei ding van Kerk en Staat, die reeds het ideaal was van Groen en waartoe de liberale partij kan mede werken. Do bijeenkomst werd met gebed geopend en ge sloten. De Duitsohe bladen deelen nog steeds Bijzonder heden mede van den ijver des Keizers in den Prni- sischen Staatsraad en de voorkomende wijze, waarop de leden der sociale afdeeling op het paleis zijn ont vangen. Onder de genoodigdeu behoorden ook de arbeiders, die als specialiteiten gehoord waren. Een dier arbeiders iverd persoonlijk door den Keizer aangesproken en bij het onderhoud hoorde Z. M. dat hij met een socialist te doen had. De Keizer wendde zich echter niet af, maar had met den man een vrij lang gesprek, waarin hjj zijn meeaing rondweg mede deelde. Overigens wordt verteld, dat de Keizer zioh in den Staataraad heeft uitgelaten, dat hjj met de sociaal-democraten wel weg zou weten, iets wat door sommigen wordt opgevat als Mn voorspelling van het uitvaardigen vand en grooten staat van beleg, wanneer de sociaal-democraten standjes beginnen. Ook Bismarek onderhield zich na het diner druk met verschillende leden. Het resultaat van het on derzoek zal nu tot wetsontwerpen worden omgewerkt en dan den Bondsraad worden toegezonden. De tgd der hjjeenroeping van den nieuwen Rijksdag hangt hiermoe samen. Ook zal de slotsom van het onderzoek van den Staatsraad op de conferentie worden gebruikt Behoudens enkele verkiezingen is de uitslag der herstemmingen voor den Dnitschen Rijksdag bekend. Nu komen nog de Nackmaklen, de aanvullingsver kiezingen, omdat vele candidaten in neer dan een district zijn gekozen. De leider van den conser vatieven vleugel van het centrum, baren VonSchor- lemer-Alst is te Bochum on te Soest gekozsa, en hetzelfde is o. s. het geval met de liberale leiders Von ForckenbMk, Rickert en Trager. Aan de beoordMling van den toestand doen deze verkiezingen Mhter weinig, want de gekozenen nemen doorgaans aan voor de hacheljjkste districten en

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2