ONINQ,
en ERVEN
iAND,
oping
IETS GEHEIMZINNIGS.
BINNENLAND.
Nieuws-
en
ige
ING
l.lssel,
FEUILLETON.
flanel,
BMs no. 19.
laxd,
e Geer- en
1890. Vrijdag U’Hurt. N° 4169.
Advertentieblad voor Gouda en Omstreken*
IT 1890,
Bouwmans-
9
De inzending van advertentiön kan geschieden tot éèn uur des namiddags van den dag der uitgave.
ewaler, en
chem
[Jssel,
resideerende
[Jssel
Centiaren
Afzonderlijke Nommen VIJF CENTEN.
i daarna ge-
er uit te komen,” riep zij onge-
kman Zoon.
f
betaling der
i huur.
len).
00.— 'ajaara.
1 Augus-
De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prjjs per drie maanden ia 1.25, frahco
per post 1.70.
alle verdere
il a. s. te be
nden Notaris
Gouda.
Bovendien worden alle Advertentien gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
't welk des Maandags verschijnt.
30 Aren
hel Engehch.')
-noemde No-
te Woerden
rk aid Uttel.
iet openbaar
is 1895:
voorm. U1/,
J. OU DIJK,
ten overstaan
van
.BEVER,
by opbod en
10 bjj afslag,
i in de Her-
'orp, van
goudsche courant.
q Dwarsweg,
Ie gemeente
e B6w, nos. 1
AD VER TENTIEN worden geplaatst
ran 15 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
De heer G. C. F. van der Laan, hoofd eener
openbare school te ’s-Gravenhage, zendt aan Het
Êad. een klacht over de niet-naleving der arbeids
wet, hem blijkende uit het feit, dat de jongens van
zijn herhalingsschool, die om 7 uur aanwezig moeten
zyn, na 1 Januari even goed verzuimen als voor
dien tyd. In de eerste weken, toen het voorkwam
dat jongens tot 9 en tot 11 uur aan ’t werk ge
houden werden, liet hij dat vrijwel ongemerkt voor
bijgaan, omdat de wet pas in werking was, maar nu
vindt hij ’t wel wat erg, dat nog de jongens her
haaldelijk hun absentiën wijten aan /zden baas*, die
Er werden bij deze opvoering enkele coupures
aangebracht, die aan het geheel ten beste kwamen
zou de componist ook niet enkele van die muzikale
overtolligheden willen schrappen, die tusschen het eene
en het andere nummer eer. verband moeten vormen,
maar geen reden van bestaan hebben, omdat op die
oogenblikken geen handeling of toestand muzikaal
geteokend behoeft te worden, terwijl juist die enkele
maten een hiaat in de handeling aanbrengen? Het
voortdurend unisono zingen in het octaaf door de
koren zou ook wel naar eenige wijzigingen van deze
zetting doen verlangen. En als men aan het schrap
pen ging, dan zou het ook wel wenschelijk zyn,
eenige te vaak voorkomende herhalingen, o. a. van
den druiden-marsch, te elimineerenzóó gelukkig
was de toondichter niet met het vinden van dat motief
dat hij er zoo druk mede pronken moest.
De opvoering scheen nog al in den smaak te
vallen, te oordeelen naar de toejuichingen en terugroe
pingen.
De Heer Mr. H. Smeenge, lid dep 2e Kamer,
zal, naar wy vememww, Woensdag den 19n dezer,
des avonds ten 6’/t unr, in de zaal van de Wed.
Kouwenhoven te Waddinxveen eene politieke rede
houden.
D SCHOON-
jj de Brug,
open:
N, 17KALF-
IKEN.1ZOG
AGEN,
schappen,
A AD eb wat
oden.
GOUDA, 13 Maart 1890.
Het Bestuur der Afd. «Gouda” van den Ned.
Bond z/Maatschappelyk Belang” doet, op verzoek van
het Hoofdbestuur, dezer dagen bij de leden der Af-
deeling rondgaan een inteekenlijst voor bijdragen,
die moeten dienen om het Hoofdbestuur in staat
te stellen een prysvraag uit te schrijven om tot eene
oplossing te geraken omtrent de vraag in hoeverre
de tegenwoordig meer on meer veldwinnende ver
keerd toegepaste coöperatie nadeelig werkt op onze
maatschappelijke toestanden m. a. w. welke schade
door de coöperatieve veteenigingen wordt berokkend
aan alle neringdoenden en winkeliers, alzoo een wer
kelijk maatschappelijk belang.
De Goudsche leden van genoemden bond, wien het
ernst is met hunne toetreding, zullen zeker gaarne
willen medewerken om tot genoemde oplossing te
komen en derhalve met genoegen iets bijdragen voor
genoemd doel.
Bijna een jaar na de eerste opvoering te Amster
dam, werd IMnsdag avond te ’s-Hage voor het eerst
de oorspronkelijke Hollandsche Opera „Brinio” van
8. van Miliigen voor het voetlicht gebracht.
De Haagtche Courant schrijft daaromtrent o. a. het
volgende -.
Van Miliigen heeft zich met groote bekwaamheid
van zijne taak gekweten alles is goed doorwerkt,
- met zorg geïnstrumenteerd, en werkelijk schitterende
nummers zijn uit zijne pen gevloeid. Nog sterk onder
indrukken van Wagner en Massenet, om van andere
niet te spreken, gecomponeerd, doet dit eerstelings-
werk veel verwachtenmen ziet het aan de grootste
componisten, hoe moeilijk het valt, bij eerste werken
zich gebe d aan den invloed van groote tijdgenooten
te onttrekken.
De krijgsverrichtingen in het landschap Edi, op
de noordoostkust van Atjeh, gedurende de maanden
April en Mei 1889, vormen een ,op zichzelf staand
geheel. On> deze reden heeft de majoor J. F. D.
Bruinsma, van de O.-I. infanterie, er een afzonder
lijk verhaal van opgesteld, dat voor een liefdadig
doel bij H. Pytteraen Tz. te Sneek is uitgegeven.
ARoods vóór den Atjeh-oorlog trachtte de vorst van
Edi, die met den sultan overhoop lag, onder de be
scherming van het Ned'erlandsche gouvernement te
komen. In Mei 1873 werd dientengevolge een
Hmctaat met hem gesloten, dat in het volgende jaar
tot eene militaire bezetting van het landschap leidde.
Tot 1887 bleef de rust, behoudens op zichzelf staande
trekken zoo afsohuwelijk maakte, dat zij bepaald bang
voor hem werd.
«Help mij om
duldig.
Hij stak haar de hand toe en toen zij bevend
boven kwam, sloeg hij zijn arm om haat heen en
steunde baar. Zij was zoo vol ergernis, haar waar
verhaal te zien gelogenstraft en zij was tevens zoo
vol schrik - over de uitdrukking op hot gelaat van
den heer Rayner daareven, dat zij zich losrukte, de
provisiekamer uit, en de tochtdeur doorsnellende,
in de gang tegen een klein tafeltje moest leunen om
tot bedaren te komen. Maar mynheer stond alweer
naast haar en onbewust liet zij zich door hem naar
het salon geleiden. Hij haalde een glas brandewijn
en liet baar daarvan drinken; hij bette haar voor
hoofd en sprak haar bemoedigend toe. Zij moest
nu niet naeer angstig zijn; spoedig zou zij deze som
bere plaats verlaten en, in die heerlijke natuur ginds,
de indrukken uit dit akelige huis vergeten.
„Maar, mijnheer, ik heb toch waarlijk dat koffertje
daar gezien,” zeide zy half schreiende.
Zij zag dat hij h< t niet geloofde en nu begonnen
dikke tranen over bare wangen te rollen.
„Niet schreien, niet schreien!” riep mijnheer op
knorrigen toon.
Zij wist dat hij alles wat treurig' was haatte
dat was eene eigenaardigheid van zijn kunstenaars
karakter, zeide hij daarom bedwong zij hare tra
nen en trachtte te glimlachen.
„Ziezoo, nu ben je weer mijn mooi, lief meisje,"
zeide hij. „Wij zullen Sarah’s naam in het geheel
niet meer noemen als wy eenmaal van haar af zyn.
Maar tot wy weg zijn, of liever tot onze vriend
Maynard weg is, vrees ik dat wij onze gedachten
nog veel met haar zullen dienen bezig te houden.
Natuurlijk zal zij morgen nog niet in staat zyn, zijné
kruiswagen te doorstaan, dat zal nog lang duren;
als zij ooit zoover herstelt. Inmiddels zal hij zeker
eene geheele geschiedenis vertellen en zooveel men-
schen, als hij er kans toe ziet, verdacht maken, al
is het ook maar om aan zijne superieuren te toonen,
dat hij zyn tijd hier niet heeft verspild. Hij zai
aan onze arme Sarah geen haartje goed laten, daar
kun je op rekenen.”
„Ik geloof niet, mijnheer, dat Sarah altyd de goede
vrouw is geweest waarvoor u haar houdt,” zeide
Violet bedeesd: „Na hetgeen ik haar heb hooren
ijlen in hare ziekte, schijnt zij in hare jeugd slechte
vrienden te hebben gehad, die haar afschuwelijke
dingen hebben laten doen. Daarom ben ik niet zoo
verwonderd als u, te hooren, dat zij ook nu slecht
heeft gehandeld.”
„Heb je Jat aan den heer Maynard verteld?”
„Neen, ik heb enkel zijne vragen beantwoord.
Hij had gezegd, dat hij haar broeder was, en ik zag
geene reden om zijne zuster bij hem in verdenking
te brengen. Maar, mijnheer Rayner, nu zou ik u
toch wel iets willen vragenHebt u ooit van zeke
ren James Woodfall gehoord?”
5«)
Hij deed dit en riep toen, met een onbeschrijfelijke
uitdrukking van verlichting
„Goddank I Het was alleen in je verbeelding. Er
is niets!”
„Staat er geen ruwhouten tafel?”
„Neen. Er is niets te zien dan water.”
„Misschien is het water gestegen en er over ge-
loopen.”
„Kom dan zelf om je te overtuigen. Of ben je
te angstig?”
„Neen,” zeide zij aarzelende: „bang ben ik niet?’
Hij kwam naar boven en hield het licht vast,
terwijl zij in den kelder ging. Diezelfde vier bovenste
treden waren droog, het water was dus niet gestegen.
Zij zag door de ladder en er achteromheen, maar er
was niets. De houten tafelschroag en het koffertje
waren spoorloos verdwenen. Toen zij plotseling naar
boven zag, kwam het haar voor, alsof op het gelaat
van den heer Rayner, misschien door het flikkerend
licht der kaars dat er op viel, eene spottende, grijn
zende uitdrukking lag, die de anders aangename
ze tot 8, 9 of 10 uur aan ’t werk houdt. Wyst hy
hen er op, dat dit tegen de wel is, dan is het ant
woord geregeld „Ja meneer, maar de baas zeit.dat
kan ’m niet schelen als ik niet langer dan tot 7
uur werken wil, dan moet ’k maar inpakken.” Hoe,
«raagt de heer Van dof Laan, staat het toch met
de controle op de wet
„Wat hier medegedeeld wordt, is, zegt Het Vad.,
zeker erg genoeg, maar misschien is het te wijten
aan de omstandigheid, dat by ’tin werking treden
der wet de inspecteurs nog ontbraken. Thans zyn
die ambtenaren benoemd, en zij zullen niets liever
wenschen, dan dat dergelijke feiten onder hun aan
dacht worden gebracht. Zooals men weet, behoort
’s-Gravenhage tot de inspectie van den heer Struve
wiens standplaats is Haarlem. „Wy nemen deze
aanleiding te baat, zegt het Vad. om nog een vraag
te doen a propos van de arbeidswetgeving. Wanneer
eindelijk komt de enquêtecommissie, die materiaal
heeft te verzamelen over verdere stappen op dit
gebied Reeds weken geleden vernamen wij, dat
men met haar samenstelling gereed was en dat een
lid van den Raad van State tot haar voorzitter was
uitverkorenis er een kink in den kabel gekomen