Bultenlandsch Overzicht. Kantongerecht te Gouda KOEPOKINENTING. PETR0LEUM-N0TEERIIVGÊN Caatzlaar Schalkwijk, te Rotterdam vijandelijkheden van weinig beteokenis, daar onge stoord. In dat jaar namen echter de invallen der Atjehero in het landschap het karakter aan van ver woede aanvallen op de Nederlandsche versterking, en te gelijk bleek het dat de radja niet meer te vertrouwen was en deze beschermeling van ons gou vernement op zijn minst met de aanvallers heulde. Dit ging, zoover, dat ons fort in de eerste maanden van '89 om zoo te zeggen belegerd werd. Den 4en Hei werd eene expeditie van twee compagnieën in fanterie, met de noodige artillerie en genie, onder bevel van den luitenant-kolonel H. J. L. de Bank Langenhorst uit Kotta Radja tot ontzet naar Edi gezonden. Na scherpe gevechten op den 6en en 8en Mei werd het doel bereikt, de vijand uit do onmiddellijke nabijheid van het fort verdreven en daarna het geheele landschap gezuivetd. De reeks dezer vijandelijkheden, gedurende een tgdvak van ruim twee jaren, geeft een beeld te zien van eenen plaatselijken oorlog, die in de algemeene geschiedenis van den Atjeh-krijg eene episode vormt, door geene andere overtroffen ten opzichte der he vigheid waarmede gevochten werd en misschien alle andere te boven gaande in «le grootte der aan den vijand toegebrachte verliezen. De majoor Bruinsma heeft met de hem eigene warmte en duidelijkheid de worsteling beschreven. Aan zijne krijgsmakkers laat hij met echte kame raadschap recht wedervaren, en aan het einde van zgn verhaal verheerlijkt hij met geestdrift de namen van drie op de expeditie of later gesneuvelde dap peren den korporaal F. H. W. Schordell, Duitscher van geboorte, den ln luitenant J. J. A. Gaade, van 's-Gravenhage, en den sergeant-majoor J. H. Wol- vekamp, van Rotterdam, den 26en Juli 1889 voor Kota Toewankoe gevallen. Staten-generaal. Tweede Kamer. Zitting van Woensdag 12 Maart. Aan de orde was de interpellatie van den heer A. van Dedem over de laatste ministerieele crisis. De interpellant leidde zijne vragen in roet eene schets van de crisis, geheel in den geest van de bekende beschouwingen der Standaard en be sloot met het stellen van twee vragen: io. Is de regeering bereid de overwegingen mede te deelen, die .hebben gegolden bij de oplossing der ministerieels crisis, ontstaan door het votum der Eerste Kamer betreffende Hoofdstuk X der Staats- begrooting. 2o. Handhaaft de Regeering haar op 20 Januari afgelegde verklaring dat zij zich verplicht acht, binnen den kring haver bevoegdheid, Nederland in Indië als christennatie te doen optreden. De minister van koloniën antwoordde als kabinetsfor- meerder en vatte de crisis meer op in onzen geest. Dit was zeker in het antwoord van den heer Mackay allermerk waardigst, dat hij de oplossing volgens de Standaard niet aanroerde, de staatsrechtelijke leer rusten liet, dat men geen begrooting mag verwerpen om redenen daarbuiten gelegen', en dat allerminst de Eerste Kamer zich dit mag veroorloovenen de interpre tatie, dat het Kabinet getroffen was, uitdrukkelijk wraakte. Wij .weten dan nu krachtens erkenning van den premier, dat het votum tegenover den beer Keuchenius door tal van redenen is gemotiveerd en dat het algemeene regeeringsbeleid door de Eerste Kamer niet is veroordeeld. De oplossing der crisis deed wel het vermoeden rgzen, dat aldus de opvat- Hij zat naast haar op de canapé, zijn gelaat van haar afgewend. Hg gaf niet dadelijk antwoord, maar zeide na een oogenblikje zeer bedaard: Heeft de heer Maynard u dat gevraagd?" Onder het spreken had hij het hoofd langzaam omgewend tot zijne oogen de hare ontmoetten. Wel neen! Ik hoorde Sarah dien naam fluiste ren, in dien nacht toeii zij zoo ijlde ia dien Vrijdag nacht." ffWas hg een van Sarah's vrienden?" Ja; ik geloof dat zij in hare jeugd op hem is verliefd geweest en hij schijnt een slecht man te zgn, die haar toen alles liet doen wat hij verlangde en toch met eene andere trouwde. Het meest ver wonderde het mij, dat zij zgn naam voortdurend in verband bracht met menschen uit hare tegenwoor dige omgeving." fflieeeoo? Met wiens naam noemde zij dan den zijnen tegelijk?" «Met met mijn naam, mijnheer. Zij herhaalde gedurig in haar wartaal dat die Jamea Woodfitfl zij zeide, dat hij een muzikant waa op mij ver liefd was, dat hij met mij wilde trouwen en dat hij hare hulp had ingeroepen om eeD huwelijk tusschen hem, dien gemeenen dief, en mij tot stand te bren gen. Was het niet afschuwelijk voor mij om zulk een onzin te moeten aanhooren?" .Noemde zij Jamea Woodfall een gemeenen dief?" «Neen. 'Ik maakte op dat hij het waa uit het geen zij zeide. Heeft u ooit iets ran hem gehoord, ting «ii «an het Kabinet, maar 't is altijd goed het uit den eigen mond ran den premier te hooren. Het waa te begrepen, dat de liberalen het niet by deze rriendsohappelyke woordenwisseling lieten. De heer Tak ran Poortvliet wenschte meer licht orer de rcrsohuiring, die in het kabinet had plaata gehad en stelde zynerzijds de rolgende eragen lo. Waarom heeft de tegenwoordige Min. ran Kol. het Depart, ran Binneuï. Zaken verlaten? 2o. Waarom ie de afgetreden Min. ran Binnen!. Zaken opgetreden als Min. ran Kol. So. Is daardoor het zwaartepunt der Keg. eer- plaatst ran 't bionenlandseh bestuur naar dat der koloniën En zoo jawaarom Hierbij roegde zioh de heer W. K. van Dedem, die terecht vroeg of de regeering zich tegenover de Mohamedaausche bevolking in Indië sou laten leiden door andere beginselen dan de heer Keuchenius. Hij beriep zich op dr. A. Kuyper, die in 1875 tegen 't opdringen van het Christendom aan de inlandache bevolking opkwam èn als strydig mot het Regeerings- reglement, eu op grond van 't Protestantsch beginsel, dat de Staat zioh niet met den godsdienst kan en mag bemoeien. Aan het antwoord van de regeering ging eene verdediging vooraf door de hoeren Van Alphon en Schaepman. De laatste poseerde zoo als leider, dat hem later de vraag werd gedaau: hebben wij hier dan eigenlyk te doen met een ministerie-Sohaepman zonder Schaepman De premier gleed, hoe ook geprikkeld door de heeren Tak en Van Houten; over de netelige punten behendig heen. De oploesing gevende, die naar 't inzien der Regeering het meest was in 's lands be lang, achtte de Miniater de Regeering niet geroepen te verklaren, waarom nu juist deze of die verschui vingen waren aangebracht, zoo zq slechts kon ver klaren, dat de politiek van 't kabinet onveranderd en de leiding dier politiek in deselfde handen wat gebleven, 't Waren vooral de heeren Roëll en Van Houten, die licht lieten vallen op eenige verschil punten, jie men tot nog toe tusschen de heeren Mackay en Lohmau had meenen op te merken, en die daardoor ten slotte laatstgenoemde in 't debat riepen. De heer Lohman bleek reeds eenige voor zichtigheid ie hebben geleerd, terwyl hij met kwistige hand gebruik maakte van de aan de rechterzijde bijzonder eigen behendigheid om onderscheid te maken tusschen de verschillende qualiteiten, waarin men optreedt, en de verschillende taal, daarby noodig. Had de heer Röell tegenover de verklaringen van den Minister Mackay over de onderwijswet, het door den heer Lohman dmferteeltende «Manifest" en de door hem geschreven «Pacificatie" gesteld, met de nogal afwijkende beweringen, de Minister als Staatsman wenschte niet gehouden te zijn aan de uitdrukkingen van een stuk, gericht tol het Christen volk, of een brochure, gericht tot zijn politieke vrienden. Men moet i dus nu zijn verklaring voor lief nemen, dat hij zou voortwerken io den geest van zyn voorganger. En had de hoer Van Mouten hem zijn beginselen op het stuk van kiesrecht, de heer Röell die in zake hooger onderwijs voorgehouden, de verwezenlijking daarvan verschoof hij naar een verre toekomst, daar bij vooreerst genoeg te doen had met uitwerking van 'tgeen de heer Mackay had voorbereid. Van speciale beloften onthield de heer Mackay zich zijnerzijds, wat zijn Departement betrof, evenzeer. mijnheer?" «Ja. Ik heb hem wel hooren noemen en ik ge loof dat hij nog Jeeft." Als dat zoo is, dan geloof ik zeker, dat zq nog verliefd op hem is en dat hy achter dien juweelen- roi f steekt!" riap zy opgewonden uit. «Zoudt u niet kunnen outdekken, waar hij nu ia, terwyl de heer Mayr.ard nog hier is eu hem dau laten vatten?" «Ik vrees dat dit niet zal gaan, kindje. Alt Ja mes Woodfall de man is waarvoor ik hem houd, dan zal hij nooit levend gepakt worden." Mijnheer sliep dien nacht in de kleedkamer, die met de groote logeerkamer, welke mevrouw nu in gebruik had genomen, verbonden waa. Violet zag hem uit die deur komen, toen zij naar beneden ging om te ontbyten. De uren tot etenatyd bracht zij met inpakken en toebereidselen tot de reis door; men zou den anderen dag vertrekken. Het kwam haar vreemd voor, dat zij nog niets anders had ge hoord van hare moeder, die toch zeker in de grootste opgewondenheid zou verkeereu over zulk een belang rijk iets als hier was voorgevallen. Violet had haar Maandag een langen brief geschreven en dien in de tasch van den brievenbode gedaan, zonder vrees dat hij niet terecht zou komen, nu hare vijandin Sarah ziek waa. Zy verheugde er zich op spoedig weder bij hare moeder te zullen zijn, en, hoe heerlijk, Laurence over een paar dagen weer te zien! Maar er was eene minder scboone zijde aan dit prachtig Of zyn politieke vrienden! met [zijn verklaringen betreffende het christelijk karakter van zyn beleid tevreden zullen zyn, zal nog moeten blqken. Natuurlijk ontbrak hot van de Ministertafel niet aan algemeenheden, dat het Christelijk karakter onzer natie ook in Indië zou gehandhaafd worden, terwyl de pogingen niet achterwege bleven, om het te doen voorkomen, alsof de heer Keuobenius zioh aan geen onbezonnenheden op dit gebied had sohuldig ge maakt, maar het ia onmogolyk tegen te spreken, dat als zyn opvolger op het standpunt van 1875 wil blijven, hij de richting, door den heer Keuohenius ingeslagen, moet verlaten. In den loop der zitting is op voorstel des voor zitters besloten, de eindstemming ovor de pensioen wetten te doen plaats hebben op Woensdag 18 dezor. Een Australisch wielrijder koos als kunstvoor werp, nadat hij eenlwedstryd gewonnen had een paard. Op zijn kosten werd nu de gebruikelijke inscriptie, die anders op de voorwerpen gegraveerd ia, op zeker lichaamsdeel van het beestje gebrand. Te Londen, waar reeda voor vele jaren een be weging ontstond tot het in zwang brengen van een practischer kleeding, heeft kort geleden een arts een voordracht over het nauwe inrygen gehouden. Om zijne woorden meer gewicht bij te zetten, toonde de arts een Onineeseh biggetje, welks rond buikje in een aardig korsetje waa ingepend. Het schreeuwde gedurende de gansche Tertooning zeer en zijn jam merlijk gokreun waa de beste commentaar voor de bewering van den arts. Deze beweerde niet zeer galant dat het diertje minder goed opgevoed en daardoor rumoeriger waa dan de dames, waarvan velen onder den druk van het korset zouden weenen en kreunen als het biggetje, zoo het goed fatsoen dit slechts toeliet. Hij zeide verder, dat hij het diertje eiken dag zou inrygen en het 's nachts slechts in vrijheid zou laten, om te kunnen opmerken, welke veranderingen het zou ondergaan en hoe lang bet de marteling, waaraan zich alle dames onder werpen, zou kunnen verduren. De «Vereeniging voor Dierenbescherming" heeft zich de zaak nu echter' aangetrokkén ert wil den doder gerechtelijk vervolgen, opdat hy bet diertje niet doodmartele. De Ëngelache couranten houden verscheidene protesten ;n van heerenen dames (waar onder waarschijnlijk stijfgeregene,) om het diertje niet langer te kwellen. Allen die by de voordracht waren, zeggen, dat men zich niet voorstellen ken, hoe erbarmelijk bet biggele schreeuwde. Het wae nu slechte op Engelscbe wijze ingespeld, hoe zou bet arme beeet geschreeuwd hebben, alt het volgent de Kranaabu nsode wae ingeregen! Ken Araerikaaneche courant, die onlangs met groote vereering sprak van de nagedachtenis van een hoogst eerbiedwaardig man, die ven nieta waa opgekomen en zeer rijk gestorven was, schreef in haar ijver, dat hy geboren waa «zonder een oent op zak." Het rolgende gebeurde niet lang geleden te Adams- berg, een stadje ia Pennsylvanië. Hendrik van Schoonhoven, een gegoed wijnhandelaar, had het ongeluk zyn vrouw te verliezen en zjjne schoon moeder te behouden, met wie hij nu, willens of onwillens moest huishouden. Na eenige jaren echter vooruitzicht verbonden, en te midden harer groote blijdschap kwam de gedachte daaraan haar gedurig kwellen. Het waa toch al zeer onhartelijk, die zwakke mevrouw Rayner alleen op Klzenhof aohter te laten. Al weigerde zy hardnekkig deze sombere plaata te verlaten, toch was het Violet duidelijk, dat jniat dit vochtige, droefgeestige huis voor een groot deel de schuld droeg van hare zwaarmoedigheid, en haar dan hier te laten met niemand tot haar gezelschap, met geene andere huisgenooten dan een ondeugend kind, dat niet van haar hield, twee meiden, eene ziekenverpleegster eu eene ziekeViolet had in de laatste dagen wel gezien, dat mevrouw zenuw achtiger werd by de minste toespeling op de reis, en soms hed mevrouw hare oogen op Violet's gelaat gericht met eene vreemde uitdrukking; zij scheen haar iets te willen zeggen, en toch weder niet te kunnen besluiten het te doen. De zonderlinge toe stand der arme vrouw, die nu wijs, dan onwjjs scheen te zyn, werd Violet hoe langer hoe meer een raadsel. De dokter, op wiens oordeel de detective Maynard wachtte, kwam dien dag paa even vóór het eten;" zijne uitspraak was, dat hy het niet waarschijnlijk achtte dat Sarah haar denkvermogen ooit weer zou terugkrijgen, en volgens hem zou het verlaten der ziekenkamer «oor haar niets anders zijn dan het ver huizen naar een gesticht voor krankzinnigen. Wordt vervolgd.) bekroop den in den bloei zijner jaren alleenstaanden man, (le last, om opnieuw te trouwen en aan het «grootmaohtig bestuur" zynor schoonmoeder een einde te maken. Zooals te begrijpen is, stuitte hij, toen hy zijn voornemen bekend maakte, op heftigen tegon- stand by zyn vrouwtjes moeder en ook zyn drie kinderen keurden zijn .plan niet goed en dientenge volge zoo scheen het, liet hij het denkbeeld varen. Na korteu tijd bracht de wynhandelaar echter een jongmensch mede, (lie door zyn zachte, haast vrou welijke schoonheid aller harten won uitgezonderd dat van de schoonmoeder, dio dadelijk onraad ver moedde. Zy geloofde in 't geheel niet aan de ver zekering van haar schoonzoon, die beweerde dat het de eenige zoon van een sinds kort overleden vriend te Pittsburg was, dien hij tot aan zijne meerder jarigheid moest "beschermen, maar vermoedde gansch andere dingen en legde zioh daarom op de loer. Na drie maanden gelukte het haar, te kunnen vast stellen, dat Johannes zoo heette de jongeling eigenlyk eene Johanna, dus een meisje was en ook wederom geen meisje, want «Johannes" was reeds de echtgenoote van den ungstvalligen wynhandelaar, voor »hy" in huis kwam. De geschiedenis eindigt helaas niet zoo vroolijk als zy begonnen is. De onaangenaamheden, welke de booze schoonmoeder het jonge paar na de ontdekking aandeed, waren zóó onverdragelijk, dat de ongetwijfeld zeer lafhartige echtgenoot huis en hof in den steek liet en met zijn tweede vrouwtje naar het verre weeten toog om een nieuw leven ie beginnen. In eene gecombineerde vergadering van de Am- sterdamsche afdeolingen der Nederlandeche Maat- schappij ter bevordering van Nijverheid en de Ver eeniging ter Bevordering van l'abriekt- en Hand werknijverheiddie Dinsdagavond te Amsterdam gehouden werd, sprak de heer dr. V. Graelf over de melkindmlrie. Na eerst de bestanddeelen van de melk besproken en hunne voedingswaarde aangege ven te hebben, schetste hij de melklevering in groote steden, waar de melkinrichtingen steeds grooter omvang hebben verkregen. De Hollandsche melk nn wordt overvloedig door ons melkvee gegeven, maar do voedingswaarde is geringer dan van Ën- gelsoh, Zwitsersoh of Franscb vee. Het komt ook daar van daan, dat de melkprijs hier gemiddeld lager is dan ergens elders, bjjv. 8 a 10 cents de liter, tegen 20 cents te London, 22 cents te Athena. Aldus is men vanzelf op de gedachte gekomen om groote steden, waar de melk hoog in prijs is, van elders, te voorzien. Maar daarvoor moest men de melk condenseeren wat meestal door waterver damping en luchtledig afgesloten gesohiedde en de wyze waarop dit door Maatschappijen als de Hol- landia to Vlaardingen of de Anglo-Swm-Milk-Com- fang in Zwitserland werd gedaan. Dergelyke maat schappijen kannen allóón echter bloeien, als zjj zich ook mei de boter- en kaasindustrie bezighouden, om daarvoor de overhoeveelheid melk te kunnen aan wenden. Er ib nog een andere wijze van melkbewaring nl. zoonis dat door de Maatschappij Nederland te Ouderamstel geschiedt, welke bacterie-vrije melk levert. Hierby wees de spr. or op dat het zeer wel mogelijk was om van hier uit Londen van melk te voorzien, vooral waar die melk bacterie-vry wordt bewaard. Eon bezwaar daarvoor zou zyn hot dunne gehalte onzer melk, maar daar de Londensche melk zeer duur is, zou het zaak zijn de ouze belangrijk minder in prys te verkoopen. Een nieuwe bewsringswys is de melk te laten bevriezen en nldus nnar de groote steden te ver zenden. Buitendien levert de Swiu-milk-powder- Company do melkpoeder op haast dezelfde wijze bereid als de gecondenseerde melk, nl. door ver dikking en dit schynt inderdaad wel de meest prac- tiaohe wijze van melkbewaring. Trouwens hier te lande heeft men er reeds het oog op gericht en te Groningen hebben eeuige heeren plan opgevat een fabriek van melkpoeder op te richten. Noodig is voor zulk een industrie een gioot kapitaal, maar dan ook kan zy in ons vaderland even goed als, mis schien beter dan elders ondernomen werden. Ten slotte ging de spreker de boter- en kaasbereiding van vroeger en heden, hier en elders na, zonder op dat onderwerp een nieuw licht te doen schijnen, maar vooral wees hy er de Nederlandsche kapitalis- ton op, dat de boter- en kaasindustrie, die op groote schaal nog te weinig in Nederland is opgevat, ongetwijfeld een goede en winstgevende geldbeleg ging is, mits zy op even ruime schaal gedreven worde, ais de kunstboterindustrie, die hier te lande op ruimer achzal dan elders wordt gedreven. Als de menschen niet meer nnar de kerk gaan, moet de kerk tot hen komen. Op dezen grondslag rijn vele nieuwe ondernemingen ontstaan, waarvan men in vroeger tijd niet droomde. Zeer eigenaardig, «egt het Duitsche blad Volkewohl, is de binnenplaats zending in de voorsteden van Kopenhagen, welke door twee, niet-geestelijke, personen gedreven wordt. Zy begint des avonds tusschen 5 en 6 uur, nadat de kantooruren zijn afgeloopen. Door strooibiljetten wordt bekend gemaakt dat eene bijeenkomst zal wor den gehouden. Weldra scharen zich kinderen van eiken leeftijd om de beide welbekende mannen en rondom worden vensters geopend. Nadat een lied gezongen is, volgt een toespraak tot de kinderen en dan weder een lied. Vervolgens gaan do zendelin gen, omgeven door eene voortdurend aangroeiende menigte, ondanks de spotternij en de pogingen om hen tegen te houdeu, naar een binnenplaats. Zoo worden dagelijks, tot omstreeks 8 uur, 6 ol 7 bin nenplaatsen bezocht. De laatste vergaderingen wor den steeds talrijker en door vele arbeiders bijgewoond die van hun werk terugkeeren. Doch daarmede is het werk niet afgeloopen. Na 2 of 3 uren dus onvermoeid gepreekt te hebben, zetten de beide mannen tot diep in den nacht huu taak voort. Om 10 uur begint de middernachtzen ding in de Goose Gade, waar te midden van holen der onzedelijkheid een zendingshuisje staat, waar met groote witte letters «Gy zult niet echtbreken!" en «Jezus neemt de zondaars nan I" geschreven staat. Het is voor. mannen bestemd. In elke bijeenkomst wordt gezongen, gebeden en de Bijbel uitgelegd. De oefening duurt Diet langer dan een kwartier, zoodat ongeveer vier- of vijfmaal per nacht nieuwe toehoorders in de zaal knnnen worden toegelaten. Aan de voordrachten nemen afwisselend 30 predi kanten, rechtsgeleerden, hoogleeraren, studenten, koop lieden deel. Velen zyn op die wyze reeds van een leven van schnld gered. Het werk staat onder leiding van de stadszen- ding, waarvan pastoer Harald Stein voorzitter is. Do beide zendelingen ontvangen Elechts een kleine toelage. Indien het plan niet wordt gewgzigd, en daarvan is tot dusver nog niets bekend, zal Zaterdag a. s. te Berlgn de internationale arbeidsconferentie worden goopend. Alle regeeringen, behalve Nederland, hebben reeds gemachtigden aangewezen, doorgaaus ook des kundigen, hetzij grooto werkgevers of ingenieurs. Zoo deden Frankrijk, Engeland, België, Oostenrijk, Hon garije, Zweden, Denemarken en Luxemburg. Alleen de Nederlandsche regeering heeft nog niets van zich doen hooren. .vj? Keizer Wilhelm, is voornemens de conferentie Wve te openeh. Of' de keizer oveHhU in den Staatsraad alle vergaderingen zal blijven leiden, is nog niet zeker. De zittingen der conferentie zullen, evenals die van den Staatsraad, gehouden worlen in het paleis des konings. Steeds hoort men mets vaneen regeling van het geschil tusschen Portugal en Engeland Dat de ver houding tusschen deze Mogendheden echter nog alles behalve gunstig is, blijkt uit hetgeen de Times zegt over het andere bekende geschil, dat over den De- lagoa-spoorvveg. Genoemd blad laat zioh uit Lissabon schrijven, dat de Portugeesche minister van buiten- landsche zakon tijdens de conferentiën roet den ver tegenwoordiger van de Delagoa-baai spooryvegmpg. niet erkent en aan de regeeringen van Engeland en van do Vereenigde Staten het recht ontzegt zich in de quaestie te mengen. De vertegenwoordiger der Engelscbe maatschappij weigerde zich met deze meening te vereenigen en van de andere zijde wilde ook de Portugeesche minister niet mededeelen welke voorwaarde zijn regeering zou inwilligen, indien de zaak naar haar wensch geregeld werd. In elk geval weigert de regeering eenig eigendom terug te geven. Volgens den correspondent van de Times blijft, indien dit Portugal's laatste besluit is, de Engelsehe en de Amerikaansche regeering niets over dan Por tugal te dwingen, recht te doen door de Engelsehe en Amerikaansche onderdanen ruimschoots schadeloos te stellen. Op even zonderlinge wijze als zij ontstaan was, is ook weder de ministerieele crisis in Italië, volgens bericht aan een Parijsch dagblad, geëindigd. Driftige menschen moet men niet aansprakelijk stellen voor hun woorden. Dit ziet men weder aan den Italiaanschen minister-president. In de zitiing der kamer werd gisteren door den heer Di Rundini, die hot voorzit terschap bekleedde, voorlezing gedaan van een schrg- ven van den heer Biancheri, waarin deze verklaarde zijn ontslag te nemen als voorzitter der kamer. Crispi verzocht daarop de kamer het ontslag van haar president niet aan te nemen, waartoe op uit- noodiging van den eersten minister met algemeene stemmon besloten werd. Alzoo is de heer Crispi we der ten vollo bereid gevonden samen te werken met deze kamer en haar voorzitter, in strijd met zijn verzekering van Zaterdag. Aan do eer van den hoer Biancheri is voorzeker op schitterende wijze voldoe ning geschonken, doch of de minister-president door zijn gedrag in deze zijn prestige binnen en bu:ten het parlement heeft verhoogd is een tweede vraag De verdere zittingen der kamer zuilen hierop he| antwoord geven. Het Engelsehe Lagerhuis is eindelijk gereed geko men met de behandeling van het rapport der Parnell- commi8sie. De uitslag was natuurlijk, dat het anlln- dement van den heer Gladstone verworpen en het voorstel der regeering om het rapport der rechters in het archief op te nemen aangenomen werd. Tegen het amendement-Gladstone stemden 283 conserva tieven en 50 liberale unionisten. Lord Randolph Churchill en een viertal andere leden bleven buiten stemming. De meerderheid, die tegen stemde, bestond uit 193 liberale en 75 nationalisten. Tot het laatste was de discussie soms vrij heftig. De nationalist Sexton beweerde dat Lord S&lisbuiy in briefwisseling heeft gestaan met Pigott, den ver- valscher der brieven in de Times en dus medeplichtig was aan het bedrog Natuurlijk protesteerde de mi nister Balfour onmiddellijk tegen deze beschuldiging. Dat lord Salisbury met Pigott in briefwisseling is geweest, is waar, maar deze correspondentie bepaalde zich tot het verzoek van Pigott om eon onderhoud en een weigering van lord Salisbury om dit toe te staan. Ofschoon de beslissing nu is gevallen, schijnen de Ieren het nog niet er bij te wille» laten. Ten min ste de heer Parnell is voornemens een voorstel in te dienen tot het benoemen van een afzonderlijke com missie, tot het instellen van een onderzoek naar den oorsprong der valsche brieven. De opkomst der afgevaardigden in de Fransche Kamer was eergisteren buitengewoon groot, omdat de leden der begrootingseommissie moesten worden gekozen. Tot de gekozen leden behooren o. a. bis schop Freppel, Jules Roche, Casimir Périer, Francis Charmes, Clémenceau, Pelletan en Reinach. De moer- derheid der commissie, en dit is de hoofdzaak, is voor het leenidfcsplan van de heer Rouvier, hoewel zg wel eenige wijziging in de begrooting noodig achten. De heer Roche is t#t voorzitter worden gekozen en zeide bij de aanvaarding van het voor zitterschap der budgetcommissie, dat de tegenwoor dige omstandigheden moeilijkheden opleveren, doch dat de commissie, om aan de wenschen van het land te voldoen en eene goede financieele politiek aan te nemen, slechts de voorstellen van den minister van financiën heeft te volgen. Zitting van 12 Maart 1890. De volgende personen zijn veroordeeld Zonder vergunning vau den Burgemeester op de openbare straat uitoefenen van het beroep van hard- looper en ophalen van geld langs de huizen. J. D., te Amsterdam, veroordeeld tot 1 of 1 dag hechtenis. Afwezigheid van een dienstplichtige bij de brand weer. A. B., te Nieuwerkerk a/d IJssel, tot 0.50 of l dag hechtenis. Uitkloppen van een vloerkleed op de openbare straat op verboden tijd. C. van H., te Gouda, tot f 0.50 of 1 dag hechtenis. Jachtovertreding. L. 8., te Reeuwijk, tot 1 of 1 dag hechtenis. Openbare dronkenschap. B. J. 5., te Gouda, tot f 3 of 3 dagen hechtenis; H. V., te Nieuwerkerk a/d IJssel, tot 0.50 of 1 dag hechtenis; H. U., te Nieuwerkerk a/d IJssel en P. S. te Gouda, ieder tot 1 of 2 dagen hechtenis. Allen zgn tevens veroordeeld in de kosten ver haalbaar bij lijfsdwang van een dag. De BURGEMEESTER van Gouda Brengt ter algemeene kennis dat aanstaanden Zon dag den 16 Maart 1899, des namiddags 12 uur, op het Raadhuis niet alleen voor minvermogenden maar voor ieder die rich daartoe aanmeldt, gelegenheid zal bestaan om zich geheel koeteloo» rechtstreeks van het kalf te doen inenten of herinten. Gouda, den 11 Maart 1890. De Burgemeester voornoemd, H. W. G. KONING, 1. B. van de Makelaars De markt «vas heden vast. Loeo Tankfust 8.25. Geïmporteerd fust 8.35. April-, Mei-, Juni-levering 8.15. September-, October-, November- eo December-levering 8.40,

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2