Bultenlandsch Overzicht.
Kantongerecht te Gouda
KOEPOKINENTING.
PETR0LEUM-N0TEERIIVGÊN
Caatzlaar Schalkwijk, te Rotterdam
vijandelijkheden van weinig beteokenis, daar onge
stoord. In dat jaar namen echter de invallen der
Atjehero in het landschap het karakter aan van ver
woede aanvallen op de Nederlandsche versterking,
en te gelijk bleek het dat de radja niet meer te
vertrouwen was en deze beschermeling van ons gou
vernement op zijn minst met de aanvallers heulde.
Dit ging, zoover, dat ons fort in de eerste maanden
van '89 om zoo te zeggen belegerd werd. Den 4en
Hei werd eene expeditie van twee compagnieën in
fanterie, met de noodige artillerie en genie, onder
bevel van den luitenant-kolonel H. J. L. de Bank
Langenhorst uit Kotta Radja tot ontzet naar Edi
gezonden. Na scherpe gevechten op den 6en en
8en Mei werd het doel bereikt, de vijand uit do
onmiddellijke nabijheid van het fort verdreven en
daarna het geheele landschap gezuivetd.
De reeks dezer vijandelijkheden, gedurende een
tgdvak van ruim twee jaren, geeft een beeld te zien
van eenen plaatselijken oorlog, die in de algemeene
geschiedenis van den Atjeh-krijg eene episode vormt,
door geene andere overtroffen ten opzichte der he
vigheid waarmede gevochten werd en misschien alle
andere te boven gaande in «le grootte der aan den
vijand toegebrachte verliezen.
De majoor Bruinsma heeft met de hem eigene
warmte en duidelijkheid de worsteling beschreven.
Aan zijne krijgsmakkers laat hij met echte kame
raadschap recht wedervaren, en aan het einde van
zgn verhaal verheerlijkt hij met geestdrift de namen
van drie op de expeditie of later gesneuvelde dap
peren den korporaal F. H. W. Schordell, Duitscher
van geboorte, den ln luitenant J. J. A. Gaade, van
's-Gravenhage, en den sergeant-majoor J. H. Wol-
vekamp, van Rotterdam, den 26en Juli 1889 voor
Kota Toewankoe gevallen.
Staten-generaal. Tweede Kamer. Zitting
van Woensdag 12 Maart.
Aan de orde was de interpellatie van den heer
A. van Dedem over de laatste ministerieele crisis.
De interpellant leidde zijne vragen in roet eene
schets van de crisis, geheel in den geest van
de bekende beschouwingen der Standaard en be
sloot met het stellen van twee vragen:
io. Is de regeering bereid de overwegingen mede
te deelen, die .hebben gegolden bij de oplossing der
ministerieels crisis, ontstaan door het votum der
Eerste Kamer betreffende Hoofdstuk X der Staats-
begrooting.
2o. Handhaaft de Regeering haar op 20 Januari
afgelegde verklaring dat zij zich verplicht acht,
binnen den kring haver bevoegdheid, Nederland in
Indië als christennatie te doen optreden.
De minister van koloniën antwoordde als kabinetsfor-
meerder en vatte de crisis meer op in onzen geest. Dit
was zeker in het antwoord van den heer Mackay allermerk
waardigst, dat hij de oplossing volgens de Standaard
niet aanroerde, de staatsrechtelijke leer rusten liet,
dat men geen begrooting mag verwerpen om redenen
daarbuiten gelegen', en dat allerminst de Eerste
Kamer zich dit mag veroorloovenen de interpre
tatie, dat het Kabinet getroffen was, uitdrukkelijk
wraakte. Wij .weten dan nu krachtens erkenning
van den premier, dat het votum tegenover den beer
Keuchenius door tal van redenen is gemotiveerd en
dat het algemeene regeeringsbeleid door de Eerste
Kamer niet is veroordeeld. De oplossing der crisis
deed wel het vermoeden rgzen, dat aldus de opvat-
Hij zat naast haar op de canapé, zijn gelaat van
haar afgewend. Hg gaf niet dadelijk antwoord,
maar zeide na een oogenblikje zeer bedaard:
Heeft de heer Maynard u dat gevraagd?" Onder
het spreken had hij het hoofd langzaam omgewend
tot zijne oogen de hare ontmoetten.
Wel neen! Ik hoorde Sarah dien naam fluiste
ren, in dien nacht toeii zij zoo ijlde ia dien
Vrijdag nacht."
ffWas hg een van Sarah's vrienden?"
Ja; ik geloof dat zij in hare jeugd op hem is
verliefd geweest en hij schijnt een slecht man te
zgn, die haar toen alles liet doen wat hij verlangde
en toch met eene andere trouwde. Het meest ver
wonderde het mij, dat zij zgn naam voortdurend in
verband bracht met menschen uit hare tegenwoor
dige omgeving."
fflieeeoo? Met wiens naam noemde zij dan den
zijnen tegelijk?"
«Met met mijn naam, mijnheer. Zij herhaalde
gedurig in haar wartaal dat die Jamea Woodfitfl
zij zeide, dat hij een muzikant waa op mij ver
liefd was, dat hij met mij wilde trouwen en dat hij
hare hulp had ingeroepen om eeD huwelijk tusschen
hem, dien gemeenen dief, en mij tot stand te bren
gen. Was het niet afschuwelijk voor mij om zulk
een onzin te moeten aanhooren?"
.Noemde zij Jamea Woodfall een gemeenen dief?"
«Neen. 'Ik maakte op dat hij het waa uit het
geen zij zeide. Heeft u ooit iets ran hem gehoord,
ting «ii «an het Kabinet, maar 't is altijd goed het
uit den eigen mond ran den premier te hooren.
Het waa te begrepen, dat de liberalen het niet
by deze rriendsohappelyke woordenwisseling lieten.
De heer Tak ran Poortvliet wenschte meer licht
orer de rcrsohuiring, die in het kabinet had plaata
gehad en stelde zynerzijds de rolgende eragen
lo. Waarom heeft de tegenwoordige Min. ran Kol.
het Depart, ran Binneuï. Zaken verlaten?
2o. Waarom ie de afgetreden Min. ran Binnen!.
Zaken opgetreden als Min. ran Kol.
So. Is daardoor het zwaartepunt der Keg. eer-
plaatst ran 't bionenlandseh bestuur naar dat der
koloniën En zoo jawaarom
Hierbij roegde zioh de heer W. K. van Dedem,
die terecht vroeg of de regeering zich tegenover de
Mohamedaausche bevolking in Indië sou laten leiden
door andere beginselen dan de heer Keuchenius.
Hij beriep zich op dr. A. Kuyper, die in 1875 tegen
't opdringen van het Christendom aan de inlandache
bevolking opkwam èn als strydig mot het Regeerings-
reglement, eu op grond van 't Protestantsch beginsel,
dat de Staat zioh niet met den godsdienst kan en
mag bemoeien.
Aan het antwoord van de regeering ging eene
verdediging vooraf door de hoeren Van Alphon en
Schaepman. De laatste poseerde zoo als leider, dat
hem later de vraag werd gedaau: hebben wij hier
dan eigenlyk te doen met een ministerie-Sohaepman
zonder Schaepman
De premier gleed, hoe ook geprikkeld door de
heeren Tak en Van Houten; over de netelige punten
behendig heen. De oploesing gevende, die naar 't
inzien der Regeering het meest was in 's lands be
lang, achtte de Miniater de Regeering niet geroepen
te verklaren, waarom nu juist deze of die verschui
vingen waren aangebracht, zoo zq slechts kon ver
klaren, dat de politiek van 't kabinet onveranderd
en de leiding dier politiek in deselfde handen wat
gebleven, 't Waren vooral de heeren Roëll en Van
Houten, die licht lieten vallen op eenige verschil
punten, jie men tot nog toe tusschen de heeren
Mackay en Lohmau had meenen op te merken, en
die daardoor ten slotte laatstgenoemde in 't debat
riepen. De heer Lohman bleek reeds eenige voor
zichtigheid ie hebben geleerd, terwyl hij met kwistige
hand gebruik maakte van de aan de rechterzijde
bijzonder eigen behendigheid om onderscheid te
maken tusschen de verschillende qualiteiten, waarin
men optreedt, en de verschillende taal, daarby noodig.
Had de heer Röell tegenover de verklaringen van
den Minister Mackay over de onderwijswet, het door
den heer Lohman dmferteeltende «Manifest" en de
door hem geschreven «Pacificatie" gesteld, met de
nogal afwijkende beweringen, de Minister als
Staatsman wenschte niet gehouden te zijn aan de
uitdrukkingen van een stuk, gericht tol het Christen
volk, of een brochure, gericht tot zijn politieke
vrienden. Men moet i dus nu zijn verklaring voor
lief nemen, dat hij zou voortwerken io den geest van
zyn voorganger. En had de hoer Van Mouten hem
zijn beginselen op het stuk van kiesrecht, de heer
Röell die in zake hooger onderwijs voorgehouden,
de verwezenlijking daarvan verschoof hij naar een
verre toekomst, daar bij vooreerst genoeg te doen
had met uitwerking van 'tgeen de heer Mackay
had voorbereid.
Van speciale beloften onthield de heer Mackay
zich zijnerzijds, wat zijn Departement betrof, evenzeer.
mijnheer?"
«Ja. Ik heb hem wel hooren noemen en ik ge
loof dat hij nog Jeeft."
Als dat zoo is, dan geloof ik zeker, dat zq nog
verliefd op hem is en dat hy achter dien juweelen-
roi f steekt!" riap zy opgewonden uit. «Zoudt u
niet kunnen outdekken, waar hij nu ia, terwyl de
heer Mayr.ard nog hier is eu hem dau laten vatten?"
«Ik vrees dat dit niet zal gaan, kindje. Alt Ja
mes Woodfall de man is waarvoor ik hem houd, dan
zal hij nooit levend gepakt worden."
Mijnheer sliep dien nacht in de kleedkamer, die
met de groote logeerkamer, welke mevrouw nu in
gebruik had genomen, verbonden waa. Violet zag
hem uit die deur komen, toen zij naar beneden ging
om te ontbyten. De uren tot etenatyd bracht zij
met inpakken en toebereidselen tot de reis door;
men zou den anderen dag vertrekken. Het kwam
haar vreemd voor, dat zij nog niets anders had ge
hoord van hare moeder, die toch zeker in de grootste
opgewondenheid zou verkeereu over zulk een belang
rijk iets als hier was voorgevallen. Violet had haar
Maandag een langen brief geschreven en dien in de
tasch van den brievenbode gedaan, zonder vrees dat
hij niet terecht zou komen, nu hare vijandin Sarah
ziek waa. Zy verheugde er zich op spoedig weder
bij hare moeder te zullen zijn, en, hoe heerlijk,
Laurence over een paar dagen weer te zien! Maar
er was eene minder scboone zijde aan dit prachtig
Of zyn politieke vrienden! met [zijn verklaringen
betreffende het christelijk karakter van zyn beleid
tevreden zullen zyn, zal nog moeten blqken.
Natuurlijk ontbrak hot van de Ministertafel niet
aan algemeenheden, dat het Christelijk karakter onzer
natie ook in Indië zou gehandhaafd worden, terwyl
de pogingen niet achterwege bleven, om het te doen
voorkomen, alsof de heer Keuobenius zioh aan geen
onbezonnenheden op dit gebied had sohuldig ge
maakt, maar het ia onmogolyk tegen te spreken, dat
als zyn opvolger op het standpunt van 1875 wil
blijven, hij de richting, door den heer Keuohenius
ingeslagen, moet verlaten.
In den loop der zitting is op voorstel des voor
zitters besloten, de eindstemming ovor de pensioen
wetten te doen plaats hebben op Woensdag 18 dezor.
Een Australisch wielrijder koos als kunstvoor
werp, nadat hij eenlwedstryd gewonnen had
een paard. Op zijn kosten werd nu de gebruikelijke
inscriptie, die anders op de voorwerpen gegraveerd
ia, op zeker lichaamsdeel van het beestje gebrand.
Te Londen, waar reeda voor vele jaren een be
weging ontstond tot het in zwang brengen van een
practischer kleeding, heeft kort geleden een arts
een voordracht over het nauwe inrygen gehouden.
Om zijne woorden meer gewicht bij te zetten, toonde
de arts een Onineeseh biggetje, welks rond buikje
in een aardig korsetje waa ingepend. Het schreeuwde
gedurende de gansche Tertooning zeer en zijn jam
merlijk gokreun waa de beste commentaar voor de
bewering van den arts. Deze beweerde niet zeer
galant dat het diertje minder goed opgevoed en
daardoor rumoeriger waa dan de dames, waarvan
velen onder den druk van het korset zouden weenen
en kreunen als het biggetje, zoo het goed fatsoen
dit slechts toeliet. Hij zeide verder, dat hij het
diertje eiken dag zou inrygen en het 's nachts
slechts in vrijheid zou laten, om te kunnen opmerken,
welke veranderingen het zou ondergaan en hoe lang
bet de marteling, waaraan zich alle dames onder
werpen, zou kunnen verduren.
De «Vereeniging voor Dierenbescherming" heeft
zich de zaak nu echter' aangetrokkén ert wil den
doder gerechtelijk vervolgen, opdat hy bet diertje
niet doodmartele. De Ëngelache couranten houden
verscheidene protesten ;n van heerenen dames (waar
onder waarschijnlijk stijfgeregene,) om het diertje
niet langer te kwellen. Allen die by de voordracht
waren, zeggen, dat men zich niet voorstellen ken,
hoe erbarmelijk bet biggele schreeuwde. Het wae
nu slechte op Engelscbe wijze ingespeld, hoe zou
bet arme beeet geschreeuwd hebben, alt het volgent
de Kranaabu nsode wae ingeregen!
Ken Araerikaaneche courant, die onlangs met groote
vereering sprak van de nagedachtenis van een hoogst
eerbiedwaardig man, die ven nieta waa opgekomen
en zeer rijk gestorven was, schreef in haar ijver, dat
hy geboren waa «zonder een oent op zak."
Het rolgende gebeurde niet lang geleden te Adams-
berg, een stadje ia Pennsylvanië. Hendrik van
Schoonhoven, een gegoed wijnhandelaar, had het
ongeluk zyn vrouw te verliezen en zjjne schoon
moeder te behouden, met wie hij nu, willens of
onwillens moest huishouden. Na eenige jaren echter
vooruitzicht verbonden, en te midden harer groote
blijdschap kwam de gedachte daaraan haar gedurig
kwellen. Het waa toch al zeer onhartelijk, die zwakke
mevrouw Rayner alleen op Klzenhof aohter te laten.
Al weigerde zy hardnekkig deze sombere plaata te
verlaten, toch was het Violet duidelijk, dat jniat dit
vochtige, droefgeestige huis voor een groot deel de
schuld droeg van hare zwaarmoedigheid, en haar
dan hier te laten met niemand tot haar gezelschap,
met geene andere huisgenooten dan een ondeugend
kind, dat niet van haar hield, twee meiden, eene
ziekenverpleegster eu eene ziekeViolet had
in de laatste dagen wel gezien, dat mevrouw zenuw
achtiger werd by de minste toespeling op de reis,
en soms hed mevrouw hare oogen op Violet's gelaat
gericht met eene vreemde uitdrukking; zij scheen
haar iets te willen zeggen, en toch weder niet te
kunnen besluiten het te doen. De zonderlinge toe
stand der arme vrouw, die nu wijs, dan onwjjs scheen
te zyn, werd Violet hoe langer hoe meer een raadsel.
De dokter, op wiens oordeel de detective Maynard
wachtte, kwam dien dag paa even vóór het eten;"
zijne uitspraak was, dat hy het niet waarschijnlijk
achtte dat Sarah haar denkvermogen ooit weer zou
terugkrijgen, en volgens hem zou het verlaten der
ziekenkamer «oor haar niets anders zijn dan het ver
huizen naar een gesticht voor krankzinnigen.
Wordt vervolgd.)
bekroop den in den bloei zijner jaren alleenstaanden
man, (le last, om opnieuw te trouwen en aan het
«grootmaohtig bestuur" zynor schoonmoeder een einde
te maken. Zooals te begrijpen is, stuitte hij, toen
hy zijn voornemen bekend maakte, op heftigen tegon-
stand by zyn vrouwtjes moeder en ook zyn drie
kinderen keurden zijn .plan niet goed en dientenge
volge zoo scheen het, liet hij het denkbeeld varen.
Na korteu tijd bracht de wynhandelaar echter een
jongmensch mede, (lie door zyn zachte, haast vrou
welijke schoonheid aller harten won uitgezonderd
dat van de schoonmoeder, dio dadelijk onraad ver
moedde. Zy geloofde in 't geheel niet aan de ver
zekering van haar schoonzoon, die beweerde dat het
de eenige zoon van een sinds kort overleden vriend
te Pittsburg was, dien hij tot aan zijne meerder
jarigheid moest "beschermen, maar vermoedde gansch
andere dingen en legde zioh daarom op de loer.
Na drie maanden gelukte het haar, te kunnen vast
stellen, dat Johannes zoo heette de jongeling
eigenlyk eene Johanna, dus een meisje was en ook
wederom geen meisje, want «Johannes" was reeds
de echtgenoote van den ungstvalligen wynhandelaar,
voor »hy" in huis kwam. De geschiedenis eindigt
helaas niet zoo vroolijk als zy begonnen is. De
onaangenaamheden, welke de booze schoonmoeder
het jonge paar na de ontdekking aandeed, waren
zóó onverdragelijk, dat de ongetwijfeld zeer lafhartige
echtgenoot huis en hof in den steek liet en met
zijn tweede vrouwtje naar het verre weeten toog om
een nieuw leven ie beginnen.
In eene gecombineerde vergadering van de Am-
sterdamsche afdeolingen der Nederlandeche Maat-
schappij ter bevordering van Nijverheid en de Ver
eeniging ter Bevordering van l'abriekt- en Hand
werknijverheiddie Dinsdagavond te Amsterdam
gehouden werd, sprak de heer dr. V. Graelf over
de melkindmlrie. Na eerst de bestanddeelen van de
melk besproken en hunne voedingswaarde aangege
ven te hebben, schetste hij de melklevering in groote
steden, waar de melkinrichtingen steeds grooter
omvang hebben verkregen. De Hollandsche melk
nn wordt overvloedig door ons melkvee gegeven,
maar do voedingswaarde is geringer dan van Ën-
gelsoh, Zwitsersoh of Franscb vee. Het komt ook
daar van daan, dat de melkprijs hier gemiddeld
lager is dan ergens elders, bjjv. 8 a 10 cents de
liter, tegen 20 cents te London, 22 cents te Athena.
Aldus is men vanzelf op de gedachte gekomen om
groote steden, waar de melk hoog in prijs is, van
elders, te voorzien. Maar daarvoor moest men de
melk condenseeren wat meestal door waterver
damping en luchtledig afgesloten gesohiedde en
de wyze waarop dit door Maatschappijen als de Hol-
landia to Vlaardingen of de Anglo-Swm-Milk-Com-
fang in Zwitserland werd gedaan. Dergelyke maat
schappijen kannen allóón echter bloeien, als zjj zich
ook mei de boter- en kaasindustrie bezighouden, om
daarvoor de overhoeveelheid melk te kunnen aan
wenden.
Er ib nog een andere wijze van melkbewaring
nl. zoonis dat door de Maatschappij Nederland te
Ouderamstel geschiedt, welke bacterie-vrije melk
levert. Hierby wees de spr. or op dat het zeer wel
mogelijk was om van hier uit Londen van melk te
voorzien, vooral waar die melk bacterie-vry wordt
bewaard. Eon bezwaar daarvoor zou zyn hot dunne
gehalte onzer melk, maar daar de Londensche melk
zeer duur is, zou het zaak zijn de ouze belangrijk
minder in prys te verkoopen.
Een nieuwe bewsringswys is de melk te laten
bevriezen en nldus nnar de groote steden te ver
zenden. Buitendien levert de Swiu-milk-powder-
Company do melkpoeder op haast dezelfde wijze
bereid als de gecondenseerde melk, nl. door ver
dikking en dit schynt inderdaad wel de meest prac-
tiaohe wijze van melkbewaring. Trouwens hier te
lande heeft men er reeds het oog op gericht en te
Groningen hebben eeuige heeren plan opgevat een
fabriek van melkpoeder op te richten. Noodig is
voor zulk een industrie een gioot kapitaal, maar dan
ook kan zy in ons vaderland even goed als, mis
schien beter dan elders ondernomen werden. Ten
slotte ging de spreker de boter- en kaasbereiding
van vroeger en heden, hier en elders na, zonder op
dat onderwerp een nieuw licht te doen schijnen,
maar vooral wees hy er de Nederlandsche kapitalis-
ton op, dat de boter- en kaasindustrie, die op
groote schaal nog te weinig in Nederland is opgevat,
ongetwijfeld een goede en winstgevende geldbeleg
ging is, mits zy op even ruime schaal gedreven
worde, ais de kunstboterindustrie, die hier te lande
op ruimer achzal dan elders wordt gedreven.
Als de menschen niet meer nnar de kerk gaan,
moet de kerk tot hen komen. Op dezen grondslag
rijn vele nieuwe ondernemingen ontstaan, waarvan
men in vroeger tijd niet droomde. Zeer eigenaardig,
«egt het Duitsche blad Volkewohl, is de binnenplaats
zending in de voorsteden van Kopenhagen, welke
door twee, niet-geestelijke, personen gedreven wordt.
Zy begint des avonds tusschen 5 en 6 uur, nadat
de kantooruren zijn afgeloopen. Door strooibiljetten
wordt bekend gemaakt dat eene bijeenkomst zal wor
den gehouden. Weldra scharen zich kinderen van
eiken leeftijd om de beide welbekende mannen en
rondom worden vensters geopend. Nadat een lied
gezongen is, volgt een toespraak tot de kinderen en
dan weder een lied. Vervolgens gaan do zendelin
gen, omgeven door eene voortdurend aangroeiende
menigte, ondanks de spotternij en de pogingen om
hen tegen te houdeu, naar een binnenplaats. Zoo
worden dagelijks, tot omstreeks 8 uur, 6 ol 7 bin
nenplaatsen bezocht. De laatste vergaderingen wor
den steeds talrijker en door vele arbeiders bijgewoond
die van hun werk terugkeeren.
Doch daarmede is het werk niet afgeloopen. Na
2 of 3 uren dus onvermoeid gepreekt te hebben,
zetten de beide mannen tot diep in den nacht huu
taak voort. Om 10 uur begint de middernachtzen
ding in de Goose Gade, waar te midden van holen
der onzedelijkheid een zendingshuisje staat, waar
met groote witte letters «Gy zult niet echtbreken!"
en «Jezus neemt de zondaars nan I" geschreven staat.
Het is voor. mannen bestemd. In elke bijeenkomst
wordt gezongen, gebeden en de Bijbel uitgelegd.
De oefening duurt Diet langer dan een kwartier,
zoodat ongeveer vier- of vijfmaal per nacht nieuwe
toehoorders in de zaal knnnen worden toegelaten.
Aan de voordrachten nemen afwisselend 30 predi
kanten, rechtsgeleerden, hoogleeraren, studenten, koop
lieden deel. Velen zyn op die wyze reeds van een
leven van schnld gered.
Het werk staat onder leiding van de stadszen-
ding, waarvan pastoer Harald Stein voorzitter is.
Do beide zendelingen ontvangen Elechts een kleine
toelage.
Indien het plan niet wordt gewgzigd, en daarvan
is tot dusver nog niets bekend, zal Zaterdag a. s. te
Berlgn de internationale arbeidsconferentie worden
goopend. Alle regeeringen, behalve Nederland, hebben
reeds gemachtigden aangewezen, doorgaaus ook des
kundigen, hetzij grooto werkgevers of ingenieurs. Zoo
deden Frankrijk, Engeland, België, Oostenrijk, Hon
garije, Zweden, Denemarken en Luxemburg. Alleen
de Nederlandsche regeering heeft nog niets van zich
doen hooren. .vj?
Keizer Wilhelm, is voornemens de conferentie Wve
te openeh. Of' de keizer oveHhU in den Staatsraad
alle vergaderingen zal blijven leiden, is nog niet zeker.
De zittingen der conferentie zullen, evenals die van
den Staatsraad, gehouden worlen in het paleis des
konings.
Steeds hoort men mets vaneen regeling van het
geschil tusschen Portugal en Engeland Dat de ver
houding tusschen deze Mogendheden echter nog alles
behalve gunstig is, blijkt uit hetgeen de Times zegt
over het andere bekende geschil, dat over den De-
lagoa-spoorvveg. Genoemd blad laat zioh uit Lissabon
schrijven, dat de Portugeesche minister van buiten-
landsche zakon tijdens de conferentiën roet den ver
tegenwoordiger van de Delagoa-baai spooryvegmpg.
niet erkent en aan de regeeringen van Engeland en
van do Vereenigde Staten het recht ontzegt zich in
de quaestie te mengen. De vertegenwoordiger der
Engelscbe maatschappij weigerde zich met deze
meening te vereenigen en van de andere zijde wilde
ook de Portugeesche minister niet mededeelen welke
voorwaarde zijn regeering zou inwilligen, indien de
zaak naar haar wensch geregeld werd. In elk geval
weigert de regeering eenig eigendom terug te geven.
Volgens den correspondent van de Times blijft,
indien dit Portugal's laatste besluit is, de Engelsehe
en de Amerikaansche regeering niets over dan Por
tugal te dwingen, recht te doen door de Engelsehe
en Amerikaansche onderdanen ruimschoots schadeloos
te stellen.
Op even zonderlinge wijze als zij ontstaan was, is
ook weder de ministerieele crisis in Italië, volgens
bericht aan een Parijsch dagblad, geëindigd. Driftige
menschen moet men niet aansprakelijk stellen voor hun
woorden. Dit ziet men weder aan den Italiaanschen
minister-president. In de zitiing der kamer werd
gisteren door den heer Di Rundini, die hot voorzit
terschap bekleedde, voorlezing gedaan van een schrg-
ven van den heer Biancheri, waarin deze verklaarde
zijn ontslag te nemen als voorzitter der kamer.
Crispi verzocht daarop de kamer het ontslag van
haar president niet aan te nemen, waartoe op uit-
noodiging van den eersten minister met algemeene
stemmon besloten werd. Alzoo is de heer Crispi we
der ten vollo bereid gevonden samen te werken met
deze kamer en haar voorzitter, in strijd met zijn
verzekering van Zaterdag. Aan do eer van den hoer
Biancheri is voorzeker op schitterende wijze voldoe
ning geschonken, doch of de minister-president door
zijn gedrag in deze zijn prestige binnen en bu:ten
het parlement heeft verhoogd is een tweede vraag
De verdere zittingen der kamer zuilen hierop he|
antwoord geven.
Het Engelsehe Lagerhuis is eindelijk gereed geko
men met de behandeling van het rapport der Parnell-
commi8sie. De uitslag was natuurlijk, dat het anlln-
dement van den heer Gladstone verworpen en het
voorstel der regeering om het rapport der rechters
in het archief op te nemen aangenomen werd. Tegen
het amendement-Gladstone stemden 283 conserva
tieven en 50 liberale unionisten. Lord Randolph
Churchill en een viertal andere leden bleven buiten
stemming. De meerderheid, die tegen stemde, bestond
uit 193 liberale en 75 nationalisten.
Tot het laatste was de discussie soms vrij heftig.
De nationalist Sexton beweerde dat Lord S&lisbuiy
in briefwisseling heeft gestaan met Pigott, den ver-
valscher der brieven in de Times en dus medeplichtig
was aan het bedrog Natuurlijk protesteerde de mi
nister Balfour onmiddellijk tegen deze beschuldiging.
Dat lord Salisbury met Pigott in briefwisseling is
geweest, is waar, maar deze correspondentie bepaalde
zich tot het verzoek van Pigott om eon onderhoud
en een weigering van lord Salisbury om dit toe te
staan.
Ofschoon de beslissing nu is gevallen, schijnen de
Ieren het nog niet er bij te wille» laten. Ten min
ste de heer Parnell is voornemens een voorstel in te
dienen tot het benoemen van een afzonderlijke com
missie, tot het instellen van een onderzoek naar den
oorsprong der valsche brieven.
De opkomst der afgevaardigden in de Fransche
Kamer was eergisteren buitengewoon groot, omdat
de leden der begrootingseommissie moesten worden
gekozen. Tot de gekozen leden behooren o. a. bis
schop Freppel, Jules Roche, Casimir Périer, Francis
Charmes, Clémenceau, Pelletan en Reinach. De moer-
derheid der commissie, en dit is de hoofdzaak, is
voor het leenidfcsplan van de heer Rouvier, hoewel
zg wel eenige wijziging in de begrooting noodig
achten. De heer Roche is t#t voorzitter worden
gekozen en zeide bij de aanvaarding van het voor
zitterschap der budgetcommissie, dat de tegenwoor
dige omstandigheden moeilijkheden opleveren, doch
dat de commissie, om aan de wenschen van het
land te voldoen en eene goede financieele politiek
aan te nemen, slechts de voorstellen van den
minister van financiën heeft te volgen.
Zitting van 12 Maart 1890.
De volgende personen zijn veroordeeld
Zonder vergunning vau den Burgemeester op de
openbare straat uitoefenen van het beroep van hard-
looper en ophalen van geld langs de huizen.
J. D., te Amsterdam, veroordeeld tot 1 of 1 dag
hechtenis.
Afwezigheid van een dienstplichtige bij de brand
weer.
A. B., te Nieuwerkerk a/d IJssel, tot 0.50 of l
dag hechtenis.
Uitkloppen van een vloerkleed op de openbare
straat op verboden tijd.
C. van H., te Gouda, tot f 0.50 of 1 dag hechtenis.
Jachtovertreding.
L. 8., te Reeuwijk, tot 1 of 1 dag hechtenis.
Openbare dronkenschap.
B. J. 5., te Gouda, tot f 3 of 3 dagen hechtenis;
H. V., te Nieuwerkerk a/d IJssel, tot 0.50 of
1 dag hechtenis;
H. U., te Nieuwerkerk a/d IJssel en P. S. te Gouda,
ieder tot 1 of 2 dagen hechtenis.
Allen zgn tevens veroordeeld in de kosten ver
haalbaar bij lijfsdwang van een dag.
De BURGEMEESTER van Gouda
Brengt ter algemeene kennis dat aanstaanden Zon
dag den 16 Maart 1899, des namiddags 12 uur, op
het Raadhuis niet alleen voor minvermogenden
maar voor ieder die rich daartoe aanmeldt, gelegenheid
zal bestaan om zich geheel koeteloo» rechtstreeks
van het kalf te doen inenten of herinten.
Gouda, den 11 Maart 1890.
De Burgemeester voornoemd,
H. W. G. KONING,
1. B.
van de Makelaars
De markt «vas heden vast.
Loeo Tankfust 8.25. Geïmporteerd fust 8.35.
April-, Mei-, Juni-levering 8.15. September-,
October-, November- eo December-levering 8.40,