ES.
Pz.,
N° 4174.
1S90.
BINNENLAND.
huis
luizen.
IETS GEHEIMZINNIGS.
Donderdag 20 Maart.
Nieuirs-
en
3en73*,
i
FEUILLETON.
L.F.Hz.,
mda.
chappen,
Slijpstee-
chtwerk,
n Pek.
ften.
railleerde
:appen.
kstelhn.
at
ICTUUR
deur terug,
wascht niet
er flacon.
Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
stuk
sten en
ng.
F:
De inzending van advertentièn kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave.
Zn.
Li
o o p s t e
HST
B
Vaagbrug.
'oef geleverd.
van het ver-
Faassen
jan Zoon.
de Scheep-
1977, aan
De nitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prjjs per drie maanden ia 1.25, franco
per post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
Do heer P. Heering, uit 's-Gravenhage, hield in
de gisterenavond gehouden vergadering van het Dep.
Bovendien worden alle Advertentien gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
't welk des Maandags verschym.
60)
Thans
doordien
der Zelf-
i uitspat-
(tZ»Z het Engelech.)
goudsche courant.
ndoren.
raliteiten.
Op de aanbeveling ter vervulling der vacature aan
de middelbare echool voor meisjes te Dordrecht komen
voor (alphabetiscb) de dames Hoogt en Schim van
der Loeff.
ADVERTENTIEN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centen iedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
.fb. Prjjs
rerschrik-
□gd Ijjdt,
ïring, die
n van een
het Ver-
arkt 34,
t bedrag,
m boek-
In de vergadering van de classis Gouda der Ned.
Geref. kerken (doleerende), zal o. a. het volgende punt
behandeld worden, dat door de kerk van Naaldwjjk
is toegezonden: Hoe moet gehandeld worden met
ouders, lidmaten der gemeente, die na herbaalde
vermaning nochtans in gebreke blijven hunne kin
deren naar de christelijke school te zenden?
GOUDA, 19 Maart 1890.
Door het kiescollege der Ned. Hervormde Ge
meente te Rotterdam is g:steren avond in de vaca-
ture-Scheuer (nog voortdurende door het bedanken
van dr. M. F. van Lennep), de keuze uitgebracht
op dr. J.’H. Gunning JHzn., te Gouda.
De bij de Ned. Herv. Gemeente alhier beroept n
predikant, Ds. Wartena zal Zondag 4 Mei e. k. als
zoodanig bevestigd worden door Ds. B. J. Swaan,
pred. te Haarlem.
Ds. H. P. Schim van der Loeff sprak Zondag bij
de inwijding van het nieuwe kerkje van do Afd.
Waddinxveen van den Ned. Protestantenbond niet
naar aanleiding van den in ons vorig nr. genoemden
tekst, maar deze was: II Tim. 1 vs. 14a.
je zozenuwachtig maken. Ik moest liever dadeljjk
den dokter gaan halen.”
«Neen, neen, het is maar een schram, je kunt van
avond niet meer uitgaan, je begrjjpt dat toch ook
wel; het zou niet veilig wezen. Je verband is vol
doende tot de dokter morgen als gewoonlijk zijn be
zoek bij Sarah komt maken. Zoo, vertel mij nu kort
en goed alles van den diefstal.” Opeens sprong zij
van de canapé overeind. «Waarom was Gordon hier
in zjjne plaats? O, Laurence, alles dwarrelt in mijn
hoofd door elkander, ik begrijp er niets meer van.
Ik ben geheel verbijsterd. Hoe is het toch?”
zzIk zal je alles van den diefstal vertellen, dan
zult ge vanzelf begrijpen hoe de zaken staan,” zeide
Laurence, op hartelijken toon. «Ik vond de politie
agenten in het park en verdeelde de mannen zoo,
dat zij tusschen de heesters stonden, terwijl ik, met
dien man daarginds en nog één, zoo dicht mogelijk
bij de achterdeur van het huis mijns vaders bleef.
Hier bleven wij staan wachten, tot omstreeks half
acht een man uit den mist kwam opdagen; hij klopte
aan de achterdeur. Béne der meiden deed open,
zooals later bleek volgens afspraak, want zij ver
wachtte hem, hoewel ik niet geloof dat de arme
meid wist waarvoor zij hoofdzakelijk kwam; want
die man was Tom Parkes. Zij gingen >samen naar
binnen, Tom het laatst en hij liet de dêur op eene
kier staan. Een paar minuten later verscheen een
ander man en gleed zoo behendig, zóó snel en stil
de deur in, dat wij, in do duisternis er niet eens
hebben zag zij eindelijk het verkeerde van haar
levenswijze in en zocht in zzhet werken voor anderen”
haar troost, en niet te vergeefs!
Ziedaar in enkele woorden de loop
haal, dat een waar „kunst-juweeltje” mag genoemd
worden. Gelyk mot do vorige novellen van don beer
Heering het geval was, zal zeker ook deze weldra
in zzde Gids” verschijnen en wij kunnen ieder aan
raden doze dan niet ongelezen te laten. De Voor
zitter van het Dep., Dr. D. Terpstra, was zeker de
tolk van alle aanwezigen toen hij den heer Heering
hartelijk dank betuigde voor hetgeen hij ons had
doen hooren.
De heer en mevrouw Rosier Faassen herdachten
gisterm avond hun 40-jarige tooneelloopbaan in don
Grooten Schouw burg to Rotterdam. Faassen, de gevierde
acteur en auteur, trad in de^Haag op 17-jarigen leeftijd
in Klaveren Vrouw voor het eerst op, en verbond
zich later als Frausch acteur aan het «Théfttre
Vaudeville Francais" te Amsterdam, van welk gezel
schap hij in April 1853 het directeurschap aan
vaardde. In Mei 1854 werd hij bij den heer A.
van Lier geëngageerd. Daar bleef hij 7 jaren, ging
toen naar den heer Valois in den Haag en bleef
aldaar van 1861 tot 1876 In 1875 vierde hij zijn
zilveren jubilé in den Haag en ontving daar vele
blijken van sympathie. In den Haag leerde hij
zijno tegenwoordige vrouw kennen. In 1876 ging
hij met haar over naar Le Gras, Van Ziïylen en
Haspels, en toen dit gezelschap door Het Neder-
landech Tooneel werd overgenomen, maakte ook
Faassen er deel van uit, om ziét later aan te
sluiten bij de Vereenigde Rotterdamsche Tooneelisten.
Van de 40 jaren is dus Faassen 14 jaren te Rot
terdam geweest. Faassen en zijn vrouw zijn nage
noeg even oud, 56 jaren. Als auteur heeft de jubi
laris zich bekend gemaakt, o. a. door Anne Mie,
merkte zij, in den arm gewond te zijn,
het bloed uit haar mouw druppelde; de
wond deed haar weinig pyn, misschien was zij daar
voor te opgewonden en te veel vervuld met Laurence's
wanhopige droefheid. De gedachte aan de jacht op
Gordon, die toch wel te. vergeefs zou zijn, deel te
nemen kwam niet in hem op. Hij legde Violet op
de canapé, en verbond haar.
«Vertel mij toch wat dat alles beteekent, Laurence.
Ik ben niet erg bezeerd, werkelijk niet, maar ik moet
er alles van weten. Zijn de dieven gepakt? Wie
waren het? Hebben zij James Woodfall gevangen
genomen?” fluisterde zjj, want de man die met Lau
rence was gekomen had ook geen deel genomen aan
de vervolging; hy stond op de wacht, half in, half
buiten de glazen deur.
«Tom parkes is gevat en Jarnos Woodfall zal ont
snappen, vreos ik,” zeide Laurence.
«Dan is hij er toch bij geweest!” riep Violet
angstig. «Vertel mij alles!”
«Zou het niet beter zijn tot morgen te wachten?
Ik ben bang dat je arm erger zal worden als wij
«Gouda” der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen
eer.e voordracht. Hij gaf ons «eene Overijselsche
vertelling”, die uitmuntte door kourigen vorm en
boeienden inhoud. Het was de aandoenlijke ge
schiedenis van een arme naaister, met wie een
aanzienlijke boerenzoon verkeering aanknoopte, doch
wiens ouders zich hardnekkig verzetten tegen een
huwelyk. Hoewel de zoon volhield haar en geen
andere to zullen trouwen g®f het trotsche boeren
echtpaar niet toe, dan nadat het huwelijk eene
noodzakelijkheid was geworden, doch voordat dit
kon tot stand komen stierf de zoon Zij, die weldra
zijn vrouw zou geworden aijn, bracht kort daarop
een knaapje ter wereld en het was die moeder met
haar kind, welke spr. ons voor oogeu stelde. Hij
schilderde ons in heerlijke kleuren de moederweelde
en de moedersmart, die in dat eenvoudig huisje op
dat Ovoryselsche dorp heeteohte en wist onze innige
belangstelling te winnen vopr die ongelukkige vrouw,
toen zij tot de overtuiging kwam hoe hard zzde
wereld” zou oordeelen over.* haar kind, die volgens
de wet geen vader had. Tot overmaat van ramp
was haar zoon geen oppassende jongen, maar be
zocht meer de herberg, dan met het geringe inkomen,
waarvan moest geleefd worden, overeen te brengen
was. Telkens had hij geldgebrek en een ernstig
onderhoud tusschen moeder en zoon volgde. Hij
beloofde beterschap, maar het ging niet beter
veeleer ergert Ten laatste maakte hij zich schuldig
aan een kleine oplichterij, die weldra uitkwam en
toen hij den veldwachter zag naderen ontvluchtte
hij en stortte zich in wanhoop te water. Zijn lijk
werd den volgenden ochtend opgevischt.
De diepe smart van de arme moeder laat zich
denken. In troostelooze eenzaamheid zat zij voortaan
in haar huisje, niets meer willende weten van de
wereld om zich heen, kinderen en volwassenen af-
stootende, voor wie zij eertijds een vraagbaak en
eene hulp was geweest. Na jaren zoo geleefd te
geheel zeker van waren dat er nog iemand in huis
was gegaan. Spoedig daarna kwamen Tom en het
meisje weer buiten. Hij zeide haar goeden nacht,
Zonder het door haar misschien gehoopte talmen,
liep een paar schreden ver, tot zij de deur weer
had gesloten, en ging toen terug, zeer voorzichtig
langs den muur vau hot huis sluipende tot hij onder
het raam van de kamer was gekomen, waarin de
brandkast staat. Vier of vijf agenten waren vlak in
de buurt van dat raam opgesteld; hun chef, die by
mij was, sloop, onder bedekking van den dichten
mist, ongezien ook daarheen. Ik volgde hem met
den anderen agent Na een paar minuten hoorden
wij een zacht fluiten naar onze gissing kwam het
van het raam boven ons. Tom beantwoordde dit op
dezelfde wijze en oen oogenblik later daagde een
derde persoon op, die zich bij Tom voegde. Ik stond
zóó dichtbij dat ik duidelijk een pakje aan een touw
uit het raam kon zien neerlaten. Tom stelde het
den laatst aangekomene ter hand en wij lieten hem
rustig daarmede vertrekken gevolgd natuurlijk
door twee agenten in afwachting der dingen die
de twee andere dieven zouden uitvoeren. Een tweede
pakje werd afgelaten en dit droeg Tom zelf weg.”
«Thans aldus vervolgde Laurence zijn verhaal
thans bleven wij in de grootste spanning afwachten
wat de man zou doen die in huis was. Het raam
van de kamer, waarin de brandkast staat, is om
streeks twintig voet van den grond, maar de man
waagde den sprong uit het raam en kwam op zijne