Kuitenlandsch Ovterzieht y INGEZONDEN. Tan IS Maart jl. aan adressanten heeft vernomen dat, naar hot hem voorkomt, eene dergelgke be risping onmogelijk zonder grondige rede nen door Uwe Excellentie aan door Z. M. den Koning benoemde officieren kan zijn toegediend dat echter die grondige redenen voor het publiek nog geheel verborgen zyt; dat dientengevolge het meergenoemde antwoord van Ijjve Excellentie onwillekeurig eén minder aan- genanfti indruk bij eiken schutterij-officier moet hebben teweeg gebracht; en dat hij daarom, zoowel voor zich als in het belang der onder zyn bevel staande officiejren, vermeent om openbaarmaking daarvan te mogen verzoeken redenen, waarom hy zich tot Uwe Excellentie wendt met het eerbiedig verzoek, hem al datgene te willen meedeelen, wat strekken kan om de bil lijkheid van het door Uwe Excellentie, naar men zegt zoo scherp, uitgesprokeu afkeurend oordeel over 15 Kotterdamsche schutterij-officieren duidelijk te doen uitkomen. 't Welk doende enz., A. K. VAN Dsk Gakdin. Gonda, 26 Maart 1890. De gemeenteraad van Oudewater heeft tegen 1 Mei e. k. eervol ontslag verleend aan den heer G. Spit zen als onderwijzer aan de openbare school. Tegen het vervullen vau diens plaats maakte het raadslid M. C. van Wijngaarden bezwaar: zonder een 5en onderwijzer kon men het volgens de tegenwoordige wet, meende hij, best stellen. De meerderheid van den Raad was echter van eene andere meening: met 4 tegen 3 stemmen werd overeenkomstig een voor stel van den heer A. C. van Aelst besloten tot eene nieuwe oproeping over te gaan en daarpij bet bezit van eene acte voor een of meer talen verplichtend te stellen. i Een in den Haag garnizoenhoudend officier is zonder toestemming des Konings in Engeland ge huwd met een der meest bekende Nedeijlandsche ac trices nl. mevr.' Frenkel Bouwmeester. iTe 's llage is een onderzoek naar deze zaak ingesteld. Statea-generaal. Tweede Eah^r. Zitting van Donderdag 27 Maart. De stemming, die plaats had, was te voorzien. Art. 1 der belastingvoorstellen van de hoeren Bor- gesius c. 8. werd verworpen tengevolge van eene zuivere partijstemming, recht tegen links (4i tegen 43.) De heer Domela Nieuwenhuijs stemde met de liberalen. Enkele leden der rechterzijde vonden nog noodig te betoogen, dan zij tegen zouden stemmen, omdat er van de ontwerpen niets te maken Was. Daar mede achtten zij, die vóór eene belasting van het roerend vermogen zijn, hun houding verklaard. Eeu feit is, dat de geheele rechterzijde zich nederlegt bij de plannen der regeering. De heer Vermeulen droeg zorg nadrukkelijk te doen uitkomen, dat er aan die zijde ook andere denkbeelden heerscheiji dan van Dr. Schaepman. Deze afgevaardigde kwaffi te rechter tijd in het debat om een «misverstand" uit den weg te ruimen en den beer Schaepmanj de illusie te benemen, als waren de teugels der rechterzijde hem onbetwistbaar toevertrouwd. Dat misverstand, waardoor de Regeering hem toescheen eenigermate hare omhelzing, legde haar zabhtjes in de armen harer moeder, en verliet met langzamec tred, en gebogen hoofd de woning. Doch Grietje ging niet meer naar boer Hessels. Den volgenden morgen had zij eene hevige koorts. «Kou gevat," zei de dokter, en de moeder sprak het niet tegen. Een paar maal schudde hij beden kelijk het hoofd, doch jeugd en gezondheid zege vierden; zij herstelde, doch zeer langzaam. Hare moeder vroeg den dokter, of 't niet goed zou zijn om een dieust voor haar te zoeken in Gelderland; zij had er eene zuster wonen, die zou haar wel voorthelpen. De dienst bij Hessels waè wel wat zwaar, zij kon er niet tegen; de kou en de voch tigheid met het melken, hadden haar zeker die ziekte op den hals gehaald. En zoo gebeurde het ook. Zes weken na het gesprek met Geert vertrok zij. Wat hij geileden had in die dagen, is niet te beschrijven, doèh bij zag haar niet weder. Daags voor haar vertrek nara hij schriftelijk afscheid van haar; hij verzócht haar, zijner steeds in vriendschap te gedenkein. Later hoopte hij nog eens te hooren, dat zij etjne geluk kige vrouw en moeder was; want, als zij iemand gelukkig kon maken, was ook dat een plicht, waar aan zij zich -niet onttrekken mocht. Hii dankte haar voor hare liefde, die hem steeds ten troost en ten zegen zou zijn, en bad, dat de Heer 't haér vergel den mocht. Intusschen was het Allerheiligen geworden. Klaas in verwarring te zijn gebracht, bestond hierin, dat de meening had void gewonnen, als ware er over eenstemming bij rechts en links om het roerend vermogen, op welke wyze dan ook, te treffen. De heer Vermeulen wilde er niet van weten en kon verzekeren duizenden in den lande, volen in de Kamer, op zyn hand te hebben. In zyn door en door conservatieve rede maande hg de Regeering aan liever naar het bohoedzamo advies van den heer Schimmelpenninck dau naar het vurige advies vau den heer Schaepman te luisteren. En de Minister greep gretig die hand aan. De verdenking afwerende, dat hg zich ook maar eenigszins had laten dringen, verklaarde hg altgd erkend te hebben, dat het roerend vermogen althans een kleiu privilegie go- noot, maar do zaak was van zoo weinig belang, dat hij zich vooreerst het hoofd niet behoefde te breken met de vraag hoe en wanneer ^daaraan een eind te maken. De belangrijke redevoeringen van de heeren Cremer, Zijlker eu Borgesius zullen in de toekomst zeker hun invloed doen gevoelen, maar konden in het parti-pris der regeeringspartij geen wijziging brengen. En wat hebben wy nu van de regeering te wach ten? Alleen de regeling der gemeente-fiuanoiën, door de crisis, vernamen wg, vertraagd, schgnt welhaast te zullen komen. Hervorming van perso neel en vermindering van zoutaccyns blijven in 't verschiet, en nadere regeling der grondbelasting zal zich ook nog wel laten wachten, nu de heer Van der Kaay den Minister nog eens duidelijk beeft ge maakt, dat in zijn eigen stelsel d(io regeling onmoge lijk zal wezen zonder een soort van effectenbelasting daarnaast. Heden zullen de werkzaamheden teu einde loopen. Het blijkt, dat de behandeling der begrooting van Koloniën tot na het Paaschreces wordt uitgesteld. De heer U. Thoe Schwartzenberg en Hohenlans- berg, voormalig penningmeester van de Blinden-in- richting ta Utrecht, heeft een brochure geschreven, ter rechtvaardiging van het door hem gevoordo be heer eu ter wederlegging van de daartegen, in der lijd ingebrachte beschuldiging. Deze brochure, reeds in «September 11. geschreven, was aanvankelyk alleen bestemd voor vrienden en bekenden, doch wordt nu, hoewel niet in den handel komende, in ruimer kriug door den schrijver verspreid. in het district Delft moet een lid der Tweede Kamer worden gekozen, ter vervanging vsu den heer Fabius, die tot inspecteur van het lager onder wijs is benoemd en zich niet herkiesbaar stelt. Men zal natuurlijk trachten in het district weder een antirevolutionair te doen verkiezen. Do heer Fabius verkreeg daar op 8 Maart 1888 1403 stem men, tegen 1247 van liberale zijde op mr. J. G. Gleichman uitgebracht. Onder de stemmen voor deu heer Fabius w$en vele van katholieken. Zal ditmaal de katholieke partij weder een antirevolu tionair candidaat steunen? Dit zal, volgens de laatste verklaring van den Z. en N.-Holl. Bond, daarvan afbangen hoe de te stellen candidaat denkt over den persoonlijken dienstplicht. Verklaart hij zich niet daartegen, dan verbeurt hij de katholieke stemmen. De Standaard raadt zijn partijgenootcn aan, niet te ^schipperen in dit geval, en niot te trachten den steun der Katholieken te verkrijgen door dezen was vertrokken, Geert had zyne plaats ingenomen, en alles ging schijnbaar weer op den ouden voet. Doch nu begonnen er vreemde praatjes over Geert te loopen, Klaas had deu veldwachter mee naar de herberg getroond, Ita hem, door een paar borrels aan 't praten weten te Irijgen; de omstanders hadden er iets van opgevangen, en brachten het verder. Ein delijk kwam er een liedjeszanger op het dorp; Klaas beloofde hem een rijksdaalder, als hij er een liedje op maakte. Toen de man weer kwam zong hij 't lied van den Vadermoorder. De knechts en meiden van Hessels brachten hot van 'tdorp mee naar huis; de kleine meisjes, die zooveel van Geert hielden, zongen het met hare on schuldige stemmetjes, ofschoon zij de woorden maar half begrepen. Toen Geert merkte, wat er gaande was, werd hij wanhopig; hij snelde 't huis uit, naar den watermo len, en tuurde lang in 't bruiscbende water; doch zijn beter gevoel kreeg de overhand; hij moest lij den, zoo lang God het wilde. Naar de boerderij terugkeeren echter kon hij niet. Zoo zwierf hij rond, steeds zocht hij werk; soms bleef hij een dag of acht op dezelfde plaats, doch de vrees van ontdekt te worden, dreef hem spoedig voort, en dan verdween hij weer. Eindelijk, in Januari, toen de sneeuw vry hoog lag, kon hij niet meer. Uitgeput zonk hij, niet ver van oene groote stad neder. Zoo werd hij gevonde^, geheel bewusteloos, en naar 't gasthuis gebracht. enkel den eisoh te doen stellen, dat het kazerne- leven wordt verbeterd. Dat zou een nitvluoht wezen «beneden de waardigheid vau hot politieke leven." De verkiezing in Delft kan dus zeer be langrijk. zyn. Het eerste kievitsei is dit jaar gevonden door K. Postma, te Hennaard (Er.); hij kreeg er 18 voor. Het nieuwe stelsel van vraohtpryzen, dat verleden jaar op de Hongaarscho staatsspoorwegen werd inge voerd, zal, golyk gomeld werd, met 1 Juni ook in Oostenryk met een kleine wyziging in werking treden. Het tarief berust op een algomeenen vrachtprijs van 1 kr. per KM. voor de 3e klasse, 2e kt. voor de 2e klasse on 3e kr. voor de le klasse in gewone treinen. In sneltreinen zal de prys 50 pCt hooger zijn. De sectiën, waarin het land verdeeld is, hebben buiten een kriug van 101 KM. straal ron dom Weenen, eene lengte van 50 KM. Ook voor een gedeeltelijk afgelegde sectie moet de goheele vrachtprijs worden betaald, zoodat byv. een reiziger 3e klasse, die van Weenen naar het 314 KM. verder gelegen Salzburg reist, niet 3 fl. 14 kr. maar 3 fl. 50 kr. betaalt. In Hongaryo zullen retourbiljetten, seizoenkaarten en rondreisboekjes worden afgeschaft. Ook wordt geen vrydoin voor bagage meer verleend. Voor' alle koffers, die niet in de coupes kunnen, moet 0.2 kr. per 10 KG. gewicht en per 10 KG. afstand worden betaald. De hoogere vervoerprys voor koffers zal in vel© gevallen het voordeel uer goedkoopere vrachtprijzen wegnemeu, maar over het algemeen zal dit nieuwe tarief, dat voorshands alleen voor reizigors en hunne bagage geldt, maar waarschijnlijk ook tot het goederenvervoer zal worden uitgestrekt, de reis kosten van het publiek belangrijk verminderen. Bij de Nederlandsche Bell-Telephoonmaatschappij schgnt, volgens de Stoompont, het voornemen te be staan, om niet goedkeuring van de regeering telephoon- nettou in te richten te Baarn en te Hilversum, en intercommunale telephoonverbiudingen tot stend te brengen tusschen Amsterdam, Hilversum, Utrecht en Arnhem, zoodat de vijf laatstgenoemde plaatsen ook iu telephonische gemeonachap zullen kunnen worden gebracht met de reeds voor dun openbaren dienst geopende telepboon-verbindingen Amatenlam—Zaan damHaarlem's-HageRotterdamDordrecht. Ook de voltooiing van eone intercommunale telephoonlyu tusschen Rotterdam eu Schiedam, zoo mede tusscben Haarlem en Zandvoort, kan spoedig worden tegemoet gezien. Tot de verholen, die de Duitsche bladen betref fende prins Bismarcks aftreden vertollen, behoorde, gelyk men weet, ook bet bericht dat (te voormalige rijkskanselier de brillanteu zijner ridderorden door een juwelier had doeu schatteu oin ze te verkoopen. Het Berl. Tageblatt deelt te dozen aanzien mede, dat prins Bismarck wel de ridderteekenen heeft laten schatten, doch alleen met het doel, de waarde te kennen vóór hij ze bij de Duitsche rijksbank ter bewaring gaf Bismarck moest dit doen, omdat hy te Friedrichsruho geen plaats bad waar ze volkomen tegen brandgovaar en dieven veilig waren. De waarde van de ordeteekenen die de prins bezit, Wie is die man? vroeg de predikant, die 't gasthuis bezocht. Geert Willemsen heet hij, antwoordde de oppasser, 't schijnt niet veel bizonders te zijn, heeft gezeten, een moord op zijn geweten zou je zoo denken, als je hem hoort ijlen. Hij ligt maar altijd buiton kennis, en zegt nu sedert drie dagen niets meer dan soms heel zacht het woord; Grietje De predikant antwoordde niet, maar wendde zich naar de kribbe, zette zich neder, en greep de hand van den zieke. Grietje, fluisterde deze, Grietje, en drukte de vriemlelyke hand, Grietje. Eens klaps vloog een flauwe glimlach over zijn bleek ge zicht, hg sloeg de oogen op, maar sloot ze droevig weer, toen hij een vreemd gelaat zag. Zal ik Grietje roepen? vroeg de predikant. De kranke schudde van noen, maar, na een oogonhfik sloeg hij weer de oogen op, en zeide nauw hoorbaar. Schrijven. De predikant scheurde een blad uit zijn zakboekje, en Geert zeide: Grietje, de Heer roept mij, ik ga sterven. Ik heb altijd aan jo gedacht, en dank je voor jo liefde, God zegen je Grietje, ik ben niet ongelukkig, want ik weet, dat je roe lief hebt. Ik ben eerlijk en braaf geweest, zeg dat aan je moeder. Nog eens Grietje, God zegen je. Zijne stem werd steeds zwakker, en toen hij 't adres had opgegeven zonk zijn hoofd weer op 't kussen terug, en sloot hij de oogen. Toen de oppasser '8 avonds nog eens naar hem kwam zien, bemerkte hij, dat de laatste strijd gestreden was. bedraagt meer dau 100,000 Mark, daar de meeéte Toretou hem dB hoogste onderscheidingen m hrilUn- ten" toekenden. Prins Bismarck toonde de» juwelier ooit eenige kostbare drinkbokalen, sohilden, enz., die waarschijnlijk ook bij de bank zouden worden ge- Dat prine Bismarok in den loop ran het gesprelt de opmerking ontviel, dat hij de keton van de(j Zwarten Adelaar niet zou dragen, is volgens hel Berl Tageblatt juist. Do kanselier liet daarop volgen ji „In Berlijn zult ge me niet meer zien." Als hij ooi" nog eens gedwongen werd zioh in het openbaar t vertoonen, zou hij een rok dragen, en daarop he Jobanniter of bet IJzeren Kruis. «Ik zal wel nool meer in een uniform kruipen," voegde prine Bismarc(| daar eohertsend bij. Het volgende drama werd Dinsdagmorgen op meubelfabriek „de Botterdamsche Kopermolen» Wenum (gem. Apeldoorn) afgespeeld. Twee der werklieden, P. Bakker en J. Steenbergeijj kregen eene woordenwisseling, die zoo hoog liep, d| zijn tegenstander een geducht pak slaag toedien' Laatstgenoemde liep daarna naar den bdekhouAer di fabriek, wien hij mededeelde, terstond naar d burgemeester te zullen gaan, om B. aan te klagei De boekhouder ried hem echter, dit voornemen nii ten uitvoer te brengen, doch naar huis te ga$n In plaats van aan dezen goeden raad gehoor té geven, snelde 8. ijlings naar boven, meteen scherpen beitel gewapend; liep op B. toe en 'ifpp dezen den beitel tot aan het hecht in het onderlijf, met het noodlottig gevolg, dat B. eenige oóge^blikken later den geest gaf. Onmiddellijk na het geval meldde 8. zich bij de polilie als de moordenaar aan. De vorslagene stond bekend als een oppassend werkman en was eerst kort geleden in het huwelijk getreden, j Het vaatwerk van koningin Victoria, dat in twee brand- en iubraakvrjje kamers wordt bewaard, ver tegenwoordigt een waarde vait 20,000,000 (/240.000.000). Daaronder bevindt zioh het voor ISO personen toereikende gouden pronkservies van George IV, waartoe een ohampagnekoeler behoort, die van binnen van kristallen wanden ia voorzien en zoo groot is dat er twee menschen iu zoudon kunnen baden. Eene menigte serviezen zjjn er uit den tijd van ko ningin Elizabeth, prachtvolle stukken uit Indië, China en Birma. Merkwaardig is ook een koffiekop van Karei XII van Zweden, een karaft uit den tijd van George III, een pauw ter waarde van 40,000, wiens lichaam en staart van maasief goud zjjn, ingelegd met edele steenen, een levensgroote zilveren tijgerkop met kristallen oogen en gouden tong. Dertig dozijn borden uit den tijd van George IV, zijn kort geleden voor 10,000 aangekocht. De wanden van deze kamers zijn behangen met wapens van hooge kunst en gel delijke waarde. Hoeveel arms schoolkinderen zouden voor de waarde van dit gouden en zilveren vaatwerk een warm ver sterkend maal uit houten napjes kunnen krijgen! Omtrent het voorgevallene te Bassorah (Klein- Azië) bestaat volgens de „Haar). Ct.," de volgende lezing: Volgens de Turksohe berichten zouden be dienden van den Nederlandsohen vioo-consul te Bassorah een soldaat van het Turksche garnizoen, op wien zij zich wreken wilden, bitmen het consu- Kn Grietje? Zij vond spoedig een dienst bij een boer te Velp en ofschoon zij menig huwelijksaanzoek kreeg, zeide zij altjjd zoo beslist neen, dat niemand er ooit op terug durfde komen. Toen hare moeder den laatsten brief van Geert ontving, was zjj zelve naar Velp gegaan om dien te brengen. Stille tranen vloeiden langs Grietjes wan gen, toen zij die woorden las, daarop vouwde zij de handen, sloeg de oogen ten hemel, zuchtte -. „Ik dank u, o God," kuste hare moeder en droogde hare tranen. Het was bijna of ze kalmer en opge ruimder werd na dien brief; ze had niets meer te vreezen voor den innig geliefde, zjj wist dat hij rust gevonden had in 't huis des Vaders. Omtrent een jaar later verloor een neef van hare boerin zijne vrouw. De man had zes jonge kinderen en zat op zware lasten. Zoo lang zijne vrouw leefde was alles goed gegaan, doch nu liep alles verkeerd, en de kinderen werden verwaarloosd; hij kwam Grietje vragen om hunne moeder te worden. Zij zeide niet neen, maar vroeg twee dagen beraad. Daarop ging zij naar haar kamertje, nam de brieven van den overledene uit hare kist, en las die twee maal over. Niemand ontging het, dat zij een zwa- ren strijd had te strijden, maar toen de weduwnaar op den bepaalden tijd terug kwam om 't antwoord te halen, reikte zij bem met een traan in 't oog de hand. Vier weken later werd zij zijne vrouw. laatsgebouw gesleept en hem daar afgeranseld hebben; een Turksch officier, die met eenige soldaten toeval lig voorbijkwam, hoorde hem schreeuwen en drong zooals het heet, niet wetende dat dit verblijf van den consul was binnen en bevrijdde hem. Waarschijnlijker is do lezing van den consul, den beer Bolufs, die torens directeur is van de Ned. firma Hotz en Co. aldaar. Volgens dezen hadden Turksche soldaten allang gedurig gebruik gemaakt van de schuiten van den consul, nrieus huis aan de Tiger ligt; van ifaar herhaalde' twisten met de schuitenvoerders van den consul, ftaarbij kreeg laat stelijk een Turksalt 'soldaat een] goed pak slaag. Deze drong later toet een aantal kameraden het huis van dei) consul rjn de straatzijde binnen zij dron gen in diens verrekken door, sloegen zelfs zijn secretaris en ontruimden niet zonder tegenstand het huis, toen de oonsut zelf verscheen. De consul be klaagde )jioh terstond Sbij den gouverneur ,|an Basso rah en bjj onzen gez^tHe ^pasjantinopel',] den heer Van Tajp van Goudrtaun. 'Dit js nu drii maanden geleden jen een genoegdoening is aan den ipnsèl nog riiet'gegevon. Onze Regeering heeft au, qjj) Ver zoek jian den heèr Van Tets, eeu oorlogsk/piseï naqr Bassorah gezond'ën, om' een onderzoek te oischen en te contfoleeren. De Porte' heef) verzoolitu dat de krjiiser de rivielr niet zou opvajfen en sltlpans aan l)et fort Fao blijven, en, den Nedirlaadsqheii' gezant beloofd, een onpartijdig onderzoik te zul$(i'doen plaats hebben. Wat hiérvan kdjpen ,zal, bezien. iat te i Keizer Wilhelm heeft nu den jrijkskanseljir Von Caprivi oak tot minister van buiteulandsche zaken in Pruisen benoemd en vermoedelijk zal de gezaiit van Baden barin Von Marschall, tevens lid vah den bonds raad, gra&f Herbert Bismarok als staatssecretaris voor buiteulandsche zaken opvolgen. Zes jaren be stuurde I graaf Herbert, onder opperste leiding vafi zijn vader, de buitenlandsche staatkunde vau het Duitsche Rijk, maar nu prins Bismarck is heengegaan, wenschte zijn zoon ook uiet langerop zijnpostte blijven. «Ik wensch met mijn vader te staan en te vallen," zeide graaf Herbert tot, den keizer, waarop keizer Wilhelm, die den minister gaarne wilde behouden, eenigszins spijtig antwoordde: «Ik dacht dat ge dit met uvr koning zoudt willen doen." Aldus luidt het verhaal, hetwelk de ronde heeft gedaan iu de Duitsche bladen, en dat, ook indien het niet geheel waar is, toch den toestand goed weergeeft. Nu prins Bismarck heengaat, is het na tuurlijk, dat zijn zoon weinig lust heeft te blijven, vooral daar keizer Wilhelm zelf de hoofdleiding der buitenlandsche politiek in handen zal nemen. Graaf Alvensleben maakte bezwaar om het hem aangoboden ambt te aanvaarden, omdat hij vreest dat zijn lichamelijke krachten niet bestand zullen wezen tegen deze zware taak. Betreffende het onderhoud tusschen den keizer en den gewezen rijkskanselier wordt gemold, dat dit by zonder hartelijk is geweest. De keizer betuigde Bismarck zijn dank voor alles wat hij voor Duitsch- land en het Huis Hohenzollern had gedaan, doch of de kanselier als prins Bismarck of als hertog van Lauenburg het paleis heeft verlaten, is nog niet bekend. Vau verschillende zijden hoort men zeer gunstige berichten over Caprivi. Hy moet niet alleen als militair uitmunten, maar ook over 't geheel een scherp, gezond en vlug oordeel vellen over zaken en personen. Hij heeft een ruimen blik, maakte o. a. ook een studie van de socialo quaestie en heeft in den per soonlijken omgang boven Bismarck veel voor, omdat hij nimmer afstoot maar met behoud van eigen over tuiging zooveel mogelijk het goede in auderer meening erkent. Men weet dat Caprivi uiterlijk veel op Bismarck gelijkt, zoo zelfs dat hij door vreemdelingen meermalen voor Bismarck werd aangezien. Caprivi's gang is echter lichter dan die van Bismarck en zijn houding over 't geheel meer gemakkelijk dan die van zijn voorganger, die altgd denzelfden zwaren soldaten tred heeft. Behalve het korte bericht van het afscheid van Bismarck had de Reichsanzeiger eergisterenavond de brieven, tusschpn den Keizer en den Paus gewisseld over de arbeidsconferentie. De brief van dei Keizer is in het Fransch en wordt in het Fransch gepubli ceerd. Hij is gedateerd 8 Maart en luidt aldus: «très-augu8te Pontife! De edele woorden, waarmede Uwe Heiligheid altijd haar invloed heeft doen geldon ten gunste van de armen en veriatenen der maat schappij, geven mij de hoop, dat de internationalo conferentie, die op mijn uitnoodiging den 15don dezer te Berlyii zal bijeenkomen, de belangstelling Uwer Heiligheid zal verdienen en dat zij den loop der beraadslagingen, die strekken om het lot der werk lieden te verbeteren, met symphatie zal volgen. U t dat oogpnnt acht ik het mijn plicht aan Uwe Heiligheid het program te doen toekomen, dat tot grondslag dient van de werkzaamheden der conferentie» wier wélslagen bijzonder bevorderd zou worden, in dien Uwe Heiligheid haren weld&digen steun wilde verleenen aan het menschlievende werk,^ dat ik ondernomen heb. Ik heb mitsdien den Prins-Bisschop van Breslau, die, gelijk ik weet, doordrongen is van de gevoelens Uwer Heiligheid, uitgenoodigd in hoe danigheid van mijn gemachtigde deel te nemen aan de conferentie. Ik maak van deze gelegenheid gaarne gebruik om Uwer Heiligheid de betuigingen mijner persoonlijke achting en myner toewijding te herhalen.» Leo XIII heeft*" daarop, den 15n, in ieen grooten brief toestemmend geantwoord. Hij hoopt dat de werkzaamheden der conferentie vruchtbaar zyn, en hij stolt uitvoerig in het licht, dat daarvoor de machtige hulp van den godsdienst en de weldadige werkzaamheid der Kerk vereischt worden. In Italië gelooft men aan deu vooravond van een mtnisterieele Crisis te staan. Hoever deze zich echter uitstrekken en of ook Crispi ér onder begrepen 'hieromtrent weet men nog niets. Zeer waar- ijk is dit laatste niet, want hoezeer de tegen- ers van den Italiaanschen minister-president ook in diens aanstaanden val mogen vermeien, \zy niet anders verwachten dan Crispi za| bin- zeer korten tijd in Tisza*s en BismarckJs lot n, zoo ligt voor het oogen blik nog geen entel nd bewijs voor de hand, dat Crispi, den (last van het regeereni modÖe| voörqeraenè is het veldiïpor izgV vijanden op|n te daten. I w In benijdenswaardige pos^ iche premier niet. T it ijolgen elkander o dé scherpste aan va. ett niemand ontziéqdé drift vermeerdert j verbittering van den1 tegenstand, t|r- toenemend hooghartig opi reden tegenóver ertegenwoordiging ook ontej 'rédenheid baart vrienden. Zeer euvel dqiaén de liberalen ;ekering, hem by het debat over de arresta tie van! Costa ontvallen, toen mpn hem verweet dat hij steur» zocht bij de rechtpyzijdo, dat het hem geenszins bekommerde, welke partij hem medewer king verleende, indien hg slechte zyn doel bereikte. Wanneer (le minister-presideiyj niet voor dien tgd Tisza en Bismarck is gevolgd, z^l hij al zyn kracht Behoeven om bij do aaustaande herkiezingen niet het onderspit te delven. Hoewol omtrent het tijdstip der verkiezingen nog niets bepaald is, heerscht onder alle partijen reeds groote bedrijvigheid om den strijd goed gewapend te kunnen voeren. Tusschen de hee ren Nicotera, Tajani en Magliani worden onderhan delingen gevoerd over het in het leven roepen van een groote oppositie-partij, welke de regeering in Zuid-Italië krachtig zal bestrijden. Er bestaat veel kans op het sluiten dezer overeenkomst. De naam van den ex-minister Magliani bezit hierbij eeu groote krachtwant onder zijn beheer herstelden zich de financiën des lands, terwijl sedert zijn af treden het deficit steeds is aangegroeid. En de financieele politiek is een der zwakste punten van Crispi'8 staatkunde y de vo keert andej„ heftige scènes 1» en let is Crispin ,en blootstaat. Landgenooten! Ondergeteekendeu hebben op hun verzoek aan deu Raad van Ministers, door zeven honderd Nederlan ders ondersteund, om, hetzij door een onderzoek de onwaarheid der door den heer W. E. Willifik Ketjen tegen Nederlandsche en Nederlandsch Indische Re- goeringspersonen uitgesproken beschuldigingen van roof,wetschennis, vervaisching en meineed voor ieder een helder in het licht te stellen, dan wel het onrecht den heer Willink Ketjen aangedaan te herstellen, het volgende antwoord ontvangen «Overwegende dat uit een nauwgezet onderzoek aan den Raad is gebleken, dat door den Gouverneur- Generaal van Nederlandsch Indië, bij het verleenen van eervol ontslag met pensioen aan den Kapitein der Infanterie van het Nederlandsch Indische leger W. E. Willink Ketjen, de bestaande wettelijke voor schriften zijn in acht genomon. Geeft aan deadres- Sauteu te kennen, dat er geen termen aanwezig zyn om hun verzoek in te willigen." Do Raad van Ministers oordeelt het derhalve, ook volgens nader mondeling ontvangen antwoord, on- noodig, om openlijk te doen blijken van de onwaar heid van de beschuldigingen des heeren Willink Ketjen en acht zich slechts geroepen om van de beschuldigingen eén enkele onjuist te verklaren. Ondergeteokenden achten het thans plicht, openlijk te verklaren, dat zij, na nauwgezet onderzoek, tot de overtuiging zijn gekomen le. dat het ontslag^ran den heer W. E. Willink Ketjen is geweest in strijd met de wet; (Zie Ko ninklijk Besluit, Indisch Staatsblad 1860 No. 26 en 1880 No. 23.) 2e. dat de heftigheid, die den heer Willink Ketjen is verweten, door de handelingen vau anderen is geprovoceerd

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2