hts. pmg loping P eid JfEj. IS L, BINNENLAND. Dinsdag 1 April. ft’0 4184. 1890. Nieuws- en FEIILLETOX. lagerlj. n 9 tot 12 'en te zien iria G. C. louda. bxe, EB. Looping. SN, reside- mens om op .890. Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 1 f 1 De inzending van advertentlên kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave. 4 leeraren 1 The New-York Herald. werd hij hier dan toch verwacht. ln k Zoon. (Vit het Duitech.) ÉÉRSTE HOOFDSTUK. ;s morgen» i Heer A No. l.van regeering er nog toe DERS, Notaris. >den, voor br. 1 Meter, ad. IN B. 163. A.D VERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centeniedere rege meer 10 Centen. GR00TE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. aldaar op 1B Wibk* Alexander- verkoopen: VEE, epaard, 10 erenwagen, k, Krniwa- mwe Kaas- >bbe, Kaas- is groot 60 arken.- en en Melkge- GOUDSCHE courant. a, van den annonceerd ats hebben 90, roor- bd, op den naar Algiers, naar de i JÜWEE- 2) Hij voelde zich angstig te moede te midden van die weelderige omgeving en durfde bijna geen adem halen. Plotseling kwam de gedachte bij hem op dat zijn binnendringen in dit heiligdom eener dame min of meer heiligschennis was. Hij was te zeer man van de wereld om zich niet bewust te zijn bier niet te hooren. Wellicht dat de zwarte bediende hem er eens had willen laten inloopen. Hij hief reeds zijn hand op om de deur zachtjes te openen, ten einde het vertrek weer te verlaten, toen op datzelfde oogen- blik van achter een Japansch kamerscherm een lief- klinkende vrouwenstem kwam, die zeido: te wachten, mijnheer, .1 En neem zoo lang Het steentje, waarover reeds vroeger is geschre ven, dat door sommigen voor een echten diamant en door anderen voor een gewoon keisteentje wordt gehouden, is nog in het bezit van den grindschip- per Bul te Groningen. Evenwel is Bul nog niet men gevaar niets te krijgen, het militair onderwijs is geneigd het weg te werpen en evenmin om het voor eene kleinigheid van de hand te doen. Ortderschei- dene kenners, onder welke mannen, die jarenlang als diamantslijper gewerkt hebben, verklaren den steen een zuiveren diamant te zijn. Een van hen heeft o. a. geruimen tijd met eene vijl op den steen ge schuurd, doch kon daarop geene verandering bren gen, zoodat hij met den uitroep«Het is waar achtig een echte diamant den steen aan den eigenaar teruggaf. Niettegenstaande bijna alle couranten ver- 1 telden dat de steen „valsch" was, zijn er weder een paar Amsterdamsche hoeren bij den schipper geweest, die hem er 8000 voor boden, dadelijk te betalen. De man meent echter (en zeker niet ten onrechte), dat, als de steen voor ƒ8000 niet te duur is, hij ook een veel grootere som waard is. (zf«s. Cï.) achtiger werd het geval. Waar ter wereld bevond hij zich toch? Hield man hem soms voor een kap per of een kleermaker, wier betrekking de toelating vereischte in een intieme dames-omgeving? In allen geval zou het raadsel nu spoedig worden opgelost. Wie weet op welke vergissing het berustte! Wie weet, hoe spoedig hij, als men hoorde wie hij was, de kamer weer zou verlaten, die hij zoo even betreden was. Hij deed eenige schreden vooruit en wierp, nu eenigszins gewend aan de rondom hem hcerschende duisternis, eenige blikken in het rond. Hij bemerkte dat ^chter het kamerscherm een sopba stond en dat daarop een jonge dame zat in een wit gewaad ge huld. Een nadere beschouwing van de kamer deed zien dat deze niet alleen hoogst smaakvol, maar ook zeer kostbaar gemeubileerd was en tallooze sieraden bevatte,.zoo geheel in staat een vrouwenhart te be koren. Midden in de kamer stond eeu prachtige vleugelpiano, waarop een rijke keuze van de meest uitgelezen muziek-stukken. Mr. William, die een hartstochtelijk musicus was en als dilettant een eerste plaats onder zijne vroegere vrienden innam, kreeg onmiddelijk sympathie voor haar, aan wie dat in strument toebehoorde en meende haar te mogen be groeten als een aanverwante ziel. Dezelfde schoone vrouwenstem van zooeven stoorde hem in zijne be- en- zeide „Wees nu zoo goed, mijnheer en treedt een weinig ,2... Thans ben ik bereid met u te spreken.” Mr. William hooide haar de courant wegwerpen c Bovendien worden' alle Advertentien gratie opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD 't welk des Maandags verschjjnt. Algemeen, hoewel geheel ten onrechte, is de meening verspreid, dat de gewoonte in ons vader land om elkander op den eersten April te foppen of „er in te laten loopen” afkomstig was van den langen neus, dien Alva op dien datum kreeg mot het innemen van Den Briel door de Watergeuzen. Ondertusschen behoort dit gebruik ongetwijfeld ook al tot de vermaken der maand April, die, aan de Noorsche Venus gewjjd, met boert en spel ge opend en gesloten werd. Eeuwen en eeuwen voor het innemen van Den Briel waren bij alle Scandinavische volken op den eersten April dezelfde fopperijen in zwang, als heden ten dage bij ons. Onnoozolo halzen bood schappen te laten doen om iets dat niet bestond, elkander op een feestmaal te verzoeken dat niet gegeven werd, jongens spotbriefjes op den rug te plakken en zoo 'te laten loopen, waren gewone grapjes bij hen op dien dag. En die grapjes vonden al weder hunnen oorsprong in voorvallen der Noor sche mythologie. De reus Thiassi was door de „Wees zoo goed nog even t totdat ik de courant uit heb! plaats, gaat u zitten!” Verder hoorde men weer niets als het ritselen van schouwingen The New-York Herald. „Neem zoo lang plaats, gaat u zitten!” Alzoo nader, werd hij hier dan toch verwacht. Steeds raadsel- 1 1 Drie dames van aanzienlijke families in ons land zijn dezer dagen vertrokken missie van kardinaal Lavigerie. om als zuster-zieken- verpleegster te worden opgeleid. (Afsó.) GOUDA, 31 Maart 1890. Naar wij vernemen is de heer Willem van Zujjlen, tooneelspeler te Rotterdam, voornemens in de vol- getide maand hier eene voordracht te houden. Zooals gemeld is stonden Donderdag, Vrijdagen Zaterdag, 1315 dezer, voor de rechtbank te Utrecht terechtL. A. de S. geb. te Gouda, zonder bekende woonplaats hier te lande, en M. L. candidaat-notaris, wonende te Amsterdam, beklaagd van valscheid in handelspapioren en gebruikmaking daarvan, van op lichting en van poging daartoe, gepleegd te Apel doorn, Zutfen, Utrecht en Amsterdam. In deze zaak deed Zaterdagmiddag de Utrechtsche rechtbank uitspraak, en werd S. tot twee jaar, L. tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld, na aftrek van twee maanden, welke in voorloopigu hechtenis zijn doorgebracht. Het Yad. heeft van de lezing van het voorloopig verslag betreffende het wetsontwerp tot regeling van de opleiding tot officier bij de landmacht en de hoogere vorming van den officier, den indruk ont vangen, dat de kans niet bijster groot is om de wet spoedig in hoofdzwak onveranderd in hot Staatsblad opgenomen te zien. Echter wijst het Yad. er op dat er wel geen regeling denkbaar is, welke een ieder voor zich nu juist de beste zal oordeelen maar door altijd maar uitsluitend te willen wat men zelf het bost vindt, loopt men en eene herziening van dringend noodzakelijk. Daarom gewaagt het had. met instemming van de nota van den heer Seijffardt en de brochure van don kapitein der genie W. Gooi, beiden als oud- leeraren aan de K. M. A. alleszins bevoegde be oordeelaars, die aangeven hoe het aanhangig wets ontwerp te verbeteren is en tevens op de lichtpun ten van dat ontwerp de aandacht vestigen. Aan de hand van deze schrifturen, gaat het Vad. den in houd van het wetsontwerp na en komt tot do slot som, dat dit belangrijk zou worden verbeterd, als 1. de aansluiting van het militair aan het staats onderwijs meer verzekerd en, in verband daarmede, de cadettenschool meer op den achtergrond ^gebracht werd, zoodat zij slechts zooveel en zoolang aanvul ling voor de militaire academie levert als langs anderen weg niet verkregen wordt 2. de duur van don cursus aan de K-. M. Aca demie tot twee jaren teruggebncht en het verblijf aldaar voorafgegaan werd door een practisch voor bereidingsjaar aan een militaire school 3. de cursussen on de hoofdcursus bij de infan terie vervielen; 4. de duur van den cursus aan de hoogere krijgs school op drie jaroif werd gestald, en 5. aan de K. M. Academie en aan de hoogere krijgsschool, wat de opleiding jfer aanstaande offi cieren voor Indië betreft, meer rekening werd ge houden met hetgeen zij in die functiën in de eerste plaats noodig zullen hebben te kennen. Het Vad. hoopt, dat de moge lesluiten het wetsontwerp in den aangeduiden zin te wijzigen en aan te vullen! Dé uitgave dezer Courant geachiedt dagelijks met uitzondering Van Zon- en Feestdagen. De prjjs per drie maanden ia f 1.25, franco per post f 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. en trad, min of meer aarzelend, nader. „Nog wat dichterbij, als het u belieft, opdat ik u goed zien kan! Het is zoo duister hier in de kamer, en” een spotachtig, doch tevens zeer wel luidend lachje klonk hem daarbjj in de ooren „geen mensch ter wereld zal het mij kwalijk nemen als ik iemand, die als mijn procuratiehouder wil aangenomen worden, eerst eens goed aankijk.” Nu stond de Duitscher vlak bij de sopha en zag met sprakelooze verwondering, bijna zelfs met een ongeloovig gezicht, tot de jonge dame op, die daarop in eeu nonchalante houding uitgestrekt lag. »U mij als procuratiehouder aannemen?” vroeg hij, terwijl hij eenige schreden achteruit deed en verwonderd zijne schouders ophaalde. Hier heerscht blijkbaar een ernstig misverstand. Want zooals dui delijk uit dezen brief blijkt, ben ik hierheen ontbo den door den heer Thomas A. Burton en wel vóór 12 uur. Beleefd doch dringend verzoek ik u daarom mij zonder oponthoud te willen zeggen waar ik den chef van dit huis kan vinden, opdat ik mijn tijd hier niet onnoodig verbeuzel en daardoor misschien alle kans op de betrekking, waarvoor ik hier kom, zou verliezen. Time is money in dit land, mevrouw!” Een gulle, vroolijke lach was het eenige antwoord, dat hij hoorde. Terwijl zij zich halverwege uit hare gemakkelijke positie oprichtte keek zij hem met hare mooie schitterende oogen aan en zeide met nadruk: „Ik ben het, die de firma Thomas A. Burton ver tegenwoordig, mijnheer! Ik heb u ook dien brief

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 1