GUIPURE GORDIJNEN, Goedkoopste Soliedste ELEEDING-M AGAZIJN, G. HOUTMAN, ÈQEIEN en PAARDEN i K&&83«&£fta ADVERTENTIÉN. T&ÏGGf-T&ÏM.I8 BLOU8 ES. MAGAZIJN „GOUDA EilBSl' GOEDEREN JTA.AR M&&T. Japonstoffeii, Tricot Tailles Openbare Verkooping Openbare Verkooping K»rte schetsen uit de geschiedenis der Latijnsche School. H JOHANNES LAMBERTUS JASPERS Vitrag-es, Kmbrasses enz. D. HOOG EN BO C M Cz. NIEUWE SCHENK Zn. Oïitirang,©ii de STOFFEN voor hel Saisoen. J. Hoogenboom. WIJDSTRAAT A Speciale Inrichting voor Markt 53, Hoek Kerksteeg-. ONTVANGEN Dames en Kinder en verdere NOUVEAUTÉS. Groote verscheidenheid. Bekende Lage Prijzen. Dames en Kinder Costumes worden spoedig naar de maat geleverd. La n d bou u gerccdsc hap [>c n gemeente Iteeuwijk, Bouw- en Melkgereedschappen. Ouderkerk aan den IJssel, eene DOUWMANSWONING, WEI- en HOOILAND, Ouderkerk aan den IJssel, bestuur ia dien tussclieutijd er achter is gekomen, boe van hier en daar aanbiedingen naar Europa werden gezonden, voor het geval Nederland iu den oorlog mocht worden betrokken. Eeuige jaren daarna werden oenige officieren en ambtenaren plot seling aar. den dijk gezet, zonder dat zij er achter konden komen aan welke oorzaken huune brusque ponsioneeriug moest worden toegeschreven." Voor het gerechtshof le 's Bosch werd Woensdag 11. in hooger beroep behandeld de zaak tegenJ. W. Dols, oud 16 jaren, lid der Provinciale Staton van Limburg, geboren on wouende te Sittard, be klaagd van te hebben opgemaakt een inventaris bij het overlijden zijner vrouw, Maria Dols, waarin hij het passief en het actief zijns inboedels valsch had opgegeven, uit dien valschen inventaris een memorie van successie heeft opgemaakt en beide stukken had beëedigd. Beklaagde was bij vonnis der arrondissements rechtbank te Maastricht van 3 Februari 1890 vrij gesproken, waartegen het O. M. iudertijd appél aanteekeude. Drie gotuigen werden door het hof gehoord, die in hoofdzaak eensluitend verklaarden als in eersten aanleg. De bekl. erkende de feiten hem ten laste gelegdhij zeide alleen in hoofdzaak gelet te heb ben op het eindcijfer der memorie van successie, ten einde het rijk niet te benadeelen. Zijn hoofddoel was geweest zooveel mogelijk te voorkomen, dat het publiek bekend werd met zijn juisten toestand, om dat hij niet gaarne gehad zou hebben dat het bekend werd dat hij zooveel schulden had. Hij was bang voor indiscreties van de ambtenaren van den fiscus, waardoor zijn krediet zou kunnen worden benadeeld; ook zag hij niet in, dat er uit den valschen inven taris nadeel voor zyue kinderen zou kunnen ontstaan, terwijl hij niemand heeft willen benadeelen, slechts te g«»eder trouw had gehandeld en geen ongeoorloofd oogmerk gehad heeft. Daarna nam het O. M. het woord en deed uitko men, dat beklaagde valschelijk had opgegeven f 2400 wegens doktersrekeningen, 201,75 aan boekdrukkers-rekeningen, enz. enz.; dat hij eveneens de schulden, die hij had aan verschillende crediet- vereenigingen had verlaagd dat hij die valsche op gaven eerst had vermeld in zijne boedelbeschrijving, vervolgens in zijne memorie van succossie, en deze laatste voor den kantonrechter had heeedigd. Het ia alzoo in conftsso, dat beklaagde met een bepaald oogmerk willens en wetens die valsche opgaven op gemaakt en beëdigd heeft. Nu stelde het O. M. de vraag, of die feiten rallen onder het bereik der straf wet, al is ook de staat niet benadeeld. In de eerste plaats ging het O. M na, of de inventaris valsch is, en het kwam tot de slotsom, dat al de elementen, die voor valschheid gesteld worden, aanwezig rijn, daar Ciniention de nuire, vroeger volgens den «Code Pénal" vereischt, niet meer noodig is. Ook do roogo- lijkheid van nadeel is in cwtu aanwezig, daar uit de gefinge rde doktrrs-rekeningen der boedelbeschrijving nadeel zou kunnen ontstaan voor do mindeijarige kindereu des beklaagden, omdat de wet in het belang der minderjarigen wil hebben een inventaris, in alle opzichten naar waarheid opgemaakt, en de minderja rigen bij het afleggen der rekening en verantwoor ding blootstaan aan eindelooze processen dat ook bij overlijden des beklaagden de voogd den inventa ris als basis van het fortuin aanneemt, en dan de ik mij de gelukkigste menach op aarde. Een ko ningrijk voor een kus van u, Bell!" «Onzin! Laat mij met rust! Gij weet bij onder vinding dat ik dergelijke opmerkingen niet gemak kelijk verdragen kan." Zij weerde haar beminde tamelijk ruw van zich af en .rad weder aan het ven ster. «Gij schijnt trouwens van de persoonlijkheid van den nieuwen procuratiehouder een verkeerd denkbeeld te hebben, Frankzeide zij toen op «enigszins kalmen toon. «Wanneer Mr. William voor het oogenblik zicb in geen gunstigeu toestand bevindt, wat bij de verschillende wisseliugen in het maat schappelijk leven te New-York, bij het voortdurend op en neer gaan van het rad der fortuin, niets on gewoons is, '/ooals gij zeer goed weet, zoo heeft toch de Ooetenrijkache consul, die ik meer dan eens ver zocht heb mij bij de vervalling van de vacante be trekking behulpzaam te zijn, Mr. William bijzonder, ja ik mag wel zeggen dringend aanbevolen. De consul, die wist dat ik graag eeu Duitscher op mijn kantoor had, sprak er zelfs van dat hij zijn familie in Weenen kende, dat William tot een zeer aan zienlijk koopmansgeslacht aldaar behoort en dat helaas droevige oueenigheden roet zijn broeder hem naar het buiteuland hebben doen gaan. Voorts gaf de consul nog te kënneu, dat Mr. William, die reeds in de uitgebreide fabrieken van zijn vader werkzaam was, met groote ondernemingen reeds vertrouwd is, en om die reden beter dan iemand anders de plaats van mijn ouden, vertrouwden Bost kan innemen. mogelijkheid van nadeel voor de kinderen kan ont staan. Maar zelfs als er geen mogelijkheid van na deel bestond, dan hooft beklaagde dit gedaan, zooals hij zelf bekent, omdat hij niet wilde woten dat zyne financieele positie zoo précair was, dat hij zooveel schulden had ou zijn krediet als koopman zou worden geschoktdat, als een andor dus op grond van den werkel ijken inventaris krediet geuft aan bekl. en later nadeel lijdt, dit aan den valscheu inventaris te wijten is.' Spr. drukte er op, dat de grootste waarborg voor de minderjarigen verloren gaat als het geoorloofd is eon valschen inventaris op te maken, daaruit posten te halen voor eene memorie van successie en die beide te boëedigen. Het O. M. zeido, dat het alleen te doen was om hot beginsel te redden, en ue mate der straf hem onverschillig liet, al wilde het Hof het minium der bedreigde straf opleggen. Het eischto mitsdien schuldigverklaring aan valschheid enraeiueed, tweemaal gepleegd, en veroordeeling te dier zake tot 18 maanden gevangenisstraf en in de kosten van het geding. f Als verdediger trad op mr. G. von Geusau, aavokaat te Maastricht, die na een uitvoerig pleidooi tot vrijspraak concludeerde, de kosten vau het proces te dragen door den Staat. Uitspraak 9 April. IX. 1672—1711. Opvolger van Jac. Tollius werd de Haarlemache conrector Johannes Hellenius. Gedurende het zestal jaren, dat Hellenius het beheer der school in handen had, konden de Scholarchen of Curatores (deze beide namen vervangen thans meer en raeor de oude be naming van Scholasters) zich iu een toenemenden bloei der school verheugen. Hot aantal scholen werd than9 weer op vier - het oude getal gebracht en Hellenius' zoon Isaak werd tot meester of prte- ceptor in de vierde school aangesteld. Het tracte- ment voor dezen preceptor zijnde 370 werd gedeeltelijk door de Scholasterie, gedeeltelijk door de stad betaald. Want sinds lang was de tjju voorbij, dat de inkomsten der Scholasterie de uitgaven der school konden dekken, He Rectoren en preceptoreu werden sinds geruimen tijd uit de stedelijke finan- tiën betaald, en, wat de scholasters voor de school uitgaven, bepaalde zich tot persoueele toelagen aan niet al te ruime bezoldigde onderwijzers, tot het aankoopen van boeken voor de sohool-bibliotheek en voor de uit te reiken prijzen, tot het bekostigen der zilveren promotie-penningen en tot het bestrijden der meest verschillende buitengewone onkosten. Bij enkele dezer posten wenscheu wü een oogenblik stil te staan. Spreken we dus iu de eerste plaats over de verbetering der jaarwedden. Hellenius genoot, evenals Tollius 750 tractement vau de stad. Doch hij kreeg daarbij van de Scholaifehen eene jaarlijksche toelage van f 100. En zoo vinden wij ook ten behoeve der overige onderwijzers in de schoolrekeningun ver schillende dergelijke posten, welker bedrag afhanke lijk is van de waarde, die de Scholarchen aan het onderwijs van den betrokken persoon toekennen. Zoo genoot bijv. de conrector Samuel Munckerus een tijdlang f 200 van de inkomsten der Scholasterie. Door op deze wijze de financieele belangen der ou- Bovendien schijnt hij alle hoedanigheden te bezitten, die ik in hem voor het kantoor verlang en in weer wil van onze korte kennismaking geloof ik zeker, dat hier aarzelde zij even voort te gaan nu, dat hij honderdmaal kaapper is dan wij beiden te zamen." .All rightMaar dau moogt gij dezen ongeslepen diamant eerst wel een weinig opwrijvenNo, ik wensch je er geluk meewas het boosaardige ant woord van Mr. Uarvey, dat het jonge meiaje echter niet scheen te hooren. Het koele, rustige lachje was weder op miss Bur ton's lippen teruggekeerd, toen zij na een kleine pauze zich weder tot haar beminde wendde en xeide: .Maar gij kwaamt tot mij om rnjj over een ge wichtige zeak te spreken, Frank. Wilt gij thana zoo goed zijn mij die mede te deelen. Mijn tijd ie beperkt, daar ik nog naar het kantoor moet en rnjj i daarvoor eerst verkleeden moet." .O, ja, dat zou ik bij onzen kleinen twiat geheel vergeten," lachte Frank Harvey, terwijl hij op zjjn meisje toesprong en, alsof er niet het minste tus- schen hen voorgevallen waa, hare hauden teeder drukte. .IsabellaHet zijn groote plannen, die ik met mg rond draag. Het luie leventje, dat ik thane leid, begint mjj geducht te vervelen, ik snak naar gere gelde bezigheid, naar werk." «Frank, meent gij dat werkelijk f" derwgzers te behartigen, voorkwamen de Scholarohen dat, gelijk hier vroeger wel is voorgekomen, de meesters in hun vrijen tijd het een of ander vak of ambacht uitoefenden, om op die wjjze hunne in komsten te vermeerderen. Zoo lezen wij bijv, in 1652 van een conrector die tevens boekbinder was. Wat verder den aankoop van hoeken betreft, het schijnt vooral Hellenius geweest te zijn, die aan dit punt zijne aandacht geschonken heeft. In 1673 en '74 leverde de bekende boekdrukker Elsevier te Lei den voor 213 aan boekon, waaronder de school prijzen niet medegerekend zijn. De prijzen werden hier meestal in Gouda gekocht, en door elkaar werd er jaarlijks eene som van 60 aan besteed. Die prjjzen werden netjes gebonden, gelijk blijkt uit de vrij fcroote sommen, jaarlijks betaald aan de Goud- sche boekbindster Catharina Buriere. Jaarlijks wer den er een paar zilveren of verguld-zilveren pen ningen vervaardigd, die gelijk uit een later tijd perk blgkt uitgereikt werden aan enkele uitste kende leerlingen die tot de Academie bevorderd werden. Iu 1652 vind ik bet eerst van dergelijke penningen melding gemaakt. Onder de buitengewone uitgavru vinden wij verder nog al eens geschenken aan Rector of leeraren voor het uitgeven van een schoolboek, eon oratie of eenig ander wetenschappe lijk werk. Hellenius stierf in 1678 en Joh. Verweg inde geleerde wereld Johannes Phorbieus geheetcn volgde hem op. Deze Verweg kwam uit Delft, waar hg preceptor was en behoorde tot de uitnemeudste geleerden van zijn tjjd. Vooral werd het Grieksch door hem beoefend. Doch ook het Latijn verwaar loosde hij niet. Hier in Gouda schroef hij een uit gebreid werk over de Latijusche taal, welk werk op de librye aanwezig is. Niot zoo beroemd, doch niet minder bekend dan Verweg, was diens Conrector Samuel Munckerus, over wien wij boven reeds spraken. Munckerus was eeu hartstóchtelijk doch niet zeer ge lukkig Lalijusch dichter. Op het archief is nog een gedicht van zijne hand, dat op een bord voor de librye moet gestaan hebben. Doch Munckerus was, naar het schijnt, in zijn ondorwjjs zeer gelukkig. Noode zagen de Scholarchen hem dan ook naar Leeu warden vertrekken, waar hg tot Rector benoemd was. Doch keeren wij tot de school terng. Onder Ver- weij's Rectoraat werd er door de Scholarchen een eind gemaakt aan een misbruik, dat, door de mogo- lijkhoid van. zijn ontstaan, het toenmalige onderwij» niet in het gunstigste daglicht plaatst. Wij zeggen het toenmalige onderwijs en bedoelen daarmede niet alleen Gouda, daar ook elders hetzelfde misbruik i* voorgekomen. Wat nu waa bet geval? Jaarlijks „moest zooals onze lezers zich zullen berinneren het schoolgeld door de onderwijzers aan de Scho larchen verantwoord worden. Nu, dit was dan ook altijd geregeld geschied. Doch de onderwjjters vroe- geu en vorkregen somtijds meer dan bij de wet be paald was. De leerlingen of lier er de ouders trachten elkaar de loef af te steken in het betalen vau een rerhoogd schoolgeld, om zich daardoor «in da gunst van de respectieve meestere te insinueoren." Het gevolg was, dat «door gunst ofte wangunst dese ofte geene wert g«legouteert, en sijn lust in de studio grirlust," geljjk de Scholarchen zioh uitdrukten. Er werd uitdrukkelijk verboden, om voortaan meer van de leerlingen der verschillende klassen aan te (I) Op kei MsetOfS sijn nop twee dergelijke peilingen ■it ket begin dezer eeuw eoorkenden. Met eene uitdrukking van ongeloovige verbazing- rusten do verstandige oogeo van het mooie meisje op de slanke mannengestalte voor haar. «Ja zeker, ik meen hot in ernst, mgn liefste 1" antwoordde Mr. Harvey gemoedelgk. «Maar doe mg één genoegen en bespaar mg het verdriet dasrover veel met mg te spreken. Dat vernedert mij te zeer. Mgn rader ia op de hoogte van al mgne plannen en voornemens. Bespreek derhalve alles met hem. Ik achtte het echter mijn plicht u in kennis te stel len van het groote besluit, dat ik genomen heb. Dit alleen moet gjj mg nu terstond zeggen, Bell, of gjj mg helpen en bgstaan wilt, opdat ik wete of ik op u rekenen kan." «Naiuurigk, dat spreekt immers van zelf! Wie twgfelt daaraan f" riep miss Burton hoofdschuddende. Uw geluk is toch tevens mgn geluk en daarover be hoeft dut verder geen woord gewisseld." Verscheidene seconden achtereen zag hg haar ernstig en onderzoekend aan. Toen lachte bij vrooljjk en zeide pathetisch «Er is toch slechts ééne Isabella Burton in de wereld en Frank Harvey is haar nederige slaaft" «Woes niet dwaas. Frank, en laat mjj nu ein delijk toch weggaan!" zeide het jonge meisje, ter- wjjl zij hare banden uit de zjjue trok, waarmede hg haar omvat had. «Zal ik spoedig met uw vader ■preken Wordt vervolgd.y nemen dan 12.60, 10, 8 en 6 por jaar. Mot Verweg waren (te Scholarchen bijzonder in genomen en wij hebben gegronde rüileneu om aan te nemen, dat hij zich aan het bovengenoemde mis bruik niet beeft schuldig gemaakt^ Alle moeite werd er dan ook door de ScholarohtTaangewend om den geleerden Rector voor de school te behouden. Toen liet scheen dat hij zijn ontslag wensclite aan te vragen om een schitterender werkkring te aan vaarden, verhoogden Scholarohen zijn tractement met 100. Doch het baatte niet. In 1686 zien wij Verweij naar den Haag vertrekken, waar hij benoemd was tot Lector in de Grieksche taal en opziender van do Latijnsche school. Zijn opvolger aan de Goudscho school was.Antonij Fabre, uit Utrecht, die op de oude voorwaarden werd aangesteld. Onder zijn rectoraat werden er bepalingen gemaakt omtrent het aantal kostleerlin gen van den conrector en de praceptoron. Slechts twoo leerlingen mocht ieder leeraar bij zioh aan huis hebben. Voorts werd er nog bepaald, dat geen preceptor privaat-les mocht geven aan leerlingen, die in eene hoogere klasse zaten dan die, waarin de betrokken persoon les gaf. Omtrent Fabre valt ove rigens weinig te vermelden. Ook hij schijnt, evtnals Verweij, zijne plichten als Rector uitstekend te heb ben vervuld, en ook hij zag zijn tractement op 350 gebracht. Eigenaardig mag intusschen de wijze ge noemd worden, waarop hij die tractements-verhooging verkreeg. In 1695 verzocht onze Reclor zjjne demis sie, op grond dat hij «van meeninge was een stilder leven te leijden." Alle pogingen, om den man voor de school te behouden, mislukken^ totdat eindelijk de zaak voor de Burgemeesters komt en het al spoe dig blijkt, dat onze naar rust hakende Rector, door eene verhooging van tractement wel te bewegen zou zgn om te blijven. Tot aan zijn dood, in 1711, bleef Fabre het Rectoraat waarnemen. K. UI Ondertrouwd SI JOHANNA HENDRINA BLOM. Gouda4 April 1890. Bevallen van een Zoon G. 8. ROODE- BoUWlt EKSTER. Gouda, 4 April 1890. ONTVANGEN de Nieuwe afgepast en aan 'tstuk. en NB. De prjjzen zjjn geljjk aan die van goede Confectie- K leeding. TE HU UB op vrolgke stand net Gemeubi leerde KAMERS met of zonder Kost voor iemand z. b. b. h. b. Adres motto: «Kamers», Bureau dezer Courant. en van en De Notarissen G. C. FOKTUIJN DROOG- LEEVER te Gouda en N. F. CAMBIER va» NOÖTEN te Lopik zullen op DINSDAG 22 APRIL 1890, des morgens te 9 uren, aan de Boerenhofstede, genaamd «Oudkrvrdcht», be woond door den Heer B. VEEN, aan den Goe- janverwelschen Djjk te Stein, in het openbaar, oH contant geld, ver- koopen 3-5 kalf dragende of gekuifd hebbende KOEIEN, 10 PINKEN. 3 bruine PAARDEN (merriën), 2 Boerenwagens, 1 Blokwagen, I Stortkar, 3 Schouwen, 2 houten Kaaspersen en 1 En- gelsche jjzeren Kaaspers, 1 Hooimachine, 1 Maaimachine en verdere Voorts eenige MEUBELEN en HUISRAAD, BEDDEN en BEDDEGOEIL Des morgens vóór de verkooping te bezich- tigen. IE ten overstaan van den te Gouda resideerènde Notaris G. C. FORTUIJN DROOGLEEVER, op WOENSDAG 9 APRIL 1890 bjjopbod en op WOENSDAG 16 APRIL 1890 bjj afslag, telkens des morgens te Elf uren in de Her berg van A. BROERE, op het Dorp, van get. B. 59a, verdere betimmering en ERVEN en eenige perceelen alles staande en liggeude in de Geer- en Krompolders te ter grootte van 28 Hectaren 30 Aren 69 Centiaren, (En zniks in 13 perceelen). Verhaard tot 1 Mei 1893 voor/ 1500.'sjaars. Betaaldag der kooppenningen 1 Augus tus 1890. Notitiën dezer verkooping en alle verdere inlichtingen zgn van den la April a. a. te be komen ten kantore van voornoemden Notaria FORTUIJN DROOGLEEVER te Gouda. GEVRAAGD een bekwamen geheel op de hoogte der fabricatie. Brieven onder No. 1984, aan het Bureau dezer Courant.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2