k
Buitenlandscii Overzicht.
AFKONDIGING
brengen. Dit kon des te objectiever geschieden,
daar de quaes tie van vertrouwen in den minister
geheel buiten spel blgft. De heer Mackay is op
koloniaal gebied een nieuweling, die nog niets op
zgn kerfstok heeft. Bij deze begrooting is de minister
uit den aard der zaak uiterst voorzichtig geweest in
sijne uitlatingen, terwijl de kamer niet dan eene
afwachtende houding kan aannemen» zoodat deze defi
nitieve begrootingswet eigenlijk niets anders is dan
eene nieuwe oredietwet.
Dat grondige behandeling vau de alles beheer-
schende quaesties, den financioelen toestand en het
Atjeh-vraagstuk, thans in het ^rainisterieele antwoord
te eenenmale ontbrak, lijdt geen tegenspraak. Niet
alleen sprekers der linkerzijde, ook de heer Van
Nunen verhief een waarschuwende stem. Men moest
bijna aannemen, dat de Minister van het rapport
der koffie-comraissie geen kennis heeft genomen,
als hjj zich over den ongekend lagen koffieoogst,
die voor dit jaar wordt geraamd, troost met het
waarschijnlijke overschot van het loopende jaar en
met de overweging, dat afwisselende.oogsten regel
zijn. Zoo gemakkelijk is het vraagstuk niet. Niet
alleen dat, gelijk de heer Van Houten opmerkte,
het waarschijnlijk overschot van het loopende jaar
joist het gevolg is Tan dien lagen koffieoogst, die
tot minder betaling aan de bevolking verplicht
niet alleen dat, zooals de heer Van Nunen uitrekende,
het waarsohijulijk deficit van 1891 onmogelijk op
die wijzo te dekken is; maar vooral moet in hot
oog worden gehouden, dat de bate uit de koffiecul
tuur gestadig achteruitgaat en met elk jaar dus
een grondige hervorming van het Indisch financie
wezen, dat nog te zeer op die bate rust, noodzake
lijker wordt. De heeren Van Nunen en Norman
gaven te dien opzichte eenige weaken, terwijl de
laatste het eindeloos overwegïngsstelsel hekelde,
maar tevens bewees, dat de Minister nog wel eens
wat meer te doen beeft dan het geheel te overzien,
ook wel eeos tot details beeft af te dalen.
Wat Atjeh betreft, werden bezwaren geoppérd
tegen bet ongemotiveerd ter zijde stellen van een
scheepvaartregeliug, terwijl door vele deskundigen
is aanbevolen, en tegén de oppervlakkige wijze,
waarop herstel van het Sultanaat wordt behandeld,
zonder juiste aanduiding, wat met het Sultanaat
bedoeld is en wat de politieke gevolgen zullen zijn
van dat herstel. In de overtuiging, dat de tegen
woordige blokkade niet afdoende is, in elk geval
dat zij geen definitieve maatregel kan zijn^ waren
alle sprekers, de heeren Van Dedem, Cremer* Guyot,
Norman, het volkomen eens.
Omtrent al deze punten schonk het debat weinig
nader licht. De beer Mackay begint zeker de kunst
te leereu om met het noodige zelfvertrouwen over
de zaken en er ovör heen te praten, maar veel
houvast voor de toekomst schonk hij niet. Het voor
en tegen van blokkade en scheepvaart-regeling
werd gewikt en gewogen, maar het deskundige
betoog van den heer Guyot, dat met de bestaande
hulpmiddelen de blokkade niet afdoende kan zijn,
werd niet ontzenuwd, en de overwegende bezwaren
tegen een scheepvaartregeling werden niet aan
gewezen.
Het algemeen debat liop ten einde. Wij teekenen
daaruit nog aan het teleurstellende bescheid, dat
/^veen mijnwet, sinds 7 jaren aanhangig, nog niet kon
worden toegezegd; het verblijdend bericht, dat de
„De Ruyter" eindelijk gaat repatrieerenwat den
nog tamelijk jong hebben uitgezien zoo hij wat rechter
en niet zoo voorover geloopen had hetgeen meer
het gevolg was van een verkeerde gewoonte dan wel
van hoogen leeftijd. Zijne verstandige, vriendelijk
in de rondte kijkende oogen droegen een brilin
zijne kloeding was keurige netheid, ja zelfs zekere
mate van elegance op te merken. Zijne met parel
grijze handschoenen bedekte handen hielden een
onberispelijken hoed vastmen bemerkte echter da
delijk dat hij beefde, zijn anders frisch gelaat was
thans bleek en zijne lippen trilden vai^ aandoening.
Isabella Burton schrikte toen zij hem zag en «eidc
„Mijn God, wat ziet gij er uit, papa Harvey?"
Hem tegemoet ijlendlegde zij baar band op zijne
schouders en riep„Zeg mij vóór alles dit eene
leeft Frank nog? Sinds gisteren sta ik een doode-
lijken angst uit
„Of htf nog leeft De oude man keek haar bijna
zinneloos aan. „Zeker leeft hij nog. Maar het ware
beter, dat bij dood was en de zon van onzen lieven
Heer nooit meer over zich zag schijnen! O Isabella,
en zulke woorden moet zijn oude vader tot u zeg
gen, arm kindantwoordde Mr. Harvey met som
bere, bijna niet verstaanbare stem. „Maar, weet gij
het dan ai
„Niets volstrekt' niets weet ik, doch ik ver
moed en vrees iets ontzettends, daar ik gisterenavond
hier beneden Mr. William ontmoette, bleek en ont
daan en die zich eenige woorden liet ontvallen, die
zonden doen denken dat hij o Godeen mis-
heer Land aanleiding gaf op tgdige aflossing in
dan vervolge aan te dringeneindelijk dat een kort
maar piqnant Billiton-debat de zitting sloot, waarin
de heer Van - Kerkwijk terecht de regeering het
gewicht harer verantwoordelijkheid onder het oog
hield. De Surinaamsche quaestio denkelgk heden.
Door de heeren Schlienuum Co. te Linden bg
Hannover, vertegenwoordigd door den heer T. F.
Bierhorst te Haarlem is het verzoek goricht aan
het gemeentebestuur van Amsterdam voor rekening
en risico der aanvragers een straat als proeve te
doen bevloeren met caoutchouc.
Te Berlgn en Hamburg zgn ook besftratiugen van
oaoutcbouc gelegd en bleken aan de verwachting
te beantwoorden. Te Keulen zal dezen zomer de
Scbillergasse, een der drukste straten, met caoutchouc-
bestrating worden belegd.
De Opmerker bevat een artikol, waarin o. a. het
volgende voorkomt;
De caoutchouc-beetrating bestaat uit oaoutchouc-
maasa en meel van steen uit de hardst mogelijke
steensoorten (graniet* basalt, dolomiet enz). De
caoutchouc-massa vormt het bindend middelonge
veer op de wijze als kalk en cement, bindt de'caout-
chouc-massa onder persing en verwarming, maar
verliest nooit hare bindingskracht. Het oude weder
opgebroken materiaal behoudt dus zijn waarde.
Door de verwarming wordt de caoutchouc-massa
week en vult de holten tusschen de vast saamge-
perste steenstukjes volkomen, 'zoodat eene compacte,
homogene verbinding ootstaat.
Caoutchouc-plaveisel wordt in poedervorm op eene
onderlaag van beton gelegd, die voor rijwegen 30
cM. en voor trottoirs 10 cM. dik is.
Het beete poeder wordt zooveel mogelijk gelijk
matig op het beton verdeeld en met eene r.g, welke
het profil van de te maken straat heeft, herhaalde
lijk afgestreken tot het overal gelijkmatig dik is.
De mas9a wordt daarna met heete rollen en stam
pers saamgeperst en ten slotte gelijk gemaakt. Na
eenige uren is de massa koud en kan zij dadelijk
in gebruik genomen worden.
Het verkeor ep dit plaveisel geeft weinig gedruisch.
Me$ betrekking tot den invloed van bet weder is
het caoutchouc-plaveisol een uitmuntend materiaal
warmte van 100® C., noch koude van 40® C. beeft
daarop eeuigen invloed, en bij strenge koude zullen
geen scbeurljes of barsten ontstaan. Hierdoor ver-,
klaart zich ook de door de practgk bevestigde ge?
ringe slijtage.
In Hannover zijn de eerste proeven er mede ge
nomen op de Göthe-Brücke, in concurrentie met
gestampte asphalt. Nadat de gummibestrating zich
gedurende 2 jaar uitstekend gehouden had, zijn
vervolgens 1000 M. rijweg in de Prinsstraat, en
eene grootere oppervlakte trottoirs ic de Georgstraat
enz. gemaakt.
Volgens proeven, in Maart 1887 door het koninkl.
proefstation voor bouwmaterialen en andere genomen,
draagt de caoutchouc-bestrating bij een dikte van
50 mM. 420 kilo per cM9. trottoirs van 25 mM.
dikte 340 kilo per cM8. Het specifiek gewicht van
caoutchouc-materiaal is 2.114.
Om te onderzoeken of het gecomprimeerde mate
riaal tegen den invloed van het weder bestand is,
werd het gedurende een half uur in eene oplossing
van 2 pCt. ijzervitriool, 2 pCt. kopervitriool en 10
pCt. keukenzout gekookt, waarbij de stukken vol
daad op zijn geweten bad 1"
Vol wanhoop wrong zij hare'handen.
„Neen, Isabella! Een misdaad ia, den Hemel zij
dank, niet begaan 1 Maar zwaar zeer zwaar heeft
hij mijn zoon gestraft, hoeft hij een hem aangedane
beleedjging mijn zoon betaald gezetDe oude heer
liet zijn hoofd in «ijne handen zinken. „Ach kind
en nu is Frank weg gevlucht God weet
waarheen 1"
Doodsbleek stond miss Burton voor hem. Nog
had zij den zin zijner woorden niet geheel begrepen.
Eén ding was ha ir echter duidelijk William scheen
niet de schuldfge te zijn. Als -een centenaarslast
viel haar dit van het hart er mocht voorgevallen
zijn wat er wilde, dat ergste had God $ehikkig verhoed
Terwijl zij den ouden, wreed gewonden man met
haar arm omvatte, riep èg op teederen toon
„Lieve, beste papa HarveyIk kan u niet zoo
troosteloos zien. Uw smart snijdt mij door de ziel.
Zoo erg 2al het nog wel niet wezen, kom, moed
gevat! Alles zal zich nog wel ophelderen. Kom,
neem nu eerst eens plaats en ga zittenGij kunt
nauwlijks op uwe boenen blijven staan."
Zij geleidde hem daarop naar een gemakkelijken
stoel en dwong bem met zachten drang daarin te
gaan zitten. Toen knielde zij voor hem neder en
keek hem vol deolneming aan.
„Ach Isabella, zoo erg zal het wel niet wezen
meent gij? Maar erger kan het al niet. Alles is
verloren, letterlijk alles, de achting, de eer en bijna
komen gaaf bleven. Eenige stukken van hetzelfde
materiaal wérden eerst gedurende 75 uur in eene
oplossing van 3 pCt. zoutzuur en vervolgens gedurende
60 uren iu eene oplossing van 5 pCt. zoutzuur ge
legd daarna was er geene verandering bij het uit
halen aan waar te nemen.
Versche gestampte asphalt draagt, volgen. Hauen-
Schild en Dietrich, slechts 52 kilo en oude gestampte
asphalt, 93 kilo per cM.'
Tn zgn laatsten brief aan de „Indépendance" verhaalt
de correspondent van dit blad van de dwergen, die
Stanley aantrof in het woud van den Arruwimi.
Zij zgn het ongetwijfeld, omtrent wie Herodotus
constateerde, dat zg 400 jaren voor Ohr. geb. be
stonden. Wat echter Herodotus nooit vermoed heeft,
is, dat deze soort van menschen in zgn tijd reeds
een verleden achter zich hadden van 2500 jaren.
Stanley heeft de dwergen, van wie een aantal 41/,
maand lang bg zgn korps vertoefde, grondig kunnen
bestudeeren, en hij is in de gelegenheid geweest, het
bewgs te erlangen, dat z'g* reeds vijftig eeuwen het
zelfde gedeelte van den aardbol bewoond hebben.
In hunne geschiedenis is die van alle zwarte rassen
en van de betrekkingen van dezen tot de andere
rassen inbegrepen. Het karakter dezer kleine menschen
is edel en fier Ofschoon verspreid over eene groote
uitgestrektheid, houdt een politieke en sociale orga
nisatie, op aristocratiscbo leest geschoeid, hen bijeen.
Zij hebben een koningin, een fijn gevormd en zeer
intelligent vrouwtje. Zij was bet, die oene nadere ken
nismaking tusschen Stanley's expeditie en hare onder
danen mogelijk maakte. En merkwaardig is, dat deze
goed geproportionneerde,olijfkleurige dwergen de
Europeanen van het korps oneindig minder wantrouw
den, dan de afrikaansche leden der expeditie. Stanley
heeft getracht, eenige dwergen mede te nemen naar
de kust, teneinde ze verder naar Europa over te
brengen, maar het kleine volk kon niet tegen droga
lucht. Zoodra zij het vochtige bosch verlaten hadden,
kregen zg de koorts en vielen als dood neder. Geen
van hen heeft levend de kust bereikt. De koningin
bleek zeer nieuwsgierig te zijnzij wilde met alle
geweld de streken zien, waar de blanken wonen,
maar gelukkig zag zg er op het laatste oogenblik van
af, Stanley te vergezellen. In het boek van Stanley
zd< men eene afbeelding van hqt dwergenras zien.
Een zeer koelbloedige dubbele moord is Vrgdag
avond te Parijs gepleegd. De misdadiger was Char
les Bousquet, een oud ambtenaar bij het gerechts
hof, zes en dertig jaar oud en te Moisy-le-Sec bij
Parijs wonende. De slachtoffers waren zijn schottm-
zuster Juliette Droüard en Pagny, Juliette® patroon,
een advocaat. Vijf maanden geleden ontvluchtte Ju
liette het huis van haar schoonbroeder,"wiens roaitres
zij was en kwam in dienst als kindermeisje bij de
familie Pagny. Bousquet had spoedig ontdekt waar
zijn vroegere geliefde woonde en kwam verscheidene
malen bij haar, verzoekende om weder met hem te
willen leven. Vrijdagavond omstreeks zeven uur, kwam
Bousquet weder, werd in de keuken toegelaten en
eensklaps zag Juliette haar schoonbroeder voor zich.
De ongelukkige vrouw wilde hem niet te woord staan
en weigerde hem te volgen. De moordenaar haalde
toen koelbloedig een revolver te voorschijn en schodt
vijf keer op baar. De beer en mevr. Pagny stormden
op het geluid der schoten daar de keuken en' mr.
ar het geld 25000 dollars! Gij zijt voor die som
ópgelicht; hoort gij Bell opgelicht! En dat wel
door mijn eigen zoon, uw aanstaande echtgenoot!
O God, o Goé! ik overleef het niet!" riep,hy
op hartverschefirenden toon.
Gelijk een marmerbeeld, strak, onbewegelijk en
zwijgend stond het jonge meisje nu voor hem.
«Maar bij de eer van den ouden HarveyGij
zult dat geld tot op den laatsten penning toe terug
hebben, kindZijne bevende handen «treken ze
nuwachtig over hare lokken. „Ik blijf n daarvoor
borg, al moest ik ook dag en nacht in het zweet
mijns aanschijns daarvoor werken. In het vertrouwen
op Frank'# eerlijkheid gaaft gij die groote som, Isa
bella, en ik zelf verzocht u daarom en deed menig
goed woordje voor den jongen! Als een bedrieger
sta ook ik nu voor u, alsof ik met hem één valsch
spel speelde! Slechts 15000 dollars heeft hg bij
8mith en Co. gestort, het overige is verdobbeld!"
„Wat spreekt gij daar toch, papa Harvey, ach
laat dat getft toch rusten! Het is werkelgk niet de
moeite daarovèr zooveel woorden vuil te maken,"
riep miss Burton, terwijl zij zijne hadden streelde.
„Vertel mij nu het overige dat, wat er is
voorgevallen tusschen William en Frank!"
„Dat weet gg dus nog niet? mijn hoofd is
zoo verward door al die vreeselijke gebeurtenissen
zeidede oude man, als ontwakend uit een diep
gepeins.
I Wordt vervolgd).
Pagny wilde den moordenaar arresteoren. Deze richtte
toen zijn wapen op hem en schoot den laatsten kogel
af die hem doodelijk in de maagstreek wondde.
Daarna snelde Bousquet voort en zeide in 't voorbij
gaan tot mevr. Pagny „Het spijt mij van uw echt
genoot." De moordenaar werd spoedig gearresteerd.
Mr Pagny stierf Zaterdagmorgen aan zijn wonde.
Toén de moordenaar met het lijk van Juliette werd
geconfronteerd, werd hij doodsbleek en viel in zwijm.
Hij was zoo ziek dat de magistraten hun onderzoek
ff moesten uitstellen.
Japan zal binnenkort voor 't eerst verkiezingen
hotiden voor zgn Huis Tan Afgevaardigden, en een
tirtgvorming is er nu in staat van wording. Voor-
snds dingen nog een groot aantal partijen en frac-
tiën naar de e?r om in aanmerking te komenzoo
bestaat er eene „nationale," eene „vaderlac isclie» on
een o „revolutionnaire" groep, de „Kokumim-ha," de
„Aikoku-koto" en de „Kokkeuto;" verder zijn er
nog de „Daido dankeuto," de „Kanzei daido," de
„Kuishui dosbikai," de Chotei-ba" en nog ettelijke
anderen. In die chaos zijn echter duidelijk de hoofd
lijnen te ontdekken, waarop ook in Japan oen con
servatieve, een liberale en een radicale richting bezig
zgn zich te vormen, de „Hosbu-to," de Kais-h'in-
to" en de „Juyi-to," allen onder grafelijke aanvoe
ring de leider der „Hoshu-to" is burggraaf Torio;
graaf Okuma voert de „gewone liberale heeren" aan,
en o gruwel 1 graaf Itagaki is de chef van het
radikaille.
De radicale partg heoft 82 eischen iii haar pro
gram strikte naleving der constitutiebeperking van
het erfrecht; afschaffing der bevoegdheid om nieuwe
adellijke titels te verleenen verantwoordelijke minis
teries administratieve roebtspraakde Jury in straf
zaken; benoeming der gouverneurs, prefoeten en
districtshoofden door middel van verkiezingentrac-
taten op den voet van wederzijdsche gelijkheiduit
breiding van het onderwgsvrijheid van spreken en
vergaderenafschaffing van het recht der politie
agenten om oen zwaard te dragenhet recht voor
het parlement om hoogq ambtenaren in staat \an
beschuldiging te stellenverkorting van den ver
plichten militairen diensttijdipkrimping van het
aantal ambtenaren zuinighoidHn 's lands uitgaven;
de grondbelastiug lichter en de inkomstenbelasting
^waarder in den zin van progressie, met eene bijzon
dere belasting op de inkomsten van den adel verla
ging van dön censusbepaling dat dé waardigheid
'Van geheimraad eu hofraad voortaan alleen als eore-
titel zal worden toegekend enz. enz.
Ean belangrijk werk is in den koninklijken boek
handel van E. S. Mittlerf und 8ohn te Berlijn ver
schenen. Het bevat een zeer uitvoerig overzicht van
handel en nijverheid in Duitschland over de jaren
1884 tot 1888. -
De Duitsche kamers van koophandel bezitten
namelijk reed9 vele jaren, wat de Nederlandsche
sedert haar oprichting in 1851 niet hebben weten
tot stand te brengen, 'een onderlinge band, waardoor
ze in staat zgn de gemeenschappelijke belangen
geregeld te bespreken en invloed te oefenen op de
wetgeving en de bemoeiingen van regeering en
overheden. Hare afgevaardigden komen jaarlijks
bijeen tot een „Handelsdag", en deze bijeenkomsten
worden geleid en voorbereid door een blijvend Bestuur.
Een der goede gevolgen van die samenwerking is
reeds geweest, dat van 1880 af, jaarlijks een overzicht
is in het licht gegeven van het „Deutsche Wirth-
schaftjahr", verzameld en geordend uit de verslagen
der verschillende Kamers. Na 1883 moest de voort
zetting tijdelijk worden gestaakt, maar thans heeft de
algemeen© secretaris die leemte aangevuld, door het
uitgeven van een hoogst belangrijk overzicht, dat nu
de jaren 1884 tot 1888 omvat. *Twee dooien zijn
reeds verschenen, die te zarnen ruim 1300 bladzijden
tellen; het derde deel zal weldra volgen met een
uitvoerig alphabetisch register.
Men vindt in de eerste honderd bladzijden van
dit werk eeg groot aantal statistische mededeelingen
over den economischen toestand var. Duitschland,
o. a. over de uitkomsten der beroepstelling van
4882, het bankwezen, de verzekering, den loop der
prijzen, de vervoersmiddelen enz. Dan volgt een
uitvoorig overzicht van den algemeenen toestand van
handel en nijverheid in het behandelde vijfjarig
tijdvak, tevenB in verband met de berichten uit
andere tlandqn. Vervolgens worden de verschillende
groepen van voortbrengselen afzonderlijk aangegeven
en in alle ojiderdeelon behandeld.
Het is een werk, waaraan blijkbaar groote zorg
is besteed en dat stellig veel bevat, waarmede ook
onze Nederlandsche kooplioden en nijveren hun
ri>ordeel kunnen doen.
In het tweede gedeelte lezen wij a* a. het vol
gende over'do handelsbetrekkingen met Nederland.
(Dl. I bl. 238)
„Van de tabak uit de Nederlandsche koloniën is
Duitschland de voornaamste afnemer, men raamt wat
van dit artikel jaarlijks naar Duitschland gaat, op
meer dan 30 millioen mark (Later, bl. 620, wordt
opgemerkt, dat de Duitsche fabrikanten de beste
Sumatratabak niet meer kunnen betalen, sedert door
het optreden der Amerikameu op de Nederlandsche
markt de prijzen zoo zijn gestegen).
Van de koffie, die in Nederland aan de markt
komt, neemt Pruisen regelmatig het grootste gedeelte.
Op de suikermarkt iu Nederland speelt thans de
bietsuiker de hoofdrol en niet als voorheen de riet
suiker; want de markt van Javasniker is naar Enge
land verlegd. Sedert Duitschland die niet meer noo-
dig heeft, heeft de Nederl. suikermarkt haar steun
verloren. De katoenhandel van Amsterdam en Rot
terdam is grootendeels naar Antwerpen verhuisd de
spinners in Nederland en Duitschland geven we
gens de betere scheepsgelegenheid tusschen Britscli-
Indië en Antwerpen en wegens de buitengewoon
verlaagde spoor vrachten van Antwerpen uaar Neder
land en Duitschland, de voorkeur aan Antwerpen en
voorzien zich rechtstreeks uit het land van productie,
met voorbijgang van tusschenpersonen.
„De invoer van tarwe, rogge, haver, gerst en an
dere graansoorten, meel en peulvruchten van Neder
land naar Duitschland, met inbegrip van hetgeen
uit Antwerpeu over Nederland naar Duitschland
komt, heeft sedert 1881 zeer aanzienlijke uitbreiding
gekregen. Het grootste gedeelte is voor Duitsche
rekening in Rusland en Oost-Pruisen rechtstreeks
besteld en gaat slechts als doorvoer door Nederland.
Daarentegen is de invoer van Duitsch tarwemeel
naar Nederland in de laatste jaren ontzaglijk toege
nomen, en aan de grenzen is een aantal molens
verrozen.
„In de veeteelt en don uitvoer van vee neemt
Nederland bij voortduring een eerste plaats inwat
de vroeger zoo aanzienlijke verzending naar Engeland
is verminderd, wegens belemmerende maatregelen daar
genomen, wordt opgewogen door stijgenden uitvoer
naar Belgiëook de uitvoer naar Duitschland is
belangrijk.
Van den uitvoer van versche, gedroogde en inge
legde groenten uit de Nederlanden, welke in de laatste
jaren tot een waarde van 22,/9 millioen gulden is
gestegen, gaat 9 millioen naar Engeland, 4Vs naar
Duitschland, 3 millioen naar Belgfe. Boter is vanouds
een dor voornaamste uitvoeriugsartikelen van Neder
land meu rekent dat er 900,000 melkkoeien in het
land zijnde uitvoer van boter is sedert 10 jaren
van 36 tot 63 millioen kilo gestegen, omdat de ver
vaardiging var. kunstboter er een zeer hooge vlucht
heeft genomen. Dat heeft echter ten gevolge gehad
dat de melkboter veel heeft geleden en Denemarken
ep Duitschland gelegenheid vonden op'de wereldmarkt
ats concurrenten op te treden. Engeland trekt de
meeste boter uit Nederland, dan volgt België
Duitschland slechts 300,000 a l'/g millioen kilo
's jaars."
Men verwacht dat de rijkskanselier Von Capriri
in de op heden te houdeD zitting van het Huis der
Heeren gelijke verklaringen zal aflèggen als in het
Huis van Afgevaardigden.
Aangaande de komst alhipr van prins Bismarck
is niets bekend.
De officieuze logenstraffing van het bericht omtrent
een Europeescli tolverbond heeft betrekking op het
via Parijs verbreide gerucht, dat de Keizer voor
nemens zou zijn, als blijk van toenadering, aan
Frankrijk concessiën te doon op bet gebied der ia
ën uitgaande rechten.
De zitting van den Pruisischen Landdag duurt
nog altijd voort, als is 't derde lezing der begrooting.
Nu wacht men ook nog een voorstel tot verhooging
van de tractementen der ambtenaren, zoodat er nog
sluiting der zitting nog geen sprake is.
Het Bismarck-denkmal vindt veel sympathie. Op
honderden plaatsen zijn reeds commissies gevormd on
het centraal-comité ontvangt dagelijks tal van bij
dragen. Er zgn giften bij van 10,000 M. en van 10 Pf.
De kleine bijdragon zijn meest alle vergezeld van
een bijschrift, waarin instemming met het plan wordt
betuigd.
Uit Weenen wordt gemeld
Te Biala hebben zeer ernstige ongeregeldheden
plaats gehad. Vierduizend werklieden trokken zingende
door de straten, en in de hoofdstraat werden alle
winkels vernield, en de tapperijen geplunderd. De
troepen deden twee salvo's en doodden elf personen;
velen werden gekwetst.
Te Bilitz en Fulnek beersoht groote ontsteltenis.
Volgens de katste berichten uit Wagstadt waren
dé onlusten aldaar van ernstigen aard. Een groot
aantal huizen zijn vernield en er is veel geld ge
stolen. Alle dieren, paarden en koeien zijn ge
dood.
De Italiaacsche pers is nog druk bezig met de
groote rede, welke de gewezen minister van financiën,
Magliaui te Napels heeft gehouden. Over het
algemeen luidt het oordeel over de financieele plannen,
gunstig, maar men ziet daarin geen program, dat als
eon regeeringsprogram voor de toekomst kan worden
beschouwd.
Van de buitenlandsche bladen sproken natuurlijk
vooral de Franschen, welke op geen bijzonderen
viiecdschappelgken voet staan met den heer Crispi,
over dezen aauval tegen deu minister-president.
De Temps, wier oordeel in dezen het meest waard
is, meent dat de politieke strijd tusschen de heeren
Crispi, Magliani en Nicoteia geen invloed kan hebben
op de buitenlandsche staatkunde. Van deze politieke
leiders denkt niemand er aan Italië af te scheiden
van het drievoudig verbond. Zelfs indien zij dit
wilden, zou het huu onmogelijk zijn een andere
buitenlandsche staatkunde te volgen.
v De Temps hecht daarom geen groote waarde aan
den veldtocht, dien de leiders der oppositie tegen
den heer Crispi zgn begonnen, en verwacht, dat
deze op een verzoening van alle politieke partijen
zal uitloopen.
Bg de verkiesing van twee commissies voor het
onderzoek der geloofsbrieven in de Portugeesche
Pairskamer zgn in de éen 5 en in de andere 4
progressisten gekozen, wat de Regoering niet
aaDgenaam is. Serpa Pinto werd bij den Koning ten
gehoore ontvangen en heeft vervolgens in het Huis
van Afgevaardigden zitting genomen.
De Belgische minister Beernaert zeide in de Kamer
van Vertegenwoordigers, dat de koning in zijne op
het feest in het beursgebouw gehouden rede duidelijk
heeft gezinspeeld op zijn voornemen, den Congo-Staat
aan België te vermaken. De minister voegde daarbg
de mededeeling, dat het lceningsontwerp voor den
Congo, waarvan in de dagbladen is gewaagd, niet bg
do Kamer zal worden ingediend, maar op het ge
schikte oogenblik zeer duidelijke en rechtstreeksche
voorstellen door de regeering bg de Kamer zullen
worden gedaan. De minister achtte het een voorname
daad op zgn loopbaan, de koning in het begiftigen
van België met eene zoo gewichtige kolonie te heb
ben geholpen.
Deze mededeeling werd door de rechterzijde
toegejuicht, doch de linkerzijde gaf geen toekenen
van instemming.
BURGEMEES^ERen WETHOUDERS van Gouda,
Gezien het besluit van den Commissaris des Konings
in de Provincie Zuid-Holland, van den 29u Maart
1890, A, n®. %l°/i 3e afd. (Prov. blad n°. 28) betref
fende dq beschrijving voor hot Patentrecht over
18*0/91 brengep ter algemeeue kennis
lo. Dat op den ln Mei aanstaande de beschrijviog
der patentplichtigen (Tabel 14, no. 37 tot 40) zij ode
de slijters, tappers, Koffiehuis-, kroeghouders, enz.,
zal aaiivangon, en dat de declaratoiren zullen worden
uitgereikt, die na verloop van drie dagen van wege
den Ontvanger per Directe Belastingen weder zullen
worden afgehaald. Gemolde patentplichtigen worden
herinnerd, aan dé bepalingen van art. 2 der Wet
van den 24n April 1843 {Staatsblad no. 16) dat zg
hun beroep niet mogep uitoefenen, dan nadat zij de
helft van hunnen t aanslag over het dienstjaar 18
hebben voldaan en nadat het verschuldigde over het
voorgaande jaapten volle zal zijn aangezuiverd, waar
van zal moeten- Idgjcen voordat de patentacten aan
henvzullen kuntaen worden afgegeveu.
2o. Dat de uitreiking der verklaringen in te vullen
door de gewone patentplichtigen over den jare 1890
beginnen zal den 8n Mei aanstaande en de weder-
inzameling zal plaats hebben acht dagen na de uit
gifte. De kooplieden of winkeliers, die buskruit willen
verkoopen of vuurwerken maken, worden herinnerd
aan Art. 21 der Wet van den 29n Januari 1815
{Staatsblad no. 7,) luidende: „Kooplieden of winkeliers
in steden, plaatsen of ten platten lando, welke bus
kruit willen verkoopen of vuurwerken maken, zullen
deze nering niet vermogen te doen, noch dit beroep
uitoefenen, zonder dat zulks op hun patent worde
uitgedrukt, op de boete van 500.enz. Ook zullen
diegenen, welke hunne goederen of waren tevens op
de wijze der kramers verkoopen, gehouden zijn op
hunne verklaringen daarvan melding te maken en
zich deswegens aan te geven, onverschillig of dit al
leen in de gemeente hunner woning, dan wel elders
plaats heeft."
3o. Dat de registers der patentplichtigen zullen
worden gesloten den 31n Mei aanstaande; terwijl de
belanghebbenden opmerkzaam worden gemaakt op de
bepaling van art. 18 en 37 der Wet van den 21n
Mei 1819 {Staatsblad no. 44,) haodeleDde zoo over
de verplichting van hen welke bg de algemeene be
schrijving zijn overgeslagen, als over de boeten bij
verzuim van en gebreken in de aangifte te verbeuren.
4o. Dat de eigenaars, vaste huurders of gebrui
kers, van binnen-vaartuigen ter bekoming van PATENT