k Buitenlandscii Overzicht. AFKONDIGING brengen. Dit kon des te objectiever geschieden, daar de quaes tie van vertrouwen in den minister geheel buiten spel blgft. De heer Mackay is op koloniaal gebied een nieuweling, die nog niets op zgn kerfstok heeft. Bij deze begrooting is de minister uit den aard der zaak uiterst voorzichtig geweest in sijne uitlatingen, terwijl de kamer niet dan eene afwachtende houding kan aannemen» zoodat deze defi nitieve begrootingswet eigenlijk niets anders is dan eene nieuwe oredietwet. Dat grondige behandeling vau de alles beheer- schende quaesties, den financioelen toestand en het Atjeh-vraagstuk, thans in het ^rainisterieele antwoord te eenenmale ontbrak, lijdt geen tegenspraak. Niet alleen sprekers der linkerzijde, ook de heer Van Nunen verhief een waarschuwende stem. Men moest bijna aannemen, dat de Minister van het rapport der koffie-comraissie geen kennis heeft genomen, als hjj zich over den ongekend lagen koffieoogst, die voor dit jaar wordt geraamd, troost met het waarschijnlijke overschot van het loopende jaar en met de overweging, dat afwisselende.oogsten regel zijn. Zoo gemakkelijk is het vraagstuk niet. Niet alleen dat, gelijk de heer Van Houten opmerkte, het waarschijnlijk overschot van het loopende jaar joist het gevolg is Tan dien lagen koffieoogst, die tot minder betaling aan de bevolking verplicht niet alleen dat, zooals de heer Van Nunen uitrekende, het waarsohijulijk deficit van 1891 onmogelijk op die wijzo te dekken is; maar vooral moet in hot oog worden gehouden, dat de bate uit de koffiecul tuur gestadig achteruitgaat en met elk jaar dus een grondige hervorming van het Indisch financie wezen, dat nog te zeer op die bate rust, noodzake lijker wordt. De heeren Van Nunen en Norman gaven te dien opzichte eenige weaken, terwijl de laatste het eindeloos overwegïngsstelsel hekelde, maar tevens bewees, dat de Minister nog wel eens wat meer te doen beeft dan het geheel te overzien, ook wel eeos tot details beeft af te dalen. Wat Atjeh betreft, werden bezwaren geoppérd tegen bet ongemotiveerd ter zijde stellen van een scheepvaartregeliug, terwijl door vele deskundigen is aanbevolen, en tegén de oppervlakkige wijze, waarop herstel van het Sultanaat wordt behandeld, zonder juiste aanduiding, wat met het Sultanaat bedoeld is en wat de politieke gevolgen zullen zijn van dat herstel. In de overtuiging, dat de tegen woordige blokkade niet afdoende is, in elk geval dat zij geen definitieve maatregel kan zijn^ waren alle sprekers, de heeren Van Dedem, Cremer* Guyot, Norman, het volkomen eens. Omtrent al deze punten schonk het debat weinig nader licht. De beer Mackay begint zeker de kunst te leereu om met het noodige zelfvertrouwen over de zaken en er ovör heen te praten, maar veel houvast voor de toekomst schonk hij niet. Het voor en tegen van blokkade en scheepvaart-regeling werd gewikt en gewogen, maar het deskundige betoog van den heer Guyot, dat met de bestaande hulpmiddelen de blokkade niet afdoende kan zijn, werd niet ontzenuwd, en de overwegende bezwaren tegen een scheepvaartregeling werden niet aan gewezen. Het algemeen debat liop ten einde. Wij teekenen daaruit nog aan het teleurstellende bescheid, dat /^veen mijnwet, sinds 7 jaren aanhangig, nog niet kon worden toegezegd; het verblijdend bericht, dat de „De Ruyter" eindelijk gaat repatrieerenwat den nog tamelijk jong hebben uitgezien zoo hij wat rechter en niet zoo voorover geloopen had hetgeen meer het gevolg was van een verkeerde gewoonte dan wel van hoogen leeftijd. Zijne verstandige, vriendelijk in de rondte kijkende oogen droegen een brilin zijne kloeding was keurige netheid, ja zelfs zekere mate van elegance op te merken. Zijne met parel grijze handschoenen bedekte handen hielden een onberispelijken hoed vastmen bemerkte echter da delijk dat hij beefde, zijn anders frisch gelaat was thans bleek en zijne lippen trilden vai^ aandoening. Isabella Burton schrikte toen zij hem zag en «eidc „Mijn God, wat ziet gij er uit, papa Harvey?" Hem tegemoet ijlendlegde zij baar band op zijne schouders en riep„Zeg mij vóór alles dit eene leeft Frank nog? Sinds gisteren sta ik een doode- lijken angst uit „Of htf nog leeft De oude man keek haar bijna zinneloos aan. „Zeker leeft hij nog. Maar het ware beter, dat bij dood was en de zon van onzen lieven Heer nooit meer over zich zag schijnen! O Isabella, en zulke woorden moet zijn oude vader tot u zeg gen, arm kindantwoordde Mr. Harvey met som bere, bijna niet verstaanbare stem. „Maar, weet gij het dan ai „Niets volstrekt' niets weet ik, doch ik ver moed en vrees iets ontzettends, daar ik gisterenavond hier beneden Mr. William ontmoette, bleek en ont daan en die zich eenige woorden liet ontvallen, die zonden doen denken dat hij o Godeen mis- heer Land aanleiding gaf op tgdige aflossing in dan vervolge aan te dringeneindelijk dat een kort maar piqnant Billiton-debat de zitting sloot, waarin de heer Van - Kerkwijk terecht de regeering het gewicht harer verantwoordelijkheid onder het oog hield. De Surinaamsche quaestio denkelgk heden. Door de heeren Schlienuum Co. te Linden bg Hannover, vertegenwoordigd door den heer T. F. Bierhorst te Haarlem is het verzoek goricht aan het gemeentebestuur van Amsterdam voor rekening en risico der aanvragers een straat als proeve te doen bevloeren met caoutchouc. Te Berlgn en Hamburg zgn ook besftratiugen van oaoutcbouc gelegd en bleken aan de verwachting te beantwoorden. Te Keulen zal dezen zomer de Scbillergasse, een der drukste straten, met caoutchouc- bestrating worden belegd. De Opmerker bevat een artikol, waarin o. a. het volgende voorkomt; De caoutchouc-beetrating bestaat uit oaoutchouc- maasa en meel van steen uit de hardst mogelijke steensoorten (graniet* basalt, dolomiet enz). De caoutchouc-massa vormt het bindend middelonge veer op de wijze als kalk en cement, bindt de'caout- chouc-massa onder persing en verwarming, maar verliest nooit hare bindingskracht. Het oude weder opgebroken materiaal behoudt dus zijn waarde. Door de verwarming wordt de caoutchouc-massa week en vult de holten tusschen de vast saamge- perste steenstukjes volkomen, 'zoodat eene compacte, homogene verbinding ootstaat. Caoutchouc-plaveisel wordt in poedervorm op eene onderlaag van beton gelegd, die voor rijwegen 30 cM. en voor trottoirs 10 cM. dik is. Het beete poeder wordt zooveel mogelijk gelijk matig op het beton verdeeld en met eene r.g, welke het profil van de te maken straat heeft, herhaalde lijk afgestreken tot het overal gelijkmatig dik is. De mas9a wordt daarna met heete rollen en stam pers saamgeperst en ten slotte gelijk gemaakt. Na eenige uren is de massa koud en kan zij dadelijk in gebruik genomen worden. Het verkeor ep dit plaveisel geeft weinig gedruisch. Me$ betrekking tot den invloed van bet weder is het caoutchouc-plaveisol een uitmuntend materiaal warmte van 100® C., noch koude van 40® C. beeft daarop eeuigen invloed, en bij strenge koude zullen geen scbeurljes of barsten ontstaan. Hierdoor ver-, klaart zich ook de door de practgk bevestigde ge? ringe slijtage. In Hannover zijn de eerste proeven er mede ge nomen op de Göthe-Brücke, in concurrentie met gestampte asphalt. Nadat de gummibestrating zich gedurende 2 jaar uitstekend gehouden had, zijn vervolgens 1000 M. rijweg in de Prinsstraat, en eene grootere oppervlakte trottoirs ic de Georgstraat enz. gemaakt. Volgens proeven, in Maart 1887 door het koninkl. proefstation voor bouwmaterialen en andere genomen, draagt de caoutchouc-bestrating bij een dikte van 50 mM. 420 kilo per cM9. trottoirs van 25 mM. dikte 340 kilo per cM8. Het specifiek gewicht van caoutchouc-materiaal is 2.114. Om te onderzoeken of het gecomprimeerde mate riaal tegen den invloed van het weder bestand is, werd het gedurende een half uur in eene oplossing van 2 pCt. ijzervitriool, 2 pCt. kopervitriool en 10 pCt. keukenzout gekookt, waarbij de stukken vol daad op zijn geweten bad 1" Vol wanhoop wrong zij hare'handen. „Neen, Isabella! Een misdaad ia, den Hemel zij dank, niet begaan 1 Maar zwaar zeer zwaar heeft hij mijn zoon gestraft, hoeft hij een hem aangedane beleedjging mijn zoon betaald gezetDe oude heer liet zijn hoofd in «ijne handen zinken. „Ach kind en nu is Frank weg gevlucht God weet waarheen 1" Doodsbleek stond miss Burton voor hem. Nog had zij den zin zijner woorden niet geheel begrepen. Eén ding was ha ir echter duidelijk William scheen niet de schuldfge te zijn. Als -een centenaarslast viel haar dit van het hart er mocht voorgevallen zijn wat er wilde, dat ergste had God $ehikkig verhoed Terwijl zij den ouden, wreed gewonden man met haar arm omvatte, riep èg op teederen toon „Lieve, beste papa HarveyIk kan u niet zoo troosteloos zien. Uw smart snijdt mij door de ziel. Zoo erg 2al het nog wel niet wezen, kom, moed gevat! Alles zal zich nog wel ophelderen. Kom, neem nu eerst eens plaats en ga zittenGij kunt nauwlijks op uwe boenen blijven staan." Zij geleidde hem daarop naar een gemakkelijken stoel en dwong bem met zachten drang daarin te gaan zitten. Toen knielde zij voor hem neder en keek hem vol deolneming aan. „Ach Isabella, zoo erg zal het wel niet wezen meent gij? Maar erger kan het al niet. Alles is verloren, letterlijk alles, de achting, de eer en bijna komen gaaf bleven. Eenige stukken van hetzelfde materiaal wérden eerst gedurende 75 uur in eene oplossing van 3 pCt. zoutzuur en vervolgens gedurende 60 uren iu eene oplossing van 5 pCt. zoutzuur ge legd daarna was er geene verandering bij het uit halen aan waar te nemen. Versche gestampte asphalt draagt, volgen. Hauen- Schild en Dietrich, slechts 52 kilo en oude gestampte asphalt, 93 kilo per cM.' Tn zgn laatsten brief aan de „Indépendance" verhaalt de correspondent van dit blad van de dwergen, die Stanley aantrof in het woud van den Arruwimi. Zij zgn het ongetwijfeld, omtrent wie Herodotus constateerde, dat zg 400 jaren voor Ohr. geb. be stonden. Wat echter Herodotus nooit vermoed heeft, is, dat deze soort van menschen in zgn tijd reeds een verleden achter zich hadden van 2500 jaren. Stanley heeft de dwergen, van wie een aantal 41/, maand lang bg zgn korps vertoefde, grondig kunnen bestudeeren, en hij is in de gelegenheid geweest, het bewgs te erlangen, dat z'g* reeds vijftig eeuwen het zelfde gedeelte van den aardbol bewoond hebben. In hunne geschiedenis is die van alle zwarte rassen en van de betrekkingen van dezen tot de andere rassen inbegrepen. Het karakter dezer kleine menschen is edel en fier Ofschoon verspreid over eene groote uitgestrektheid, houdt een politieke en sociale orga nisatie, op aristocratiscbo leest geschoeid, hen bijeen. Zij hebben een koningin, een fijn gevormd en zeer intelligent vrouwtje. Zij was bet, die oene nadere ken nismaking tusschen Stanley's expeditie en hare onder danen mogelijk maakte. En merkwaardig is, dat deze goed geproportionneerde,olijfkleurige dwergen de Europeanen van het korps oneindig minder wantrouw den, dan de afrikaansche leden der expeditie. Stanley heeft getracht, eenige dwergen mede te nemen naar de kust, teneinde ze verder naar Europa over te brengen, maar het kleine volk kon niet tegen droga lucht. Zoodra zij het vochtige bosch verlaten hadden, kregen zg de koorts en vielen als dood neder. Geen van hen heeft levend de kust bereikt. De koningin bleek zeer nieuwsgierig te zijnzij wilde met alle geweld de streken zien, waar de blanken wonen, maar gelukkig zag zg er op het laatste oogenblik van af, Stanley te vergezellen. In het boek van Stanley zd< men eene afbeelding van hqt dwergenras zien. Een zeer koelbloedige dubbele moord is Vrgdag avond te Parijs gepleegd. De misdadiger was Char les Bousquet, een oud ambtenaar bij het gerechts hof, zes en dertig jaar oud en te Moisy-le-Sec bij Parijs wonende. De slachtoffers waren zijn schottm- zuster Juliette Droüard en Pagny, Juliette® patroon, een advocaat. Vijf maanden geleden ontvluchtte Ju liette het huis van haar schoonbroeder,"wiens roaitres zij was en kwam in dienst als kindermeisje bij de familie Pagny. Bousquet had spoedig ontdekt waar zijn vroegere geliefde woonde en kwam verscheidene malen bij haar, verzoekende om weder met hem te willen leven. Vrijdagavond omstreeks zeven uur, kwam Bousquet weder, werd in de keuken toegelaten en eensklaps zag Juliette haar schoonbroeder voor zich. De ongelukkige vrouw wilde hem niet te woord staan en weigerde hem te volgen. De moordenaar haalde toen koelbloedig een revolver te voorschijn en schodt vijf keer op baar. De beer en mevr. Pagny stormden op het geluid der schoten daar de keuken en' mr. ar het geld 25000 dollars! Gij zijt voor die som ópgelicht; hoort gij Bell opgelicht! En dat wel door mijn eigen zoon, uw aanstaande echtgenoot! O God, o Goé! ik overleef het niet!" riep,hy op hartverschefirenden toon. Gelijk een marmerbeeld, strak, onbewegelijk en zwijgend stond het jonge meisje nu voor hem. «Maar bij de eer van den ouden HarveyGij zult dat geld tot op den laatsten penning toe terug hebben, kindZijne bevende handen «treken ze nuwachtig over hare lokken. „Ik blijf n daarvoor borg, al moest ik ook dag en nacht in het zweet mijns aanschijns daarvoor werken. In het vertrouwen op Frank'# eerlijkheid gaaft gij die groote som, Isa bella, en ik zelf verzocht u daarom en deed menig goed woordje voor den jongen! Als een bedrieger sta ook ik nu voor u, alsof ik met hem één valsch spel speelde! Slechts 15000 dollars heeft hg bij 8mith en Co. gestort, het overige is verdobbeld!" „Wat spreekt gij daar toch, papa Harvey, ach laat dat getft toch rusten! Het is werkelgk niet de moeite daarovèr zooveel woorden vuil te maken," riep miss Burton, terwijl zij zijne hadden streelde. „Vertel mij nu het overige dat, wat er is voorgevallen tusschen William en Frank!" „Dat weet gg dus nog niet? mijn hoofd is zoo verward door al die vreeselijke gebeurtenissen zeidede oude man, als ontwakend uit een diep gepeins. I Wordt vervolgd). Pagny wilde den moordenaar arresteoren. Deze richtte toen zijn wapen op hem en schoot den laatsten kogel af die hem doodelijk in de maagstreek wondde. Daarna snelde Bousquet voort en zeide in 't voorbij gaan tot mevr. Pagny „Het spijt mij van uw echt genoot." De moordenaar werd spoedig gearresteerd. Mr Pagny stierf Zaterdagmorgen aan zijn wonde. Toén de moordenaar met het lijk van Juliette werd geconfronteerd, werd hij doodsbleek en viel in zwijm. Hij was zoo ziek dat de magistraten hun onderzoek ff moesten uitstellen. Japan zal binnenkort voor 't eerst verkiezingen hotiden voor zgn Huis Tan Afgevaardigden, en een tirtgvorming is er nu in staat van wording. Voor- snds dingen nog een groot aantal partijen en frac- tiën naar de e?r om in aanmerking te komenzoo bestaat er eene „nationale," eene „vaderlac isclie» on een o „revolutionnaire" groep, de „Kokumim-ha," de „Aikoku-koto" en de „Kokkeuto;" verder zijn er nog de „Daido dankeuto," de „Kanzei daido," de „Kuishui dosbikai," de Chotei-ba" en nog ettelijke anderen. In die chaos zijn echter duidelijk de hoofd lijnen te ontdekken, waarop ook in Japan oen con servatieve, een liberale en een radicale richting bezig zgn zich te vormen, de „Hosbu-to," de Kais-h'in- to" en de „Juyi-to," allen onder grafelijke aanvoe ring de leider der „Hoshu-to" is burggraaf Torio; graaf Okuma voert de „gewone liberale heeren" aan, en o gruwel 1 graaf Itagaki is de chef van het radikaille. De radicale partg heoft 82 eischen iii haar pro gram strikte naleving der constitutiebeperking van het erfrecht; afschaffing der bevoegdheid om nieuwe adellijke titels te verleenen verantwoordelijke minis teries administratieve roebtspraakde Jury in straf zaken; benoeming der gouverneurs, prefoeten en districtshoofden door middel van verkiezingentrac- taten op den voet van wederzijdsche gelijkheiduit breiding van het onderwgsvrijheid van spreken en vergaderenafschaffing van het recht der politie agenten om oen zwaard te dragenhet recht voor het parlement om hoogq ambtenaren in staat \an beschuldiging te stellenverkorting van den ver plichten militairen diensttijdipkrimping van het aantal ambtenaren zuinighoidHn 's lands uitgaven; de grondbelastiug lichter en de inkomstenbelasting ^waarder in den zin van progressie, met eene bijzon dere belasting op de inkomsten van den adel verla ging van dön censusbepaling dat dé waardigheid 'Van geheimraad eu hofraad voortaan alleen als eore- titel zal worden toegekend enz. enz. Ean belangrijk werk is in den koninklijken boek handel van E. S. Mittlerf und 8ohn te Berlijn ver schenen. Het bevat een zeer uitvoerig overzicht van handel en nijverheid in Duitschland over de jaren 1884 tot 1888. - De Duitsche kamers van koophandel bezitten namelijk reed9 vele jaren, wat de Nederlandsche sedert haar oprichting in 1851 niet hebben weten tot stand te brengen, 'een onderlinge band, waardoor ze in staat zgn de gemeenschappelijke belangen geregeld te bespreken en invloed te oefenen op de wetgeving en de bemoeiingen van regeering en overheden. Hare afgevaardigden komen jaarlijks bijeen tot een „Handelsdag", en deze bijeenkomsten worden geleid en voorbereid door een blijvend Bestuur. Een der goede gevolgen van die samenwerking is reeds geweest, dat van 1880 af, jaarlijks een overzicht is in het licht gegeven van het „Deutsche Wirth- schaftjahr", verzameld en geordend uit de verslagen der verschillende Kamers. Na 1883 moest de voort zetting tijdelijk worden gestaakt, maar thans heeft de algemeen© secretaris die leemte aangevuld, door het uitgeven van een hoogst belangrijk overzicht, dat nu de jaren 1884 tot 1888 omvat. *Twee dooien zijn reeds verschenen, die te zarnen ruim 1300 bladzijden tellen; het derde deel zal weldra volgen met een uitvoerig alphabetisch register. Men vindt in de eerste honderd bladzijden van dit werk eeg groot aantal statistische mededeelingen over den economischen toestand var. Duitschland, o. a. over de uitkomsten der beroepstelling van 4882, het bankwezen, de verzekering, den loop der prijzen, de vervoersmiddelen enz. Dan volgt een uitvoorig overzicht van den algemeenen toestand van handel en nijverheid in het behandelde vijfjarig tijdvak, tevenB in verband met de berichten uit andere tlandqn. Vervolgens worden de verschillende groepen van voortbrengselen afzonderlijk aangegeven en in alle ojiderdeelon behandeld. Het is een werk, waaraan blijkbaar groote zorg is besteed en dat stellig veel bevat, waarmede ook onze Nederlandsche kooplioden en nijveren hun ri>ordeel kunnen doen. In het tweede gedeelte lezen wij a* a. het vol gende over'do handelsbetrekkingen met Nederland. (Dl. I bl. 238) „Van de tabak uit de Nederlandsche koloniën is Duitschland de voornaamste afnemer, men raamt wat van dit artikel jaarlijks naar Duitschland gaat, op meer dan 30 millioen mark (Later, bl. 620, wordt opgemerkt, dat de Duitsche fabrikanten de beste Sumatratabak niet meer kunnen betalen, sedert door het optreden der Amerikameu op de Nederlandsche markt de prijzen zoo zijn gestegen). Van de koffie, die in Nederland aan de markt komt, neemt Pruisen regelmatig het grootste gedeelte. Op de suikermarkt iu Nederland speelt thans de bietsuiker de hoofdrol en niet als voorheen de riet suiker; want de markt van Javasniker is naar Enge land verlegd. Sedert Duitschland die niet meer noo- dig heeft, heeft de Nederl. suikermarkt haar steun verloren. De katoenhandel van Amsterdam en Rot terdam is grootendeels naar Antwerpen verhuisd de spinners in Nederland en Duitschland geven we gens de betere scheepsgelegenheid tusschen Britscli- Indië en Antwerpen en wegens de buitengewoon verlaagde spoor vrachten van Antwerpen uaar Neder land en Duitschland, de voorkeur aan Antwerpen en voorzien zich rechtstreeks uit het land van productie, met voorbijgang van tusschenpersonen. „De invoer van tarwe, rogge, haver, gerst en an dere graansoorten, meel en peulvruchten van Neder land naar Duitschland, met inbegrip van hetgeen uit Antwerpeu over Nederland naar Duitschland komt, heeft sedert 1881 zeer aanzienlijke uitbreiding gekregen. Het grootste gedeelte is voor Duitsche rekening in Rusland en Oost-Pruisen rechtstreeks besteld en gaat slechts als doorvoer door Nederland. Daarentegen is de invoer van Duitsch tarwemeel naar Nederland in de laatste jaren ontzaglijk toege nomen, en aan de grenzen is een aantal molens verrozen. „In de veeteelt en don uitvoer van vee neemt Nederland bij voortduring een eerste plaats inwat de vroeger zoo aanzienlijke verzending naar Engeland is verminderd, wegens belemmerende maatregelen daar genomen, wordt opgewogen door stijgenden uitvoer naar Belgiëook de uitvoer naar Duitschland is belangrijk. Van den uitvoer van versche, gedroogde en inge legde groenten uit de Nederlanden, welke in de laatste jaren tot een waarde van 22,/9 millioen gulden is gestegen, gaat 9 millioen naar Engeland, 4Vs naar Duitschland, 3 millioen naar Belgfe. Boter is vanouds een dor voornaamste uitvoeriugsartikelen van Neder land meu rekent dat er 900,000 melkkoeien in het land zijnde uitvoer van boter is sedert 10 jaren van 36 tot 63 millioen kilo gestegen, omdat de ver vaardiging var. kunstboter er een zeer hooge vlucht heeft genomen. Dat heeft echter ten gevolge gehad dat de melkboter veel heeft geleden en Denemarken ep Duitschland gelegenheid vonden op'de wereldmarkt ats concurrenten op te treden. Engeland trekt de meeste boter uit Nederland, dan volgt België Duitschland slechts 300,000 a l'/g millioen kilo 's jaars." Men verwacht dat de rijkskanselier Von Capriri in de op heden te houdeD zitting van het Huis der Heeren gelijke verklaringen zal aflèggen als in het Huis van Afgevaardigden. Aangaande de komst alhipr van prins Bismarck is niets bekend. De officieuze logenstraffing van het bericht omtrent een Europeescli tolverbond heeft betrekking op het via Parijs verbreide gerucht, dat de Keizer voor nemens zou zijn, als blijk van toenadering, aan Frankrijk concessiën te doon op bet gebied der ia ën uitgaande rechten. De zitting van den Pruisischen Landdag duurt nog altijd voort, als is 't derde lezing der begrooting. Nu wacht men ook nog een voorstel tot verhooging van de tractementen der ambtenaren, zoodat er nog sluiting der zitting nog geen sprake is. Het Bismarck-denkmal vindt veel sympathie. Op honderden plaatsen zijn reeds commissies gevormd on het centraal-comité ontvangt dagelijks tal van bij dragen. Er zgn giften bij van 10,000 M. en van 10 Pf. De kleine bijdragon zijn meest alle vergezeld van een bijschrift, waarin instemming met het plan wordt betuigd. Uit Weenen wordt gemeld Te Biala hebben zeer ernstige ongeregeldheden plaats gehad. Vierduizend werklieden trokken zingende door de straten, en in de hoofdstraat werden alle winkels vernield, en de tapperijen geplunderd. De troepen deden twee salvo's en doodden elf personen; velen werden gekwetst. Te Bilitz en Fulnek beersoht groote ontsteltenis. Volgens de katste berichten uit Wagstadt waren dé onlusten aldaar van ernstigen aard. Een groot aantal huizen zijn vernield en er is veel geld ge stolen. Alle dieren, paarden en koeien zijn ge dood. De Italiaacsche pers is nog druk bezig met de groote rede, welke de gewezen minister van financiën, Magliaui te Napels heeft gehouden. Over het algemeen luidt het oordeel over de financieele plannen, gunstig, maar men ziet daarin geen program, dat als eon regeeringsprogram voor de toekomst kan worden beschouwd. Van de buitenlandsche bladen sproken natuurlijk vooral de Franschen, welke op geen bijzonderen viiecdschappelgken voet staan met den heer Crispi, over dezen aauval tegen deu minister-president. De Temps, wier oordeel in dezen het meest waard is, meent dat de politieke strijd tusschen de heeren Crispi, Magliani en Nicoteia geen invloed kan hebben op de buitenlandsche staatkunde. Van deze politieke leiders denkt niemand er aan Italië af te scheiden van het drievoudig verbond. Zelfs indien zij dit wilden, zou het huu onmogelijk zijn een andere buitenlandsche staatkunde te volgen. v De Temps hecht daarom geen groote waarde aan den veldtocht, dien de leiders der oppositie tegen den heer Crispi zgn begonnen, en verwacht, dat deze op een verzoening van alle politieke partijen zal uitloopen. Bg de verkiesing van twee commissies voor het onderzoek der geloofsbrieven in de Portugeesche Pairskamer zgn in de éen 5 en in de andere 4 progressisten gekozen, wat de Regoering niet aaDgenaam is. Serpa Pinto werd bij den Koning ten gehoore ontvangen en heeft vervolgens in het Huis van Afgevaardigden zitting genomen. De Belgische minister Beernaert zeide in de Kamer van Vertegenwoordigers, dat de koning in zijne op het feest in het beursgebouw gehouden rede duidelijk heeft gezinspeeld op zijn voornemen, den Congo-Staat aan België te vermaken. De minister voegde daarbg de mededeeling, dat het lceningsontwerp voor den Congo, waarvan in de dagbladen is gewaagd, niet bg do Kamer zal worden ingediend, maar op het ge schikte oogenblik zeer duidelijke en rechtstreeksche voorstellen door de regeering bg de Kamer zullen worden gedaan. De minister achtte het een voorname daad op zgn loopbaan, de koning in het begiftigen van België met eene zoo gewichtige kolonie te heb ben geholpen. Deze mededeeling werd door de rechterzijde toegejuicht, doch de linkerzijde gaf geen toekenen van instemming. BURGEMEES^ERen WETHOUDERS van Gouda, Gezien het besluit van den Commissaris des Konings in de Provincie Zuid-Holland, van den 29u Maart 1890, A, n®. %l°/i 3e afd. (Prov. blad n°. 28) betref fende dq beschrijving voor hot Patentrecht over 18*0/91 brengep ter algemeeue kennis lo. Dat op den ln Mei aanstaande de beschrijviog der patentplichtigen (Tabel 14, no. 37 tot 40) zij ode de slijters, tappers, Koffiehuis-, kroeghouders, enz., zal aaiivangon, en dat de declaratoiren zullen worden uitgereikt, die na verloop van drie dagen van wege den Ontvanger per Directe Belastingen weder zullen worden afgehaald. Gemolde patentplichtigen worden herinnerd, aan dé bepalingen van art. 2 der Wet van den 24n April 1843 {Staatsblad no. 16) dat zg hun beroep niet mogep uitoefenen, dan nadat zij de helft van hunnen t aanslag over het dienstjaar 18 hebben voldaan en nadat het verschuldigde over het voorgaande jaapten volle zal zijn aangezuiverd, waar van zal moeten- Idgjcen voordat de patentacten aan henvzullen kuntaen worden afgegeveu. 2o. Dat de uitreiking der verklaringen in te vullen door de gewone patentplichtigen over den jare 1890 beginnen zal den 8n Mei aanstaande en de weder- inzameling zal plaats hebben acht dagen na de uit gifte. De kooplieden of winkeliers, die buskruit willen verkoopen of vuurwerken maken, worden herinnerd aan Art. 21 der Wet van den 29n Januari 1815 {Staatsblad no. 7,) luidende: „Kooplieden of winkeliers in steden, plaatsen of ten platten lando, welke bus kruit willen verkoopen of vuurwerken maken, zullen deze nering niet vermogen te doen, noch dit beroep uitoefenen, zonder dat zulks op hun patent worde uitgedrukt, op de boete van 500.enz. Ook zullen diegenen, welke hunne goederen of waren tevens op de wijze der kramers verkoopen, gehouden zijn op hunne verklaringen daarvan melding te maken en zich deswegens aan te geven, onverschillig of dit al leen in de gemeente hunner woning, dan wel elders plaats heeft." 3o. Dat de registers der patentplichtigen zullen worden gesloten den 31n Mei aanstaande; terwijl de belanghebbenden opmerkzaam worden gemaakt op de bepaling van art. 18 en 37 der Wet van den 21n Mei 1819 {Staatsblad no. 44,) haodeleDde zoo over de verplichting van hen welke bg de algemeene be schrijving zijn overgeslagen, als over de boeten bij verzuim van en gebreken in de aangifte te verbeuren. 4o. Dat de eigenaars, vaste huurders of gebrui kers, van binnen-vaartuigen ter bekoming van PATENT

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2