Buitenlandscli Overzicht.
minister ontving de hulde aller sprekers voor deze
wetten.
Het korte debat liep grootendeels terzijde van de
wetten. AUeen de vraag van den heer Van Roijea
raakte een bepaling in de wet op de weduwen-
pensioenen geldt de bepaling, dat de ambtenaar, die
na zijn 60e jaar trouwt, voor zijn weduwe en weezen
het recht op pensioen verbeurt, alleen voor de toe
komst of ook voor 't verledon De quaestie was do
aandacht der Tweedo Kamer ontsntqit, en dan ook
niet met zoovele woorden uitgemaakt, maar met den
Minister zouden wij haar beantwoorden in dien zin,
dat ten deze alle ambtenaren over een kahi geschoren
moeten worden.
Meer strijd ontstond er bij het wetsontwerp op
het dragen van wapenen. Eene weluitgeruste op
positie kwam in het vuur, schoon niet met nieuwe
wapenen. Ten slotte werd het wetje mot 25 tegeq
22 steramen aangenomen.
Tweede Kamer. Zitting van Woensdag 7 Mei.
Aan de overzijde van het Binnenhof was men
ook aan de pensioenen bozig; daar gold hei echter
de mindere ambtenaren bij marine en leger. Het
was een practisch debat, waarbij alleen de heer
Hintzen de theoretische vraag opwierp of pensioen
een recht is of een gunst. Gelukkig verdiepte men
zich niet al te zeer in deze quaestie, maar beijverde
men zich de onder handen zijnde wet zoo goed moge
lijk te maken.
1 Bij de behandeling der artikelen werd het stelsel
der Regeering behouden. Verschillende amende
menten echter, die den toestand voor de gepensio
neerden gunstiger maken, vonden genade bij de
Kamer. Het stelsel is nu, dat aanspraak op pensioen
wordt verkregenlo. op 60-jarigen leeftijd, mits na
een diensttijd van 20 jaren, 2ö. ter zake van ver
wonding, verminking, ziels- of lichaamsgebreken, ver
kregen in en doo* uitoefening van den dienst, als
die gebreken den persoon binnen een jaar tot de
verdere waarneming zijner werkzaamheden voor altijd
ongeschikt maken So. ter zake van ongeschiktheid
voor altijd, op andere wijze veroorzaakt, behalve door
eigen schuld, mits de persoou tien jaren dienst heeft
en op geen andere wijze iu zijn levensonderhoud kan
voorzien. Het minimum der pensioenen, door de
Regeering aanvankelijk op 5>0, daarna op 100
bepaald, is door de Kamer zonder verzet van de zyde
der Regeering tot 150 verhoogd. Het pensioen
wordt in geval l gesteld, voor ieder jaar dienst,
tot een maximum van 40 jaar, op een vierhon
derdste van het in de laatste vijf jaren verdiende
loon. De Kamer heeft, op voorstel van den heer
Rooseboora, besloten niet de laatste vijf jaren, maar
de gunstigste vijf der laatste tien te nemen,. In ge
val 2 geldt dezelfde berekening, doch met een mini
mum vah 20 jaren. In geval 3 is het pensioen */4
van dat is hot tweedo geval Eindelijk nog, wordt
in geval 2, wanneer de persoon buiten staat is door
handenarbeid in zijn levensonderhoud te voorzien,
steeds het maximum van 40 jaren gerekend.
Nog wordt een aanspraak op pensioen verleend
aan hen, die minstens 10 jaar in dienst zijn geweest
en dan ontslagen worden ten gevolge van een be
stuursmaatregel.
Men bleef steken bij een amendement van den
heer Heldt, die ook aanspraak wil geven op pensioen
bij ontslag op verzoek na<10jarigen diensttijd. De
beide ministers hadden daarnaar geen ooren, doch
misschien dat zij heden zich laten vinden voor een
Toch waren de beroemde acteurs en actrices ook
in dit stadje niet geheel onbekend. Als in de meeste
kleine plaatsen werden ook hier de groote bladen
van A. tot Z. gelezen en ook \an de rubriek „kumt-
nieuKs" nam men geregeld kennis, waarin telkens
en telkens weêr de talenten van genoemde artisten
werden verheerlijkt, zoodat men hunne namen en het
genre, waarin zij uitmuntten, evengoed kende als de
beste schouwburg-habitué ter wereld. Vooral de
beroemde actrice Mevrouw was het, die men
hoogst gaarne wilde zien spelen. Bij al de loftui
tingen, haar in de courant toegezwaaid, was dat een
algemeen verlangen, dat nu gelukkig zou worden
vervuld.
Geen wonder alzoo, dat de persoonlijke kennis
making met het gezelschap met belangstelling werd
te gemoet gezien. Men was zelfs meer of min zenuw
achtig Eén beroemd persoon is vaak reeds in staat
het brein van een gewoon burgerraensch i:i de war
te brengen, hoeveel te meer dan een heel gezelschap
van dergelijke grootheden!
Of men het wilde bekennen of niet, er heerschte
zekere vrees, dat men een gek figuur zou slaan
tegenover lieden, die gewoon waren in zulk oen
goede omgeving te verkeeren. Zelfs meer of min
van de wereld afgezonderd levende, ziet men onwil
lekeurig op tegen hen, die daarin thuis ziju en hoe
wel men alles zou doen om zijn beste voetje voor
te zetten, was men niet geheel gerust, dat alles goed
zou afloopen. Hier en daar kon men het nog niet
bemiddelingsvoorstel van den heer Seret, die daarbij
20jarigen in plaats van lOjarigen diensttijd verlangt.
In het algemeen worden de peulvruchten, als
snijboonen, erwten, linzen, enz. als voedingsmiddelen
beschouwd, die het vleasch bij de voeding kuunen
vervangen. Men gaat daarbij uit van het bewezen
feit, dat zy, evenals vleesch, ryk zijn wn eiwit
maar van de nog onbewezen stolling, dat dit ook
evengoed verteerbaar is. Hebben evenwel de daariu
voorkomende eiwitstoffen of andero stikstof-verbin
dingen dezelfde voedingswaarde
Prausnitz heeft, volgens (kt lAtndb. Crt. dienaan
gaande verschillende proeven genomen, die o. a. do
volgende uitkomst hebben gegeten.
Van de hoevoelheid stikstof (als eiwit enz.) in
vleesch, werd slechts 2,65 pCt. niet verteerd en dus
in de afscheidingen teruggevonden, voor eieren was
deze hoeveelheid 2,60 pCt., voor melk 11,8 pCt.
Daarentegen klom het niet-verteerde gehalte tot
27,82 pCt. bij orwten, ingeval hiervan per dag 835
(droge stof) gebruikt werd. Bij snijboonen werd 82
pCt. van de stikstof toruggevonden, bij wittebrood
22,2 pCt. bij ryst 20,4 pCt. en bij zwart roggebrood
32 pCt.
Prausnitz trekt hieruit de slotsom, dat het niet
raadzaam is te veel zadon van peulvruchten te eten;
zij. moeten slechts dienen tot aanvulling van het eiwit
dat is ander voedsel, arm aan eiwit, ontbreekt.
Slechts met andero plantaardige spijzon gebruikt,
hebben de zaden der peulvruchten een hooge waarde
voedsel.
In een vlugschrift bij Gebr. Schroder te Amster
dam verschenen, over «de longtering en hare be
handeling" betoogt de arts J. Nord, officier van ge
zondheid, dat het verdwijnen dier ziekte volstrekt
göen onmogelijke zaak is, mits men haar in de obr-
zaken bestrijdt, d. i. iu het dierlijk voedsel dat de
ziekte kan overbrengen, *uits men dus wake voor be
hoorlijke zorg en onderzoek van het vee en-de melk,
en voorts bij de zieken de noodige voorzorgen neme
tegen overbrenging der besmetting op anderen.
Het eigenaardige van dit vlugschrift is het plan,
dat de schrijver oppert voor de verpleging van borst-
lijders. In plaats van hen veraf naar hooge berg
streken of warme luchtstreken te zenden, waar zij toch
niet veilig ziju tegen schadelijke invloeden, geeft hij5'
den raad hier te lande eeen Villapark aan te leggen,
dat zich aansluit aan een afzonderlijk Sanatorium
waar geen zieken wogen woueu, en aan een over
dekten mohsterwintertuin, waar steeds een gelyk-
matige warmte heerscht en de lucht voldoend water
gehalte bezit. Alles kan in zulk een inrichting
worden geregeld naar de voorschriften der gezond
heidsleer. Geen ander land bezit nog zulk een in
stelling. Zal Nederland het voorbeeld geven
Dat het denkbeeld aanbeveling verdieat, blijkt uit
de voorrede, die do beer H. J. Wilson, de dirigee-
rende officier van gezondheid le klasse aan het mili
tair hospitaal te Amsterdam bij het vlugschrift beeft
gevoegd. Wij lezen daar het volgende oordeel over
dit boekje
«Duidelijk en voor ieder verstaanbaar wordt hior
het gevaar aangetoond, dat er bij verpleging van
teringlijders, in het buisgezin, voor hunne omgeving
ontstaat.
„Ernstig wordt op het gevaar van met tuberkel-
goed gelooven, dat het gezelschap werkelijk zou
komen. De komst was wel toegezegd, maar er zou
nog wel iets tu9schen beidon komen vreesde men.
De eer scheen te groot.
Maar er kwam niets tusscbeubeideu en op zekeren
dag ontving de Secretaris der Feest-Commissie
voor deze gelegenheid expresselijk benoemd een
diklcen brief, waarin een lijst van de benoodigde
requisiten, die op den avond der voorstelling voor
banden moesten zijn.
De Secretaris liep dadelijk naar den President en
deze beide mannen met de -regeling van het feest
belast, verbaasden zich grootelijks over alles wat tot
een voorstelling vereischt scheen te worden. Niet
minder dan 40 voorwerpen wedden opgegeven en
daaronder verscheidene, die hen heel wat hoofd
breken kostten. Zou dat alles in het stadje te
krijgeq zijn
Drie nrs. \an het lijstje baarden vooral veel zorg,
een antiek kabinet, vier oud-Hollandsche stoelen met
dito tafel en een groote ouderwetsche zandlooper.
Hoe daaraan te komen Rechts en. links werd geïn
formeerd of er ten minste niet één gelukkige was,
die zoo iets in zijn bezit had, doch tevqrgeefs,
totdat eindelijk der Commissie ter oore kwam, dat op
het kasteel, een kleia uurtje buiten de stad gelegen,
al het gewenschte voorhanden was, doch tevens dat
de eigenaar, een oude#menschenschuwe baron, niet
gemakkelijk te bewegen zou zijn dat af te staan.
Dit gerucht bleek juist te zijn. De móest invloed-
bacillen besmette kleederen, beddegoed en voedsel
gewezen.
Nauwkeurig wordt uiteengezet, hoe zuivere lucht
voor de genezing van borstziekten een hoofdver-
eischte is.
Krachtig wordt de Staat opgeroepen om mede te
werken, tot het bestrijden der ziekte, waaraan zoo
vele duizenden jaarlyks te gronde gaan, enz. enz.
«Al deze maatregelen zullen meer uitwerken, dan
het vrij doelloos zenden van borstlijders, naar ver
schillende plaatsen hoog aangeprezen in alle raoge-
lijke strekon.
„Welk medicus heeft niet, laten wij het bekennen
een weinig op de gis, zijne lijders naar het Zuiden
gezonden, zooclra onzo Noorsche winter ons met ijs
koude regenbuien, donkere mistige dagen en gure
noorden- of noordwesten winden, de voorhoede toe
zond van zijn geweldig leger, dat onze rivieren van
half October tot half Mei afwisseleud de winterboeien
zou aanleggen, den grond mot eene witte lijkwade
zou bedekken, of de krachtelooze, geen warmte
gevende zou, door een nevelgordijn aan ons oog zou
onttrekkon.
«Wie onzer heeft dan niet de grievende teleur
stelling der arme lijders mede ondervonden, als zy
zich beklaagden, hoe koud en treurig het in Nizza,
Home, zelfs in Algiers was, en hoe zij naar het land
terug verlangden, dat evenmin op hun verzoek ont
woekerd was aan do zee.
«Die treurige toestand wordt weggenomen, door
het schoone denkbeeld van den schrijver, om een
kunstmatig Italië, ergens in Nederland te doen"ver
rijzen.
«Wie kent niet die oude borstlijders, die des zomers
eon zeer dragelijk leven leiden, doch voor wio de
winter een schrikbeeld iadie zich vaak maanden
laug tot celstraf en nameloos lijden zien veroordeeld
zoedra de koude herfstnevelen ons beginnen te om
hullen.
«Ook voor hen is eene plaats te maken in bet
Vaderland, waar gjeen koude wind, geene nevelen,
geen temperatuurswisseling ooit hunnen heilloozen
invloed kunnen doen gevoelen en waar zij alle levens-
genietingen zich kunnen véroorlooven.
«Reconvalescenten, zwakke kinderen en ouden,
behoeven niet smachtend naar het haantje op den
toren te zien om vaak te ondervinden, dat al ziet
het naar het gewenschte Zuiden, de lucht nog koud
eu guur blijft.
«In een grooten, afgesloten, overdekten en ver
warmden lusthof, kunnen de rozen bloeien in Maart
en de viooltjes geuren in Decemborkan het kind,
spelende, zijne krachten horwinneu; kan de borstiijder
zijne genezing afwachten en kan ook voor de onher-
stelbaren, bij het genot van zuivere, voor hen speciaal
verwarmde, van ozon en waterdamp voorziene lucht,
bij eene goede en doelmatige voeding, onder alle ge
nietingen eener aangename omgeving, in één woord,
door de beste behandeling eener venenging en ver
aangenaming zijner levensdagen verkregen worden.
«Ik juich het denkbeeld van den bekwamen schrij
ver toe, en hoop dat or een tal van menschenvrien-
den moge gevonden worden, die hem hunne instem
ming doen blijken en hunne krachten willen ver
eenigen oin eene inrichting te doen verrijzen,
waardoor lichamelijk en moreel lijden zal weggenomen
en vele menschonlevens gered of ten minste verlengd
zullen worden."
wumwmmmmmmÊmmÊÊmmammmÊmmmmmmmmimÊÊmÊÊmÊmmmmmmm
rijke ingezetenen werden op den adelijken grompot
afgezonden, doch allen kwamen onverrichter zake
terugde man was er niet toe te bewegen zijne
kostbare oudheden zelfs voor één avond uit handen
te geven. De Commissie was radeloos, maar er viel
niet aan to doen. Men was genoodzaakt de tooneel-
directie te schrijven, dat het bedoelde onmogelijk te
krijgen was, zoodat men daarom hoopte, dat het ge
zelschap een en ander zou medebrengen. Daar er op
dit schrijven geen antwoord kwam, meende men ge
rust te kunnen zijn, dat alles in orde was.
Eindelijk brak de dag aan, waarop de groote ge
beurtenis zou plaats hebben. Reeds vroeg in den
morgen toog de Feestcommissie societeitwaarls, om een
laatste oog over alles te laten gaan en zich persoonlijk
te overtuigen, dat tooneel, kleedkamers enz. enz. in
orde was. Om twee uur moest de boot aankomen,
dje de hooge gasten zou aanbrengen en nauwelijks
was het kofHe-uurtje voorbij of menigeen ontsloot
zijn deur en wandelde naar de aanlegplaats om ge
tuige to zijn van de „joyeuse entree." De Feest
commissie was daar natuurlijk reeds en de president
repeteerde bij zichzelf de korte sp» ech, die hij llen
vorigen dag van buiten had geleerd en waarmee hij
het gezelschap zou verwelkomen.
{Wordt vervotyd).
Bij het nieuwe maandbericht van het Nederlandsch
Zendelinggenootschap is gevoegd een brief van den
zendeling Rooker te Tondano, aan do christenen in
Nederland. Daaraan is het volgende ontleend
In Septerabor 1889 ontving hij het bericht, dat
bestuurders van het Genootschap besloten hadden
tot het vestigen van niouwe zendelingen, en wel
voornamelijk onder bevolkingen, die met de Mina-
hassers een zelfde eiland (Celebes) bewonen. Naar
aanleiding daarvan heeft hij nan alle Evangelisch-
christelyke gemeenten in de Minahnssa eene aan
schrijving gezonden, waarin hij dit mededeelde en
hare hulp inriep om het zondingswerk met gelde
lijke bijdragen te stèunen. Deze aanschrijving werd
in hst Maleiscli Maandblad opgenomen, zoodat het
in veler handen kwam. Overdrukken werden aan
zijne medebroeders verzonden en in zijnen werkkring
werd do zaak besproken in onderscheideno bijeen
komsten van christenen.
Den 15en December vergaderden te Tondano, in
de oude kerk, al do leden van don kerkerand aldaar
met hunne bystanders en eeuige belangstellenden,
waaronder de beide rogeerende districtshoofden, en
een oud-districtshoofd. Voorts waren al de inland-
schc leeraars en verscheidene onderwijzer-voorgangers
nit ziju werkkring aanwezig, beuevens eenige leden
der kerkeraden uit nagonoog al de 28 tiliaalge-
meenten. Besloten werd, den tweeden Kerstdag iu
al do gemeenten, en to Tondano in al de wijken,
gelegenheid te geven tot bet brengen van giften.
De uitkomst overtrof verre zijne verwachting. Uit
de zestien wijken van Tondano en van twee nabij
Tondano gelegon plaatsen kwam op dien avond in
een bedrag van 467.03Vs> terwyl aan giften van
notabelen, die burgerlijk niet tot eenige wijk te
brengen zyn, ontvangen werd eene som van 175.75.
In de andere buitengemeenten werd bijeengebracht
565.49 de giften buiten de wijken bleven ntfg
vloeien tot een bedrag van bijna 100kleine
gaven in kampongs en gemeenten kwamen nog na,
zoodat voor de nieuwe zendelingen, in zijn ressort,
werd bijgedragen, als buitengewone giften, ruim
1800. Uit andere werkkringen had hij nog
weinig bericht. Ds. Rogge te Menado ontving voor
het doel. aan collecte in de kerk 28.84l/a, br.
Louwerier te Toraohon stelde hem reeds 78.76l/g
ter hand, en br. De Vries t^ Koemelemboeaai kon
uit zijn ressort do som van 183.31 overmaken.
Eenige anderen hebben krachtige medewerking toe-
gezogd.
Met het oog daarop doet hij een beroep ook op
do belangstellenden rin Nederland, om in hunnen
kring te doen wat de Minabassa-christenen voor de
nieuwe zonding^jiebben gedaan. Het wordt hem
zegt hij wel oens treurig,Wanneer hij in do lijst
van giften en legaten die kleine sommetjes ziet.
Wel is waar, hij ziet die gaarne als liefdegaven van
minbedeeldeu, maar hij denkt dan wel eenshet is
alsof men meent voor do zending met eeno kleinig
heid te kunnen volstaan. Hij zou zoo gaarne telkens
ttisschen die kleine bijdragen (behalve de soms niet
geringe legaten) belangrijke sommen vermeld zien.
Er is zoo heel veel noodig!
Een ontrouwo en hardhandige zaakwaarnemer is,
volgens het O. M. bij de Amsterdarasche rechtbank,
Hendricus Gorardus Ploegman, oud 41 jaar. Een
breede schare van getuigen is aanwezig, om van zijne
schuld te doen blijken. Twee feiten worden hem
ten laste gelegd, nl. verduistering en mishandeling.
Het eerste feit komt hierop neer, dat hij een bedrag
van 42.02J/z aan hoofdsom en 20 aan gerechts
kosten ten behoeve van de firma P. Hegener Zoon
van den heer J. Scholtens to Zaandam, die tot be
taling daarvan bij vonnis van den rechter in het 4 e
kanton te Amsterdam veroordeeld was, heeft ontvan
gen en niet aan zijn lastgever Hegener heeft ver
antwoord en uitgekeerd. Het tweede feit komt hierop
neer dat hij te Amsterdam op 7 Januari jl. zijn
kostbaas, bij wien hij inwoonde, Nicolaas van Zeegen,
in diens woning bij de keel heeft gepakt en ten
bloedens toe in het aangezicht heeft gekrabt.
Het geld dat bekl. te Zaandam ontving, werd voor
een goed deel in herbergen verteerd. Als reden
waarom hij het niet aan den heer Hegener afdroeg,
geeft hij op, dat die heer hem niet daarom gevraagd
heeft en dat het hem later is afhandig gemaakt, bij
gelegenheid van eene vechtpartij die h j op 7 Januari
met zijn hospes gehad heeft. De kennismaking tus-
schen den zaakwaarnemer en zijn hospes had plaats
gehad ophet kantongerecht. Do zaakwaarne
mer had zich bominnelijk getoond en aan Van Zeegen
(die ook op het kantongerecht was) opgedrongen om
«zaakjes" voor hem te doen; daar buiten werd de
kennismaking voortgezet; samen gingen zij bittertjes
drinken, de zaakwaarnemer kwam bij zyn begunstiger
op bezoek, eenmaal, tweemaal en werd eindelijk bij
hem commensaal. Nu, die zaakwaarnemer was dan
öok een erg beminnelijk mensch, en zijne uitgebreide
rechtskennis, niet waar, hij wist er bepaald even veel
Taif als de knapste advocaat. Maar alle heerlijkheid
op deze aarde neemt een einde. De commensaal
zaakwaarnemer kreeg op een goeden dag ruzie met
zijn hospes en nam bij die gelegenheid diens zaken
zoo deerlijk waar, dat hij hem geducht mishandelde.
Toen keerde het lot. De jiolitie kwam tusschen-
beide, de heer Hegener was nieuwsgierig waar wel
bet ontvangen geld was gebleven, en heleind van
het lied was bet requisitoir van het O. M., dat 1
jaar en 6 maanden gevangenisstraf vroeg. De ver
dediger mr. Salomonson concludeerde, wat de ver
duistering betreft, tot vrijspraak.
Waarom de beklaagde zich in voorloopigo hechte
nis bevindt, is eene vraag die niet uit het wetboek
van strafvordering te beantwoorden is.
Onder den titel«Een slachtoffer van het instituut
Windelinx", ontleent het Maandblad tegen de Kwak
zalverij aan het Weekblad van Breukelen een artikel
van den arts Dr. A. Mijnlieff, «dat als ernstige waar
schuwing kan dienen voor de martelingen der in de
inrichting Windelincx ingestelde behandeling."
Iu hoofdzaak komt het artikel hierop neer:
Eeno 38-jarige dienstbode bemerkte een klein
knobbeltje in de borst, ter groote van een erwt.
Uit vrees dat zij uit den mond van haren arts zou
hooreu, dat het kanker zou zijn en haar eene ope
ratie zou aanbevolen worden, begaf zij zich naar
Prof. T., te A., die hot voor eene klierzwelling zou
verklaard hebben en haar aanreed het er uit te doen
nemen.
Vreoselijk beangst voor het mes, liet zij zich ver
lokken door de vt-elbolovende advertentie van de
garen- en bandverkoopers Windelincx, die reeds
sedert jaren eene inrichting explpiteeren in Brussel
en nu hun voordeel in ons land beproeven. «Om
zonder pijn er van af te komen," was de patiënte
dan ook te machtig, en zoo besloot zij er heen te
gaan. Bij het eerste bezoek vernam zij niets anders
dan dat zij over 8 dagon terug moest komen, waar
voor men haar vijf guldon liet betalen. De volgende
week gaf men haar een pleister, tegen betaling van
weder 5, en zou zij bovendien uit Brussel nog
een pak ontvangen met verschillene benoodigdheden.
In dat puk, dat tegen directe betaling van do port
ontvangen werd, bevonden zicheen pakje verband
watten, een stukje verbandgaas, een doosje geelach
tig vet, een fleschje jodium collodiura, ,dat alleen
1,75 kostte, en twee doosjes versuikerdo pillen
dit alles voor den spotprijs van 8,14, hetgeen
men ongetwijfeld in elke apotheek hier te lande voor
l/u van dien prijs kan verkrijgen. Dat het uit Brus-
seL moest komen, heeft hierin «ijn reden, dat Winde
lincx, als missende eenige bevoegdheid van genees
kundige, woldra met de justitie zou kennismaken,
indien hij geneesmiddelen voorschreef. Doch eenmaal
in zijn handen gevallon, laat men zich ook nog wel
verder plukken
Om nu op de patiënt terug te komen, de bijtende
pleister miste zijne uitwerking niet. Het gezwelletje,
dat iets meer omvang had dan oen dubbeltje, werd
onder allerhevigste pijnen veranderd in een wond
van een rijksdaalder oppervlakte, met diep ingevreten
rauden, terwijl de omgeving door wondroos werd
aangetast. Ten prooi oan do ondragelijkste pijnen en
klappertandend van de wondkoorts, werd ik's nachts
bij haar geroepen om getuige te zijn van die verre
gaande mishandeling. Slechts door eene vrij lang
durige behandeling zal die diep ingevretene wond
weer tot genezing kunnen komen, terwijl, wanneer
zij slechts had willen luisteren naar den raad
van deskundigen, een kleine weinig kostbare opera
tie haar zonder eenige pijn van het gezwelletje
had bevrijd en tot hare genezing in dit geval
zeker niet meer dan eene week noodig zou geweest
zijn. Nu had zij voor hare 26.14, met inbegrip
van reiskosten, niets dan ellende, en hoeveel keeren
zou zij nog 5 gulden moeten betalen, om zich in
het instituut zoogenaamd te laten onderzoeken, eer
die wond weer dicht was?
Do beeren Jac. Becking, te DeventerH. Belt,
te Amsterdam; Aug. Sassen en P. Fentener van
Vlissingen, te Helmond; W. van Waning Jr., te
Hoornmr. W. W. Wichers Wiersraa, to Franeker,
en N. Ypma, te Amsterdam, hebben het initiatief
genomen voor de oprichting van een Fereeniging van
Nederlandse/ie Scherpschutters.
In een roudschrijven, waarin zij uitnoodigeu zich
bij de nieuwe vereeniging aan te sluiten, zetten ge
noemde heeren nader uiteeu, wat zij met de oprichting
der vereeniging beoogen.
Hoofdzaak is: aanmoediging van de beoefening
van het schijfschieten, ook met het geweer, bij ons
leger in gebruik, ter bevordering van 't lauds weer
baarheid. Daarvoor dient in do eerste plaats een
vaste, goed gelegen nationale schietbaan, waarop een
wedstrijd op groote schaal kan worden gehouden.
Jaarlijks zal verdef een natioualo of algemeene schiet
wedstrijd onder de leden worden gehouden, bestaande
uit korps wedstrijden en wedstrijden op personeele,
vrije en vaste banen, met Rijks- en andere wapenen,
op een groot getal banen en afstanden tot 500 a
600 M. Onder de middelen, die aan het doel be
vorderlijk kunnen zijn, wordt ook nog genoemd de
oprichting van een tijdschrift.
De kosten van dit alles zulleu gevonden worden
uit contributiën, subsidiën van Rijk en gemeente, ont
vangsten van de wedstrijden, bijdragen in het bij
zonder voor de oprichting van een schietbaan enz.
Op een algemeene vergadering, die gehouden zal
worden door allen, die voor 25 Mei hun instemming
met het plan hebben te kennen gegeven, zal de ver
eeniging gevestigd worden, een bestuur gekozen,
statuten ontworpen worden enz.
De troonrede, waarmede keizer ilholm den
Duitschen Rijksdag opende, wordt door de Duilscho
bladen over het algemeen gunstig beoordeeld. Dat
ao nieuwe Rijksdag zich in de eerste plaats met de
oplossing der sociale vraagstukken zal bezig houden
valt meer in den smaak, dan do modedeeling, dat
weer zulke aanzienlijke uitgaven voor het le^er
noodig zijn.
De Vossisclie Zeitung vindt het eeuigszins vreemd,
dat de keizer met geen woord heeft gesproken van
prins Bismarck. Vermoedelijk is dit opzettelijk
geschied, ten einde nieuwe beschouwingen in do
bladen, waartoe 's keizers woorden aanleiding zouden
kunnen geven, te vermijden.
De Freisinnige Zeitung is niet tevreden. Het
orgaan van den heer Richter doet uitkomen, dat in
het laatste jaar door Duitschlands buren niets is
gedaan, waardoor een zoo aanzienlijke versterking
van het leger wordt gerechtvaardigd. De liberale
oppositie schijnt dus voornemens zich tegen de
kredieten te verzetten.
Toen de keizer na het voorlezen der troonrede
op do gebruikelijke wijzo (le zaal weer had verlaten,
nam graaf Moltke als het oudste lid den voor-
zittersstool. Gelijk gowoonlijk vroeg de 91-jarige
maarschalk, of er soms nog een afgevaardigde was,
die voor 1800 was geboren. Toen niemand ant
woordde, regelde do grijsaard, even flink als altijd,
de werkzaamheden en bepaalde de volgende zitting
op boden.
De Rijksdag koos tot voorzitter den heer Von
Levetzow (conservatief en voorzitter van den vorigeu
Rijksdag) en tot onder-voorzitters graaf Ballestreijn
(centrum) en do heer Raumbach (Duitsch-vrijzinnige
partij).
De heer Von Levetzow aanvaarde het voorzitter
schap met een warm woord van hulde aan de
onsterfelijke verdiensten van prins Bismarck.
Het Boulangistisch comité heeft te Parijs een
bijeenkomst gehouden om over de tookomst te be
raadslagen. De vijf gemachtigden gaven verslag
van hun bezoek op Jersey en verzekerden dat met
den generaal niets meer is te beginnen. Niet alleen
is Boulanger zeer te neergeslageu, maar ook weigert
hij hardnekkig naar Frankrijk terug te keeren.
Do heeren Laguèrro en Naquet verlangden daarop
dat men voor goed met Boulanger zou breken, maar
do heer Déroulcda betoogde, dat men na de laatste
nederlaag den generaal niet in den steek kon laten.
Ten slotte werd het voorstel tot ontbinding van
hnt comité verworpen en besloten de oppositie tegen
het parlementarisme voort te zotten.
In dit besluit wordt echter met geen woord over
Boulanger gesproken, zoodat de heeren Laguerre en
Naquet hun zin hebben gekregen.
Na de eerste berichten uit Rome zou men verwacht
hebben, dat de Minister-president Crispi óf ziju
ontslig had gevraagd, óf de Kamers ontboden. Men
moest dit opmaken uit de houding van den Minister
tegenover den Senaat bij de behandeling van een op
zich zelf juist niet overhelangrijk artikel van de
liefdadigheidswet. 't Is echter anders gegaan. Crispi
heeft den Senaat laten weten, dat hij de hoop nog
niet heeft opgegeven, dat de Kamers 't over de
weldadigheids wet eens zullen worden. Heeft Crispi
nu zijn persoonlijk prestige wat te lichtvaardig in
de weegschaal geworpen en heeft hij er nu spijt
van? Men zou 't zoo zeggen. Crispi kan 't nu op
de Kamer gooien, die het artikel aannam in den door
hem gewilden vorm. Met de Kamer moet Crispi
echter nog voorzichtiger zijn als met den Senaat,
want verschillende elementen daar toonen in den
laatsten tijd een sterke neiging om zich aaneen te
sluiten en oppositie te maken. De zonderlinge loop
der zaak maakt den indruk, dat wij er nog niet
alles van weten, het artikel van de weldadigheids-
wet was zeker de eigenlijke zaak niet.
De afdeeling voor handel van den Amerikaanschen
Senaat heeft haar goedkeuring gehecht aan twee
onlangs voorgestelde wetsontwerpen. Bij het eerste
wordt voorgesteld, een jaarlijksch staatssubsidie van
3,000,000, later van 6,000,000 dollars te ver-
leer.en aan Araerikaansche stoombooten in buiten-
landschen handel; bij het andere, een Atlantischen
(ft