Bultenlaadsch Overzicht.
Staten-generaalEimtb Kameh. Zitting
van Donderdag 8 Mei.
van Beheer dezer Koninklijke Vereeniging een der
oudste, verdienstelijkste en door het publiek meest
gewaardeerde leden van het gezelschap op half rant
soen.
Mevrouw Sophie de V.rios, die ten gevolge van
een ernstige ziekte, gedurende de laatste paar maan
den niet kon optreden, is van Io. Mei 11. af tot aan
haar wederoptreden voor de helft in haar appointe-
ment gekort.
Wat dezen maatregel, op zich zelf reeds hard,tot
een onbillijkheid maakt, is dit, dat hg op mevrouw
De Vries wel wordt toegepast, doch niet is toege
past geworden op andere leden van het gezelschap,
wier ziekte van langer duur dan de hare geweest
is en die dus gedurende langer tijd dan zij, niet
in de mogelijkheid waren te spelen.
De korting op haar bezoldiging, thans Mevrouw
de Vries opgelegd, zal wol op grond van het een of
ander artikel van statuten of reglementen te recht
vaardigen zijn. Een louter willekeurige daad van den
Raad van Beheer zal 't wel niet zijn. Maar kwalgk
te rechtvaardigen, een bepaalde onbillykheid is het,
in geval van ziekte te meten mot twee maten, den
een te bevoorrechten boven den ander. Aan het
behoud eener goede verstandhouding tusschen de loden
van het Nederl. Tooneel onderling, kan zulk een be
voorrechting vau den een en achterstelling van den
andor niet bevorderlijk zijn.
Te Parijs zal van 15 Juni tot 25 Augustus a.st.
in de Avenue des Champs Elysées eene internationale
tentoonstelling gehouden worden van voorwerpen
betreffende „de wetenschappen en kunsten toegepast
op eetzaal, keuken en kolder,* welke tentoonstelling
zegt eene desbetreffende circulaire, zou kunnen wor
den genoemd „het internationaal rendez-vou* der
genietingen, genoegens en ontspanningen des levens.*
Men kan alles inzenden dat van verre of van r.abij
op de tafel betrekking heeft, als daar zijn eetzaal
meubels, tafel- en keukengerei, tafellinnen, modellen
en plans van eetzalen, boeken, tuin- en landbouw
gereedschap, tabak enz., en zulks tot 14 Juni inge
sloten. Om verdere inlichtingen wende men zich tot
den hoer Hervé, in bovengenoemde Avenue no. 40.
De bewaarder der schatkist van de Vereenigde
Staten heelt aan de begrootingscommissie van het
Huis verzocht om onmiddellijk de noodige gelden
aan te vragen voor bet versterken van den brand
vrijen kelder, waarin het geld der Vereenigde Staten
wordt bewaard. Onlangs kreeg deze vermoedens of
deze kelder, die 25 jaar oud 1 is, wel veilig zou zijn.
Hij stelde een onderzoek in en liet door een deskun
dige een gat door den muur boren, hetwelk deze
in zeventien minuten het gat groot genoeg maakte
om er door te kruipen, zoodat do inhoud van den
kelder zoo goed als in zijne macht zich bevond. Het
geheele bedrag, het welk onder bewaring van dezen
ambtenaar berust, is ongeveer 770 millioen dollars,
waarvan 170 millioen in zilveren dollars nu be waard
wordt in een nieuwen stalen brandvrijen kelder.
Maar 600 millioen dollars in goud en papier en
dus licht mee te nemen, bevindt zich in den ouden
kelder en indien het een paar inbrekers gelukte zich
als wachters te doen aannemen, dan zouden zij de
beste gelegenheid van de wereld hebben om zich in
het bezit van zooveel geld ie stellen als zij verkozert
Dat is eon groote teleurstelling, zei de pre
sident.
En hoe moet het nu gaan vroeg de secre
taris.
Gelukkig was, aldus luidde het antwoord, een
der jongere actrices onmiddellijk bereid bevonden de
rol van haar zieke kunstzuster op zich te nemen en
alzoo kon de voorstelling toch doorgaan.
Maar kan dat maar zoo? kan een ander on
verwachts zulk een rol overnemen? Is er dan geen
stadie, geen repetitie voor noodig? Ik voor mij
meende dat
Ja, ziet u, bij onvoorziene omstandigheden
moet wel eens een ander inspringen. In zoo'n geval
kan dat niet anders.
De feestcommissie in 't algemeen en de secretaris
in 't bijzonder begrijpt nog wel niet goed hoe een
hoofdrol, waarvoor, meende hij, veel studie noodig j
was en voorbereiding, geheel onvoorbereid door een
ander kon worden opgevat, maar men diende wel
te berusten. Toch was de teleurstelling groot en
het stond te vreezen, dat het publiek 's avonds verre
van tevreden zou zijn met eene voorstelling zonder
haar, op wier medewerking men zich vooral v.er-
hengd had.
Nu brengt de gewoonte mede, ging de too-
neelmeester voort, dat vóór den aahvang der voor
stelling mededeeling: wordt gedaan van de veranderde
rolverdeeling.
Die weinig genoegen zal geven, merkte de
Wie te middernaoht van den laatsten April op den
eersten Mei, zoo schrijft men ons, zich by zeker
kanaal in de nabijheid van de hoofdstad dezer pro
vincie bévond, hoeft eens hartelijk kunnen lachen
over eene bijgeloovigheid, welke men zeker aldaar
niet meer dacht te vinden. Verscheidene landbou
wers n.l. uit het dorp, dat wy X. zullen uoemen,
waren met hunne schapen en lammeren gekomen,
om ze in bedoeld stroomeud water onder te dom
pelen. Daar was D. met eeu 20 stuks, B. met 50
stuks enz., die allen den grooten waterdoop onder
gingen. Waarom Omdat men zegt, dat schurftige
schapen van die ziekte genezen wordeu, wanneer zij
in den genoemden nacht m een flink stroomeud
water ondergedompeld worden. Juist in dien nacht,
zoo luidt het mysterie. En deze landbouwers waren
bygeloovig genoeg om dit voor waarheid aan to
nemen en gaven zich alle moeito om hun wolvoe te
genezen. Wel bekome hun die moeiteWel be
kome het den schapen! Waarachtig een gemakkelijk
middeltje ora de schurft, die, naar men zegt, al een
jaar lang in bedoeld dorp in hevige mate heerscht,
te bedwingeu. Zoo'n beetje bygeloof is een zegen
(P. Or. Ct)
Voor eonige dagen werd door eon der Duitsche
bladen beweerd, dat prins Bismarck aan het gebruik
vau morphine is verslaafd en dat deze gewoonte ook
al met 's kanseliers ontslag iu verband hoeft gestaan.
Dit laatste is terstond tegengesproken. Trouwens
keizer Wilhelm wist er niets van. Zoodra do keiter
echter in de couranten het bericht las, ontbood hij
Bismarck's geneesheer Dr. Schweninger en deze deelde
hem mede, dat de ex-kanselier, iudien hij door zenuw
pijnen en slapeloosheid gekweld wordt, op zyu voor
schrift nu on dan een beetje morphine gebruikt. Dit
is alles wat van htt geheele verhaal waar is.
Betreffeude den brand iu bet krankzinnigengesticht
bij Montreal wordt gemeld, dat de braud werd ge
sticht door een krankzinnige, die eenige in een kast
goborgen voorwerpen aanstak. Eenigen der krank
zinnigen schenen de verspreiding van het vuur met
het grootste vermaak te zienzy begrepen natuurlijk
het gevaar niet. Het aantal der slachtoffers is nog
niet bekend, maar de meeste der verpleegden, die
omkwamen, waren vrouwen. De mannen werden
bijna allen gered. Eenige krankzinnigen verkregen
door den angst eu het gezicht der vlammen hunne
bezinning terug. Een vrouw die in geen 4 jaren
gesproken had gaf deu brandweermannen met zooveel
verstond aariwijziugwi, dat zij uit haar hocbelyken
toestond gered werd en ofschoon zij ernstige brand
wonden bekwam, herstellen zal.
Het krankzinnigengesticht had 1,500,000 dollars
gekost en weid algemeen alt volkomen togen brand
gevaar beveiligd beschouwd.
Dinsdag heeft er in hot Uótel continental te Parijs
oen feestmaal plaats gehad ter herdenking van den
verjaardag der opening van de vorige Parijsche
tentoonstelling. Een vierhonderd personen waren
aangezeten onder voorzitterschap van den heer Ber
ger, directeur-generaal der tentoonstelling, die den
minister vau koophandel aan zijne zijde had. Eon
aantal leden der jury's, zoowel van vroegere inter
nationale tentoonstellingen in het buitenland als
van die te Parijs, waren aanwezig. De president
der republiek was vertegenwoordigd door kolouel
Lichtenstein.
president op.
En velen zeer zal ontstemmen, meende de
secretaris.
Nood breekt wet, zei de waarnemende regisseur.
Hoor eens hier, ging de secretaris voort, laat
ons die inededeeling voor ditmaal achterwege laten.
Hot publiek kent' de actrice, die eigenlijk moest op
treden, toch niet. Wat niet weet, dat deert nieten
het is eigenlijk geheel onnoodig de ziekte van
Mevrouw aan de gTOote klok to hangen. Wij,
leden der feestcommissie, weten het nu eenmaal'
maar wij zulleu het geheim niet verklappen.
De tooneelmeester verzet zich aanvankelijk daar
tegen; iets dergelijks zou strijden met alle usantiën;
en de beleefdheid tegenover bet publiek zoowel als
die tegenover de optredende actrice verbood zulks.
Daar echter de geheele feestcommissie er vóór is en
er bepaald op aandringt, geeft ten slotte de man toe
zoodat het X-publiek een ander zal zien spelen dan
het programma aangeeft.
De heereD hebben zeker voor de requisiten
gezorgd? vraagt de tooneelmeester, mag ik ze eens
in oogenscbouw nemen?
Wat wij hebben, staat achter het tooneel, is
het^ antwoord en wat wy niet hebben, heeft u zoker
meegebracht I
Meegebracht?
- Ja, u" ontving toch zeker onzen brief?
Uw Jyief? Ik woet van niets, zegt de tooneel
meester bedaard.
In den loop van den voormiddag heeft zioh oene
commissie begeven naar den president der republiek
op het Elysée, waar ook de heer Tirard, de vorige
minister van koophandel en als zoodanig de eerste
vertegenwoordiger der exposanten, aanwezig was,
om hem uit naam der exposanten een adres van
erkentelijkheid te overhandigen, vergezeld van een
kostbaar album, oene soort van „gouden boek der
tentoonstelling", samengesteld uit papier, dat uit
sluitend voor dit doel was vervaardigd, eu prijkende
met het naamcijfer des heeren Carnot. Het adres
was voorzien van de haudteekening van alle voor
zitters der tentoon8telliiigskla8sen, der leden van de
jury's enz. Op den band bevindt zich eene groote
gouden plaat naar oene teekening van Meissonier.
Overbekend is hot, dat men kanarievogels door
het toedienen van gemalen Cayennepeper rood kan
kleuren. Volgens het „Album dor Natuur* (Mei-
aflevering blz. 222) heeft men thans ook proeven
genomen met kippen. Twaalf jonge witte Italiaansche
kippen eu drie oude werden met genoemde peper
gevoederd, waarvan zij met hun vijftienen dagelyks
60 gram (door brood en aardappels gemengd) kregen.
De dieren schenen voor het scherpe piperine weinig
govoelig to zyn en aten het pikante mengsel altijd
met graagte.
Van de twaalf jonge kippen werden er twee
rood. De eigenschappen waardoor bet opnemen der
roode kleurstof in de veeren tot stand komt, schijnen
dus by hot hoen slechts by enkele individuen aan
wezig te zijn en niet zoo algemeen voor te komen
als bij de kanaries. Bij alle jonge kippen echter
werden de pooten oranje, door menging van het
roode capsioino met de normale gele kleurstof der
pooten. Zulke vogels met oranjepooten zouden
eenigszins als vochtigheidsmeters kunnen dienen. Hoe
vochtiger de lucht was des te hooger waren de poo
ten gekleurd. By droogte werd do kleur weer
lichter.
De oude kippen ondergingen door de voeding met
Cayennepeper geene van buiten zichtbare verandering.
Merkwaardig ochter was, dat by hnar het capsicine
zich in den eidooier afzette. En dat bovendien
nog andere scheikundige veranderingen in den dooier
optraden, bleek uit het feit, dat zulke roode dooiers
door koken niet hard werden. De coagaleerbaArheid
der eiwitstoffen was dus gewijzigd.
De kumer bekroonde der. ijver en do volharding,
die de hoer Reekers getoond heeft in zake de
wonderkuil, door diens wetsvoorstel met 34 tegen
10 stemmen aan te nemen. Verzet was er weimg;
de beide sprekers, de beoren Prins en Do Bruyn
erkende de veranderde omstandigheden en de nood
zakelijkheid van de opheffing van het bestaande
verbod om met dit vischtuig te werken. De heer
Ileekërs, die zelf krachtens mandaat der Tweedo
kamer aanwezig was, had dus eene gemakkelijke
taak, doch verdient ten volle de hulde hem door
den vootatter gebracht voor zyu toowijdiug aan
dit volksbelang. De fceer Van Naamen gaf daar
mede een blijk van groopo onpartijdigheid, want
even te voren had hij zelf tegen het ontwerp
gostemd.
De heer Van de Putte uaua de behandeling dezer
wet te baat, om eenig licht te vragen over het aan-
Wat! En dan de antieke meubelen?
Die hoopte ik hier te vinden.
Die hoop is ijdel. Ik schreef u, dat wij ze
niet konden krijgen eu rekende er op, dat u ze zoudt
medebrengen.
Dan is die brief ^ker zoek geraakt, meent de
tooneelmeester.
Het adres was toch duidelyk; maar wat nu?
was aller vraag.
Ja, dat was een vraag, gemakkelijker te doen dan
te beantwoorden. Eeu stuk, dat in de 17e eeuw
speelt, kon toch niet worden opgevoerd in een 19e
eeuwsche omgeving en de meubileering diende toch
althans eenigszins in overeenstemming te zyn met
de costumes..
De acteurs en actrices, die zich intussehen op ver
schillende punten van de zaal hadden neergezot,
konden een glimlach niet onderdrukken en een hun
ner zeide tot zijn buurman
Het zal een mooie boel zijn van avond.
Een kunstavond bij uitnemendheid, was 't ant
woord.
Wanneer ging bet stuk het ltfatot?
Vior weken geleden in Arnhem.
Of Mevr. gelijk had, dat zij ziek werd.
Goed, dat Frans de souffleur niet ongesteld i»
geworden. Hèm zouden wij zeker niet kunnen missen.
En beide heeren eindigden hun gesprek met een
half onderdrukt gelach.
Wordt vervolgd).
gevraagd ontslag van het college voor de zoevis-
scherijen, maar eigenlijk licht ontving hy niet. De
Minister moest bevestigen, dat de boeren ontslag
hadden gevraagd, maar hij hoopte hen daarvan
terug te brengen.
Ook de Iukwartieringswet werd afgedaan; sleohts
2 stommen waren tegen. Do minister van binnen-
landsche zaken nam tegenover de bezwaren van den
eenigen spreker, den beer Vlielander Hein, eene
zeer tegemoetkomende houding aan.
Heden bet budget voor koloniën.
Tweede Kameb. Zitting van Donderdag 8 Mei.
Hier was het do dag der interpellatiën.
1. Van den heer Guyotover de staking van betaling
door de Kon. fabriek van stoom- en andere werk-
tuigen te Amsterdam, iu verband mot de voor 't Rijk
aldaar in aanbouw zijnde schepen.
Het merkwaardige was hierbij, dat de llegeering,
by monde van den minister van Marine, weigerde
inlichtingen te geven, orndAt 's lands belang zulks
verbood. Sommige sprekers poogden nog den minister
aan den praat to krijgen door te visschen naar de
financieele verplichtingen, die de llegeering op zich
heeft genomen, doch do voorzitter belette dit cfoor
eeu voorstel tot uitstel in stemming te brengen, dat
met 52 tegen 20 stemmen werd aangenomen.
2. Van don heer Heldt omtrent het gebeurde te
Hoogeveon op 14 April. Uit de verklaringen des
ministers van justitie en van den heer Van der
Foltz bleek, dat de heer Heldt eene zeer verkeerde
voorstelling had van de feiten, zoodat zijne vragen
wel wat hooggekleurd van toon waren. Do minister
nam de handelwyze van politie en justitie geheel
voor zijne rekening, doch overigens behandelde hy
den intorpollant wel wat uit de hoogte. 3. Van don
heer Giinderman over de verstoring der telegraphi-
scho gomeenschap met Staata-Vlaanderen. De rainieter
beriep zich op overmacht en beloofde voorziening,
waarbij ook het leggen van een tweeden kabel in
overweging zal worden genomen. 4. Van den heer
Van Kerkwijk over het gebeurde aan het consulaat
te Bu8sorah. Deze werd uitgesteld, omdat tie minister
van buitenl. zakon de rapporten nog niot heeft
ontvangen.
De verdere arbeid der Tweede Kamer biedt
weiuig stof aan. In den ochtend werd de behan
deling van de peusioenwot voor de daggelders vau
oorlog eu marine voortgezet en ten einde gebracht,
doch de eindstemming uitgesteld. Verschillende
wijzigingen van minder belang waren namelijk
aangebracht, zonder veel verzet van de regeerings-
tufel, doch het stelsel werd onveranderd behouden.
Zoo vond ook het amendementSeret geen genade,
hevig vooral door don heer Ilöell bestreden, omdat
het inbreuk maakte op dat stelsel. En ^dit viel
niet te ontkennen. Het is waar, wat do heer Bor-
gesius bewaerdo, dat nu in de toekomst iemand mot
20-jarigen diensttijd pensioen krijgt, als hij 60 jaar,
maar niet aU hij 58 is. Doch volgens het amende
ment zou hy pensioen krijgen, als hy ontslag kreeg
op verzoek, en in dit laatste ligt het verschil. Hing
men dus de loer aan, dat het systeem in elk geval
gehandhaafd moet worden, ook als redenen van
billijkheid tot afwijking nopen, dan kon niet anders
dan afstemming volgen, gelyk dan ook geschiedde.
Ten opzichte van de pensioenen van weduwen eu
weezen huldigt de wet dit stelsel, dat zij aanspraak
krijgen op pensioou, als de echtgenoot in of door
den dienst het leven verloren hoeft, of aan de
onmiddellijke gevolgen van iu en door den dienst
«"ontstane verwonding verminking of lichaamsge
breken binnen een jaar is overleden. Bij amende
ment werd daaraan toegevoegd, dat pensioen ook
kan verleend worden, als do dood later volgt, mits
geneeskundig verklaard wordt, dat de dood van die
verwonding het gevolg is. De verdere détails laten
wij rusten.
Het deze week begonnen rechtsgedingjtegen eenige
bestuurders van de „8ociétc des Métaux" en „le
Comptoir d'Escornpte" heeft het volgende aan het
licht gebracht:
De voornaamste beklaagde is de beer Sécrétan,
die, eigenaar eener groote metaalfabriek, met den
mede-beklaagde Lavaissière in 1881 de „Société
des Métoux" heeft opgericht. Hij verklaarde dat het
doel der speculatie is geweest oen koperraarkt in
Frankrijk te vestigen, wat hem vooral iq 's lands
belang voorkwam, nu voor de landsverdediging, voor
de bescherming der wijnbergen en vooral voor de
toepassingen der electriciteit steeds meer koper ge
vraagd zal wordon. Hij had onbepaald vertrouwen
in het welslagen der onderneming en verklaarde dat
het niet om een bloote geldspeculatie te doen was
geweest; anders zou hy niet met zooveel mijnen con
tracten hebben gesloten tot aankoop van de geheele
productie voor drie jaren. Hy ontkende dat hij al
het koper heeft willen opkoopen de juistheid der
cijfers, die hy van de geheele wereldproductie van
220,000 tonnen er 180,000 in handen had, sprak hij
beslist tegjèn. Om de speculatie te kunnen volhouden
had de Société, welker kapitaal 24 millioen francs be
droeg, meer geld noodig. Men kreeg van verschil
lende bankiers 70 millioen; van Rothschild o. a. 40,
tegen gewone rente zonder winstaandeel, welke echter
later werden teruggenomen. Toen hielp de heer Den-
fert-Rochereau, die tot den raad van administratie der
„8. d. M." behoorde, deze met de millioenen van het
«Comptoir d'Escornpte", waarvan hij directeur was.
De heer Hentsch, president van den Raad van
beheer van deze groote Bank, had toen reeds voor
7 millioen, en de heer Joubert, vice-president van
de „Banque de Paris", welke ook geld had voorge
schoten, voor 5 millioen deel in de geldschietingen
voor de koperspeculatie. De heer Denfert gaf, op
eigen gezag, eerst 5 millioen, toen 10, later 20 millioen
zonder den Raad van Beheer er in te kennen, en zoo
steeg allengs do schuld by het „Comptoir" tot 177
millioen francs. Die instelling was door het garan
deeren der contracten inet de mijnen voor bijna een
milliard ten slotte gebonden, ofschoon de statuten
voorschotten op lange termijnen verbieden. Een der
directeuren, de heer Siegfried, nam zijn ontslag in
Juni 1888 toen het voorschot tot 113 millioen was
gestegen. De prijzen waren intusschen tot ongekende
hoogte gestegen, maar nu vereenigden zich de af
nemers om niet meer te koopen. De heer Joubert
trachtte de zaak nog te redden door te Londen een deel
van den voorraad oVër te doen aan de Metal Corpo
ration", maar op 5 Juni 1889 geraakte de heer Denfert
zóó vast, dat hij zelfmoord pleegde en daardoor den
val van beide instellingen veroorzaakte. De president
der rechtbank erkende dat do heer Joubert zijner
zijds alles bad gedaan om de ramp te voorkomen.
Hy was alleen bij de „Société des Métaux" in den
Raad var. beboer opgetreden omdat zijn „Banque de
Paris" bij het syndicaat betrokken was. Toch staat
ook hij nu terecht wegens overtreding der wet op de
vennootschappen.
De heer Hentsch, president van deu Raad van
Beheer van het „Comptoir d'Escornpte", verklaarde,
dat hij geheel onkundig was gebleven van de groote
voorschotten, tot die het cijfer van 113 millioen
had'den bereikt. Hij had het eerst uit de bladen ver
nomen; Denfert had de operatie als een gewone
kaszaak beschouwd, waartoe hij bevoegd was. Hij
verklaarde dat men wollicht befcer had gedaan den heer
Denfert toen los te laten, maar hij was gebleven
om nog te trachten de zaken te redden. De zelf
moord van Denfort verijdelde dit echter, want toen
werden alle deposito's bij het „Comptoir" in eens
opgevraagd.
De overige leden der administratie hebben met
de crediteuren afgerekend voor 22 millioen. Maar
met den heer lleutsch wilden zij niet in een schik
king treden,.ofschoon hij zljö geheóle vermogen aan
bood. Nu staat ook hij terecht.
De heer Sécrétan had een vermogen van 20 mil-
lioeu, dat ook aan de crediteuren is gekomen. Zijn
eigen koperfabriek, die in een maatschappij is over-
gogaan, bestaat nog eu bloeit; zij heeft het vorige
jaar 6 a 7 millioen winst opgeleverd Alleen door
de koperspeculatie is hij zelf en het „Comptoir d'Es
cornpte" te gronde gericht.
Uit de verklaringen der deskuudigen bleek, dat de
heer Denfert deu Raad van beheer goheol onbekend
had gelaten met den stand van zaken eu tot het
laatste oogenblik onware voorstellingen had gegeven.
De balansen waren vervalscht, om de voorschotten
aan de „Société des Métaux te bedekken. Wat deze
laatste betreft, hot divendent van 12 pCt. in 1888
uitgekeerd, was gegrond op een verdichte waarde van
den kopervoorraad en dus inwerkelijkheid niet verdient.
Om een denkbeeld te geven van het eigenaardig
tafereel, dat een zoogenaamd appèl van werkstakendo
veenarbeiders oplevert, laten wij hier een verslag
volgen vau dat van Maandag jl.
Reeds lang voor den bepaalden tijd komen de
arbeiders in grooter en kleiner groepen opzetten.
Ze loopen op het terrein, voor de herberg van De
Wit, op en neder of liggen in het gras. De werk
staking en de gestelde eischeu vormen natuurlijk het
onderwerp dor gesprekken, en het is duidelyk merk
baar, dat men het hier en daar niet eens is, ofschoon
het onderhoud steeds op vrienuschappetijken toon
wofdt gevoerd. De aanwezige militairen infauterio
en huzaren patrouilleeren op het terrein, doch
hunne tusschonkorast is nergens noodig. Ook de
burgemeester van Qpsterland is aanwezig. Intus
schen komen steeds arbeiders aan, zoodat hun aantal
ten laatste een duizendtal bedraagt. Ook de appèl-
meester, een zekere Hankel uit Noordwolde is aan
gekomen. T6 balf een klimt hy op een tafeltje.
Do arbeiders posteeren zich voor hem. Hij wendt
zich tot hen met de vraag „Binne jumme nog
allemaal dezelfde mannon?" „Ja", klinkt het uit
honderde monden. „Zou dat wel wier zijn", vraagt
een stem.
„Stulte", herneetat de appèlmeester, „jumme magge
nog niet sprokke, dan wordt het een warboel. Nou j
ik, ik ben appèlmeester, eu ben daarvoor op mijn
klompen uit Noordwolde gekomen. De beenen doe»
me wel erg zeer, maar da's niks."
Vervolgens wendt hij zich tot de veenbazen, met
de vraag of zij geneigd zijn de gestelde eischen in
te willigen. (Geen antwoord). „Laten de bazen
voor den heelen boel maar 5 liggeld betalen;
dan beginnen we dadelijk. Is'dat nou binnelijk of
onbinnelijk Daarna deelt hij mede, dat de willige
bazen, zonder vrees voor storing, kunnen beginnen
te werken.
„Maar", gaat hij voort, „binnen er nog bazen,
die onzen binnenlijken eisch willen toestaan?"
Thans neemt de veenbaas H. Bouwer bet woord.
„Zijn mijn werklieden hier", vraagt hy. „Ja*,
wordt er geroepen. „Ik heb*, zoo vervolgt hij,
„jullie geboden 80 ets. in den bak en dan morgen
beginnen. Neem je dat aanbod niet aan, dan laat
ik het vervenen overgaan. Hoe wil mijn volk?*.
„Oerjaen Oerjaen klinkt het uit vele monden
gelijk.
De appèliheester vraagt: „Is dat het volk good?*
„Neen* roepon velen. „Bouwers volk de ploeg
uit*, beveelt de appèlmeester, waarop zeven arbei
ders naar voren treden. „Petten af, eerbied for do
saek", klinkt bet achter hen on allen ontblooten het
hoofd. Bouwer vraagt die zeveii of zij zijn voorstel
aannemen. Slechts één antwoordt bevestigend. „Zijn
er nog meer*, vraagt hij. „Die durven niet*, wordt
er geroepen. Daarop vraagt de appèlmeester hoe
lang het volk geduld wil doen. „Een uur*, wordt
geantwoord. Derhalve wordt den veenbazen een uur
gegeven om de gestoldo eischen te overwegen.
Op den bepaalden tijd wordt het appèl heropend.
De appèlmeester beklimt weder zijn tafel en de
werkstakers hernemen hunne plaatsen. Hij herhaalt
zijne vraag of de bazen willen toegeven. „Zoo niet,
dan kunnen we heengaan*, zegt hij. „De willige
bazen kunnen maar beginnen. We hebben lang ge
zegd een voor allen en allen voor een, maar dat
kan niet meer. De -kleine bazen zijn zoo goed ge
weest toe te geven. Zij moeten klijn op hun land
hebben.* Een arbeider merkt op, dat dit dan wel
terstond had kunnen besloten worden: „Dat is
nou niet anders,* antwoordt de appèlmeester. „Dan
motten nou de boeren ook maar wat betalen.*
Wat hij met dat laatste gelegde bedoelt wordt
weidia duidelijk als hij een papier uit zijn zak haalt
eu voorleest „hooiers moeten een loon hebben van
8 in de week, met den kost. Ze werken van
's morgens 5 tot 's avonds 7 uur. Maaiers moeten
hebben 3.25 van hooiland, f 3 van madland.
Het werk wordt niot gestaaktieder maakt dit af
met zijn eigen baas. En nou mannen*, zoo besluit
hij, „rekent ieder maar af met zijn eigen baas. Ik
hoop, dat je allen genoeg een Frieschen kop zult
hebben en niet zult zeggen „Och baas laat me
maar werken, dan kan ik toch wat verdienen. Nou
treedt ik af als appèlmeester, want de burgemeester
heeft het verdar verboden. En ik wil wel volhou
den, maar een proces wil ik niet hebben. Datliekt
or mij niet naar
Hiermede treedt de appèlmeester van het tooneel,
een man die geen ongunstigen indruk maakt en iets
joviaals over zich heeft. Lettende op de eigenaardige
manier, waarop hij met die honderden omsprong on
op den algemeen heerschenden geest, rees ouwiJle-
keurig de gedachte op „Ach mannen, hadt jullie
het maar onder elkaar afgernoakt, zonder hulp
van buiten
Echter was het appèl nog niet afgeloopen. Een
arbeider stelt voor het werk te hervatten tegen 18
stuivers, zonder leggeld. „Ik ha nou al trye
weken lein, sonder in cinfc to fortsjinjen. Dy
yustimpt ropt fen ja„Ja* en „neen* klinkt
het verward door elkaar. „Ik stel voor 90 ct.
en 5 leggeld,* roept een ander arbeider. En
weder is het„Ja „Neen4!* Om tot eene
beslissing te komen wordt bepaald, dat men
zich in twee groepen zal verdeelen. Nu blijkt het
echter, dat de getalsterkte dier groepen niet veel
verschilt. Men vraagt den wachtmeester, die tus
schen de beide groepen doorrijdt, wie den grootsten
hoop heeft. „Volgens myn oordeel, die*, is het
antwoord, en hij wijst op de groep, die voor het
liggeld zyn.
Thans treedt de secretaris der gemeeute Opster-
land op en leest de proclamatio voor, waarby het
houden van appèls verder ten strengste verboden
wordt. De arboiders gingen kalm uiteen om, be
houdens enkele uitzonderingen, den volgenden ochtend
den arbeid te hervatten. {N. R. Ct.)
De Belgische minister van Landbouw en Koophandel
De Bruijn heeft de vóór twee maanden in een samen
komst te Brussel benoemde delegatie ontvangen,
welke bem kwam sprekon over de plannen tot ver
binding van Brussel met de zee. De Miuister erkende,
dat deze in het belang des lauds zou zijn, maar
oordeelde, dat de stad haar behoorde tot stand te