ers. m dat het Exa- BER a. s. als rden toege- sn dag in de ibben. KPJr. neer!!! 4226. 1S9O. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. BINNENLAND. BISJE BB». (V Donderdag 22 Mel. FEUILLETON. ANSEL, aakster, aatat worden, iOOPWERK. nËN 1 NSEL, "maakster. 15. L Zn. irichting, De insending van advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave. I i WfflIS a GOUDSCHECOURANT Alionderljjke Nommers VIJF CENTEN. 'egens stil te 'j urant. Gisterenmiddag te twee uren bad te ’s Hage de opmerkte In eene nota, het verslag der (ÏJit het EngeUch.} III. zoo dwaas ïkman Zoon. De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering, van Zon- en Feestdagen. De prjjs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Bovendien worden alle Advertentien gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD 't welk des Maandags verschjjnt. II n idsche Cou- >nden door het INKMAN en f >orten. bp den Rec- wien tevens Woensdags srsgracht 18, au Nederland idbouwers of kering Maat- Zoo als in waar de volle t uitbetaald, ne belooning. Directie Da Utrecht- AD VER TENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. GR00TE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. naar aanleiding van Deze uiting van echt militairen geest kan niet genoeg op prys gesteld worden. De wensch den held van K otta-Toeankoe persoonlijk te leeren kennen hem een bewijs van kameraadschap te geven, zijn feiten die aantoonen, dat de geest die in de Kor poraals van het 5e Bat. 4e Regt.1 Inf. woont, is een goede, is een militaire. Wij wenschen de Korporaals-Vereeniging geluk met haar goed geslaagd en kameraadschappelijk feest en voegen er den wensch bij, dat steeds den leden den eerbied voor Moed, Beleid en Trouw zal blijven toebehooren, dan zullen zij, ook zonder in het oorlogsveld te treden, de achting van het Va derland waardig blijven. ON DON is «staande par ee haar binnen n verdwjjnen. isrjjk en zacht 85 cent pet acon. Alleen C. HÜINCK GOUDA, 21 Mei 1890. Gisteren avond had binnen deze gemeente eene ongewone optocht plaats. Een aantal landauers, allen gevuld met militairen in groote tenue, één burger slechts daaronder, bewoog zich door de straten. Spoedig echter was voor de nieuwsgierigen het raadsel opgelost. De Korporaals-Vereeniging „Steunt elkander,” had vergunning gevraagd den hier ter stede gevestigde gegageerde fuselier Buys, Ridder der M. W. O. eene ovatie te brengen. De toestemming daartoe was niet alleen gegeven maar door de Chefs zelfs de meest mogelijke medewerking verleend. Rid der Buys, bij zijn terugkeer in Nederland te Am sterdam zoo waardig ontvangen (eene ontvangst die van echt vaderlandsche geestdrift getuigde) was hier nog geen blijk van openbare deelneming te beurt ge vallen waartoe dan ook de tijd nog wel wat kort is geweest. Voortvarend, gelijk de meeste jongelui, meenden men echter maar niet te moeten dralen en de Vereeniging had dan ook eer van haar streven. En corps werd de gevierde kameraad van zijne woning afgehaald, in opgewekte stemming een rijtoer door de stad gemaakt, om daarna in het lokaal van den hoer Dam den avond in kameraadschappelijk samenzijn door te brengen. De nette zaal bood een gezelligen aanblik, en aan geestdrift ontbrak het niet. Eenige-H1I. Officieren, waaronder men opmerkte den kapitein v. d. Meer Sr. de Luitenants Iwes en van der Heggen Zijnen, brachten de feestvierenden een bezoek. Ieder hunner had een hartelijk waardeerond woord voor hun kranigen stadgenoot en de vereeni ging ten boste. Wat Buijs in Indië dood, ieder een, vertrouwen we, weet het, en zijn wij wol onder richt dan zal dit blijk van hulde niet het eenige zijn wat hem to beurt valt. C. M. E. van LÖben Seis, kolonel H. W. van Marl©, P. Roodhuizen, dr. F. L. Rutgers, jhr. mr. A. F.’ de Savornin Lobman (minister), ds. P. van Son, G. H. Thomassen a Tuossink v. d. Hoop, H. de Wilde en J. A. Wormser. De keuze dezer deputatie was geschied uit do be sturen der christelijke vereenigingen hier te lande. Nadat deze deputatie zich in het „Hotel des Indes" had verzameld, werd de heer Keuchenius, met drie zijner hier te lande aanwezige kinderen, in rijtuigen afgehaald, en in do groote zaal van het hotel binnengeleid. De toespraak by de overhandiging van het ge schenk werd gehouden door dr. A. Kuyper, die er op wees hoe geenszins eene politieke demonstratie bedoeld was, maar alleen het schenken van een be- wys van broederlijke sympathie voor de kloeke en cordate wijze waarop de heer Keuchenius èn als lid der Kamer èn als minister voor de belijdenis van den Christu^was opgekomen. Deze toespraak werd door den heer Keuchenius op hartelijke wijze beantwoord. Het geschenk bestaat uit eene gebeeldhouwde boe kenkast met twee caryatiden voorstellende geuzen figuren, op de zijde en waarboven het borstbeeld in brons van mr. Groen van Prinsterer prijkt, opzette lijk vervaardigd door den beeldhouwer Bart van Hove te Amsterdam. De boekery .zelve bestaat uit eene verzameling van geschriften van «getuigen des Heeren" uit alle eeuwen en alle landen, met uit sluiting van nog levende schrijvers. Al deze werken zijn in antieke banden gebonden en over vier planken verdeeld. Onder deze vier planken is eene diepe lade aangebracht, waarin links een keurig gebonden exemplaar van den bijbel ligt, en rechts een album met de namen der schenkers en een catalogus. Ralph Dent was door dit verschijnsel getroffen. Het kwam hem voor, dat zijn pupil in den laatsten tijd veel te veel lachte en zijn neef lang niet genoeg. Dat was vroeger net andersom geweest. De oude heer Dent was, gelijk ik zeido, een practisch man bij uitnemendheid; behalve daarin, dat hij verwachtte, dat andere menschen ook praktisch waren. Hij kon zich volstrekt niet voorstellen, dat zyn neef zoo bru taal zou zijn om op Prue te verheven. Maar de verandering, die by het tweetal had plaats gegrepen, maakte den ouden heer toch wel een beetje ongerust. Misschien was het wel niet heel verstandig van hem geweest, John Dent op Willowbrook te laten komen. Hoe meer hij nadacht over de vroolijkheid van Prue en de plotselinge somberheid van zijn neef, hoe minder het hem beviel. Als er een of andere dwaasheid tusschen hen was voorgevallen, zou hij er een einde aan maken, voordat het erger werd. Door de velden van Willowbrook" kronkelde oen beekje, waarover een rustieke brug lag, en over die brug stond een zomerhuisje een achthoekig huisje van latwerk, met vier vergulde ballen, die van een klein, blauw torentje op het dak afhingeneen soort' van pagode, zooals een Yankee zich die voorstelt Hier zat John Dent op een morgen peinzend een sigaar te rooken, toen hij zyn oom over de brug van berkenrijs zag gaan en naar hem toe komen. Mijnheer Dent Senior stapte het zomerhuisje in, haalde zijn sigarenkoker uit zyn zak en kwam dadelyk ter zake. Het was zoo ondenkbaar als iets, dat zijn oom zou goedkeuren, dat Prudence geëngageerd was met een man, die haar misschien noch in geen vijf jaar kon onderhouden. En wat Prudence zelve aangaat, hij had geen enkele reden te gelooven, dat zij iets om hem gaf, Zij was zeer vrij en lief geweest, zooals zij zijn kon tegen een neef van haar voogdvan den beginne af aan, had zij geen aasje koketterie aan den dag gelegd. Te lief aangekeken had zij hem zeker niet. Prudence had geen meisje, en geen achttien jaar moeten zijn, om niet te zien, hoe do zaken met den jongeheer stonden. Zij hield noch niet van hem maar zij mocht hem liever lijden, dan iemand, dien ze tot nu toe gekend had. Zij wist zoo goed als hij, dat het heel ongelukkig zou zijn, als er tusschen hen ook maar iets meer bestond dan vriendschap. Zij had vast besloten, bem de gelegenheid te benemen, haar van liefde te spreken, als hij soms zoo dwaas overhandiging plaats van het geschenk aan den heer mr. L. W. C. Keuchenius, waarvoor op initiatief van i de Standaard bijdragen waren bijeengebracht. Deze bijeenkomst had plaats in het „Hotel des 1 Indes", en de deputatie uit de deelnemers bestond uit de heeren mr. A. W. van Beeck Calkoen, mr. F. W. C. P. graaf van Bylandt, H. Bijleveld, A. Blankers, dr. A. Brummelkamp, mr. D. P. D. 5 Fabius, 8. baron van Heemstra, A. J. Hoogenbirk, I I ds. Lion Cachet, ds. Bresterveld, dr. A. Kuijper, -- 11 mocht zijn, het te willen doen. Zij zou hem op zoo grooten afstand houden, dat het moeielijk voor hem zou zijn, ook maar de geringste neiging voor haar op te vatten. Tot haar achttienden jaardag was Prue vrij gebleven van alle soorten van liefdesgeschiede nissen maar thans begon zij dadelijk John Dent te bewerken, met al het kalme overleg van eene schoone, die haar tweede jaar aan eene badplaats doorbrengt. Zoo ziet men de jonge eendjes het water zoeken. Er werd niet meer in den maneschijn in den tuin gewandeld; maar het ging zoo natuurlijk toe, dat John Dent volstrekt niet zag, dat het er op toege legd werd. Huiselijke bezigheden, die zij onmogelijk kon oproepen of bezweren, verhieven zich tusschen hen en het pijnboschje. Menschen uit de stad, heel vervelende menschen, kwamen ’s avonds de kamer inloopen, of oom kwam er niet aan toe, er eens uit te loopen. Als ze soms eens heel alleen waren en heel dikwijls als oom er bij was, plaagde Prue hem met de dochter van den professor, van wie hy toe vallig in de eerste dagen had gesproken. Zij ver moedde, dat daar een heel teedere zaak aan verbon den was, en terwijl zij dat onderwerp behandelde, legde zij een bekwaamheid om te plagen aan den dag, waarover zij zelve verbaasd stond. Op zulke dagen was zy enkel leven. John Dent vertoonde daarentegen hoe langer hoe minder leven, hij begon hoe langer hoe meer te lijken op dien somberen, peinzenden student, voor wien Pruê zoo bang was geweest. Op do tentoonstelling van twee- en eenjarige stieren, uitgeschreven door de Afdeeling „Bodegraven en Omstreken", van de Hollandsche Maatschappij werden de volgende prijzen toegekend: tweejarige stieren: le prijs. J. van Diepen, Bodegraven. 2e G. van den Bogawdt, Hazerswoude. 3e tf G. de Regt, Oudshoorn. eenjarige stieren le prijs. J. van a leringen, Hoogmade. 2e N. Vroege, Nieuwerbrug. 3e n J. Verbree, Bodegraven.'

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 1