Bultenlantlscli Overzicht. PETR0LEUM-N0TEERINGEN Cantzlaar 4 Schalkwijk, te Rotterdam. Burgerlijke Stand. van reisgeld toot de heenreis, naar Duitsehlaad ten behoeve van industrieele ondernemingen worden ge lokt, terwijl by hunne aankomst ter plaatse blykt, dat rij daar niet gebruikt kunnen worden. «Het is daarom geraden, dat die werklieden, al vorens op zulke beriohten en voorspiegelingen der agenteu aftegaan, of zelf of door tusschenkomst vaü den burgemeester hunner woonplaats, zich tot den Nederlandschen consul in de streek, waar die onder nemingen zich bevinden, om inlichtingen wenden omtrent de vooruitzichten in het bekomen van werk, de loonen en de huurprijzen der woningen aldaar. „Ik heb de eer UHEd. te verzoeken, de burge meesters in uw gewest uit te noodigen, aan het bovenstaande in hunne gemeente zooveel mogelijk bekendheid te geven en hunne bovenbedoelde tusschen komst te verleenen. Zooals men zich wellicht herinnert, is op de be grooting van waterstaat voor 1890 een crediet toe gestaan, om over te gaan tot het afschaffen van alle emolumenten voor de postambtenaren en hun daar* voor van rijkswege een evenredige tegemoetkoming te verleenen. De minister heeft thans, naar Het Fad. mededeelt, 'aan dat plan uitvoering gegeven. De ambtenaren, die de emolumenten verliezen, zullen voorloopig uit de schatkist een toelage ontvangen, overeenkomend met het gemiddeld bedrag van hetgeen zij in de laatste drie jaren aan emolumenten ont vangen hebben. Zoodra een nieuwe traktements— regeling tot stand komt, zullen die toelagen vervallen. De Staat zal zich nu, zooals het voornemen was, voortaan zelf belasten met de diensten aan particu lieren, bijv. het aannemen van abonnementen op dagbladen, tegen een provisie, die in de schatkist zal Tloeien. Daar het gebleken is, dat in den laatsten tij waarschijnlijk in verband met de hooge cokesprijzen door directiën van stoomtramwegen andere brandstof wordt gebruikt dan in de concessie-voorwaarden is voorgeschreven, zal van hooger hand daarop streng worden toegezien. Zaterdag vergaderden te Rotterdam, op uitnoodiging van het bestuur der afdeding „Rotterdam» van de Vereeniging tot bevordering van Zondagsrust, een aantal winkeliers in tabak en sigaren, ten einde de wenschelijkheid en mogelijkheid te overwegen om op Zondag hun winkels te sluiten. Zoowel de mogelijk heid als de wenschelijkheid werd erkend. Alleen gaf aanleiding tot debat de vraag of men er in eens dan wel geleidelijk toe zou overgaan. Voorts achtte men ook noodig de medewerking van fabrikanten en depóthouders. Het bestuur der afdeeling zal daartoe de noodige stappen doen, waarna alsdan een nieuwe vergadering zal worden belegd, om een definitieve beslissing in deze te nemen. Als een bijzonderheid op het gebied der natuurlijke historie deelen wij mede, dat de vischhandelaar L. M. Btruijk te Hellevoetsluis in het bezit is ge komen van een volwassen bot, die er uitziet alsof twee dezer platvisschen met de huikzijden tot éen zijn gegroeid. Het zonderlinge exemplaar heeft vier oogen, een dubbele ruggegraat en twee rugzijden, op de gewone wijze gekleurd en gewelfd. Indien het „Zou je dan niet gekomen zijn f' „Neen." Al was dat „neen" een jaar in het ijs bewaard geweest, dan had 't niet kouder kunnen zijn. „Ben je ook boos op me?" „Ik ben heel boos op je. Het stond je heel lee- lijk, John Dent, om met Oom te twisten; het is je eenigste vriend." „Ja, maar zie je; 'tkon toch niet anders, li kwam' in groote verlegenheid en onzekerheid naar hem toe; ik had vriendelijken raad noodig, en me dunkt, dat hij mij hard en ruw behandeld heeft. Als hij je niet verteld heeft, waar we woorden over kregen, zal ik er niets van zeggen. Heeft bij het je verteld, Prue?" „Ja, dat heeft hij," zeide Prudence langzaam. „Ik kon toch immers niet beter doen, dan het hem eerlijk zeggen?" „Het speet me razend, dat 'tgebeurd was! „Maar had „ik het dan liever aan jou moeten zeggen „Dat had roe toch meer gespeten.» v „Dan lijkt 't wel," zei John Dent, //dat ik ran de twee kwaden ten minste 't kleinste genomen heb. Dat is ten minste wat. Maar het kwaad is gedaan en het eenigste, wat ik kan doen om het weer goed te maken, is, dat ik zoo gauw mogelijk maak, dat ik weg kom. Ik kan je niet zeggen hoen Pl01f!er het me doet, dat ik je noch eens zie. Ik heb hier iederen dag twee, drie uur gezeten, altijd met de „wonderdier» in 't leven kan worden gehouden, zal het naar den Rotterdamschen dierentuinworden opgezonden. Bij de ontgravingen buiteu de Wittepoort te Leiden komen iu vrij grooten getale steenen tabakspijpjes voor den dag, zooals de Spanjaarden ze tjjdeus de belegering veel gebruikten en jzooals er ook op het stedeljjk museum aldaar een paar worden bewaard. Een sigarenhandelaar op de Haarlemmerstraat heett er een 40-tal van weten te koopen, waaronder er zijn met allerlei afbeeldingen. Scheveningeu is in zomertooihet strand getuigt van leven en beweging en van gezelligheid. Tot de groote verbeteringen welke in den afge- loopen winter zijn aangebracht, heboort de uitbrei ding en verfraaiing van het emplacement van de Hollandsche stoomtram nabij het hotel Zeerust. De gebouwen, nabij het Hotel d'Orange, ten dienste van de electrische tram zijn flink, de nieuw aange legde baan tot Wittebrug levert tal van schoone vergezichten op, maar de opening laat nog steeds op zich wachten. Men spreekt nu weer van Zondag 1 Juni. Het Kurhaus opent op Zondag 15 Juni zijne deuren voor het publiek. Een hartstochtelijk boekenliefhebber, een zekere Albert Lutton, ia te Londen in hechtenis genomen, op grond vau eene poging om een kostbare boekerij aan te leggen met zeldzame boeken die hij uit de National Library wilt te smokkelen. Hjj kocht oude boeken op eeo stalletje, ging er mede naar de leeszaal, vroeg een zeldzaam werk en terwjjl bij het ernstig scheen te bestudeeren, schoof hij het oude boek er voor in de plaats en liet het zeldzame exem plaar in zijn zak glijden. De politie vond op zijn kamer alle dus gestolen werken netjes in boeken kasten gerangschikt. Een aardige anecdote uit den Ruseische-Turkschen oorlog doet de ronde in de Russische bladen. Eenige kozakken beklaagden zich zeer, dat zjj zoo weinig plaats hadden in den voor het verroer der militairen ingerichten veewaggonte Minsk aangekomen klaag den zjj vooral steen en been en vroegen daar eenige waggons meer. Reacrvewaggons waren echter niet aanwezig, doch de stationchef hielp zich slim uit de verlegenheid. „Kunt gjj lezen" vroeg hjj een ko- zakkenonderofficier. Ja, nu lees dan eens wat op dien waggon staat!" „40 man of 8 paarden" maar het Russische ili (of) was verkort tot is eohter ook „De kozak las nu 40 en 8 paarden." Ojj ziet wat de hooge overheid besloten heeft zei nu de chef, „en hoe uitstekend jelui eigenlijk zitten. Wees dus spoedig stil of ik laat onmiddellijk noch acht paarden aanrukken. Het spreekt van zelf, dat de braven zonen van de Don gedurende het verdere deel van de reis zoo slil waren als de soldaten in „het turfschip van Breda." Dr. E. R. Allinaon schreef dezer dagen in het Had. fFeekbl. o. a. het volgende over het gebruik van bruin brood „Wanneer men mjj raadpleegt over ongesteldheden, schrijf ik dikwijls het gebruik van bruin brood voor. Door bruin brood versta ik brood van ongebuild stille hoop, dat het geluk je bierheen brengen zou. Zie je, Da. Wibird was do beate vriend van mijn vader, zoolang We hier in de stad woonden, en me dacht, dat ik niemand nader had als hem; daarom heb ik hem een heel poosje mijn onaangenaam bijzjjn laten genieten. Ik heb allerlei theologische boeken van den dominé gelezen," vervolgde hij somber, „en ook wat boeken over de mijnen, en nu ben ik vrjj goed op de hoogte van het leven hier namaals en van de aardkunde." Prudence had moeite, niet in lachen uittebarsten. „Maar de tijd viel me erg lang; dat kan ik je zeggen. Daar op die houten bank heb ik de ellen digste uren van mijn leven doorgebracht." Die woorden kwamen Prudence later dikwijls in de gedachten, als zij op diezelfde groene bank, onder den wijngaard zat. „Nu je hier bent, is dat alles weer overmaar ik geloof niet, dat ik het noch een week had kun nen uithouden, als had ik geweten, dat je Zaterdags komen zou. Hoor eens, nicht Prue, ik heb je noch heel veel te zeggen, en ik weet niet, hoe ik het zal zeggen. Mag ik 'teens probeeren?» „Dat hangt er van af, wat voor dingon, 't zijn,» hernam Prudence. „Er zijn enkele dingen, die je niet tegen mjj behoort te zeggen.' „Mag ik je zeggen, dat ik j6 liefheb?' „Neen, dat moet je me niet zeggen „Dat behOef ik je niet te zeggen, meen je zeker. Oom Ralph heeft me 'die moeite bespaard. Als hij tarwemeel, d. w. z., het graan moet gemalen en tot brood bereid worden, zonder er de zemelen uit te verwijderen. De redenen, waarom men hot graan moet gebruiken met al de stoffen waaruit het bestaat, zjjn vele. De tarwekorrel bestaat uit een meelach tige kern, omhuld door een bruin vliesje. De om hulsels worden zemelen genoemd, en van de kern wordt het witte meel gemaakt. Zemelen bestaan uit niet voedende, houtachtige vezels, en bevatten de meest minerale bestanddeelen van het koren, zooals phosphaten, ijzer, enz. Vlak onder het omhulsel be vindt zich een laag cellen, grootendeels bestaande uit de stikstofhoudende stoffen van het graan. Wanneer wij nu de zemelen verwijderen, dan gaan deze stof fen, evenals de minerale bestanddeelen, vérloren. „Het gevolg hiervan is, dat wanneer men witte brood gebruikt, men een voi dsel tot zich neemt, dat niet genoeg minerale bestanddeelen en vleeschmakende stoffen bevat, en men zich dus onvoldoende voedt. Daardoor verliezen wjj spoedig onze tanden. De kinderen zjjn onderhevig aan Engelsche ziekte, en wij worden niet verzadigd. Moeders, die haar kinderen zogen, moeten altoos bruin brood eten, aangozien dit de vorming van tanden en beenderen bij de kinderen bevordert. Engelsche ziekte ontstaat uit gebrek aan kalkzouten in hel bloed en kan alleen genezen wor den door bruin brood of havermeel. Door enkele toediening van kalkphosphaten wordt de kwaal niet weggenomen. Tengevolge van het verwijderen van de meeste stikstofhoudende stoffen, is het brood on voldoende voedzaam en zjjn wij genoodzaakt eieren, kaas, vleesch of peulvruchten te gebruiken, willen wjj verzadigd raken. Men placht melk te beschou wen als een volmaakt voedsel en dat is het ook, maar voor jonge kinderen. Het volmaaktste voedsel voor een volwassen mensch is koren. De plantaar dige stikstofverbindingen van het koren dienen om de spieren op te bouwen, door de zouten worden beenderen en tanden gevormd, het meel geeft warmte en kracht, en de zemelen bevorderen de werkzaamheid der ingewanden. Bruin brood en water bevatten alles, wat noodig is om het leven te onderhouden, ook bjj iemand die hard werkt. Menschen, die wittebrood eten, hebben dikwijls last van een onaangenaam flauw gevoel in de msagomdat gevoel te doen verdrijven, nemen zij dan hun toevlucht tot bier, wijn of spiritualiën, waardoor deze onaangename gewaarwording vooreen oogenblik wijkt. Indien zjj bruin brood aten, dan zouden zjj geen last hebben van dat gevoel, en zouden wjj een matig volk zjjn. De zemelen, hoewel onverteerbaar, zegt Dr. A. verder, spelen toch een zeer belangrijke rol bjj het voedingsproces. Ten eerste verdeelen zjj de voe dende stoffen in oplossing moeten komen. Ten tweede nemen zjj ruimte in de maag in, waardoor een over matig gebruik van spijzen belet wordt. Evenzoo worden de dunne darmen door hen gevuld, en hier door wordt onwillekeurige beweging der darmspieren aangezet, aldus de dagelijksche ontlasting bevor derende. Een brutale roofaanval is dezer dagen te Tisza-Bid gepleegd. L'it Pest worden daaromtrent de volgende bijzonderheden bericht. De gewezen rechter Kornis zat op zijn kasteel 's avonds te 10 uren met zjjn vrouw in de eetkamer, toen twee mannen met zwart gemaakte gezichten binnensnelden en hem aanvielen. Hij bleef bedaard, pakte de kerels in hun kraag en me vertrouwd had, geloof ik, dat ik heengegaan was, zonder er een woord van te spreken. Ik ben er trotsch op, dat ik je liefheb. Ik weet wel, dat ik er mjj een ongeluk mee op den hals gehaald heb, daar ik misschien mijn leven lsng genoeg aan zal hebben; maar het zal mjj nooit berouwen. Ik sta hooger in mjjn eigen schatting, nu ik niet week aan week met jou in hetzelfde huis kon wonen, zon der je lief te krjjgen.» „Maar ik ik heb je toch nooit «Nu ben je op gevsarljjk terrein, zei John Dent. „Als je een hekel aan me hebt, zeg het me dan niet als je veel van me houdt, zeg het me dan ook niet; want ik zou het geen van beiden knnnen verdragen. Ik verklaar op mijn woord van eer, dat ik het niet weet, dat ik het alleen maar hoop, en dat ik|het niet zou willen weten, al kon ik er de wereld mee verdienen.' Ziedaar dan een minnaar een uit de tiendui zend die op het punt is, zich voor zqn meisje aan handen en voeton te laten binden, en die geen gelofte van haar wil aannemen, al wilde ze dien doen. Hjj zei niets minder dan de volle waarheid, toen hjj verklaarde, dat hij volstrekt niet wist, hoe Prue over hem dacht. Zjj mocht hem natuurlijk wel lijden dat was duidelijk; maar verder wist hij er ook niets van. Hij wilde gaarne heengaan, met zooveel hoop als de onzekerheid kan geven, ien misschien had hij daar wel gelijk aan. IVordt vervolgd.) wierp hen de deur uit. Maar toen hij daar nog vier gewapende mannen vond zwichtte hjj voor de overmaoht en voldeed aan hun verzoek, hun al het geld te geven dat hjj in huis had. Hjj bracht hen naar zijn studeerkamer en gaf hun 1500 in bank papier. „Wij willen moer geld, hond!" riep een der roovers, „wij weten, dat je nog 100,000 in huis hebt." „Dat was verleden week,"ant- woorddo Kornis, „maar dezer dagen heb ik voor die som een landgoed gekocht." Na kort beraad stelden do roovers zich daarmee tevreden. Een van hen rukte Kornis zjjn gouden horloge uit den zak, maar hjj gaf het, toen hij hoorde dat het een dier baar aandenken was, grootmoedigljjk terug. Daarna sloten de roovers Kornis op in zijn werk vertrek en keerden terug naar de eetkamer, waar zjj de vrouw des huizes nog vonden, en dwongen deze, hen te brengen bjj haren oom, den 83 jarigen heer Dogaly die in den omtrek den naam van een Nabob had. Zij trokken den grijsaard, die sinds langen tijd ziek lag, uit zjjn bed, en een der man nen schoot hem in den mond, zoodat hjj terstond den geest gaf. De roovers begonnen toen een ijzeren geldkist, welke op Dogaly's kamer stond, open te breken. Terwijl zij daarmee bozig waren, gelukte het mevrouw Kornis te ontsnappen. Zij snelde naar de dienstbodenvertrekken en maakte alarm. De'roo- vers namen daarop (1e vlucht in een gereedstaand rjjtuig, na eerst nog in den blinde een paar revol verschoten gelost te hebben. De roovers zjjn nog niet gerat, maar men meent hun aanvoerder op het spoor te zijn. Herbert Bismarck vertelde op een diner te Londen de volgende, maar hij beweerde, historische anecdote. De onderhandelingen tusschen Engeland en Holland over de Knap de Goede Hoop konden maar niet tot een goed einde komen waarop eindelijk de Holland sche afgevaardigde aan de Engelschen het volgende voorstel deed „Geeft ons de Kaap eu houdt jelui de Goede Hoop.» Jammer, dat 't anders is uitgekomen en Holland alleen de Goede Hoop, zonder de Kaap beeft be houden De heer C. L. Kniphorst vestigt in de Niemee Asser Courant de aandacht op de uitgestrekte en nog on ontgonnen veengronden in Frankrijk. „De veen gronden,» aldus schreef hmn zekere heer Tivgt „lig gen hier in een rjjke en sbhoone landstreek, met zeer veel middelen van gemeenschap, zoowel te water als te land, in de buurt van Lyon. Geen veengrond is beter gelegen. It moet u mededeelen, dat veenont- ginning geheel en al onbekend is in Frankrijk, en men er ge«j begrip heeft van do waarde der veen gronden. Ik bon eigenaar van ongeveer 50 bunders veengroudhet veen zit ter diepte van ongeveer drie tot vier meter. Ik zoek een deelgenoot om de veen- ontginning te beginnenzijn er bij u liefhebbers voor veenontginning, laten ze dan overkomen om te zien.» Het bedekken der tuinpaden en wandelwegen met zand (grint), geljjk gewoonlijk geschiedt, heeft zjjne schaduwzijde, omdat zand en grint lieht verschuiven of verwaaien, het pad oneffeu wordt en bij regen met water doortrokken. Ook eischen zulke paden veel onderhoud, vooral op plaatsen waar weinig wordt ge- loopen wegens het verwijderen van steeds woekerende, onkruid. Wel is waar kostbaarder maar duurzamer en minder onderhoudskosten vemischende zijn, volgens „Landwirthschaft und Industrie,» de waterdichte voet paden, die men van eene soort beton aanlegt. Het oude zand of grint moet uitgegraven worden, dan laat men het over een zeef gaan om alle aardachtige deelen, onkruidwortels enz. te verwijderen, en ver mengt op zes deelen drie deelen scherpkantig, fijn zand en één deel portlandcement; van geringere cement- soorten moet men wat meer nemen. De massa wordt met water tot eene matig stijve brij aangeroerd, met oen schop ongeveer 6 centimeter hoog over den weg uitgespreid, geëffend en geplakt. Er mag niet eerder op geloopen worden voor het pad hard is, wat bin nen twee dagen gesohiedt. Zulke paden blijven steeds schoon, vlak en droog en men bespaart veel arbeid. (landb. Crt.) In het twaalfde verslag van de Vereeniging tot verbetering van Armenzorg te Rotterdam wordt o. a. het volgende gemeld „Wederom wordt in dit verslag de tabel opge nomen, waarin het komen en gaan van personen uit {y.?. handwerkstand in oijfers is voorgesteld. Er bhjkt uit, dat terwijl in 1887 do zuivere vermeer dering 651 bedroeg en in 1888 1543, in 1889 een aanwas viel op te merken \an 2055 personen, die bij dag- of weekloon werken of niet werken en due dag- noch weekloon verdienen. Teoordeelen naar het aantal personen, zoekende naar eene of andere bezigheid en eerst weinige dagen of weken hier ter stede wonende, die zich bij de Vereeniging aanmelden, moet bet getal dergenen, die zonder middel van bestaan naar 002e stad komen afzakken, zeer groot zijn. Wanneer men in den regel in het oog houdt, dat de bevolking bepaald wordt door de hoeveelheid middelen van bestaan waarover zij be schikken kan, in het oog houdt, dat vele van die zoekende personen hier big ven wonen, dan verbaasd men zich niet langer over de soms zonderlinge mid delen van bestaan, die eene groote stad weet aan te wijzen. «Stelselmatig onthouden wij alle hulp aan den niouw aangekomene." Heed men algemeen zoo teeken van afkeuring hooren wij van alle zyden dan zou er meer ruimte en minder ellende zijn." Omtrent het armbezoek zegt het verslag: «Het werk vaü armbezoek wordt voor de meesten onzer van jaar tot jaar aangenamer, al kunnen wij, helaas, niet ontkennen, dat ook hier somtijds teleurstelling ondervonden wordt. Het ia waar, menigmaal zien wij ons deerlijk in onze beste verwachtingen bedrogen en vaak behoort er moed en toewijding toe, om niet vol vertwijfeling ann den goeden uitslag, ons werk prijs te gevendoch tegenover die oogenbljkken van ootmoediging staan toch ook vele ondervindingen van blijden aard, en ontmoetingeu, die ons vaak sluimerend vertrouwen in den adel der menschelijke natuur woder doen ontwaken. Hoe dikwijls gebeurt het niet, dat onze armen ons ten volle hun ver trouwen schenken, zonder tegen ons op to zien, als tegen iemand die tegenover heh, of boven hen staat. «Hpe menigmaal is het ons uiet mogen blijken, dat de door ons bezochte personen overtuigd waren van onze warme belangstelling in hun lot en van onzen vasten wil om hun tot nut en hulp te zijn. En waar de verhouding tusschen ons en de armen eene zoodanige was, daar ging ons werk gemakkelijk en was het resultaat meestal gunstig." Toen keizer Wilhelm met den erfprins van Sak sen-Mei ningen Zondagmiddag in een rijtuig met één paard, dat hy zelf bestuurde, naar de aanlegplaats der stoomboot reed, werd het paard bij een kruis punt schichter. De keizer sproug er uit en «iel op den rechterarm. Het rijtuig sloeg toen om, zoodat de erfpflns er uit viel. Beiden wachtten in een na burige villa, totdat een ander rijtuig was gohaald, en reden toon naar de aanlegplaats. Per boot maak ten de keizer en de prins toen het voorgenomen tochtje naar het Pauweneiland, De keizer verzwikte den rechtervoet. Wegens een zwelling van den voet, door bloedstorting veroor zaakt, werd de keizer verhinderd heden het feest van de kadettensshool by te wonen. De verkiezingen van de helft der leden van de Belgische provinciale raden, die moesten afireden, hebben in het geheele land plaats gehad. Behou dens enkele veranderingen «au weinig beteekenis, is de verhouding tusschen de beide partijen dezelfde gebleven. De clericalen behielden do meerderheid in zes en de liberalen in drie provinciën. President Carnot heeft weer een nieuwe reis aan vaard. Nu geld hot bezoek het zuiden, en wel hoofdzakelijk Montpellier, dat feest viert ter eere van zijn zeshonderd-jarige universiteit. Te Lyon, Montélimar, Orange en Avignon, welke plaatsen het eerst worden bezocht, is de President weer zeer goed ontvangen. Te Montélimar had de heer Carnot zijn eerste rede. Toon de sonator Loubet, de burgemeester der stad, hem begroette, antwoordde de heer Carnot: dat het land een sterke, verdraagzame en eerlijke republiek verlangde en dat hij het als zijn taak be schouwde ais de verdediger van een dergelijke repu bliek op te treden. In dit opzicht geeft dus deze reis van den heer Carnot geen stof tot bijzondere beschouwing, maar toch viel bij het vertrek van don president iets voor dat nogal iu het oog viel. Toen de ministers in het station bijeenwaren om den president uitgeleide te doen, verscheen geheel onverwacht ook de Russischo gezant baron Mohrenheim, die zich bij hen voegde, ten einde den president dezelfde eer te bewijzen. Het doei van deze geheel ongebruikelijke beleefd heid is natuurlijk een openlijk blijk tegeven, dat de vriendschappelijke verhouding tusschen Rusland en Frankrijk, ondanks de hiorover verspreide geruchten, in geen opzicht is gewijzigd. Te Parijs ten minste wordt de stap van den Russischen gezant aldus uit gelegd en beschouwd als een nieuw bewijs tegen het bericht van de Timesdat czaar Alexander voor nemens is zich bij het drievoudig verbond aan te sluiten. Profetiën vallen niet te doen over den toekora- stigen uitslag der onderhandelingen tusschen Duitsch- land en Engeland over de Afrikaansche aangelegen heden. In Duitsche koloniale kringen begint raon langzamerhand het onwrikbaar geloof aan de opti mistische verwachtingen ten opzichte van dit resultaat te verliezen, in verband met de in Engeland veldwinnende waarschuwende stemmen tegen lord Salisbury, om ditmaal wat vaster op zijn stuk te staan tegen de hooge eischen van het Duitsche ryk. Te Berlyn ^vreest men al te zeer dat do openbare meening lord Salisbury zal dwingen uit zelfbehoud zijn welwillende houding jegens Duitschland te laten varen. Tot dit vermoeden bestaat wel eenige grond Want dat lord Salisbury de wenken hem door de dagbladen, zelfs van zijn eigen richting, en de dis- cussiën in het parlement niet in deu wind slaat, blijkt uit zyn ifede, Donderdag op het banket van hot kleermakers-gilde te Londen uitgesproken. Hij protesteorde nadrukkelijk togen de geuite beschuldi ging, dat de regeering grondgebied in Afrika zou hebben prijsgegeven, wijl nog geen overeenkomst met eenige buitenlandsche regeering gesloten is. Het was zelfs twijfelachtig, of een overeenkomst bereikt zou worden. In ieder geval zouden de belaugen der handelsmaatschappijen eu zendeling genootschappen in het oog worden gehouden. De voorvallen in Afrika daargelaten, verzekerde lord Salisbury, waren de kansen op het behoud van den vrede nimrfter gunstiger geweest dan thans. De openlijk uitgesproken twijfel van den Engel schen premier over een goed einde der Duitsch- Britsche onderhandelingen betrekkelijk de Ooet- Afrikaausche aangelegenheden is een nieuwe domper op de geestdriftige hebzucht der Rolonialschwarme? te Berlijn. Trouwens de tory-regeering heeft reeds genoeg moeilijkheden in de binnenlandsche staatkundo, waar over zij struikelen on vallen kan, om niet ten be lieve van hot Duitsche rijk en zijn koloniale politiek een niouw onweer boven haar hoofd aan te trekken. Reeds nu bereiden de verschillende partijen zich in meerdere of mindere stilte op de aanstaande ver kiezingen voor en de liberalo oppositie zou uit lord Salisbury's zwakheid jegens Duitschland een even scherp wapen tegen do tories en liberale unionisten smeden als zij dit reeds doet uit de Iersche en andere quaestiën. De Portugeosche minister van Financiën Castello Branoo heeft zyn begrooting ingediend met voorstel len ter verkrijging van eveuwicht tusschen de ge wone uitgayen en inkomsten. De tinancieele toestand door het vorige bewind achtergelaten, was volgens den Minister niet bevredigendgedurende het be heer der progressisten waren do gewone uitgaven grootelijks vermeerderd, zoodat de aanmerkelijke toeneming der ontvangsten was overtroffen verge leken bij het jaar 1886 1887 was het gewone tekort verdubbeld. Intnsschen was de welvaart sedert 9 jaren toegenomen; sedert 1880 was de invoer van machines van 1041 tot 1755 conto's vermeerderd; de invoer uit de koloniën van 1581 tot 3745 de uitvoer naar de koloniën van 990 tot 2347, enz; aan spoorwegmateriaal was in 1889 zesmaal meer ingevoerd dan in 1880de spoorwogontvangsten waren van 3229 tot 5454 conto's gestegen. De voor stellen van den minister betreffen afschaffing van de tonne- en ankergelden en quarantainereebten, alles to vervangen door rechton op de hoeveelheid geladen en geloste waren, veranderingen in de zegelwet, reorganisatie van de douane enz. De buitengewone uitgaven voor 1890 1891 schat do Ministor op 2506 conto's, waarvan 1342 voor het koloniale departement. De oud-Minister Carvalho zal in Juni uit Lissa bon naar Mozambique vertrekken aan het hoofd eener wetenschappelijke zending, dio den toestand der goud- on steenkolenmijnen in dat land zal onderzoeken. Een andere expeditie vertrekt in Augustus met het deel te Bhithe een kolonie te stichten. Aan deze ondernemingen wordt gewicht gehecht. Men ziet er uit, dat de hebzucht der Engelschen do Portugeezen wakker maakt. De tariefwet, door het Huis van Afgevaardigden in de Vereenigde Staten aangenomen, zal deze week aan den Amerikaanschen Senaat worden gezonden, waar zij, naar men verwacht, 2 maanden in behan deling zal blyven. Er zullen volgens de Times ver moedelijk ingrijpende veranderingen in worden ge maakt, die omslaohtigen arbeid en langdurige beraad slagingen met zich sleepen, daar de voornaamste republikeinsche Senaatsleden herziening van vele rechten wenschen van de Makelaars De markt was heden vast. Loco Tankfust f 8.35. Geïmporteerd fust f 8.35. September-, October-, November- en December- levering 8.65. y 11 saBaag REBOREN 23 Mei. Adrisan, ouders I. van I.ceewm en S. den Herder. 24. Johannes, ouders H. J. Verblssuw en H. Diebrink. 25. Willem, ouders W. O. Boot eu F G. J. Kroysheer. Johan, ouders E. W. de Keuter eu J C. Bomer IJds, ouders H. Blsst. r en G. Verdouw'. 26. Dirkje Marie, ouders D. Stigter en M. Ooms.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2