TO. lerk. MG I0P. DE SPOORWEGPLANNEN. DE, S1D I p, I BID CT K° 4333. Zaterdag 31 Mei. 1890. en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken» JM. ÏÊN IIUS, rfmarkt 79. KE, szin zolder 8TU8 eene GIS MGS uda en en serste, >ZE LCÉ >ozen 1P Jr. FEUILLETON. De inzending van advertentiön kan gebieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave. a h; 'softe Cou- den doorbet fKMAN en i 4» ALLEEN; alle nutn- ar oud, een inderen om als inlichtingen S’ I De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prys per drie maanden is f L25, franco per post 1.70; Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. AD VERTEN TIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen iedere regel meer 10 Centen. GR00TE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. (Vit het Eni/idich.) VI. goudsche courant Bovendien worden alle Advertentien gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD 't welk des Maandags verschijnt. II. Het denkbeeld der Regeering den Rjjnspoor- weg te doen verdwijnen en een deel daarvan ter beschikking te stellen van beide ovprbljjvende concurreerende maatschappijen heeftop zich ‘zelf niet veel bestrijding uitgeloot. Het is dan ook veel rationeler dan b. v. de verdeeling der staatssporen tusschen Holl. en Rynspoor-maat- schappjjen. De Holl. spoor krijgt volgens het plan der Regeering directe en korte verbinding van Rotterdam met het Oosten des lands, ter wijl de Staatsspoorwegen van noord en zuid Amsterdam, Rotterdam en den Haag kunnen bereiken. De beide overbljjvende maatschap pijen kunnen over lange trajecten binnenslands en in aansluiting aan het buitenland met elkander concurreeren van uit alle voorname centra der bevolking en van den handel De voordeelen dezer regeling springen in het oog. Maar, heeft men gezegd, er bljjven twee bezwaren. Het gemeenschappelijk gébruik vafi dezelfde Ijjnen, van hoogerhand opgelegd aan concur reerende maatschappijen, zal de bron worden van eindelooze‘moeilijkheden, waarvan het pu bliek de dupe zal zijn. In de tweede plaats staat het te vreezen, >dat de twee maatschap- i pijen, in stede van te concurreeren, een accoord zullen aangaan ten einde zich zelf te bevoor deelen, alweder ten koste van het publiek. Wij gelooven, dat de memorie van, beant woording er vry goed geslaagd is deze be denkingen te ontzenuwen. Het eerste bezwaar vervalt grootendeels door de opmerking, dat het Misschien hoopte de oude vrek wel op een mooi trouw-cadoau aan het eind van zijn streken en listen. Zoo Prudence zich ongelukkig gevoelde over het onaangename humeur van haar voogd, hij zelf was door haar schijnbare onverschilligheid tot in het diepst van de ziel getroffen. Ze zagen nu elkander maar hoogst zelden bijna niet anders dan aan tafel, en een enkele ‘keer na den eten in de zitkamer. Mijn heer Dent was bijna altijd in de bibliotheek, en Prudence zocht hem zooveel mogelijk te ontwijken. Zij schaakte ook niet meer met hem, en las hem ’s avonds ook niet meer voor. De herfstavonden op Willowbrook waren eentonig en schenen nooit oen einde te zullen nemen’ Als mijnheer Dént het er op tdegelegd had om te maken, dat Prudence haar neef ieder uur van den dag miste, dan kon Machia velli zelf zijn manier van doen niet verbeterd hebben. Op zekeren namiddag, onge'veer drie maanden later, kreeg mijnheer Dent een enveloppe van zijn neef met een brief voor Prudence. De eerste gedachte van mijnheer Deat was, den brief in het vuur te gooien, maar hij volgde zijn tweede ingeving, en bracht hem naar haar toe, hoewel hij hem in zijn vingers brandde. Prudelfee ontstelde en kreeg een kleur, toen zij het adres zagmaar zij verroerde zich niet, om den brief aan te nenymzij liet hem op tafel liggen, waar haar oom Mm had neergelegd. „Zij zal hem zeker alleen willen lezen," zeidc mijn- eene gezonde mededinging, die niet anders dan ten bate van den handel kan strekken. Doch als nu die goede bedoeling niet wordt bereikt en de beide maatschappijen onder één hoedje gaan spelen ten einde net publiek het vel over den neus te halen. Wanneer er drie partijen zijn, gaat dat zoo gemakkelijk niet, zegt men. De Regeering antwoordt, dat thans van geen concurrentie sprake is. Drie maat schappijen zijn er nergens te vinden bejialve te Utrecht en daar doet de Holl. Maatschappij' niet mede. Overal elders vindt men slechts ten hoogste twee maatschappijen en, daar zij 'geen voldoende eigen verbindingen hebben, kunnen zij slechts grootendeels door elkanders h,ulp langs den koristen weg vervoeren. Liefst houden zij het vervoer op de eigen banen en de concurrentie leidt dan vaak tot een vervoer over een langeren weg. De nieuwe regeling geeft ook slechts concurrentie van twee onder nemingen, maar elk daarvan verkrijgt het uitsluitend of gemeenschappelijk gebruik over lange afstanden tusschen dezelfde eindpunten, en daardoor kan de concurrentie inderdaad volkomen worden toegepast. Voor het bin- nenlandsch verkeer wijst 'de Regeering op de bevoegdheid, welke zij zich heeft voorbehouden om de maxima der tarieven voor te schrijven en die te verlagen. Dool db bestaande, welke reeds vrij laag zijn, daarvoor aan te nemen, voorkomt zij de gewraakte verhooging, die uit coalitie wordt gevreesd. Bovendien kan volgens de nieuwe regeling spoedig genaast worden, een straf welke echter in de toepassing altijd zeer bezwaarlijk zal wezen en daarom terecht als niet zeer ernstig wordt beschouwd. Te gemeenschappelijk gebruik der aangewezen ba nen niet is een verplichting van booger hand opgelegd, maar eene vrijwillige daad der maat schappijen zelven, die zich daartoe bij overeen komst hebben verbonden. De minister is wel tusschenpersoon geweest bij de onderhandelingen maar.de betrokken maatschappijen hebben zich tot medegebruik verbonden. Er kapt dus geen sprake zjjn van schending van rechten, die aanleiding zou kunnen geven jiot eeneischtvan schadevergoeding, zooals wel eens gedaan is, als b. v. de eene lijn de andere doorsneed. Het gemeenschappelijk gebruik van lijnen volgens overeenkomst bestaat op verscheiden plaatsen en heeft nergens aanleiding gegeven tot moeilijk heden. De Regeering legt thans eene uitvoe rige overeenkomst over, tusschen de beide maatschappijen gesloten, waarbjj in bijzonder heden het gezamenlijk gebruik wordt geregeld. Practische bezwaren zijn er dus inderdaad niet. Sedert 1865 b.v. gebruiken de Exploi- tatie-maatschappij en de Rjjnspoor gemeen schappelijk het station te Arnhem en een deel der spoorlijn aldaar en de toen ingestélde commissie ter beslissing van eventueele ge schillen beeft nog geen enkel maal zitting gehouden. Het laat zich dus aanzien, dat nu de beide maatschappijen in hun eigen belang I bereid zjjn een overeenkomst te sluiten volgens de bedoeling van het, (nieuwe plau, geen der schrikbeelden van’ verwarring verwezenlijkt zal worden. Het is dan ook veel waard, dat aan alle voorname‘grensstations beide maatschap pijen goederen'zullen kunnen aannemen en die zelf vervoeren naar de groote steden, zonder elkander verder noodig te hebben Dit geeft 18) Maar gelijk zij zoo was zij nu t_ bij Ds. Hawkins was Voorgevallen. Blijkbaar wist Oom, list zij elkander daar ontmoet hadden. Zij had zijn vertrouwen en zijn achting verloren, en dat was hard, harder dan dat John Dent er niet was, heel wat harder. Dat had ze blijmoedig gedragen, als ’tniet om haar voogd was geweest; maar die maakte, dat het haar zooveel te zwaarder viel. De ,oude dominé was al dien tijd haar oenige steun en troost. Zoo vaak zij in huis gemist kou worden, liep zij regelrecht naar de pastorie, en daar 1 zat zij dan uren lang op het klpine groene bankje onder den thans haast ontbladerden wijngaard, waar John Dent haar had opgewacht. *Dat noemde zij haar boetstoel. Hier las zij den heelen Adam Smith „Over Volksrijkdom” door, eene daad, die ik durf verzekeren, dat noch door zeer weinige jonge dames in Nieuw-Engeland of elders is volbracht. Zij las het als een roman. Soms bracht de dominé zijn armstoel naar buiten oogluikend toegelaten,waarschijnlijk zelfs bewerkt in den zonneschijn in de veranda, en dan hielden r- zij met hun tweeën lange gesprekken óver Calafornië I on over Jöhn Dentwant «dominé hield veel van den jongen man. Hij had Jack, toen hij noch een jongen was, Latijn 'geleerd, en bovendien was de vader van den knaap hem altijd dierbaar geweest. Hoever de I jongman Ds. Hawkins in zijn ’vertrouwen had laten I deelen, weet ik niet; maar we mogen gereedelijk veronderstellen, dat Prudencehaar ouden vriend ij vroegêr’to werlegeh Was’geweest, I alles vertelde, wat er te vertellen was. Dikwijls was te trotsch, om te vertellen, wat er domino .niet thuis'en bezocht hij zijne gemeenteleden, dan zat Prudence daar alleen en dacht aan John Dent. Zij was zoo somber en neerslachtig geworden, dut haar eonig genoegen waseen half uur ver te loopen naar een plaats, waar zij zich eens recht on gelukkig kon gevoelen. Die herhaalde pelgrimages naar, Horsehoe Lane verdulden den Heer Dent met jaloerschheid. Lang zamerhand begon hij den eenvoudigen ouden Heer te haten, wiens gezelschap zij blijkbaar boven h'et zijne verkoos, al maakte hij zijn eigen gezelschap ook^ niet al te aangenaam. Hij nam den dominé otg kwalyk, dat hij zich tusschen hem en Prudence plaatste; maar vooral nam hij hem kwalijk, dat hij John Dent de gelegenheid had gegeven, haar in het geheim onder zijn dak te ontmoeten. Hij twijfelde er niet aan„ of dat koppel achtige oude wijf want wat was die dominé eigen lijk anders als een oud wijf? - had de samenkomst

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 1