Bultenlandsch Overzicht.
worden bijgewerkt. Dew zond bet bijgewerkte artikel
naar den bijsonderen redacteur voor den tak van
kunst of wetenschap, waartoe zijn werk behoorde, en
deze redactonr moest dan alle bijzondere bijdragen
voor zijn afdeeling tot één samenhangend geheel
vormen. De arbeid, waaraan meer dan 200 geleerden
en schrijveis medewerkten beeft ongeveer 10 jaren
geduurd.
Niet minder omvangrijk was de taak van den
drukker, want het geheele werk bestaat uit 1036 vel,
waaraan één zetter 40 jaren zou gewerkt hebben,
terwijl bovendien 16.576 afbeeldsels en kaarten
moesten vervaardigd worden. Ahn het geheele werk
werd besteed 817.600 riem papier, wegende
7.500.000 pond.
In den avond van 2 Januari 1888 had naby Rui-
nerwold bet droevige spoorwegongeluk plaats dat des
tijds eene rilling door het gansche land deed gaan
en waarvan de herinnering thans zeker nog niet ver
loren is gegaan. Ten gevolge eener botsing titeschen
den voor Groningen bestemden sneltrein en een per
sonentrein, die in tegenovergestelde richting reed,
werd een ontzaglijke verwoesting aangericht. Van
het treinpersoneel werden eenigen op de plaats ge
dood anderen en ook een aantal passagiers werden,
de een meer, de ander minder ernstig gewond. Gelijk
meestal, zoo beeft ook dit ongeval zijn nasleep in de
rechtszaal. Ware 'tniet, dat de machinist, wiens
schuld de voorname oorzaak was van het onheil, met
zijn leven er voor heeft geboet, hij zou door den
strafrechter daarvoor ter verantwoording geroepen zijn.
Voor den burgelijkqn rechter zijn evenwel verscheidene
procedures aanhangig van passagiers, die van het on
geluk de slachtoffers werden en deswege de M. t.
E. v. S. om schadevergoeding hebben aangesproken.
In een van deze procedures werd in de zitting
der rechtbank, civiele kamer, van Vrijdag jl. gepleit.
Een jongraensck van 17 jaren, de zoon van rar. B.
D. M. te Groningen, werd op allerdroevigste wijze
voor zijn geheele leven verminkt. Uit zijn naam
werd in deze zitting door mr. S. M. S. Modderman,
advocaat te Groningen, de door hem ingestelde vor
dering toegelicht. Na te hebben vooropgesteld, dat
bier schuld bestaat van de zyde der maatschappij
en dat zij gehouden is het onherstelbare nadeel, dat
dadrdoor geleden is, te vergoeden, zette pl. uiteen
waarvoor vergoeding gevraagd wordt. In de eerste
plaats teruggave van de kosten van geneeskundige
hulp en verpleging tot de dag der dagvaarding, tot
een bedrag van 2454. Verder vergoeding van al
de kosten, voortvloeiende ait den hulpbehoevenden
toestand waarin bet ongelyk den jongeling heeft ge
bracht, van de gestadig terugkeerende uitgaven,
waartoe zijn toestand hem noopt ten einde zijn leven
eenigszins dragelijk te maken.
Eindelijk vergoeding van de gevolgen der vermin
king ten aanzien van de werkkracht van lichaam en
geest. Men heeft dezen jongeling afgenomen wat
bij bezat om eenmaal te kunnen optreden in de
maatschappij. Dat kapitaal, wat de Schepper geeft
aan ieder mensch bij zijne intrede in het leven, be
zat hij en kan hij niet meer óntwikkelen. Tegenover
de ontkentenis der tegenpartij, dat dit een kapitaal
zou zijn, waarvan vergoeding kan worden gevraagd,
betoogde pl. met den meesten nadruk, dat dit juist
en kapitaal is, oneindig meer waard dan het bezit
0an geld of goed. Kapitaal is alles wat een voort-
lengend vermogen heeft, en 't is volmaakt gelijk of
de schade berokkend wordt door vernietiging van
kapitaal in geld dan wel van kapitaal in gezonde
ledematen. Hier wordt vergoeding gevraagd van de
bron van winst, die voor dezen eischer is opgedroogd.
Voor bet werkvermogen, dat weg is, vraagt by een
ander vermogen, dat onder 't bereik is van de ge
daagde maatschappij; daarin moet deze jongeling
eene equivalent vinden voor 't geen aan zyn lichaam
en ziel is te kort gedaan, opdat hy een bron van
inkomsten overhoude, nu de bron, die hy in. de
ontwikkeling van zijne lichamelijke en geestelijke
vermogens zou hebben kunnen vinden, voor hem
verloren is gegaan. Daarvoor vraagt hy uitkeering
van een som van f 50,000.
De advocaat der gedaagde maatschappy, jhr. mr.
E. N. de Brauw, stelde zyperzyds op den voorgrond,
dat, zoo iemand diep getroffen is door het ongeval
van Ruinerwold, de bestuurders van deze maatschappy
dat zijn. Diep leedgevoel hebben zij met de slacht
offers van deze ramp en hunne aansprakelijkheid voor
de vergoeding van de geleden schade erkenuen zij
ten volle. Niets zou hun liever geweest zyn dan de
vergoeding te kunnen afmaken bij wyze van trans
actie zy hebben dat ook in dit geval getoond, door
zich bereid te verklaren, behalve de kosten van ge
neeskundige hulp en verpleging, in der minne10.000
als schadevergoeding te betalen, hoewel zy niet toe
geven tot verdere schadevergoeding verplicht te zyn.
Dat aanbod is echter afgewezen, opdat de rechter
kunne uitmaken hoever de verplichting van de maat
schappy tot schadevergoeding gaat, en daardoor werd
een procedure onvermydelijk.
Afgescheiden van alle gevoel van medelijden met
da slachtoffers, merkte pl. op, dat reeds het eigen
belang der maatschappij haar dringt om te doen wat
mogelyk is tot bevordering der veiligheid van het
verkeer. Maar het zal wel steeds onmogelijk blijken
alle ongelukken te voorkomen, waar die veroorzaakt
kunnen worden door een samenloop van ieder op zich
zelf kleine verzuimen, welker in elkaar grijpen in dit
geval het bekende noodlottige gevolg teweegbracht.
Tot vergoeding van de kosten van geneeskundige
hulp en verpleging, heeft de maatschappij zich ter
stond bereid verklaard. Ook erkent zij de verplich
ting, om de uitgaven, in het vervolg uit de vermin
king voortvloeiende, te vergoeden alleen verlangt zij,
dat uit een rapport van deskundigen zal blijken hoe
de toestand vab den jongeling is en wat noodig is
om in zijn toestatad te voorzien, ten einde te komen
tot de vaststelling! van het bedrag eener jaarlijksche
vergoeding. Maa)- zij ontkent verplicht te zijn tot
vergoeding van 'tgeen verder nog wordt gevraagd.
Gezondheid is slechts in overdrachtelijke betedkenis
te beschouwen als kapitaal. Wanneer een menschel Ijk
lichaam materieele vruchten oplevert, wat bet geval
zou zijn, zoo b. v. een huisvader door een spoorweg
ongeluk werd getroffen, dan zou de verplichting be
staan om vergoeding te geven voor het piaterieele
verlies van die materioele vruchten.
Maar hier is 'teen ander gevalhiffer Werden geen
materiele vruchten genoten en bestond niets dan
eene verwachting, een hoop, dat in de toekomst
dergelijke materieele vruchten zouden worden voort
gebracht. De vraag nu of voor de teleurstelling
van die verwachtingen in de toekomst vergoeding
verschuldigd is, staat volgens pl. gelijk met de vraag,
of vergoeding verschuldigd is voor winstderving, voor
't gemis van winst, die. mogelyk in de toekomst be
haald zou künnen worden maar die nog niet behaald
van een dagboek, dat John Dent in die dagen van
tijd tot tijd hield.
Het was op een namiddag (ft het laatst van Sep
tember, dat de troep, waarbij Dent en Twombly en
Nevins zich hadden aangesloten, voortreden op een
smal bergpad, hoog op een top in Oost-Montana.
Terwijl zij in de stijgbeugels gingen staanen zich
aan den knop van hun zadel vasthielden, bogen zij
over den steilen rand van den afgrond heen en zagen
het beloofde land aan hunne voeteri ligmn. Aan de
eene zijde van een woesten stroom, dJQls een gou
den slang voortkronkelde in het licht Wr bergctüfejj
de verte, lag een stad van tenten en boschhutfli
en ruwe houten woningen, waaruit hier en daar
kronkelende rookwolken langzaam opstegen en ver
smolten, als zij in de hoogere luchtlagen aankwamen.
Langs den bergweg, die den loop der rivier volgde,
zag men honderde blauwe en roode en grauwe ge
daanten, die ijverig als mieren door elkander werk
ten. Het waren de mijnwerkers, die aan den arbeid
waren. Nu en dan trof het wisselend zonlicht de
punt vsn een opgestoken houweel en dan vonkelde
dit als een micaschijf.
Het was eene eenzame plek. Al dat werkzaam
leven der menschen kon den geest vau eenzaamheid
en verlatenheid niet verdrijven, die er van de schep
ping der wereld af tijp gerust had. Door woeste
heuvelen ingesloten, die zich als onneembare vestingen
tot in de wolken vorhieven, was het alsof slechts een
wonder in staat was geweest, den Voet des menschen
in deze vreeselijke afzondering binnen te leiden. Welk
een aangenaam liefelijk hoekje scheen het te zijn,
waar de stroom, in het licht der 'Ondergaande zon
roodgekleurd, majestueus voortgolfdeHet was dan
ook geen wonder, zoo de vermoeide ruiters op de
helling van den berg stilhielden en half twijfel
achtig noerstaarden op een tooneel voor zooveel
.schoonheid.
«Dent," fluisterde George Nevins met nadruk, //er
i® bier goud." Toen bleef hij eenige{ minuten onbe-
zitten, terwijl hij deu hollen weg naar alle
®NfcWfiam- //Het goud, dat ginder wezen moet,"
ve?vö!Sft^hy op denzelfden fluisterenden toon, «is
fijn en iigi in geheime kloven verborgen, of is weg
gelegd in het zand van de bedding der rivier. Het
is een lastig werkje om dat te krijgen. Verduiveld,
wat weet do natuur dat toch netjes in te pakken
en op te bergen."
«Maar is er dan goud?"
«Bij tonnen; voor den man, die rijke plekken we|t
te vinden."
«En klompen?" .4
«Klompen ook."
«Kom," zei John Dent, zijn paard de sporen ge
vende. De overigen, door de rust verkwikt, volgden
het spoor en de geheele étoet reed haastig het berg
pad af, terwyl de bellen en rinkels van hun spaansche
sporen als gek weerklonken.
Zoo kwamen zij bij de mijnen van Montana.
is, welke vraag door de rechtbank en in hooger be
roep door het gerechtshof in ontkennenden zin be
antwoord is. Verder betoogde pl., dat ook al werd
de verplichting tot schadevergoeding voor teleurge
stelde vooruitzichten aangenomen, toch in ieder ge-
val de daarvoor govorderde schadevergoeding van
50.000 overdreven was.
Hot O. M. zal den 25 Juni a. s. conclusie nemen.
Een geestelyke, dio een dokter is voor lichamen
zoowel als voor zielen, Pastoor Kneipp, te Wöris-
hofen, werd dezer dagen in Duitsohe bladen bespro
ken, naar aanleiding van een onwaar gebleken
gerucht, dat hem vanwege de kerkelyke overheid
de zorg voor het liohamelyk welzyn van zyn mede-
menschen was verboden.
Pastoor Kneipp is een merkwaardig man. Als jonk
man was hij door ingespannen studie en ontberingen
zoozeer verzwakt, dat hij vreesde, zijn roeping voor
het priesterambt niet te kunnen volgen. Hij werd
toen genezen door een koud water-kuur. Eerst paste
hij die toe volgens de aanwijzingen van een boekje,
maar toen hem dit niet hielp, naar eigen inzichten
en met veel beter gevolg. Door nadenken en onder
vinding volmaakte hij zyn methode en hy hielp ook
anderen genezen. Dertig jaren lang werkte hij zoo
in kleinen kring, en eerst in 1887 gaf hij zijn boek-.
Meine Wasserkur uit, dat reeds verscheidene drukken
beloofd heeft. Hy verhaalt daarin zyn genezing en
geeft daarin allerlei aanwijzingen omtrent de toepas
sing van de koudwaterkuur bij verschillende ziekten.
Behalve aan verschillende baden, omslagen, wasschin-
gen, enz., hecht Kneipp wiens eenigszins alcohol
houdende naam aan Kladderadatsch reeds gelegenheid
gaf tot menige spotterny ook veel gewicht aan
eene natuurlyke levenswijze, eenvoudig voedsel,
blootvoetsloopop, veel frissohe lucht, beweging, enz.
Die voorschriften geeft hy ook in zijn tweede werk:
80 sollt ihr leben en zij vormen een hoofdbestanddeel
der raadgevingen, welke hij verstrekt aan de hon
derden, die zijn hulp komen inroepen, welke hij
steeds kosteloos verloent.
Ook in geneeskundige kringen is postoor Kneipp
gezien. Er zijn te Wörishofen waar hy uit eigen
middelen een badhuis heeft gesticht steeds jonge
en oudere dokters, die de Kneipp'sshe methode komen
bestudeeren, en in Beieren en Würtemberg zyn ver
scheidene inrichtingen, waar die methode wordt
toegepast.
Ook bestaan te Miinchen en elders fabrieken waar
«Kneipp-linnen» vervaardigd wordt. Kneipp, die een
tegenstander van de Jiigerwol is, heeft namelijk een
soort van linnen uitgevonden, dat volgens hem en
velen die het dragen, beter en gezonder is dan ge
noemde wolkleeding.
Kneipp, die ook zijn plichten als geestelijke ijverig
vervult, is in zyn dorp algemeen bemind, en het
zou duizenden leed doen, als hem werkelijk hetver-
leenen van geneeskundigen raad werd verboden. Men
acht het echter zeer onwaarschijnlijk, dat dit werke
lijk gebeuren zak (Zondagsblad)
Het wetsvoorstel, dat mr. S. Vau Houten binnen
kort zal indienen, tot uitbreiding van het recht van
onteigening ten name van de gemeenten, berust, blij
kens het «Soc. Weekblad», in hoofdtrekken op het
volgende
Aan de gemeentebesturen wordt de bovoegdhêid
verleend om, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van
Meer dan eens hadden Dent en Twombly, op hun
reis naar Red Rock, die niet zonder groote gevaren
was, gelegenheid gehad, groot voordeel te trekken
van Nevins ervaring en handigheid en toen zy dien
middag aan de mijden kwamen,,hadden zij weder
dadelijk reden er zich over te verheugen, dat ze hem
tot makker hadden. Twee gravers, diö wat lager af
aan den weg een kuil groeven, hadden doorgegraven
op den grotul, dien zy voor zich hadden afgeperkt
en schenen geen lust te gevoelen een strookje grond
vlak langs de rivier af te staan, dat zeer geschikt
was voo*. het wassohen. Nevins begon nauwkeurig
den grond op te meten, haalde de staken, die men
verplaatst had, er bedaard uit on zette ze weer in
de oorspronkelijke gaten. Terwijl hij dat deed, glim
lachte hijmaar het waseen booze lach, zoo ge
vaarlijk als een zonnesteek.
Tien of »twintig sqponden keken de mannen hem
ontevreden aan, toen liep de een naar zyn makker
en fluisterde hem iets in het óor, en toen ging hét
paar langzaam heen, terwyl ze hem nu en dan noch
eens nijdig over den schouder aanzagen.
Dent en Twombly keken verwonderd op. Dent
zou het geval beredeneerd hebben en door algebraï
sche formulieren hebben bewezen, dat zflkich vergist
hadden. Twombly zou het op eene schikking aan
gelegd hebben, door voor te stellen, den betwisten
grond samen te deelen; maar Nevins was een m»a
van ondervinding en wist hoe hij het moest aanleggen»
om te houden, wat hem toekwam. Wordt vervolgd.)
belangstellenden, overeenkomstig de daarvoor vast
gestelde bepalingen, vaste eigendommen in hun ge
meente te onteigenen en beschikbaar te stellen voor:
uitbreiding van steden, dorpen en buurtschappen;
vorming van nieuwe buurtschappen
oprichting of uitbreiding van inrichtingen van nij
verheid, woningen met tuinen voor bestuurders, be
ambten en werklieden daaronder begrepen
ondernemingen van tuinbouw, landbouw, veeteelt
en houtteelt.
Het daartoe strekkend verzoek aan den gemeen
teraad moet vergezeld gaan van een plan, behel
zende onder meer een duidelijke aanwijzing
van de besteipming, welke aan do bedoelde eigen
dommen zal gegoven worden.
In zoodanig plan worden opgenomen noch eigen
dommen, voor eenigen tak van openbaren eeredienst
bestemd, noch begraafplaatsen, noch eigendommen,
die begrepen zijn in een reeds vroeger door het
gemeentebestuur goedgekeurd bouwplanen slechts
bij uitzondering, voor zoover het voor een goede
inrichting van het geheele plan dienstig is, gebouwde
eigendommen met daarbij behoorende tuinen.
De voorschriften ter waarborging van aller be
langen in hoofdzaak toepasselijk verklaring van
bepalingen der Gemoeutswet en der Onteigenings
wet van 1851 gaat het «Soc. Weekbl.» met
stilzwijgen voorby, om te komen tot de quaestie
der schadeloosstelling. Zy wordt niet verleend
wegens waarden-vermindering van aan den eigenaar
verblijvende perceelengedeelten, dan voor zoover de
gemeenteraad mocht geweigerd hebben, die in het
plan op te nomen. Doch overigens bedraagt zy het
veertigvoud van do belastbare opbrengst, volgens
schatting voor de heffing der grondbelasting
verhoogd1. met de waarde van de veldo staande
vruchten en houtgewas2 mat de waarde van veen,
klei en delfstoffen, op of in het onteigende voor
handen, en waarvoor de vorwijdering kan plaats
hebben zonder de zuivere pacht- of huurwaarde te
verminderen, en 3. met de kosten, welke na het
doen der schatting voor de heffing der grondbelas
ting, aan het onteigende zijn besteed, voor zoover
zij een blijvende vermedttering van do waarde ervan
hebben teweeggebracht. Bovendien wordt hun, die
het onteigende bewonen of voor de uitoefening van
een bedrijf in gebruik hebben, onverschillig of zij er
al dan niet eigenaar van zijn, de schade vergoed,
voortspruitend uit een verhuizing of uit een beper
king, staking of verplaatsing van bedrijf, welke door
de onteigening noodzakelijk mocht worden.
Eindelijk worden de op deze wijze door de ge
meente verkregen eigendommen, voor zoover zy niet
'voor den openbaren dienst worden bestemd, zoodra
mogelijk voor de bij het plan bepaalde doeleinden
verkocht of in vast gebruik uitgegeven. Te dien
einde stelt de Raad, binnen een aangewezen ter
mijn, de voorwaarden van dien verkoop of die
uitgifte vast, met perceelsgewijze bepaling van den
prijs, welke er voor wordt gevraagd, zoo echter
dat het gezamenlijk bedrag van dien vraagprijs niet
mag overschrijden het bedrag der kosten, wélke voor
de gemeente uit de onteigeningen de uitvoering van
het plan voortvloeien. Bij de daarop volgende open
bare veiling wordt de toeslag verleend, indien zich
voor den bepaalden vraagprijs een koöper van vol
doende Soliditeit voordoet, terwijl ook daarna onver
kochte porceelen togen dien prijs, verhoogd met de
renten sedert den dag der veiling, aan eiken kooper
van voldoende soliditeit moeten worden overgedragen.
In verband met de eerste uitvoering dezer nieuwe wet
zou worden bepaald, dat binnen rea maanden na het in
werking treden der wet ieder aangeslagene in de grondbelasting,
die van meeniug is, dat de werkelijke waarde van zyjQ perceel
meer bedraagt dan het veertigvoud bovenbedoeld, aan het
gemeentebestuur zou kunnen opgeven het bedrag, waarmede
die waarde naar zijn schatting dat veertigvoud overschrijdt;
in welk geval die opgegeven waarde daarvoor in de plaats
treedt, tenzij mocht blijken, dat zij slechta denkbeeldig is, of
de opgave is geschied ora de werking der wet te belemmeren.
Een soortgelijke speciale regeling geldt degenen, die een
zakelijk recht bezitten op een onroerend goed, ter zake waar
van zij niet bgdragen in de grondbelasting.
Uit de Diamantvelden in Zuid-Afrika wprdt het
volgende gemeld
Reeds eenigen tyd bevond zich daar de Engelsch-
man Filles met een groote verzameling wilde dieren.
Onlangs twist krijgende met een Kaffer, ontsloog
hij dezen uit zyn dienst, en de man heeft gruwelijk
wraak genomen, door op een nacht met levensge
vaar alle kooien der wilde dieren te openen. Toch
schijnt h\j bytyds de vlucht te hebbeiCloranen nqmen,
althans erris geen spoor van hemVeruggevonden.
Midden in den nacht werden de omwonenden van
den circus hit hun slaap opgeschrikt door oen
vreerad en angstaanjagend rumoer. Het doffe gebrul
van leeuwen, het scherpe geschreeuw van een olifant,
het huilen van jakhalzen, panters en» wolven, het
^hinnik van paarden én de angstkreten van een
viertal oppassors, die des nachts in de menagerie
sliepen, vormden een concert, dat nimmer vergeten
zal worden ddor hen die het hoorden.
Het schijnt, dat^de vier leeuwen, Pacha, Abdul,
Caliph en Mastapha, zoodra zij hun kooien geopend
zagen, dadelijk naar den stal gingen, waar Pacha
den fraaien hengst Murat, het schoolpaard, besprong.
Het angstgeschreeuw van dit dier wekte de vier
oppassers, een Schot, Patterson genaamd, en drie
Kaffers. Haastig wapenden zy zich met stalvorken,
maar vermoedden tie kracht der dieren niet en
vonden een vreeselyken dood. Uit de mededeelingen
van een der stervende Kaffers aan den eigenaar der
menagerie Filles bleek dat, zij trachtende den leeuw
te verjagen, eensklaps van achteren besprongen wer
den door drie andere leeuwen en een panter; de
diereh scheurden hen letterlijk in stukken, en de
stal bood, toen men daar de overblijfselen der onge-
lukkigen vond, een vreoselijk tooneel aan.
Na eenmaal bloed geproefd ttf hebben, scheen
het alsof de wilde dieren hun natuurlijken aard
geheel hadden teruggekregen; zij wierpen zich op
vier fraaie hongaarsche paarden, Sang d'or, Kremis
Lenore en Etoile, en doodden die met hun klauwen.
De olifant, door het rumoer in zijn nabijheid ver
schrikt, drong naar buiten en snelde de Curreystreet
in, bijna onmiddellyk gevolgd door alle andere
dieren. Een voerman, Nelson genaamd, uit het
naburigé plaatsje Beaconsfield, die toevallig voorbij-
roecf, ontkwam ternauwernood. Hij verklaarde, dat
het uittrekken van al do dieren hem deed denken
aan Noachs ark. Eprst kwam do olifant, op hem
volgden een menigte leeuwep, wolven, hyneaas, pan
ters en bavianen.
De wolven, met bet instinct van hun ras, snelden
dadelijk op Nelson's paarden toe, en twee der
leeuwen volgden hen. Vreemd genoeg, lieten zij
den doodelijk verschrikten man ongemoeid, het
gelukte hem langs een der stijlen van een koffie
huis, de «Glover's Athletic Bar," naar boven te
klimmen on zich op een balkon in veiligheid te
brengen. Toen hij zijn paardou het laatst zag, ijlden
zij als razenden den Dutoitspan-weg op, nog steeds
gevolgd door de wolven en leeuwen. De andere
dieren hadden zich in alle «richtingen verspreid.
Een dei;luipaarden had zich in het achterhuis
van een kruidenier in Jonos-Stfeet verscholen en
werd daar des morgens gbzien* door het driejarig
zoontje, dat met de onbezonnenheid, aan kleine
kinderen eigen, op het dier toeliep. Zijn verschrikte'
moeder zag hoe het met een enkelen kiauwslag werd
neergeworpen en verslonden.
Volgens de verklaring van Filles zijn ontsnapt
vier leeuwen, twöe leeuwinnen, twee tijgers, drie
beren, twee wolven, vier jakhalzen, een olifant, een
kameel, twee panters en zeventieu bavianen. Slechts
twee dezer dieren zijn in de^1 nabijhoid gedood. De
geheele politiemacht, tot de tanden gewapend, door
kruist de omstreken der stad, waar niemand zijn
woning durft verlaten.
Een oude hengelaar geeft onderstaande raadgevin
gen. Dagelijks ziet men hengelaars de stad verlaten
en op de weilanden langs vaarten en sloten zich
scharen, om de vlugge en wantrouwende visschen
te verschalken. De liefhebbers zullen het ons niet
euvel duiden, als wy hun eenige kleine wenken ten
bqste geven voor de oude ervaren hengelaars zullen
zij waarschijnlijk overbodig ,zijn, maar de nieuwe
lingen in de hengelkunst, de weinig ervarenen, zullen
er baat bij, vinden door ze op te volgeu.
Gedurende de volle zomerhitte bijten de visschen,
met uitzondering van den karper, slechts zeer vroog
in den ochteud en na vier of vijf uur in den middag,
uitgenomen, wanneer de lucht betrokken is en l»et
weder stormachtig of onstuimig.
Op zeer beschaduwde plaatsen kan men zelfs op
den dag soms zeer mooie visschen vangen, want de
visch zoekt zulke plaatsen op, om zich tegen de te
groote warmte te beschutten, en laat zich daar vaak
door het lokaal verschalken.
De visscher, die niet platzai wil thuis komen,
moet dus vroog op weg, opdat hij voor zousopgang
zich op de plaats bevinde, die hij heeft uitgekozen.
Brasems, zeelten, baarzen en paling warden met den
worm gevangen, de karper byt bij voorbeeld in aard
appel en in deeg. Wil men by de groote hitte
zijn visch versch le huis brengen, dan moet men
die bij het verlaten van de vischplaats uithalen en
met frisch gras omwikkelen.
Bij langdurig droog weer is het soms moeilijk aan
versche regenwormen, te komenhet is derhalve zaak
een goeden vooqg^d op te doen, als de gelegenheid
zich aanbiedt. Maar hoe zo te bewaren Ziehier een
eenvoudig middel.
Na eeu flinke onweersbui komen de rogenwormen
des avonds in groote hoeveelheid uit den grond.
Verzamel er dan zooveel gij kunt, doe ze in een kuip
of in een grooten pod, die half gevuld moet zijn
mét koffiedik en koemest, deze laatste zoo droqg
mogelijk, en-plaats pot of kuip op een koele plaats.
Daags vóórdat men gaat visschen neemt men er
zooveel van als men noodig heeft en legt ze in
drcog mos. Zij ontlasten zich dan van hun vuil en
worden iets harder. De visschen byten veel beter
in zulke geconserveerde wormen dan in versche.
Het gebeurt wel eeDs, dat de voorraad wormens
opraakt terwijl men aan het visschen is. Ziehier
een middeltje om spoedig andere te vinden. Zie
op een weiland naar molshoopen, en als gij die
vindt, zult gy ook wormen vinden. Zoek dan een
vochtige plek, zet daar de voeten ongeveer 30 cM.
van elkander en schuif met de voeten over den
grond, door zachtjes aan achteruit te schuiven, zon
der évenwei op den grond te stampen. Weldra zul
len de wormen in menigte naar boveo komen kruipen.
De Parijsche rechter van instructie, de heer
Athalin, heeft terstond een aanvang gemaakt met
het verhoor der gevangen genomen Russische nihi
listen. Reeds spoedig leidde dit tot inhechtenis
neming van een anderen nihilist, een zekeren
Berditchewski, in wiens bezit eveneens allerlei ver
dachte geschriften en papieren gevonden werden.
Gelijk de Temps untdr^kkelijk verzekert, is er
niets van aan, dat dé Russische gezant den minister
Constans zijn dankbéCuïgclo voor de inhechtenis
neming der Nihilisten. Trouwens van een samen
zwering is nog geen sprake. De inhechtenisneming
geschiedde op grond van de Fransche strafwet, welke
onbevoegden verbiedt ontplofbare 6toffen te bereiden
of in voorraad te hebben.
En in dit opzicht zijn allen schuldig. Alleen bij
mej. Bromberg, een der gevatte vrouwen, vond de
politie 15 bommen in een kist en bij Reinsteinden
hoofdleider, insgelijks een drietal, dat reeds geheel
gevuld was. Bij Stepanoff Orloff en Mendelsohn
werd een voorraad metalen busjes eu stukjes metaal
gevonden.
De beschuldigden zijn mèest ingenieurs en stu
denten. Zy ontkennen, dat zij een complot hadden
beraamd, maar weigeren overigens iets over hun
bedoelingen te zeggen. De heer Athalin behandelt
hen dan ook niet als politieke samenzweerders, maar
alleen als moordenaars, omdat het bereiden van
gevaarlijke stoffen in een bewoond huis een feitelijke
misdaad is.
De gej^le voorraad der nihilisten is naar de
prefectuW^an politie overgebracht, maar het onder-
zsek vordert natuurlijk slechts langzaam, omdat bij
dergolyke gevaarlyke zaken de grootste voorzichtig
heid noodig is. De bereiders zei ven waren niet
zeer voorzichtig, want zij gingen zelfs naar buiten
met hun bommen om dawar de 'werkiug tegen de
boomen te beproeven. Zoodra de politie de sporen
dezer proefnemingen bemerkte, tierd terstpnd een
eind gemaakt aan den arbeid der Russen, die zich
uitgaven voor vuurwerkers en bij de apothekers in
de buurt, zonder eenige poging tot geheimhouding,
groote hoeveelheden ontplofbare stoffen aankochten.
Te Parijs zijn natuurlijk tal van geruchten over
het complot in omloop, maar met zekerheid is er
nog niets van bekend, wat de nihilisten eigenlijk
in het schild voerden.
Het is in België louter verkiezingspolemiok, waar
mede de bladen gevuld zijn en welkq, zo voor hen,
die buiten den strijd staan, onleesbaar maken. Als
do herstemmingen, welke er voor de provinciale
raden moeten plaats hebben, voorby zyn, blijven de
verkiezingen toch nog aan de orde wegens de vervul
ling der vacature in de Kamer voor Neufch&teau
in Luxemburg, welken zetel de heer Heyoen als
clericaal en de heer Jules Jansou als liberaal candidaat
Dinsdag4 a..s. betwisten zullen, maar bovenal wegens
de periodieke verkiezingen voor dei Kamer in de
provinciën Oost-Vlaanderen, Limburg, Luik en Hene
gouwen,^ welke eene week later, den lOen Juni,
moeten plaats hebben.
Aan" de Times wordt uit Lissabon gemeld, dat
Engeland en Noord-Amerika aldaar hebben voor
gesteld, in de quaestie over den Delogoa-spoorweg
samen een scheidsrechter ta benoemen, waarby
Portugal een tweeden zou aanwyzen. Desnoods
zou Zwitserland ais arbiter optreden. De Portu-
geesche Regeoring heeft dit voorstel in overweging
genomen.
Naar hetgeen uit Durban aan de Times wordt
gemeld, zullen de voorsteilen der Transvaalsche
Regeering om den Delagoabaai-spoorweg over Johan-
nesberg naar diwvaalrivier door te trekken, ver
moedelijk worde# aangenomen, daar de meerderheid
van den Transvaalschen Volksraad er voor is en
er een adres in dien zin, voorzien* van 10,000 hand-
teekeningen, is ingekomen. De Transvaalsche Re-
geering heeft het voornemen te kennen gegeten
om een spoorweg naar Vrijburg te doen leggen voor
rekening der geconcessioneerde Bechuana-Land-Com-
pagnie.
Het Kaapsche Parlement Is geopend met een