Bultenlandsch Overzicht. worden bijgewerkt. Dew zond bet bijgewerkte artikel naar den bijsonderen redacteur voor den tak van kunst of wetenschap, waartoe zijn werk behoorde, en deze redactonr moest dan alle bijzondere bijdragen voor zijn afdeeling tot één samenhangend geheel vormen. De arbeid, waaraan meer dan 200 geleerden en schrijveis medewerkten beeft ongeveer 10 jaren geduurd. Niet minder omvangrijk was de taak van den drukker, want het geheele werk bestaat uit 1036 vel, waaraan één zetter 40 jaren zou gewerkt hebben, terwijl bovendien 16.576 afbeeldsels en kaarten moesten vervaardigd worden. Ahn het geheele werk werd besteed 817.600 riem papier, wegende 7.500.000 pond. In den avond van 2 Januari 1888 had naby Rui- nerwold bet droevige spoorwegongeluk plaats dat des tijds eene rilling door het gansche land deed gaan en waarvan de herinnering thans zeker nog niet ver loren is gegaan. Ten gevolge eener botsing titeschen den voor Groningen bestemden sneltrein en een per sonentrein, die in tegenovergestelde richting reed, werd een ontzaglijke verwoesting aangericht. Van het treinpersoneel werden eenigen op de plaats ge dood anderen en ook een aantal passagiers werden, de een meer, de ander minder ernstig gewond. Gelijk meestal, zoo beeft ook dit ongeval zijn nasleep in de rechtszaal. Ware 'tniet, dat de machinist, wiens schuld de voorname oorzaak was van het onheil, met zijn leven er voor heeft geboet, hij zou door den strafrechter daarvoor ter verantwoording geroepen zijn. Voor den burgelijkqn rechter zijn evenwel verscheidene procedures aanhangig van passagiers, die van het on geluk de slachtoffers werden en deswege de M. t. E. v. S. om schadevergoeding hebben aangesproken. In een van deze procedures werd in de zitting der rechtbank, civiele kamer, van Vrijdag jl. gepleit. Een jongraensck van 17 jaren, de zoon van rar. B. D. M. te Groningen, werd op allerdroevigste wijze voor zijn geheele leven verminkt. Uit zijn naam werd in deze zitting door mr. S. M. S. Modderman, advocaat te Groningen, de door hem ingestelde vor dering toegelicht. Na te hebben vooropgesteld, dat bier schuld bestaat van de zyde der maatschappij en dat zij gehouden is het onherstelbare nadeel, dat dadrdoor geleden is, te vergoeden, zette pl. uiteen waarvoor vergoeding gevraagd wordt. In de eerste plaats teruggave van de kosten van geneeskundige hulp en verpleging tot de dag der dagvaarding, tot een bedrag van 2454. Verder vergoeding van al de kosten, voortvloeiende ait den hulpbehoevenden toestand waarin bet ongelyk den jongeling heeft ge bracht, van de gestadig terugkeerende uitgaven, waartoe zijn toestand hem noopt ten einde zijn leven eenigszins dragelijk te maken. Eindelijk vergoeding van de gevolgen der vermin king ten aanzien van de werkkracht van lichaam en geest. Men heeft dezen jongeling afgenomen wat bij bezat om eenmaal te kunnen optreden in de maatschappij. Dat kapitaal, wat de Schepper geeft aan ieder mensch bij zijne intrede in het leven, be zat hij en kan hij niet meer óntwikkelen. Tegenover de ontkentenis der tegenpartij, dat dit een kapitaal zou zijn, waarvan vergoeding kan worden gevraagd, betoogde pl. met den meesten nadruk, dat dit juist en kapitaal is, oneindig meer waard dan het bezit 0an geld of goed. Kapitaal is alles wat een voort- lengend vermogen heeft, en 't is volmaakt gelijk of de schade berokkend wordt door vernietiging van kapitaal in geld dan wel van kapitaal in gezonde ledematen. Hier wordt vergoeding gevraagd van de bron van winst, die voor dezen eischer is opgedroogd. Voor bet werkvermogen, dat weg is, vraagt by een ander vermogen, dat onder 't bereik is van de ge daagde maatschappij; daarin moet deze jongeling eene equivalent vinden voor 't geen aan zyn lichaam en ziel is te kort gedaan, opdat hy een bron van inkomsten overhoude, nu de bron, die hy in. de ontwikkeling van zijne lichamelijke en geestelijke vermogens zou hebben kunnen vinden, voor hem verloren is gegaan. Daarvoor vraagt hy uitkeering van een som van f 50,000. De advocaat der gedaagde maatschappy, jhr. mr. E. N. de Brauw, stelde zyperzyds op den voorgrond, dat, zoo iemand diep getroffen is door het ongeval van Ruinerwold, de bestuurders van deze maatschappy dat zijn. Diep leedgevoel hebben zij met de slacht offers van deze ramp en hunne aansprakelijkheid voor de vergoeding van de geleden schade erkenuen zij ten volle. Niets zou hun liever geweest zyn dan de vergoeding te kunnen afmaken bij wyze van trans actie zy hebben dat ook in dit geval getoond, door zich bereid te verklaren, behalve de kosten van ge neeskundige hulp en verpleging, in der minne10.000 als schadevergoeding te betalen, hoewel zy niet toe geven tot verdere schadevergoeding verplicht te zyn. Dat aanbod is echter afgewezen, opdat de rechter kunne uitmaken hoever de verplichting van de maat schappy tot schadevergoeding gaat, en daardoor werd een procedure onvermydelijk. Afgescheiden van alle gevoel van medelijden met da slachtoffers, merkte pl. op, dat reeds het eigen belang der maatschappij haar dringt om te doen wat mogelyk is tot bevordering der veiligheid van het verkeer. Maar het zal wel steeds onmogelijk blijken alle ongelukken te voorkomen, waar die veroorzaakt kunnen worden door een samenloop van ieder op zich zelf kleine verzuimen, welker in elkaar grijpen in dit geval het bekende noodlottige gevolg teweegbracht. Tot vergoeding van de kosten van geneeskundige hulp en verpleging, heeft de maatschappij zich ter stond bereid verklaard. Ook erkent zij de verplich ting, om de uitgaven, in het vervolg uit de vermin king voortvloeiende, te vergoeden alleen verlangt zij, dat uit een rapport van deskundigen zal blijken hoe de toestand vab den jongeling is en wat noodig is om in zijn toestatad te voorzien, ten einde te komen tot de vaststelling! van het bedrag eener jaarlijksche vergoeding. Maa)- zij ontkent verplicht te zijn tot vergoeding van 'tgeen verder nog wordt gevraagd. Gezondheid is slechts in overdrachtelijke betedkenis te beschouwen als kapitaal. Wanneer een menschel Ijk lichaam materieele vruchten oplevert, wat bet geval zou zijn, zoo b. v. een huisvader door een spoorweg ongeluk werd getroffen, dan zou de verplichting be staan om vergoeding te geven voor het piaterieele verlies van die materioele vruchten. Maar hier is 'teen ander gevalhiffer Werden geen materiele vruchten genoten en bestond niets dan eene verwachting, een hoop, dat in de toekomst dergelijke materieele vruchten zouden worden voort gebracht. De vraag nu of voor de teleurstelling van die verwachtingen in de toekomst vergoeding verschuldigd is, staat volgens pl. gelijk met de vraag, of vergoeding verschuldigd is voor winstderving, voor 't gemis van winst, die. mogelyk in de toekomst be haald zou künnen worden maar die nog niet behaald van een dagboek, dat John Dent in die dagen van tijd tot tijd hield. Het was op een namiddag (ft het laatst van Sep tember, dat de troep, waarbij Dent en Twombly en Nevins zich hadden aangesloten, voortreden op een smal bergpad, hoog op een top in Oost-Montana. Terwijl zij in de stijgbeugels gingen staanen zich aan den knop van hun zadel vasthielden, bogen zij over den steilen rand van den afgrond heen en zagen het beloofde land aan hunne voeteri ligmn. Aan de eene zijde van een woesten stroom, dJQls een gou den slang voortkronkelde in het licht Wr bergctüfejj de verte, lag een stad van tenten en boschhutfli en ruwe houten woningen, waaruit hier en daar kronkelende rookwolken langzaam opstegen en ver smolten, als zij in de hoogere luchtlagen aankwamen. Langs den bergweg, die den loop der rivier volgde, zag men honderde blauwe en roode en grauwe ge daanten, die ijverig als mieren door elkander werk ten. Het waren de mijnwerkers, die aan den arbeid waren. Nu en dan trof het wisselend zonlicht de punt vsn een opgestoken houweel en dan vonkelde dit als een micaschijf. Het was eene eenzame plek. Al dat werkzaam leven der menschen kon den geest vau eenzaamheid en verlatenheid niet verdrijven, die er van de schep ping der wereld af tijp gerust had. Door woeste heuvelen ingesloten, die zich als onneembare vestingen tot in de wolken vorhieven, was het alsof slechts een wonder in staat was geweest, den Voet des menschen in deze vreeselijke afzondering binnen te leiden. Welk een aangenaam liefelijk hoekje scheen het te zijn, waar de stroom, in het licht der 'Ondergaande zon roodgekleurd, majestueus voortgolfdeHet was dan ook geen wonder, zoo de vermoeide ruiters op de helling van den berg stilhielden en half twijfel achtig noerstaarden op een tooneel voor zooveel .schoonheid. «Dent," fluisterde George Nevins met nadruk, //er i® bier goud." Toen bleef hij eenige{ minuten onbe- zitten, terwijl hij deu hollen weg naar alle ®NfcWfiam- //Het goud, dat ginder wezen moet," ve?vö!Sft^hy op denzelfden fluisterenden toon, «is fijn en iigi in geheime kloven verborgen, of is weg gelegd in het zand van de bedding der rivier. Het is een lastig werkje om dat te krijgen. Verduiveld, wat weet do natuur dat toch netjes in te pakken en op te bergen." «Maar is er dan goud?" «Bij tonnen; voor den man, die rijke plekken we|t te vinden." «En klompen?" .4 «Klompen ook." «Kom," zei John Dent, zijn paard de sporen ge vende. De overigen, door de rust verkwikt, volgden het spoor en de geheele étoet reed haastig het berg pad af, terwyl de bellen en rinkels van hun spaansche sporen als gek weerklonken. Zoo kwamen zij bij de mijnen van Montana. is, welke vraag door de rechtbank en in hooger be roep door het gerechtshof in ontkennenden zin be antwoord is. Verder betoogde pl., dat ook al werd de verplichting tot schadevergoeding voor teleurge stelde vooruitzichten aangenomen, toch in ieder ge- val de daarvoor govorderde schadevergoeding van 50.000 overdreven was. Hot O. M. zal den 25 Juni a. s. conclusie nemen. Een geestelyke, dio een dokter is voor lichamen zoowel als voor zielen, Pastoor Kneipp, te Wöris- hofen, werd dezer dagen in Duitsohe bladen bespro ken, naar aanleiding van een onwaar gebleken gerucht, dat hem vanwege de kerkelyke overheid de zorg voor het liohamelyk welzyn van zyn mede- menschen was verboden. Pastoor Kneipp is een merkwaardig man. Als jonk man was hij door ingespannen studie en ontberingen zoozeer verzwakt, dat hij vreesde, zijn roeping voor het priesterambt niet te kunnen volgen. Hij werd toen genezen door een koud water-kuur. Eerst paste hij die toe volgens de aanwijzingen van een boekje, maar toen hem dit niet hielp, naar eigen inzichten en met veel beter gevolg. Door nadenken en onder vinding volmaakte hij zyn methode en hy hielp ook anderen genezen. Dertig jaren lang werkte hij zoo in kleinen kring, en eerst in 1887 gaf hij zijn boek-. Meine Wasserkur uit, dat reeds verscheidene drukken beloofd heeft. Hy verhaalt daarin zyn genezing en geeft daarin allerlei aanwijzingen omtrent de toepas sing van de koudwaterkuur bij verschillende ziekten. Behalve aan verschillende baden, omslagen, wasschin- gen, enz., hecht Kneipp wiens eenigszins alcohol houdende naam aan Kladderadatsch reeds gelegenheid gaf tot menige spotterny ook veel gewicht aan eene natuurlyke levenswijze, eenvoudig voedsel, blootvoetsloopop, veel frissohe lucht, beweging, enz. Die voorschriften geeft hy ook in zijn tweede werk: 80 sollt ihr leben en zij vormen een hoofdbestanddeel der raadgevingen, welke hij verstrekt aan de hon derden, die zijn hulp komen inroepen, welke hij steeds kosteloos verloent. Ook in geneeskundige kringen is postoor Kneipp gezien. Er zijn te Wörishofen waar hy uit eigen middelen een badhuis heeft gesticht steeds jonge en oudere dokters, die de Kneipp'sshe methode komen bestudeeren, en in Beieren en Würtemberg zyn ver scheidene inrichtingen, waar die methode wordt toegepast. Ook bestaan te Miinchen en elders fabrieken waar «Kneipp-linnen» vervaardigd wordt. Kneipp, die een tegenstander van de Jiigerwol is, heeft namelijk een soort van linnen uitgevonden, dat volgens hem en velen die het dragen, beter en gezonder is dan ge noemde wolkleeding. Kneipp, die ook zijn plichten als geestelijke ijverig vervult, is in zyn dorp algemeen bemind, en het zou duizenden leed doen, als hem werkelijk hetver- leenen van geneeskundigen raad werd verboden. Men acht het echter zeer onwaarschijnlijk, dat dit werke lijk gebeuren zak (Zondagsblad) Het wetsvoorstel, dat mr. S. Vau Houten binnen kort zal indienen, tot uitbreiding van het recht van onteigening ten name van de gemeenten, berust, blij kens het «Soc. Weekblad», in hoofdtrekken op het volgende Aan de gemeentebesturen wordt de bovoegdhêid verleend om, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van Meer dan eens hadden Dent en Twombly, op hun reis naar Red Rock, die niet zonder groote gevaren was, gelegenheid gehad, groot voordeel te trekken van Nevins ervaring en handigheid en toen zy dien middag aan de mijden kwamen,,hadden zij weder dadelijk reden er zich over te verheugen, dat ze hem tot makker hadden. Twee gravers, diö wat lager af aan den weg een kuil groeven, hadden doorgegraven op den grotul, dien zy voor zich hadden afgeperkt en schenen geen lust te gevoelen een strookje grond vlak langs de rivier af te staan, dat zeer geschikt was voo*. het wassohen. Nevins begon nauwkeurig den grond op te meten, haalde de staken, die men verplaatst had, er bedaard uit on zette ze weer in de oorspronkelijke gaten. Terwijl hij dat deed, glim lachte hijmaar het waseen booze lach, zoo ge vaarlijk als een zonnesteek. Tien of »twintig sqponden keken de mannen hem ontevreden aan, toen liep de een naar zyn makker en fluisterde hem iets in het óor, en toen ging hét paar langzaam heen, terwyl ze hem nu en dan noch eens nijdig over den schouder aanzagen. Dent en Twombly keken verwonderd op. Dent zou het geval beredeneerd hebben en door algebraï sche formulieren hebben bewezen, dat zflkich vergist hadden. Twombly zou het op eene schikking aan gelegd hebben, door voor te stellen, den betwisten grond samen te deelen; maar Nevins was een m»a van ondervinding en wist hoe hij het moest aanleggen» om te houden, wat hem toekwam. Wordt vervolgd.) belangstellenden, overeenkomstig de daarvoor vast gestelde bepalingen, vaste eigendommen in hun ge meente te onteigenen en beschikbaar te stellen voor: uitbreiding van steden, dorpen en buurtschappen; vorming van nieuwe buurtschappen oprichting of uitbreiding van inrichtingen van nij verheid, woningen met tuinen voor bestuurders, be ambten en werklieden daaronder begrepen ondernemingen van tuinbouw, landbouw, veeteelt en houtteelt. Het daartoe strekkend verzoek aan den gemeen teraad moet vergezeld gaan van een plan, behel zende onder meer een duidelijke aanwijzing van de besteipming, welke aan do bedoelde eigen dommen zal gegoven worden. In zoodanig plan worden opgenomen noch eigen dommen, voor eenigen tak van openbaren eeredienst bestemd, noch begraafplaatsen, noch eigendommen, die begrepen zijn in een reeds vroeger door het gemeentebestuur goedgekeurd bouwplanen slechts bij uitzondering, voor zoover het voor een goede inrichting van het geheele plan dienstig is, gebouwde eigendommen met daarbij behoorende tuinen. De voorschriften ter waarborging van aller be langen in hoofdzaak toepasselijk verklaring van bepalingen der Gemoeutswet en der Onteigenings wet van 1851 gaat het «Soc. Weekbl.» met stilzwijgen voorby, om te komen tot de quaestie der schadeloosstelling. Zy wordt niet verleend wegens waarden-vermindering van aan den eigenaar verblijvende perceelengedeelten, dan voor zoover de gemeenteraad mocht geweigerd hebben, die in het plan op te nomen. Doch overigens bedraagt zy het veertigvoud van do belastbare opbrengst, volgens schatting voor de heffing der grondbelasting verhoogd1. met de waarde van de veldo staande vruchten en houtgewas2 mat de waarde van veen, klei en delfstoffen, op of in het onteigende voor handen, en waarvoor de vorwijdering kan plaats hebben zonder de zuivere pacht- of huurwaarde te verminderen, en 3. met de kosten, welke na het doen der schatting voor de heffing der grondbelas ting, aan het onteigende zijn besteed, voor zoover zij een blijvende vermedttering van do waarde ervan hebben teweeggebracht. Bovendien wordt hun, die het onteigende bewonen of voor de uitoefening van een bedrijf in gebruik hebben, onverschillig of zij er al dan niet eigenaar van zijn, de schade vergoed, voortspruitend uit een verhuizing of uit een beper king, staking of verplaatsing van bedrijf, welke door de onteigening noodzakelijk mocht worden. Eindelijk worden de op deze wijze door de ge meente verkregen eigendommen, voor zoover zy niet 'voor den openbaren dienst worden bestemd, zoodra mogelijk voor de bij het plan bepaalde doeleinden verkocht of in vast gebruik uitgegeven. Te dien einde stelt de Raad, binnen een aangewezen ter mijn, de voorwaarden van dien verkoop of die uitgifte vast, met perceelsgewijze bepaling van den prijs, welke er voor wordt gevraagd, zoo echter dat het gezamenlijk bedrag van dien vraagprijs niet mag overschrijden het bedrag der kosten, wélke voor de gemeente uit de onteigeningen de uitvoering van het plan voortvloeien. Bij de daarop volgende open bare veiling wordt de toeslag verleend, indien zich voor den bepaalden vraagprijs een koöper van vol doende Soliditeit voordoet, terwijl ook daarna onver kochte porceelen togen dien prijs, verhoogd met de renten sedert den dag der veiling, aan eiken kooper van voldoende soliditeit moeten worden overgedragen. In verband met de eerste uitvoering dezer nieuwe wet zou worden bepaald, dat binnen rea maanden na het in werking treden der wet ieder aangeslagene in de grondbelasting, die van meeniug is, dat de werkelijke waarde van zyjQ perceel meer bedraagt dan het veertigvoud bovenbedoeld, aan het gemeentebestuur zou kunnen opgeven het bedrag, waarmede die waarde naar zijn schatting dat veertigvoud overschrijdt; in welk geval die opgegeven waarde daarvoor in de plaats treedt, tenzij mocht blijken, dat zij slechta denkbeeldig is, of de opgave is geschied ora de werking der wet te belemmeren. Een soortgelijke speciale regeling geldt degenen, die een zakelijk recht bezitten op een onroerend goed, ter zake waar van zij niet bgdragen in de grondbelasting. Uit de Diamantvelden in Zuid-Afrika wprdt het volgende gemeld Reeds eenigen tyd bevond zich daar de Engelsch- man Filles met een groote verzameling wilde dieren. Onlangs twist krijgende met een Kaffer, ontsloog hij dezen uit zyn dienst, en de man heeft gruwelijk wraak genomen, door op een nacht met levensge vaar alle kooien der wilde dieren te openen. Toch schijnt h\j bytyds de vlucht te hebbeiCloranen nqmen, althans erris geen spoor van hemVeruggevonden. Midden in den nacht werden de omwonenden van den circus hit hun slaap opgeschrikt door oen vreerad en angstaanjagend rumoer. Het doffe gebrul van leeuwen, het scherpe geschreeuw van een olifant, het huilen van jakhalzen, panters en» wolven, het ^hinnik van paarden én de angstkreten van een viertal oppassors, die des nachts in de menagerie sliepen, vormden een concert, dat nimmer vergeten zal worden ddor hen die het hoorden. Het schijnt, dat^de vier leeuwen, Pacha, Abdul, Caliph en Mastapha, zoodra zij hun kooien geopend zagen, dadelijk naar den stal gingen, waar Pacha den fraaien hengst Murat, het schoolpaard, besprong. Het angstgeschreeuw van dit dier wekte de vier oppassers, een Schot, Patterson genaamd, en drie Kaffers. Haastig wapenden zy zich met stalvorken, maar vermoedden tie kracht der dieren niet en vonden een vreeselyken dood. Uit de mededeelingen van een der stervende Kaffers aan den eigenaar der menagerie Filles bleek dat, zij trachtende den leeuw te verjagen, eensklaps van achteren besprongen wer den door drie andere leeuwen en een panter; de diereh scheurden hen letterlijk in stukken, en de stal bood, toen men daar de overblijfselen der onge- lukkigen vond, een vreoselijk tooneel aan. Na eenmaal bloed geproefd ttf hebben, scheen het alsof de wilde dieren hun natuurlijken aard geheel hadden teruggekregen; zij wierpen zich op vier fraaie hongaarsche paarden, Sang d'or, Kremis Lenore en Etoile, en doodden die met hun klauwen. De olifant, door het rumoer in zijn nabijheid ver schrikt, drong naar buiten en snelde de Curreystreet in, bijna onmiddellyk gevolgd door alle andere dieren. Een voerman, Nelson genaamd, uit het naburigé plaatsje Beaconsfield, die toevallig voorbij- roecf, ontkwam ternauwernood. Hij verklaarde, dat het uittrekken van al do dieren hem deed denken aan Noachs ark. Eprst kwam do olifant, op hem volgden een menigte leeuwep, wolven, hyneaas, pan ters en bavianen. De wolven, met bet instinct van hun ras, snelden dadelijk op Nelson's paarden toe, en twee der leeuwen volgden hen. Vreemd genoeg, lieten zij den doodelijk verschrikten man ongemoeid, het gelukte hem langs een der stijlen van een koffie huis, de «Glover's Athletic Bar," naar boven te klimmen on zich op een balkon in veiligheid te brengen. Toen hij zijn paardou het laatst zag, ijlden zij als razenden den Dutoitspan-weg op, nog steeds gevolgd door de wolven en leeuwen. De andere dieren hadden zich in alle «richtingen verspreid. Een dei;luipaarden had zich in het achterhuis van een kruidenier in Jonos-Stfeet verscholen en werd daar des morgens gbzien* door het driejarig zoontje, dat met de onbezonnenheid, aan kleine kinderen eigen, op het dier toeliep. Zijn verschrikte' moeder zag hoe het met een enkelen kiauwslag werd neergeworpen en verslonden. Volgens de verklaring van Filles zijn ontsnapt vier leeuwen, twöe leeuwinnen, twee tijgers, drie beren, twee wolven, vier jakhalzen, een olifant, een kameel, twee panters en zeventieu bavianen. Slechts twee dezer dieren zijn in de^1 nabijhoid gedood. De geheele politiemacht, tot de tanden gewapend, door kruist de omstreken der stad, waar niemand zijn woning durft verlaten. Een oude hengelaar geeft onderstaande raadgevin gen. Dagelijks ziet men hengelaars de stad verlaten en op de weilanden langs vaarten en sloten zich scharen, om de vlugge en wantrouwende visschen te verschalken. De liefhebbers zullen het ons niet euvel duiden, als wy hun eenige kleine wenken ten bqste geven voor de oude ervaren hengelaars zullen zij waarschijnlijk overbodig ,zijn, maar de nieuwe lingen in de hengelkunst, de weinig ervarenen, zullen er baat bij, vinden door ze op te volgeu. Gedurende de volle zomerhitte bijten de visschen, met uitzondering van den karper, slechts zeer vroog in den ochteud en na vier of vijf uur in den middag, uitgenomen, wanneer de lucht betrokken is en l»et weder stormachtig of onstuimig. Op zeer beschaduwde plaatsen kan men zelfs op den dag soms zeer mooie visschen vangen, want de visch zoekt zulke plaatsen op, om zich tegen de te groote warmte te beschutten, en laat zich daar vaak door het lokaal verschalken. De visscher, die niet platzai wil thuis komen, moet dus vroog op weg, opdat hij voor zousopgang zich op de plaats bevinde, die hij heeft uitgekozen. Brasems, zeelten, baarzen en paling warden met den worm gevangen, de karper byt bij voorbeeld in aard appel en in deeg. Wil men by de groote hitte zijn visch versch le huis brengen, dan moet men die bij het verlaten van de vischplaats uithalen en met frisch gras omwikkelen. Bij langdurig droog weer is het soms moeilijk aan versche regenwormen, te komenhet is derhalve zaak een goeden vooqg^d op te doen, als de gelegenheid zich aanbiedt. Maar hoe zo te bewaren Ziehier een eenvoudig middel. Na eeu flinke onweersbui komen de rogenwormen des avonds in groote hoeveelheid uit den grond. Verzamel er dan zooveel gij kunt, doe ze in een kuip of in een grooten pod, die half gevuld moet zijn mét koffiedik en koemest, deze laatste zoo droqg mogelijk, en-plaats pot of kuip op een koele plaats. Daags vóórdat men gaat visschen neemt men er zooveel van als men noodig heeft en legt ze in drcog mos. Zij ontlasten zich dan van hun vuil en worden iets harder. De visschen byten veel beter in zulke geconserveerde wormen dan in versche. Het gebeurt wel eeDs, dat de voorraad wormens opraakt terwijl men aan het visschen is. Ziehier een middeltje om spoedig andere te vinden. Zie op een weiland naar molshoopen, en als gij die vindt, zult gy ook wormen vinden. Zoek dan een vochtige plek, zet daar de voeten ongeveer 30 cM. van elkander en schuif met de voeten over den grond, door zachtjes aan achteruit te schuiven, zon der évenwei op den grond te stampen. Weldra zul len de wormen in menigte naar boveo komen kruipen. De Parijsche rechter van instructie, de heer Athalin, heeft terstond een aanvang gemaakt met het verhoor der gevangen genomen Russische nihi listen. Reeds spoedig leidde dit tot inhechtenis neming van een anderen nihilist, een zekeren Berditchewski, in wiens bezit eveneens allerlei ver dachte geschriften en papieren gevonden werden. Gelijk de Temps untdr^kkelijk verzekert, is er niets van aan, dat dé Russische gezant den minister Constans zijn dankbéCuïgclo voor de inhechtenis neming der Nihilisten. Trouwens van een samen zwering is nog geen sprake. De inhechtenisneming geschiedde op grond van de Fransche strafwet, welke onbevoegden verbiedt ontplofbare 6toffen te bereiden of in voorraad te hebben. En in dit opzicht zijn allen schuldig. Alleen bij mej. Bromberg, een der gevatte vrouwen, vond de politie 15 bommen in een kist en bij Reinsteinden hoofdleider, insgelijks een drietal, dat reeds geheel gevuld was. Bij Stepanoff Orloff en Mendelsohn werd een voorraad metalen busjes eu stukjes metaal gevonden. De beschuldigden zijn mèest ingenieurs en stu denten. Zy ontkennen, dat zij een complot hadden beraamd, maar weigeren overigens iets over hun bedoelingen te zeggen. De heer Athalin behandelt hen dan ook niet als politieke samenzweerders, maar alleen als moordenaars, omdat het bereiden van gevaarlijke stoffen in een bewoond huis een feitelijke misdaad is. De gej^le voorraad der nihilisten is naar de prefectuW^an politie overgebracht, maar het onder- zsek vordert natuurlijk slechts langzaam, omdat bij dergolyke gevaarlyke zaken de grootste voorzichtig heid noodig is. De bereiders zei ven waren niet zeer voorzichtig, want zij gingen zelfs naar buiten met hun bommen om dawar de 'werkiug tegen de boomen te beproeven. Zoodra de politie de sporen dezer proefnemingen bemerkte, tierd terstpnd een eind gemaakt aan den arbeid der Russen, die zich uitgaven voor vuurwerkers en bij de apothekers in de buurt, zonder eenige poging tot geheimhouding, groote hoeveelheden ontplofbare stoffen aankochten. Te Parijs zijn natuurlijk tal van geruchten over het complot in omloop, maar met zekerheid is er nog niets van bekend, wat de nihilisten eigenlijk in het schild voerden. Het is in België louter verkiezingspolemiok, waar mede de bladen gevuld zijn en welkq, zo voor hen, die buiten den strijd staan, onleesbaar maken. Als do herstemmingen, welke er voor de provinciale raden moeten plaats hebben, voorby zyn, blijven de verkiezingen toch nog aan de orde wegens de vervul ling der vacature in de Kamer voor Neufch&teau in Luxemburg, welken zetel de heer Heyoen als clericaal en de heer Jules Jansou als liberaal candidaat Dinsdag4 a..s. betwisten zullen, maar bovenal wegens de periodieke verkiezingen voor dei Kamer in de provinciën Oost-Vlaanderen, Limburg, Luik en Hene gouwen,^ welke eene week later, den lOen Juni, moeten plaats hebben. Aan" de Times wordt uit Lissabon gemeld, dat Engeland en Noord-Amerika aldaar hebben voor gesteld, in de quaestie over den Delogoa-spoorweg samen een scheidsrechter ta benoemen, waarby Portugal een tweeden zou aanwyzen. Desnoods zou Zwitserland ais arbiter optreden. De Portu- geesche Regeoring heeft dit voorstel in overweging genomen. Naar hetgeen uit Durban aan de Times wordt gemeld, zullen de voorsteilen der Transvaalsche Regeering om den Delagoabaai-spoorweg over Johan- nesberg naar diwvaalrivier door te trekken, ver moedelijk worde# aangenomen, daar de meerderheid van den Transvaalschen Volksraad er voor is en er een adres in dien zin, voorzien* van 10,000 hand- teekeningen, is ingekomen. De Transvaalsche Re- geering heeft het voornemen te kennen gegeten om een spoorweg naar Vrijburg te doen leggen voor rekening der geconcessioneerde Bechuana-Land-Com- pagnie. Het Kaapsche Parlement Is geopend met een

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2