Bultenlanüscii Overzicht. noemd geval door den klager geëischt, naar aanleiding van het feit, dat de trailer Kate op den avond van 28 Sept. jl. dwars door de netten van de Maassluis was gevaren, ondanks de waarschuwing der Hollanders precies volgens de voorschriften gegeven. Het Engelsche schip kon echter op dat oogenblik in het duister niet worden herkend, doch den volgen den dag vonden de mannen van de Maassluis in hun netten een treilboom, waaraan een 80 a 100 vadem lange treilkabel bevestigd was. De werkelijke rechts- quaestie was, of een en ander aan de Kate toebe hoorde. De klager beweerde van wèl, omdat die naam op den bedoelden treilboom gebrand stond, en omdat de getuigenis van den schipper der Maassluis hare bevestiging vond in de verklaringen van twee manschappen der Kate, die bij het gebeurde tegen woordig waren. De veroorzaakte schade wordt op 200 geraamd, en de heer Howard Smith trachtte aan te toonen,1 dat de eigonaar der Maassluis, een bemiddeld man zijnde, geen reden hebben kon de schade noodeloos op te voeren. Dezer dagen echter heeft de politierechter te Huil in deze quaestie uitspraak gedaan en wel zóó, dat de beklaagde is vrijgesproken, op grond, dat de schuld niet rechtens bewezen was. Staten-generaal. Tweedb Kamer. Zitting van Donderdag 5 Juni. De debatton waren van weinig belang. De heer Van Gijn, dip den minister interpelleerde over het registratierecht bij den openbaren verkoop van roerende noederen toonde zich spoedig tevreden met ©ene toezegging van den min. van financiën, dat hg uitgewerkte statistieken geven zou over de jaren 188389, die den grondslag moesten worden voor een later wetsontwerp. Belangrijker was zeker het ontwerp tot afschaffing der kanaalrechtcn op het Noordzeekanaal, maar het gewicht stak hier vooral in de overeenkomst met de gemeente Amsterdam, die voor dlze afschaffing een schadeloosstelling geeft aan de schatkist. Nu Amsterdam zich daarbij heeft neergelegd, was er voor de Kamer geen reden om bezwaar te maken, en daar men de overeenkomst in den vorm, waarin rij wordt aangeboden, aan te nemen of te ver werpen had, kon men de moeite van critiok op ondergeschikte punten sparen. Tegen de afschaffing der kanaalgelden op zich zelf had de overgroote meerderheid geen bedenking. Natuurlijk maakte de heer A. van Dedem een uitzondering, wiens be schouwingen over de ongepaste bevoorrechting der handelssteden, telkens in anderen vorm voorge dragen, het bekoorlijke der nieuwheid beginnen te missen. In flen heer Doraela Nieuwenhuis vond hij een bondgenoot, in zooverre deze met hem de be langen der binnenschipper ij bepleitte en afschaffing dezer kanaalgelden slechts billijk kon vinden, als zij met opheffing van alle watertollen gepaard ging. Nu is dit zeker een onderwerp om eens over te denken. Maar de Minister had geen moeite aan to toonen, dat dit maar zoo met één pennestreek niet gaat. Met 69 tegen 16 stemmen nam do kamer het voorstel aan. Na eene wijziging te hebben goedge keurd in de instructie voor de leden der Reken kamer was het wetsontwerp aan de orde betreffende de verkiesbaarheid van leden der Eerste Kamer. Het gold de vraag, wat de bij de grondwet be doelde «hoog» en gewichtige betrekkingen" zijn, die «Ben je wel zeker, dat hij er in is?" „Zeker. Ik heb hem er zelf in zien gaan en ik ben de kamer niet uitgeweest. Hij moet er wezen." „Heeft hij ook last van duizelingen?" „'k Weet niet!" zei Salome op onzekeren toon. „Ik meen, of hij wel eens flauw valt?" „Ja, een week of twee, drie geleden is hij eens ,zoo raar geweest en toen heeft de dokter hem er noch wat voor gegeven." „Dan is hij flauw gevallen Krijg eens een kaars gauw. Wacht Salome, ik ga met je mee." Prudence durfde niet alleen in de bibliotheek te blijven. In het halfdonker was het haar, alsof een onzichtbaar wezen zijn invloed deed gelden. In de hoeken van de kamer vloeiden de schaduwen samen. De lange rijen boeken in hun verweerde banden zagen van hun plnnken somber op haar neer. Op de tafel lag een opengeslagen boek met een ivoren vouwbeen er op, bij de plaats waar hij gebleven was. Zijn oude kameijapon lag over een stoel vlak voor de tafel. Het was alsof daar een spookachtig, ineenge krompen) gedaante lag. Alle bekende voorwerpen in de kamer waren in de schemering vreemd en akelig geworden. Voor geen geld in de wereld had Pru dence alleen willen blijven. Ze gingen dan samen een kaars halen, die Salome met bevende hand aan de keukenkachel aanstak. Toen slopen ze weer onhoorbaar terug naar de biblio theek, bleek en ontdaan als geesten, i „Wat zullen we doen?" voortaan ook hét, recht zullen geven in het hoogste staatscollege zitting te nemen. Waar de regeering er aanvankelyk al te zeer op uit was alleen zoowel mogelyk ambtenaren verkies baar te verklaren, doch daarna er in toestemde althans leden dor beide Kamers in de lgat op te nemen, toonde de Kamer verder in die richting te willen gaan door achtereenvolgens te besluiten tot opneming vanle. den voorzitter van 't college aer zeevisscherijen, 2o voorzitters van Kamers van Koop handel voor gemeenten van meer dan 20.000 zielen 8e hoogleeraren aan de Polyt. School. De meerder heid voor de amendementen werd telkens kleiner en 'i gevolg was dat het vierde amendement, om ook aan de Voorzitters der Indische Kamers van Koophandel een plaats te bereiden, moest vallen. De wet werd zonder hoofdelijke stemming aange nomen, en de vergadering verdaagd tot Dinsdag. Behalve een paar kleine ontwerpen komeu dan achtereenvolgens aan de ordede spoorwegover eenkomsten, het militair onderwijs en de wet op de waterstaatswerken. Het tiende jaarverslag van de Vereeniging voor hoogor onderwijs op gereformeerden grondslag, is verschenen. Het wijst op de vele zegeningen, die gedurende het tienjarig bestaan der vereeniging genoten zijn en die ook in het afgeloopen jaar werden ontvangen. De vereeniging telt thans 669 leden, 7679 begun stigers, 196 contribueerende vereenigingen, waarvan 141 kerkeraden, 55 kerkvoogdijen, vereenigingen en catechisatiën. In het financieel overzicht wordt er op gewezen, dat er in dit jaar van een klein batig saldo sprake is, verkregen door vermindering van uitgaven. De inkomsten nemen echter niet toe in verhouding tot dg,meerdere belangstelling. De contribution zqn het laatste jaar met 2000 verminderd, aan schenkingen werd f 400 minder ontvangen. De opbrengst aan collecten was dit jaar echter f 1100 meer dan het vorige. Op het Hospitium zijn f 2000 afgeschreven, de schuld blgft nu nog byua 45.000. Voor de medische faculteit werd dit jaar/622.30'/f ontvangen; voor haar oprichting ia nu bijeen 1492.57. Nemen de inkomsten toe, dan kunnen eerlang stap pen tot de oprichting gedaan worden. Het onderwijs werd geregeld gegeven aan 80 stu denten, waarvan 56 in de theologie, 11 in de let teren, 4 in de rechten, 7 in theologie en rechten, en 2 in de theologie en letteren studeerden. Afge- legd werden 2 doctoraal examens in de theologie, 1 in de letteren; 13 candidaats-examens in de theo logie, 2 in de letteren, 1 in de rechten 16 propa- deutsche examens voor de theologie, 1 voor de rechten. Het onderwijs in de vakken door dr. Hoedemaker weleer behandeld, werd gegeven door dr. A. Kuyper, dr. F. L. Rutgers en door de heeren dr. mr. W. van den Perg en ds. B. van Schelven. Het verslag over het studiefonds, door dr. De Hartog uitgebracht, deelt mede, dat de uitgaven de ontvangsten overtroffen, zoodat er een tekort is van 4445.08Vr Een proces over een familiegraf werd dezer dagen te Frankfort behandeld. Een ziekelijke oude dame had haar oudsten zoon, een welgesteld koopman voor de Rechtbank gedaagd, omdat hij dreigde' We moeten de deur openbreken," zei Prudence fluisterend. „Houdt gij de kaars vast." Zij zette haar knie tegen het onderste paneel en drukte uit alle macht. Het slot was oud en roestig en de schroeven zaten niet vast moer in het worm stekig houtwerk. De deur bezweek bij de tweede poging en vloog open, terwijl er een sneeuwvlaag van fijn stof uit het kozijn viel. Het meisje trad een paar schreden achteruit en terwijl zij met haar hand haar oogen tegen het licht beschutte, zocht zij door te staren in den donkeren achtergrond. Eerst kon men niets onderscheiden; maar toen Salome het licht boven Prue's hoofd hield, zagen ze de gedaante van den ouden dominé tegen de duis ternis uitkomen. Hm ?at in een ouderwetschen armstoel met zijn eerlijk gezicht gebogen over een grootou bijbel met groenlakeuscheri band, dien hij op zijn knie hield. Zyn linkerarm hing los aan zijne zijde en de voor vinger van zyn rechterhand rustte zacht op het mid den van de bladzijde, alsof de slaap hem plotseling overvallen had, terwijl hij las. „Wel lieve Heere, daar is dominé in slaap geval len!" riep Salome, het kamertje binnenloopende. „In slaap!" herhaalde Prudence, terwijl de kleur weder op haar wangen kwam. Salome lei haar hand op dominé's arm en liet die toen haastig over zijn voorhoofd gaan. „Hg is dood!" zei Salome, en liet de kaars vallen. haar niet te laten begraven in het, familiegraf, waar van hy eigenaar is en waar het stoffelyk overschot van zyn vader rust De oude vrouw had haren overleden echtgenoot beloofd, in het graf aan zyn zijde te rusten, en de zoon, die wist hoezeor haar het houden van die be lofte ter harte ging, wilde haar door zyoe bedrei ging dwingen tot voor hem gunstige uiterste wils beschikkingen. De rechter gaf den gedaagde, dien hy „harteloos" en „onraenschelyk" noemde, vier weken bedenktijd. Als hy na dat tijdsverloop uiet een stuk wil teekenen waarin hij zijne moeder een plaats in het fmilie' graf waarborgt, zal men het stoffelijk overschot tan den vader laten opgraven, opdat het door de moeder gekocht en in een ander graf geplaatst worde, waar zij ook eenmaal rusten zal. Gelijk bekend is, worden er tegenwoordig marme ren beelden gegoten. In het atelier van Schoenner, te Neurenberg, is thans een door dien kunstenaar ontworpen gegoten marmeren beeldgroep Venus en Amor" tentoongesteld. Het materiaal is niet maar eon op marmer ge lijkend product, maar echt gemalen marmer, dat op scheikundige wijze weer is verbonden en na het kristalliseeren alle eigenschappen van marmer heeft. Van het leemen model der beeldgroep WQrdt een zoogenaamde „verloren" vorm gegoten. Daarna wordt het model uit den gipsvorm genomen on deze wordt met een bijzonder vocht voor het gieten nat gemaakt Het gemalen marmer wordt dan, door het vocht tot een soort van brei gomatfkt, in den vorm gegoten. Twee dagen lang blgft het daarin staan; dan is het beeld hard genoeg, dat de gipsvorm er afgeslagen kan worden, maar nog niet zoo hard of het kan nog zeer gemakkelijk hier en daar geretoucheerd worden. Na acht dagon is hot volkomen hard, en het ksa dan, evenals gewoon marmer, nog met beitel eo vijl bewerkt worden. By de beschreven bewerking kan men aan het marmer elke kleur of nuance geven het kan ge aderd worden, enz. Zelden hebben de Westlandsche druiven zoo'n rijk gewas beloofd als dit jaar. De vruchtbaarheid der boomen is werkelijk verbazend; waar één druiventros naar de eischen van de kracht en den aanleg der boomen eene plaats kan vinden, zijn er niet zeiden drie of vier; zelfs de spruitjes, die uit den legger opschieCen dragen vrucht, al zyn ze soms nog geen. centimeter lang; sommige jonge uitloopers vertoonen ook 3 on 4 trossen. In vruchtbaarheid zal dit jaar byna den drogen zomer van 1868 evenaren. En de ontwikkeling is evenredig aan den overvloed van den wasdom, dank zij* het zonnige voorjaarsweder; de raamdruiven zijn uitgebroeid en de eerste bloei zal mogelijk aan den kouden muur reeds gevonden zijn; in het jaar 1868 werd het bloeien der natuurdreiven het eerst waargenomen tusschen 26 en 28 Mei, zoo dat men dit jaar wel iets maar toch niet veel later is. Indien de druif nu verder in de hoofdtijden van den groei gunstig weer mag hebben, zal er in de wijnmaand menig trosje te snyden zijn. Het overige boomgewas beantwoordt niet aan de gunstige ver wachtingen, die de bloeitijd opwekte, daar de rupsen veel schade hebben aangericht. Pruimen en appelen zullen er weinig zijn, daar deze boomen over 'tal- gemeen slecht hebben gebloeid en de appelen zeer De uurwijzer op de koekkoek in de binnenkamer op Willowbrook wees op zeven; het vogeltje sprong er uit, op het smalle lijstje voor het uitgesneden zwitsersche huisje, liet zeven fluitende tonen hooren, sprong er weer gauw in en hot deurtje viel met een spijtig geknars dicht. Mijnheer Dent keek naar de pendule op den schoor steenmantel in de zitkamer en begreep niet, wat Prue zoolang deed uitblijven. Zij was even na den eten naar do stad gegaan om het een en ander te koopen en nu was het anderhalf uur over theetijd. Fanny Had het theegoed binnengebracht en weer weggehaald. Het was alsof de zonnewijzer vergeten had de be weging van de zon aan te teekenen; het huisgezin zette de klokken altyd gelijk naar Prue. De laatste twee uur had mijnheer Dent rusteloos in de zitkamer heen en weer geloopen. Hij had nu eens een boek genomen en beproefd te lezen, dan had hij eens uitgekeken in den tuin en dan had hij weer eens geweldig in de kolen gepookt; want het was een van die gure dagen, in de zoogenaamde Mei-maand in Nieuw-Engeland, wanneer een flink vuurtje iemand zoo goed doet. Mijnheer Dent zat in stilte te overleggen, hoe bij Pime vertellen zou, dat Ds. Hawkins zijn ontslag kreeg en vooral, hoe hij zou bekennen, welk aandeel hij aan den gang van zaken gehad had. „Wat zal Prue zeggen?" was de vraag, die hij zich honderd maal deed, zonder een voldoend antwoord te vinden. {Wordt vervolgd door de rupsen geleden hebben. De oogst der peren- boomen. die overvloedig gebloeid hebben, zal wel voldoende zijn; zonder de rupsen was er eene rijke pluk te wachten geweest. De aardappelen staan goed. r Westlandsche Ct.) In eene correspondentie aan de N. Bott. Ct. over de thans 'te Weenen gehoudon landbouwtentoonstel ling leest men het volgeyde: r In het algemeen oefent de tentoonstelling eene groote aantrekkingskracht op do bevolking, en op het lommerrijke feestterrein in den Prater verdringen zich '8 avonds duizenden menschen. De Friesche wafelkraam vaart daar wel by, want er worden per dag, naar ik hoor, 6000 a 7000 wafels verkocht. De verkoopsters die met hare kappen en gouden oorijzers Friesche wafelmeisjes moeten verbeelden, hebben, als zij het al ooit geweest zijn, reeds zoo lang te Parijs gewoond, dat zij hare moedertaal ver geten hebben. Een barer, die uit Maastricht afkomstig is, zal die zelfs wel nooit goed gekend hebben. Met meer recht wappert de nationale driekleur van het gebouwtje van Van Houten, waar in een keurig ge meubeld zaaltje door twee onvervalschte Hollandsche meisjes de bekende chocolade verkocht wordt. Jam mer, dat ons land niet, zooals Zweden, Frankrijk en Duitschland in de afdeelingen voor landbouwwerk tuigen, verbetering van gronden, zuivel- en melktoe- stellen vertegenwoordigd is. Eene nieuwigheid op doze tentoonstelling zijn de automatisch werkende stoeltjes. Men behoeft slechts in een gleuf van den stoel twee kreuzer te werpen, of men kon de om hoog staande zitting neerslaan. Op die wijze wordt de controle van een persoon uitgespaard. De fon- taines lumineusesdie na vele mislukte proeven ein delijk aan den gang gekomen zijn, maken ook hier een botooverend effect, en beloven eene aantrekkings kracht der tentoonstelling te zullen worden. De bezoekers van Weenen zullen dezen zomer niet over gebrek aan amusementen in de schoone Oostenrijksche hoofdstad behoeven te klagon. Behalve eene groote tentoonstelling op het gebied van iand- bouw- en boschcultuur, zal er in Augustus een reusachtig Duitsoh-Oostenrijksch zangersfeest worden gehouden, waaraan niet minder dan twaalfduizend zangers zullen deelnemen, voor wier ontvangst en amusement reusachtige toebereidselen worden ge troffen. In het Prater wordt een tijdelijk concert gebouw opgericht, dat twintigduizend personen zal kunnen bevatten. Twee monster-muziekuitvoeringen zullen worden gegeven, waarbij het koor telkens uit ongeveer tien duizend personen zal bestaan. De opening van het feest zal geschieden mot een grooten ailegorischen optocht, van het stadhuis door de Ringstrasse naar het Prater. De wederzijd8che werking tusschen een electri- sohen lichtboog en %en magneet vond onlangs in Amerika op hoogst belangrijke wijze eene practische toepassing, welke wellioht bestemd is het electrisch soldeeren vun kleine voorwerpen in grooter kring te verspreiden dan tot nu toe met het electrisch lasschen geschied is. Het technisch bureel van Richard Lüders, te Görlitz, deelt daaromtrent medewanneer men bij den electrischen ljohtboog een magneet houdt, dan ondergaat eerstgenoemde daardoor eene afwijking uit zijne baan. De van gedaante veranderde boog vormt eene vlamspits, overeenkomende met de aan geblazen vlam eoner soldeerbuis. De buitengewoon hooge temperatuur dezer vlamspits smolt gemakkelijk alle metalen, zelfs platina en smeedijzer. Men kan zich voor het soldeeren van elke gewone booglamp bedienen, als men een rechten olectro-magneet, die of direct in de lichtgeleiding of in eene neven-ge- leiding is ingeschakeld, zoodanig aanbrengt, dat de plaatsing der pool de begeerde afwijking van den lichtboog doet ontstaan. Wegens het schelle licht moeten de werklieden bij het soldeeren met den electrischen lichtboog de oogen met donker gekleurde brilglazen beschermen, welker kleur echter eene zeer bepaalde nuance moet hebben; daar anders de werk man de afgeweken spits der vlam niet goed kan zien en het soldeeren van kleine voorwerpen daar door zeer bomoeielijkt wordt. Hot drankgebruik en zijne gevolgen wordt door dr. F. R. Allinson in eene reeks artikolen, in het Badicaal Weekblad opgenomen, behandeld. Hg be schouwt het gebruik van alcoholische dranken als een der grootste hinderpalen, die ons in den weg staan bij ons streven naar algemeene gezondheid. Op bevattelijke wijze zet hij achtereenvoigens uit een hoe men komt tot het gebruik van sterken drank, de gevolgen van drankgebruik en de kwalen, die daardoor ontstaan, om te besluiten met den raad zich te onthouden van alle bedwelmende dran ken, omdat men dan grooter kans hoeft om te blij ven leven en aan minder ziekten zal onderhevig zijn, dan zelfs bij een matig gebruik van drank het geval zal wezen. Onder de vele inzendingen voor de tentoonstel ling te Amsterdam, neemt die van het ministerie van oorlog eene voorname plaats iu. Vooral het aantal inzendingen van het korps ge nietroepen is buitengewoon groot en munt uit door uiterst siorlyke bewerking. De verschillende voorwerpen staan uitstekend ge rangschikt op eene der bovenzalen van het Paleis van Volksvlijt, waar tevens do modellen van schrijf- inrichtingeu eene plaats hebben gevonden. Men treft daar o. a. aaneene groote geblon deerde munitiebergplaats, benevens eene nisvormige bewaarplaats voor munitie, die, hoe klein ook, een zeer duidelijk denkbeeld geeft van de in gebruik zijnde bergplaatsen. Uiterst net is het model van eene stroohut en van een mijnput met windas. Ver dere inzendingen zijn schanskorven en horden, ver schillende kamp- en bivakkeukens, benevens ovens, enz. Twee levensgrooto poppen voorstellende infante risten in volle wapenrusting, zijn aan den ingang dezer militaire zaal geplaatst. Alles is, tot in de kleinste bijzonderheden, zoo getrouw mogelijk nagebootst en doet het korps ge nietroepen alle eor aan. In de benedenzaal valt het oog op een ballon- en kabelwagens aan laatst genoemden wordt een met lucht gevulde ballon verbonden, die oene plaats zal vinden in den koepel van het gebouw. Ook de am bulance-wagen, naar de denkbeelden, van den ge- neraal-majoor Kromhout vervaardigd, is hier ten toongesteld. Ook den geneeskundigen dienst komt een woord van lof toe voor de zeer volledige inzending op dit gebied. Hoewel men nog druk bezig is met het plaatsen van een en ander, zagen wij reeds een model van een veldhospitaal, verschillende verband- kisten, allerlei brancards, waaronder de brancard- Ruijsch, alzoo alles wat dieneu moet, om^fn het eerste oogenblik de noodzakelijkste hulp te verleenen. De inzendingen van wege het departement van oorlog zullen stellig zeer de aandacht trekken en do gemaakte onkosten niet doen betreuren. Men schrijft aan het „Nieuws v. d. Dag" naar aanleiding van hot opwekken van de levensgeesten van een drenkeling te Stadskanaal door het water en bloed te laten braken het volgende De „Maatschappij tot redding van Drenkelingen," opgericht ie Amsterdam in 1867, geeft de volgende voorschriften voor het pehandelen van drenkelingen De drenkeling, zoo spoedig, doch tevens zoo voor zichtig mogelijk uit he* water gehaald, mag volstrekt niet geschud, gerold of mot het hoofd omlaag go- houden worden. Men vervoere hem voorzichtig (bij voorbeeld op een ladder) naar een luchtig vertrek in de meest nabij zijnde woning of herberg. Zoo er goen huis in de omgeving en het weer niet al te guur is, geschiede de behandeling bij voorkeur in de open lucht. Begin nu met het bovenlijf te ontblooten ia zijn geheel, open daarop den mond en zuiver dien van modder en slijm. Trek dan de tong naar voren en kittel de keel met een pennoveer of iets dergelijks, om zoo mogelijk braking op te wekken. Volgt deze niet spoedig of is er geene of slechts zeer zwakke ademhaling te bespeuren, dan moet de tong tusschen de tanden geklemd worden gehoudon door de kaken tegen elkaar te drukken met behulp van een als das opgevouwen doek, die om de kin geslagen en boven het hoofd vastgemaakt wordt. v Is dit geschied, dan moet dadelijk aangevangen worden met het herstellen der ademhaling op de vol gende wijze: Leg den drenkeling plat op den rug, op den grond of op een harde matras, met een vast kussen of opgerold kleedingstuk onder de schouders. Plaats u achter het hoofd van den lijder, vat zijne beide armen vlak boven de ellebogen en trek ze met een gelijkmatige en zachte beweging zoover mogelijk naar boven. Houd de armen twee seconden lang in dien stand, breng ze dan weder op dezelfde wijze langs het lijf terug en houdt ze twee seconden lang stevig tegen de zijden gedrukt. Herhaal deze beide bewogingen, telkens in dezelfde volgorde en met dezelfde tusschenpoozen, zoolang tot de patiënt-zelf weer begint adem te halen. Verlies den moed niet, al duurt het ook langer dan een uur alvorens ge een snik of zucht als eerste teeken van een terugkeerend leven ontwaart, maar zet de aderahalingsbewegingen met geduld en volharding voort en laat inmiddels uw helper van tijd tot tijd een fleschje met geest van hertshoorn even onder den neus houden en de neus— en keel holte prikkelen met een in rum of jenever gedoopte penneveer en de voetzolen met een harden borstel schuieren. Zoodra de ademhaling is teruggekeerd, moet de patiënt tusschen wollen dekens worden gelegd met een kussen onder 't hoofd. Daarop moet het geheele lichaam, voornamelijk de ledematen en de hartstreek, met rum of brandewijn sterk en aanhoudend gewreven worden door middel van flanellen lappen of met de vlakke hand, totdat de pols duidelijk te voelen en de huid weder warm geworden is. Is de drenkeling inmiddels weder tot bewustzijn gekomen en nog geene geneeskundige hulp bij de hand, dan geve men heq| in zittende houding een goede teug rum of brandewijn met water. Vocht in den mond gieten, terwijl de drenkeling nog btwus- teloos ligt, is hoogst gevaarlijk. De patiënt wordt daarna in bed gelegd en warm toegedekt, waarbij men zorge, dat het gelaat ongedekt en de bedgordijnen geopend blyven. De verdere behandeling worde aan den geneesheer overgelaten. Het bericht van Zaterdag jl. over het bijbrengen van een drenkeling te Stadskanaal, nadat alle pogin gen te vergeefs waren aangewend, zegt o. a.„De drenkeling werd over den schouder van den werkman gehangen met het hoofd naar beneden." De Maat schappij tot redding van Drenkelingen schrijft voor dat nooit te doen. De redder, „liep met den patient, zoo hard hij loopen kon, den tuin tweemalen rond." De Maatschappij beveelt: „mag volstrekt niet ge schud worden." Bij dit groote verschil in behandeling zal het zeker wenschelijk zijn, dat zoowel door de bedoelde maat- sohappij als door verschillende geneesheeren alle on zekerheid omtrent deze gewichtige quaestie worde opgeheven. Blijkt het dat de te Stadskanaal met goed gevolg toegepaste methode toch verkeerd is, dan heeft het publiek er belang bij de redenen daar voor te leeren kennen, opdat geen verkeerde be- begrippen opnieuw ingang vinden. De hertog van Orleans is op zyn doorreis naar Londen te Brussel aangekomen als gast des Konings, zijn bloedverwant. Er behoorde toeh voor de ministers 'nog eenige moed toe hem vrjj te laten, daar de radicalen nog steeds niet hooren wilden van dezen De Hertog van Orleans heeft in het geheel 117 dagen in de „gevangenis» doorgebracht. Men had hem er twee jaar kunnen houden en hij kreeg dus 613 dagen afslag. Den laatsten dag voor zijn vertrek ontving hij nog bezoek van den hertog en de her togin van Joinville en den hertog van Chartros met prinses Margareta, zijn verloofde. Een extra-trein stond gereed te Clairvaux, zoodat de Prins slechte behoefde in te stappen. Een' der Parijsche politie-commissarissen was overgekomen om den Prins tot de Zwitsersche grenzen te begelei den, of wel te brengen. De Hertog reisde naar Bazel in gezelschap van zijn vriend De Luynes, die kennis had gekregen van de gratie, maar geheimhouding had moeten beloven Van Bazel ging hy naar Brussel, om Koning Leopold te bezoeken, dien hij per telegram op zijn komst had voorbereidvan Brussel naar Dover, waar de Graaf van Parijs hem wacht. De Hertog zal een poos te Londen blijven en daarna een lanwe reis maken. In de Kamer richtte de heer Dumay gisteren eene interpellatie over de invrijheidstelling van den hertog. Bij de toelichtiug zijner interpellatie werd de heer Dumay lierhaal.lelyk in de rede gevallen. De minister de Freycinet antwoordde, dat de Kegeering in deze zaak niet was geleid door over wegingen van staatkundigen aard. Da republiek was sterk genoeg om goedertieren te zijn. Hij noo- digde ten slotte de Kamer uit, hare gewone werk- zaaraheden te hervatten. Eene motie van orde, door den heer Dumay voor gesteld, werd verworpen. Daarentegen werd eene motie, waarmede de heer De Freycinet zich had vereemgd, om tot de eenvoudige orde van den da* over te gaan, met 312 tegen 141 stemmen aange nomen, doch niet dan nadat onder verschillende af gevaardigden eene levendige woordenwisseling was ontstaan. Door vele leden is een voorstel ingediend, om volledige amnestie te verleenen wegens overtredingen en vergrijpen bjj werkstakingen. De urgentie van dit voorstel werd met 312 tegen 141 stemmen fer- worpen. Het onderzoek naar de werkzaamheden der Rus sische nihilisten te Parijs wordt voortgezet. Tot dus- ver zijn 23 der gevonden bommen geopendmaar de juiste samenstelling der stof, waarmede ze gevuld waren, is nog niet vastgesteld. Intusscken blijven de Kussen ontkennen, dat zij iets kwaads in den zin hadden. Trouwens de raeening wint veld, dat do Kussen werkelijk geen bepaalden aanslag op het oog hadden, maar eenvoudig naar een stof zochten, waarmede zij in geval van nood de hevigste ontploffing konden veroorzaken. Te Petersburg wordt echter beweerd, dat de nihi listen een aanslag tegen het leven des czaren op het

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1890 | | pagina 2