Bultenlanüscii Overzicht.
noemd geval door den klager geëischt, naar aanleiding
van het feit, dat de trailer Kate op den avond van
28 Sept. jl. dwars door de netten van de Maassluis
was gevaren, ondanks de waarschuwing der Hollanders
precies volgens de voorschriften gegeven.
Het Engelsche schip kon echter op dat oogenblik
in het duister niet worden herkend, doch den volgen
den dag vonden de mannen van de Maassluis in hun
netten een treilboom, waaraan een 80 a 100 vadem
lange treilkabel bevestigd was. De werkelijke rechts-
quaestie was, of een en ander aan de Kate toebe
hoorde. De klager beweerde van wèl, omdat die
naam op den bedoelden treilboom gebrand stond, en
omdat de getuigenis van den schipper der Maassluis
hare bevestiging vond in de verklaringen van twee
manschappen der Kate, die bij het gebeurde tegen
woordig waren. De veroorzaakte schade wordt op
200 geraamd, en de heer Howard Smith trachtte
aan te toonen,1 dat de eigonaar der Maassluis, een
bemiddeld man zijnde, geen reden hebben kon de
schade noodeloos op te voeren.
Dezer dagen echter heeft de politierechter te Huil
in deze quaestie uitspraak gedaan en wel zóó, dat
de beklaagde is vrijgesproken, op grond, dat de
schuld niet rechtens bewezen was.
Staten-generaal. Tweedb Kamer. Zitting
van Donderdag 5 Juni.
De debatton waren van weinig belang. De heer
Van Gijn, dip den minister interpelleerde over het
registratierecht bij den openbaren verkoop van
roerende noederen toonde zich spoedig tevreden met
©ene toezegging van den min. van financiën, dat hg
uitgewerkte statistieken geven zou over de jaren
188389, die den grondslag moesten worden voor
een later wetsontwerp.
Belangrijker was zeker het ontwerp tot afschaffing
der kanaalrechtcn op het Noordzeekanaal, maar het
gewicht stak hier vooral in de overeenkomst met
de gemeente Amsterdam, die voor dlze afschaffing
een schadeloosstelling geeft aan de schatkist. Nu
Amsterdam zich daarbij heeft neergelegd, was er
voor de Kamer geen reden om bezwaar te maken,
en daar men de overeenkomst in den vorm, waarin
rij wordt aangeboden, aan te nemen of te ver
werpen had, kon men de moeite van critiok op
ondergeschikte punten sparen. Tegen de afschaffing
der kanaalgelden op zich zelf had de overgroote
meerderheid geen bedenking. Natuurlijk maakte de
heer A. van Dedem een uitzondering, wiens be
schouwingen over de ongepaste bevoorrechting der
handelssteden, telkens in anderen vorm voorge
dragen, het bekoorlijke der nieuwheid beginnen te
missen. In flen heer Doraela Nieuwenhuis vond hij
een bondgenoot, in zooverre deze met hem de be
langen der binnenschipper ij bepleitte en afschaffing
dezer kanaalgelden slechts billijk kon vinden, als
zij met opheffing van alle watertollen gepaard ging.
Nu is dit zeker een onderwerp om eens over te
denken. Maar de Minister had geen moeite aan
to toonen, dat dit maar zoo met één pennestreek
niet gaat.
Met 69 tegen 16 stemmen nam do kamer het
voorstel aan. Na eene wijziging te hebben goedge
keurd in de instructie voor de leden der Reken
kamer was het wetsontwerp aan de orde betreffende
de verkiesbaarheid van leden der Eerste Kamer.
Het gold de vraag, wat de bij de grondwet be
doelde «hoog» en gewichtige betrekkingen" zijn, die
«Ben je wel zeker, dat hij er in is?"
„Zeker. Ik heb hem er zelf in zien gaan en ik
ben de kamer niet uitgeweest. Hij moet er wezen."
„Heeft hij ook last van duizelingen?"
„'k Weet niet!" zei Salome op onzekeren toon.
„Ik meen, of hij wel eens flauw valt?"
„Ja, een week of twee, drie geleden is hij eens
,zoo raar geweest en toen heeft de dokter hem er
noch wat voor gegeven."
„Dan is hij flauw gevallen Krijg eens een kaars
gauw. Wacht Salome, ik ga met je mee."
Prudence durfde niet alleen in de bibliotheek te
blijven. In het halfdonker was het haar, alsof een
onzichtbaar wezen zijn invloed deed gelden. In de
hoeken van de kamer vloeiden de schaduwen samen.
De lange rijen boeken in hun verweerde banden zagen
van hun plnnken somber op haar neer. Op de tafel
lag een opengeslagen boek met een ivoren vouwbeen
er op, bij de plaats waar hij gebleven was. Zijn
oude kameijapon lag over een stoel vlak voor de
tafel. Het was alsof daar een spookachtig, ineenge
krompen) gedaante lag. Alle bekende voorwerpen in
de kamer waren in de schemering vreemd en akelig
geworden. Voor geen geld in de wereld had Pru
dence alleen willen blijven.
Ze gingen dan samen een kaars halen, die Salome
met bevende hand aan de keukenkachel aanstak.
Toen slopen ze weer onhoorbaar terug naar de biblio
theek, bleek en ontdaan als geesten,
i „Wat zullen we doen?"
voortaan ook hét, recht zullen geven in het hoogste
staatscollege zitting te nemen.
Waar de regeering er aanvankelyk al te zeer op
uit was alleen zoowel mogelyk ambtenaren verkies
baar te verklaren, doch daarna er in toestemde
althans leden dor beide Kamers in de lgat op te
nemen, toonde de Kamer verder in die richting te
willen gaan door achtereenvolgens te besluiten tot
opneming vanle. den voorzitter van 't college aer
zeevisscherijen, 2o voorzitters van Kamers van Koop
handel voor gemeenten van meer dan 20.000 zielen
8e hoogleeraren aan de Polyt. School. De meerder
heid voor de amendementen werd telkens kleiner
en 'i gevolg was dat het vierde amendement, om
ook aan de Voorzitters der Indische Kamers van
Koophandel een plaats te bereiden, moest vallen.
De wet werd zonder hoofdelijke stemming aange
nomen, en de vergadering verdaagd tot Dinsdag.
Behalve een paar kleine ontwerpen komeu dan
achtereenvolgens aan de ordede spoorwegover
eenkomsten, het militair onderwijs en de wet op de
waterstaatswerken.
Het tiende jaarverslag van de Vereeniging voor
hoogor onderwijs op gereformeerden grondslag, is
verschenen.
Het wijst op de vele zegeningen, die gedurende
het tienjarig bestaan der vereeniging genoten zijn
en die ook in het afgeloopen jaar werden ontvangen.
De vereeniging telt thans 669 leden, 7679 begun
stigers, 196 contribueerende vereenigingen, waarvan
141 kerkeraden, 55 kerkvoogdijen, vereenigingen en
catechisatiën.
In het financieel overzicht wordt er op gewezen,
dat er in dit jaar van een klein batig saldo sprake
is, verkregen door vermindering van uitgaven. De
inkomsten nemen echter niet toe in verhouding tot
dg,meerdere belangstelling. De contribution zqn het
laatste jaar met 2000 verminderd, aan schenkingen
werd f 400 minder ontvangen. De opbrengst aan
collecten was dit jaar echter f 1100 meer dan het
vorige.
Op het Hospitium zijn f 2000 afgeschreven, de
schuld blgft nu nog byua 45.000.
Voor de medische faculteit werd dit jaar/622.30'/f
ontvangen; voor haar oprichting ia nu bijeen 1492.57.
Nemen de inkomsten toe, dan kunnen eerlang stap
pen tot de oprichting gedaan worden.
Het onderwijs werd geregeld gegeven aan 80 stu
denten, waarvan 56 in de theologie, 11 in de let
teren, 4 in de rechten, 7 in theologie en rechten,
en 2 in de theologie en letteren studeerden. Afge-
legd werden 2 doctoraal examens in de theologie, 1
in de letteren; 13 candidaats-examens in de theo
logie, 2 in de letteren, 1 in de rechten 16 propa-
deutsche examens voor de theologie, 1 voor de
rechten.
Het onderwijs in de vakken door dr. Hoedemaker
weleer behandeld, werd gegeven door dr. A. Kuyper,
dr. F. L. Rutgers en door de heeren dr. mr. W.
van den Perg en ds. B. van Schelven.
Het verslag over het studiefonds, door dr. De
Hartog uitgebracht, deelt mede, dat de uitgaven de
ontvangsten overtroffen, zoodat er een tekort is van
4445.08Vr
Een proces over een familiegraf werd dezer dagen
te Frankfort behandeld. Een ziekelijke oude dame
had haar oudsten zoon, een welgesteld koopman
voor de Rechtbank gedaagd, omdat hij dreigde'
We moeten de deur openbreken," zei Prudence
fluisterend. „Houdt gij de kaars vast."
Zij zette haar knie tegen het onderste paneel en
drukte uit alle macht. Het slot was oud en roestig
en de schroeven zaten niet vast moer in het worm
stekig houtwerk. De deur bezweek bij de tweede
poging en vloog open, terwijl er een sneeuwvlaag van
fijn stof uit het kozijn viel.
Het meisje trad een paar schreden achteruit en
terwijl zij met haar hand haar oogen tegen het licht
beschutte, zocht zij door te staren in den donkeren
achtergrond.
Eerst kon men niets onderscheiden; maar toen
Salome het licht boven Prue's hoofd hield, zagen ze
de gedaante van den ouden dominé tegen de duis
ternis uitkomen.
Hm ?at in een ouderwetschen armstoel met zijn
eerlijk gezicht gebogen over een grootou bijbel met
groenlakeuscheri band, dien hij op zijn knie hield.
Zyn linkerarm hing los aan zijne zijde en de voor
vinger van zyn rechterhand rustte zacht op het mid
den van de bladzijde, alsof de slaap hem plotseling
overvallen had, terwijl hij las.
„Wel lieve Heere, daar is dominé in slaap geval
len!" riep Salome, het kamertje binnenloopende.
„In slaap!" herhaalde Prudence, terwijl de kleur
weder op haar wangen kwam.
Salome lei haar hand op dominé's arm en liet die
toen haastig over zijn voorhoofd gaan.
„Hg is dood!" zei Salome, en liet de kaars vallen.
haar niet te laten begraven in het, familiegraf, waar
van hy eigenaar is en waar het stoffelyk overschot
van zyn vader rust
De oude vrouw had haren overleden echtgenoot
beloofd, in het graf aan zyn zijde te rusten, en de
zoon, die wist hoezeor haar het houden van die be
lofte ter harte ging, wilde haar door zyoe bedrei
ging dwingen tot voor hem gunstige uiterste wils
beschikkingen.
De rechter gaf den gedaagde, dien hy „harteloos"
en „onraenschelyk" noemde, vier weken bedenktijd.
Als hy na dat tijdsverloop uiet een stuk wil teekenen
waarin hij zijne moeder een plaats in het fmilie'
graf waarborgt, zal men het stoffelijk overschot tan
den vader laten opgraven, opdat het door de moeder
gekocht en in een ander graf geplaatst worde, waar
zij ook eenmaal rusten zal.
Gelijk bekend is, worden er tegenwoordig marme
ren beelden gegoten. In het atelier van Schoenner,
te Neurenberg, is thans een door dien kunstenaar
ontworpen gegoten marmeren beeldgroep Venus en
Amor" tentoongesteld.
Het materiaal is niet maar eon op marmer ge
lijkend product, maar echt gemalen marmer, dat op
scheikundige wijze weer is verbonden en na het
kristalliseeren alle eigenschappen van marmer heeft.
Van het leemen model der beeldgroep WQrdt een
zoogenaamde „verloren" vorm gegoten. Daarna wordt
het model uit den gipsvorm genomen on deze wordt
met een bijzonder vocht voor het gieten nat gemaakt
Het gemalen marmer wordt dan, door het vocht tot
een soort van brei gomatfkt, in den vorm gegoten.
Twee dagen lang blgft het daarin staan; dan is het
beeld hard genoeg, dat de gipsvorm er afgeslagen
kan worden, maar nog niet zoo hard of het kan nog
zeer gemakkelijk hier en daar geretoucheerd worden.
Na acht dagon is hot volkomen hard, en het ksa
dan, evenals gewoon marmer, nog met beitel eo vijl
bewerkt worden.
By de beschreven bewerking kan men aan het
marmer elke kleur of nuance geven het kan ge
aderd worden, enz.
Zelden hebben de Westlandsche druiven zoo'n rijk
gewas beloofd als dit jaar. De vruchtbaarheid der
boomen is werkelijk verbazend; waar één druiventros
naar de eischen van de kracht en den aanleg der
boomen eene plaats kan vinden, zijn er niet zeiden
drie of vier; zelfs de spruitjes, die uit den legger
opschieCen dragen vrucht, al zyn ze soms nog geen.
centimeter lang; sommige jonge uitloopers vertoonen
ook 3 on 4 trossen. In vruchtbaarheid zal dit jaar
byna den drogen zomer van 1868 evenaren. En de
ontwikkeling is evenredig aan den overvloed van den
wasdom, dank zij* het zonnige voorjaarsweder; de
raamdruiven zijn uitgebroeid en de eerste bloei zal
mogelijk aan den kouden muur reeds gevonden zijn;
in het jaar 1868 werd het bloeien der natuurdreiven
het eerst waargenomen tusschen 26 en 28 Mei, zoo
dat men dit jaar wel iets maar toch niet veel later
is. Indien de druif nu verder in de hoofdtijden van
den groei gunstig weer mag hebben, zal er in de
wijnmaand menig trosje te snyden zijn. Het overige
boomgewas beantwoordt niet aan de gunstige ver
wachtingen, die de bloeitijd opwekte, daar de rupsen
veel schade hebben aangericht. Pruimen en appelen
zullen er weinig zijn, daar deze boomen over 'tal-
gemeen slecht hebben gebloeid en de appelen zeer
De uurwijzer op de koekkoek in de binnenkamer
op Willowbrook wees op zeven; het vogeltje sprong
er uit, op het smalle lijstje voor het uitgesneden
zwitsersche huisje, liet zeven fluitende tonen hooren,
sprong er weer gauw in en hot deurtje viel met een
spijtig geknars dicht.
Mijnheer Dent keek naar de pendule op den schoor
steenmantel in de zitkamer en begreep niet, wat Prue
zoolang deed uitblijven. Zij was even na den eten
naar do stad gegaan om het een en ander te koopen
en nu was het anderhalf uur over theetijd. Fanny
Had het theegoed binnengebracht en weer weggehaald.
Het was alsof de zonnewijzer vergeten had de be
weging van de zon aan te teekenen; het huisgezin
zette de klokken altyd gelijk naar Prue.
De laatste twee uur had mijnheer Dent rusteloos
in de zitkamer heen en weer geloopen. Hij had nu
eens een boek genomen en beproefd te lezen, dan
had hij eens uitgekeken in den tuin en dan had hij
weer eens geweldig in de kolen gepookt; want het
was een van die gure dagen, in de zoogenaamde
Mei-maand in Nieuw-Engeland, wanneer een flink
vuurtje iemand zoo goed doet.
Mijnheer Dent zat in stilte te overleggen, hoe bij
Pime vertellen zou, dat Ds. Hawkins zijn ontslag
kreeg en vooral, hoe hij zou bekennen, welk aandeel
hij aan den gang van zaken gehad had. „Wat zal
Prue zeggen?" was de vraag, die hij zich honderd
maal deed, zonder een voldoend antwoord te vinden.
{Wordt vervolgd
door de rupsen geleden hebben. De oogst der peren-
boomen. die overvloedig gebloeid hebben, zal wel
voldoende zijn; zonder de rupsen was er eene rijke
pluk te wachten geweest. De aardappelen staan goed.
r Westlandsche Ct.)
In eene correspondentie aan de N. Bott. Ct. over
de thans 'te Weenen gehoudon landbouwtentoonstel
ling leest men het volgeyde: r
In het algemeen oefent de tentoonstelling eene
groote aantrekkingskracht op do bevolking, en op
het lommerrijke feestterrein in den Prater verdringen
zich '8 avonds duizenden menschen. De Friesche
wafelkraam vaart daar wel by, want er worden per
dag, naar ik hoor, 6000 a 7000 wafels verkocht.
De verkoopsters die met hare kappen en gouden
oorijzers Friesche wafelmeisjes moeten verbeelden,
hebben, als zij het al ooit geweest zijn, reeds zoo
lang te Parijs gewoond, dat zij hare moedertaal ver
geten hebben. Een barer, die uit Maastricht afkomstig
is, zal die zelfs wel nooit goed gekend hebben. Met
meer recht wappert de nationale driekleur van het
gebouwtje van Van Houten, waar in een keurig ge
meubeld zaaltje door twee onvervalschte Hollandsche
meisjes de bekende chocolade verkocht wordt. Jam
mer, dat ons land niet, zooals Zweden, Frankrijk en
Duitschland in de afdeelingen voor landbouwwerk
tuigen, verbetering van gronden, zuivel- en melktoe-
stellen vertegenwoordigd is. Eene nieuwigheid op
doze tentoonstelling zijn de automatisch werkende
stoeltjes. Men behoeft slechts in een gleuf van den
stoel twee kreuzer te werpen, of men kon de om
hoog staande zitting neerslaan. Op die wijze wordt
de controle van een persoon uitgespaard. De fon-
taines lumineusesdie na vele mislukte proeven ein
delijk aan den gang gekomen zijn, maken ook hier
een botooverend effect, en beloven eene aantrekkings
kracht der tentoonstelling te zullen worden.
De bezoekers van Weenen zullen dezen zomer
niet over gebrek aan amusementen in de schoone
Oostenrijksche hoofdstad behoeven te klagon. Behalve
eene groote tentoonstelling op het gebied van iand-
bouw- en boschcultuur, zal er in Augustus een
reusachtig Duitsoh-Oostenrijksch zangersfeest worden
gehouden, waaraan niet minder dan twaalfduizend
zangers zullen deelnemen, voor wier ontvangst en
amusement reusachtige toebereidselen worden ge
troffen. In het Prater wordt een tijdelijk concert
gebouw opgericht, dat twintigduizend personen zal
kunnen bevatten. Twee monster-muziekuitvoeringen
zullen worden gegeven, waarbij het koor telkens
uit ongeveer tien duizend personen zal bestaan. De
opening van het feest zal geschieden mot een grooten
ailegorischen optocht, van het stadhuis door de
Ringstrasse naar het Prater.
De wederzijd8che werking tusschen een electri-
sohen lichtboog en %en magneet vond onlangs in
Amerika op hoogst belangrijke wijze eene practische
toepassing, welke wellioht bestemd is het electrisch
soldeeren vun kleine voorwerpen in grooter kring
te verspreiden dan tot nu toe met het electrisch
lasschen geschied is.
Het technisch bureel van Richard Lüders, te
Görlitz, deelt daaromtrent medewanneer men bij
den electrischen ljohtboog een magneet houdt, dan
ondergaat eerstgenoemde daardoor eene afwijking
uit zijne baan. De van gedaante veranderde boog
vormt eene vlamspits, overeenkomende met de aan
geblazen vlam eoner soldeerbuis. De buitengewoon
hooge temperatuur dezer vlamspits smolt gemakkelijk
alle metalen, zelfs platina en smeedijzer. Men kan
zich voor het soldeeren van elke gewone booglamp
bedienen, als men een rechten olectro-magneet, die
of direct in de lichtgeleiding of in eene neven-ge-
leiding is ingeschakeld, zoodanig aanbrengt, dat de
plaatsing der pool de begeerde afwijking van den
lichtboog doet ontstaan. Wegens het schelle licht
moeten de werklieden bij het soldeeren met den
electrischen lichtboog de oogen met donker gekleurde
brilglazen beschermen, welker kleur echter eene zeer
bepaalde nuance moet hebben; daar anders de werk
man de afgeweken spits der vlam niet goed kan
zien en het soldeeren van kleine voorwerpen daar
door zeer bomoeielijkt wordt.
Hot drankgebruik en zijne gevolgen wordt door
dr. F. R. Allinson in eene reeks artikolen, in het
Badicaal Weekblad opgenomen, behandeld. Hg be
schouwt het gebruik van alcoholische dranken als
een der grootste hinderpalen, die ons in den weg
staan bij ons streven naar algemeene gezondheid.
Op bevattelijke wijze zet hij achtereenvoigens uit
een hoe men komt tot het gebruik van sterken
drank, de gevolgen van drankgebruik en de kwalen,
die daardoor ontstaan, om te besluiten met den
raad zich te onthouden van alle bedwelmende dran
ken, omdat men dan grooter kans hoeft om te blij
ven leven en aan minder ziekten zal onderhevig
zijn, dan zelfs bij een matig gebruik van drank het
geval zal wezen.
Onder de vele inzendingen voor de tentoonstel
ling te Amsterdam, neemt die van het ministerie
van oorlog eene voorname plaats iu.
Vooral het aantal inzendingen van het korps ge
nietroepen is buitengewoon groot en munt uit door
uiterst siorlyke bewerking.
De verschillende voorwerpen staan uitstekend ge
rangschikt op eene der bovenzalen van het Paleis
van Volksvlijt, waar tevens do modellen van schrijf-
inrichtingeu eene plaats hebben gevonden.
Men treft daar o. a. aaneene groote geblon
deerde munitiebergplaats, benevens eene nisvormige
bewaarplaats voor munitie, die, hoe klein ook, een
zeer duidelijk denkbeeld geeft van de in gebruik
zijnde bergplaatsen. Uiterst net is het model van
eene stroohut en van een mijnput met windas. Ver
dere inzendingen zijn schanskorven en horden, ver
schillende kamp- en bivakkeukens, benevens ovens,
enz. Twee levensgrooto poppen voorstellende infante
risten in volle wapenrusting, zijn aan den ingang
dezer militaire zaal geplaatst.
Alles is, tot in de kleinste bijzonderheden, zoo
getrouw mogelijk nagebootst en doet het korps ge
nietroepen alle eor aan.
In de benedenzaal valt het oog op een ballon- en
kabelwagens aan laatst genoemden wordt een met
lucht gevulde ballon verbonden, die oene plaats zal
vinden in den koepel van het gebouw. Ook de am
bulance-wagen, naar de denkbeelden, van den ge-
neraal-majoor Kromhout vervaardigd, is hier ten
toongesteld.
Ook den geneeskundigen dienst komt een woord
van lof toe voor de zeer volledige inzending op dit
gebied. Hoewel men nog druk bezig is met het
plaatsen van een en ander, zagen wij reeds een
model van een veldhospitaal, verschillende verband-
kisten, allerlei brancards, waaronder de brancard-
Ruijsch, alzoo alles wat dieneu moet, om^fn het
eerste oogenblik de noodzakelijkste hulp te verleenen.
De inzendingen van wege het departement van
oorlog zullen stellig zeer de aandacht trekken en do
gemaakte onkosten niet doen betreuren.
Men schrijft aan het „Nieuws v. d. Dag" naar
aanleiding van hot opwekken van de levensgeesten
van een drenkeling te Stadskanaal door het water
en bloed te laten braken het volgende
De „Maatschappij tot redding van Drenkelingen,"
opgericht ie Amsterdam in 1867, geeft de volgende
voorschriften voor het pehandelen van drenkelingen
De drenkeling, zoo spoedig, doch tevens zoo voor
zichtig mogelijk uit he* water gehaald, mag volstrekt
niet geschud, gerold of mot het hoofd omlaag go-
houden worden. Men vervoere hem voorzichtig (bij
voorbeeld op een ladder) naar een luchtig vertrek
in de meest nabij zijnde woning of herberg. Zoo er
goen huis in de omgeving en het weer niet al te guur
is, geschiede de behandeling bij voorkeur in de open
lucht. Begin nu met het bovenlijf te ontblooten ia
zijn geheel, open daarop den mond en zuiver dien
van modder en slijm. Trek dan de tong naar voren
en kittel de keel met een pennoveer of iets dergelijks,
om zoo mogelijk braking op te wekken. Volgt deze
niet spoedig of is er geene of slechts zeer zwakke
ademhaling te bespeuren, dan moet de tong tusschen
de tanden geklemd worden gehoudon door de kaken
tegen elkaar te drukken met behulp van een als das
opgevouwen doek, die om de kin geslagen en boven
het hoofd vastgemaakt wordt. v
Is dit geschied, dan moet dadelijk aangevangen
worden met het herstellen der ademhaling op de vol
gende wijze: Leg den drenkeling plat op den rug,
op den grond of op een harde matras, met een vast
kussen of opgerold kleedingstuk onder de schouders.
Plaats u achter het hoofd van den lijder, vat zijne
beide armen vlak boven de ellebogen en trek ze met
een gelijkmatige en zachte beweging zoover mogelijk
naar boven. Houd de armen twee seconden lang in
dien stand, breng ze dan weder op dezelfde wijze
langs het lijf terug en houdt ze twee seconden lang
stevig tegen de zijden gedrukt. Herhaal deze beide
bewogingen, telkens in dezelfde volgorde en met
dezelfde tusschenpoozen, zoolang tot de patiënt-zelf
weer begint adem te halen.
Verlies den moed niet, al duurt het ook langer
dan een uur alvorens ge een snik of zucht als
eerste teeken van een terugkeerend leven ontwaart,
maar zet de aderahalingsbewegingen met geduld en
volharding voort en laat inmiddels uw helper van
tijd tot tijd een fleschje met geest van hertshoorn
even onder den neus houden en de neus— en keel
holte prikkelen met een in rum of jenever gedoopte
penneveer en de voetzolen met een harden borstel
schuieren.
Zoodra de ademhaling is teruggekeerd, moet de
patiënt tusschen wollen dekens worden gelegd met
een kussen onder 't hoofd. Daarop moet het geheele
lichaam, voornamelijk de ledematen en de hartstreek,
met rum of brandewijn sterk en aanhoudend gewreven
worden door middel van flanellen lappen of met de
vlakke hand, totdat de pols duidelijk te voelen en
de huid weder warm geworden is.
Is de drenkeling inmiddels weder tot bewustzijn
gekomen en nog geene geneeskundige hulp bij de
hand, dan geve men heq| in zittende houding een
goede teug rum of brandewijn met water. Vocht in
den mond gieten, terwijl de drenkeling nog btwus-
teloos ligt, is hoogst gevaarlijk.
De patiënt wordt daarna in bed gelegd en warm
toegedekt, waarbij men zorge, dat het gelaat ongedekt
en de bedgordijnen geopend blyven.
De verdere behandeling worde aan den geneesheer
overgelaten.
Het bericht van Zaterdag jl. over het bijbrengen
van een drenkeling te Stadskanaal, nadat alle pogin
gen te vergeefs waren aangewend, zegt o. a.„De
drenkeling werd over den schouder van den werkman
gehangen met het hoofd naar beneden." De Maat
schappij tot redding van Drenkelingen schrijft voor
dat nooit te doen. De redder, „liep met den patient,
zoo hard hij loopen kon, den tuin tweemalen rond."
De Maatschappij beveelt: „mag volstrekt niet ge
schud worden."
Bij dit groote verschil in behandeling zal het zeker
wenschelijk zijn, dat zoowel door de bedoelde maat-
sohappij als door verschillende geneesheeren alle on
zekerheid omtrent deze gewichtige quaestie worde
opgeheven. Blijkt het dat de te Stadskanaal met
goed gevolg toegepaste methode toch verkeerd is,
dan heeft het publiek er belang bij de redenen daar
voor te leeren kennen, opdat geen verkeerde be-
begrippen opnieuw ingang vinden.
De hertog van Orleans is op zyn doorreis naar
Londen te Brussel aangekomen als gast des Konings,
zijn bloedverwant. Er behoorde toeh voor de ministers
'nog eenige moed toe hem vrjj te laten, daar de
radicalen nog steeds niet hooren wilden van dezen
De Hertog van Orleans heeft in het geheel 117
dagen in de „gevangenis» doorgebracht. Men had
hem er twee jaar kunnen houden en hij kreeg dus
613 dagen afslag. Den laatsten dag voor zijn vertrek
ontving hij nog bezoek van den hertog en de her
togin van Joinville en den hertog van Chartros met
prinses Margareta, zijn verloofde.
Een extra-trein stond gereed te Clairvaux, zoodat
de Prins slechte behoefde in te stappen. Een' der
Parijsche politie-commissarissen was overgekomen
om den Prins tot de Zwitsersche grenzen te begelei
den, of wel te brengen.
De Hertog reisde naar Bazel in gezelschap van
zijn vriend De Luynes, die kennis had gekregen van
de gratie, maar geheimhouding had moeten beloven
Van Bazel ging hy naar Brussel, om Koning Leopold
te bezoeken, dien hij per telegram op zijn komst
had voorbereidvan Brussel naar Dover, waar de
Graaf van Parijs hem wacht. De Hertog zal een
poos te Londen blijven en daarna een lanwe reis
maken.
In de Kamer richtte de heer Dumay gisteren eene
interpellatie over de invrijheidstelling van den hertog.
Bij de toelichtiug zijner interpellatie werd de heer
Dumay lierhaal.lelyk in de rede gevallen.
De minister de Freycinet antwoordde, dat de
Kegeering in deze zaak niet was geleid door over
wegingen van staatkundigen aard. Da republiek
was sterk genoeg om goedertieren te zijn. Hij noo-
digde ten slotte de Kamer uit, hare gewone werk-
zaaraheden te hervatten.
Eene motie van orde, door den heer Dumay voor
gesteld, werd verworpen. Daarentegen werd eene
motie, waarmede de heer De Freycinet zich had
vereemgd, om tot de eenvoudige orde van den da*
over te gaan, met 312 tegen 141 stemmen aange
nomen, doch niet dan nadat onder verschillende af
gevaardigden eene levendige woordenwisseling was
ontstaan.
Door vele leden is een voorstel ingediend, om
volledige amnestie te verleenen wegens overtredingen
en vergrijpen bjj werkstakingen. De urgentie van
dit voorstel werd met 312 tegen 141 stemmen fer-
worpen.
Het onderzoek naar de werkzaamheden der Rus
sische nihilisten te Parijs wordt voortgezet. Tot dus-
ver zijn 23 der gevonden bommen geopendmaar
de juiste samenstelling der stof, waarmede ze gevuld
waren, is nog niet vastgesteld.
Intusscken blijven de Kussen ontkennen, dat zij
iets kwaads in den zin hadden. Trouwens de raeening
wint veld, dat do Kussen werkelijk geen bepaalden
aanslag op het oog hadden, maar eenvoudig naar
een stof zochten, waarmede zij in geval van nood
de hevigste ontploffing konden veroorzaken.
Te Petersburg wordt echter beweerd, dat de nihi
listen een aanslag tegen het leven des czaren op het